Bosch PKS 40 Handleiding

Categorie
Verstekzagen
Type
Handleiding
Nederlands1
2 609 001 819 29.6.06
Algemene veiligheidswaar-
schuwingen voor elektrische
gereedschappen
Lees alle veiligheids-
waarschuwingen en alle
voorschriften. Als de waarschuwingen en voorschrif-
ten niet worden opgevolgd, kan dit een elektrische
schok, brand of ernstig letsel tot gevolg hebben.
Bewaar alle waarschuwingen en voorschriften
voor toekomstig gebruik.
Het in de waarschuwingen gebruikte begrip „elektrisch
gereedschap” heeft betrekking op elektrische gereed-
schappen voor gebruik op het stroomnet (met nets-
noer) en op elektrische gereedschappen voor gebruik
met een accu (zonder netsnoer).
1) Veiligheid van de werkomgeving
a) Houd uw werkomgeving schoon en goed
verlicht. Een rommelige of onverlichte werkom-
geving kan tot ongevallen leiden.
b) Werk met het elektrische gereedschap niet
in een omgeving met explosiegevaar
waarin zich brandbare vloeistoffen, brand-
bare gassen of brandbaar stof bevinden.
Elektrische gereedschappen veroorzaken von-
ken die het stof of de dampen tot ontsteking kun-
nen brengen.
c) Houd kinderen en andere personen tijdens
het gebruik van het elektrische gereed-
schap uit de buurt. Wanneer u wordt afgeleid,
kunt u de controle over het gereedschap verlie-
zen.
2) Elektrische veiligheid
a) De aansluitstekker van het elektrische
gereedschap moet in het stopcontact pas-
sen. De stekker mag in geen geval worden
veranderd. Gebruik geen adapterstekkers
in combinatie met geaarde elektrische
gereedschappen. Onveranderde stekkers en
passende stopcontacten beperken het risico
van een elektrische schok.
b) Voorkom aanraking van het lichaam met
geaarde oppervlakken, bijvoorbeeld van
buizen, verwarmingen, fornuizen en koel-
kasten. Er bestaat een verhoogd risico door
een elektrische schok wanneer uw lichaam
geaard is.
c) Houd het gereedschap uit de buurt van
regen en vocht. Het binnendringen van water
in het elektrische gereedschap vergroot het
risico van een elektrische schok.
d) Gebruik de kabel niet voor een verkeerd
doel, om het elektrische gereedschap te
dragen of op te hangen of om de stekker
uit het stopcontact te trekken. Houd de
kabel uit de buurt van hitte, olie, scherpe
randen en bewegende gereedschapdelen.
Beschadigde of in de war geraakte kabels ver-
groten het risico van een elektrische schok.
e) Wanneer u buitenshuis met elektrisch
gereedschap werkt, dient u alleen verleng-
kabels te gebruiken die voor gebruik bui-
tenshuis zijn goedgekeurd. Het gebruik van
een voor gebruik buitenshuis geschikte verleng-
kabel beperkt het risico van een elektrische
schok.
f) Als het gebruik van het elektrische gereed-
schap in een vochtige omgeving onvermij-
delijk is, dient u een aardlekschakelaar te
gebruiken. Het gebruik van een aardlekschake-
laar vermindert het risico van een elektrische
schok.
3) Veiligheid van personen
a) Wees alert, let goed op wat u doet en ga
met verstand te werk bij het gebruik van
het elektrische gereedschap. Gebruik geen
elektrisch gereedschap wanneer u moe
bent of onder invloed staat van drugs,
alcohol of medicijnen. Een moment van onop-
lettendheid bij het gebruik van het elektrische
gereedschap kan tot ernstige verwondingen lei-
den.
b) Draag persoonlijke beschermende uitrus-
ting. Draag altijd een veiligheidsbril. Het
dragen van persoonlijke beschermende uitrus-
ting zoals een stofmasker, slipvaste werkschoe-
nen, een veiligheidshelm of gehoorbescherming,
afhankelijk van de aard en het gebruik van het
elektrische gereedschap, vermindert het risico
van verwondingen.
c) Voorkom per ongeluk inschakelen. Con-
troleer dat het elektrische gereedschap
uitgeschakeld is voordat u de stekker in
het stopcontact steekt of de accu aansluit
en voordat u het gereedschap oppakt of
draagt. Wanneer u bij het dragen van het elek-
trische gereedschap uw vinger aan de schake-
laar hebt of wanneer u het gereedschap
ingeschakeld op de stroomvoorziening aansluit,
kan dit tot ongevallen leiden.
d) Verwijder instelgereedschappen of
schroefsleutels voordat u het elektrische
gereedschap inschakelt. Een instelgereed-
schap of sleutel in een draaiend deel van het
gereedschap kan tot verwondingen leiden.
WAARSCHUWING
OBJ_BUCH-179-002.book Page 1 Thursday, June 29, 2006 11:08 AM
Nederlands2
2 609 001 819 29.6.06
e) Voorkom een onevenwichtige lichaams-
houding. Zorg ervoor dat u stevig staat en
steeds in evenwicht blijft. Daardoor kunt u
het elektrische gereedschap in onverwachte
situaties beter onder controle houden.
f) Draag geschikte kleding. Draag geen los-
hangende kleding of sieraden. Houd
haren, kleding en handschoenen uit de
buurt van bewegende delen. Loshangende
kleding, lange haren en sieraden kunnen door
bewegende delen worden meegenomen.
g) Wanneer stofafzuigings- of stofopvang-
voorzieningen kunnen worden gemon-
teerd, dient u zich ervan te verzekeren dat
deze zijn aangesloten en juist worden
gebruikt. Het gebruik van een stofafzuiging
beperkt het gevaar door stof.
4) Zorgvuldige omgang met en zorgvuldig
gebruik van elektrische gereedschappen
a) Overbelast het gereedschap niet. Gebruik
voor uw werkzaamheden het daarvoor
bestemde elektrische gereedschap. Met het
passende elektrische gereedschap werkt u
beter en veiliger binnen het aangegeven capaci-
teitsbereik.
b) Gebruik geen elektrisch gereedschap
waarvan de schakelaar defect is. Elektrisch
gereedschap dat niet meer kan worden in- of uit-
geschakeld, is gevaarlijk en moet worden gere-
pareerd.
c) Trek de stekker uit het stopcontact of
neem de accu uit het elektrische gereed-
schap voordat u het gereedschap instelt,
toebehoren wisselt of het gereedschap
weglegt. Deze voorzorgsmaatregel voorkomt
onbedoeld starten van het elektrische gereed-
schap.
d) Bewaar niet-gebruikte elektrische gereed-
schappen buiten bereik van kinderen. Laat
het gereedschap niet gebruiken door per-
sonen die er niet mee vertrouwd zijn en
deze aanwijzingen niet hebben gelezen.
Elektrische gereedschappen zijn gevaarlijk wan-
neer deze door onervaren personen worden
gebruikt.
e) Verzorg het elektrische gereedschap zorg-
vuldig. Controleer of bewegende delen van
het gereedschap correct functioneren en
niet vastklemmen en of onderdelen zoda-
nig gebroken of beschadigd zijn dat de
werking van het elektrische gereedschap
nadelig wordt beïnvloed. Laat deze
beschadigde onderdelen voor het gebruik
repareren. Veel ongevallen hebben hun oor-
zaak in slecht onderhouden elektrische gereed-
schappen.
f) Houd snijdende inzetgereedschappen
scherp en schoon. Zorgvuldig onderhouden
snijdende inzetgereedschappen met scherpe
snijkanten klemmen minder snel vast en zijn
gemakkelijker te geleiden.
g) Gebruik elektrisch gereedschap, toebeho-
ren, inzetgereedschappen en dergelijke
volgens deze aanwijzingen. Let daarbij op
de arbeidsomstandigheden en de uit te
voeren werkzaamheden. Het gebruik van
elektrische gereedschappen voor andere dan de
voorziene toepassingen kan tot gevaarlijke situa-
ties leiden.
5) Service
a) Laat het elektrische gereedschap alleen
repareren door gekwalificeerd en vakkun-
dig personeel en alleen met originele ver-
vangingsonderdelen. Daarmee wordt
gewaarborgd dat de veiligheid van het gereed-
schap in stand blijft.
Gereedschapspecifieke
veiligheidsvoorschriften
f GEVAAR: Houd uw handen uit de buurt van de
zaagomgeving en het zaagblad. Houd met uw
andere hand de extra handgreep of het
motorhuis vast. Als u de zaagmachine met beide
handen vasthoudt, kunnen uw handen niet door het
zaagblad verwond worden.
f Grijp niet onder het werkstuk. De beschermkap
kan u onder het werkstuk niet tegen het zaagblad
beschermen.
f Pas de zaagdiepte aan de dikte van het werk-
stuk aan. Er dient minder dan een volledige tand-
hoogte onder het werkstuk zichtbaar te zijn.
f Houdt het te zagen werkstuk nooit in uw hand
of op uw been vast. Zet het werkstuk op een
stabiele ondergrond vast. Het is belangrijk om
het werkstuk goed te bevestigen, om het gevaar van
contact met het lichaam, vastklemmen van het zaag-
blad of verlies van de controle te minimaliseren.
f Houd het elektrische gereedschap alleen vast
aan de geïsoleerde greepvlakken als u werk-
zaamheden uitvoert waarbij het inzetgereed-
schap verborgen stroomleidingen of de eigen
netkabel kan raken. Contact met een onder
spanning staande leiding zet ook de metalen delen
van het elektrische gereedschap onder spanning en
leidt tot een elektrische schok.
f Gebruik bij het schulpen altijd een aanslag of
een rechte randgeleiding. Dit verbetert de zaag-
nauwkeurigheid en verkleint de mogelijkheid dat het
zaagblad vastklemt.
OBJ_BUCH-179-002.book Page 2 Thursday, June 29, 2006 11:08 AM
Nederlands3
2 609 001 819 29.6.06
f Gebruik altijd zaagbladen met de juiste maat
en met een passende vorm van het opname-
boorgat (bijv. stervormig of rond). Zaagbladen
die niet bij de montagedelen van de zaagmachine
passen, lopen niet rond en leiden tot het verliezen
van de controle.
f Gebruik nooit beschadigde of verkeerde
onderlegringen of schroeven voor het zaag-
blad. De onderlegringen en schroeven voor het
zaagblad zijn speciaal geconstrueerd voor deze
zaagmachine, voor optimaal vermogen en optimale
bedrijfszekerheid.
f Oorzaken en voorkoming van een terugslag:
Een terugslag is de plotselinge reactie als gevolg
van een vasthakend, vastklemmend of verkeerd
gericht zaagblad. Deze reactie leidt ertoe dat een
ongecontroleerde zaagmachine uit het werkstuk
omhoogkomt en in de richting van de bedienende
persoon beweegt.
– Als het zaagblad in de zich sluitende zaaggroef
vasthaakt of vastklemt, wordt het geblokkeerd en
slaat de motorkracht de zaagmachine in de richting
van de bedienende persoon terug.
Als het zaagblad in de zaagopening wordt
gedraaid of verkeerd wordt gericht, kunnen de tan-
den van de achterste zaagbladrand in het oppervlak
van het werkstuk vasthaken, waardoor het zaagblad
uit de zaagopening beweegt en achteruitspringt in
de richting van de bedienende persoon.
Een terugslag is het gevolg van het verkeerd
gebruik of onjuiste gebruiksomstandigheden van de
zaagmachine. Terugslag kan worden voorkomen
door geschikte voorzorgsmaatregelen, zoals hieron-
der beschreven.
f Houd de zaagmachine met beide handen vast
en breng uw armen in een stand waarin u de
terugslagkrachten kunt opvangen. Blijf altijd
opzij van het zaagblad en breng het zaagblad
nooit op één lijn met uw lichaam. Bij een terug-
slag kan de zaagmachine naar achteren springen.
De bedienende persoon kan de terugslagkrachten
echter door geschikte voorzorgsmaatregelen
beheersen.
f Als het zaagblad vastklemt of als u de werk-
zaamheden onderbreekt, schakelt u de zaag-
machine uit en houdt u deze rustig in het
materiaal totdat het zaagblad tot stilstand is
gekomen. Probeer nooit om de zaagmachine
uit het werkstuk te verwijderen of de machine
achteruit te trekken zolang het zaagblad
beweegt. Anders kan er een terugslag optre-
den. Stel de oorzaak van het vastklemmen van het
zaagblad vast en maak deze ongedaan.
f Als u een zaagmachine die in het werkstuk
steekt weer wilt starten, centreert u het zaag-
blad in de zaaggroef en controleert u of de
zaagtanden niet in het werkstuk zijn vastge-
haakt. Als het zaagblad vastklemt, kan het uit het
werkstuk bewegen of een terugslag veroorzaken
wanneer de zaagmachine opnieuw wordt gestart.
f Ondersteun grote platen om het risico van
een terugslag door een vastklemmend zaag-
blad te verminderen. Grote platen kunnen onder
hun eigen gewicht doorbuigen. Platen moeten aan
beide zijden worden ondersteund, zowel in de buurt
van de zaagopening als aan de rand.
f Gebruik geen stompe of beschadigde zaag-
bladen. Zaagbladen met stompe of verkeerd
gerichte tanden veroorzaken door een te nauwe
zaagopening een verhoogde wrijving, vastklemmen
van het zaagblad of terugslag.
f Draai voor het begin van de zaagwerkzaam-
heden de instellingen voor de zaagdiepte en
de zaaghoek vast. Als de instellingen tijdens het
zagen veranderen, kan het zaagblad vastklemmen
en kan er een terugslag optreden.
f Wees bijzonder voorzichtig bij „invallend
zagen” in bestaande muren of andere plaat-
sen zonder voldoende zicht. Het invallende
zaagblad kan bij het zagen in niet-zichtbare voor-
werpen blokkeren en een terugslag veroorzaken.
f Controleer voor elk gebruik of de onderste
beschermkap correct sluit. Gebruik de zaag-
machine niet als de onderste beschermkap
niet vrij kan bewegen en niet onmiddellijk
sluit. Klem of bind de onderste beschermkap
nooit in de geopende stand vast. Als de zaag-
machine op de vloer valt, kan de onderste
beschermkap verbogen worden. Open de
beschermkap met de terugtrekhendel en controleer
dat de kap vrij beweegt en dat deze bij alle zaaghoe-
ken en zaagdiepten het zaagblad of andere delen
niet aanraakt.
f Controleer de functie van de veer voor de
onderste beschermkap. Als de onderste
beschermkap en de veer niet correct werken,
dient u de zaagmachine te laten repareren
voordat u deze gebruikt. Beschadigde delen,
plakkende aanslag of ophoping van spanen laten de
onderste beschermkap vertraagd werken.
f Open de onderste beschermkap alleen met
de hand bij bijzondere zaagwerkzaamheden,
zoals „invallend zagen en haaks zagen”.
Open de onderste beschermkap met de terug-
trekhendel en laat deze los zodra het zaag-
blad in het werkstuk is binnengedrongen. Bij
alle andere zaagwerkzaamheden moet de onderste
beschermkap automatisch werken.
OBJ_BUCH-179-002.book Page 3 Thursday, June 29, 2006 11:08 AM
Nederlands4
2 609 001 819 29.6.06
f Leg de zaagmachine niet op de werkbank of
op de vloer zonder dat de onderste bescherm-
kap het zaagblad bedekt. Een onbeschermd uit-
lopend zaagblad beweegt de zaagmachine tegen
de zaagrichting en zaagt wat er in de weg komt. Let
op de uitlooptijd van de zaagmachine.
f Gebruik een spouwmes dat bij het ingezette
zaagblad past. Het spouwmes moet dikker zijn
dan het zaagblad, maar dunner dan de tandbreedte
van het blad.
f Stel het spouwmes in zoals in de gebruiks-
aanwijzing beschreven. Verkeerde dikte, positie
en richting kunnen er de oorzaak van zijn dat het
spouwmes een terugslag niet effectief voorkomt.
f Gebruik altijd het spouwmes, behalve bij
invallend zagen. Monteer het spouwmes na het
invallend zagen weer. Het spouwmes stoort bij
invallend zagen en kan een terugslag veroorzaken.
f Het spouwmes moet zich in de zaagopening
bevinden om goed te kunnen werken. Bij kort
zagen is het spouwmes niet werkzaam om een
terugslag te voorkomen.
f Gebruik de zaagmachine niet met een verbo-
gen spouwmes. Reeds een geringe storing kan
het sluiten van de beschermkap verlangzamen.
f Grijp niet met uw handen in de spaanafvoer. U
kunt zich aan ronddraaiende delen verwonden.
f Werk met de zaagmachine niet boven uw
hoofd. Zo heeft u geen voldoende controle over
het elektrische gereedschap.
f Gebruik een geschikt detectieapparaat om
verborgen stroom-, gas- of waterleidingen op
te sporen of raadpleeg het plaatselijke ener-
gie- of waterleidingbedrijf. Contact met elektri-
sche leidingen kan tot brand of een elektrische
schok leiden. Beschadiging van een gasleiding kan
tot een explosie leiden. Breuk van een waterleiding
veroorzaakt materiële schade en kan een elektri-
sche schok veroorzaken.
f Gebruik het elektrische gereedschap niet sta-
tionair. Het is niet geconstrueerd voor gebruik met
een zaagtafel.
f Gebruik geen zaagbladen van HSS-staal. Der-
gelijke zaagbladen kunnen gemakkelijk breken.
f Houd het elektrische gereedschap tijdens de
werkzaamheden stevig met beide handen
vast en zorg ervoor dat u stevig staat. Het elek-
trische gereedschap wordt met twee handen veili-
ger geleid.
f Zet het werkstuk vast. Een met spanvoorzienin-
gen of een bankschroef vastgehouden werkstuk
wordt beter vastgehouden dan u met uw hand kunt
doen.
f Bewerk geen asbesthoudend materiaal.
Asbest geldt als kankerverwekkend.
f Tref veiligheidsmaatregelen wanneer er bij
werkzaamheden stoffen kunnen ontstaan die
schadelijk voor de gezondheid, brandbaar of
explosief zijn. Bijvoorbeeld: sommige soorten stof
gelden als kankerverwekkend. Draag een stofmas-
ker en gebruik een afzuiging voor stof en spanen, als
deze kan worden aangesloten.
f Wacht tot het elektrische gereedschap tot
stilstand is gekomen voordat u het neerlegt.
Het inzetgereedschap kan vasthaken en dit kan tot
het verlies van de controle over het elektrische
gereedschap leiden.
f Gebruik het elektrische gereedschap niet met
een beschadigde kabel. Raak de beschadigde
kabel niet aan en trek de stekker uit het stop-
contact als de kabel tijdens de werkzaamhe-
den wordt beschadigd. Beschadigde kabels
vergroten het risico van een elektrische schok.
f Sluit elektrische gereedschappen die bui-
tenshuis worden gebruikt aan via een aard-
lekschakelaar.
Functiebeschrijving
Lees alle veiligheidswaarschuwin-
gen en alle voorschriften. Als de waar-
schuwingen en voorschriften niet worden
opgevolgd, kan dit een elektrische schok,
brand of ernstig letsel tot gevolg hebben.
Gebruik volgens bestemming
De machine is bestemd voor het met een vaste steun
en een recht verlopende zaaglijn schulpen, afkorten en
tot 45° verstek zagen in hout.
Afgebeelde componenten
De componenten zijn genummerd zoals op de afbeel-
ding van het elektrische gereedschap op de pagina met
afbeeldingen.
1 Aan/uit-schakelaar
2 Inschakelblokkering voor aan/uit-schakelaar
3 Inbussleutel
4 Extra handgreep
5 Schaalverdeling verstekhoek
6 Vleugelschroef voor voorkeuze verstekhoek
7 Vleugelschroef voor parallelgeleider
8 Zaagmarkering 45°
9 Zaagmarkering 0°
10 Parallelgeleider
11 Pendelbeschermkap
12 Spouwmes
13 Voetplaat
OBJ_BUCH-179-002.book Page 4 Thursday, June 29, 2006 11:08 AM
Nederlands5
2 609 001 819 29.6.06
14 Vleugelschroef voor voorkeuze zaagdiepte
15 Zaagdiepteschaalverdeling
16 Beschermkap
17 Spaanafvoer
18 Spanschroef met ring
19 Steeksleutel sleutelwijdte 22 mm*
20 Spanflens
21 Cirkelzaagblad*
22 Opnameflens
23 Motoras
24 Schroef voor spouwmesbevestiging
25 Paar lijmklemmen*
26 Geleidingsrailadapter*
27 Geleidingsrail*
28 Verbindingsstuk*
29 Afzuigslang*
* Niet elk afgebeeld en beschreven toebehoren wordt
standaard meegeleverd.
Technische gegevens
Informatie over geluid en trillingen
Meetwaarden bepaald volgens EN 60745.
Het A-gewogen geluidsniveau van het gereedschap
bedraagt kenmerkend: geluidsdrukniveau 97 dB(A);
geluidsvermogenniveau 108 dB(A). Onzekerheid
K=3 dB.
Draag een gehoorbescherming.
De gewogen versnelling bedraagt kenmerkend
3,5 m/s
2
.
Het in deze gebruiksaanwij-
zing vermelde trillingsniveau
is gemeten met een volgens EN 60745 genormeerde
meetmethode en kan worden gebruikt voor het vergelij-
ken van gereedschappen.
Het trillingsniveau verandert afhankelijk van het gebruik
van het elektrische gereedschap en kan in sommige
gevallen boven de in deze gebruiksaanwijzing aange-
geven waarde liggen. De trillingsbelasting kan onder-
schat worden als het elektrische gereedschap
regelmatig op dergelijke wijze wordt gebruikt.
Opmerking: Voor een nauwkeurige schatting van de
trillingsbelasting tijdens een bepaalde arbeidsperiode
moet ook rekening worden gehouden met de tijd
waarin het gereedschap uitgeschakeld is, of waarin het
gereedschap wel loopt, maar niet werkelijk wordt
gebruikt. Dit kan de trillingsbelasting gedurende de
gehele arbeidsperiode duidelijk verminderen.
Conformiteitsverklaring
Wij verklaren als alleen verantwoordelijke dat dit pro-
duct voldoet aan de volgende normen en normatieve
documenten: EN 60745 volgens de bepalingen van de
richtlijnen 89/336/EEG, 98/37/EG.
Robert Bosch GmbH, Power Tools Division
Montage
Cirkelzaagblad inzetten of vervangen
f Trek altijd voor werkzaamheden aan het elek-
trische gereedschap de stekker uit het stop-
contact.
f Draag werkhandschoenen bij de montage van
het zaagblad. Bij het aanraken van het zaagblad
bestaat verwondingsgevaar.
Cirkelzaag PKS 40
Zaaknummer 3.603 C28 0..
Opgenomen vermogen W 600
Afgegeven vermogen W 350
Onbelast toerental min
-1
4500
Max. belast toerental min
-1
2450
Max. spouwmesdikte mm 1,5
Max. zaagdiepte
bij verstekhoek 0°
bij verstekhoek 45°
mm
mm
40
26
Afmetingen voetplaat mm 120 x 260
Max. zaagbladdiameter mm 130
Min. zaagbladdiameter mm 122
Max. zaagbladdikte mm 1,4
Max. tanddikte/-zetting mm 2,7
Min. tanddikte/-zetting mm 1,7
Opnameboorgat mm 16
Gewicht volgens
EPTA-Procedure 01/2003
kg 2,4
Isolatieklasse / II
Gegevens gelden voor nominale spanningen [U] 230/240 V.
Bij lagere spanningen en bij per land verschillende uitvoerin-
gen kunnen deze gegevens afwijken.
Let op het zaaknummer op het typeplaatje van het elektrische
gereedschap. De handelsbenamingen van sommige elektri-
sche gereedschappen kunnen afwijken.
Dr. Egbert Schneider
Senior Vice President
Engineering
Dr. Eckerhard Strötgen
Head of Product
Certification
WAARSCHUWING
OBJ_BUCH-179-002.book Page 5 Thursday, June 29, 2006 11:08 AM
Nederlands6
2 609 001 819 29.6.06
f Gebruik alleen zaagbladen die voldoen aan
de in deze gebruiksaanwijzing aangegeven
eisen.
f Gebruik in geen geval slijpschijven als inzet-
gereedschap.
Zaagblad kiezen
Een overzicht van geadviseerde zaagbladen vindt u aan
het einde van deze gebruiksaanwijzing.
Zaagblad demonteren (zie afbeelding A)
Draai de pendelbeschermkap 11 terug en houd
deze vast.
Houd de spanflens 20 met een steeksleutel 19
(sleutelwijdte 22 mm) vast of zet het zaagblad 21 op
een stuk hout.
Draai met de inbussleutel 3 de spanschroef 18 naar
buiten.
Neem de spanflens 20 en het zaagblad 21 van de
motoras 23.
Zaagblad monteren (zie afbeelding A)
Reinig het zaagblad 21 en alle te monteren spande-
len.
Draai de pendelbeschermkap 11 terug en houd
deze vast.
Zet het zaagblad 21 op de opnameflens 22. De
zaagrichting van de tanden (pijlrichting op het zaag-
blad) en draairichtingspijl op de beschermkap 16
moeten overeenkomen.
Breng de spanflens 20 aan en draai de spanschroef
18 in. Let op de juiste inbouwpositie van opna-
meflens 22 en spanflens 20.
Houd de spanflens 20 met een steeksleutel 19
(sleutelwijdte 22 mm) vast of zet het zaagblad 21 op
een stuk hout.
Draai met de inbussleutel 3 de spanschroef 18 vast.
Het aandraaimoment moet 69 Nm bedragen, dat
komt overeen met handvast plus een ¼ slag.
Spouwmes instellen (zie afbeelding B)
f Trek altijd voor werkzaamheden aan het elek-
trische gereedschap de stekker uit het stop-
contact.
f Gebruik altijd het spouwmes, behalve bij
invallend zagen. Het spouwmes voorkomt vast-
klemmen van het zaagblad bij het zagen.
De instelling vindt plaats bij maximale zaagdiepte, zie
het gedeelte „Zaagdiepte instellen”.
Draai de schroef 24 los, stel het spouwmes 12 op de in
de afbeelding aangegeven maat en draai de schroef 24
weer vast.
Afzuiging van stof en spanen
f Trek altijd voor werkzaamheden aan het elek-
trische gereedschap de stekker uit het stop-
contact.
Externe afzuiging
Steek een afzuigslang 29 (toebehoren) op de spaanaf-
voer 17. Verbind de afzuigslang 29 met een stofzuiger
(toebehoren). Een overzicht van aansluitingen op ver-
schillende stofzuigers vindt u aan het einde van deze
gebruiksaanwijzing.
Het elektrische gereedshcap kan rechtstreeks worden
aangesloten op het stopcontact van een Bosch-all-
roundzuiger met afstandsbediening. Deze wordt bij het
inschakelen van het elektrische gereedschap automa-
tisch gestart.
De stofzuiger moet geschikt zijn voor het te bewerken
materiaal.
Gebruik bij het afzuigen van voor de gezondheid bijzon-
der gevaarlijk, kankerverwekkend of droog stof een
speciale zuiger.
Eigen afzuiging met stofzak
Bij kleine werkzaamheden kunt u een stofzak (toebeho-
ren) aansluiten. Steek de stofzakaansluiting stevig in
de spaanafvoer 17. Maak de stofzak op tijd leeg, zodat
de stofopname optimaal blijft.
Gebruik
Functies
f Trek altijd voor werkzaamheden aan het elek-
trische gereedschap de stekker uit het stop-
contact.
Zaagdiepte instellen (zie afbeelding C)
f Pas de zaagdiepte aan de dikte van het werk-
stuk aan. Er dient minder dan een volledige tand-
hoogte onder het werkstuk zichtbaar te zijn.
Draai de vleugelschroef 14 los. Voor een kleinere zaag-
diepte trekt u de zaag van de voetplaat 13 weg, voor
een grotere zaagdiepte duwt u de zaag naar de voet-
plaat 13 toe. Stel de gewenste maat op de zaagdiepte-
schaalverdeling in. Draai de vleugelschroef 14 weer
vast.
Verstekhoek instellen
Draai de vleugelschroef 6 los. Draai de zaag opzij. Stel
de gewenste maat op de schaalverdeling 5 in. Draai de
vleugelschroef 6 weer vast.
Opmerking: Bij het verstekzagen is de zaagdiepte
kleiner dan de op de zaagdiepteschaalverdeling 15
aangeven waarde.
OBJ_BUCH-179-002.book Page 6 Thursday, June 29, 2006 11:08 AM
Nederlands7
2 609 001 819 29.6.06
Zaagmarkeringen
De zaagmarkering 0° (9) geeft de stand van het zaag-
blad bij haaks zagen aan. De zaagmarkering 45° (8)
geeft de stand van het zaagblad bij het zagen onder
een hoek van 45° aan.
Zet de cirkelzaag zoals in de afbeelding aangegeven
tegen het werkstuk om maatzuiver te zagen. U kunt het
best eerst proefzagen.
Ingebruikneming
f Let op de netspanning! De spanning van de
stroombron moet overeenkomen met de
gegevens op het typeplaatje van het elektri-
sche gereedschap. Met 230 V aangeduide
elektrische gereedschappen kunnen ook met
220 V worden gebruikt.
In- en uitschakelen
Als u het elektrische gereedschap wilt inschakelen
bedient u eerst de inschakelblokkering 2 en drukt u
vervolgens de aan/uit-schakelaar 1 in en houdt u deze
ingedrukt.
Als u het elektrische gereedschap wilt uitschakelen
laat u de aan-/uitschakelaar 1 los.
Opmerking: Om veiligheidsredenen kan de aan-/uit-
schakelaar 1 van de machine niet worden vergrendeld,
maar moet deze tijdens het gebruik voortdurend inge-
drukt blijven.
Tips voor de werkzaamheden
Bescherm de zaagbladen tegen schokken en stoten.
Geleid het elektrische gereedschap gelijkmatig en licht
duwend in de zaagrichting. Te sterk duwen vermindert
de levensduur van de inzetgereedschappen aanzienlijk
en kan het elektrische gereedschap schaden.
De zaagcapaciteit en de zaagkwaliteit zijn in belangrijke
mate afhankelijk van de toestand en de tandvorm van
het zaagblad. Gebruik daarom alleen scherpe en voor
het te bewerken materiaal geschikte zaagbladen.
Hout zagen
De juiste keuze van het zaagblad is afhankelijk van de
houtsoort en houtkwaliteit en van de vraag of er moet
worden geschulpt of afgekort.
Bij het in de lengte zagen van vurenhout ontstaan
lange, spiraalvormige spanen.
Beuken- en eikenhoutstof is bijzonder gevaarlijk voor
de gezondheid. Werk daarom alleen met stofafzuiging.
Zagen met parallelgeleider (zie afbeelding D)
Met de parallelgeleider 10 kunt u nauwkeurig zagen
langs een werkstukrand en stroken op dezelfde maat
zagen.
Draai de vleugelschroef 7 los en schuif de schaalverde-
ling van de parallelgeleider 10 door de geleiding in de
voetplaat 13. Stel de gewenste zaagbreedte als schaal-
verdelingswaarde bij de desbetreffende zaagmarkering
9 of 8 in, zie het gedeelte „Zaagmarkeringen”. Draai de
vleugelschroef 7 weer vast.
Zagen met hulpgeleider (zie afbeelding E)
Voor het bewerken van grote werkstukken of het zagen
van rechte randen kunt u een plank of een plint als hulp-
geleider op het werkstuk bevestigen en de cirkelzaag
met de voetplaat langs de hulpgeleider bewegen.
Zagen met geleidingsrail (zie afbeelding G)
Met de geleidingsrail 27 kunt u in een rechte lijn zagen.
De hechtlaag voorkomt wegglijden van de geleidings-
rail en beschermt het werkstukoppervlak. Dankzij de
laag op de geleidingsrail glijdt het elektrische gereed-
schap gemakkelijk.
De rubber rand langs de geleidingsrail biedt een antis-
plinterbeveiliging die bij het zagen van houtmaterialen
uitsplinteren van het oppervlak voorkomt. Het zaagblad
moet daarvoor met de tanden vlak tegen de rubber rand
liggen.
Voor werkzaamheden met de geleidingsrail 27 is de
geleidingsrailadapter 26 vereist. De geleidingsrailadap-
ter 26 wordt net als de parallelgeleider 10 gemonteerd.
Voor nauwkeurig zagen met de geleidingsrail 27 zijn de
volgende stappen vereist:
Plaats de geleidingsrail 27 aan de zijkant uitstekend
op het werkstuk. Let erop dat de zijde met de rubber
lip naar het zaagblad gericht is.
Plaats de cirkelzaag met de voorgemonteerde gelei-
dingsrailadapter 26 op de geleidingsrail 27.
0°45°
0°45°
OBJ_BUCH-179-002.book Page 7 Thursday, June 29, 2006 11:08 AM
Nederlands8
2 609 001 819 29.6.06
Stel de gewenste zaaghoek en verstekhoek in. Let
op de markeringen op de geleidingsrailadapter 26
voor de voorinstelling bij verschillende verstekhoe-
ken, zie afbeelding F.
Stel de cirkelzaag met de geleidingsrailadapter zo
af dat het zaagblad 21 met de tanden de rubberlip
raakt. De positie van het zaagblad 21 is afhankelijk
van de gekozen zaaghoek. Zaag niet in de gelei-
dingsrail.
Draai de vleugelschroef 7 vast om de positie van de
geleidingsrailadapter vast te zetten.
Til de cirkelzaag met de voorgemonteerde gelei-
dingsrailadapter 26 van de geleidingsrail 27.
Stel de geleidingsrail 27 zodanig op het werkstuk af
dat de rubber lip de gewenste zaagrand nauwkeurig
raakt.
De geleidingsrail 27 mag aan de aan te zagen
kant van het werkstuk niet uitsteken.
Bevestig de geleidingsrail 27 op het werkstuk met
geschikte spanvoorzieningen, bijvoorbeeld lijm-
klemmen. Plaats het elektrische gereedschap met
de gemonteerde geleidingsrailadapter 26 op de
geleidingsrail.
Schakel het elektrische gereedschap in en geleid
het gelijkmatig en licht duwend in de zaagrichting.
Met het verbindingsstuk 28 kunnen twee geleidings-
rails worden gecombineerd. Het spannen gebeurt door
middel van de vier bouten in het verbindingsstuk.
Onderhoud en service
Onderhoud en reiniging
f Trek altijd voor werkzaamheden aan het elek-
trische gereedschap de stekker uit het stop-
contact.
f Houd het elektrische gereedschap en de ven-
tilatieopeningen altijd schoon om goed en
veilig te werken.
De pendelbeschermkap moet altijd vrij kunnen bewe-
gen en vanzelf kunnen sluiten. Houd daarom de omge-
ving rond de pendelbeschermkap altijd schoon.
Verwijder stof en spanen door uitblazen met perslucht
of met een kwast.
Zaagbladen zonder bekledingslaag kunnen door mid-
del van een dunne laag zuurvrije olie worden
beschermd tegen roestaanslag. Verwijder de olie weer
voor het zagen, omdat het hout anders vlekken krijgt.
Hars- of lijmresten op het zaagblad schaden de zaag-
kwaliteit. Reinig daarom zaagbladen meteen na het
gebruik.
Mocht het elektrische gereedschap ondanks zorgvul-
dige fabricage- en testmethoden toch defect raken,
dient de reparatie te worden uitgevoerd door een
erkende klantenservice voor Bosch elektrische gereed-
schappen.
Vermeld bij vragen en bestellingen van vervangingson-
derdelen altijd het uit tien cijfers bestaande zaaknum-
mer volgens het typeplaatje van het elektrische
gereedschap.
Technische dienst en klantenservice
Explosietekeningen en informatie over vervangingson-
derdelen vindt u op:
www.bosch-pt.com
Nederland
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . +31 (0)76/579 54 54
Fax . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . +31 (0)76/579 54 94
E-mail: Gereedschappen@nl.bosch.com
België en Luxemburg
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . +32 (0)70/22 55 65
Fax . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . +32 (0)70/22 55 75
E-mail: Outillage.Ger[email protected]
Afvalverwijdering
Elektrische gereedschappen, toebehoren en verpakkin-
gen moeten op een voor het milieu verantwoorde wijze
worden hergebruikt.
Alleen voor landen van de EU:
Gooi elektrische gereedschappen niet
bij het huisvuil.
Volgens de Europese richtlijn
2002/96/EG over elektrische en elek-
tronische oude apparaten en de omzet-
ting van de richtlijn in nationaal recht
moeten niet meer bruikbare elektrische gereedschap-
pen apart worden ingezameld en op een voor het milieu
verantwoorde wijze worden hergebruikt.
Wijzigingen voorbehouden.
0° 1
-
45°
OBJ_BUCH-179-002.book Page 8 Thursday, June 29, 2006 11:08 AM

Documenttranscriptie

OBJ_BUCH-179-002.book Page 1 Thursday, June 29, 2006 11:08 AM Algemene veiligheidswaarschuwingen voor elektrische gereedschappen WAARSCHUWING Lees alle veiligheidswaarschuwingen en alle voorschriften. Als de waarschuwingen en voorschriften niet worden opgevolgd, kan dit een elektrische schok, brand of ernstig letsel tot gevolg hebben. Bewaar alle waarschuwingen en voorschriften voor toekomstig gebruik. Het in de waarschuwingen gebruikte begrip „elektrisch gereedschap” heeft betrekking op elektrische gereedschappen voor gebruik op het stroomnet (met netsnoer) en op elektrische gereedschappen voor gebruik met een accu (zonder netsnoer). 1) Veiligheid van de werkomgeving a) Houd uw werkomgeving schoon en goed verlicht. Een rommelige of onverlichte werkomgeving kan tot ongevallen leiden. b) Werk met het elektrische gereedschap niet in een omgeving met explosiegevaar waarin zich brandbare vloeistoffen, brandbare gassen of brandbaar stof bevinden. Elektrische gereedschappen veroorzaken vonken die het stof of de dampen tot ontsteking kunnen brengen. c) Houd kinderen en andere personen tijdens het gebruik van het elektrische gereedschap uit de buurt. Wanneer u wordt afgeleid, kunt u de controle over het gereedschap verliezen. 2) Elektrische veiligheid a) De aansluitstekker van het elektrische gereedschap moet in het stopcontact passen. De stekker mag in geen geval worden veranderd. Gebruik geen adapterstekkers in combinatie met geaarde elektrische gereedschappen. Onveranderde stekkers en passende stopcontacten beperken het risico van een elektrische schok. b) Voorkom aanraking van het lichaam met geaarde oppervlakken, bijvoorbeeld van buizen, verwarmingen, fornuizen en koelkasten. Er bestaat een verhoogd risico door een elektrische schok wanneer uw lichaam geaard is. c) Houd het gereedschap uit de buurt van regen en vocht. Het binnendringen van water in het elektrische gereedschap vergroot het risico van een elektrische schok. 2 609 001 819 • 29.6.06 d) Gebruik de kabel niet voor een verkeerd doel, om het elektrische gereedschap te dragen of op te hangen of om de stekker uit het stopcontact te trekken. Houd de kabel uit de buurt van hitte, olie, scherpe randen en bewegende gereedschapdelen. Beschadigde of in de war geraakte kabels vergroten het risico van een elektrische schok. e) Wanneer u buitenshuis met elektrisch gereedschap werkt, dient u alleen verlengkabels te gebruiken die voor gebruik buitenshuis zijn goedgekeurd. Het gebruik van een voor gebruik buitenshuis geschikte verlengkabel beperkt het risico van een elektrische schok. f) Als het gebruik van het elektrische gereedschap in een vochtige omgeving onvermijdelijk is, dient u een aardlekschakelaar te gebruiken. Het gebruik van een aardlekschakelaar vermindert het risico van een elektrische schok. 3) Veiligheid van personen a) Wees alert, let goed op wat u doet en ga met verstand te werk bij het gebruik van het elektrische gereedschap. Gebruik geen elektrisch gereedschap wanneer u moe bent of onder invloed staat van drugs, alcohol of medicijnen. Een moment van onoplettendheid bij het gebruik van het elektrische gereedschap kan tot ernstige verwondingen leiden. b) Draag persoonlijke beschermende uitrusting. Draag altijd een veiligheidsbril. Het dragen van persoonlijke beschermende uitrusting zoals een stofmasker, slipvaste werkschoenen, een veiligheidshelm of gehoorbescherming, afhankelijk van de aard en het gebruik van het elektrische gereedschap, vermindert het risico van verwondingen. c) Voorkom per ongeluk inschakelen. Controleer dat het elektrische gereedschap uitgeschakeld is voordat u de stekker in het stopcontact steekt of de accu aansluit en voordat u het gereedschap oppakt of draagt. Wanneer u bij het dragen van het elektrische gereedschap uw vinger aan de schakelaar hebt of wanneer u het gereedschap ingeschakeld op de stroomvoorziening aansluit, kan dit tot ongevallen leiden. d) Verwijder instelgereedschappen of schroefsleutels voordat u het elektrische gereedschap inschakelt. Een instelgereedschap of sleutel in een draaiend deel van het gereedschap kan tot verwondingen leiden. Nederlands–1 OBJ_BUCH-179-002.book Page 2 Thursday, June 29, 2006 11:08 AM e) Voorkom een onevenwichtige lichaamshouding. Zorg ervoor dat u stevig staat en steeds in evenwicht blijft. Daardoor kunt u het elektrische gereedschap in onverwachte situaties beter onder controle houden. f) Houd snijdende inzetgereedschappen scherp en schoon. Zorgvuldig onderhouden snijdende inzetgereedschappen met scherpe snijkanten klemmen minder snel vast en zijn gemakkelijker te geleiden. f) Draag geschikte kleding. Draag geen loshangende kleding of sieraden. Houd haren, kleding en handschoenen uit de buurt van bewegende delen. Loshangende kleding, lange haren en sieraden kunnen door bewegende delen worden meegenomen. g) Gebruik elektrisch gereedschap, toebehoren, inzetgereedschappen en dergelijke volgens deze aanwijzingen. Let daarbij op de arbeidsomstandigheden en de uit te voeren werkzaamheden. Het gebruik van elektrische gereedschappen voor andere dan de voorziene toepassingen kan tot gevaarlijke situaties leiden. g) Wanneer stofafzuigings- of stofopvangvoorzieningen kunnen worden gemonteerd, dient u zich ervan te verzekeren dat deze zijn aangesloten en juist worden gebruikt. Het gebruik van een stofafzuiging beperkt het gevaar door stof. 4) Zorgvuldige omgang met en zorgvuldig gebruik van elektrische gereedschappen a) Overbelast het gereedschap niet. Gebruik voor uw werkzaamheden het daarvoor bestemde elektrische gereedschap. Met het passende elektrische gereedschap werkt u beter en veiliger binnen het aangegeven capaciteitsbereik. b) Gebruik geen elektrisch gereedschap waarvan de schakelaar defect is. Elektrisch gereedschap dat niet meer kan worden in- of uitgeschakeld, is gevaarlijk en moet worden gerepareerd. c) Trek de stekker uit het stopcontact of neem de accu uit het elektrische gereedschap voordat u het gereedschap instelt, toebehoren wisselt of het gereedschap weglegt. Deze voorzorgsmaatregel voorkomt onbedoeld starten van het elektrische gereedschap. d) Bewaar niet-gebruikte elektrische gereedschappen buiten bereik van kinderen. Laat het gereedschap niet gebruiken door personen die er niet mee vertrouwd zijn en deze aanwijzingen niet hebben gelezen. Elektrische gereedschappen zijn gevaarlijk wanneer deze door onervaren personen worden gebruikt. e) Verzorg het elektrische gereedschap zorgvuldig. Controleer of bewegende delen van het gereedschap correct functioneren en niet vastklemmen en of onderdelen zodanig gebroken of beschadigd zijn dat de werking van het elektrische gereedschap nadelig wordt beïnvloed. Laat deze beschadigde onderdelen voor het gebruik repareren. Veel ongevallen hebben hun oorzaak in slecht onderhouden elektrische gereedschappen. 2 609 001 819 • 29.6.06 5) Service a) Laat het elektrische gereedschap alleen repareren door gekwalificeerd en vakkundig personeel en alleen met originele vervangingsonderdelen. Daarmee wordt gewaarborgd dat de veiligheid van het gereedschap in stand blijft. Gereedschapspecifieke veiligheidsvoorschriften f GEVAAR: Houd uw handen uit de buurt van de zaagomgeving en het zaagblad. Houd met uw andere hand de extra handgreep of het motorhuis vast. Als u de zaagmachine met beide handen vasthoudt, kunnen uw handen niet door het zaagblad verwond worden. f Grijp niet onder het werkstuk. De beschermkap kan u onder het werkstuk niet tegen het zaagblad beschermen. f Pas de zaagdiepte aan de dikte van het werkstuk aan. Er dient minder dan een volledige tandhoogte onder het werkstuk zichtbaar te zijn. f Houdt het te zagen werkstuk nooit in uw hand of op uw been vast. Zet het werkstuk op een stabiele ondergrond vast. Het is belangrijk om het werkstuk goed te bevestigen, om het gevaar van contact met het lichaam, vastklemmen van het zaagblad of verlies van de controle te minimaliseren. f Houd het elektrische gereedschap alleen vast aan de geïsoleerde greepvlakken als u werkzaamheden uitvoert waarbij het inzetgereedschap verborgen stroomleidingen of de eigen netkabel kan raken. Contact met een onder spanning staande leiding zet ook de metalen delen van het elektrische gereedschap onder spanning en leidt tot een elektrische schok. f Gebruik bij het schulpen altijd een aanslag of een rechte randgeleiding. Dit verbetert de zaagnauwkeurigheid en verkleint de mogelijkheid dat het zaagblad vastklemt. Nederlands–2 OBJ_BUCH-179-002.book Page 3 Thursday, June 29, 2006 11:08 AM f Gebruik altijd zaagbladen met de juiste maat en met een passende vorm van het opnameboorgat (bijv. stervormig of rond). Zaagbladen die niet bij de montagedelen van de zaagmachine passen, lopen niet rond en leiden tot het verliezen van de controle. f Gebruik nooit beschadigde of verkeerde onderlegringen of schroeven voor het zaagblad. De onderlegringen en schroeven voor het zaagblad zijn speciaal geconstrueerd voor deze zaagmachine, voor optimaal vermogen en optimale bedrijfszekerheid. f Oorzaken en voorkoming van een terugslag: – Een terugslag is de plotselinge reactie als gevolg van een vasthakend, vastklemmend of verkeerd gericht zaagblad. Deze reactie leidt ertoe dat een ongecontroleerde zaagmachine uit het werkstuk omhoogkomt en in de richting van de bedienende persoon beweegt. – Als het zaagblad in de zich sluitende zaaggroef vasthaakt of vastklemt, wordt het geblokkeerd en slaat de motorkracht de zaagmachine in de richting van de bedienende persoon terug. – Als het zaagblad in de zaagopening wordt gedraaid of verkeerd wordt gericht, kunnen de tanden van de achterste zaagbladrand in het oppervlak van het werkstuk vasthaken, waardoor het zaagblad uit de zaagopening beweegt en achteruitspringt in de richting van de bedienende persoon. Een terugslag is het gevolg van het verkeerd gebruik of onjuiste gebruiksomstandigheden van de zaagmachine. Terugslag kan worden voorkomen door geschikte voorzorgsmaatregelen, zoals hieronder beschreven. f Houd de zaagmachine met beide handen vast en breng uw armen in een stand waarin u de terugslagkrachten kunt opvangen. Blijf altijd opzij van het zaagblad en breng het zaagblad nooit op één lijn met uw lichaam. Bij een terugslag kan de zaagmachine naar achteren springen. De bedienende persoon kan de terugslagkrachten echter door geschikte voorzorgsmaatregelen beheersen. f Als het zaagblad vastklemt of als u de werkzaamheden onderbreekt, schakelt u de zaagmachine uit en houdt u deze rustig in het materiaal totdat het zaagblad tot stilstand is gekomen. Probeer nooit om de zaagmachine uit het werkstuk te verwijderen of de machine achteruit te trekken zolang het zaagblad beweegt. Anders kan er een terugslag optreden. Stel de oorzaak van het vastklemmen van het zaagblad vast en maak deze ongedaan. 2 609 001 819 • 29.6.06 f Als u een zaagmachine die in het werkstuk steekt weer wilt starten, centreert u het zaagblad in de zaaggroef en controleert u of de zaagtanden niet in het werkstuk zijn vastgehaakt. Als het zaagblad vastklemt, kan het uit het werkstuk bewegen of een terugslag veroorzaken wanneer de zaagmachine opnieuw wordt gestart. f Ondersteun grote platen om het risico van een terugslag door een vastklemmend zaagblad te verminderen. Grote platen kunnen onder hun eigen gewicht doorbuigen. Platen moeten aan beide zijden worden ondersteund, zowel in de buurt van de zaagopening als aan de rand. f Gebruik geen stompe of beschadigde zaagbladen. Zaagbladen met stompe of verkeerd gerichte tanden veroorzaken door een te nauwe zaagopening een verhoogde wrijving, vastklemmen van het zaagblad of terugslag. f Draai voor het begin van de zaagwerkzaamheden de instellingen voor de zaagdiepte en de zaaghoek vast. Als de instellingen tijdens het zagen veranderen, kan het zaagblad vastklemmen en kan er een terugslag optreden. f Wees bijzonder voorzichtig bij „invallend zagen” in bestaande muren of andere plaatsen zonder voldoende zicht. Het invallende zaagblad kan bij het zagen in niet-zichtbare voorwerpen blokkeren en een terugslag veroorzaken. f Controleer voor elk gebruik of de onderste beschermkap correct sluit. Gebruik de zaagmachine niet als de onderste beschermkap niet vrij kan bewegen en niet onmiddellijk sluit. Klem of bind de onderste beschermkap nooit in de geopende stand vast. Als de zaagmachine op de vloer valt, kan de onderste beschermkap verbogen worden. Open de beschermkap met de terugtrekhendel en controleer dat de kap vrij beweegt en dat deze bij alle zaaghoeken en zaagdiepten het zaagblad of andere delen niet aanraakt. f Controleer de functie van de veer voor de onderste beschermkap. Als de onderste beschermkap en de veer niet correct werken, dient u de zaagmachine te laten repareren voordat u deze gebruikt. Beschadigde delen, plakkende aanslag of ophoping van spanen laten de onderste beschermkap vertraagd werken. f Open de onderste beschermkap alleen met de hand bij bijzondere zaagwerkzaamheden, zoals „invallend zagen en haaks zagen”. Open de onderste beschermkap met de terugtrekhendel en laat deze los zodra het zaagblad in het werkstuk is binnengedrongen. Bij alle andere zaagwerkzaamheden moet de onderste beschermkap automatisch werken. Nederlands–3 OBJ_BUCH-179-002.book Page 4 Thursday, June 29, 2006 11:08 AM f Leg de zaagmachine niet op de werkbank of op de vloer zonder dat de onderste beschermkap het zaagblad bedekt. Een onbeschermd uitlopend zaagblad beweegt de zaagmachine tegen de zaagrichting en zaagt wat er in de weg komt. Let op de uitlooptijd van de zaagmachine. f Gebruik een spouwmes dat bij het ingezette zaagblad past. Het spouwmes moet dikker zijn dan het zaagblad, maar dunner dan de tandbreedte van het blad. f Stel het spouwmes in zoals in de gebruiksaanwijzing beschreven. Verkeerde dikte, positie en richting kunnen er de oorzaak van zijn dat het spouwmes een terugslag niet effectief voorkomt. f Gebruik altijd het spouwmes, behalve bij invallend zagen. Monteer het spouwmes na het invallend zagen weer. Het spouwmes stoort bij invallend zagen en kan een terugslag veroorzaken. f Het spouwmes moet zich in de zaagopening bevinden om goed te kunnen werken. Bij kort zagen is het spouwmes niet werkzaam om een terugslag te voorkomen. f Gebruik de zaagmachine niet met een verbogen spouwmes. Reeds een geringe storing kan het sluiten van de beschermkap verlangzamen. f Tref veiligheidsmaatregelen wanneer er bij werkzaamheden stoffen kunnen ontstaan die schadelijk voor de gezondheid, brandbaar of explosief zijn. Bijvoorbeeld: sommige soorten stof gelden als kankerverwekkend. Draag een stofmasker en gebruik een afzuiging voor stof en spanen, als deze kan worden aangesloten. f Wacht tot het elektrische gereedschap tot stilstand is gekomen voordat u het neerlegt. Het inzetgereedschap kan vasthaken en dit kan tot het verlies van de controle over het elektrische gereedschap leiden. f Gebruik het elektrische gereedschap niet met een beschadigde kabel. Raak de beschadigde kabel niet aan en trek de stekker uit het stopcontact als de kabel tijdens de werkzaamheden wordt beschadigd. Beschadigde kabels vergroten het risico van een elektrische schok. f Sluit elektrische gereedschappen die buitenshuis worden gebruikt aan via een aardlekschakelaar. Functiebeschrijving f Grijp niet met uw handen in de spaanafvoer. U kunt zich aan ronddraaiende delen verwonden. Lees alle veiligheidswaarschuwingen en alle voorschriften. Als de waarschuwingen en voorschriften niet worden opgevolgd, kan dit een elektrische schok, brand of ernstig letsel tot gevolg hebben. f Werk met de zaagmachine niet boven uw hoofd. Zo heeft u geen voldoende controle over het elektrische gereedschap. f Gebruik een geschikt detectieapparaat om verborgen stroom-, gas- of waterleidingen op te sporen of raadpleeg het plaatselijke energie- of waterleidingbedrijf. Contact met elektrische leidingen kan tot brand of een elektrische schok leiden. Beschadiging van een gasleiding kan tot een explosie leiden. Breuk van een waterleiding veroorzaakt materiële schade en kan een elektrische schok veroorzaken. Gebruik volgens bestemming De machine is bestemd voor het met een vaste steun en een recht verlopende zaaglijn schulpen, afkorten en tot 45° verstek zagen in hout. Afgebeelde componenten f Gebruik het elektrische gereedschap niet stationair. Het is niet geconstrueerd voor gebruik met een zaagtafel. De componenten zijn genummerd zoals op de afbeelding van het elektrische gereedschap op de pagina met afbeeldingen. f Gebruik geen zaagbladen van HSS-staal. Dergelijke zaagbladen kunnen gemakkelijk breken. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 f Houd het elektrische gereedschap tijdens de werkzaamheden stevig met beide handen vast en zorg ervoor dat u stevig staat. Het elektrische gereedschap wordt met twee handen veiliger geleid. f Zet het werkstuk vast. Een met spanvoorzieningen of een bankschroef vastgehouden werkstuk wordt beter vastgehouden dan u met uw hand kunt doen. f Bewerk geen asbesthoudend Asbest geldt als kankerverwekkend. 2 609 001 819 • 29.6.06 materiaal. Aan/uit-schakelaar Inschakelblokkering voor aan/uit-schakelaar Inbussleutel Extra handgreep Schaalverdeling verstekhoek Vleugelschroef voor voorkeuze verstekhoek Vleugelschroef voor parallelgeleider Zaagmarkering 45° Zaagmarkering 0° Parallelgeleider Pendelbeschermkap Spouwmes Voetplaat Nederlands–4 OBJ_BUCH-179-002.book Page 5 Thursday, June 29, 2006 11:08 AM 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 Vleugelschroef voor voorkeuze zaagdiepte Zaagdiepteschaalverdeling Beschermkap Spaanafvoer Spanschroef met ring Steeksleutel sleutelwijdte 22 mm* Spanflens Cirkelzaagblad* Opnameflens Motoras Schroef voor spouwmesbevestiging Paar lijmklemmen* Geleidingsrailadapter* Geleidingsrail* Verbindingsstuk* Afzuigslang* Informatie over geluid en trillingen Meetwaarden bepaald volgens EN 60745. Het A-gewogen geluidsniveau van het gereedschap bedraagt kenmerkend: geluidsdrukniveau 97 dB(A); geluidsvermogenniveau 108 dB(A). Onzekerheid K=3 dB. Draag een gehoorbescherming. De gewogen 3,5 m/s2. * Niet elk afgebeeld en beschreven toebehoren wordt standaard meegeleverd. Technische gegevens Cirkelzaag Zaaknummer Opgenomen vermogen Afgegeven vermogen Onbelast toerental Max. belast toerental Max. spouwmesdikte Max. zaagdiepte – bij verstekhoek 0° – bij verstekhoek 45° Afmetingen voetplaat Max. zaagbladdiameter Min. zaagbladdiameter Max. zaagbladdikte Max. tanddikte/-zetting Min. tanddikte/-zetting Opnameboorgat Gewicht volgens EPTA-Procedure 01/2003 Isolatieklasse PKS 40 3.603 C28 0.. W 600 W 350 min-1 4500 min-1 2450 mm 1,5 mm mm mm mm mm mm mm mm mm 40 26 120 x 260 130 122 1,4 2,7 1,7 16 kg 2,4 / II Gegevens gelden voor nominale spanningen [U] 230/240 V. Bij lagere spanningen en bij per land verschillende uitvoeringen kunnen deze gegevens afwijken. Let op het zaaknummer op het typeplaatje van het elektrische gereedschap. De handelsbenamingen van sommige elektrische gereedschappen kunnen afwijken. versnelling bedraagt kenmerkend WAARSCHUWING Het in deze gebruiksaanwijzing vermelde trillingsniveau is gemeten met een volgens EN 60745 genormeerde meetmethode en kan worden gebruikt voor het vergelijken van gereedschappen. Het trillingsniveau verandert afhankelijk van het gebruik van het elektrische gereedschap en kan in sommige gevallen boven de in deze gebruiksaanwijzing aangegeven waarde liggen. De trillingsbelasting kan onderschat worden als het elektrische gereedschap regelmatig op dergelijke wijze wordt gebruikt. Opmerking: Voor een nauwkeurige schatting van de trillingsbelasting tijdens een bepaalde arbeidsperiode moet ook rekening worden gehouden met de tijd waarin het gereedschap uitgeschakeld is, of waarin het gereedschap wel loopt, maar niet werkelijk wordt gebruikt. Dit kan de trillingsbelasting gedurende de gehele arbeidsperiode duidelijk verminderen. Conformiteitsverklaring Wij verklaren als alleen verantwoordelijke dat dit product voldoet aan de volgende normen en normatieve documenten: EN 60745 volgens de bepalingen van de richtlijnen 89/336/EEG, 98/37/EG. Dr. Egbert Schneider Senior Vice President Engineering Dr. Eckerhard Strötgen Head of Product Certification Robert Bosch GmbH, Power Tools Division Montage Cirkelzaagblad inzetten of vervangen f Trek altijd voor werkzaamheden aan het elektrische gereedschap de stekker uit het stopcontact. f Draag werkhandschoenen bij de montage van het zaagblad. Bij het aanraken van het zaagblad bestaat verwondingsgevaar. 2 609 001 819 • 29.6.06 Nederlands–5 OBJ_BUCH-179-002.book Page 6 Thursday, June 29, 2006 11:08 AM f Gebruik alleen zaagbladen die voldoen aan de in deze gebruiksaanwijzing aangegeven eisen. f Gebruik in geen geval slijpschijven als inzetgereedschap. Zaagblad kiezen Een overzicht van geadviseerde zaagbladen vindt u aan het einde van deze gebruiksaanwijzing. Zaagblad demonteren (zie afbeelding A) • Draai de pendelbeschermkap 11 terug en houd deze vast. • Houd de spanflens 20 met een steeksleutel 19 (sleutelwijdte 22 mm) vast of zet het zaagblad 21 op een stuk hout. • Draai met de inbussleutel 3 de spanschroef 18 naar buiten. • Neem de spanflens 20 en het zaagblad 21 van de motoras 23. Zaagblad monteren (zie afbeelding A) • Reinig het zaagblad 21 en alle te monteren spandelen. • Draai de pendelbeschermkap 11 terug en houd deze vast. • Zet het zaagblad 21 op de opnameflens 22. De zaagrichting van de tanden (pijlrichting op het zaagblad) en draairichtingspijl op de beschermkap 16 moeten overeenkomen. • Breng de spanflens 20 aan en draai de spanschroef 18 in. Let op de juiste inbouwpositie van opnameflens 22 en spanflens 20. • Houd de spanflens 20 met een steeksleutel 19 (sleutelwijdte 22 mm) vast of zet het zaagblad 21 op een stuk hout. • Draai met de inbussleutel 3 de spanschroef 18 vast. Het aandraaimoment moet 6–9 Nm bedragen, dat komt overeen met handvast plus een ¼ slag. Spouwmes instellen (zie afbeelding B) f Trek altijd voor werkzaamheden aan het elektrische gereedschap de stekker uit het stopcontact. f Gebruik altijd het spouwmes, behalve bij invallend zagen. Het spouwmes voorkomt vastklemmen van het zaagblad bij het zagen. De instelling vindt plaats bij maximale zaagdiepte, zie het gedeelte „Zaagdiepte instellen”. Draai de schroef 24 los, stel het spouwmes 12 op de in de afbeelding aangegeven maat en draai de schroef 24 weer vast. Afzuiging van stof en spanen f Trek altijd voor werkzaamheden aan het elektrische gereedschap de stekker uit het stopcontact. Externe afzuiging Steek een afzuigslang 29 (toebehoren) op de spaanafvoer 17. Verbind de afzuigslang 29 met een stofzuiger (toebehoren). Een overzicht van aansluitingen op verschillende stofzuigers vindt u aan het einde van deze gebruiksaanwijzing. Het elektrische gereedshcap kan rechtstreeks worden aangesloten op het stopcontact van een Bosch-allroundzuiger met afstandsbediening. Deze wordt bij het inschakelen van het elektrische gereedschap automatisch gestart. De stofzuiger moet geschikt zijn voor het te bewerken materiaal. Gebruik bij het afzuigen van voor de gezondheid bijzonder gevaarlijk, kankerverwekkend of droog stof een speciale zuiger. Eigen afzuiging met stofzak Bij kleine werkzaamheden kunt u een stofzak (toebehoren) aansluiten. Steek de stofzakaansluiting stevig in de spaanafvoer 17. Maak de stofzak op tijd leeg, zodat de stofopname optimaal blijft. Gebruik Functies f Trek altijd voor werkzaamheden aan het elektrische gereedschap de stekker uit het stopcontact. Zaagdiepte instellen (zie afbeelding C) f Pas de zaagdiepte aan de dikte van het werkstuk aan. Er dient minder dan een volledige tandhoogte onder het werkstuk zichtbaar te zijn. Draai de vleugelschroef 14 los. Voor een kleinere zaagdiepte trekt u de zaag van de voetplaat 13 weg, voor een grotere zaagdiepte duwt u de zaag naar de voetplaat 13 toe. Stel de gewenste maat op de zaagdiepteschaalverdeling in. Draai de vleugelschroef 14 weer vast. Verstekhoek instellen Draai de vleugelschroef 6 los. Draai de zaag opzij. Stel de gewenste maat op de schaalverdeling 5 in. Draai de vleugelschroef 6 weer vast. Opmerking: Bij het verstekzagen is de zaagdiepte kleiner dan de op de zaagdiepteschaalverdeling 15 aangeven waarde. 2 609 001 819 • 29.6.06 Nederlands–6 OBJ_BUCH-179-002.book Page 7 Thursday, June 29, 2006 11:08 AM Hout zagen De juiste keuze van het zaagblad is afhankelijk van de houtsoort en houtkwaliteit en van de vraag of er moet worden geschulpt of afgekort. Zaagmarkeringen 45° 0° 45° 0° Bij het in de lengte zagen van vurenhout ontstaan lange, spiraalvormige spanen. Beuken- en eikenhoutstof is bijzonder gevaarlijk voor de gezondheid. Werk daarom alleen met stofafzuiging. De zaagmarkering 0° (9) geeft de stand van het zaagblad bij haaks zagen aan. De zaagmarkering 45° (8) geeft de stand van het zaagblad bij het zagen onder een hoek van 45° aan. Zet de cirkelzaag zoals in de afbeelding aangegeven tegen het werkstuk om maatzuiver te zagen. U kunt het best eerst proefzagen. Ingebruikneming f Let op de netspanning! De spanning van de stroombron moet overeenkomen met de gegevens op het typeplaatje van het elektrische gereedschap. Met 230 V aangeduide elektrische gereedschappen kunnen ook met 220 V worden gebruikt. In- en uitschakelen Als u het elektrische gereedschap wilt inschakelen bedient u eerst de inschakelblokkering 2 en drukt u vervolgens de aan/uit-schakelaar 1 in en houdt u deze ingedrukt. Als u het elektrische gereedschap wilt uitschakelen laat u de aan-/uitschakelaar 1 los. Opmerking: Om veiligheidsredenen kan de aan-/uitschakelaar 1 van de machine niet worden vergrendeld, maar moet deze tijdens het gebruik voortdurend ingedrukt blijven. Tips voor de werkzaamheden Bescherm de zaagbladen tegen schokken en stoten. Geleid het elektrische gereedschap gelijkmatig en licht duwend in de zaagrichting. Te sterk duwen vermindert de levensduur van de inzetgereedschappen aanzienlijk en kan het elektrische gereedschap schaden. Zagen met parallelgeleider (zie afbeelding D) Met de parallelgeleider 10 kunt u nauwkeurig zagen langs een werkstukrand en stroken op dezelfde maat zagen. Draai de vleugelschroef 7 los en schuif de schaalverdeling van de parallelgeleider 10 door de geleiding in de voetplaat 13. Stel de gewenste zaagbreedte als schaalverdelingswaarde bij de desbetreffende zaagmarkering 9 of 8 in, zie het gedeelte „Zaagmarkeringen”. Draai de vleugelschroef 7 weer vast. Zagen met hulpgeleider (zie afbeelding E) Voor het bewerken van grote werkstukken of het zagen van rechte randen kunt u een plank of een plint als hulpgeleider op het werkstuk bevestigen en de cirkelzaag met de voetplaat langs de hulpgeleider bewegen. Zagen met geleidingsrail (zie afbeelding G) Met de geleidingsrail 27 kunt u in een rechte lijn zagen. De hechtlaag voorkomt wegglijden van de geleidingsrail en beschermt het werkstukoppervlak. Dankzij de laag op de geleidingsrail glijdt het elektrische gereedschap gemakkelijk. De rubber rand langs de geleidingsrail biedt een antisplinterbeveiliging die bij het zagen van houtmaterialen uitsplinteren van het oppervlak voorkomt. Het zaagblad moet daarvoor met de tanden vlak tegen de rubber rand liggen. Voor werkzaamheden met de geleidingsrail 27 is de geleidingsrailadapter 26 vereist. De geleidingsrailadapter 26 wordt net als de parallelgeleider 10 gemonteerd. Voor nauwkeurig zagen met de geleidingsrail 27 zijn de volgende stappen vereist: • Plaats de geleidingsrail 27 aan de zijkant uitstekend op het werkstuk. Let erop dat de zijde met de rubber lip naar het zaagblad gericht is. De zaagcapaciteit en de zaagkwaliteit zijn in belangrijke mate afhankelijk van de toestand en de tandvorm van het zaagblad. Gebruik daarom alleen scherpe en voor het te bewerken materiaal geschikte zaagbladen. • 2 609 001 819 • 29.6.06 Plaats de cirkelzaag met de voorgemonteerde geleidingsrailadapter 26 op de geleidingsrail 27. Nederlands–7 OBJ_BUCH-179-002.book Page 8 Thursday, June 29, 2006 11:08 AM • • Stel de gewenste zaaghoek en verstekhoek in. Let op de markeringen op de geleidingsrailadapter 26 voor de voorinstelling bij verschillende verstekhoeken, zie afbeelding F. Stel de cirkelzaag met de geleidingsrailadapter zo af dat het zaagblad 21 met de tanden de rubberlip raakt. De positie van het zaagblad 21 is afhankelijk van de gekozen zaaghoek. Zaag niet in de geleidingsrail. 0° • • • • • • Zaagbladen zonder bekledingslaag kunnen door middel van een dunne laag zuurvrije olie worden beschermd tegen roestaanslag. Verwijder de olie weer voor het zagen, omdat het hout anders vlekken krijgt. Hars- of lijmresten op het zaagblad schaden de zaagkwaliteit. Reinig daarom zaagbladen meteen na het gebruik. Mocht het elektrische gereedschap ondanks zorgvuldige fabricage- en testmethoden toch defect raken, dient de reparatie te worden uitgevoerd door een erkende klantenservice voor Bosch elektrische gereedschappen. Vermeld bij vragen en bestellingen van vervangingsonderdelen altijd het uit tien cijfers bestaande zaaknummer volgens het typeplaatje van het elektrische gereedschap. 1-45° Draai de vleugelschroef 7 vast om de positie van de geleidingsrailadapter vast te zetten. Til de cirkelzaag met de voorgemonteerde geleidingsrailadapter 26 van de geleidingsrail 27. Stel de geleidingsrail 27 zodanig op het werkstuk af dat de rubber lip de gewenste zaagrand nauwkeurig raakt. De geleidingsrail 27 mag aan de aan te zagen kant van het werkstuk niet uitsteken. Bevestig de geleidingsrail 27 op het werkstuk met geschikte spanvoorzieningen, bijvoorbeeld lijmklemmen. Plaats het elektrische gereedschap met de gemonteerde geleidingsrailadapter 26 op de geleidingsrail. Schakel het elektrische gereedschap in en geleid het gelijkmatig en licht duwend in de zaagrichting. Met het verbindingsstuk 28 kunnen twee geleidingsrails worden gecombineerd. Het spannen gebeurt door middel van de vier bouten in het verbindingsstuk. Technische dienst en klantenservice Explosietekeningen en informatie over vervangingsonderdelen vindt u op: www.bosch-pt.com Nederland ✆ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . +31 (0)76/579 54 54 Fax . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . +31 (0)76/579 54 94 E-mail: [email protected] België en Luxemburg ✆ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . +32 (0)70/22 55 65 Fax . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . +32 (0)70/22 55 75 E-mail: [email protected] Afvalverwijdering Elektrische gereedschappen, toebehoren en verpakkingen moeten op een voor het milieu verantwoorde wijze worden hergebruikt. Alleen voor landen van de EU: Onderhoud en service Onderhoud en reiniging f Trek altijd voor werkzaamheden aan het elektrische gereedschap de stekker uit het stopcontact. f Houd het elektrische gereedschap en de ventilatieopeningen altijd schoon om goed en veilig te werken. Gooi elektrische gereedschappen niet bij het huisvuil. Volgens de Europese richtlijn 2002/96/EG over elektrische en elektronische oude apparaten en de omzetting van de richtlijn in nationaal recht moeten niet meer bruikbare elektrische gereedschappen apart worden ingezameld en op een voor het milieu verantwoorde wijze worden hergebruikt. Wijzigingen voorbehouden. De pendelbeschermkap moet altijd vrij kunnen bewegen en vanzelf kunnen sluiten. Houd daarom de omgeving rond de pendelbeschermkap altijd schoon. Verwijder stof en spanen door uitblazen met perslucht of met een kwast. 2 609 001 819 • 29.6.06 Nederlands–8
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113

Bosch PKS 40 Handleiding

Categorie
Verstekzagen
Type
Handleiding