y los minutos que hayan transcurrido. Los estudiantes podrán decir el
tiempo durante el cual estuvieron en clase, el tiempo que han pasado con
una determinada actividad o el tiempo que han estado "trabajando."
Dime cuando
Reforzar la capacidad de los estudiantes para decir la hora y su
comprensión de la duración del tiempo preguntándoles "dime cuando."
Animar a los estudiantes a que digan cuando es la hora de comer, de
descansar o de cualquier otra actividad. Intentar repartir estas actividades
en diferentes momentos durante el transcurso del día.
El tiempo habla
¡Haz que tus estudiantes se acostumbren a utilizar el lenguaje del tiempo!
Referirse de distinta forma a horas específicas. Por ejemplo, decir la hora
9:45 como "10 menos cuarto." Utilizar expresiones como "y media," "en
punto," "menos cuarto," "y cuarto," o "aproximadamente." A medida que los
estudiantes se vayan familiarizando para decir la hora, disfrutarán utilizando
palabras y expresiones diferentes para determinadas horas.
Activiteitengids
De Primary Time Teacher™ (LER2995) helpt uw studenten, dankzij zijn
nieuwe en verbeterde ontwerp, het verschil te ontdekken tussen analoge en
digitale tijden. De Primary Time Teacher™ is in zoverre uniek dat het zowel
een analoge als een digitale klok heeft die tegelijkertijd werken. Als u de
knop van de grote wijzer draait, ziet u zowel de gesynchroniseerde kleine
wijzers als de digitale cijfers veranderen. De uren en minuten op zowel de
analoge als de digitale klok hebben een aparte kleur, zodat uw studenten
de overgang tussen de klokken gemakkelijk kunnen maken.
De Primary Time Teacher™ kan op diverse manieren gebruikt worden. Zet
de klok in een leercentrum zodat studenten door middel van gerichte
activiteiten de klok kunnen ontdekken en gebruiken. Uw studenten zullen
graag met de wijzers spelen, kijken hoe het mechanisme draait en klok
leren kijken op de analoge en digitale klok.
Connecties
Wijs naar de kleine wijzer op de analoge klok. Vraag de studenten om hem
te beschrijven. Ze zullen misschien zeggen dat de kleine wijzer kort en rood
is. Vraag ze dan om te raden welke cijfers op de digitale klok de uren zijn.
De uren staan in het rood. Wijs naar de grote wijzer en vraag studenten om
hem te beschrijven. Maak connecties tussen de kleur van de grote wijzer en
de gedrukte minuten op de digitale klok.
Draai de grote wijzer langzaam rond. Laat studenten beschrijven wat er
gebeurt. Studenten moeten merken dat de minuten op de digitale klok heel
snel verspringen, maar dat de uren pas veranderen als de wijzer een keer
helemaal rond is geweest. Bekijk het verband tussen hoe vaak de cijfers op
de digitale klok veranderen en hoe ver de grote wijzer verschuift.
Minuten
Met de Primary Time Teacher™ leren studenten hoeveel minuten er in een
uur gaan. Vraag studenten eerst of ze dit weten. Vraag ze dan hoe ze dat te
weten kunnen komen.
Bespreek hun suggesties en probeer ze. De grote wijzer wijst naar de
punten aan de rand van de analoge klok. Vraag studenten waar ze denken
dat die punten voor staan. (De ruimte tussen elke punt is één minuut.)
Tel de punten op de klok. Er zijn zestig minuten in een uur. Zodra de zestig
is bereikt, beginnen de minuten weer opnieuw. Telkens wanneer u de grote
wijzer verplaatst, verschuiven de minutencijfers op de digitale klok.
Uren
De Primary Time Teacher™ geeft zowel de analoge als digitale tijd in een
24-uurs systeem aan. Vraag studenten hoeveel uren er op de klok staan.
Vraag ze wat ze denken dat er gebeurt als de klok van 24.00 naar 1.00 uur
gaat.
5-minutentijd
Help uw studenten per vijf minuten klok te kijken. Sluit de digitale vensters.
Laat een tijd op uw analoge klok zien. Vraag studenten hoeveel uren en
minuten er staan. Open dan het digitale venster zodat studenten hun tijden
kunnen controleren. Draai het proces dan om. Laat studenten een tijd op de
digitale klok zien en vraag ze dan om te vertellen waar de grote en kleine
wijzer moeten staan.