LaserLine MoistureFinder Compact de handleiding

Type
de handleiding
14
Algemene veiligheidsaanwzingen
Gebruik het apparaat uitsluitend doelmatig binnen de
aangegeven specicaties.
De meetapparaten en het toebehoren zn geen kinder-
speelgoed. Buiten het bereik van kinderen bewaren.
– De bouwwze van het apparaat mag niet worden veranderd!
Stel het apparaat niet bloot aan mechanische belasting,
extreme temperaturen, vocht of sterke trillingen.
Het apparaat mag niet meer worden gebruikt als een of
meerdere functies uitvallen of de batterlading zwak is.
Veiligheidsinstructies
Omgang met elektromagnetische straling
Het meettoestel voldoet aan de voorschriften en grenswaarden
voor de elektromagnetische compatibiliteit volgens de EMC-
richtlijn 2014/30/EU.
Plaatselijke gebruiksbeperkingen, bijv. in ziekenhuizen, in
vliegtuigen, op pompstations of in de buurt van personen
met een pacemaker, moeten in acht worden genomen. Een
gevaarlijk effect op of storing van en door elektronische
apparaten is mogelijk.
Bij de toepassing in de buurt van hoge spanningen of hoge
elektromagnetische wisselvelden kan de meetnauwkeurigheid
negatief worden beïnvloed.
Functie / toepassing
De onderhavige vochtmeter werkt volgens het capacitieve
meetproces. Door 2 geleidende sensorpads aan de onderzijde
van het apparaat wordt de vochtafhankelijke diëlektriciteit van
het te meten product gemeten en door interne, materiaalaf-
hankelijke karakteristieken het materiaalvocht in % berekend.
Het gebruiksdoel is de materiaalvriendelijke bepaling van het
materiaalvocht in hout, cementestrik en gipspleister.
Lees de handleiding, de bijgevoegde brochure ‚Garantie-
en aanvullende aanwijzingen‘ evenals de actuele infor-
matie en aanwijzingen in de internet-link aan het einde
van deze handleiding volledig door. Volg de daarin
beschreven aanwijzingen op. Bewaar deze documentatie
en geef ze door als u het apparaat doorgeeft.
!
NL
MoistureFinder Compact
15
Opmerkingen inzake onderhoud en reiniging
Reinig alle componenten met een iets vochtige doek en
vermijd het gebruik van reinigings-, schuur- en oplosmiddelen.
Verwijder de batterij(en) voordat u het apparaat gedurende
een langere tijd niet gebruikt. Bewaar het apparaat op een
schone, droge plaats.
Kalibratie
Het meetapparaat moet regelmatig gekalibreerd en gecontroleerd
worden om de nauwkeurigheid van de meetresultaten te kunnen
waarborgen. Wij adviseren, het apparaat een keer per jaar te
kalibreren.
NL
2
ON OFF HOLD
2 sec
6
7
5
4
32
1
1.
1
6LR61 9V
8
8
2.
3.
Het Hold-symbool
knippert totdat de
waarde stabiel is.
Automatische
uitschakeling
na 2 minuten.
groen
geel
rood
9ON/OFF
Materiaal
instellen /
omschakelen
Actuele meetwaarde
behouden
Geselecteerde
materiaal-
karakteristiek
Batterijlading
Actuele meetwaarde
wordt gehouden
Meetwaarde in %
relatieve materiaal-
vochtigheid
Sensor-pads
1
2
3
4
5
6
7
8
9 Nat/droog
Ledweergave
12 leds:
0…4 leds
groen = droog
5…7 leds
geel = vochtig
8…12 leds
rood = nat
16
NL
3
4
5
MoistureFinder Compact
Materiaalkarakteristieken
Het meetapparaat beschikt over 4 selecteer-
bare materiaalkarakteristieken. Kies vóór
begin van de meting - door indrukken van
de MODE-toets - het dienovereenkomstige
materiaal.
Nat/droog ledweergave
Naast de numerieke weergave van de meetwaarde in %
relatieve materiaalvochtigheid, biedt de ledweergave een
aanvullende, materiaalafhankelijke evaluatie van de vochtigheid.
Met toenemend vochtgehalte verandert de ledweergave van
links naar rechts.De weergave met 12 leds is onderverdeeld
in 4 groene (droog), 3 gele (vochtig) en 5 rode (nat) segmenten.
Bij nat materiaal klinkt bovendien een signaal.
De classicatie ‚droog‘ betekent dat de materialen in een
verwarmde ruimte het evenwichtsvochtgehalte hebben
bereikt en in de regel geschikt zijn voor de verdere
verwerking.
!
Screed cementestrik CT-C30-F4 DIN EN 13813
Plaster
gipspleister (machinepleister) volgens
DIN EN 13279-1 / pleisterdikte = 10 mm
Soft-
wood
houtsoorten met geringe dichtheid:
bijv. spar, den, linde, populier, ceder, mahonie
Hard-
wood
houtsoorten met hogere dichtheid:
bijv. beuk, eik, es, berk
Toepassingsaanwijzingen
MoistureFinder Compact
17
NL
Op grond van de werkwijze van het apparaat kan de vocht-
meting in % en de berekening van het vochtgehalte via de led-
indicator alleen worden bepaald als het materiaal overeenstemt
met de beschreven, interne materiaalkarakteristieken.
Het is belangrijk dat de sensorpads zonder luchtinsluitingen
goed contact maken met het materiaal.
Door de aanpersdruk worden oneffenheden van het oppervlak
evenals kleine stofdeeltjes gecompenseerd.
Oppervlak van het meetproduct dient vrij van stof en vuil te zijn
Voer steeds punctuele metingen uit met een aanpersdruk
van 2,5 kg.
Beweeg het apparaat bij snelle controles met een lichte druk
over het oppervlak. (Pas op voor spijkers en andere spitse
voorwerpen! Gevaar voor persoonlijk letsel en beschadiging
van de sensorpads!) Bij de hoogste uitslag nog een keer
meten met een aanpersdruk van 2,5 kg.
Minimale afstand van 5 cm tot metalen voorwerpen
aanhouden
Metalen buizen, elektrische leidingen en wapeningsstaal
kunnen meetresultaten vervalsen
– Voer altijd op meerdere punten metingen uit.
Plaats de sensorpads volledig
op het te meten voorwerp
en druk het apparaat met
een kracht van ca. 2,5 kg
op het meetoppervlak. TIP:
test de aanpersdruk met een
weegschaal
Houd het meetapparaat altijd
op dezelfde wijze vast en druk
het aan (zie afbeelding)
18
NL
De hoogste nauwkeurigheid wordt bereikt bij 6 - 30% hout-
vocht. Bij zeer droog hout ( < 6%) kan een onregelmatige
vochtverdeling worden vastgesteld, bij zeer nat hout
(> 30%) begint een overstroming van de houtvezels.
Richtwaarden voor het gebruik van hout in % relatieve
materiaalvochtigheid:
– toepassing buitenshuis: 12% … 19%
– toepassing in niet verwarmde ruimten: 12% … 16%
– in verwarmde ruimten (12°C ... 21°C): 9% … 13%
– in verwarmde ruimten (> 21°C): 6% … 10%
Voorbeeld:
100% materiaalvocht bij 1 kg nat hout = 500 g water.
De functie en de bedrijfsveiligheid kunnen alléén
worden gewaarborgd als het meettoestel binnen de
aangegeven klimatische voorwaarden gebruikt en
alléén doelmatig toegepast wordt. Voor de beoorde-
ling van de meetresultaten en de daaruit resulterende
maatregelen is de gebruiker al naargelang de des-
betreffende werktaak verantwoordelijk.
!
Gipspleister met behang: het behang heeft een zo grote
invloed op de meting dat de weergegeven waarde niet correct
is. De waarde kan echter worden gebruikt om een meetpunt
met een andere meetpunt te vergelijken.
Dit geldt ook voor tegels, linoleum, vinyl en hout als bekleding
van bouwstoffen.
Zolang geen metaal voorhanden is, kan het meettoestel in
bepaalde gevallen door deze materialen meten. De meetwaarde
moet echter altijd als relatieve waarde worden gezien.
Gipspleister: De gipspleistermodus is gecongureerd voor
een 10 mm dikke pleisterlaag op beton, kalkzandsteen of
gasbeton. Andere muurwerken moeten vooraf worden getest.
Hout: De meetdiepte bij hout bedraagt max. 30 mm, maar
varieert door de verschillende dichtheden van de houtsoorten.
Bij metingen aan dunne houten platen dienen deze naar
mogelijkheid gestapeld te worden omdat anders een te
kleine waarde wordt weergegeven. Bij metingen aan vast
geïnstalleerde resp. ingebouwde houtsoorten zijn montage-
bonden en door chemische behandeling (bijv. met verf)
verschillende materialen bij de meting betrokken. De meet-
waarden kunnen daarom slechts als relatieve waarden
beschouwd.
MoistureFinder Compact
19
NL
Technische wijzigingen voorbehouden. 09.17
Technische gegevens
Meetprincipe Capacitief meetproces
Materiaal-
karakteristieken
2 bouwmateriaalkarakteristieken
2 houtkarakteristieken
Materialen /
Meetbereik
Cementestrik: 0%…5%
Gipsbepleistering: 0%…23%
Zacht hout: 0%…52%
Hard hout: 0%…32%
Nauwkeurigheid
(absoluut)
Hout: ± 2%
Bouwmaterialen: ± 0,2%
Werkomstandigheden
0 ... 40°C, 85% rH,
niet-condenserend,
Werkhoogte max. 2000 m
Opslagvoorwaarden
-10 ... 60°C, 85% rH,
niet-condenserend
Stroomvoorziening 1 x 6LR61 9V
Levensduur
van de batterij
35 uur constante meting
Autom. uitschakeling na 2 minuten
Afmetingen 81 mm x 154 mm x 36 mm
Gewicht (incl. batterij) 226 g
EU-bepalingen en afvoer
Het apparaat voldoet aan alle van toepassing
zijnde normen voor het vrije goederenverkeer
binnen de EU.
Dit product is een elektrisch apparaat en moet
volgens de Europese richtlijn voor oude elektrische
en elektronische apparatuur gescheiden verzameld
en afgevoerd worden.
Verdere veiligheids- en aanvullende instructies
onder: http://laserliner.com/info?an=mofico

Documenttranscriptie

! Lees de handleiding, de bijgevoegde brochure ‚Garantieen aanvullende aanwijzingen‘ evenals de actuele informatie en aanwijzingen in de internet-link aan het einde van deze handleiding volledig door. Volg de daarin beschreven aanwijzingen op. Bewaar deze documentatie en geef ze door als u het apparaat doorgeeft. Functie / toepassing De onderhavige vochtmeter werkt volgens het capacitieve meetproces. Door 2 geleidende sensorpads aan de onderzijde van het apparaat wordt de vochtafhankelijke diëlektriciteit van het te meten product gemeten en door interne, materiaalafhankelijke karakteristieken het materiaalvocht in % berekend. Het gebruiksdoel is de materiaalvriendelijke bepaling van het materiaalvocht in hout, cementestrik en gipspleister. Algemene veiligheidsaanwijzingen –G  ebruik het apparaat uitsluitend doelmatig binnen de aangegeven specificaties. –D  e meetapparaten en het toebehoren zijn geen kinderspeelgoed. Buiten het bereik van kinderen bewaren. – De bouwwijze van het apparaat mag niet worden veranderd! – S tel het apparaat niet bloot aan mechanische belasting, extreme temperaturen, vocht of sterke trillingen. –H  et apparaat mag niet meer worden gebruikt als een of meerdere functies uitvallen of de batterijlading zwak is. Veiligheidsinstructies Omgang met elektromagnetische straling –H  et meettoestel voldoet aan de voorschriften en grenswaarden voor de elektromagnetische compatibiliteit volgens de EMCrichtlijn 2014/30/EU. – P laatselijke gebruiksbeperkingen, bijv. in ziekenhuizen, in vliegtuigen, op pompstations of in de buurt van personen met een pacemaker, moeten in acht worden genomen. Een gevaarlijk effect op of storing van en door elektronische apparaten is mogelijk. –B  ij de toepassing in de buurt van hoge spanningen of hoge elektromagnetische wisselvelden kan de meetnauwkeurigheid negatief worden beïnvloed. 14 NL MoistureFinder Compact Opmerkingen inzake onderhoud en reiniging Reinig alle componenten met een iets vochtige doek en vermijd het gebruik van reinigings-, schuur- en oplosmiddelen. Verwijder de batterij(en) voordat u het apparaat gedurende een langere tijd niet gebruikt. Bewaar het apparaat op een schone, droge plaats. Kalibratie Het meetapparaat moet regelmatig gekalibreerd en gecontroleerd worden om de nauwkeurigheid van de meetresultaten te kunnen waarborgen. Wij adviseren, het apparaat een keer per jaar te kalibreren. 2 ON 1 OFF HOLD 2 sec 1. 2. 6LR61 9V 2 3. Automatische uitschakeling na 2 minuten. 3 1 5 4 6 7 Het Hold-symbool knippert totdat de waarde stabiel is. 9 1 ON/OFF 2 Materiaal instellen / omschakelen 3 Actuele meetwaarde behouden 4 Geselecteerde materiaalkarakteristiek 8 5 Batterijlading 8 6 Actuele meetwaarde wordt gehouden 7 Meetwaarde in % relatieve materiaalvochtigheid 8 Sensor-pads groen rood geel 9 Nat/droog Ledweergave 12 leds: 0…4 leds groen = droog 5…7 leds geel = vochtig 8…12 leds rood = nat NL 15 3 Materiaalkarakteristieken Het meetapparaat beschikt over 4 selecteerbare materiaalkarakteristieken. Kies vóór begin van de meting - door indrukken van de MODE-toets - het dienovereenkomstige materiaal. Screed cementestrik CT-C30-F4 DIN EN 13813 Plaster gipspleister (machinepleister) volgens DIN EN 13279-1 / pleisterdikte = 10 mm Softwood houtsoorten met geringe dichtheid: bijv. spar, den, linde, populier, ceder, mahonie Hardwood houtsoorten met hogere dichtheid: bijv. beuk, eik, es, berk 4 Nat/droog ledweergave Naast de numerieke weergave van de meetwaarde in % relatieve materiaalvochtigheid, biedt de ledweergave een aanvullende, materiaalafhankelijke evaluatie van de vochtigheid. Met toenemend vochtgehalte verandert de ledweergave van links naar rechts.De weergave met 12 leds is onderverdeeld in 4 groene (droog), 3 gele (vochtig) en 5 rode (nat) segmenten. Bij nat materiaal klinkt bovendien een signaal. ! De classificatie ‚droog‘ betekent dat de materialen in een verwarmde ruimte het evenwichtsvochtgehalte hebben bereikt en in de regel geschikt zijn voor de verdere verwerking. 5 Toepassingsaanwijzingen act mp er Co ind reF istu Mo 16 NL MoistureFinder Compact Plaats de sensorpads volledig op het te meten voorwerp en druk het apparaat met een kracht van ca. 2,5 kg op het meetoppervlak. TIP: test de aanpersdruk met een weegschaal Houd het meetapparaat altijd op dezelfde wijze vast en druk het aan (zie afbeelding) –H  et is belangrijk dat de sensorpads zonder luchtinsluitingen goed contact maken met het materiaal. –D  oor de aanpersdruk worden oneffenheden van het oppervlak evenals kleine stofdeeltjes gecompenseerd. – Oppervlak van het meetproduct dient vrij van stof en vuil te zijn –V  oer steeds punctuele metingen uit met een aanpersdruk van 2,5 kg. –B  eweeg het apparaat bij snelle controles met een lichte druk over het oppervlak. (Pas op voor spijkers en andere spitse voorwerpen! Gevaar voor persoonlijk letsel en beschadiging van de sensorpads!) Bij de hoogste uitslag nog een keer meten met een aanpersdruk van 2,5 kg. –M  inimale afstand van 5 cm tot metalen voorwerpen aanhouden –M  etalen buizen, elektrische leidingen en wapeningsstaal kunnen meetresultaten vervalsen – Voer altijd op meerdere punten metingen uit. Op grond van de werkwijze van het apparaat kan de vochtmeting in % en de berekening van het vochtgehalte via de ledindicator alleen worden bepaald als het materiaal overeenstemt met de beschreven, interne materiaalkarakteristieken. NL 17 Gipspleister met behang: het behang heeft een zo grote invloed op de meting dat de weergegeven waarde niet correct is. De waarde kan echter worden gebruikt om een meetpunt met een andere meetpunt te vergelijken. Dit geldt ook voor tegels, linoleum, vinyl en hout als bekleding van bouwstoffen. Zolang geen metaal voorhanden is, kan het meettoestel in bepaalde gevallen door deze materialen meten. De meetwaarde moet echter altijd als relatieve waarde worden gezien. Gipspleister: De gipspleistermodus is geconfigureerd voor een 10 mm dikke pleisterlaag op beton, kalkzandsteen of gasbeton. Andere muurwerken moeten vooraf worden getest. Hout: De meetdiepte bij hout bedraagt max. 30 mm, maar varieert door de verschillende dichtheden van de houtsoorten. Bij metingen aan dunne houten platen dienen deze naar mogelijkheid gestapeld te worden omdat anders een te kleine waarde wordt weergegeven. Bij metingen aan vast geïnstalleerde resp. ingebouwde houtsoorten zijn montagebonden en door chemische behandeling (bijv. met verf) verschillende materialen bij de meting betrokken. De meetwaarden kunnen daarom slechts als relatieve waarden beschouwd. De hoogste nauwkeurigheid wordt bereikt bij 6 - 30% houtvocht. Bij zeer droog hout ( < 6 %) kan een onregelmatige vochtverdeling worden vastgesteld, bij zeer nat hout (> 30 %) begint een overstroming van de houtvezels. Richtwaarden voor het gebruik van hout in % relatieve materiaalvochtigheid: – toepassing buitenshuis: 12% … 19% – toepassing in niet verwarmde ruimten: 12% … 16% – in verwarmde ruimten (12°C ... 21°C): 9% … 13% – in verwarmde ruimten (> 21°C): 6% … 10% Voorbeeld: 100% materiaalvocht bij 1 kg nat hout = 500 g water. ! 18 De functie en de bedrijfsveiligheid kunnen alléén worden gewaarborgd als het meettoestel binnen de aangegeven klimatische voorwaarden gebruikt en alléén doelmatig toegepast wordt. Voor de beoordeling van de meetresultaten en de daaruit resulterende maatregelen is de gebruiker al naargelang de desbetreffende werktaak verantwoordelijk. NL MoistureFinder Compact Technische gegevens Meetprincipe Capacitief meetproces Materiaalkarakteristieken 2 bouwmateriaalkarakteristieken 2 houtkarakteristieken Materialen / Meetbereik Cementestrik: 0%…5% Gipsbepleistering: 0%…23% Zacht hout: 0%…52% Hard hout: 0%…32% Nauwkeurigheid (absoluut) Hout: ± 2% Bouwmaterialen: ± 0,2% Werkomstandigheden 0 ... 40°C, 85% rH, niet-condenserend, Werkhoogte max. 2000 m Opslagvoorwaarden -10 ... 60°C, 85% rH, niet-condenserend Stroomvoorziening 1 x 6LR61 9V Levensduur van de batterij 35 uur constante meting Autom. uitschakeling na 2 minuten Afmetingen 81 mm x 154 mm x 36 mm Gewicht (incl. batterij) 226 g Technische wijzigingen voorbehouden. 09.17 EU-bepalingen en afvoer Het apparaat voldoet aan alle van toepassing zijnde normen voor het vrije goederenverkeer binnen de EU. Dit product is een elektrisch apparaat en moet volgens de Europese richtlijn voor oude elektrische en elektronische apparatuur gescheiden verzameld en afgevoerd worden. Verdere veiligheids- en aanvullende instructies onder: http://laserliner.com/info?an=mofico NL 19
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56

LaserLine MoistureFinder Compact de handleiding

Type
de handleiding