Documenttranscriptie
Lucht/Water-warmtepompen
Duaal / Buitenopstelling
Installatie- en
gebruikershandleiding
LWD 50A • LWD 70A • LWD 90A
LWD 50A/RX • LWD 70A/RX
NL
83053500lNL – Vertaling van de originele gebruikershandleiding
A.u.b. eerst lezen
Pictogrammen
Deze handleiding bevat belangrijke aanwijzingen voor
het gebruik van het apparaat. Ze is onderdeel van het
product en dient in de directe omgeving van het apparaat te worden bewaard. Ze moet beschikbaar blijven
zolang het apparaat wordt gebruikt. Geef de installatie- en gebruikershandleiding aan eventuele volgende
gebruikers van het apparaat door.
In de handleiding wordt gebruik gemaakt van pictogrammen. De betekenis is als volgt:
Informatie voor gebruikers.
Informatie of aanwijzingen voor gekwalificeerd vakpersoneel.
Lees deze installatie- en gebruikershandleiding, alvorens met de werkzaamheden aan en met het apparaat
te beginnen. Vooral het hoofdstuk ‘Veiligheid’. Volg alle aanwijzingen volledig en onverkort op.
GEVAAR!
Het kan gebeuren dat deze handleiding beschrijvingen
bevat die onduidelijk of onbegrijpelijk lijken. Bij vragen
of onduidelijkheden a.u.b. altijd de klantenservice of
de servicepartner van de fabrikant raadplegen.
WAARSCHUWING!
Dit duidt op acuut gevaar dat tot zwaar letsel of zelfs de dood kan leiden.
Dit duidt op mogelijk gevaar dat tot zwaar
letsel of zelfs de dood kan leiden.
Omdat deze installatie- en gebruikershandleiding voor
meerdere modellen is geschreven, dient u erop te letten dat u de parameters van het juiste model volgt.
LET OP!
Deze handleiding is uitsluitend bestemd voor personen die met of aan het apparaat werken. Ga er vertrouwelijk mee om. De inhoud is door de auteurswet
beschermd. Deze mag geheel noch gedeeltelijk en in
geen enkele vorm worden gereproduceerd, overgedragen, gekopieerd, in elektronische systemen worden opgeslagen of in een andere taal worden vertaald,
zonder schriftelijke toestemming van de fabrikant.
Dit duidt op mogelijk gevaar dat tot middelzwaar of lichter letsel kan leiden.
ATTENTIE
Dit duidt op mogelijk gevaar dat materiële
schade kan veroorzaken.
AANWIJZING
Gemarkeerde informatie.
Brandgevaarlijke stoffen
Gevaarlijke elektrische spanning
●●
€
Opsomming
ENERGIEBESPARINGSTIP
Dit zijn adviezen om u te helpen energie,
grondstoffen en kosten te besparen.
Verwijzing naar andere passages van de installatie- en gebruikershandleiding.
Verwijzing naar andere documentatie van de
fabrikant.
2
Technische wijzigingen voorbehouden | 83053500lNL – Vertaling van de originele gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
Inhoudsopgave
INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS EN
GEKWALIFICEERD VAKPERSONEEL
A.u.b. eerst lezen....................................................... 2
Pictogrammen............................................................ 2
Doelmatig gebruik...................................................... 4
Uitsluiting aansprakelijkheid....................................... 4
EG-conformiteit.......................................................... 4
Veiligheid.................................................................... 4
Klantenservice............................................................ 5
Garantie / vrijwaring.................................................... 5
Verwijdering................................................................ 6
Werkwijze van warmtepompen.................................. 6
Toepassingsgebied.................................................... 6
Energiemeting............................................................ 6
Bedrijf......................................................................... 6
Schoonhouden van het apparaat............................... 6
Onderhoud van het toestel......................................... 6
Reinigen en spoelen van componenten................ 7
Storing........................................................................ 7
AANWIJZINGEN VOOR GEKWALIFICEERD
VAKPERSONEEL
Leveringsomvang....................................................... 8
Hoofdcomponenten............................................... 8
Opstelling en montage............................................... 8
Opstellingsplaats................................................... 9
Transport naar de opstellingsplaats...................... 9
Montage met wandconsole................................. 10
Montage op bodemconsole................................. 10
Condensafvoer ................................................... 10
Aansluiting op het verwarmingscircuit..................11
Elektrische aansluiting............................................. 12
Drukbeveiliging......................................................... 12
Overstortventiel........................................................ 12
Buffervat................................................................... 12
Circulatiepompen..................................................... 12
Warmtapwaterbereiding........................................... 12
Warmtapwaterbuffervat............................................ 13
Spoelen, vullen en ontluchten van de installatie...... 13
Waterkwaliteit van het vul- en aanvullende water
volgens VDI 2035........................................... 13
Isolatie van de
hydraulische aansluitingen.................................. 15
Inbedrijfstelling......................................................... 15
Demontage............................................................... 16
Buitenbedrijfstelling............................................. 16
Opschriften.......................................................... 17
Terugwinning....................................................... 17
Technische gegevens/leveringsomvang
LWD 50A – LWD 90A.......................................... 18
LWD 50A/RX – LWD 70A/RX............................. 20
Vermogenscurves
LWD 50A Verwarmingsmodus............................ 22
LWD 70A Verwarmingsmodus............................ 23
LWD 90A Verwarmingsmodus............................ 24
LWD 50A/RX Verwarmingsmodus...................... 25
LWD 50A/RX Koelmodus.................................... 26
LWD 70A/RX Verwarmingsmodus...................... 27
LWD 70A/RX Koelmodus.................................... 28
Maatschetsen........................................................... 29
Opstelling - veiligheidszones.................................... 30
Opstellingsschema wandconsole............................. 31
Wanddoorvoer
Opstellingsschema bodemconsole.......................... 32
Hydraulische verbindingsleiding
Opstellingsschema bodemconsole.......................... 33
Wanddoorvoer
Opstellingsschema bodemconsole.......................... 34
Hydraulische verbindingsleiding
Minimumafstanden................................................... 35
Wanddoorvoer
Boorschema voor wandconsole............................... 36
Hydraulische verbindingsleiding
Boorschema voor wandconsole............................... 37
Wanddoorvoer
Aanzicht fundament.................................................. 38
Hydraulische verbindingsleiding
Minimumafstanden................................................... 39
Aansluiting condensaatleiding buiten....................... 40
Aansluiting condensaatleiding binnen...................... 41
Stroomschema’s
LWD 50A(RX) – LWD 70A(RX), LWD 90A......... 42
Technische wijzigingen voorbehouden | 83053500lNL – Vertaling van de originele gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
3
Doelmatig gebruik
De warmtepomp mag uitsluitend voor het bestemde
doel worden gebruikt. Dat wil zeggen, alleen in combinatie met de hydraulische module van de fabrikant of
hydrauliektower duaal (niet bij R-variant):
EG-conformiteit
De warmtepomp is voorzien van een CE-markering.
EG-conformiteitsverklaring. (Zie Installatie- en
gebruikershandleiding HMD, HTD)
●●als verwarming,
●●om te koelen (alleen RX-varianten)
●●als warmtapwatervoorziening.
Het apparaat mag alleen in overeenstemming met de
technische parameters worden gebruikt.
Overzicht ‘Technische gegevens / leveringsomvang’.
AANWIJZING
Meld de warmtepomp of het warmtepompsysteem aan bij het lokale energiebedrijf.
ATTENTIE
Het apparaat is niet geschikt voor gebruik in
IT-netwerksystemen.
LET OP!
Het apparaat mag uitsluitend in ruimten
zonder blijvende ontstekingsbronnen worden opgeslagen. Niet doorboren of doen
branden!
Uitsluiting aansprakelijkheid
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die door
incorrect gebruik wordt veroorzaakt.
Bovendien vervalt de aansprakelijkheid van de fabrikant:
●●indien werkzaamheden aan het apparaat en zijn
componenten zijn uitgevoerd die niet conform
deze handleiding zijn
●●indien werkzaamheden aan het apparaat en zijn
componenten onvakkundig zijn uitgevoerd
4
Veiligheid
Het apparaat is gebruiksveilig, indien gebruikt voor
het bestemde doel. Het apparaat is ontworpen en gebouwd volgens de huidige stand van de techniek en
alle toepasselijke DIN/VDE-voorschriften en veiligheidsvoorschriften.
Iedereen die aan dit apparaat werkt, moet de installatie- en gebruikershandleiding hebben gelezen en begrepen, alvorens met de werkzaamheden mag worden begonnen. Dit geldt ook voor personen die al met
een dergelijk apparaat hebben gewerkt of door de fabrikant zijn opgeleid.
Iedereen die aan dit apparaat werkt, moet de lokaal geldende ongevallenpreventie- en veiligheidsvoorschriften
hebben gelezen en begrepen. Dit geldt vooral met betrekking tot het dragen van beschermende kleding.
GEVAAR!
Levensgevaar door elektrische stroom!
De elektrische installatie mag enkel door
gekwalificeerde elektromonteurs worden
uitgevoerd.
Schakel de installatie spanningsvrij en beveilig deze tegen inschakelen, alvorens u
het apparaat opent!
WAARSCHUWING!
Alleen gekwalificeerd vakpersoneel (verwarmings-, koelinstallatie-, koelmiddel- en
elektromonteurs) mag aan dit apparaat en
de componenten ervan werken.
WAARSCHUWING!
Neem de veiligheidsstickers aan en in het
apparaat in acht.
●●indien er werkzaamheden aan het apparaat zijn
uitgevoerd die niet in deze handleiding beschreven zijn en waarvoor de fabrikant geen uitdrukkelijke schriftelijke toestemming heeft gegeven
WAARSCHUWING!
●●indien het apparaat of componenten ervan zonder uitdrukkelijke, schriftelijke toestemming van
de fabrikant gewijzigd, om- of uitgebouwd zijn
●●Installatie uitschakelen.
●●De door de fabrikant aangewezen klantenservice op de hoogte stellen.
●●Ontstekingsbronnen uit de buurt houden.
Het apparaat bevat brandbaar koudemiddel!
Als koudemiddel door een lek ontsnapt,
bestaat er explosiegevaar. Daarom:
Technische wijzigingen voorbehouden | 83053500lNL – Vertaling van de originele gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
ATTENTIE
Om veiligheidstechnische redenen geldt:
koppel dit apparaat nooit van het stroomnet
los, behalve als het moet worden geopend.
ATTENTIE
De warmtepomp uitsluitend buiten opstellen
en alleen met buitenlucht als warmtebron gebruiken. De luchtgeleidende zijden mogen niet
versmald of geblokkeerd worden.
Maatschets en opstellingstekening van het betreffende type apparaat.
AANWIJZING
Door extreme weersomstandigheden of door
condenswater veroorzaakte waterplassen in,
aan en onder het apparaat, die niet via de condensafvoer wegstromen, zijn normaal en wijzen niet op een storing of defect van de warmtepomp.
Buitenbedrijfstelling/legen van
verwarming
Schakel het apparaat nooit in, als gevelonderdelen aan het apparaat gedemonteerd
zijn.
Als het systeem/de warmtepomp buiten bedrijf wordt
gesteld of wordt geleegd nadat dit/deze al was gevuld, moet ervoor worden gezorgd dat de condensor
en eventueel aanwezige warmtewisselaars in het geval van vorst volledig zijn geleegd. Restwater in warmtewisselaars en condensor kan schade aan de componenten tot gevolg hebben.
ATTENTIE
►► Leeg het systeem en de condensor volledig, open
de ontluchtingsventielen.
WAARSCHUWING!
Het is niet toegestaan om de warmtepomp in
een ventilatie-installatie te integreren. Het is
niet toegestaan om de afgekoelde lucht te gebruiken om te koelen.
ATTENTIE
De omgevingslucht op de plaats waar de
warmtepomp is opgesteld en de lucht die als
warmtebron wordt aangezogen, mogen absoluut geen corrosieve bestanddelen bevatten!
Bestanddelen zoals ammoniak, zwavel, chloor,
zout, rioolgassen, rookgassen enz. kunnen
schade aan de warmtepomp veroorzaken, die
zelfs tot een complete uitval of total loss van
de warmtepomp kan leiden!
ATTENTIE
Door de koeling met lage aanvoertemperaturen is condensvorming aan het warmteverdeelsysteem door onderschrijding van het
dauwpunt te verwachten. Als het warmteverdeelsysteem niet op dergelijke bedrijfsomstandigheden voorzien is, dient het met geschikte
veiligheidsinrichtingen, bijv. dauwpuntbewakingen (als toebehoren te koop), te worden beveiligd.
►► Blaas indien nodig uit met perslucht.
Klantenservice
Actuele adressen voor de aankoop van toebehoren,
voor service of voor het beantwoorden van vragen
over het apparaat en deze handleiding kunt u altijd op
internet vinden:
●● Duitsland: www.alpha-innotec.de
●● EU:
www.alpha-innotec.com
Garantie / vrijwaring
De vrijwarings- en garantiebepalingen kunt u in de
aankoopdocumenten terugvinden.
AANWIJZING
Spreek met uw leverancier voor alle vrijwarings- en garantieaangelegenheden.
AANWIJZING
Indien de verwarmingsvlakken voor verwarmen en koelen worden gebruikt, moeten de
regelkleppen voor verwarmen en koelen geschikt zijn.
Aanvullend dient bij koeling een dauwpuntbewaking te worden ingezet.
Technische wijzigingen voorbehouden | 83053500lNL – Vertaling van de originele gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
5
Verwijdering
Toepassingsgebied
Als de warmtepomp wordt afgedankt, dienen de lokaal
geldende wetten, richtlijnen en normen voor terugwinning, recycling en het verwijderen van grondstoffen en
componenten van koudemachines te worden nageleefd.
Rekening houdend met de omgevingssituatie, toepassingsgrenzen en geldende voorschriften kan elke warmtepomp in een nieuwe of bestaande verwarmingsinstallatie worden ingebouwd.
‘Demontage’.
Werkwijze van warmtepompen
Warmtepompen werken volgens het principe van een
koelkast: dezelfde techniek, maar met omgekeerde opbrengst. De koelkast onttrekt warmte aan de levensmiddelen. Deze geeft hij via lamellen aan de achterkant af aan de ruimte.
De warmtepomp onttrekt warmte aan ons milieu uit de
lucht, de bodem of het water. Deze verkregen warmte
wordt in het apparaat voor verder gebruik geschikt gemaakt en aan het verwarmingswater doorgegeven. Al
vriest het dat het kraakt, de warmtepomp kan toch altijd nog genoeg warmte winnen om een huis mee te
verwarmen.
Voorbeeldschets van een brine-waterwarmtepomp
met vloerverwarming:
Overzicht ‘Technische gegevens / leveringsomvang’.
Energiemeting
Handleiding van de verwarmings- en warmtepompregelaar.
Handleiding van de hydraulische module / hydraulische module Dual.
Bedrijf
Handleiding van de hydraulische module / hydraulische module Dual.
Schoonhouden van het
apparaat
4 ⁄4
=
ca. 3 ⁄4 =
ca. 1 ⁄4 =
nuttige energie
milieu-energie
toegevoerde
elektrische energie
Het apparaat kan met een vochtige doek en in de handel verkrijgbare schoonmaakmiddelen van buiten worden gereinigd.
Gebruik geen schoonmaakmiddelen die schuren of
zuur en/of chloor bevatten. Deze middelen beschadigen het oppervlak en eventueel ook het apparaat zelf.
Onderhoud van het toestel
Het koudemiddelcircuit van de warmtepomp heeft
geen periodiek onderhoud nodig.
Volgens de EU-verordening (EG) 517/2014 zijn lekcontroles en het bijhouden van een logboek bij bepaalde
warmtepompen voorgeschreven!
Logboek voor warmtepompen, hoofdstuk ‘Instructies voor het gebruik van het logboek’.
6
Technische wijzigingen voorbehouden | 83053500lNL – Vertaling van de originele gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
De componenten van het verwarmingscircuit en de
warmtebron (ventielen, expansievaten, circulatiepompen, filters, vuilvangers) moeten indien nodig, maar
ten minste jaarlijks, door gekwalificeerd vakpersoneel
(verwarmings- of koelinginstallateurs) worden gecontroleerd en eventueel gereinigd.
De aanzuig- en uitblaasopeningen moeten regelmatig
(afhankelijk van de plaats van opstelling) op verontreiniging onderzocht en indien nodig gereinigd worden.
ATTENTIE
Gekwalificeerd vakpersoneel dient regelmatig
te controleren of het condensaat ongehinderd
uit het apparaat kan weglopen. Hiervoor dienen de condensaatbak in het apparaat en de
condenswaterafvoer regelmatig te worden gecontroleerd op verontreiniging/verstopping en
indien nodig te worden gereinigd.
I ltijd vrij zijn van belemmeringen en worden vrijgehouden. Daarom de onbelemmerde luchtgeleiding regelmatig controleren. Vernauwingen of zelfs verstoppingen, die bijvoorbeeld
●● bij het aanbrengen van een huisisolatie door
piepschuim bollen
●● door verpakkingsmateriaal (folies, dozen enz.)
●● door gebladerte, sneeuw, ijsvorming of dergelijke weersafhankelijke afzettingen
●● door vegetatie (struiken, hoog gras enz.)
●● door luchtschachtafdekkingen (vliegengaas
enz.)
optreden, dienen voorkomen te worden of onmiddellijk
verwijderd te worden.
Jsafzetting op beschermrooster.
Als de temperatuur bij een zeer hoge luchtvochtigheid
tot onder het vriespunt daalt, kan aan het beschermrooster ijsvorming optreden. Om een storingsvrij bedrijf te garanderen, dient het ijs regelmatig te worden
verwijderd!
AANWIJZING
Elke persoon die aan het koudemiddelcircuit
werkt, moet in het bezit zijn van een akte van
bekwaamheid, uitgereikt door een binnen de
industrie bevoegde instantie.
Reinigen en spoelen van componenten
LET OP!
Componenten mogen alleen worden gereinigd en doorgespoeld door onderhoudspersoneel dat door de fabrikant daartoe is
geautoriseerd. Er mogen alleen vloeistoffen worden gebruikt die de fabrikant heeft
aanbevolen.
Als de condensor met chemisch schoonmaakmiddel gespoeld is, moet het sys
teem geneutraliseerd en intensief met
water doorgespoeld worden. Houd daarbij
rekening met de technische gegevens van
de fabrikant van de warmtewisselaar.
Storing
Bij storingen kunt u de oorzaak uitlezen via het diagnoseprogramma van de verwarmings- en warmtepompregelaar.
Installatie- en gebruikershandleiding van de
verwarmings- en warmtepompregelaar.
WAARSCHUWING!
Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden aan de componentenvan het apparaat
mogen alleen worden uitgevoerd door onderhoudspersoneel dat door de fabrikant
daartoe is geautoriseerd.
Wij raden u aan een onderhoudscontract met een verwarmingsinstallateur af te sluiten. Hij zal de benodigde onderhoudswerkzaamheden regelmatig uitvoeren.
WAARSCHUWING!
Om het dooiproces te versnellen, mogen
geen andere voorwerpen worden gebruikt
dan die, die expliciet door de fabrikant zijn
toegestaan.
Technische wijzigingen voorbehouden | 83053500lNL – Vertaling van de originele gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
7
Leveringsomvang
LWD 50A(RX), LWD 70A(RX) EN LWD 90A
1 buskabel, 1 lastkabel, 1 stuurkabel
Kabels aan warmtepompzijde aangesloten.
Ander toebehoren
●●
●●
●●
●●
●●
●●
●●
●●
●●
Wanddoorvoer met trillingsontkoppeling
Wandconsole
Bodemconsole
Trillingsontkoppeling
Drukbeveiliging
Overstortventiel
Afdekken van Wandconsole
Afdekken van Bodemconsole
Hydraulische koppeling
Volstaat de kabellengte van 5 m bij een opstelling op
open terrein niet, dan kan een verlenggingsset (25 m)
worden besteld.
Hoofdcomponenten
Set toebehoren met:
1 condensaatmof + 3 bevestigingsschroeven
1 afdichtingsplaat
1 lange torxbit voor gevelschroeven
AANWIJZING
De buitensensor is bij de leveringsomvang van
de hydraulische module inbegrepen.
Controleer de geleverde goederen visueel op
zichtbare beschadiging.
Controleer of de levering volledig is.
Indien er iets niet in orde is, meteen reclameren.
Overzicht ‘Technische gegevens / leveringsomvang’.
Toebehoren dat noodzakelijk is voor
een goede werking
ATTENTIE
Gebruik uitsluitend origineel toebehoren van
de fabrikant van het apparaat.
Hydraulische module of Hydraulische module Dual
(Hydraulische module Dual niet RX-Varianten).
Warmtepompregelaar alleen met Hydraulische module of Hydraulische module Dual (Hydraulische module
Dual niet RX-Varianten) een eenheid.
8
1
2
3
4
5
verdamper
schakelaar
ventilator
condensor
compressor
Opstelling en montage
Voor de apparaten is zowel een staande als hangende
montage mogelijk.
Bij alle werkzaamheden geldt:
AANWIJZING
Volg de lokaal geldende voorschriften ter voorkoming van ongevallen, de wettelijke voorschriften, verordeningen en richtlijnen op.
AANWIJZING
Let op de geluidswaarden van het betreffende
type.
Technische wijzigingen voorbehouden | 83053500lNL – Vertaling van de originele gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
Overzicht ‘Technische gegevens/leveringsomvang’, hoofdstuk ‘Geluid’ en het overzicht ‘Geluidsdrukniveau’.
Opstellingsplaats
ATTENTIE
Het apparaat mag uitsluitend buiten gebouwen
worden opgesteld.
Maatschets, opstellingstekeningen en veiligheidszones van het betreffende type apparaat.
OPMERKING
Bij de betreffende opstellingsschema’s voor
lucht/water-warmtepompen moeten de geluidsimmissies van de warmtepompen in acht
worden genomen. De desbetreffende regionale voorschriften moeten worden nageleefd.
Transport naar de opstellingsplaats
Om transportschade te vermijden, dient u het verpakte
toestel met een handpalletwagen, vorkheftruck of kraan
naar de definitieve plaats van opstelling te transporteren.
AANWIJZING
Het apparaat wordt geleverd op een pallet met
bevestigingsrails. De bevestigingsrails kunnen
voor het transport worden gebruikt.
ATTENTIE
Trek of til niet aan componenten of hydraulische aansluitingen tijdens het transport.
ATTENTIE
Kantel het apparaat niet meer dan 45° (in alle
richtingen).
Voorbereiding van de opstelling in
combinatie met de wanddoorvoer
Om het buitenapparaat met het binnendeel (de hydraulische module) te verbinden, moet voor de wanddoorvoer (toebehoren Wanddoorvoer) een geschikte
opening beschikbaar zijn of dient een gat te worden
gemaakt, om de afvoerbuis Ø 125 mm (= toebehoren)
door te steken.
Als de wanddoorvoer nog niet beschikbaar is, kan bij
de voorbereiding ook met een gewone afvoerbuis,
lengte 1 m DN 125, worden gewerkt.
AANWIJZING
Neem het opstellingsschema voor het betreffende type apparaat in acht. Let op minimumafstanden en veiligheidszones.
Opstellingstekeningen, maatschetsen en veiligheidszones van het betreffende type apparaat.
LET OP!
LET OP!
Bij een transport met de bevestigingsrails
moeten veiligheidshandschoenen worden
gedragen!
1 bevestigingsrail
LET OP!
Werk met anderen samen voor het transport. Houd rekening met het gewicht van
het apparaat.
Overzicht ‘Technische gegevens/leveringsomvang’, hoofdstuk ‘Algemene apparaatgegevens’.
In de luchtuitlaatzone is de luchttemperatuur ca. 5 K lager dan de omgevingstemperatuur. Onder bepaalde klimatologische
omstandigheden kan daardoor in de luchtuitlaatzone een ijslaag ontstaan.
De warmtepomp zo opstellen, dat de lucht
niet wordt uitgeblazen op een weg waar gelopen wordt.
LET OP!
Werk met anderen samen bij het opstellen.
AANWIJZING
Het oppervlak rondom het luchtuitlaatbereik
van de warmtepomp moet waterdoorlaatbaar
zijn.
Technische wijzigingen voorbehouden | 83053500lNL – Vertaling van de originele gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
9
AANWIJZING
De voorgeschreven afstanden tot wanden,
wandopeningen, ramen, lichtschachten en
dergelijke moeten in elk geval worden nageleefd.
Zie ”Opstellingsschema bodemconsole”.
Zie ”Montagehandleiding wanddoorvoer”.
Zie ”Opstellingsschema’s / minimumafstanden
/ aanzicht fundament”.
Zie ”Maatschetsen”/”Opstellingschemas”.
AANWIJZING
Als de wanddoorvoer niet wordt gebruikt, moet
de buskabel door een aparte beschermende
buis, gescheiden van de andere kabels, worden gelegd.
Ook de beide andere kabels moeten door de
opdrachtgever in loze leidingen worden gelegd.
AANWIJZING
De minimale wandoppervlakte moet in elk geval in acht worden genomen.
Het opstellingsschema moet nauwgezet worden gevolgd. Minimumafstanden in acht nemen.
AANWIJZING
Bij montage met wanddoorvoer op correcte
wandafstand letten.
Condensafvoer
Het uit de lucht ontstane condenswater moet via een
kunststof condensaatleiding met een doorsnede van
minstens 40 mm vorstvrij worden afgevoerd. Bij waterdoorlaatbare ondergronden is het voldoende om het
condenswater verticaal tenminste 90 cm diep in de bodem te leiden.
Monteer met de bijgevoegde schroeven de bij het apparaat geleverde condensaatmof op de condensaatafvoer aan de onderzijde van het apparaat.
Montage met wandconsole
Zie ”Opstellingsschema wandconsole”.
Zie ”Montagehandleiding wanddoorvoer”.
Zie ”Opstellingsschema’s / minimumafstanden
/ boorschema”.
De wandconsole is alleen voor massieve en tegelijk
dragende wanden geschikt. Bij houtskeletbouw, bij bekledingen dient vanwege de mogelijke overbrenging
van contactgeluid op de binnenruimten, de bodemconsole te worden ingezet.
Buiten:
De condensaatleiding (toebehoren wanddoorvoer) met de condensaatmof verbinden.
2x F
Montage op bodemconsole
Het apparaat kan zowel aan een wand als in open
terrein worden opgesteld. De warmtepomp wordt het
beste op een windbeschutte plaats worden opgesteld.
Indien dit niet mogelijk is, is een opstelling dwars op
de hoofdwindrichting of een luchtgeleiding met de
hoofdwindrichting aan te bevelen.
Plaats het apparaat op een stabiel en horizontaal fundament met voldoende draagvermogen. Het fundament mag geen verbinding met het gebouw hebben.
Controleer of het fundament geschikt is voor het gewicht van de warmtepomp.
a
i
40
80
!
Zie ”Montagehandleiding wanddoorvoer’”
De condensaatleiding mag niet alleen worden geïnstalleerd, maar moet
in een tweede, voor10ondergrond9
O
se montage geschikte buis (bijvoorbeeld afvoerbuis)
worden gestoken,
D voor ze in de bodem worden verzonken!
90°
De verbinding van de beide buizen moet worden
D afgedicht. Uitzetting in lengterichting
moet
mogelijk
zijn.
90°
O
E
90°
10
8b
55
Technische wijzigingen voorbehouden | 83053500lNL – Vertaling van de originele gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
De buis die zich aan het apparaat bevindt, mag niet op
de bodem steunen, maar moet kunnen verschuiven.
Steek de bijgeleverde afdichtingsplaat in de uitsparing
in de bodem van de kast:
ATTENTIE
Een voldoende wegsijpeling van het naar de
bodem afgevoerde condensaat moet gegarandeerd zijn!
Naar binnen:
De condensleiding (toebehoren wanddoorvoer)
door de wanddoorvoer (toebehoren) steken (glijmiddel gebruiken) en met het bijgeleverde kunststof bochtstuk op de condensaatmof aansluiten.
Zie ”Montagehandleiding wanddoorvoer”.
AANWIJZING
Als de condensaatleiding niet naar binnen
wordt gelegd, moeten de openingen in de
wanddoorvoer voor en achter met de bijgeleverde stoppen worden afgesloten.
Aansluiting op het verwarmingscircuit
Spoel het verwarmingscircuit goed door, alvorens
het apparaat erop aan te sluiten.
1 Afdichtingsplaat
2 Doorvoeren verwarmingswater
3 Doorvoeren elektrische kabels
ATTENTIE
Beveilig bij de werkzaamheden de aansluitingen aan het apparaat altijd tegen verwringen,
om de aansluitingen binnen in het apparaat tegen beschadiging te beschermen.
De aansluiting op de vaste leidingen van het verwarmingscircuit met behulp van trillingsontkoppelingen (roesvrijstalen ribbelbuizen, toebehoren)
uitvoeren. Deze moeten worden geïnstalleerd om
overdracht van resonantie op de vaste leidingen
tegen te gaan.
Zie ”Trillingsontkoppeling”.
AANWIJZING
Vuildeeltjes en afzettingen in het verwarmingscircuit kunnen storingen veroorzaken.
Voorzie de verwarmingswateruitgang (aanvoer)
en verwarmingswaterinlaat (retour) aan warmtepompzijde van afsluiters.
ATTENTIE
Het apparaat in het verwarmingscircuit in overeenstemming met het hydraulische schema integreren, afhankelijk van het apparaattype.
Documentatie ‘Hydraulische integratie’.
AANWIJZING
Controleer of de doorsnede en lengte van de
leidingen van het verwarmingscircuit (inclusief aardleidingen tussen warmtepomp en gebouw) voldoende gedimensioneerd zijn.
1 Aansluiting verwarmingswateruitgang
(aanvoer)
2 Aansluiting verwarmingswateringang
(retour)
3 Condenswaterleiding
Trillingsontkoppeling (toebehoren of leveringsomvang wanddoorvoer):
De roestvrijstalen ribbelbuizen door de afdichting
in de bodem van de kast steken en aan de beide
buizen in de wanddoorvoer vastschroeven.
Eerst aanvoer monteren, dan retour.
Technische wijzigingen voorbehouden | 83053500lNL – Vertaling van de originele gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
11
ATTENTIE
Als geen wanddoorvoer wordt gebruikt, moeten de vaste leidingen van het verwarmingscircuit buiten onder de vorstgrens worden gelegd.
Elektrische aansluiting
Bij alle werkzaamheden geldt:
GEVAAR!
Levensgevaar door elektrische stroom!
De elektrische installatie mag enkel door
gekwalificeerde elektromonteurs worden
uitgevoerd.
Schakel de installatie spanningsvrij en beveilig deze tegen inschakelen, alvorens u
het apparaat opent!
WAARSCHUWING!
Volg de geldige EN-, VDE- en/of lokale veiligheidsvoorschriften op bij de installatie en uitvoering van werkzaamheden aan
elektrische aansluitingen.
Houd rekening met de technische eisen
van de bevoegde energiebedrijven (indien
van toepassing)!
ATTENTIE
Controleer of de voeding van de compressor
goed is aangesloten, rechts draaiveld!
Als de compressor in de verkeerde richting
draait, kan er zware, onherstelbare schade
aan de compressor ontstaan.
Drukbeveiliging
Zie ”Gebruiksaanwijzing Hydraulische module”, hoofdstuk ‘Veiligheidscomponent, expansievat’.
Overstortventiel
Bij een seriële buffervataansluiting moet u een overstortventiel monteren, om ervoor te zorgen dat in het
verwarmingscircuit een minimaal doorstroomvolume
door de warmtepomp wordt verzekerd. Het overstortventiel moet zo gedimensioneerd zijn, dat bij een afgesloten verwarmingscircuit het minimale doorstroomvolume door de warmtepomp verzekerd is.
Buffervat
Voor de hydraulische integratie van de warmtepomp is
een buffervat in het verwarmingscircuit noodzakelijk.
Minimale grootte 60 l.
Bij LWD 50A/RX en LWD 70A/RX mag slechts één
scheidingsbuffervat (diffusiedicht geïsoleerd) worden
geïntegreerd.
Documentatie ‘Hydraulische integratie’.
Circulatiepompen
in de hydraulische module
Handleiding van de hydraulische module of
Hydraulische module Dual.
ATTENTIE
De stroomvoorziening van de warmtepomp
moet uitgerust zijn met een vermogensschakelaar volgens IEC 60947-2 die op alle polen
is aangesloten en een afstand van minstens 3
mm tussen de contacten heeft.
Let op de waarde van de uitschakelstroom.
Overzicht ‘Technische gegevens/leveringsomvang’, hoofdstuk ‘Elektriciteit’.
Zie ”Gebruiksaanwijzing Hydraulische module
of Hydraulische module Dual of hydrauliektower duaal”.
12
Warmtapwaterbereiding
Om het tapwater met de warmtepomp te verwarmen,
is naast het verwarmingscircuit een extra (parallel)
verwarmingswatercircuit benodigd. Bij de integratie
van dit circuit moet erop worden gelet dat de warmtapwaterlading niet door het buffervat van het verwarmingscircuit wordt geleid.
Documentatie ‘Hydraulische integratie’.
Technische wijzigingen voorbehouden | 83053500lNL – Vertaling van de originele gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
Warmtapwaterbuffervat
Als de warmtepomp ook warm tapwater dient te produceren, moet u een speciaal buffervat voor warm tapwater in het warmtepompsysteem integreren. Het opslagvolume moet zo worden gekozen, dat tijdens een
spertijd van het energiebedrijf toch de benodigde hoeveelheid warm tapwater beschikbaar is.
AANWIJZING
De warmtewisselende oppervlakte van het
warmtapwaterbuffervat moet zo gedimensioneerd zijn, dat het verwarmingsvermogen van
de warmtepomp met een zo klein mogelijk verschil tussen aanvoer- en retourtemperatuur
wordt overgedragen.
Wij bieden u graag een warmtapwaterbuffervat uit ons
assortiment aan. Deze zijn optimaal afgestemd op uw
warmtepomp.
AANWIJZING
Integreer het warmtapwaterbuffervat in de
warmtepompinstallatie volgens het hydraulische schema dat bij uw systeem behoort.
Documentatie ‘Hydraulische integratie’.
dement. Het feit dat steeds minder ruimte voor warmteopwekkers beschikbaar is, heeft ertoe geleid dat
compacte apparaten met steeds kleinere doorsnedes
en hoge warmteoverdracht worden ontwikkeld. Hierbij neemt ook de complexiteit van de installaties en het
gebruik van veelsoortige materialen toe, wat met name bij het corrosiegedrag een belangrijke rol speelt.
Het verwarmingswater beïnvloedt niet alleen het rendement van de installatie, maar ook de levensduur van
de warmteopwekker en de verwarmingscomponenten
van een installatie.
Als minimumeisen dienen daarom de richtwaarden
van VDI 2035 deel I en deel II te worden nageleefd
voor een correct bedrijf van de installaties. Uit onze
praktijkervaring is gebleken dat de veiligste en meest
storingsvrije werking wordt bereikt door de zogenoemde zoutarme werkwijze.
VDI 2035 deel I geeft belangrijke instructies en aanbevelingen met betrekking tot steenvorming en het voorkomen hiervan in verwarmings- en drinkwaterverwarmingsinstallaties.
VDI 2035 deel II gaat in de eerste plaats over de eisen ter vermindering van corrosie aan cv-waterzijde in
warmwaterverwarmingsinstallaties.
Grondbeginselen van deel I en
deel II
Het optreden van steen- en corrosieschade in warmwaterverwarmingsinstallaties is gering, als
●● een vakkundige planning en inbedrijfstelling
plaatsvindt
Spoelen, vullen en ontluchten
van de installatie
Zie ”Gebruiksaanwijzing Hydraulische module
of Hydraulische module Dual”.
ATTENTIE
Het systeem moet volledig vrij van lucht zijn,
alvorens het in bedrijf wordt gesteld.
Waterkwaliteit van het vul- en aanvullende water volgens VDI 2035
deel I en II in
warmwaterverwarmingsinstallaties
Moderne, energie-efficiënte warmtepompinstallaties
worden steeds vaker ingezet. Met hun geavanceerde
techniek bereiken deze installaties een zeer goed ren-
●● de installatie corrosietechnisch gesloten is
●● een voldoende gedimensioneerde drukhouder
geïntegreerd is
●● de richtwaarden voor het verwarmingswater in
acht worden genomen
●● de installatie regelmatig wordt gecontroleerd en
onderhouden
Er dient een installatieboek met de relevante planningsgegevens te worden bijgehouden (VDI 2035).
Mogelijke schade bij niet-naleving
●● Storingen en uitval van onderdelen en componenten (bijv. pompen, kleppen)
●● Interne en externe lekkage (bijv. van warmtewisselaars)
●● Verkleining van doorsneden en verstopping van
onderdelen (bijv. warmtewisselaars, buisleidingen, pompen)
●● Materiaalmoeheid
Technische wijzigingen voorbehouden | 83053500lNL – Vertaling van de originele gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
13
●● Vorming van gasbellen en gaskussens (cavitatie)
●● Vermindering van de warmteoverdracht (vorming
van aanslag, afzettingen) en daarmee samenhangende geluiden (bijv. kookgeluiden, stroomgeluiden)
Kalk – de energiekiller
Het vullen met onbehandeld drinkwater leidt er onvermijdelijk toe dat alle calcium als ketelsteen neerslaat.
Het gevolg is dat aan de warmteoverdrachtsvlakken
van de verwarming kalkaanslag ontstaat. Hierdoor
daalt het rendement en stijgen de energiekosten. Volgens een vuistregel betekent een kalkaanslag van 1
millimeter al een rendementsverlies van 10%. In extreme gevallen kan hierdoor zelfs schade aan de warmtewisselaars ontstaan.
Ontharding volgens VDI 2035 –
deel I
Als het drinkwater vóór het vullen van de verwarming
volgens de richtlijnen van VDI 2035 wordt onthard,
kan er zich geen ketelsteen vormen. Zo wordt kalkaanslag en de negatieve invloed hiervan op de complete verwarmingsinstallatie doeltreffend en duurzaam
voorkomen.
Corrosie – een onderschat probleem
VDI 2035 deel II gaat dieper op de corrosieproblematiek in. De ontharding van het verwarmingswater kan
onvoldoende blijken. De pH-waarde kan de grenswaarde van 10 aanzienlijk overschrijden. Er kunnen
pH-waarden van meer dan 11 optreden, die zelfs rubberen afdichtingen beschadigen. Zo is weliswaar aan
de richtlijnen van VDI 2035, blad 1 voldaan, maar
schrijft VDI 2035, blad 2 een pH-waarde tussen 8,2 en
maximaal 10 voor.
Wanneer aluminium materialen worden gebruikt,
wat in veel moderne verwarmingsinstallaties het geval is, dan mag een pH-waarde van 8,5 niet worden
overschreden, omdat anders corrosie dreigt (aluminium wordt zonder de aanwezigheid van zuurstof aangetast). Dus moet niet alleen het vul- en aanvullende verwarmingswater worden onthard, maar moet het
verwarmingswater ook adequaat worden geconditioneerd. Alleen zo kunnen de voorschriften van VDI
2035 en de aanbevelingen en inbouwinstructies van
de warmtepompfabrikant worden nageleefd.
veel kleiner dan bij gebruik van zouthoudend, dus onthard water.
Drinkwater bevat, ook als het vooraf werd onthard, opgeloste, corrosieve zouten, die door het gebruik van
verschillende materialen in het verwarmingssysteem
als elektrolyten werken en zo het corrosieproces versnellen. Dit kan uiteindelijk zelfs tot puntroestvorming
leiden.
Met de zoutarme werkwijze op safe
spelen
Met de zoutarme werkwijze treden bovengenoemde problemen helemaal niet op, omdat noch corrosieve zouten zoals sulfaten, chloriden en nitraten, noch
het alkaliserende natriumhydrogeencarbonaat in het
verwarmingswater voorkomen. De corrosieve eigenschappen zijn bij volledig ontzout water zeer laag, bovendien kan er zich ook geen ketelsteen vormen. Dit is
de ideale werkwijze bij gesloten verwarmingscircuits,
omdat met name ook een geringe zuurstoftoevoer
naar het verwarmingscircuit kan worden getolereerd.
Bij het vullen van de installaties met volledig ontzout
water stelt de pH-waarde zich normaal gesproken
door zelfalkalisering in het ideale bereik in. Indien nodig kan door toevoeging van chemicaliën zeer eenvoudig tot een pH-waarde van 8,2 worden gealkaliseerd.
Zo wordt de optimale bescherming van de gehele verwarmingsinstallatie bereikt.
Controle
Van doorslaggevend belang is de analytische registratie en controle van de betreffende waterwaarden en
van de toegevoegde conditioneringsmiddelen. Daarom dienen deze met geschikte watertestapparatuur
regelmatig te worden gecontroleerd.
Het verwarmingscircuit vullen en ontluchten.
Aanvullend de ontluchtingsklep aan de condensor
van de warmtepomp openen. De condensor ontluchten.
Blad 2 van VDI 2035 wijst bovendien op de verlaging
van het totale zoutgehalte (geleidbaarheid). Het risico
van corrosie is bij gebruik van volledig ontzout water
14
Technische wijzigingen voorbehouden | 83053500lNL – Vertaling van de originele gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
Isolatie van de
hydraulische aansluitingen
Buizenwerk van het verwarmingscircuit, de condensaatleiding buiten vorstvrij, dampdiffusiedicht en uvbestendig isoleren.
AANWIJZING
Inbedrijfstelling
WAARSCHUWING!
Het apparaat mag uitsluitend in bedrijf worden gesteld met gesloten afdekplaten.
AANWIJZING
De inbedrijfstelling moet tijdens het verwarmingsbedrijf van de warmtepomp gebeuren.
Inbedrijfstelling moet tijdens het verwarmingsmodus van de warmtepomp worden uitgevoerd.
Controleer de dichtheid van alle hydraulische aansluitingen. Voer een drukproef uit.
Controleer de installatie nog eens grondig en
werk de installatiechecklist af.
Isoleer alle aansluitingen, verbindingen en leidingen van het verwarmingscircuit (RX-Varianten diffusiedicht).
Website van de fabrikant.
De installatiecontrole helpt schade aan de warmtepompinstallatie te voorkomen, die door een onvakkundige uitvoering kan ontstaan.
Controleer of ...
●●het rechts draaiveld van de voedingsstroom
(compressor) juist is aangesloten
●●de opstelling en montage van de warmtepomp in overeenstemming met deze installatieen gebruikershandleiding zijn uitgevoerd
●●de elektrische installatie vakkundig is uitgevoerd
●●de stroomvoorziening van de warmtepomp uitgerust is met een vermogensschakelaar volgens IEC 60947-2 die op alle polen is aangesloten en een afstand van ten minste 3 mm tussen
de contacten heeft
●●het verwarmingscircuit doorgespoeld, gevuld en
grondig ontlucht is
●●alle schuiven en afsluiters van het verwarmingscircuit geopend zijn
●●alle leidingen en componenten van de installatie dicht zijn
Vul het opleveringsprotocol voor warmtepompinstallaties zorgvuldig in en onderteken het.
Website van de fabrikant.
In Duitsland:
Stuur het opleveringsprotocol voor warmtepompinstallaties en de installatiechecklist naar de
klantenservice van de fabrikant.
In andere landen:
Stuur het opleveringsprotocol voor warmtepompinstallaties en de installatiechecklist naar de lokale partner van de fabrikant.
Technische wijzigingen voorbehouden | 83053500lNL – Vertaling van de originele gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
15
De inbedrijfstelling van de warmtepompinstallatie
wordt door onderhoudspersoneel uitgevoerd dat
door de fabrikant daartoe is geautoriseerd. Hier
zijn kosten mee verbonden!
Demontage
GEVAAR!
Levensgevaar door elektrische stroom!
De elektrische werkzaamheden mogen uitsluitend door gekwalificeerde elektromonteurs worden uitgevoerd.
Schakel de installatie spanningsvrij en beveilig deze tegen inschakelen, alvorens u
het apparaat opent!
WAARSCHUWING!
Het apparaat bevat brandbaar koudemiddel!
Als koudemiddel door een lek ontsnapt,
bestaat er explosiegevaar. Daarom:
Buitenbedrijfstelling
Voor de buitenbedrijfstelling is het bijzonder belangrijk dat de technicus goed vertrouwd is met alle details
van de verwijderingsapparaten. Er wordt aanbevolen
om alle koudemiddelen terug te winnen.
Vóór de verwijdering dienen olie- en koudemiddelmonsters te worden genomen, als het koudemiddel
voor hergebruik moet worden verwerkt.
AANWIJZING
Het is belangrijk dat elektriciteit beschikbaar is
op de plaats waar het werk moet worden uitgevoerd.
a) Maak u vertrouwd met de apparaten en hun werking.
b) Maak het af te voeren apparaat spanningsvrij.
c) Verzeker u er voor het begin van de verwijderingsprocedure van dat:
●● mechanische hulpmiddelen voor het transport
van koudemiddelflessen, indien noodzakelijk, beschikbaar zijn
●●Installatie uitschakelen
●● persoonlijke beschermingsmiddelen beschikbaar
zijn en vakkundig gebruikt worden
●●De door de fabrikant aangewezen klantenservice op de hoogte stellen
●● het afzuigproces continu door een vakkundige
persoon wordt bewaakt
●●Ontstekingsbronnen uit de buurt houden
●● het afvalstation en de koudemiddelflessen aan de
desbetreffende richtlijnen voldoen
AANWIJZING
d) Voer een pomp-down-cyclus uit, indien mogelijk.
Elke persoon die aan het koudemiddelcircuit
werkt, moet in het bezit zijn van een akte van
bekwaamheid, uitgereikt door een binnen de
industrie bevoegde instantie.
ATTENTIE
Apparaatcomponenten, koudemiddel en olie
dienen volgens de geldende voorschriften,
normen en richtlijnen gerecycled of vakkundig
afgevoerd te worden.
e) Als geen vacuüm kan worden bereikt, zuigt u via
een verzamelleiding af, zodat koudemiddel uit alle delen van de installatie kan worden verwijderd.
f) Verzeker u ervan dat de koudemiddelfles voor het
begin van de afzuiging op de weegschaal staat.
g) Schakel het verwijderingsapparaat in en ga te werk
volgens de voorschriften van de fabrikant.
h) Zorg ervoor dat de recyclingflessen niet overladen
worden (nooit meer dan 80% van de vloeibare inhoud).
i) Overschrijd nooit de toelaatbare bedrijfsoverdruk
van de recyclingfles, ook niet kortstondig.
j) Als de recyclingflessen volgens de voorschriften gevuld zijn en het proces voltooid is, dient u ervoor te
zorgen dat de flessen en apparaten direct van de installatie verwijderd en alle afsluiters gesloten worden.
k) Teruggewonnen koudemiddel mag niet in andere
systemen worden gegoten, voor het gereinigd en onderzocht werd.
16
Technische wijzigingen voorbehouden | 83053500lNL – Vertaling van de originele gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
Opschriften
Op de apparaten dient een markering te worden aangebracht dat ze buiten bedrijf gesteld zijn en dat het
koudemiddel verwijderd werd. Deze markering moet
gedateerd en ondertekend worden. Er moet in elk geval een waarschuwing voor brandbare koudemiddelen
op de apparaten worden aangebracht.
Terugwinning
Als koudemiddel voor een reparatie of buitenbedrijfstelling wordt afgezogen, dient ervoor te worden
gezorgd dat dit veilig gebeurt. Als koudemiddel in flessen wordt gegoten, dient te worden verzekerd dat uitsluitend koudemiddelflessen worden gebruikt die hiervoor geschikt zijn. Er dient te worden gegarandeerd
dat voldoende koudemiddelflessen voor de inhoud
van de installatie beschikbaar zijn. Alle gebruikte koudemiddelflessen moeten voor het af te zuigen koudemiddel bedoeld en als zodanig gemarkeerd zijn (d.w.z.
speciale recyclingflessen voor de terugwinning van
koudemiddel). De koudemiddelflessen moeten een
veiligheidsklep en vast aangebrachte afsluiters hebben en zich in goede toestand bevinden. Lege recyclingflessen zijn leeggepompt en moeten vóór het afzuigproces worden gekoeld, indien mogelijk. De verwijderingsapparaten moeten zich in goede toestand
bevinden en geschikt zijn voor de terugwinning van
brandbare koudemiddelen. Een handleiding voor de
afzonderlijke stappen van de terugwinningsprocedure moet bij het apparaat ter beschikking liggen. Aanvullend moet een geijkte weegschaal ter beschikking
staan, die zich eveneens in goede toestand moet bevinden. Slangen moeten met lekkagevrije koppelingen
uigerust zijn en zich in goede toestand bevinden. Vóór
het verwijderingsapparaat wordt gebruikt, dient te worden gecontroleerd of het zich in goede toestand bevindt, of de onderhoudsintervallen werden nageleefd
en of de bijbehorende elektrische apparaten afgedicht
zijn, om in geval van lekkend koudemiddel een ontsteking te voorkomen. Bij twijfel moet de fabrikant worden geraadpleegd. Het teruggewonnen koudemiddel
dient in een recyclingfles die aan de voorschriften voldoet, aan de leverancier te worden terugbezorgd. In
koudemiddelflessen mogen geen koudemiddelen worden vermengd. Als compressoren of compresorolie
moeten worden verwijderd, dient te worden verzekerd
dat deze tot een voldoende onderdruk werden leeggepompt, om ervoor te zorgen dat zich in de olie geen
brandbaar koudemiddel meer bevindt. Voor de compressor naar de fabrikant wordt teruggestuurd, moet
hij worden leeggepompt. Dit proces mag uitsluitend
door een elektrische verwarming van de compressorkast worden versneld. Als olie uit een installatie wordt
afgelaten, dient dit met de nodige voorzichtigheid te
gebeuren.
Technische wijzigingen voorbehouden | 83053500lNL – Vertaling van de originele gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
17
Technische gegevens/leveringsomvang
Gerätebezeichnung
Soort warmtepomp
Opstellingsplaats
Conformiteit
Vermogensgegevens
Brine-water ı lucht-water ı water-water
binnen ı buiten
• zutreffend ı — nicht zutreffend
CE
Verwarmingsvermogen/COP bij
A7/W35
Standaardpunt volgens EN 14511
"2 compressoren
1 compressor"
"kW ı …
kW ı …"
A7/W45
Standaardpunt volgens EN 14511
"2 compressoren
1 compressor"
"kW ı …
kW ı …"
A2/W35
Bedrijfspunt volgens EN 14511
"2 compressoren
1 compressor"
"kW ı …
kW ı …"
A10/W35
Bedrijfspunt volgens EN 14511
"2 compressoren
1 compressor"
"kW ı …
kW ı …"
A-7/W35
Bedrijfspunt volgens EN 14511
"2 compressoren
1 compressor"
"kW ı …
kW ı …"
"2 compressoren
1 compressor"
"kW ı …
kW ı …"
A-15/W35
Toepassingsgrenzen
Verwarmingscircuit
°C
Warmtebron
°C
Aanvullende bedrijfspunten
°C
Geluid
Geluidsdrukniveau binnen (in open terrein op 1 m afstand rond de machine, gemiddeld)
dB(A)
Geluidsdrukniveau buiten (in open terrein op 1 m afstand rond de luchtaansluitingen, gemiddeld)
dB(A )
Geluidsvermogenniveau binnen
dB
Geluidsvermogenniveau buiten
dB
Warmtebron
Luchtvolumestroom
m³/h
Maximale externe druk
Pa
Verwarmingscircuit
Volumestroom: minimaal debiet ı nominaal debiet A7/W35 EN14511 ı maximaal debiet
l/h
Drukverlies warmtepomp ∆p ı volumestroom
bar ı l/h
Vrije opvoerhoogte warmtepomp ∆p ı volumestroom
bar ı l/h
Inhoud buffervat
l
3 wegafsluiter verwarming/warm tapwater
...
Algemene apparaatgegevens Afmetingen (zie maatschets voor aangegeven bouwgrootte)
bouwgrootte
Gewicht totaal
kg
Aansluitingen Verwarmingscircuit
…
Warmtapwaterlaadcircuit
…
Koudemiddel type koudemiddel ı inhoud
… ı kg
Vrije doorsnede luchtkanalen
mm
Doorsnede condenswaterslang / lengte vanaf apparaat
mm ı m
Elektrische gegevens
Spanningscode ı beveiliging op alle polen warmtepomp **) zie hydraulische module
… ı A
Spanningscode ı beveiliging stuurspanning **) zie hydraulische module
… ı A
Spanningscode ı beveiliging elektrisch verwarmingselement **) zie hydraulische module
… ı A
Warmtepomp
Effectief opgenomen vermogen in standaardpunt A7/W35 volgens EN14511: opgenomen vermogen ı Stroomverbruik ı cosφ
kW ı A ı …
Maximale machinestroom binnen de toepassingsgrenzen
A
Aanloopstroom: direct ı met softstarter
A ı A
Beschermingsgraad
IP
Vermogen elektrisch verwarmingselement 3 ı 2 ı 1 fase
kW ı kW ı kW
Componenten
Circulatiepomp verwarmingscircuit bij nominale doorstroom: max. opgenomen vermogen ı stroomverbruik
kW ı A
Veiligheidsvoorzieningen
Veiligheidscomponent verwarmingscircuit ı veiligheidscomponent warmtebron
in leveringsomvang inbegrepen: • ja — nee
Verwarmings- en warmtepompregelaar
in leveringsomvang inbegrepen: • ja — nee
Besturings- en opnemerleiding
in leveringsomvang inbegrepen: • ja — nee
Krachtkabel naar apparaat
in leveringsomvang inbegrepen: • ja — nee
Elektronische softstarter
geïntegreerd: • ja — nee
Expansievaten
Verwarmingscircuit: leveringsomvang ı volume ı voordruk
• ja — nee ı l ı bar
Overstortventiel
geïntegreerd: • ja — nee
Trillingsontkoppelingen
Verwarmingscircuit
in leveringsomvang inbegrepen: • ja — nee
NL813517
18
*) afhankelijk van componenttoleranties en debiet **) lokale voorschriften in acht nemen n.a. = niet aantoonbaar n.k. = naar keuze
¹) Verwarmingswater retour ²) Verwarmingswater aanvoer
Technische wijzigingen voorbehouden | 83053500lNL – Vertaling van de originele gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
Technische
gegevens/leveringsomvang
Gerätebezeichnung
Soort warmtepomp
Brine-water ı lucht-water ı water-water
• van toepassing ı — niet van toepassing
Opstellingsplaats
binnen ı buiten
• van toepassing ı — niet van toepassing
Conformiteit
CE
Vermogensgegevens
Verwarmingsvermogen/COP geoptimaliseerde verwarming bij
A7/W35
Standaardpunt volgens EN 14511
A7/W45
Vermogensgegevens
1 compressor
kW ı …
1 compressor
kW ı …
A2/W35
Bedrijfspunt volgens EN 14511
1 compressor
kW ı …
A10/W35
Bedrijfspunt volgens EN 14511
1 compressor
kW ı …
A-7/W35
Bedrijfspunt volgens EN 14511
1 compressor
kW ı …
A27/W18
1 compressor
kW ı …
A27/W7
1 compressor
kW ı …
A35/W18
1 compressor
kW ı …
A35/W7
1 compressor
kW ı …
Koelvermogen/EER geoptimaliseerde koeling bij
Toepassingsgrenzen
Verwarmingscircuit (water)
°C
verwarmen
Warmtebron (lucht)
°C
Aanvullende bedrijfspunten
°C
Koelcircuit (water)
°C
Toepassingsgrenzen
koelen
Warmtebron (lucht)
Geluid
Geluidsdrukniveau buiten (in open terrein op 1m afstand rond de machine, gemiddeld)
°C
dB(A)
Geluidsdrukniveau buiten
Warmtebron
dB
Luchtvolumestroom
m³/h
Maximale externe druk
Verwarmingscircuit
Pa
Volumestroom: minimale doorstroom ı nominale doorstroom A7/W35 EN14511 ı maximale doorstroom
l/h
Drukverlies warmtepomp ∆p ı volumestroom
bar ı l/h
Vrije opvoerhoogte warmtepomp ∆p ı volumestroom
bar ı l/h
Inhoud buffervat
l
3 wegklep verwarming/warm tapwater
...
Afmetingen (zie maatschets voor aangegeven bouwgrootte)
Algemene
apparaatgegevens
bouwgrootte
Gewicht totaal
Aansluitingen
kg
Verwarmingscircuit
…
Warmtapwaterlaadcircuit
Koudemiddel
…
type koudemiddel ı inhoud
… ı kg
Vrije doorsnede luchtkanalen
mm
Doorsnede condenswaterslang / lengte vanaf apparaat
Elektrische gegevens
Warmtepomp
mm ı m
Spanningscode ı beveiliging op alle polen warmtepomp **) zie hydraulische module
… ı A
Spanningscode ı beveiliging stuurspanning **) zie hydraulische module
… ı A
Spanningscode ı beveiliging elektrisch verwarmingselement **) zie hydraulische module
… ı A
Effectief opgenomen vermogen in standaardpunt A7/W35 volgens EN14511: opgenomen vermogen ı Stroomverbruik ı cosφ
kW ı A ı …
Maximale machinestroom binnen de toepassingsgrenzen
A
Aanloopstroom: direct ı met softstarter
A ı A
Beschermingsgraad
IP
Vermogen elektrisch verwarmingselement 3 ı 2 ı 1 fase
Componenten
kW ı kW ı kW
Circulatiepomp verwarmingscircuit bij nominale doorstroom: max. opgenomen vermogen ı stroomverbruik
kW ı A
Veiligheidsvoorzieningen Veiligheidscomponent verwarmingscircuit ı veiligheidscomponent warmtebron
bij leveringsomvang inbegrepen: • ja — nee
Verwarmings- en warmtepompregelaar
bij leveringsomvang inbegrepen: • ja — nee
Besturings- en opnemerleiding
bij leveringsomvang inbegrepen: • ja — nee
Krachtkabel naar apparaat
bij leveringsomvang inbegrepen: • ja — nee
Elektronische softstarter
Expansievaten
geïntegreerd: • ja — nee
Verwarmingscircuit: leveringsomvang ı volume ı voordruk
Overstortventiel
Flexibele koppelingen
20
• ja — nee ı l ı bar
geïntegreerd: • ja — nee
Verwarmingscircuit
bij leveringsomvang inbegrepen: • ja — nee
*) afhankelijk van componenttoleranties en debiet **) lokale voorschriften in acht nemen n.a. = niet aantoonbaar n.k. = naar keuze
¹) Verwarmingswater retour ²) Verwarmingswater aanvoer
Technische wijzigingen voorbehouden | 83053500lNL – Vertaling van de originele gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
LWD 50A/RX
LWD 70A/RX
— ı •
— ı •
•
•
— ı • ı —
— ı • ı —
6,8 ı 4,56
8,7 ı 4,32
6,5 ı 3,62
8,8 ı 3,66
5,4 ı 3,69
7,3 ı 3,68
7,2 ı 4,80
9,7 ı 4,92
4,4 ı 3,11
6,0 ı 3,06
7,9 ı 4,98
11,1 ı 4,59
5,9 ı 3,78
8,0 ı 3,57
7,4 ı 3,97
10,1 ı 3,64
5,1 ı 2,89
7,0 ı 2,74
20¹ – 62²
20¹ – 62²
-20 – 35
-20 – 35
A> -7 / 70²
A> -7 / 70²
7² – 20²
7² – 20²
15 – 45
15 – 45
45
45
57
57
3000
3000
—
—
900 ı 1200 ı 1500
1200 ı 1600 ı 2000
0,066 ı 1200
0,055 ı 1600
— ı —
— ı —
—
—
—
—
—
—
146
151
G1“
G1“
—
—
R290 ı 2,1
R290 ı 2,2
—
—
— ı —
— ı —
—
—
—
—
—
—
1,5 ı 3,2 ı 0,66
2,0 ı 4,1 ı 0,71
—
5,5
— ı 20
— ı 22
24
24
— ı — ı —
— ı — ı —
— ı —
— ı —
— ı —
— ı —
—
—
•
•
•
•
•
•
— ı — ı —
— ı — ı —
—
—
—
—
813545a
813546a
Technische wijzigingen voorbehouden | 83053500lNL – Vertaling van de originele gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
21
Vermogenscurves
LWD 50A/RX Verwarmingsmodus
Qh (kW)
COP
8
12
7
6
5
10
4
3
2
8
1
-20
6
-15
-10
-5
0
5
10
15
Temp„ (°C)
20
25
30
35
Pe (kW)
3
4
2
35°C
2
50°C
1
65°C
0
0
-20
-15
-10
-5
0
5
10
15
Temp„ (°C)
20
25
30
35
-20
-15
-10
-5
0
5
10
Temp„ (°C)
15
20
25
30
35
∆p (bar)
0,5
0,4
0,3
0,2
0,1
”p∆
0,0
0
1
2
3
“” (m³/h)
823169
Legende: DE823129L/170408
“”
Volumenstrom Heizwasser
Temp„
Temperatur Wärmequelle
Qh
Heizleistung
Legenda:
NL823129L/170408
“”
Volumestroom CU-water
Pe
COP
Leistungsaufnahme
Coefficient of performance / Leistungszahl
Temp„
Temperatuur warmtebron
Qh VD
Pe
Verwarmingsvermogen
Verdichter
COP
Coëfficiënt of performance / vermogenscoëfficiënt
∆p”
Drukverlies warmtepomp
VD
Compressor(en)
∆p”
Druckverlust Wärmepumpe
Opgenomen vermogen
Änd./Ä.M./Ersteller/Datum
- / PEP003-2012 / Mödder / 01.08.2012
Bezeichnung:
Seite: 1/2
Leistungs-Druckverlustkurven
LWD 50A/RX
Zeichnungsnummer:
823169
Datei: 823169 Leistungs- Druckverlustkurven LWD 50ARX.xls
Technische wijzigingen voorbehouden | 83053500lNL – Vertaling van de originele gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
25
LWD 50A/RX Koelmodus
Vermogenscurves
Q0 (kW)
EER
8
12
7
6
5
10
4
3
2
8
1
10
6
15
20
25
30
Tempws (°C)
35
40
45
Pe (kW)
3
4
2
2
7°C
18°C
1
0
0
10
15
20
25
30
35
Tempws (°C)
40
45
10
15
20
25
30
Tempws (°C)
35
40
45
823169
26
Tempws
Temperatur Wärmesenke
Q0
Kühlleistung
Pe
Leistungsaufnahme
EER
Energy efficiency ratio / Kühlleistungszahl
Legenda:
NL823129L/170408
“”
Volumestroom CU-water
Temp„
Temperatuur warmtebron
Qh
Verwarmingsvermogen
Änd./Ä.M./Ersteller/Datum
- / PEP003-2012 / Mödder / 01.08.2012
Bezeichnung:
Seite: 2/2
Leistungs-Druckverlustkurven
LWD 50ARX
Pe
Opgenomen vermogen
COP
Datei: 823169 Leistungs- Druckverlustkurven LWD 50ARX.xls
Coëfficiënt of performance / vermogenscoëfficiënt
∆p”
Drukverlies warmtepomp
VD
Compressor(en)
Zeichnungsnummer:
823169
Technische wijzigingen voorbehouden | 83053500lNL – Vertaling van de originele gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
LWD 70A/RX Koelmodus
Vermogenscurves
EER
Q0 (kW)
16
8
7
6
14
5
4
12
3
2
1
10
10
8
15
20
25
30
Tempws (°C)
35
40
45
Pe (kW)
4
6
3
4
2
7°C
18°C
2
1
0
0
10
15
20
25
30
Tempws (°C)
35
40
10
45
15
20
25
30
Tempws (°C)
35
40
45
823170
28
Tempws
Temperatur Wärmesenke
Q0
Kühlleistung
Pe
Leistungsaufnahme
EER
Energy efficiency ratio / Kühlleistungszahl
Legenda:
NL823129L/170408
“”
Volumestroom CU-water
Temp„
Temperatuur warmtebron
Qh
Verwarmingsvermogen
- / PEP003-2012 / Mödder / 01.08.2012
Pe
Opgenomen vermogen
COP
Coëfficiënt of performance / vermogenscoëfficiënt
∆p”
Drukverlies warmtepomp
VD
Compressor(en)
Änd./Ä.M./Ersteller/Datum
Bezeichnung:
Seite: 2/2
Leistungs-Druckverlustkurven
LWD 70ARX
Zeichnungsnummer:
823170
Datei: 823170 Leistungs- Druckverlustkurven LWD 70ARX.xls
Technische wijzigingen voorbehouden | 83053500lNL – Vertaling van de originele gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
Maatschetsen
LWD 50A(RX) – LWD 70A(RX), LWD 90A
NL819392a
Alle maten in mm..
A
Vooraanzicht
B
Zijaanzicht
C-C
Doorsnede (bodemplaat)
1
Verwarmingswateraanvoer G1" ISO 228 vlakdichtend
2
Verwarmingswaterretour G1" ISO 228 vlakdichtend
3
Ontluchter (in set toebehoren)
4
Mof (in set toebehoren) voor condensafvoerbuis DN40
5
Kabel voor voeding, besturing, BUS, lengte ~ 8 m vanaf apparaat
6
Doorvoer voor aanvoer, retour en kabels
Technische wijzigingen voorbehouden | 83053500lNL – Vertaling van de originele gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
29
1
2
LWD 50A(RX) – LWD 70A(RX)
LWD 90A
3
4
Opstelling - veiligheidszones
F
2,3m
0,5m
1
0,5m
1
0,93m
WP
WP
H1
E
1
SB
SB
3,3m
2,45m
1m
Schutzvermerk ISO 16016 beachten
D
SB
1m
WP
1m
1m
C
Abbildung: Sicherheitsabstände zur Wärmepumpe
Legenda: NL819401
Legende: DE819401
Technische Änderungen vorbehalten
B
WP
SB
WP
H1
SB
1H1
1
Warmtepomp
Veiligheidszone
Wärmepumpe
Tot
de bodem
Schutzbereich
Deuren,
bis
zumramen,
Bodenlichtschachten enz. in het huis
Türen, Fenster, Lichtschächte, usw. ins Haus
Opstelling veiligheidszone warmtepomp
Aufstellung Schutzbereich Wärmepumpe
Belangrijk: De warmtepomp mag uitsluitend in openlucht worden opgesteld!
Wichtig: Hierbij dient het apparaat zo te worden geplaatst, dat in het geval van een lekkage geen koudemiddel
Die Wärmepumpe
darf nur im Freien aufgestellt werden!
in het gebouw terechtkomt of op een andere manier personen in gevaar kan brengen.
Dabei ist das Gerät so zu positionieren, dass im Fall einer Leckage kein Kältemittel in das Gebäude
gelangt oder auf irgendeine andere Weise Personen gefährden kann.
In de veiligheidszone (zie afbeelding) die zich tussen de bovenkant van het apparaat en de bodem bevindt,
A
mogen
geen ontstekingsbronnen,
ramen, deuren,
lichtschachten und
en dergelijke
bevinIn demzich
Schutzbereich
(siehe Abbildung),
der sichventilatieopeningen,
zwischen der Geräteoberkante
dem Boden
befindet
den.
De
veiligheidszone
mag
zich
niet
op
aanpalende
percelen
of
openbare
verkeersruimten
uitstrekken.
De
dürfen sich keine Zündquellen, Fenster, Türen, Lüftungsöffnungen, Lichtschächte und der gleichen
wanddoorvoer
de buitenmuur
vansich
het nicht
gebouw
gasdicht worden uitgevoerd.
befinden. Derdoor
Schutzbereich
darf
aufmoet
Nachbargrundstücke
oder öffentliche Verkehrsflächen
erstrecken. Die Wanddurchführung durch die Gebäudehülle ist gasdicht auszuführen.
30
Technische wijzigingen voorbehouden | 83053500lNL – Vertaling van de originele gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
LWD 50A(RX) – LWD 70A(RX)
1
2
LWD 90A
F
BB2
Boorschema voor wandconsole
3 HYDRAULISCHE VERBINDINGSLEIDING
4
A
GK
930
493
403
313
223
133
43
0
E
Schutzvermerk nach ISO 16016 beachten
D
W
1235
1320
0
85
145
1175
10
Ø12
C
Legende: 819393-6c
Technische Änderungen vorbehalten.
Alle Maße in mm.
B
BB2
A
W
GK
Bohrbild für Wandkonsole (Zubehör) an Befestigungswand zu V2
Vorderansicht
Detailansicht Wandbefestigung
Legenda:
819393-6c
Gerätekontur
10
Befestigungsbohrungen für Wandkonsolen
Alle maten in mm.
BB2
A
W
GK
Boorschema voor wandconsole (toebehoren) aan bevestigingswand voor V2
Vooraanzicht
Detail wandbevestiging
Apparaatcontour
10
Boorgaten voor bevestiging van wandconsoles
A
36
Technische wijzigingen voorbehouden | 83053500lNL – Vertaling van de originele gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
c
b
Boorschema voor wandconsole
WANDDOORVOER
F
1
2
LWD 50A(RX) – LWD 70A(RX)
3
4
LWD 90A
A
FU3
1320
300
93
GK
OKF
9
E
200
52
750
445
55
205
FA
Schutzvermerk nach ISO 16016 beachten
GK
310
D
429
510
C
11
340
282
15
14
11
1190
>1300
1320
C
65
Legenda: 819393-7c
Legende:
819393-7c
Alle maten
in mm.
Technische Änderungen vorbehalten.
Alle Maße
mm. fundament voor V3
FU3 inAanzicht
B
A
Vooraanzicht
OKF
Bovenkant fundament
FU3 Ansicht Fundament zu V3
Bovenaanzicht
A CVorderansicht
C
Draufsicht
Afgewerkte
buitengevel
OKF FA
Oberkante
Fundament
Apparaatcontour
FA GK
Fertigaußenfassade
GK Gerätekontur
9
11
14
15
9
Boorgaten voor loze leiding afvoer DN125, Øbu 125
11Bohrung
Fundament
für Leerrohr KG DN125, Øa 125
14Fundament
Condensafvoerbuis min. Ø50
min. Ø50
15Kondensatablaufrohr
Boorgaten voor bevestiging
van bodemconsole
Befestigungsbohrungen für Bodenkonsole
Het fundament mag geen contactgeluid op het gebouw overbrengen.
Das Fundament darf keinen Körperschallkontakt zum Gebäude haben.
A
Technische wijzigingen voorbehouden | 83053500lNL – Vertaling van de originele gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
37
Minimumafstanden
1
F
2
FW2
LWD 50A(RX) – LWD 70A(RX)
3
4
LWD 90A
C
FA
LR
>3000
E
Schutzvermerk nach ISO 16016 beachten
D
>3000
C
Legende: 819393-10c
Technische Änderungen vorbehalten.
Alle Maße in mm.
FW2 Funktionsnotwendige Mindestabstände
C
Draufsicht
B
FA
LR
Fertigaußenfassade
Luftrichtung Legenda: 819393-10c
Alle maten in mm.
Mindestabstände
FW2
C
Voor de werking noodzakelijke minimumafstanden
Bovenaanzicht
FA
LR
Afgewerkte buitengevel
Luchtrichting
>
Minimumafstanden
A
Technische wijzigingen voorbehouden | 83053500lNL – Vertaling van de originele gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
39
c
LWD 50A(RX) – LWD 70A(RX)
LWD1 90A
2
Aansluiting condensaatleiding
3
4 buiten
F
3
3
0,9m
E
0,9m
3
KS
1a
1b
1c
D
Legende: 819400-1
Technische Änderungen vorbehalten.
Aufstellungshinweise für Anschluß der Kondensatleitung außerhalb des
Gebäudes.
KS
C
Kiesschicht zur Aufnahme von bis zu 50l Kondenswasser pro Tag
als819400-1
Pufferzone zum versickern.
Legenda:
3
Kondensatablaufrohr DN 40
Opstellingsaanwijzingen voor aansluiting van de consensaatleiding buiten het gebouw
KS
Grindlaag
opnamedes
van Kondenswassers
max. 50 l condenswater
perErde
dag als
bufferzone 1a),
voor het wegsijWichtig:
Beim
direktenvoor
Einleiten
in die
(Abbildung
muss
das Kondensatablaufrohr (3) zwischen Boden und Wärmepumpe isoliert werden.
pelen
3
B
Condensafvoerbuis DN 40
Wichtig: Bei direktem Einleiten des Kondenswassers in eine Abwasser- oder
Regenwasserleitung muss ein Syphon gesetzt werden (Abbildung 1b). Es muss ein
oberhalb
gedämmtes
undinsenkrecht
verlegtes
Kunststoffrohr
Belangrijk:
Bij het des
directBodenreichs
afvoeren van het
condenswater
de aardbodem
(afbeelding
1a) moet de converwendet
werden.
dürfen
im Abflussrohr
keine
Rückschlagklappen oder
densafvoerbuis
(3)Weiterhin
tussen bodem
en warmtepomp
worden
geïsoleerd.
ähnliches installiert sein. Das Kondensatablaufrohr muss so angeschlossen werden,
dass das Kondensat frei in die Hauptleitung einfließen kann. Wird das Kondensat in
Belangrijk:
Bij het direct
van het condenswater
in een
of regenwaterleiding
moet
Drainagen
oderafvoeren
in die Kanalisation
abgeleitet,
istafvalwaterauf eine Verlegung
mit einem
Gefälle
een sifon worden geïnstalleerd (afbeelding 1b).
zu achten.
Er dient een boven de bodem geïsoleerde en verticaal gemonteerde kunststof buis te wor-
In allen Fällenden
(Abbildung
1a und
Abbildung
1b) muss
gewährleistet
sein,of dergelijke geïnstalgebruikt. Verder
mogen
in de afvoerbuis
geen
terugslagkleppen
dass das Kondenswasser
frostfrei abgeführt
wird.
leerd zijn. De condensafvoerbuis
moet
zo aangesloten worden, dat het condensaat vrij in de
hoofdleiding kan stromen. Als het condensaat naar draineer- of rioolbuizen wordt afgevoerd,
moeten de buizen met een afschot worden gelegd.
In alle gevallen (afbeelding 1a en afbeelding 1b) moet gegarandeerd zijn dat het condenswater vorstvrij wordt afgevoerd.
A
40
Technische wijzigingen voorbehouden | 83053500lNL – Vertaling van de originele gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
Aansluiting condensaatleiding
binnen
1
2
LWD 50A(RX) – LWD 70A(RX)
LWD
90A
3
4
F
E
2a
D
2b
Legende: 819400-2
Technische Änerungen vorbehalten.
Aufstellungshinweise für Anschluß der Kondensatleitung innerhalb des
Gebäudes.
C
Wichtig: Beim Anschluss der Kondensatleitung innerhalb eines Gebäudes muss ein Syphon
eingebaut werden, der mit dem Abflussrohr gasdicht abschließt (siehe Abbildung 2a).
An der Kondensatabflussleitung der Wärmepumpe dürfen keine zusätzlichen
Abflussleitungen angeschlossen werden. Die Abflussleitung in Richtung Kanalisation
muss frei sein. D.h. nach der Anschlussleitung der Wärmepumpe darf weder eine
Rückschlagklappe noch ein Syphon eingebaut werden.
In allen Fällen (Abbildung 2a) muss gewährleistet sein, dass das Kondenswasser frostfrei
abgeführt wird.
Legenda: 819400-2
Opstellingsaanwijzingen voor aansluiting van de consensaatleiding binnen het gebouw
B
A
Belangrijk:
Bij de aansluiting van de condensaatleiding binnen een gebouw moet een sifon worden
ingebouwd, die gasdicht met de afvoerbuis afsluit (zie afbeelding 2a).
Op de condensaatafvoerleiding van de warmtepomp mogen geen aanvullende afvoerleidingen worden aangesloten. De afvoerleiding naar de riolering moet vrij zijn. D.w.z. dat
na de aansluitleiding van de warmtepomp geen terugslagklep of sifon mag worden ingebouwd.
In alle gevallen (afbeelding 2a) moet gegarandeerd zijn dat het condenswater vorstvrij
wordt afgevoerd.
Technische wijzigingen voorbehouden | 83053500lNL – Vertaling van de originele gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
41
1
1
2
2
N
4
-X10
3
L1 L2 L3 N PE
ÄM 075/2013
3
3
4
1
3
5
6
5
6
-M1
-Q11
/2.4
4
PE
-Q1
2
3
/2.5
1 2
-Q3
-G1
M
3
U1 V1 W1 PE
-G1
VENT
26.02.2014
4
Datum
Achim Pfleger
5
Naam
Datum
17.05.2011
Bewerking Achim Pfleger
6
1
4
3
6
5
7
2
R S T
A1
A2
U V W
sw br gr PE
3
M
T1 T2 T3 PE
-M1
VD1
7
8
-E20
8
-B1
9
L1 L2 L3 12
9
10X601 - 10X602; 10X609;
10X605 - 10X606;
NL817377b
Functie
L1,L2,L3,PE; invoer vermogen compressor; rechtsomdraaiend veld verplicht vereist!
Fasevolgorderelais; indien fasevolgorde in indeling 11 + 14 gesloten
Putverwarming compressor 1
Ventilator
Compressor
Beveiliging compressor
Beveiliging ventilator
Startstroom begrenzing compressor
Voeding capaciteit compressor --> uit hydraulische module
X8
3~N/PE/400V/50Hz
Legende:
Bedrijfsmiddel
3~N/PE/400V/50Hz
B1
E20
G1
VENT
M1
VD1
Q1
VD1
Q3
VENT
Q11
X8
PEP 003/2012
2
LWD 50-90 / LWD 50-70 Reversibel
b
Wijziging
a
1
Toestand
11
14
10
10
11
11
12
12
13
13
14
817377
14
15
ASD
VD1
VD1-A1
N-HDP
E20
N Reg
15
/2.1
/2.1
/2.1
/2.1
/2.1
/2.1
Bladnr.
16
1
Bl von Anz 1/2
16
Technische wijzigingen voorbehouden | 83053500lNL – Vertaling van de originele gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
42
Stroomschema 1/2
LWD 50A(RX) – LWD 70A(RX), LWD 90A
LWD 50A(RX) – LWD 70A(RX), LWD 90A
Stroomschema 2/2
/1.15
/1.15
/1.15
/1.15
1
-K20
ASD
E20
-X1
VD1
VD1-A1
-X2
sw
2
6
4
2
/1.7
/1.7
4
N
OUT3
-K21
26.02.2014
4
Datum
OUT4
5
3
1
-X4
/1.4
/1.4
Achim Pfleger
5
L..
L..
6
-X6
Datum
-X7
-R1
ϑ
TSG1
NT1
-R2
ϑ
TVD
GND
NT2
9
-R3
ϑ
TWE
9
10X601 - 10X602; 10X609;
10X605 - 10X606;
8
10
-R4
ϑ
THG
10
-R9
CW
-R5
ϑ
TSG2
12
12
-X8
13
2
P
2
14
14
817377
-B11
ND
I
1
1
2
P
2
1
I
1
-B10
HD
13
-X11
6
15
5
4
3
3
2
2
1
1
PE
16
2
16
Bl von Anz 2/2
Bladnr.
LIN
GND/LIN/12V
15
43
Technische wijzigingen voorbehouden | 83053500lNL – Vertaling van de originele gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
11
11
NT9
8
GND
7
7
AIN2
230VAC
B/ A A/ B
-K22
27.09.2010
Bewerking Achim Pfleger
6
GND
5
6
4
2
-Q3
VENT A2
A1
OUT5
Naam
AIN1
3
A1
1
rt
1
-Q1
VD1 A2
bl
3
3
GND
2
PE N L
-F1
b2 c4
a1
3
white
N-HDP
N Reg
PE N L
P
+
HDP
-
5
Brown
/1.15
/1.15
-X10
L
bl br
PE N
ÄM 075/2013
OUT1
L..
/1.7
/1.4
NL817377b
Functie
L,N,PE; invoer regeling
Hogedruksensor
Lagedruksensor
Hogedrukpressostaat
Regelaarprintplaat; Opgelet: I-max = 6A/230VAC
Ontdooiventiel
Elektronische expansieklep
Beveiliging compressor
Beveiliging ventilator
Zuiggassensor compressor
Carterverwarmingssensor
Warmtebron inlaatvoeler
Heetgasvoeler
Zuiggassensor verdamper
Codeerweerstand 5KW 10kOhm; 7KW 10,5kOhm; 5KWrev. 14,7kOhm; 7KWrev. 15,4kOhm
Stuurspanning --> uit hydraulische module
X10
1~N/PE/230V/50Hz -F1
Legende:
Bedrijfsmiddel
1~N/PE/230V/50Hz
HD
B10
ND
B11
F1
HDP
K20
K21
K22
VD1
Q1
VENT
Q3
R1
TSG1
R2
TVD
R3
TWE
R4
THG
R5
TSG2
R9
CW
X10
PEP 003/2012
2
Green
DI14
LWD 50-90 / LWD 50-70 Reversibel
b
Wijziging
a
1
Toestand
Yellow
DI1
NT3
GND
NT4
GND
GND
NT5
GND