AP60
Beknopte gebruiksaanwijzing
Het frontpaneel
60
AP
NAV
MENU
TURN
NO-
DRIFT
AUTO STBY
WORK
4
5
7
8
1 2 3
6
9
1 Menu toets. Eenmaal indrukken om het snelmenu van de actieve stuurmodus weer te
geven. Tweemaal indrukken voor het instellingen menu
2 Pijltoetsen, gebruikt voor navigeren in menu’s en instellen van parameters.
3 Verlichting / aan/uit toets. Indrukken voor dialoogvenster verlichting. 3 seconden
ingedrukt houden om het apparaat AAN/UIT te zetten.
4 Koersknop. In menu’s en dialoogvensters draaien om menuoptie te selecteren en
waarde in te stellen.
In FU modus; draaien om roerhoek in te stellen.
In AUTO en NoDrift modus; ingestelde vaarrichting wijzigen/koers instellen.
5
Bakboord/annuleren toets. In menu’s: indrukken om naar vorig menuniveau terug te
gaan.
In STBY en FU modus; indrukken om naar NFU besturing te gaan.
In AUTO en NoDrift modus; indrukken om ingestelde vaarrichting te wijzigen/koers op
bakboord zetten
6 Stuurboord/bevestigen toets. In menu’s; indrukken om menukeuze te bevestigen/naar
volgende menuniveau gaan.
In STBY en FU modus; indrukken om naar NFU besturing te gaan.
In AUTO en NoDrift modus; indrukken om ingestelde vaarrichting te wijzigen/koers op
stuurboord zetten.
7 Werk profiel/thruster toets. 3 seconden ingedrukt houden om beschikbare thrusters te
activeren.
In STBY modus; indrukken om naar AUTO modus te gaan met actief WORK profiel.
I
n AUTO, NAV, NoDrift modus; indrukken om te wisselen tussen NORMAL en WORK
profiel.
8 Turn toets. Indrukken om het dialoogvenster wenden weer te geven.
9 Modus toetsen. Indrukken om op toets aangegeven modus te activeren.
NL