–1
(1) (2)
–2
*3
*4
*2
*1
Nederlands
In deze handleiding vindt u informatie over het gebruik van alle lenzen.
Voorzorgsmaatregelen die gelden voor lenzen, zoals opmerkingen bij het
gebruik, vindt u in het afzonderlijke document "Voorzorgsmaatregelen
vóór gebruik". Lees beide documenten door voordat u de lens gebruikt.
Dit is een MF-lens (Manual Focus; handmatige scherpstelling) die is voorzien
van een geavanceerde defocus-functie. Een speciaal optisch diffractie-
element zorgt ervoor dat onscherpe gebieden een vloeiend en aantrekkelijk
uiterlijk krijgen. Deze lens is uitgerust met een diafragmaring waarmee een
traploze diafragma-instelling tussen F No.2,8-5,7 (T No.4,5-6,7*) mogelijk
wordt gemaakt en waarmee het defocus-effect optimaal wordt benut in de
voorgrond en achtergrond. U kunt hiermee unieke beelden opnemen die niet
kunnen worden gemaakt met traditionele lenzen.
* T No. (T-waarden) : de T No. is een praktische waarde waarmee wordt
aangegeven hoeveel licht zich in de lens bevindt, wat van invloed is op de
transmissiesnelheid van de lens. Hoewel het volledig geopende diafragma van
deze lens een waarde van f/2,8 heeft, zorgt het speciale diffractiesysteem voor
een lichthoeveelheid van T/4,5, wat gelijk is aan die van f/4,5 bij een normale
lens. De diafragmawaarde van de lens, de waarde die wordt aangegeven op
een camera en de waarde die wordt gebruikt om de belichting te bepalen,
worden allemaal aangegeven door T No. Gebruik de T No. als een normale
diafragmawaarde.
Deze lens is ontworpen voor A-mount voor gebruik met Sony α-camera's.
Opmerkingen bij het gebruik
Wanneer u deze lens gebruikt met een camera met montagestuk E, dient u een
montage-adapter te gebruiken die apart wordt verkocht. Bevestig de lens niet
direct op de camera met montagestuk E omdat u hierbij beide kunt beschadigen.
Wanneer u de camera meeneemt terwijl de lens is bevestigd, moet u zowel de
camera als de lens vasthouden.
Houd onderdelen van de lens die uitsteken tijdens het scherpstellen, niet vast.
Voorzorgsmaatregelen voor het gebruik van de flitser
Als u de ingebouwde flitser van de camera gebruikt, moet u de lenskap
verwijderen en foto's maken vanaf een afstand van ten minste 1 m vanaf het
onderwerp. Bij bepaalde combinaties van lens/flitser kan de lens het licht van
de flitser gedeeltelijk blokkeren, waardoor een schaduw aan de onderkant
van het beeld ontstaat.
Onderdelen
1···Scherpstelring 2···Afstandsschaal 3···Traploos diafragmabereik
4···Contactpunten van lens 5···Montagemarkering 6···A-positie
7···Diafragmaring 8···Afstandsindex 9···Scherptediepteschaal
De lens bevestigen/verwijderen
De lens bevestigen (Zie afbeelding
–
.)
1
Verwijder de voorste en achterste lensdoppen en de dop van de
camera.
U kunt de voorste lensdop op twee manieren, (1) en (2), bevestigen/
verwijderen. Wanneer u de lensdop bevestigt/verwijdert terwijl de lenskap
is bevestigd, gebruikt u methode (2).
2
Lijn de oranje markering op de lenscilinder uit met de oranje
markering op de camera (montagemarkering). Plaats vervolgens
de lens in de lensfitting van de camera en draai de lens rechtsom
tot deze vastklikt.
Druk niet op de lensontgrendelingsknop op de camera terwijl u de lens
bevestigt.
Bevestig de lens niet onder een hoek.
De lens verwijderen (Zie afbeelding
–
.)
Terwijl u de lensontgrendelingsknop op de camera ingedrukt houdt,
draait u de lens zo ver mogelijk linksom. Vervolgens verwijdert u de
lens.
De lenskap bevestigen
U kunt het beste een lenskap gebruiken om lichtvlekken te voorkomen en
voor een optimale beeldkwaliteit te zorgen.
Bevestig de kap op de fitting aan het einde van de lenscilinder en
draai de kap rechtsom.
Als u de lens opbergt, draait u de lenskap om en bevestigt u deze omgekeerd op
de lens.
Scherpstellen
Dit is een MF-lens (Manual Focus; handmatige scherpstelling).
Draai de scherpstelring tot het beeld scherp wordt weergegeven.
Deze lens kan worden gebruikt in de MF-modus, zelfs als de camera is ingesteld
op de AF-modus (Auto Focus; automatische scherpstelling).
Het scherpstelsignaal in de beeldzoeker, enzovoort functioneert niet.
Diafragma
Deze lens beschikt over twee diafragmaregelingssystemen: traploos
diafragma voor aanpassing van de traploze diafragmaring (- *1), en
automatisch diafragma (A-positie) voor aanpassing van de traditionele MF-
lens (- *2) op de camera. Gebruik de diafragmaring om te schakelen
tussen de twee systemen. Het traploze diafragma legt de nadruk op de vorm
van het diafragma en levert een ronder onscherp gebied dan bij een beeld dat
wordt opgenomen met het automatische diafragma. Het traploze diafragma
wordt aanbevolen als u een groot diafragma wilt gebruiken.
De traploze diafragma-instelling gebruiken (Zie
afbeelding
–
.)
Met deze instelling wordt een traploze regeling van het diafragma tussen
T/4,5 - T/6,7 mogelijk gemaakt. Draai de diafragmaring om het gewenste
diafragma in te stellen.
Stel de camera in op de A-modus of M-modus wanneer u deze instelling
gebruikt. (In de P-modus of scènekeuzefunctie zijn de instellingen gelijk aan
die van de A-modus. In de S-modus zijn de instellingen gelijk aan die van de
M-modus.)
U kunt een kleine klik voelen tussen de markeringen T/4,5, T/5,6 en T/6,7.
De indexmarkeringen tussen T/4,5 en T/5,6 vertegenwoordigen 1/3
diafragmawaarden.
Stop-down lichtmeting wordt gebruikt wanneer het traploze diafragma is
geselecteerd.
Wanneer u opneemt, worden de diafragmawaarden gebruikt die zijn ingesteld
met de diafragmaring. Die waarden worden niet nauwkeurig weerspiegeld in de
waarden die worden weergegeven of opgenomen door de camera.
De A-positie gebruiken
Stel de diafragmaring in op de A-positie (positie aangeduid met A). Stel het
diafragma in op de camera.
Alle belichtingsmodi (P, A, S, M) kunnen worden gebruikt op de camera.
*3.Traploos diafragmabereik *4.A-positie
Scherptediepte (in meter)
Wanneer er op een onderwerp is scherpgesteld, wordt alles op dezelfde
afstand scherp weergegeven en wordt alles binnen een bepaald bereik voor
en achter het onderwerp ook scherp weergegeven. Dit wordt scherptediepte
genoemd. De scherptediepte is afhankelijk van de afstand tot het onderwerp
en het diafragma dat u selecteert en wordt aangegeven met de lijnen op de
scherptediepteschaal die overeenkomen met het diafragma.
De scherptediepteschaal en de scherptedieptetabel zijn bedoeld voor 35-mm
camera's. De velddiepte is minder diep wanneer u digitale camera's met
verwisselbare lenzen met een beeldsensor voor APS-C-formaat gebruikt.
Belichtingscompensatie
De helderheid van de lens neemt af bij macro-opnamen. Dit wordt
automatisch gecompenseerd in alle standen voor automatische belichting
of in de stand voor handmatige belichting. Als de camera is ingesteld op
handmatige belichting en u een in de handel verkrijgbare belichtingsmeter
gebruikt, stelt u een hogere belichtingscompensatie in. U kunt het beste
testopnamen maken om de juiste mate van compensatie te bepalen.
(Bij het aanpassen van het diafragma betekent +1 bijvoorbeeld het diafragma
met 1 extra stop openen.)
Belichtingscorrectie
Vergrotingsverhoudingen
Afstand
+1
0,25X 0,20X 0,15X 0,08X 0,029X
0,87 1,0 1,2 2,0 5,0
m
0+
3
/
4
+
1
/
2
+
1
/
4
Technische gegevens
Naam (modelnaam)
135mm F2.8 [T4.5] STF
(SAL135F28)
Vergelijkbare brandpuntsafstand voor 35-mm
camera's*
1
(mm)
202,5
Lensgroepen/-elementen 6-8*
2
Weergavehoek 1*
3
18°
Weergavehoek 2*
3
12°
Minimale scherpstelling*
4
(m)
0,87
Maximale vergroting (×)
0,25
Minimale f-stop
f/31 (T/32)
Filterdiameter (mm)
72
Afmetingen (maximale diameter × hoogte)
(mm)
Ongeveer 80×99
Gewicht (g)
Ongeveer 730
*
1
De waarde voor de vergelijkbare brandpuntsafstand voor 35-mm camera's is
gebaseerd op digitale camera's met verwisselbare lenzen met een beeldsensor
voor APS-C-formaat.
*
2
Inclusief optisch diffractie-element (1-2)
*
3
De waarde voor weergavehoek 1 is gebaseerd op 35-mm camera's en de waarde
voor weergavehoek 2 is gebaseerd op digitale camera's met verwisselbare lenzen
met een beeldsensor voor APS-C-formaat.
*
4
Minimale scherpstelling is de afstand van de beeldsensor tot het onderwerp.
Bijgeleverde onderdelen: Lens (1), Voorste lensdop (1), Achterste lensdop
(1), Lenskap (1), Objectiefetui (1), Handleiding en documentatie
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens voorbehouden, zonder
kennisgeving.
is een handelsmerk van Sony Corporation.
Over beperking diffractie-effecten
Een speciaal "optisch diffractie-element" bevindt zich in de buurt van het diafragma van het optische systeem van de
lens. Dit speciale optische element is een soort ND-filter dat naar de rand toe geleidelijk dikker (donkerder) wordt,
waardoor de hoeveelheid licht die door de buitenste rand valt, wordt beperkt. Het diafragma van deze lens wordt
aangegeven en geregeld door de T No.. Deze zorgt voor compensatie van de beperking die wordt verkregen door het
speciale optische diffractie-element. De T No. kan worden gebruikt op dezelfde manier als de F No. bij een normale lens
als de belichting is vastgesteld.
Principe van verbetering van het defocus-effect
Defocus-effect toepassen op een
stip
Defocus-effect toepassen op een lijn
Deze lens
Intensiteit neemt naar de rand
toe geleidelijk af
Geleidelijk zachter zonder vormverlies
Theoretisch ideale
traditionele lens
Intensiteit blijft gelijk
Lijn wordt dikker
Beelden waarop het defocus-effect is toegepast, worden weergegeven als wazige stippenclusters. Een lens met goede compensatie voor aberratie reproduceert
de beeldvorm correct, maar kan een onscherp gebied niet vloeiend onscherp maken. Er kunnen lelijke wazige vlekken verschijnen waardoor een lijn
bijvoorbeeld verdubbeld kan lijken, afhankelijk van de manier waarop de compensatie wordt uitgevoerd. Deze lens gebruikt een speciaal optisch diffractie-
element waarmee een beeld wordt verkregen dat naar de rand toe geleidelijk zachter wordt zonder dat de kernvorm van het beeld verloren gaat. In andere
woorden: er wordt gezorgd voor een zacht en natuurlijk defocus-effect zonder de originele vorm op onnatuurlijke wijze te veranderen.
Optisch diffractie-
element
Optisch diffractie-
element
Svenska
I den här bruksanvisningen finner du information om hur du använder
vart och ett av objektiven. I ”Försiktighetsåtgärder innan användning”,
som finns på ett separat informationsblad, hittar du information om
allmänna försiktighetsåtgärder när det gäller objektiv. Läs igenom de
båda dokumenten innan du använder objektivet.
Det här objektivet är ett objektiv för manuell fokusering med en mycket
utvecklad defokuseringsdesign. Ett särskilt apodiseringselement ger områden
som är ur fokus en mjuk och tilltalande framtoning. Det här objektivet
är utrustat med en bländarring som möjliggör en steglös inställning av
bländaren mellan F No.2,8 och 5,7 (T No.4,5-6,7*), vilket gör att du kan få
ut det mesta möjliga av defokuseringsffekten i förgrunden och bakgrunden.
Det här ger en unik möjlighet till ett bilduttryck som du inte kan få på något
annat sätt med traditionella objektiv.
* T No. (T-tal) : T No. är ett praktiskt värde som visar hur mycket ljus som når
linsen, och ligger till grund för beräkning av objektivets transmissionsvärde.
Även om det här objektivets värde för en fullt öppen bländare är f/2,8, ger det
speciella apodiseringssystemet en ljusmängd på T/4,5, vilket motsvarar f/4,5 för
ett vanligt objektiv. Objektivets bländarvärde, värdet som visas på kameran och
värdet som används när exponeringen bestäms visas alla av T No. Betrakta
T No. som ett normalt bländarvärde.
Det här objektivet är tillverkat för A-montering, som finns på Sony α-
kameror.
Att tänka på när du använder objektivet
När detta objektiv används med en kamera med E-fattning, sätt på en
objektivadapter som säljs separat. Sätt inte på objektivet direkt på kameran med
E-fattning eftersom det finns risk för skador.
Greppa både kameran och objektivet ordentligt när du bär kameran med
objektivet monterat.
Greppa aldrig någon av de delar av objektivet som skjuter ut vid fokusering.
Att tänka på när du använder blixt
När du använder en inbyggd blixt bör du ta av motljusskyddet och ta bilden
på minst 1 m avstånd från motivet. För vissa kombinationer av objektiv och
blixt kan det hända att objektivet delvis blockerar blixtljuset, vilket resulterar
i skuggbildning nedtill på bilderna.
Delarnas namn och placering
1···Fokusring 2···Avståndsskala 3···Steglöst bländarinställning
4···Objektivets kontakter 5···Monteringsindex 6···A-läge 7···Bländarring
8···Avståndsindex 9···Skärpedjupsskala
Montera/ta bort objektivet
Montera objektivet (Se illustration
–
.)
1
Ta bort det bakre och det främre objektivskyddet från objektivet
liksom skyddet på kamerahuset.
Du kan fästa/ta bort det främre objektivskyddet på två sätt, (1) och (2). När
du fäster/tar bort objektivskyddet med motljusskyddet monterat använder
du metod (2).
2
Passa in det orange indexet på objektivcylindern mot det
orange indexet på kameran (monteringsindexet), skjut sedan in
objektivet i kamerafästet och vrid det medurs tills det låses fast.
Tryck inte in kamerans spärrknapp till objektivet när du monterar
objektivet.
Se upp så att du inte sätter objektivet snett.
Ta bort objektivet (Se illustration
–
.)
Samtidigt som du håller kamerans spärrknapp till objektivet intryckt,
vrider du objektivet moturs så långt det går och tar sedan bort
objektivet.
Hur du fäster motljusskyddet
Du rekommenderas att använda motljusskyddet för att slippa onödiga
reflexer och få bästa möjliga bildkvalitet.
Passa in motljusskyddet mot fästet på objektivet och vrid
motljusskyddet medurs.
Vid förvaring vänder du motljusskyddet och placerar det bakvänt på objektivet.
Fokusering
Det här objektivet är ett objektiv med manuell fokusering
Vrid fokusringen tills bilden är skarp.
Det här objektivet kan användas i läget för manuell fokusering, även om
kameran är ställd i autofokusläge.
Sökarens fokussignal kan inte användas.
Bländare
Det här objektivet har två möjliga bländarsystem: steglös bländare, som
möjliggör steglös justering av bländarringen (- *1), och automatisk
bländare (A-läge) som gör att objektivet kan användas på samma sätt
som traditionella objektiv med manuell fokus (- *2). Du växlar
mellan de två systemen med bländarringen. Med steglös bländare läggs
koncentrationen på bländarens form, och du får ett rundare defokuserat
område än i de bilder som tas med automatisk bländare. Steglös bländare
rekommenderas för högre bländarinställningar.
Använda det steglösa intervallet för bländaröppningen
(Se illustration
–
.)
Den här inställningen möjliggör steglös kontroll över bländarvärdet mellan
T/4,5 och T/6,7. Ställ in önskat bländarvärde genom att vrida bländarringen.
Ställ kameran på läge A eller M när du använder den här inställningen. (I P-läget
eller när du använder scenval blir inställningarna desamma som för A-läget. I
S-läget blir inställningarna desamma som för M-läget.)
Du kan känna ett lätt klick vid markeringarna för T/4,5, T/5,6 och T/6,7.
Indexmarkeringarna mellan T/4,5 och T/5,6 står för bländarvärden på 1/3.
Stop-down metering används när du valt ett steglöst bländarvärde.
När du tar bilder används de bländarvärden som du har ställt in med
bländarringen. Dessa värden återges inte exakt av de värden som visas eller
spelas in av kameran.
Använda A-läget
Ställ bländarringen i A-läge (position anges med A). Ställ in bländarvärdet
på kameran.
Alla exponeringslägen (P, A, S, M) kan användas med kameran.
*3.Steglöst intervall för bländaröppning *4.A-läge
Skärpedjup (i meter)
När fokus är inställt på ett visst motiv blir också det som finns på samma
avstånd skarpt, liksom det som ligger inom ett visst intervall framför och
bakom motivet; det är det här som kallas skärpedjup. Skärpedjupet beror på
avståndet till motivet och vilken bländaröppning du har valt och visas med
hjälp av linjerna i skärpedjupsskalan i enlighet med den bländare du har ställt
in.
Skärpedjupsskalan och skärpedjupstabellen gäller för 35 mm-kameror.
Skärpedjupet är mindre när du använder digitala systemkameror med
utbytbart objektiv med en bildsensor av storleken APS-C.
Exponeringskompensation
Objektivets ljusstyrka minskar vid makrotagning. Det här kompenseras
automatiskt för alla automatiska exponeringslägen, eller i det manuella
exponeringsläget. Om kameran är inställd på läget för manuell exponering
och du använder en handhållen exponeringsmätare som kan köpas i handeln,
ställ in plus för exponeringskompensation. Testtagning rekommenderas för
att bestämma rätt kompensationsgrad.
(Om du t.ex. ändrar bländaren +1 innebär det att du ökar bländaren 1 steg
ytterligare.)
Exponeringskorrigering
Förstoringsgrader
Avstånd
+1
0,25X 0,20X 0,15X 0,08X 0,029X
0,87 1,0 1,2 2,0 5,0
m
0+
3
/
4
+
1
/
2
+
1
/
4
Tekniska data
Modell (Modellbeteckning)
135mm F2.8 [T4.5] STF
(SAL135F28)
Motsvarar 35 mm brännvidd*
1
(mm)
202,5
Objektivelement 6-8*
2
Bildvinkel 1*
3
18°
Bildvinkel 2*
3
12°
Minsta fokus*
4
(m)
0,87
Största förstoring (×)
0,25
Minsta f-tal (bländare)
f/31 (T/32)
Filterdiameter (mm)
72
Storlek (största diameter × höjd) (mm)
Ca. 80×99
Vikt (g)
Ca. 730
*
1
Värdet för brännvidd motsvarande 35 mm-format baseras på digitala
systemkameror med utbytbart objektiv som har en bildsensor av storleken
APS-C.
*
2
Inklusive apodiseringselement (1-2)
*
3
Värdet för bildvinkel 1 baseras på kameror av 35 mm-format; värdet för
bildvinkel 2 baseras på digitala systemkameror med utbytbart objektiv
utrustade med bildsensor av storleken APS-C.
*
4
Minsta fokus är avståndet från bildsensorn till motivet.
Inkluderade artiklar: Objektiv (1), Främre objektivskydd (1), Bakre
objektivskydd (1), Motljusskydd (1), Linsfodral (1), Uppsättning tryckt
dokumentation
Utförande och specifikationer kan ändras utan föregående meddelande.
är ett varumärke som tillhör Sony Corporation.
Om apodisering
Ett speciellt ”apodiseringselement” sitter i närheten av bländaren på objektivets optiska system. Det här speciella optiska
elementet är en typ av ND-filter som gradvis blir tätare (mörkare) mot periferin, och minskar på så sätt mängden ljus
som faller in i närheten av periferin. Det här objektivets bländarvärde visas och kontrolleras av T No., som kompenserar
för den reducering som det speciella apodiseringselementet skapar. T No. kan användas som F No. på ett normalt
objektiv när exponeringen är bestämd.
Principen för förbättring av defokuseringseffekten
Defokusering av en punkt Defokusering av en linje
Det här objektivet
Intensiteten minskar gradvis
mot periferin
Oskärpan sätts in gradvis, utan att formen
förloras
Teoretiskt
idealiskt
traditionellt
objektiv
Intensiteten förändras inte
Linjen blir tjockare
Defokuserade bilder visas som suddiga punktkluster. Ett objektiv med välkompenserad abberation återger bildens form korrekt, men kan inte skapa mjuk
oskärpa i ett defokuserat område. Beroende på hur kompensationen utförs kan det förekomma oönskad oskärpa som t.ex. kan göra att en linje framstår
dubbel. Det här objektivet använder ett speciellt apodiseringselement som gradvis ökar bildens oskärpa mot periferin, utan att vanställa motivets form. Det ger
med andra ord en mjuk och naturlig defokusering utan att motivets ursprungliga form förändras på ett onaturligt sätt.
ApodiseringselementApodiseringselement
Português
Este manual contém informações sobre a utilização de cada uma das
objectivas. As precauções comuns às objectivas, tais como notas sobre
a utilização, podem ser encontradas em “Precauções antes de utilizar”
numa folha em separado. Leia os dois documentos, antes de utilizar a
objectiva.
Objectiva de focagem manual com um design de desfocagem extremamente
avançado. Um elemento especial de apodização dá às áreas desfocadas um
aspecto suave e atraente. Equipada com um anel de abertura que permite
a regulação directa entre F No.2,8-5,7 (T No.4,5-6,7*) e tira o máximo
partido do efeito de desfocagem nas zonas de primeiro e segundo plano. Tire
partido deste efeito de imagem único impossível de obter com as objectivas
tradicionais.
* T No. (Números T): O T No. É um valor prático que indica a quantidade de luz
da objectiva, e permite a definição da taxa de transmissão da objectiva. Embora
a abertura máxima desta objectiva seja f/2,8, o sistema especial de apodização
oferece uma quantidade de luz de T/4,5, semelhante a uma objectiva normal de
f/4,5. O valor da abertura da objectiva, o valor indicado na máquina e o valor
utilizado quando se determina a exposição são indicados por T No. Utilize o
T No. como valor normal de abertura.
Esta objectiva destina-se ao sistema de montagem A, que pode ser utilizado
em câmaras Sony α.
Notas sobre a utilização
Quando utilizar esta objectiva com uma câmara que tenha uma montagem
tipo E, fixe um adaptador para montagem vendido à parte. Não fixe a objectiva
directamente na câmara com uma montagem tipo E, pois pode danificar ambas.
Quando transportar a câmara com a objectiva montada, agarre na câmara e na
objectiva.
Não agarre em nenhuma parte saliente da objectiva quando estiver a utilizar a
focagem.
Precauções na utilização do flash
Quando utilizar o flash integrado na câmara, retire a protecção da objectiva e
filme a uma distância de pelo menos 1m do motivo. Com certas combinações
de objectivas/flash, a objectiva pode tapar parcialmente a luz do flash,
provocando sombras na parte inferior da imagem.
Nomes das peças
1···Anel de focagem 2···Escala de distância 3···Intervalo de abertura directa
4···Contactos da objectiva 5···Marca de montagem 6···Posição A
7···Anel de abertura 8···Marca de distância
9···Escala de profundidade de campo
Montar/desmontar a objectiva
Para montar a objectiva (Consulte a figura
–
.)
1
Retire as tampas frontal e traseira da objectiva e a da câmara.
Pode montar/desmontar a tampa da objectiva frontal de duas maneiras, (1)
e (2). Quando montar/desmontar a tampa da objectiva com a protecção
instalada utilize o método (2).
2
Alinhe a marca laranja da parte cilíndrica da objectiva com a
marca laranja da câmara (marca de montagem), introduza a
objectiva na câmara e rode-a no sentido dos ponteiros do relógio
até encaixar.
Quando montar a objectiva na câmara, não carregue no botão de libertação
respectivo.
Não monte a objectiva inclinada.
Para retirar a objectiva (Consulte a figura
–
.)
Carregando no botão de libertação sem soltar, rode a objectiva no
sentido contrário ao dos ponteiros do relógio até parar e retire-a.
Montar a protecção da objectiva
Recomenda-se que utilize uma protecção para reduzir o brilho e garantir
uma qualidade de imagem óptima.
Instale a protecção na extremidade da parte cilíndrica da objectiva e
rode-a no sentido dos ponteiros do relógio.
Quando guardar a objectiva, volte a protecção ao contrário e coloque-a na
objectiva virada para trás.
Focagem
Esta objectiva é uma objectiva de focagem manual.
Rode o anel de focagem até a imagem ficar nítida.
Esta objectiva pode ser utilizada no modo de focagem manual mesmo que a
câmara esteja regulada para o modo de focagem automática.
O sinal de focagem do visor electrónico, etc., não funciona.
Abertura
Esta objectiva tem dois sistemas de controlo de abertura: a abertura directa,
que proporciona um ajuste do anel de abertura directa (- *1) e a
abertura automática (posição A) para o ajuste da objectiva tradicional de
focagem manual (- *2) na câmara. Utilize o anel de abertura para
alternar entre os dois sistemas. A abertura directa dá ênfase à forma da
abertura, proporcionando uma área desfocada mais redonda do que uma
imagem tirada com a abertura automática. É recomendada a utilização da
abertura directa para regulações de abertura grandes.
Para utilizar a regulação de abertura directa (Consulte a
figura
–
.)
Esta regulação permite controlar a abertura directa entre T/4,5 - T/6,7. Rode
o anel de abertura para definir a abertura desejada.
Quando utilizar esta regulação, coloque a câmara no modo A ou M. (No modo
P ou de regulação da selecção de cena, as regulações são as mesmas do modo A.
No modo S, as regulações são as mesmas do modo M.)
Nas marcas T/4,5, T/5,6 e T/6,7 pode ouvir um pequeno estalido.
As marcas entre T/4,5 e T/5,6 representam 1/3 dos valores de abertura.
A medição “Stop-down” é utilizada quando selecciona a abertura directa.
Quando tira fotografias, são utilizados os valores de abertura regulados pelo anel
de abertura. Estes valores não se reflectem com precisão nos valores mostrados
ou gravados pela câmara.
Para utilizar a posição A
Regule o anel de abertura para a posição A (posição indicada pelo A). Regule
a abertura na câmara.
Pode utilizar todos os modos de exposição (P, A, S, M) na câmara.
*3.Intervalo de abertura directa *4.Posição A
Profundidade de campo (em metros)
Quando focar um motivo, tudo o que estiver à mesma distância aparece
nítido e tudo o que estiver à frente e atrás do motivo, dentro de um
determinado limite, também aparece focado; a isto chama-se profundidade
de campo. A profundidade de campo depende da distância a que o motivo
se encontra e da abertura escolhida e é indicada pelas linhas da escala da
profundidade de campo correspondente à abertura.
A tabela de profundidade de campo e a escala da profundidade de campo
referem-se a câmaras de 35mm. A profundidade de campo é menor quando
utiliza câmaras digitais com objectiva intermutável equipadas com um sensor
de imagem de tamanho APS-C.
Compensação da exposição
A luminosidade da objectiva diminui quando fotografa em macro. Isto é
automaticamente compensado em todos os modos de exposição automática
ou no modo de exposição manual. Se a câmara estiver no modo de exposição
manual e utilizar um medidor portátil à venda no mercado, regule a
compensação de exposição. Recomenda-se um teste de fotografia para
determinar o grau de compensação apropriado.
(Por exemplo, quando fizer o ajuste por abertura, +1 significa abrir a
abertura mais 1 ponto.)
Correcção da
exposição
Coeficientes de
ampliação
Distância
+1
0,25X 0,20X 0,15X 0,08X 0,029X
0,87 1,0 1,2 2,0 5,0
m
0+
3
/
4
+
1
/
2
+
1
/
4
Características técnicas
Nome (nome do modelo)
135mm F2.8 [T4.5] STF
(SAL135F28)
Distância focal equivalente ao formato de
35mm*
1
(mm)
202,5
Elementos dos grupos da objectiva
6-8*
2
Ângulo de visão 1*
3
18°
Ângulo de visão 2*
3
12°
Focagem mínima*
4
(m)
0,87
Ampliação máxima (×)
0,25
f-stop mínimo
f/31 (T/32)
Diâmetro do filtro (mm)
72
Dimensões (diâmetro máximo × altura) (mm)
Aprox. 80×99
Peso (g)
Aprox. 730
*
1
O valor para a distância focal equivalente ao formato de 35mm baseia-se nas
câmaras digitais com objectiva intercambiável equipadas com um sensor de
imagem de tamanho APS-C.
*
2
Incluindo o elemento de apodização (1-2)
*
3
O valor do ângulo de visão 1 baseia-se nas câmaras de formato de 35mm, e o do
ângulo de visão 2 nas câmaras digitais com objectiva intercambiável equipadas
com um sensor de imagem de tamanho APS-C.
*
4
A focagem mínima é a distância que vai do sensor de imagem até ao motivo.
Itens incluídos: Objectiva (1), Tampa da objectiva frontal (1), Tampa da
objectiva traseira (1), Protecção da objectiva (1), Embale para objetivo (1),
Documentos impressos
O design e as especificações estão sujeitos a alterações sem aviso prévio.
é uma marca comercial da Sony Corporation.
Apodização
Um “elemento de apodização” especial está situado perto da abertura do sistema óptico da objectiva. Este elemento
óptico especial é um tipo de filtro ND que se torna gradualmente mais espesso (mais escuro) na direcção do perímetro, o
que reduz a quantidade de luz que passa através do perímetro exterior. A abertura desta objectiva é indicada e controlada
pelo T No., que compensa a redução imposta pelo elemento especial de apodização. Pode utilizar o T No. como F No.
numa objectiva normal quando determina a exposição.
Melhoramento do princípio do efeito de desfocagem
Desfocagem de um ponto Desfocagem de uma linha
Esta objectiva
A intensidade diminui
gradualmente na direcção do
perímetro
Difusão gradual sem perder a forma
Objectiva
tradicional
teoricamente ideal
A intensidade fica igual
A linha fica mais grossa
As imagens desfocadas aparecem como conjuntos de pontos manchados. Uma objectiva com o desvio bem compensado reproduz a forma da imagem com
precisão, mas não produz uma mancha uniforme numa área desfocada. Pode haver imperfeições, que por exemplo, podem fazer parecer que linhas estão
duplicadas, dependendo do modo de compensação. Esta objectiva tem um elemento de apodização especial que proporciona uma imagem difusa gradual na
direcção do perímetro sem perder a forma central. Por outras palavras, oferece uma desfocagem natural sem prejudicar a forma original.
Elemento de
apodização
Elemento de
apodização