Documenttranscriptie
Original Instruction Manual
Instructions d’emploi d’origine
Originalbetriebsanleitung
Manuale di istruzioni originale
Originele gebruiksaanwijzing
Instrucciones de manejo originales
Instruções de serviço original
Original brugsanvisning
Πρωτότυπο εγχειρίδιο οδηγιών
Orijinal Kullanım Kılavuzu
WARNING!
Read and understand this Manual. Always follow safety precautions in the Manual.
Improper use can cause serious injury!
AVERTISSEMENT !
Lisez et comprenez ce manuel. Respectez toujours les précautions de sécurité figurant dans le manuel.
Une utilisation incorrecte peut provoquer des blessures graves !
WARNUNG!
Lesen und studieren Sie diese Betriebsanleitung sorgfältig. Befolgen Sie stets die Sicherheitsanweisungen dieser Betriebsanleitung.
Bei unsachgemäßer Handhabung kann es zu schweren Verletzungen kommen!
AVVERTENZA!
Leggere e comprendere il presente manuale. Seguire sempre le precauzioni di sicurezza fornite nel manuale.
L’uso improprio può causare infortuni gravi.
WAARSCHUWING!
Lees en begrijp deze gebruiksaanwijzing. Zorg altijd dat u de veiligheidsvoorzorgsmaatregelen in de gebruiksaanwijzing volgt.
Verkeerd gebruik kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel.
¡ADVERTENCIA!
Lea y comprenda este manual. Siga siempre las precauciones de seguridad del manual.
¡Un uso incorrecto puede provocar lesiones graves!
AVISO!
Leia e compreenda este manual. Siga sempre as precauções de segurança no manual.
A utilização incorrecta pode causar ferimentos graves!
ADVARSEL!
Læs og forstå denne vejledning. Overhold altid sikkerhedsforholdsreglerne i vejledningen.
Forkert anvendelse kan medføre alvorlig tilskadekomst!
ΠΡΟΕΙΔΟΠΟΙΗΣΗ!
Διαβάστε και κατανοήστε αυτό το εγχειρίδιο. Πάντοτε να ακολουθείτε τις προφυλάξεις ασφαλείας του εγχειριδίου.
Η ακατάλληλη χρήση μπορεί να προκαλέσει σοβαρό τραυματισμό!
UYARI!
Bu Kılavuzu dikkatlice okuyun ve anladığınızdan emin olun. Bu Kılavuzda verilen güvenlik uyarılarını daima alın.
Yanlış kullanım ciddi yaralanmalara neden olabilir!
MH-246.4 D
Nederlands
(Originele instructies)
Hartelijk dank voor uw keuze voor deze stokheggenschaar van
DOLMAR. Met trots bieden wij u een gereedschap aan dat het
resultaat is van een uitgebreid ontwikkelingsprogramma en
jarenlange kennis en ervaring.
Om de best mogelijke resultaten te behalen die uw
stokheggenscharen van DOLMAR u kan bieden, leest u deze
gebruiksaanwijzing zorgvuldig door alvorens het gereedschap te
gebruiken, en volgt u alle instructies hierin op om verzekerd te zijn
van een juiste werking van de stokheggenschaar van DOLMAR.
Inhoud
Pagina
Symbolen........................................................................................98
Veiligheidsinstructies.......................................................................99
Technische gegevens.................................................................... 104
Namen van onderdelen................................................................. 105
De messenbladen aan de stok bevestigen................................... 106
Brandstof en bijvullen....................................................................107
Voorzorgsmaatregelen vóór het starten van de motor.................. 109
De stokheggenschaar bedienen.................................................... 112
Onderhoud.................................................................................... 114
Opslag........................................................................................... 119
Problemen oplossen......................................................................121
SYMBOLEN
Let op de volgende symbolen tijdens het lezen in deze gebruiksaanwijzing.
WAARSCHUWING/GEVAAR
Let goed op beknellen.
Alvorens het gereedschap te
gebruiken, dient u de instructies in deze
gebruiksaanwijzing te lezen en volledig te
begrijpen.
Let goed op hoogspanningsleidingen.
Gevaar voor elektrische schokken.
VERBODEN
Brandstof (benzine)
Verboden te roken
Motor handmatig starten
Geen open vuur
Noodstop
Draag veiligheidsschoenen
EHBO
Draag veiligheidshandschoenen
AAN/START
UIT/STOP
Houd mensen en huisdieren weg van het
werkgebied
Draag een veiligheidshelm, oog- en
gehoorbescherming
98
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Algemene instructies
-- Lees deze gebruiksaanwijzing vóór gebruik zorgvuldig door en maak uzelf
grondig bekend met hoe de stokheggenschaar correct gehanteerd dient te
worden. DIT GEREEDSCHAP KAN BIJ VERKEERD GEBRUIK ERNSTIG
LETSEL VEROORZAKEN!
-- Wanneer het gereedschap aan een ander uitleent, geeft u altijd gedetailleerde
instructies over het correct gebruik van de stokheggenschaar. Zorg ervoor dat de
gebruiksaanwijzing wordt meegegeven met de stokheggenschaar.
-- Onervaren gebruikers dienen de dealer te vragen om basisinstructies over hoe
de stokheggenschaar correct gehanteerd dient te worden.
-- Bewaar deze gebruiksaanwijzing op een plaats waar hij gemakkelijk gepakt kan
worden voor snelle naslag.
-- Laat personen onder de 18 jaar de stokheggenschaar niet gebruiken. Personen
die ouder zijn dan 16 jaar mogen echter de stokheggenschaar gebruiken voor
trainingsdoeleinden, mits onder constant toezicht staan van een volwassene die
bekend is met het gebruik van de stokheggenschaar.
-- Gebruik altijd de stokheggenschaar met de grootst mogelijke zorg en aandacht.
-- Probeer nooit het gereedschap te wijzigen.
-- Houd u aan de regelgeving zoals die in uw land geldt voor het hanteren van
stokheggenscharen.
-- Ernstig letsel kan het gevolg zijn als de stokheggenschaar wordt gebruikt onder
de volgende omstandigheden. Gebruik de stokheggenschaar niet:
• Als u zich vermoeid of ziek voelt.
• Na gebruik van alcohol en/of medicijnen.
• ’s Nachts of onder slechte verlichtingsomstandigheden.
• Tijdens zwangerschap.
Gebruiksdoeleinden
-- Deze stokheggenschaar is uitsluitend bedoeld voor het snoeien van hagen en
struiken. Gebruik de stokheggenschaar niet voor enig ander doel.
Persoonlijke-veiligheidsuitrusting
-- De kleding die gedragen wordt moet functioneel zijn en strak zitten zonder de
beweging te hinderen. Draag geen kleding of sieraden die verstrikt kunnen raken
in de ondergroei of het gereedschap.
-- Voor een afdoende bescherming tegen letsel aan het hoofd, de ogen, de
voeten en de handen, en tevens tegen gehoorbeschadiging, moet de volgende
veiligheidsuitrusting en beschermende kleding worden gebruikt tijdens het
werken met de stokheggenschaar.
-- Ter voorkoming van letsel aan het hoofd of de ogen, draagt u altijd een
veiligheidshelm (1) met veiligheidsbril of spatscherm (2).
-- Om gehoorbeschadiging te voorkomen, draagt u altijd goede oorbeschermers (3).
-- Het gebruik van een goed passende werkoverall (4) wordt sterk aanbevolen.
-- Draag altijd stevige, lederen werkhandschoenen (5) tijdens het gebruik van de
stokheggenschaar.
-- Draag altijd stevige schoenen (6) met een antislipzool tijdens het gebruik van de
stokheggenschaar. Speciale werkschoenen zorgen ervoor dat u stevig staat en
beschermen tegen letsel.
-- Trek veiligheidshandschoenen aan voordat u de messenbladen aanraakt. De
messenbladen kunnen flinke snijwonden veroorzaken in blote handen.
Veiligheid op de werkplek
--
-----
GEVAAR: Houd de stokheggenschaar uit de buurt van
hoogspanningsleidingen en communicatiekabels. Als u een hoogspanningsleiding
nadert of aanraakt met de stokheggenschaar, kan dat leiden tot de dood of
ernstig letsel. Kijk of er hoogspanningsleidingen of schrikdraadafrasteringen in de
buurt van het werkgebied zijn voordat u met de werkzaamheden begint.
Start en bedien de motor alleen buitenshuis op een goed geventileerde plaats.
Gebruik in een gesloten ruimte of op een slecht geventileerde plaats kan leiden
tot de dood als gevolg van verstikking of koolmonoxidevergiftiging.
Houd tijdens gebruik omstanders, met name kinderen, en dieren ten minste 15
meter uit de buurt van de stokheggenschaar. Zet de motor uit zodra iemand
dichterbij komt.
Onderzoek het werkgebied op draadafrasteringen, stenen en andere
massieve voorwerpen voordat u met de werkzaamheden begint. Zij kunnen de
messenbladen beschadigen.
WAARSCHUWING: Het gebruik van dit gereedschap kan stof opwerpen
waarin chemische bestanddelen kunnen zitten die ziekten aan de luchtwegen of
andere ziekten kunnen veroorzaken. Enkele voorbeelden van deze chemische
bestanddelen zijn verbindingen die gevonden worden in pesticiden, insecticiden
en herbiciden. Het risico van deze blootstellingen varieert en hangt af van het
feit hoe vaak u dit soort werkzaamheden uitvoert. Om blootstelling aan deze
chemische bestanddelen te verminderen: moeten de werkzaamheden uitgevoerd
worden in een goed geventileerde werkomgeving en gebruikmakend van
goedgekeurd beschermende hulpmiddelen, zoals stofmaskers die ontworpen zijn
om microscopisch kleine deeltjes te filteren.
99
De stokheggenschaar starten
-- Alvorens het gereedschap te monteren of af te stellen, zet u de motor uit en trekt
u de bougiekap eraf.
-- Alvorens de stokheggenschaar te starten, zorgt u er altijd voor dat het
gereedschap op een veilige manier gebruiksklaar is.
-- Probeer nooit de motor te starten als het gereedschap beschadigd is.
-- Controleer de bediening van het veiligheidsmechanisme van de gashendel. De
uit-vergrendelhendel moet soepel en gemakkelijk te bedienen zijn. Controleer
of de uit-vergrendelhendel goed werkt. Controleer of de handgrepen schoon en
droog zijn, en test de STOP-schakelaar om er zeker van te zijn dat deze goed
werkt.
Start de stokheggenschaar altijd volgens de instructies die worden gegeven in
deze gebruiksaanwijzing.
Volg de onderstaande instructies om de stokheggenschaar te
starten
-- Start de stokheggenschaar alleen nadat het gereedschap volledig in elkaar is
gezet en alle accessoires zijn bevestigd.
-- Wanneer u de motor start, controleert u dat de messenbladen uw lichaam en
andere voorwerpen, zoals de grond, niet raken. De messenbladen kunnen gaan
bewegen bij het starten en kunnen ernstig letsel of schade veroorzaken aan de
messenbladen en/of eigendommen.
-- Alvorens de motor te starten, controleert u of de messenbladen niet worden
gehinderd door vreemde voorwerpen, zoals stenen, takken, enz.
-- Zet de motor onmiddellijk uit in het geval zich enig motorprobleem voordoet.
-- Houd het gereedschap met uw linkerhand stevig tegen de grond gedrukt en trek
aan de trekstarthandgreep. Ga nooit met uw voet op de aandrijfas staan.
-- Als de messenbladen bij stationair toerental bewegen, zet u de motor uit en
verlaagt u het stationair toerental.
-- Houd tijdens het gebruik van de stokheggenschaar de beide handgrepen altijd
stevig vast. Buig uw vingers strak rond elke handgreep, waarbij de handgreep
tussen uw duim en wijsvinger ligt. Om de stokheggenschaar altijd onder controle
te houden, verandert u uw grip op de handvaten niet tijdens het gebruik. Zorg
ervoor dat de bedieningshendels zich in goede staat bevinden en er geen vocht,
vuil, olie of vet op zit.
Zorg er altijd voor dat u stevig staat met goede balans
-- Zet de motor altijd onmiddellijk uit en stop het gebruik als zich motorproblemen
voordoen of als het gereedschap een ongebruikelijk geluid begint te maken.
-- Uitlaatgassen zijn giftig. Gebruik het gereedschap nooit in een gesloten vertrek
of een tunnel zonder ventilatie (risico van verstikking en gasvergiftiging). Vergeet
niet dat koolmonoxide een geurloos gas is. Zorg er altijd voor dat de plaatsen
waar de motor wordt gebruikt goed worden geventileerd.
-- Zet de motor uit tijdens rustpauzes en wanneer u de stokheggenschaar
onbeheerd achterlaat. Leg het gereedschap op een veilige plaats en controleer
dat er geen ontvlambaar materiaal in de buurt ligt.
-- Leg een hete stokheggenschaar nooit op droog gras of ontvlambaar materiaal.
-- Om brandgevaar te beperken moet u de motor en uitlaatdemper vrij houden van
afval, bladeren en overtollig smeermiddel.
-- Gebruik de motor nooit als de uitlaatdemper defect is.
-- Zet de motor uit alvorens het gereedschap te vervoeren.
-- Altijd de motor uitzetten tijdens:
• Rustpauze
• Vervoeren van gereedschap
• Schoonmaken van gereedschap
• Brandstof bijvullen
• Onderhoud uitvoeren aan gereedschap
• Probleem oplossen aan gereedschap
-- Wanneer u het gereedschap draagt, draagt u het horizontaal door de schacht
vast te pakken. Houd de hete uitlaatdemper uit de buurt van uw lichaam.
-- Tijdens het vervoeren van het gereedschap in een voertuig, zet u de
stokheggenschaar altijd goed vast om te voorkomen dat er restbrandstof uit lekt.
-- Maak de brandstoftank altijd leeg voordat u de stokheggenschaar in een voertuig
vervoert.
-- Bij het uitladen van het gereedschap uit een voertuig, let u er goed op
de stokheggenschaar niet op de grond te laten vallen omdat hierdoor de
brandstoftank ernstig beschadig kan raken.
-- Behalve in een noodgeval mag u de stokheggenschaar nooit laten vallen omdat
hierdoor het gereedschap ernstig kan worden beschadigd.
-- Bij het vervoeren van de stokheggenschaar tilt u hem altijd volledig van de
grond af. Sleep de motor nooit over de grond omdat hierdoor de brandstoftank
beschadigd kan raken en mogelijk brand kan ontstaan.
-- Gebruik altijd de bijgeleverde schede om de messenbladen van de
stokheggenschaar te beschermen tijdens het vervoeren en bewaren.
-- Nadat tegen het gereedschap is gestoten of het is gevallen, controleert u de
conditie van het gereedschap voordat u de werkzaamheden hervat. Controleer
het brandstofsysteem op brandstoflekkage, en de bedieningselementen en
veiligheidsvoorzieningen op een juiste werking. Als enige beschadiging zichtbaar
is of u twijfelt, vraagt u ons erkende servicecentrum om inspectie en reparatie.
100
------
Rustpauze
Vervoeren van gereedschap
Schoonmaken van gereedschap
Brandstof bijvullen
Onderhoud uitvoeren aan
gereedschap
-- Probleem oplossen aan
gereedschap
Brandstof bijvullen
------
--
------
Alvorens brandstof bij te vullen, zet de motor uit.
Vul nooit brandstof bij in de buurt van open vuur.
Tijdens het bijvullen van brandstof mag u niet roken.
Laat de motor altijd voldoende afkoelen voordat u brandstof bijvult.
Let erop dat uw huid niet in aanraking komt met petroleumproducten. Adem geen
benzinedampen in en draag altijd veiligheidshandschoenen tijdens het bijvullen
van brandstof.
Zorg dat u de beschermende kleding regelmatig vervangt en reinigt.
Let er goed op geen benzine of olie te morsen om bodemverontreiniging te
voorkomen (milieubescherming). Als benzine of olie op de stokheggenschaar is
gemorst, veegt u het oppervlak van de stokheggenschaar onmiddellijk af met een
doek.
Om spontaan ontbranden te voorkomen, laat u natte doeken eerst voldoende
opdrogen voordat u ze weggooit in een geschikte, afgedekte afvalbak.
Zorg ervoor dat brandstof niet in aanraking kan komen met uw kleding. Trek met
brandstof verontreinigde kleding onmiddellijk uit (brandgevaar).
Sluit de brandstoftank en draai de brandstofvuldop stevig vast. Voordat u de
motor weer start, verplaatst u de stokheggenschaar naar een plek ten minste 3
meter verwijderd van de plek waar brandstof werd bijgevuld.
Controleer de brandstofvuldop regelmatig om er zeker van te zijn dat de dop
goed vastzit.
Vul nooit brandstof bij in een gesloten vertrek. Brandstofdampen verzamelen zich
vlak boven de vloer (explosiegevaar).
Bewaar brandstof alleen in geschikte jerrycans, en zorg ervoor dat opgeslagen
brandstof buiten bereik van kinderen is.
Bediening
-- In geval van nood zet u de motor onmiddellijk uit.
-- Als u tijdens gebruik een ongebruikelijke situatie opmerkt (bijv. geluid, trillingen),
zet u de motor uit. Gebruik de stokheggenschaar niet meer totdat de oorzaak is
opgespoord en verholpen.
-- De messenbladen blijven gedurende een korte tijd bewegen nadat de gashendel
van de motor is losgelaten. Raak de messenbladen niet onmiddellijk aan.
-- Probeer nooit de apparatuur met één hand te bedienen. Als u de controle over
het gereedschap verliest, kan dat leiden tot ernstig of fataal letsel. Om de kans
op snijwonden te verkleinen, houdt u uw handen en voeten uit de buurt van de
messenbladen.
-- Houd tijdens gebruik uw rechterhand lager dan schouderhoogte. Anders kunt u
de controle over het gereedschap verliezen en kan letsel ontstaan.
-- Stoot tijdens gebruik de messenbladen nooit tegen harde obstakels zoals stenen
of metaal. Wees met name voorzichtig wanneer u een heg snoeit langs of tegen
een draadafrastering. Als u dicht bij de grond werkt, let u erop dat zand, vuil of
stenen niet tussen de messenbladen komen.
-- Als de messenbladen in aanraking komen met stenen of andere massieve
voorwerpen, zet u de motor onmiddellijk uit, trekt u de bougiekap eraf en
controleert u de messenbladen op beschadigingen. Vervang de messenbladen
indien beschadigd.
-- Raak de messenbladen nooit aan en benader de messenbladen niet terwijl deze
bewegen. De messenbladen kunnen gemakkelijk in uw vinger snijden. Wanneer
u de messenbladen wilt hanteren of benaderen, zet u de motor uit en trekt u de
bougiekap eraf.
-- Als dikke takken klem zitten tussen de messenbladen, zet u de motor onmiddellijk
uit, legt u de stokheggenschaar op de grond, trekt u de bougiekap eraf, en
verwijdert u het obstakel. Controleer de messenbladen op beschadigingen
voordat u het gereedschap weer gebruikt.
-- Door het motortoerental te verhogen terwijl de messenbladen vast zitten, wordt
de belasting hoger en kan de motor en/of koppeling worden beschadigd.
-- Controleer de messenbladen tijdens bedrijf veelvuldig op barsten of botte
snijranden. Voordat u inspecteert, zet u de motor uit en wacht u tot de
messenbladen volledig tot stilstand zijn gekomen. Vervang beschadigde of botte
messenbladen onmiddellijk, ook wanneer ze slechts oppervlakkige barsten
vertonen.
-- Raak het tandwielhuis niet aan. Het tandwielhuis wordt tijdens gebruik erg warm.
-- Neem een pauze om te voorkomen dat u door vermoeidheid de controle over het
gereedschap verliest. Wij adviseren u ieder uur 10 tot 20 minuten te rusten.
-- Knijp eerst de gashendel helemaal in en wacht tot het maximumtoerental is
bereikt voordat u begint te snoeien.
-- Houd de stokheggenschaar tijdens gebruik altijd met beide handen vast.
-- Gebruik de stokheggenschaar alleen bij goede verlichting en zicht. Let in de
winter op gladde en natte plekken (ijs en sneeuw) wegens gevaar voor uitglijden,
en zorg er altijd voor dat u stevig staat.
-- Gebruik de stokheggenschaar nooit terwijl u op een onstabiele ondergrond of een
steile helling staat.
-- Gebruik de stokheggenschaar nooit terwijl u op een ladder staat.
-- Klim nooit in een boom om de stokheggenschaar te gebruiken vanuit de boom.
-- Om te voorkomen dat u struikelt of over voorwerpen valt, mag u nooit achteruit
lopen tijdens het gebruik van de stokheggenschaar.
-- Zet de motor altijd uit voordat u het gereedschap schoonmaakt of onderhoudt.
Vervang ook geen onderdelen voordat de motor is uitgezet.
-- Bedien de stokheggenschaar niet wanneer de messenbladen zijn beschadigd of
versleten.
101
3m
Trillingen
-- Personen met een slechte bloedsomloop die worden blootgesteld aan sterke
trillingen, kunnen verwondingen aan bloedvaten of het zenuwstelsel oplopen.
Trillingen kunnen de volgende symptomen veroorzaken in de vingers, handen of
polsen: “slapen” (ongevoeligheid), tintellingen, pijn, stekend gevoel, veranderen
van huidskleur of van de huid. Als een van deze symptomen zich voordoet,
raadpleegt u een dokter!
-- Om de kans op deze “witte-vingerziekte” te verkleinen, houdt u uw handen warm
tijdens het werk en onderhoudt u het gereedschap en de accessoires goed.
Onderhoudsinstructies
-- Laat uw gereedschap onderhouden door ons erkende servicecentrum dat altijd
uitsluitend gebruikmaakt van originele vervangingsonderdelen. Onjuiste reparatie
en slecht onderhoud kan de levensduur van het gereedschap verkorten en de
kans op ongevallen vergroten.
-- Doe tijdens gebruik van de stokheggenschaar altijd uw uiterste best om de
verontreiniging en geluidsproductie zo laag mogelijk te houden. Let met name
goed op een juiste afstelling van de carburateur.
-- Maak de stokheggenschaar regelmatig schoon en controleer regelmatig of alle
bouten en moeren stevig zijn vastgedraaid.
-- Onderhoud of bewaar de stokheggenschaar nooit in de buurt van open vuur,
vonken, enz.
-- Nooit verbogen of gebroken messenbladen repareren door rechtbuigen of
lassen. Hierdoor kan een deel van de messenbladen afbreken en ernstig letsel
veroorzaken. Neem contact op met een erkend DOLMAR-servicecentrum om de
messenbladen te vervangen door originele messenbladen van DOLMAR.
-- Om verdere schade en/of persoonlijk letsel te voorkomen, mag u een defecte
stokheggenschaar niet repareren als u niet vakbekwaam bent dit te doen. Neem
voor reparaties altijd contact op met een erkend servicecentrum.
Probeer niet de stokheggenschaar te wijzigen of van vorm te veranderen omdat dit
de gebruiksveiligheid in gevaar kan brengen.
De onderhoudswerkzaamheden die door de gebruiker kunnen worden uitgevoerd
zijn beperkt tot de handelingen die in deze gebruiksaanwijzing worden
beschreven. Alle andere procedures moeten worden uitgevoerd door een erkend
servicecentrum.
Verzoek regelmatig een erkend DOLMAR-servicecentrum om de stokheggenschaar
te inspecteren en onderhouden.
Gebruik uitsluitend originele onderdelen en accessoires die zijn geleverd door
DOLMAR via een erkende servicecentra.
Het gebruik van niet-goedgekeurde accessoires en gereedschappen kan de kans of
ongevallen en letsel vergroten. DOLMAR accepteert geen enkele aansprakelijkheid
voor ongevallen of schade die voortvloeien uit het gebruik van niet-goedgekeurde
accessoires en onderdelen.
Opslag
-- Alvorens het gereedschap op te slaan, voert u alle reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden uit. Plaats de schede over de messenbladen.
-- Maak de brandstoftank leeg alvorens de stokheggenschaar op te slaan in een
goed geventileerde ruimte. Zorg ervoor dat de stokheggenschaar altijd buiten het
bereik van kinderen is.
-- Laat het gereedschap nooit ergens tegenaan leunen, zoals tegen een muur.
Anders kan de stokheggenschaar plotseling omvallen en letsel veroorzaken.
EHBO
Als voorzorgsmaatregel voor het geval zich een ongeval voordoet, zorgt u ervoor
dat een volledig uitgeruste EHBO-doos voorhanden is.
Vervang zo snel mogelijk elk item dat uit de EHBO-doos is genomen.
Geef de volgende informatie wanneer u in geval van nood om
hulp vraagt:
•
•
•
•
•
Plaats van het ongeval
Beschrijving van het ongeval
Aantal gewonde mensen
Ernst van de verwondingen
Uw naam
102
Alleen voor Europese landen
EU-verklaring van conformiteit
Makita verklaart dat de volgende machine(s):
Aanduiding van de machine: Benzinestokheggenschaar
Modelnr./Type: MH-246.4 D
Voldoen aan de volgende Europese richtlijnen:
2000/14/EG en 2006/42/EG
Deze zijn gefabriceerd in overeenstemming met de volgende normen of genormaliseerde documenten:
EN ISO 10517
Het technische bestand volgens 2006/42/EG is verkrijgbaar bij:
Makita, Jan-Baptist Vinkstraat 2, 3070, België
De conformiteitsbeoordelingsprocedure vereist door Richtlijn 2000/14/EG was in overeenstemming met annex V.
Gemeten geluidsvermogenniveau: 102,2 dB
Gegarandeerd geluidsvermogenniveau: 104 dB
7. 8. 2012
Yasushi Fukaya
Directeur
Makita, Jan-Baptist Vinkstraat 2, 3070, België
103
TECHNISCHE GEGEVENS
MH-246.4 D
Model
Beugelhandgreep
Afmetingen (l x b x h)
2.550 mm x 242 mm x 241 mm
Nettogewicht
6,9 kg
Volume (brandstoftank)
0,6 liter
Lengte van messenbladen
490 mm
Maximale takdikte
7 mm
25,4 cm3
Cilinderinhoud
0,77 kW bij 7.000 min-1
Maximaal motorvermogen
10.000 min-1
Motortoerental bij aanbevolen maximaal astoerental
Brandstofverbruik
0,33 kg/h
Specifiek brandstofverbruik
408 g/kWh
Stationair toerental
3.000 min-1
Toerental op aangrijppunt van koppeling
4.400 min-1
Carburateur
(membraancarburateur)
Membraantype
Ontstekingssysteem
Contactloos, magneettype
Bougie
NGK CMR4A
type
Elektrodenafstand
Trillingen volgens
ISO 10517
Geluid volgens
EN ISO 10517
0,7 - 0,8 mm
Rechterhandgreep
(achterhandgreep)
Linkerhandgreep
(voorhandgreep)
ahv eq
8,9 m/s²
Onzekerheid (K)
3,3 m/s²
ahv eq
6,3 m/s²
Onzekerheid (K)
1,4 m/s²
Geluidsdrukniveau
90 dB (A)
Onzekerheid (K)
1,8 dB (A)
Geluidsvermogenniveau
102,2 dB (A)
Onzekerheid (K)
1,6 dB (A)
Brandstof
Benzine voor auto’s
Motorolie
Olie van API-classificatie SF-klasse of beter, of olie SAE 10W-30
(4-taktmotorolie voor auto’s)
Overbrengingsverhouding van tandwielen
1/4,78
104
NAMEN VAN ONDERDELEN
21
13
17
4
2
5
1
3
6
7
8
18
9
10
Namen van onderdelen
14
12
11
15
19
17
20
16
105
1
Gaskabel
2
Uit-vergrendelknop
3
Gashendel
4
I-O-schakelaar
5
Handgreep
6
Schacht
7
Tandwielhuis
8
Messenbladen
9
Luchtfilter
10
Brandstofvuldop
11
Brandstoftank
12
Koppelingshuis
13
Bougiekap
14
Brandstofhandpomp
15
Uitlaatdemper
16
Trekstartinrichting
17
Trekstarthandgreep
18
Schede
19
Olievuldop
20
Olietank
21
Schouderriem (los verkrijgbaar)
DE MESSENBLADEN AAN DE STOK BEVESTIGEN
WAARSCHUWING:
• Controleer dat de motor uit staat en trek de bougiekap eraf voordat u de
stokheggenschaar monteert.
• Draag veiligheidshandschoenen!
• Plaats de bijgeleverde schede over de messenbladen wanneer u deze aan de
stok monteert.
Aandrijfas
1. Verwijder de dop vanaf de schacht.
2. Draai de bout M5 x 16 en de bout M5 x 25 los.
3. Steek de schacht in de afdekking.
OPMERKING: Zorg ervoor dat de schacht volledig in de afdekking wordt gestoken
(ong. 237 mm/9-3/8”).
Als u moeilijkheden ondervindt bij het insteken van de schacht,
verdraait u de aandrijfas een klein stukje en probeert u het opnieuw.
4. Controleer of de schacht correct is ingestoken en draai daarna de bout M5 x 16
en de bout M5 x 25 vast.
Afdekking
Bout M5 x 25
Schacht
Dop
Bout M5 x 16
DE HANDGREEP BEVESTIGEN
-- Bevestig de beugelhandgreep aan de schacht zoals afgebeeld.
-- Voor een goede afstand tussen de handgrepen, bevestigt u de beugelhandgreep
vóór de pijlen.
naar motor
Pijlmerkteken
DE SCHOUDERRIEM GEBRUIKEN (los verkrijgbaar)
De schouderriem op de juiste wijze dragen
Schouderriem
Draag over
linkerschouder
-- Draag de schouderriem over uw linkerschouder.
-- Houd de stokheggenschaar aan de rechterkant van uw lichaam.
-- Bevestig de riem aan het bevestigingsoog op de stokheggenschaar en stel
de lengte van de riem zodanig af dat een comfortabele werkhouding wordt
verkregen.
Losmaken
-- In geval van nood, druk de knoppen (1) aan beide zijkanten in zodat het
gereedschap los komt van uw lichaam.
Let er goed op dat u op dat moment de controle over het gereedschap behoudt.
Zorg ervoor dat het gereedschap zich niet in uw richting of in de richting van
iemand die in de buurt staat beweegt.
WAARSCHUWING: Als u geen complete controle over het gereedschap behoudt,
kan dit ernstige lichamelijk letsels of de DOOD veroorzaken.
(1)
Bevestigingsoog
106
BRANDSTOF EN BIJVULLEN
VÓÓR HET BEGIN VAN HET WERK
Controleren en bijvullen van de motorolie
-- Voer de volgende procedure uit bij koude motor.
-- Plaats de motor horizontaal, draai de olievuldop eraf (zie afb. 1) en controleer of het oliepeil tussen de inwendige randen voor de boven- en
ondergrens van de oliebuis staat (zie afb. 2).
-- Vul motorolie bij tot aan de markering van de bovengrens als er te weinig motorolie in zit (het oliepeil is dicht bij de ondergrens) (zie afb. 3).
-- Het gebied tussen de markeringen op de buitenkant is doorzichtig zodat het oliepeil van buitenaf kan worden gecontroleerd zonder de
olievuldop eraf te hoeven draaien. Echter, wanneer de oliebuis erg vuil is geworden, kan deze ondoorzichtig zijn en moet het oliepeil worden
gecontroleerd aan de hand van de inwendige randen binnenin de oliebuis.
-- Ter informatie, na ongeveer iedere 10 bedrijfsuren moet olie worden bijgevuld (na iedere 10 keer brandstof bijvullen). Als de olie door
vuil van kleur is veranderd, ververst u de vuile olie door nieuwe. (Raadpleeg pagina 116 voor informatie over de verversingsinterval en
verversingsprocedure.)
Aanbevolen olie: SAE 10W-30 olie van API-classificatie, SF-klasse of beter (4-taktmotorolie voor auto’s)
Hoeveelheid olie: Ongeveer 0,08 liter
OPMERKING: Als de motor niet horizontaal wordt gehouden, kan de olie binnenin de motor terechtkomen en te veel worden bijgevuld.
Als de olie tot boven het bovenste merkteken wordt bijgevuld, kan de olie gemorst worden en vlam vatten waarbij witte rook
vrijkomt.
Tip 1 bij het verversen van de olie: “Olievuldop”
-- Verwijder stof of vuil rondom de olievulopening en draai de olievuldop eraf.
-- Zorg ervoor dat geen zand of stof op de olievuldop komt. Als dit toch gebeurt, kan het zand of stof dat aan de olievuldop kleeft leiden tot
een onregelmatige oliecirculatie of slijtage van de motoronderdelen, waardoor storingen kunnen ontstaan.
Olievuldop
Markering op buitenkant
(bovengrens)
Markering op
buitenkant
(ondergrens)
Vul motorolie
bij tot aan de
inwendige rand
(bovengrens).
Inwendige rand
(bovengrens)
Inwendige rand
(ondergrens)
Oiebuis
Afb. 1
Afb. 2 Oliebuis
(1) Houd de motor horizontaal en draai de olievuldop eraf.
(2) Vul motorolie bij tot aan de markering van de bovengrens (zie afb. 3).
Gebruik voor het bijvullen een oliefles.
(3) Draai de olievuldop stevig vast. Bij onvoldoende vastdraaien kan olie eruit
lekken.
107
Afb. 3
Het gedeelte tussen
de markeringen op
de buitenkant voor de
boven- en ondergrens is
doorzichtig zodat u van
buitenaf kunt controleren
of het oliepeil tussen de
markeringen staat.
Opmerking
• Ververs de olie niet met de motor in een gekantelde positie.
• Als olie wordt bijgevuld terwijl de motor is gekanteld, kan te veel olie worden bijgevuld waardoor verontreiniging en/of witte rook wordt
veroorzaakt.
Tip 2 bij het verversen van de olie: “Olielekkage”
-- Als olie eruit lekt tussen de brandstoftank en het motorblok, wordt de olie via de koelluchtinlaatopening naar binnen gezogen waardoor de
motor verontreinigd raakt. Veeg gelekte olie af voordat u met het werk begint.
BRANDSTOF BIJVULLEN
Omgaan met brandstof
Het is noodzakelijk uiterst voorzichtig om te gaan met brandstof. Brandstof kan stoffen bevatten die ook in oplosmiddelen voorkomen. Het
bijvullen van brandstof moet gebeuren in een vertrek met een voldoende goede ventilatie of in de open lucht. Adem nooit brandstofdampen in
en houd afstand tot de brandstof. Als uw huid herhaaldelijk in aanraking komt met brandstof gedurende een lange tijd, wordt uw huid droog,
waardoor een huidziekte of allergie kan ontstaan. Als brandstof in uw oog komt, spoelt u uw oog uit met schoon water. Als uw oog daarna blijft
irriteren, raadpleegt u een dokter.
Bewaartermijn van brandstof
Brandstof dient binnen een periode van 4 weken te worden gebruikt, ook wanneer de brandstof wordt bewaard in een speciale jerrycan op een
goed geventileerde en schaduwrijke plaats.
Anders kan de brandstof binnen één dag verslechteren.
OPSLAG VAN HET GEREEDSCHAP EN DE JERRYCAN
-- Bewaar het gereedschap en de jerrycan op een koele plaats uit direct zonlicht.
-- Bewaar brandstof nooit in een auto.
Brandstof
De motor is een viertaktmotor. Gebruik uitsluitend loodvrije benzine voor auto’s met een octaangehalte van 87 of hoger ((R+M)/2). De benzine
mag niet meer dan 10% alcohol bevatten (E-10).
Tips voor het omgaan met brandstof
-- Gebruik nooit mengsmering, waarin motorolie zit. Als u dat doet, zal buitensporige koolafzetting of mechanische storing optreden.
-- Als verslechterde olie wordt gebruikt, zal dat leiden tot onregelmatig starten.
Brandstof bijvullen
WAARSCHUWING: STRENG VERBODEN VOOR ONTBRANDBARE MATERIALEN
-- Draai de brandstofvuldop een klein stukje los en de druk in de brandstoftank af te laten.
-- Draai de brandstofvuldop eraf, vul brandstof bij en laat de lucht uit de brandstoftank stromen door de brandstoftank iets te kantelen zodat de
brandstofvulopening recht omhoog wijst. (NIET bijvullen tot in de vulopening van de brandstoftank.)
-- Veeg rondom de brandstofvuldop goed schoon om te voorkomen dat vreemde stoffen in de brandstoftank kunnen vallen.
-- Na het bijvullen van brandstof draait u de brandstofvuldop weer stevig vast.
• Als enige onvolkomenheid of schade aan de brandstofvuldop wordt geconstateerd, moet deze worden vervangen.
• De brandstofvuldop is na verloop van tijd versleten. Vervang de brandstofvuldop iedere twee of drie jaar.
Brandstofvuldop
Bovengrens van
brandstofpeil
Brandstoftank
108
VOORZORGSMAATREGELEN VÓÓR HET STARTEN VAN DE MOTOR
-- Bewaar altijd een veiligheidszone met een diameter van 15 meter rondom het
werkgebied. Zorg ervoor dat iedereen (maar met name kinderen) en/of dieren
buiten deze zone blijven.
-- Alvorens de stokheggenschaar te gebruiken, zorgt u ervoor dat het gereedschap
op een veilige manier gebruiksklaar is. Controleer dat de messenbladen
niet beschadigd zijn en dat de gashendel gemakkelijk werkt. Controleer dat
de messenbladen niet bewegen wanneer de motor stationair draait. Als het
gereedschap niet normaal werkt, neemt u contact op met uw dealer om de
machine te laten afstellen. Zorg ervoor dat de handgrepen schoon en droog zijn,
en test of de I-O-schakelaar goed werkt. Start de motor uitsluiten overeenkomstig
de instructies beschreven in deze gebruiksaanwijzing. Gebruik geen andere
methode om de motor van de stokheggenschaar te starten.
-- Start de motor van de stokheggenschaar alleen nadat u de instructies hebt
gelezen en volledig begrijpt. Probeer nooit de motor van een stokheggenschaar
te starten als de stokheggenschaar niet volledig gemonteerd is. Anders kan
ernstig letsel worden veroorzaakt.
-- Controleer voordat u de motor start dat de messenbladen niet worden gehinderd
door stenen, takken of andere massieve voorwerpen.
-- Controleer het werkgebied op draad, snoer, glas en andere vreemde voorwerpen
die verstrikt kunnen raken in de messenbladen.
-- Elektrische schokken: let op alle elektriciteitsleidingen in de omgeving. Alvorens
de werkzaamheden te starten, controleert u het hele werkgebied op de
aanwezigheid van elektriciteitsleidingen en elektrische afrasteringen.
TIPS VOOR GEBRUIK EN PROCEDURE VOOR STOPPEN
Volg de toepasselijke voorschriften voor ongevallenpreventie!
STARTEN
Houd ten minste 3 meter afstand tot de plaats waar brandstof is bijgevuld. Plaats de
stokheggenschaar op een schoon stuk grond en zorg ervoor dat de messenbladen
de grond of andere voorwerpen niet raken.
A: Startprocedure bij koude motor
1) Plaats het gereedschap op een vlakke ondergrond.
2) Zet de I-O-schakelaar (1) in de stand BEDRIJF.
BEDRIJF
Uit-vergrendelknop
STOP
(1)
Gashendel
3) Brandstofhandpomp
Blijf op de brandstofhandpomp drukken tot de brandstof in de
brandstofhandpomp stroomt. (Over het algemeen stroomt de brandstof
in de brandstofhandpomp na 7 tot 10 keer duwen.) Als te vaak op de
brandstofhandpomp wordt gedrukt, vloeit het overschot aan brandstof terug
naar de brandstoftank.
Brandstofhandpomp
Carburateur
109
Hoog
toerental
Laag toerental
4) Trekstartinrichting
Trek voorzichtig aan de trekstarthandgreep tot u weerstand voelt
(compressiepunt). Laat de trekstarthandgreep terugtrekken en trek
er vervolgens krachtig aan. Trek nooit door tot aan het einde van het
trekstartkoord. Nadat aan de trekstarthandgreep is getrokken, mag u hem niet
onmiddellijk loslaten. Houd de trekstarthandgreep vast tot het trekstartkoord is
opgewonden in de trekstartinrichting.
5) Opwarmen
Laat de motor gedurende 2 tot 3 minuten opwarmen.
OPMERKING: In geval van een overmatige brandstoftoevoer, verwijdert u
de bougie en trekt u langzaam aan de trekstarthandgreep
om overtollige brandstof te verwijderen. Maak ook het
elektrodengedeelte van de bougie droog.
Voorzichtig tijdens gebruik:
Als de gashendel volledig wordt ingeknepen tijdens onbelast bedrijf, neemt het
motortoerental toe tot meer dan 10.000 toeren min-1 of meer. Laat de motor nooit
draaien op een hoger toerental dan nodig is, maar met een toerental van 6.000 tot
9.000 toeren min-1.
B: Startprocedure bij warme motor
1) Blijf voorzichtig op de brandstofhandpomp drukken.
2) Laat de gashendel in de stand voor stationair draaien staan.
3) Trek krachtig aan de trekstarthandgreep.
4) Als de motor moeilijk te starten is, zet u de chokehendel ongeveer 1/3 open.
Let goed op want de messenbladen kunnen gaan bewegen.
Op bepaalde momenten, bijvoorbeeld in de winter, wanneer de motor
moeilijk gestart kan worden, bedient u de chokehendel middels de volgende
procedure om de motor te kunnen starten.
• Nadat de stappen 1) tot en met 3) van de startprocedure zijn uitgevoerd, zet u de
chokehendel in de stand DICHT.
• Voer stap 4) van de startprocedure uit en start de motor.
• Nadat de motor is gestart, zet u de chokehendel in de stand OPEN.
• Voer stap 5) van de startprocedure uit en voltooi het opwarmen.
DICHT
LET OP: Wanneer een dreun (geluid van een explosie) wordt gehoord en de motor
afslaat, of de zojuist gestarte motor afslaat voordat de chokehendel wordt
bediend, zet u de chokehendel terug in de stand OPEN, en trekt u weer
enkele keren aan de trekstarthandgreep om de motor te starten.
LET OP: Als de chokehendel in de stand DICHT blijft staan en alleen enkele keren
aan de trekstarthandgreep wordt getrokken, wordt te veel brandstof
aangezogen en zal de motor moeilijk te starten zijn.
OPEN
110
STOP
1) Laat de gashendel (2) volledig los en, nadat het motortoerental is afgenomen,
duw de I-O-schakelaar naar de stand STOP om de motor uit te schakelen.
2) Bedenk dat het snijgarnituur wellicht niet onmiddellijk stopt en laat het volledig
tot stilstand komen.
STOP
(1)
(2)
HET LAAG TOERENTAL (VOOR STATIONAIR DRAAIEN)
AFSTELLEN
Als het nodig is het laag toerental (voor stationair draaien) af te stellen, doet u dit
met behulp van de stelschroef op de carburateur.
Carburateur
HET LAAG TOERENTAL CONTROLEREN
-- Stel het laag toerental in op 3.000 toeren per minuut (t/min).
Als het nodig is het laag toerental af te stellen, draait u de stelschroef (rechts
afgebeeld) met een kruiskopschroevendraaier.
-- Draai de stelschroef rechtsom om het motortoerental te verhogen. Draai de
stelschroef linksom om het motortoerental te verlagen.
-- De carburator is over het algemeen goed afgesteld vóór aflevering aan de klant.
Mocht het toch nodig zijn deze opnieuw af te stellen, neemt u contact op met een
erkend servicecentrum.
111
Stelschroef
DE STOKHEGGENSCHAAR BEDIENEN
-- Raak de messenbladen van de stokheggenschaar niet aan tijdens gebruik, of
wanneer de motor draait.
-- Let er goed op geen uitlaatgassen in te ademen tijdens het werken met de
stokheggenschaar. Gebruik de stokheggenschaar nooit in een gesloten
vertrek of op een plaats met onvoldoende ventilatie (risico van verstikking en
gasvergiftiging). Vergeet niet dat koolmonoxide een geurloos gas is, wat betekent
dat het niet kan worden opgemerkt door het reukzintuig.
-- Draag altijd afdoende beschermende kleding voordat u de stokheggenschaar
gaat gebruiken.
-- Zet de motor onmiddellijk uit als de uitlaatdemper niet naar behoren werkt.
-- Gebruik de stokheggenschaar alleen bij goede verlichting en zicht.
-- Bedien de stokheggenschaar niet in het donker of in de mist. Let in de winter op
gladde en natte plekken (ijs en sneeuw) wegens gevaar voor uitglijden, en zorg
er altijd voor dat u stevig staat.
-- Gebruik de stokheggenschaar nooit terwijl u op een onstabiele ondergrond of een
steile helling staat.
-- Gebruik de stokheggenschaar nooit terwijl u op een ladder staat.
-- Klim nooit in een boom om de stokheggenschaar te gebruiken vanuit de boom.
-- Controleer continu het werkgebied op draad, snoer, glas en andere vreemde
voorwerpen die verstrikt kunnen raken in de messenbladen.
-- Zorg ervoor dat de messenbladen snel bewegen voordat u begint te snoeien.
-- Pak de stokheggenschaar altijd met beide handen vast en houdt hem stevig vast
terwijl u ermee werkt.
-- Om verzekerd te zijn van een optimale controle over de stokheggenschaar, buigt
u altijd uw vingers strak rond de handgrepen (gebruik uw duim voor tegendruk)
en houdt de handgrepen stevig vast.
-- Merk op dat de messenbladen nog maximaal twee seconden blijven bewegen
nadat de gashendel is losgelaten.
-- Snoei niet met de stokheggenschaar op een laag motortoerental.
-- De bewegingssnelheid van de messenbladen kan niet goed worden ingesteld
met de gashendel terwijl de motor op een laag toerental draait.
-- Om de bovenkant van een haag te snoeien, lijnt u eerst de messenbladen
uit onder een hoek van 15° tot 30° in de snoeirichting en houdt u de
stokheggenschaar in een horizontale stand. Begin vervolgens de haag te snoeien
met een zwaaiende beweging, alsof u horizontale cirkels tekent met de schacht
van de stokheggenschaar.
-- Om de zijkant van een haag te snoeien, lijnt u de messenbladen uit zodat ze
parallel zijn met het te snoeien oppervlak, en begint u te snoeien met halfronde
(omlaag-omhoog) bewegingen.
-- Wees voorzichtig wanneer u een haag snoeit die dichtbij of tegen een
draadafrastering staat.
-- Zorg ervoor dat de messenbladen geen harde voorwerpen raken, zoals een
draadafrastering, een muur of de grond. Hierdoor kunnen de messenbladen
barsten, schilferen of afbreken.
-- Gebruik de stokheggenschaar niet continu gedurende een lange tijd. Als
vuistregel geldt: neem na iedere 50 minuten werken een pauze van 10 tot 20
minuten.
-- Als de messenbladen in aanraking komen met stenen of andere massieve
voorwerpen, zet u de motor onmiddellijk uit en controleert u de messenbladen op
beschadigingen. Vervang de messenbladen indien beschadigd.
-- Als de stokheggenschaar tijdens gebruik problemen vertoont (vreemd geluid,
trillen, enz.), zet u de motor onmiddellijk uit. Gebruik het gereedschap niet meer
tot het probleem is gevonden en verholpen.
-- Doe tijdens gebruik van de stokheggenschaar altijd uw uiterste best om de
verontreiniging en geluidsproductie zo laag mogelijk te houden. Let met name
goed op een juiste afstelling van de carburateur.
-- Als dikke takken klem zitten tussen de messenbladen, zet u de motor onmiddellijk
uit, legt u het gereedschap op de grond en verwijdert u het obstakel. Controleer
de messenbladen op beschadigingen voordat u het gereedschap weer gebruikt.
112
De snoeihoek instellen
Waarschuwing:
-- Bedien het gereedschap niet met een loszittende en instabiele snoeieenheid.
U kunt de snoeihoek 45° omhoog en 90° omlaag verstellen.
1. Zet de motor van de stokheggenschaar uit en leg het gereedschap op de grond.
2. Om de hoek van de snoeieenheid in te stellen, houdt u de handgreep (A) op de
snoeieenheid met één hand vast en houdt u de hoekvergrendeling (B) met de
andere hand vast zoals afgebeeld.
3. Trek voorzichtig aan de hoekvergrendeling en verander de hoek van
de snoeieenheid. Nadat de hoek is ingesteld, zet u de voorzichtig de
hoekvergrendeling terug.
A
B
Opmerking:
-- De snoeieenheid kan alleen onder bepaalde hoeken worden vastgezet in
de groeven op de snoeieenheid. Zorg ervoor dat de snoeieenheid correct is
ingesteld. Als de hoek niet correct is, wordt de koppeling ontkoppeld en zal het
gereedschap niet werken.
-- De snoeihoek van de snoeieenheid mag niet worden ingesteld terwijl de
stokheggenschaar rechtop staat.
-- Zet de I-O-schakelaar in de stand “O” en leg de stokheggenschaar plat op de
grond om de snoeihoek in te stellen.
-- Bescherm de messenbladen altijd met de bijgeleverde schede voordat u de
snoeihoek instelt.
In het geval de snoeieenheid los zit, moet de bout (de as van de hoekinstelling)
worden vastgedraaid.
1. Plaats de dopsleutel en de inbussleutel op de bout.
2. Stel de strakheid van de snoeieenheid in door de inbussleutel te draaien, en
draai daarna de bout vast door de dopsleutel te draaien.
Opmerking:
-- Zet de snoeieenheid niet te strak vast. De hoek van de snoeieenheid kan niet
worden veranderd als hij te strak staat.
113
Inbussleutel
Bout
ONDERHOUD
-- Alvorens enige onderhoudswerkzaamheden uit te voeren aan de
stokheggenschaar (messenbladen schoonmaken, enz.), zet u altijd de motor uit
en wacht u tot de motor is afgekoeld. Als extra veiligheidsmaatregel trekt u tevens
de bougiekap eraf.
-- Probeer nooit verbogen of afgebroken messenbladen recht te buigen of te
lassen. Beschadigde messenbladen moeten altijd worden vervangen.
-- Zet de motor regelmatig uit om de messenbladen te controleren op mogelijke
beschadiging (voer een tik-resonantietest uit om moeilijk waarneembare
haarscheurtjes te detecteren). Zorgt ervoor dat de tanden van de messenbladen
altijd scherp zijn.
-- Maak de stokheggenschaar regelmatig schoon. Controleer tijdens het
schoonmaken ook of alle bouten, moeren en schroeven goed vastzitten.
-- Om de kans op brand te verkleinen, mag u de stokheggenschaar nooit
onderhouden of bewaren in de buurt van open vuur.
-- Draag altijd stevige veiligheidshandschoenen wanneer u de messenbladen
hanteert.
-- Neem contact op met uw dealer voor vervangende messenbladen.
-- Gebruik voor het schoonmaken nooit benzine, wasbenzine, thinner, alcohol, enz.
Dit kan leiden tot verkleuren, vervormen of barsten.
De messenbladen slijpen
Als de messenbladen bot zijn geworden en de snoeiprestaties slecht zijn, laat u de
messenbladen slijpen door een erkend servicecentrum.
De speling tussen de messenbladen instellen
De bovenste en onderste messenbladen verslijten geleidelijk door gebruik. Als schoon snoeien niet meer mogelijk is ondanks dat de
messenbladen scherp genoeg zijn, stelt u de speling tussen de messenbladen als volgt in.
De strakheid van de platbolkopbout bepaalt de speling van de messenbladen. De moer houdt de platbolkopbout met een bepaalde kracht
vast. Een te losse speling veroorzaakt een stompe snede, maar een te strakke speling veroorzaakt onnodige warmte en sneller slijten van de
messenbladen.
1. Draai de moer (1) los met een ring- of steeksleutel.
2. Draai de platbolkopbout (2) licht vast met een inbussleutel totdat hij stopt. Draai hem daarna tussen een kwart en een halve slag terug om
de benodigde speling te verkrijgen.
3. Draai de moer (1) vast terwijl u de platbolkopbout (2) op zijn plaats houdt.
4. Breng lichte olie aan op de glijoppervlakken van de messenbladen.
5. Start de motor en knijp beurtelings de gashendel in en laat deze weer los gedurende een minuut.
6. Stop de motor en raak het oppervlak van de messenbladen aan. Als deze niet te heet zijn om aan te raken, is de afstelling correct. Als ze te
heet zijn om aan te raken, draait u de platbolkopbout (2) een klein stukje terug en herhaalt u de stappen 5 tot en met 6.
OPMERKING: Voordat u de afstelling maakt, zet u de motor uit en wacht u tot de messenbladen stilstaan.
In de messenbladen zit een gleuf rondom de platbolkopbout (2). In het geval u stof ziet in het uiteinde van de gleuf, verwijdert u
dit.
1
4
5
6
1
2
3
4
5
6
2
3
Zeskant-U-moer
Platbolkopbout
Platte ring
Messenbladgeleider
Bovenste messenblad
Onderste messenblad
114
Smeervet bijvullen
Belangrijk: Controleer of het oppervlak van het tandwielhuis volledig koud is
voordat u smeert.
-- Het tandwielhuis van de stokheggenschaar moet elke 25 bedrijfsuren worden
gesmeerd. De smeeropening zit onder de bout. Verwijder de bout om te kunnen
smeren. Vul ongeveer 3 gram (4 cc) smeervet bij in punt A van het tandwielhuis
en vul ongeveer 5 gram (7 cc) smeervet bij in punt B via de bijbehorende
smeeropening. Plaats na het smeren de bout terug. Nadat de juiste hoeveelheid
vet is bijgevuld, komt een klein beetje vet uit de voet van de messenbladen
tijdens het eerste gebruik.
LET OP: Houd u aan het smeerinterval en de hoeveelheid smeervet die moet
worden bijgevuld.
Mechanische onderdelen van de stokheggenschaar kunnen worden
beschadigd als geen smeervet wordt bijgevuld na het voorgeschreven
smeerinterval of als een onvoldoende hoeveelheid smeervet wordt
bijgevuld.
Dagelijkse inspectie en onderhoud
Om een lange levensduur van uw stokheggenschaar te garanderen, voert u
dagelijks de volgende inspecties en onderhoudswerkzaamheden uit.
-- Voor gebruik:
• Controleer altijd op losse en ontbrekende onderdelen voordat u met de
werkzaamheden begint. Let met name goed op de snijgarnituur en controleer
of de borgbouten van de messenbladen goed zijn vastgedraaid.
• Controleer de koelluchtopeningen en de koelribben van de cilinder op
verstopping voordat u met de werkzaamheden begint. Maak ze zo nodig
schoon.
-- Na gebruik:
• Reinig de buitenkant van de stokheggenschaar en inspecteer op
beschadigingen.
• Maak het luchtfilter schoon. Als u in extreem stoffige omstandigheden werkt,
maakt u het filter meerdere keren per dag schoon.
• Controleer de messenbladen op beschadiging. Zorg ervoor dat de
messenbladen stevig gemonteerd zijn.
• Als na het afstellen de messenbladen bij stationair toerental nog steeds
bewegen, neemt u contact op met het dichtstbijzijnde, erkende servicecentrum.
115
Smeeropening
(onder de bout)
B
A
MOTOROLIE VERVERSEN
Verslechterde motorolie verkort sterk de levensduur van de draaiende delen van de motor. Controleer het verversingsinterval en de
bijvulhoeveelheid.
GEVAAR: Over het algemeen zijn de motor zelf en de motorolie heet kort nadat de motor is uitgeschakeld. Alvorens de motorolie te
verversen, controleert u op de motor zelf en de motorolie voldoende zijn afgekoeld. Als u dit niet doet, bestaat de kans op
verbranding. Wacht nadat de motor is uit gezet voldoende lang om de motorolie te laten terugstromen naar de olietank
voor een nauwkeurige controle van het oliepeil.
OPMERKING: Als de motorolie tot boven het bovenste merkteken wordt bijgevuld, kan de motorolie gemorst worden en vlam vatten
waarbij witte rook vrijkomt.
Verversingsinterval: Na de eerste 20 bedrijfsuren en vervolgens na iedere 50 bedrijfsuren.
Aanbevolen olie:
SAE 10W-30 olie van API-classificatie, SF-klasse of beter (4-taktmotorolie voor auto’s)
Volg de onderstaande procedure om de motorolie te verversen.
1) Controleer of de brandstofvuldop stevig vastgedraaid is.
2) Plaats een grote opvangbak (pan, enz.) onder het aftapgat.
Olievuldop
Brandstofvuldop
3) Verwijder de aftapbout en draai daarna de olievuldop eraf om de motorolie
af te tappen uit het aftapgat. Wees hierbij voorzichtig de pakkingring van de
aftapbout niet kwijt te raken en de verwijderde onderdelen niet vuil te maken.
4) Nadat de motorolie is afgetapt, draait u de aftapbout met daarop de pakkingring
stevig vast, zodat deze niet kan losraken en gaan lekken.
* Gebruik een poetsdoek om de motorolie die aan de aftapbout en het
gereedschap zit volledig af te vegen.
Olievuldop
Aftapgat
Pakkingring
Aftapbout
Alternatieve methode voor het aftappen van de motorolie
Draai de olievuldop eraf, kantel de stokheggenschaar in de richting van de
olievulopening en tap de motorolie af.
Vang de motorolie op in een opvangbak.
116
5) Plaats de motor horizontaal en vul geleidelijk nieuwe motorolie bij tot aan de
markering van de bovengrens.
Markering op buitenkant
(bovengrens)
6) Draai na het bijvullen de olievuldop stevig vast, zodat deze niet kan losraken en
gaan lekken. Als de olievuldop niet stevig wordt vastgedraaid, kan deze gaan
lekken.
Inwendige
rand
(bovengrens)
Markering op
buitenkant
(ondergrens)
Inwendige rand
(ondergrens)
Markering van Motorolie
bovengrens
TIPS VOOR HET OMGAAN MET OLIE
-- Gooi verbruikte motorolie nooit weg met het afval, op de grond, of in een rioolput. Het weggooien van olie is bij wet geregeld.
Houd u bij het weggooien altijd aan de betreffende wetten en regelgeving. In het geval u hierover vragen heeft, neemt u contact op met
een erkend servicecentrum.
-- Olie verslechtert, ook wanneer de olie niet wordt gebruikt. Controleer en ververs de olie regelmatig (ververs de olie iedere 6 maanden).
Het luchtfilter schoonmaken
Luchtfilterelement
(spons)
GEVAAR: Streng verboden voor ontvlambare materialen
Controleer en reinig het luchtfilter dagelijks of iedere 10 bedrijfsuren.
Achterplaat
Luchtfilterkap
-- Zet met de chokehendel de choke helemaal dicht en houd de carburateur vrij van
stof of vuil.
-- Draai de bevestigingsbout los.
-- Verwijder de luchtfilterkap door aan de onderkant te trekken.
-- Verwijder de luchtfilterelementen en tik ertegen om het vuil te verwijderen.
-- Als de luchtfilterelementen zwaar verontreinigd zijn:
Verwijder de luchtfilterelementen, dompel ze in warm water of in een oplossing
van een mild schoonmaakmiddel in water, en droog ze grondig. Knijp er niet in en
wrijf er niet over tijdens het wassen.
-- Alvorens de luchtfilterelementen terug te plaatsen, moeten deze grondig droog
zijn. Als de luchtfilterelementen onvoldoende droog worden teruggeplaatst, kan
dat leiden tot moeilijk starten.
-- Veeg olie die rondom de luchtfilterkap en de ontluchting zit af met een poetsdoek.
-- Plaats het luchtfilterelement (spons) in het luchtfilterelement (vilt).
Plaats de luchtfilterelementen zodanig in de achterplaat dat de spons aan de kant
van de luchtfilterkap zit.
-- Plaats de luchtfilterkap onmiddellijk terug en zet hem vast met de
bevestigingsbouten. (Plaats bij het monteren eerst de bovenrand en daarna de
onderrand.)
KENNISGEVING:
-- Reinig de luchtfilterelementen meerdere keren per dag als onder extreem
stoffige omstandigheden wordt gewerkt. Vervuilde luchtfilterelementen
verlagen het motorvermogen en bemoeilijken het starten van de motor.
-- Verwijder de olie op de luchtfilterelementen. Als u blijft doorwerken terwijl de
luchtfilterelementen vervuild zijn met olie, kan de olie buiten het luchtfilter
terechtkomen en tot milieuverontreiniging leiden.
-- Plaats de luchtfilterelementen niet op de grond of op een vieze plaats. Er
kan dan vuil of rommel aan blijven plakken waardoor de motor kan worden
beschadigd.
-- Gebruik nooit brandstof om de luchtfilterelementen te reinigen. Ze kunnen
door de brandstof worden beschadigd.
117
Chokehendel
Ontluchting
Luchtfilterelement
(vilt)
Bevestigingsbout
DE BOUGIE CONTROLEREN
-- Gebruik alleen de bijgeleverde moersleutel om de bougie te verwijderen of te
installeren.
-- De afstand tussen de twee elektroden van de bougie moet 0,7 tot 0,8 mm (0,028”
- 0,032”) bedragen. Als de afstand te groot of te klein is, moet u deze aanpassen.
Als de elektroden van de bougie verstopt of vervuild zijn, moet u deze grondig
schoonmaken of de bougie vervangen.
LET OP: R
aak de bougiekap nooit aan terwijl de motor draait (gevaar van
elektrische schok door hoogspanning).
0,7 mm - 0,8 mm
(0,028” - 0,032”)
Het brandstoffilter (de zuigkop in de brandstoftank)
schoonmaken
WAARSCHUWING: STRENG VERBODEN VOOR ONTBRANDBARE
MATERIALEN
Controleer en reinig het brandstoffilter maandelijks of iedere 50 bedrijfsuren.
Controleer het brandstoffilter regelmatig. Volg de onderstaande stappen om het
brandstoffilter te controleren.
(1) Verwijder de brandstofvuldop en tap de brandstof af totdat de brandstoftank
leeg is. Controleer de binnenkant van de brandstoftank op eventuele vreemde
stoffen. Als u iets vindt, verwijdert u dit.
(2) Gebruik een draadhaak om de zuigkop uit de brandstofvulopening te trekken.
(3) Als het brandstoffilter enigszins verstopt is, reinigt u het. Om het te reinigen,
schudt u het en tikt u ertegen in de brandstof. Om beschadiging te voorkomen,
knijpt u er niet is en wrijft u er niet over. De brandstof die is gebruikt voor het
reinigen moet worden weggegooid volgens de methode beschreven in de
regelgeving van uw land.
Als het brandstoffilter hard of ernstig verstopt is, vervangt u het.
(4) Na het controleren, reinigen of vervangen van het brandstoffilter, duwt u het zo
ver mogelijk omlaag tot onderin de brandstoftank.
Een verstopt of beschadigd brandstoffilter kan leiden tot onvoldoende
brandstoftoevoer en minder motorvermogen. Vervang het brandstoffilter ten minste
iedere drie maanden om verzekerd te zijn van een goede brandstoftoevoer naar de
carburateur.
Brandstofleiding
Slangklem
Brandstoffilter
De brandstofleiding vervangen
LET OP: Streng verboden voor ontvlambare materialen
Controleer en reinig de brandstofleiding dagelijks of iedere 10 bedrijfsuren.
Vervang de brandstofleiding iedere 200 bedrijfsuren of ieder jaar, ongeacht de
gebruiksfrequentie. Als u dat niet doet, kan brandstoflekkage optreden waardoor
brand kan worden veroorzaakt.
Als u tijdens de controle een lekkage vindt, vervangt u de brandstofleiding
onmiddellijk.
DE BOUTEN, MOEREN EN SCHROEVEN INSPECTEREN
-- Draai losse bouten, moeren, enz., weer vast.
-- Controleer op brandstof- en olielekkage.
-- Vervang beschadigde onderdelen door nieuwe voor een veilig gebruik.
DE ONDERDELEN REINIGEN
-- Houd de motor schoon door deze af te vegen met een poetsdoek.
-- Houd de koelribben van de cilinder vrij van stof en vuil. Stof en vuil dat zich
tussen de koelribben ophoopt, zal leiden tot het vastlopen van de zuiger.
DE AFDICHTINGEN EN PAKKINGEN VERVANGEN
Vervang de pakkingen en afdichtingen als de motor gedemonteerd is.
Voor alle onderhoudswerkzaamheden en afstellingen die niet in deze handleiding
worden beschreven, neemt u contact op met u uw plaatselijk, erkend DOLMARservicecentrum.
118
Brandstofleiding
OPSLAG
WAARSCHUWING: Voordat u begint met het aftappen van de brandstof, zet u
de motor uit en wacht u totdat de motor is afgekoeld.
Als u dat niet doet kan dat leiden tot brandwonden of brand.
LET OP:
Als u het gereedschap gedurende een lange tijd
opbergt, tapt u alle brandstof af uit de brandstoftank en
carburateur, en bergt u hem op een droge en schone
plaats op.
-- Tap de brandstof af uit de brandstoftank en carburateur aan de hand van de
volgende procedure:
1) Draai de brandstofvuldop eraf en tap de brandstof volledig af.
Als vreemd materiaal is achtergebleven in de brandstoftank, verwijdert u dit
volledig.
2) Trek met behulp van een draadhaak het brandstoffilter uit de
brandstofvulopening.
3) Druk op de brandstofhandpomp totdat de brandstof daaruit en in de
brandstoftank stroomt.
4) Plaats het brandstoffilter terug in de brandstoftank en draai de brandstofvuldop
stevig vast.
5) Laat de motor vervolgens draaien tot deze afslaat.
-- Verwijder de bougie en breng enkele druppels motorolie via het bougiegat in de
cilinder.
-- Trek voorzichtig aan de trekstarthandgreep zodat de motorolie zich door de motor
verspreidt, en monteer daarna de bougie weer.
-- Bevestig de beschermkap op de messenbladen.
-- Normaal gesproken bergt u het gereedschap horizontaal op. Als dit niet mogelijk
is, plaatst u het gereedschap zodanig dat de motor zich lager bevindt dan het
snijgarnituur. Anders kan motorolie van binnenuit lekken.
-- Let er altijd op dat u het gereedschap op een veilige plaats opbergt om
beschadiging van het gereedschap en persoonlijk letsel te voorkomen.
-- Bewaar de afgetapte brandstof in een speciale jerrycan op een goed
geventileerde plaats in de schaduw.
119
Brandstof
aftappen
Vocht
Aandachtspunt na langdurige opslag
-- Alvorens de motor na langdurige stilstand opnieuw te starten, moet de olie worden ververst (zie pag. 116). De olie verslechtert terwijl het
gereedschap niet in gebruik is.
Bedrijfsuren
Vóór
gebruik
Item
Motorolie
Dagelijks
(10 uur)
25 uur
50 uur
200 uur
Uitschakelen/
opslag
Raadpleeg
pagina
107
Inspecteren/
reinigen
Vervangen
*1
116
Vastdraaien
(bouten, moeren,
enz.)
Inspecteren
118
Brandstoftank
Reinigen/
inspecteren
*3
Brandstof
aftappen
119
Gashendel
Werking
controleren
109
I-O-schakelaar
Werking
controleren
109, 111
Messenbladen
Inspecteren
109, 114
Laag toerental
Inspecteren/
afstellen
111
Luchtfilter
Reinigen
117
Bougie
Inspecteren
118
Koelluchtinlaatkanaal Reinigen/
inspecteren
118
Brandstofleiding
Inspecteren
118
Vervangen
-
*2
Smeervet in
tandwielhuis
Bijvullen
115
Brandstoffilter
Reinigen/
vervangen
118
Afstand tussen
luchtinlaatklep en
luchtuitlaatklep
Afstellen
-
*2
Motor reviseren
Carburateur
-
*2
*
Brandstof
aftappen
*1 Eerste keer verversen na 20 bedrijfsuren.
*2 Vraag een erkend servicecentrum of een machinewerkplaats om de inspectie na 200 bedrijfsuren uit te voeren.
*3 Na het aftappen van de brandstoftank, laat u de motor draaien om de brandstof in de carburateur op te gebruiken.
120
3
119
PROBLEMEN OPLOSSEN
Alvorens een verzoek voor reparatie in te dienen, controleer u de storing zelf aan de hand van de onderstaande tabel. Als een probleem is
gevonden, repareert u het gereedschap aan de hand van de beschrijvingen in deze gebruiksaanwijzing. Probeer nooit enig onderdeel te
demonteren of repareren in strijd met de beschrijvingen. Voor reparatie neemt u contact op met een erkend servicecentrum of uw plaatselijke
dealer.
Probleemomschrijving
Mogelijke oorzaak (storing)
Druk deze 7 tot 10 keer in.
Te zwak trekken aan de trekstarthandgreep.
Trek krachtig.
Gebrek aan brandstof.
Vul brandstof bij.
Verstopt brandstoffilter.
Reinig.
Gebroken brandstofleiding.
Repareer de brandstofleiding.
Verslechterde brandstof.
De verslechterde brandstof bemoeilijkt het
starten. Vervang de brandstof door nieuwe.
(Aanbevolen vervangingsinterval: 1 maand.)
Buitensporige toevoer van brandstof.
Verander de stand van de gashendel van
middelhoog toerental naar hoog toerental en
trek aan de trekstarthandgreep tot de motor
start. Nadat de motor is gestart, beginnen
de messenbladen te bewegen. Let goed op
de messenbladen.
Als de motor nog steeds niet start, draait u de
bougie eruit, maakt u de elektroden droog, en
monteert u de bougie weer. Start vervolgens
zoals beschreven.
Bougiekap ligt eraf.
Bevestig stevig.
Motor start niet.
Motor slaat snel af.
Motortoerental neemt niet toe.
Messenbladen bewegen niet
Motor slaat onmiddellijk af
Motor trilt abnormaal sterk
Motor slaat onmiddellijk af
Messenbladen stoppen niet onmiddellijk
Motor slaat onmiddellijk af
Motor slaat niet af
Oplossing
De brandstofhandpomp werd niet ingedrukt.
Vervuilde bougie.
Reinig.
Verkeerde elektrodenafstand van bougie.
Stel de elektrodenafstand af.
Ander probleem met de bougie.
Vervang.
Probleem met de carburateur.
Dien een verzoek in voor inspectie en
onderhoud.
Trekstarthandgreep kan niet worden
uitgetrokken.
Dien een verzoek in voor inspectie en
onderhoud.
Probleem met aandrijving.
Dien een verzoek in voor inspectie en
onderhoud.
Onvoldoende opgewarmd.
Warm de motor op.
De chokehendel staat in de stand “ ”
ondanks dat de motor opgewarmd is.
Zet in de stand “ ”
Verstopt brandstoffilter.
Reinig of vervang.
Vervuild of verstopt luchtfilter.
Reinig.
Probleem met de carburateur.
Dien een verzoek in voor inspectie en
onderhoud.
Probleem met aandrijving.
Dien een verzoek in voor inspectie en
onderhoud.
Onjuiste hoek van de snoeieenheid
Zorg ervoor dat de hoekvergrendeling goed
aangrijpt.
Bevestigingsmoer van messenbladen zit los.
Draai goed vast.
Takjes zijn rond de messenbladen gewikkeld.
Verwijder vreemde voorwerpen.
Probleem met aandrijving.
Dien een verzoek in voor inspectie en
onderhoud.
Messenbladen zijn gebroken, verbogen of
versleten.
Vervang de messenbladen.
Bevestigingsmoer van messenbladen zit los.
Draai goed vast.
Probleem met aandrijving.
Dien een verzoek in voor inspectie en
onderhoud.
Hoog stationair toerental.
Stel af.
Gaskabel losgeraakt.
Bevestig stevig.
Probleem met aandrijving.
Dien een verzoek in voor inspectie en
onderhoud.
Stekker losgeraakt.
Bevestig stevig.
Probleem met elektrisch systeem.
Dien een verzoek in voor inspectie en
onderhoud.
Laat de motor stationair draaien en zet de
chokehendel in de stand “ ”
Als de motor niet start ondanks dat deze opgewarmd is:
Als bij het doorlopen van de controlepunten geen probleem wordt gevonden, knijpt u de gashendel ongeveer 1/3 in en start u de motor.
121