het compenseren van een koersfout te lang, waardoor de
stuurautomaat niet de juiste koers kan aanhouden. Als de
waarde te groot is, neemt de overschrijding toe en wordt de
sturing instabiel.
-
Tegenroer: verhouding tussen wijziging in koersfout en
roerkracht. Een hoger tegenroer zorgt ervoor dat de roerkracht
bij het naderen van de ingestelde koers sneller afneemt
- Autotrim: bepaalt de roerkracht van de stuurautomaat om te
compenseren voor een constante koersafwijking, bijvoorbeeld
veroorzaakt door externe krachten, zoals wind of stroming. Een
lagere autotrim zorgt ervoor dat een constante koersafwijking
sneller ongedaan wordt gemaakt
- Snelheidslimiet: de snelheid waarmee het schip draait in
graden per minuut
• Min. roer: sommige boten kunnen de neiging hebben niet te
reageren op kleine roercommando's tijdens een koers vanwege
een klein roer, de dode zone van het roer, rondkolkend water dat
langs het roer stroomt of omdat het een waterjetboot is met een
enkele spuitmond. Door het handmatig aanpassen van de
minimale roerfunctie kan de koers bij sommige boten beter
worden aangehouden. De roeractiviteit zal daardoor echter
toenemen.
• Min. windhoek stuurboord/Min. windhoek bakboord: dit is de
minimale schijnbare windhoek die zorgt voor goed gevormde
zeilen en een aanvaardbare stuwkracht. Deze parameters
verschilt van boot tot boot. De instelling geldt voor de functie die
overstag voorkomt. Het is ook van toepassing als de
stuurautomaat functioneert in WindNAV-modus. U kunt
verschillende minimale windhoeken selecteren voor bakboord
en stuurboord. Er zal rekening gehouden worden met het
verschil tussen bakboord en stuurboord bij het berekenen van de
afstand tot de draai (DTT).
• Navigatiewijzigingslimiet: bepaalt de limieten voor de
koerswijziging naar het volgende waypoint in een route. Als de
koerswijziging groter is dan deze ingestelde limiet, wordt u
gevraagd te bevestigen dat de aankomende koerswijziging
acceptabel is
Stuurautomaat | IS42 Gebruikershandleiding
53