Op zeilboten dient de overgangssnelheid te worden ingesteld
op 3-4 knopen om de beste respons bij een overstag te krijgen
• Hoog/laag
-
Roerversterking: deze parameter bepaalt de verhouding tussen
het opgegeven roer en de koersfout. Hoe hoger deze waarde,
hoe meer roer er wordt gebruikt. Als de waarde te laag is, duurt
het lang om een koersfout te compenseren en kan de
stuurautomaat geen stabiele koers aanhouden. Als de waarde
te groot is, neemt de overschrijding toe en wordt de sturing
instabiel.
- Tegenroer: verhouding tussen wijziging in koersfout en
roerkracht. Een hoger tegenroer zorgt ervoor dat de roerkracht
bij het naderen van de ingestelde koers sneller afneemt
- Autotrim: bepaalt de roerkracht van de stuurautomaat om te
compenseren voor een constante koersafwijking, bijvoorbeeld
veroorzaakt door externe krachten, zoals wind of stroming. Hoe
lager de automatische koerscorrectie, hoe sneller een
constante koersafwijking wordt tenietgedaan
- Snelheidslimiet: de snelheid waarmee het schip draait in
graden per minuut
• Min. roer: sommige boten kunnen de neiging hebben niet te
reageren op kleine roercommando's tijdens een koers vanwege
een klein roer, de dode zone van het roer, rondkolkend water dat
langs het roer stroomt of omdat het een waterjetboot is met een
enkele spuitmond. Door het handmatig aanpassen van de
minimale roerfunctie kan de koers bij sommige boten beter
worden aangehouden. De roeractiviteit zal daardoor echter
toenemen.
• Min. windhoek stuurboord/Min. windhoek bakboord: dit is de
minimale schijnbare windhoek die zorgt voor goed gevormde
zeilen en een aanvaardbare stuwkracht. Deze parameters
verschilt van boot tot boot. De instelling geldt voor de functie die
overstag voorkomt. Het is ook van toepassing als de
stuurautomaat functioneert in WindNAV-modus. U kunt
verschillende minimale windhoeken selecteren voor bakboord
en stuurboord. Er zal rekening gehouden worden met het
verschil tussen bakboord en stuurboord bij het berekenen van de
afstand tot de draai (DTT).
46
Software installeren| AP48 Gebruikershandleiding