HP LASERJET 3015 ALL-IN-ONE PRINTER Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding
HP LaserJet 3015 all-in-one
Gebruikershandleiding
Copyrightinformatie
© Copyright 2004 Hewlett-Packard
Development Company, L.P.
Verveelvoudiging, bewerking of vertaling
zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming is verboden, behalve voor
zover toegestaan volgens het auteursrecht.
De informatie in dit document kan zonder
kennisgeving worden gewijzigd.
De enige garantie voor producten en
services van HP wordt uiteengezet in de
garantieverklaring die bij dergelijke
producten en services wordt geleverd.
Niets in deze verklaring mag worden
opgevat als een aanvullende garantie. HP
is niet aansprakelijk voor technische of
redactionele fouten of weglatingen in deze
verklaring.
Gebruikers van het Hewlett-Packard
product dat in deze gebruikershandleiding
wordt beschreven, krijgen een licentie
voor: a) het afdrukken van deze
gebruikershandleiding voor
PERSOONLIJK, INTERN of
BEDRIJFSMATIG gebruik onder de
voorwaarde dat de afgedrukte exemplaren
niet worden verkocht, doorverkocht of
anderszins worden verspreid; en b) het
opslaan van de elektronische versie van
deze gebruikershandleiding op een
netwerkserver, mits de toegang tot dit
elektronische bestand wordt beperkt tot
personen die het Hewlett-Packard product
dat in deze gebruikershandleiding wordt
beschreven, aanwenden voor
PERSOONLIJK of INTERN gebruik.
Onderdeelnummer: Q2669-90957
Edition 1, 10/2004
Handelsmerken
Adobe® en PostScript® zijn
handelsmerken van Adobe Systems
Incorporated.
Microsoft®, Windows® en Windows N
zijn gedeponeerde handelsmerken van
Microsoft Corporation in de Verenigde
Staten.
UNIX® is een gedeponeerd handelsmerk
van The Open Group.
Alle andere in deze handleiding genoemde
producten zijn mogelijk handelsmerken
van de respectievelijke bedrijven.
Inhoudsopgave
1 Kennismaking met het apparaat
Onderdelen van de HP LaserJet 3015 all-in-one .....................................................................2
Inhoud van de verpakking ..................................................................................................2
Apparaatfuncties .......................................................................................................................3
Afbeelding van de hardwareonderdelen ..................................................................................4
HP LaserJet 3015 all-in-one hardwareonderdelen ............................................................4
De knoppen op het bedieningspaneel ......................................................................................5
Overzicht van de softwareonderdelen van het apparaat .........................................................6
Specificaties voor afdrukmateriaal ...........................................................................................7
Ondersteunde papiergewichten en -formaten ...................................................................7
2 De instellingen wijzigen via de HP werkset of via het
bedieningspaneel
De HP werkset gebruiken .......................................................................................................10
Ondersteunde besturingssystemen .................................................................................10
Ondersteunde browsers ...................................................................................................10
De HP werkset openen ....................................................................................................10
De tabbladen van de HP werkset ....................................................................................11
Het bedieningspaneel gebruiken ............................................................................................13
Een configuratiepagina afdrukken ...................................................................................13
De menustructuur van het bedieningspaneel afdrukken .................................................13
De fabrieksinstellingen herstellen ....................................................................................14
De taal van het bedieningspaneel wijzigen .....................................................................14
Het standaardpapierformaat wijzigen ..............................................................................14
Het volume van het apparaat regelen .............................................................................15
3 Afdrukken
Afdrukken met handmatige invoer .........................................................................................18
Afdrukken met behulp van de handmatige invoer ...........................................................18
Afdruktaken onderbreken of annuleren ..................................................................................19
Printerdrivers ...........................................................................................................................20
De afdrukinstellingen wijzigen ..........................................................................................20
Instellingen voor de afdrukkwaliteit ........................................................................................21
Instellingen voor de afdrukkwaliteit tijdelijk wijzigen ........................................................21
Instellingen voor de afdrukkwaliteit wijzigen voor alle toekomstige taken ......................21
EconoMode gebruiken (om toner te besparen) ...............................................................22
De afdrukkwaliteit optimaliseren voor afdrukmateriaal ..........................................................23
De functie voor optimaliseren gebruiken .........................................................................23
Specificaties voor afdrukmateriaal .........................................................................................24
Richtlijnen voor het gebruik van afdrukmateriaal ...................................................................25
Papier ...............................................................................................................................25
Veelvoorkomende problemen met afdrukmateriaal ........................................................25
Etiketten ............................................................................................................................ 26
Transparanten ..................................................................................................................26
NLWW
iii
Enveloppen .......................................................................................................................26
Kaarten en zwaar afdrukmateriaal ...................................................................................27
Afdrukmateriaal selecteren voor de automatische documentinvoer .....................................29
Specificaties van de automatische documentinvoer .......................................................29
Afdrukken op enveloppen .......................................................................................................30
Op één envelop afdrukken ...............................................................................................30
Op meerdere enveloppen afdrukken ...............................................................................31
Afdrukken op transparanten en etiketten ...............................................................................33
Op transparanten en etiketten afdrukken ........................................................................33
Afdrukken op briefhoofdpapier en voorbedrukte formulieren ................................................35
Op briefhoofdpapier en voorbedrukte formulieren afdrukken .........................................35
Afdrukken op speciaal papierformaat of op kaarten ..............................................................36
Op speciaal papierformaat of kaarten afdrukken ............................................................36
Handmatig dubbelzijdig afdrukken .........................................................................................37
Handmatig dubbelzijdig afdrukken ...................................................................................37
Meerdere pagina's op één vel afdrukken ...............................................................................39
Meerdere pagina's op één vel afdrukken .........................................................................39
Folders afdrukken ...................................................................................................................40
Folders afdrukken .............................................................................................................40
Watermerken afdrukken .........................................................................................................42
De functie voor watermerken gebruiken ..........................................................................42
4 Kopiëren
Originelen plaatsen om te kopiëren ........................................................................................44
Originelen in de automatische documentinvoer plaatsen ...............................................44
Kopieertaken starten ...............................................................................................................46
Kopieertaken annuleren ..........................................................................................................46
De kopieerkwaliteit aanpassen ...............................................................................................47
De kopieerkwaliteit voor de huidige taak aanpassen ......................................................47
De standaardkopieerkwaliteit aanpassen ........................................................................47
De instelling voor lichter/donkerder (contrast) aanpassen .....................................................48
De instellingen voor lichter/donkerder (contrast) voor de huidige taak
aanpassen ........................................................................................................................48
De standaardinstelling voor lichter/donkerder aanpassen ..............................................48
Kopieën verkleinen of vergroten .............................................................................................49
De kopieën van de huidige taak verkleinen of vergroten ................................................50
Het standaardkopieerformaat wijzigen ............................................................................50
De standaard sorteerinstelling wijzigen ..................................................................................52
De standaardinstelling voor sorteren wijzigen .................................................................52
Het standaardaantal kopieën wijzigen ....................................................................................53
De standaardinstelling voor het aantal kopieën wijzigen ................................................53
Dubbelzijdige originelen kopiëren ...........................................................................................54
Meerdere dubbelzijdige originelen kopiëren ....................................................................54
5 Scannen
Originelen plaatsen om te scannen ........................................................................................56
Originelen in de automatische documentinvoer plaatsen ...............................................56
Scanmethoden ........................................................................................................................58
Scantaken annuleren ..............................................................................................................59
Scannen vanaf het bedieningspaneel ....................................................................................60
De knop Scannen naar programmeren ...........................................................................60
Scannen naar e-mail ........................................................................................................60
Scannen naar een map ....................................................................................................60
Scanning vanuit de HP LaserJet scansoftware .....................................................................61
Scannen naar e-mail ........................................................................................................61
iv
NLWW
Scannen naar een bestand ..............................................................................................62
Naar een ander softwareprogramma scannen ................................................................62
Scannen naar de software Readiris OCR ........................................................................63
Scannen vanuit software die compatibel is met TWAIN en WIA ..........................................64
Software gebruiken die compatibel is met TWAIN en WIA ............................................64
Scannen met OCR ..................................................................................................................65
Readiris ............................................................................................................................. 65
Resolutie en kleur van de scanner .........................................................................................66
Richtlijnen voor de resolutie en de kleuren ......................................................................66
Kleur .................................................................................................................................67
6 Faxen
.................................................................................................................................................. 70
...........................................................................................................................................70
7 Reiniging en onderhoud
De buitenkant van het apparaat reinigen ...............................................................................72
De buitenkant reinigen .....................................................................................................72
De glasplaat reinigen ........................................................................................................72
De papierbaan reinigen ..........................................................................................................73
De papierbaan reinigen ....................................................................................................73
8 Problemen oplossen
Het apparaat kan niet worden ingeschakeld ..........................................................................76
Staat het apparaat onder stroom? ...................................................................................76
Op het bedieningspaneel verschijnen zwarte lijnen, vlekken of vage afdrukken.
.................................................................................................................................................. 77
Zwarte lijnen of vlekken ...................................................................................................77
Vervaagd display op het bedieningspaneel .....................................................................77
Er worden blanco pagina's afgedrukt .....................................................................................78
Bevindt de beschermingstape zich nog op de printcartridge? ........................................78
Kan de configuratiepagina worden afgedrukt? ................................................................78
Bevat het document lege pagina's? .................................................................................78
Is het origineel op de juiste wijze geplaatst? ...................................................................78
Pagina's zijn niet afgedrukt .....................................................................................................79
Wordt er een bericht weergegeven op het beeldscherm? ..............................................79
Wordt het afdrukmateriaal op de juiste manier in de printer ingevoerd? ........................79
Zijn er papierstoringen? ...................................................................................................79
Werkt de parallelle kabel of USB-kabel (A/B) van het apparaat en is deze goed
aangesloten? ....................................................................................................................7 9
Zijn er andere apparaten aangesloten op de computer? ................................................79
Pagina's zijn afgedrukt, maar er is een probleem ..................................................................80
Is de afdrukkwaliteit slecht? .............................................................................................80
Verschilt de afgedrukte pagina van de pagina op het scherm? ......................................80
Zijn de instellingen van het apparaat geschikt voor het afdrukmateriaal? ......................80
Foutberichten worden weergegeven op het scherm ..............................................................81
Printer reageert niet/fout bij schrijven naar LPT1 ............................................................81
Kan poort niet openen (in gebruik door andere toepassing) ...........................................81
Problemen met papierverwerking ...........................................................................................82
Afdruk is scheef ................................................................................................................82
Er worden meerdere vellen tegelijk ingevoerd ................................................................82
Het apparaat voert het materiaal niet in vanuit de invoerlade .........................................82
Materiaal krult tijdens doorvoer door apparaat ................................................................82
De afgedrukte pagina wijkt af van de schermweergave ........................................................83
NLWW
v
Is de tekst onleesbaar, onjuist of onvolledig? ..................................................................83
Ontbreken er illustraties of tekst? Worden er blanco pagina's afgedrukt? .....................83
Wijkt de paginaopmaak af van de paginaopmaak op een andere printer? ....................84
Is de kwaliteit van de afbeeldingen slecht? .....................................................................84
Het papier loopt vast in de printer ...........................................................................................85
Een papierstoring verhelpen ............................................................................................85
Andere papierstoringen verhelpen ...................................................................................87
Tips om papierstoringen te vermijden .............................................................................88
De afdrukkwaliteit is onaanvaardbaar ....................................................................................89
Lichte of vage afdrukken ..................................................................................................89
Tonerspatten ....................................................................................................................89
Weggevallen informatie ...................................................................................................90
Verticale lijnen .................................................................................................................. 90
Grijze achtergrond ............................................................................................................91
Tonervegen ......................................................................................................................91
Losse toner ....................................................................................................................... 92
Verticaal herhalende defecten .........................................................................................92
Vervormde tekens ............................................................................................................93
Scheve pagina's ...............................................................................................................93
Krullend of golvend ...........................................................................................................94
Kreukels of vouwen ..........................................................................................................94
Omtrek van tonerresten ...................................................................................................95
Foutberichten op het bedieningspaneel .................................................................................96
Omgaan met veelvoorkomende foutberichten ................................................................96
Kritieke foutberichten ........................................................................................................96
Waarschuwingsberichten .................................................................................................97
Waarschuwingsbericht en ................................................................................................97
Er is geen kopie gemaakt .......................................................................................................99
Is er afdrukmateriaal in de invoerlade geplaatst? ............................................................99
Is het origineel op de juiste wijze geplaatst? ...................................................................99
Is de papierhendel van de automatische documentinvoer correct ingesteld?
...........................................................................................................................................99
Kopieën zijn leeg, er ontbreken afbeeldingen of de kopieën zijn vaag ...............................100
Is de beschermingstape verwijderd van de printcartridge in het apparaat? .................100
Is de printcartridge bijna leeg? .......................................................................................100
Is het origineel van lage kwaliteit? .................................................................................100
Heeft het origineel een gekleurde achtergrond? ...........................................................100
Kopieerkwaliteit is onaanvaardbaar .....................................................................................101
Problemen voorkomen ...................................................................................................101
Papierstoringen in de automatische documentinvoer ..........................................................102
Plaatsen waar papier vaak vastloopt in de automatische documentinvoer ..................102
Papierhendel van de automatische documentinvoer ....................................................102
Een papierstoring in de automatische documentinvoer oplossen ................................103
Waarneembare kopieerfouten ..............................................................................................104
Verticale witte of vage strepen .......................................................................................104
Lege pagina's .................................................................................................................104
Het verkeerde origineel is gekopieerd ...........................................................................105
Te licht of te donker ........................................................................................................105
Ongewenste lijnen ..........................................................................................................105
Zwarte vlekken of strepen ..............................................................................................105
Onduidelijke tekst ...........................................................................................................105
Verkleind formaat ...........................................................................................................105
Gescande afbeeldingen zijn van slechte kwaliteit ................................................................106
Is het origineel een foto of afbeelding van een afdruk? ................................................106
Is de afbeeldingskwaliteit beter wanneer het document wordt afgedrukt? ...................106
Is de afbeelding scheef? ................................................................................................106
vi
NLWW
Bevat de gescande afbeelding vlekken, lijnen, verticale witte strepen of andere
fouten? ............................................................................................................................106
Komen de afbeeldingen niet overeen met het origineel? ..............................................106
Een gedeelte van de afbeelding is niet gescand .................................................................107
Is het origineel op de juiste wijze geplaatst? .................................................................107
Heeft het origineel een gekleurde achtergrond? ...........................................................107
Verschijnen er teksten en afbeeldingen in een scan die op de achterzijde van
een dubbelzijdig origineel staan? ...................................................................................107
Is het origineel langer dan 381 mm? .............................................................................107
Is het origineel te klein? .................................................................................................107
Is het papierformaat correct? .........................................................................................107
Het scannen duurt te lang ....................................................................................................108
Is de resolutie of het kleurniveau te hoog ingesteld? ....................................................108
Is de software ingesteld op kleurenscans? ....................................................................108
Hebt u een afdruktaak of een kopieertaak verzonden voordat u begon met
scannen? ........................................................................................................................108
Is de computer ingesteld voor bidirectionele communicatie? .......................................108
Er worden foutberichten weergegeven ................................................................................109
Veelvoorkomende berichten met betrekking tot scanfouten .........................................109
De scankwaliteit is onaanvaardbaar .....................................................................................110
Problemen voorkomen ...................................................................................................110
Lege pagina's .................................................................................................................111
Te licht of te donker ........................................................................................................111
Ongewenste lijnen ..........................................................................................................111
Zwarte vlekken of strepen ..............................................................................................111
Onduidelijke tekst ...........................................................................................................111
Bijlage A Specificati es
HP LaserJet 3015 all-in-one .................................................................................................115
HP LaserJet 3015 all-in-one specificaties ......................................................................115
HP LaserJet 3015 all-in-one batterij .....................................................................................118
Bijlage B Overheidsinformatie
............................................................................................................................................... 119
FCC-voorschriften .................................................................................................................120
Wet op de bescherming van de telefoongebruiker (Verenigde Staten) ..............................121
IC CS-03-vereisten ...............................................................................................................122
Overheidsvoorschriften voor de landen/regio's in de Europese Unie ..................................122
Veiligheidsverklaringen .........................................................................................................123
Laserverklaring ...............................................................................................................123
Canada DOC regulations ...............................................................................................123
Laser statement for Finland ...........................................................................................124
Korean EMI statement ...................................................................................................124
Australia ..........................................................................................................................125
Conformiteitsverklaring .........................................................................................................126
Programma voor milieuvriendelijke producten .....................................................................127
Milieubescherming .........................................................................................................127
Ozonproductie ................................................................................................................127
Minder energieverbruik ..................................................................................................127
Tonerverbruik .................................................................................................................127
Papergebruik ..................................................................................................................127
Plastic onderdelen ..........................................................................................................128
Afdrukbenodigdheden voor de HP LaserJet .................................................................128
Informatie over het HP Printing Supplies Returns and Recycling Program ..................128
Papier .............................................................................................................................128
NLWW
vii
Materiaalbeperkingen .....................................................................................................128
Nederlands .....................................................................................................................129
Meer informatie ..............................................................................................................129
Chemiekaarten (Material Safety Data Sheets) .....................................................................130
Bijlage C HP beperkte garantie
HP LaserJet 3015 all-in-one BEPERKTE GARANTIE VAN ÉÉN JAAR .............................131
Bijlage D Onderdelen en toebehoren van HP
HP onderdelen en toebehoren bestellen ..............................................................................134
Overzicht van onderdelen en toebehoren van HP ........................................................134
Printcartridges voor de HP LaserJet ....................................................................................136
HP beleid voor cartridges van andere producenten dan HP .........................................136
Printcartridges plaatsen .................................................................................................136
Printcartridges bewaren .................................................................................................136
Verwachte gebruiksduur van printcartridge ...................................................................136
Hergebruik van printcartridges .......................................................................................136
Toner besparen ..............................................................................................................137
Bijlage E Service en ondersteuning
Hardwareservice verkrijgen ..................................................................................................140
Hardwareservice ............................................................................................................140
De invoerlade voor afdrukmateriaal verwijderen ...........................................................141
Uitgebreide garantie .............................................................................................................142
Serviceformulier ....................................................................................................................143
Woordenlijst
Index
viii
NLWW
1
Kennismaking met het
apparaat
In de volgende onderwerpen vindt u meer informatie over de nieuwe HP LaserJet 3015 all-
in-one:
Onderdelen van de HP LaserJet 3015 all-in-one
Apparaatfuncties
Afbeelding van de hardwareonderdelen
De knoppen op het bedieningspaneel
Overzicht van de softwareonderdelen van het apparaat
Specificaties voor afdrukmateriaal
NLWW
1
Onderdelen van de HP LaserJet 3015 all-in-one
Controleer aan de hand van onderstaande afbeelding of alle onderdelen zijn meegeleverd.
Inhoud van de verpakking
1 Printcartridge
2 Netsnoer
3 Beknopte handleiding en ondersteuningsbrochure
4 Invoerlade
5 CD-ROM's met de software en een elektronische gebruikershandleiding
6 Invoerlade van de automatische documentinvoer
7 Faxhandleiding
8 Telefoonsnoer
9 Steun voor automatische documentinvoer
10 Steun voor uitvoerbak
11 Sjabloon voor het bedieningspaneel
12 HP LaserJet 3015 all-in-one
Opmerking
Gebruik het telefoonsnoer en het netsnoer die bij het apparaat zijn geleverd. Wanneer
andere telefoonsnoeren of netsnoeren worden gebruikt, werkt het apparaat mogelijk niet
goed.
In de volgende bronnen vindt u meer informatie over het gebruik van het apparaat:
De HP werkset. In dit softwareonderdeel kunt u een groot aantal van de taken
uitvoeren die in deze gebruikershandleiding worden beschreven en kunt u instellingen
opgeven voor de afdruk-, fax-, kopieer- en scanfuncties.
Naslaggids. Raadpleeg deze handleiding om het apparaat te installeren en aan te
sluiten op de computer en om de software te installeren.
Faxhandleiding. Gebruik deze handleiding om de faxfuncties van het apparaat te
installeren en te gebruiken.
2
Hoofdstuk 1 Kennismaking met het apparaat NLWW
Apparaatfuncties
Snelheid
15 pagina's per minuut (ppm) afdrukken en kopiëren
Papierverwerking
Een automatische documentinvoer voor 30 pagina's, een
invoerlade voor 150 vel en een voorrangsinvoerlade voor 10 vel
Geheugen
32 MB RAM-geheugen (9 MB voor het systeem en 23 MB RAM
beschikbaar voor de gebruiker)
Aansluitingen
Een USB-poort (compatibel met de USB 2.0-specificaties) en een
IEEE 1284-B-compatibele parallelle poort (Opmerking: kabels
worden niet meegeleverd.)
Fax
Volledige faxfunctionaliteit met V.34-fax, inclusief een
telefoonboekfunctie en functies voor het opvragen en het
uitstellen van faxen
NLWW Apparaatfuncties
3
Afbeelding van de hardwareonderdelen
In de onderstaande afbeeldingen worden de hardwareonderdelen van het apparaat
weergegeven.
HP LaserJet 3015 all-in-one ha rdwareonderdelen
1 Invoerlade van de automatische documentinvoer
2 Papierhendel van de automatische documentinvoer
3 Bedieningspaneel
4 Uitvoerbak van de automatische documentinvoer
5 Ontgrendelingsklep van de printcartridge
6 Uitvoerbak van het apparaat
7 Voorrangsinvoerlade
8 Invoerlade
9 Parallelle poort
10 USB-poort
11 Faxpoorten
12 Aan/uit-schakelaar
13 Voedingsaansluiting
4
Hoofdstuk 1 Kennismaking met het apparaat NLWW
De knoppen op het bedieningspaneel
In de volgende afbeelding worden de knoppen van het bedieningspaneel weergegeven.
1
Faxknoppen. Met de faxknoppen kunt u faxen verzenden en ontvangen en de meest gebruikte
faxinstellingen wijzigen. Raadpleeg de faxhandleiding voor informatie over de faxknoppen.
2
Alfanumerieke knoppen. Met de alfanumerieke knoppen voert u gegevens in op het
bedieningspaneel en kiest u telefoonnummers voor het faxen. Voor informatie over de
alfanumerieke tekens kunt u de faxhandleiding raadplegen.
3
Menuknoppen en annuleerknop. Met deze knoppen kunt u menuopties kiezen, de status van
het apparaat controleren en de huidige taak annuleren.
4
Kopieerknoppen. Met deze knoppen kunt u veelgebruikte standaardinstellingen wijzigen en de
kopieerfunctie starten. Zie
Kopiëren voor de gebruiksaanwijzingen van de kopieerfunctie.
5
Scanknoppen. Met deze knoppen kunt u documenten scannen naar een e-mail of een map. Zie
Scannen voor instructies bij de scanfunctie.
NLWW De knoppen op het bedieningspaneel
5
Overzicht van de softwareonderdelen van het apparaat
Opmerking
De softwareonderdelen die worden geïnstalleerd, zijn afhankelijk van het
besturingssysteem en het type installatie. Zie de naslaggids voor meer informatie.
De volgende softwareonderdelen worden bij het apparaat meegeleverd:
HP werkset
HP LaserJet Scan
TWAIN- of WIA-scandriver
HP LaserJet Fax
Readiris OCR (niet geïnstalleerd bij andere software; moet dus apart geïnstalleerd
worden)
Printerdrivers (PCL 6, PCL 5e, PostScript Level 2 emulatie)
Installatieprogramma/de-installatieprogramma
Opmerking
De PCL 6-printerdriver wordt automatisch geïnstalleerd als u de optie Normaal gebruikt
tijdens het installeren van de software. Als u de PostScript Level 2-emulatie printerdriver
wilt installeren, selecteert u de optie Aangepast tijdens het installeren van de software. Als
u de PCL 5e-printerdriver wilt installeren, gebruikt u de printerwizard nadat de software is
geïnstalleerd.
6
Hoofdstuk 1 Kennismaking met het apparaat NLWW
Specificaties voor afdrukmateriaal
Gebruik kopieerpapier van 75 g/m
2
tot 90 g/m
2
voor optimale resultaten. Controleer of het
papier van goede kwaliteit is en geen insnijdingen, knikken, scheuren, vlekken, losse
stukken, stof, kreukels, gaten en gekrulde of gevouwen randen heeft.
Opmerking
De printer ondersteunt afdrukmateriaal in een grote verscheidenheid aan
standaardformaten en aangepaste formaten. De capaciteit van de laden en bakken kan
variëren afhankelijk van het gewicht of de dikte van het afdrukmateriaal en de
omgevingsvoorwaarden. Gladheid - 100 tot 250 (Sheffield).
Gebruik alleen transparanten die zijn ontworpen voor gebruik met HP LaserJet-printers.
Ondersteunde papiergewichten en -formaten
Papierformaat voor invoerlade
Invoerlade Afmetingen Gewicht of dikte Capaciteit
Minimumpapierformaat 76 bij 127 mm
60 tot 163 g/m
2
150 vellen
(60 g/m
2
)
Maximumpapierformaa
t
216 bij 356 mm
60 tot 163 g/m
2
150 vellen
(60 g/m
2
)
Minimumformaat
glanzend papier
76 bij 127 mm
75 tot 120 g/m
2
Maximale
stapelhoogte: 18 mm
Maximumformaat
glanzend papier
216 bij 356 mm
75 tot 120 g/m
2
Maximale
stapelhoogte: 18 mm
Minimumformaat
transparanten
76 bij 127 mm 0,10 tot 0,13 mm dik 75 vellen
Maximumformaat
transparanten
216 bij 356 mm 0,10 tot 0,13 mm dik 75 vellen
Minimumformaat
enveloppen
90 bij 160 mm
75 tot 105 g/m
2
15 enveloppen
Maximumformaat
enveloppen
178 bij 254 mm
75 tot 105 g/m
2
15 enveloppen
Minimumformaat
etiketten
76 bij 127 mm
60 tot 216 g/m
2
60 vellen
Maximumformaat
etiketten
216 bij 356 mm
60 tot 216 g/m
2
60 vellen
Minimumformaat
kaarten
76 bij 127 mm
135 tot 157 g/m
2
60 vellen
Maximumformaat
kaarten
216 bij 356 mm
135 tot 157 g/m
2
60 vellen
NLWW Specificaties voor afdrukmateriaal
7
Papierformaten voor voorrangsinvoerlade
Voorrangsinvoerlade Afmetingen Gewicht of dikte Capaciteit
Minimumpapierformaat 76 bij 127 mm
60 tot 163 g/m
2
10 vellen
(75 g/m
2
)
Maximumpapierformaa
t
216 bij 356 mm
60 tot 163 g/m
2
10 vellen
(75 g/m
2
)
Minimumformaat
glanzend papier
76 bij 127 mm
75 tot 120 g/m
2
Maximale
stapelhoogte: 1,5 mm
Maximumformaat
glanzend papier
216 bij 356 mm
75 tot 120 g/m
2
Maximale
stapelhoogte: 1,5 mm
Minimumformaat
transparanten
76 bij 127 mm 0,10 tot 0,13 mm dik 5vellen
Maximumformaat
transparanten
216 bij 356 mm 0,10 tot 0,13 mm dik 5vellen
Minimumformaat
enveloppen
76 bij 127 mm
60 tot 90 g/m
2
Individual enveloppen
Maximumformaat
enveloppen
216 bij 356 mm
60 tot 90 g/m
2
Individual enveloppen
Minimumformaat
etiketten
76 bij 127 mm
60 tot 216 g/m
2
4vellen
Maximumformaat
etiketten
216 bij 356 mm
60 tot 216 g/m
2
4vellen
Minimumformaat
kaarten
76 bij 127 mm
135 tot 163 g/m
2
4vellen
Maximumformaat
kaarten
216 bij 356 mm
135 tot 163 g/m
2
4vellen
Papierformaten voor automatische documentinvoer
Automatische
documentinvoer
Afmetingen Gewicht of dikte Capaciteit
Minimumpapierformaat 74 bij 105 mm
60 tot 90 g/m
2
30 vellen
(75 g/m
2
)
Maximumpapierformaa
t
215 bij 356 mm
60 tot 90 g/m
2
30 vellen
(75 g/m
2
)
Opmerking
De uitvoerbak van de automatische documentinvoer kan één vel afdrukmateriaal van het
formaat Legal (215 x 356 mm) bevatten. Vellen die hierop volgen, schuiven uit de
uitvoerbak van de automatische documentinvoer.
8
Hoofdstuk 1 Kennismaking met het apparaat NLWW
2
De instellingen wijzigen via de
HP werkset of via het
bedieningspaneel
U kunt de instellingen van het apparaat wijzigen met behulp van de HP werkset of via het
bedieningspaneel. Het is meestal eenvoudiger om de apparaatinstellingen in de werkset te
wijzigen.
De volgende tabel geeft een overzicht van de instellingen die u kunt wijzigen in de HP
werkset en via het bedieningspaneel. Voor meer informatie over het wijzigen van
instellingen via de HP werkset kunt u de Help van de werkset raadplegen. U kunt de Help
van de HP werkset openen door links in het venster van de werkset op Hoe kan ik te
klikken. (Zie
De HP werkset gebruiken voor meer informatie over het openen van de HP
werkset.) Meer informatie over het wijzigen van de instellingen via het bedieningspaneel
vindt u in dit hoofdstuk.
Opmerking
Instellingen die in de toepassing zijn opgeslagen, hebben voorrang boven de instellingen in
de printerdriver. De instellingen van de printerdriver hebben voorrang boven de instellingen
die via de HP werkset of via het bedieningspaneel zijn opgegeven.
Instelling of functie HP werkset Bedieningspaneel
De fabrieksinstellingen herstellen. X X
Informatiepagina's zoals de configuratiepagina, de
menustructuur van het bedieningspaneel en de
pagina met gebruiksinformatie afdrukken.
X X
De taal van het bedieningspaneel wijzigen. X X
De taal van de HP werkset wijzigen. X
Statuswaarschuwingen instellen. X
De instellingen voor het verzenden en ontvangen
van faxen aanpassen.
X X
Faxen bekijken of doorsturen die op de computer
zijn ontvangen.
X
De instellingen configureren voor scannen naar e-
mail of een map.
X
De kopieerinstellingen wijzigen. X X
Bestemmingen in het faxtelefoonboek toevoegen,
wissen of wijzigen.
X X
De online gebruikershandleiding openen. X
De apparaatstatus op afstand controleren. X
NLWW
9
De HP werk set gebruiken
De HP werkset is een toepassing die gebruikmaakt van het Internet. Met de werkset
kunnen de volgende taken worden uitgevoerd.
De apparaatstatus controleren.
De apparaatinstellingen voor afdrukken, faxen, kopiëren en scannen bekijken.
Informatie over probleemoplossing en "Hoe kan ik"-informatie bekijken.
Toegang geven tot de mogelijkheden van fax- en scansoftware.
U kunt de HP werkset openen als het apparaat rechtstreeks is aangesloten op een
computer of wanneer het apparaat is aangesloten op een netwerk. Om de HP werkset te
kunnen gebruiken, moet u alle softwareonderdelen geïnstalleerd hebben.
Opmerking
U hebt geen internetverbinding nodig voor het openen en gebruiken van de HP werkset. Als
u echter op een koppeling klikt in het gedeelte Overige links, hebt u een internetverbinding
nodig om de betreffende koppeling te kunnen openen. Raadpleeg voor meer informatie
Overige links.
Ondersteunde besturingssystemen
De volgende besturingssystemen ondersteunen het gebruik van de HP werkset:
Windows 98, Windows 2000, Windows Millennium Edition (Me) en Windows XP
Opmerking
Het TCP/IP-protocol moet in het besturingssysteem geïnstalleerd zijn om gebruik te kunnen
maken van de HP werkset.
Ondersteunde br owsers
Om de HP werkset te kunnen gebruiken, hebt u één van de volgende browsers nodig:
Microsoft Internet Explorer 5.5 of hoger
Netscape Navigator 6.2 of hoger
Opera 7.0 of hoger
Alle pagina's kunnen vanuit de browser worden afgedrukt.
De HP werkset openen
U kunt de HP werkset op één van de volgende manieren openen:
Dubbelklik in het bureaublad op het pictogram van de HP werkset
.
Dubbelklik op het pictogram Status Client rechts in de taakbalk.
In het menu Start wijst u HP LaserJet aan en selecteert u HP werkset.
De HP werkset wordt geopend in een internetbrowser.
Opmerking
Nadat u het internetadres hebt geopend, kunt u het toevoegen aan uw favorieten zodat u
het een volgende keer snel terug kunt vinden.
10
Hoofdstuk 2 De instellingen wijzigen via de HP werkset of via het bedieningspaneel NLWW
De tabbladen van de HP werkset
De HP werkset bevat de volgende tabbladen:
Het tabblad Status
Het tabblad Faxen
Het tabblad Scannen naar…
Het tabblad Problemen oplossen
Het tabblad Documentatie
Overige links
Iedere pagina van de HP werkset bevat links naar de HP website voor apparaatregistratie
en -ondersteuning en links voor het bestellen van benodigdheden. Om deze links te kunnen
openen, hebt u een interaansluiting nodig. Wanneer u gebruik maakt van een
inbelverbinding en u geen verbinding hebt gemaakt bij het openen van de HP werkset,
moet u alsnog verbinding maken om deze websites te kunnen bekijken.
Het tabblad Status
Het tabblad Status bevat links naar de volgende pagina's:
Status apparaat. Hier kunt u informatie over de apparaatstatus bekijken. Op deze
pagina wordt de toestand van het apparaat weergegeven zoals papierstoringen of lege
papierlades. Nadat u een probleem met het apparaat hebt verholpen, drukt u op
Vernieuwen om de apparaatstatus bij te werken.
Statuswaarschuwingen instellen. Hier kunt u waarschuwingen instellen als u wilt dat
het apparaat u automatisch waarschuwt bij problemen. Op deze pagina kunt u
waarschuwingen in- en uitschakelen, opgeven wanneer het apparaat een
waarschuwing moet afgeven en het type waarschuwing instellen dat u wilt ontvangen
(in de vorm van een berichtenvenster of een pictogram op de taakbalk). Om de
waarschuwingsinstellingen te activeren, klikt u op Toepassen.
Apparaatconfiguratie. Hier kunt u de apparaatinstellingen bekijken. Op deze pagina
worden ook de geïnstalleerde accessoires weergegeven zoals DIMM's. Op de pagina
Apparaatconfiguratie wordt dezelfde informatie weergegeven als op de
configuratiepagina.
Infopagina's afdrukken. Op deze pagina kunt u de configuratiepagina en andere
informatiepagina's afdrukken voor het apparaat.
Tabblad Faxen
Het tabblad Faxen bevat links naar de volgende pagina's:
Faxtaken
Faxtelefoonboek
Faxverzendlog
Eigenschappen faxgegevens
Faxrapporten
Gedetailleerde faxinstellingen
NLWW De HP werkset gebruiken
11
Opmerking
Raadpleeg de faxhandleiding voor meer informatie over het gebruik van de faxfuncties.
Het tabblad Scannen naar...
Het tabblad Scannen naar... bevat links naar de volgende pagina's:
Scannen naar e-mail of naar archief
Voorkeursinstellingen voor scannen
Opmerking
De scanvoorkeuren zijn alleen van toepassing op Scannen naar e-mail of een map.
Het tabblad Problemen oplossen
Het tabblad Problemen oplossen bevat links naar diverse informatie over het oplossen
van problemen zoals het verhelpen van een papierstoring, het verbeteren van de
afdrukkwaliteit en het verhelpen van problemen met de fax-, kopieer- of scanfuncties.
Het tabblad Documentatie
Het tabblad Documentatie bevat links naar de volgende informatiebronnen:
Gebruikershandleiding. De gebruikershandleiding bevat informatie over het gebruik
van het apparaat, garantie-informatie, specificaties en ondersteuningsinformatie. De
gebruikershandleiding is beschikbaar in HTML- en PDF-formaat.
Late Breaking News. Document met het laatste nieuws over het apparaat. Alleen
beschikbaar in het Engels.
12
Hoofdstuk 2 De instellingen wijzigen via de HP werkset of via het bedieningspaneel NLWW
Het bedieningspaneel gebruiken
Het is ook mogelijk om instellingen op te geven via het bedieningspaneel. Dit hoofdstuk
geeft informatie over de volgende taken:
Een configuratiepagina afdrukken
De menustructuur van het bedieningspaneel afdrukken
De fabrieksinstellingen herstellen
De taal van het bedieningspaneel wijzigen
Het standaardpapierformaat wijzigen
Het volume van het apparaat regelen
De afdrukinstellingen wijzigen
Een configuratiepagina afdrukken
U kunt een configuratiepagina afdrukken voor een overzicht van de huidige
apparaatinstellingen.
Zo drukt u een configuratiepagina af
1. Druk op
MENU
/
ENTER
.
2.
Gebruik de knop < of > om Rapporten te selecteren en druk vervolgens op
MENU
/
ENTER
.
3.
Gebruik de knop < of > om Config-rapport te selecteren en druk vervolgens op
MENU
/
ENTER
.
De menu-instellingen van het apparaat worden afgesloten en het rapport wordt afgedrukt.
De menustructuur van het bedieningspanee l afdrukken
Wanneer u de menustructuur afdrukt, hebt u een overzicht van de menuopties van het
bedieningspaneel.
Zo drukt u de menustructuur van het bedieningspaneel af
1. Druk op
MENU
/
ENTER
op het bedieningspaneel.
2.
Gebruik de knop < of > om Rapporten te selecteren en druk vervolgens op
MENU
/
ENTER
.
3.
Gebruik de knop < of > om Menustructuur te selecteren en druk vervolgens op
MENU
/
ENTER
.
De menustructuur met de opties van het bedieningspaneel van het apparaat wordt
afgedrukt.
NLWW Het bedieningspaneel gebruiken
13
De fabrieksinstellingen herstellen
Wanneer u de fabrieksinstellingen herstelt, worden alle instellingen gewijzigd in de
standaardinstellingen en worden de naam en het telefoonnummer in de faxkopregel gewist.
(Zie de faxhandleiding voor meer informatie over het toevoegen van uw gegevens aan de
faxkopregel.) Als u de fabrieksinstellingen herstelt, worden de faxnummers en namen onder
de sneltoetsen en snelkiescodes gewist. Pagina's die opgeslagen zijn in het geheugen,
worden eveneens verwijderd. Na het herstellen van de fabrieksinstellingen wordt het
apparaat opnieuw opgestart.
Zo herstelt u de fabrieksinst ellingen
1. Druk op
MENU
/
ENTER
.
2.
Gebruik de knop < of > om Service te selecteren en druk vervolgens op
MENU
/
ENTER
.
3.
Gebruik de knop < of > om Standaardwaarden te selecteren, druk op
MENU
/
ENTER
en
druk nogmaals op
MENU
/
ENTER
om uw selectie te bevestigen.
Het apparaat wordt automatisch opnieuw opgestart.
De taal van het bedieningspaneel wijzigen
Door de taal van het bedieningspaneel te wijzigen, kunnen rapporten worden afgedrukt en
berichten op het bedieningspaneel worden weergegeven in een andere taal dan de
standaardtaal voor uw land/regio.
Opmerking
De demopagina wordt alleen in het Engels afgedrukt.
Zo wijzigt u de taal van het bedieningspaneel
1. Druk op
MENU
/
ENTER
.
2.
Selecteer Alg instellingen met de knop < of > en druk vervolgens op
MENU
/
ENTER
.
3.
Selecteer Taal met de knop < of > en druk vervolgens op
MENU
/
ENTER
.
4. Gebruik de knop < of > om de gewenste taal te selecteren.
5. Druk op de knop
MENU
/
ENTER
om uw selectie op te slaan.
Het apparaat wordt automatisch opnieuw opgestart.
Het standaardpapierformaat wijzigen
Het papierformaat moet zijn ingesteld op het formaat van het papier dat u gewoonlijk in de
invoerlade plaatst. Het apparaat gebruikt deze instelling voor het kopiëren, afdrukken van
rapporten, faxen en het automatisch verkleinen van binnenkomende faxen.
Het standaar dpapierformaat wijzigen
1. Druk op
MENU
/
ENTER
.
2.
Selecteer Alg instellingen met de knop < of > en druk vervolgens op
MENU
/
ENTER
.
3.
Selecteer St.papierformaat met de knop < of > en druk vervolgens op
MENU
/
ENTER
.
14
Hoofdstuk 2 De instellingen wijzigen via de HP werkset of via het bedieningspaneel NLWW
4. Gebruik de knop < of > totdat het formaat van het geladen papier wordt weergegeven.
Selecteer Letter, Legal of A4.
5. Druk op de knop
MENU
/
ENTER
om uw selectie op te slaan.
Het volume van het apparaat regelen
U kunt het volume van de volgende geluiden regelen:
Het alarmsignaal dat wordt afgegeven om u ergens op attent te maken, bijvoorbeeld
dat de klep van het apparaat open staat.
De pieptonen die te horen zijn wanneer u op de toetsen van het bedieningspaneel drukt.
Het geluid van de telefoonlijn voor uitgaande faxen.
Het belvolume voor binnenkomende faxen.
Het volume van het alarmsignaal wijzigen
Het alarmsignaal wordt afgegeven bij waarschuwingen of kritieke fouten. De lengte van het
alarmsignaal is één of drie seconden, afhankelijk van het soort fout.
1. Druk op
MENU
/
ENTER
.
2.
Selecteer Alg instellingen met de knop < of > en druk vervolgens op
MENU
/
ENTER
.
3.
Selecteer Vol-instellingen met de knop < of > en druk vervolgens op
MENU
/
ENTER
.
4.
Druk op de knop
MENU
/
ENTER
om Alarmvolume te selecteren.
5.
Selecteer Uit, Laag, Gemiddeld of Hoog met de knop < of >.
6. Druk op de knop
MENU
/
ENTER
om uw selectie op te slaan.
Opmerking
Het alarmvolume staat standaard ingesteld op Laag.
Het volume van faxgeluiden wijzigen
Met deze instelling kunt u het volume regelen van de verschillende faxgeluiden die te horen
zijn tijdens het verzenden of ontvangen van een fax.
1. Druk op
MENU
/
ENTER
.
2.
Selecteer Alg instellingen met de knop < of > en druk vervolgens op
MENU
/
ENTER
.
3.
Selecteer Vol-instellingen met de knop < of > en druk vervolgens op
MENU
/
ENTER
.
4.
Selecteer Volume telefoonlijn met de knop < of > en druk vervolgens op
MENU
/
ENTER
.
5.
Selecteer Uit, Laag, Gemiddeld of Hoog met de knop < of >.
6. Druk op de knop
MENU
/
ENTER
om uw selectie op te slaan.
Opmerking
De fabrieksinstelling is Laag.
NLWW Het bedieningspaneel gebruiken
15
Het belvolume van de fax wijzigen
Het faxsignaal is te horen wanneer de fax begint met het verzenden of ontvangen van een
fax. De lengte van het faxsignaal is afhankelijk van de lengte van de beltoon van het
plaatselijke telefoonbedrijf.
1. Druk op
MENU
/
ENTER
.
2.
Selecteer Alg instellingen met de knop < of > en druk vervolgens op
MENU
/
ENTER
.
3.
Selecteer Vol-instellingen met de knop < of > en druk vervolgens op
MENU
/
ENTER
.
4.
Druk eenmaal op de knop < of > om Belvolume te selecteren en druk vervolgens op
MENU
/
ENTER
.
5.
Selecteer Uit, Laag, Gemiddeld of Hoog met de knop < of >.
6. Druk op de knop
MENU
/
ENTER
om uw selectie op te slaan.
Opmerking
De fabrieksinstelling is Laag.
Het volume van de bedieningspaneeltoetsen wijzigen
Met deze volumeregeling kunt u het geluid regelen dat te horen is wanneer u op de
bedieningspaneeltoetsen drukt.
1. Druk op
MENU
/
ENTER
.
2.
Selecteer Alg instellingen met de knop < of > en druk vervolgens op
MENU
/
ENTER
.
3.
Selecteer Vol-instellingen met de knop < of > en druk vervolgens op
MENU
/
ENTER
.
4.
Selecteer Vol. toetsindruk met de knop < of > en druk vervolgens op
MENU
/
ENTER
.
5.
Selecteer Uit, Laag, Gemiddeld of Hoog met de knop < of >.
6. Druk op de knop
MENU
/
ENTER
om uw selectie op te slaan.
Opmerking
De standaardinstelling van het volume van de bedieningspaneeltoetsen is Laag.
16
Hoofdstuk 2 De instellingen wijzigen via de HP werkset of via het bedieningspaneel NLWW
3
Afdrukken
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u afdruktaken kunt uitvoeren met het apparaat:
Afdrukken met handmatige invoer
Afdruktaken onderbreken of annuleren
Printerdrivers
Instellingen voor de afdrukkwaliteit
De afdrukkwaliteit optimaliseren voor afdrukmateriaal
Specificaties voor afdrukmateriaal
Richtlijnen voor het gebruik van afdrukmateriaal
Afdrukmateriaal selecteren voor de automatische documentinvoer
Afdrukken op enveloppen
Afdrukken op transparanten en etiketten
Afdrukken op briefhoofdpapier en voorbedrukte formulieren
Afdrukken op speciaal papierformaat of op kaarten
Handmatig dubbelzijdig afdrukken
Meerdere pagina's op één vel afdrukken
Folders afdrukken
Watermerken afdrukken
NLWW
17
Afdrukken met handmatige invoer
Gebruik de handmatige invoer als u afdrukt op gemengd afdrukmateriaal, bijvoorbeeld als u
eerst een envelop afdrukt, vervolgens een brief, daarna nogmaals een envelop, enzovoort.
Plaats een envelop in de voorrangsinvoerlade en plaats het briefhoofdpapier in de
invoerlade.
Afdrukken met behulp van de handmatige invoer
1. Open de eigenschappen van het apparaat of de printerinstellingen (printerdriver) in het
softwareprogramma.
2.
Op het tabblad Papier of het tabblad Papier/Kwaliteit, selecteert u Handinvoer (Lade
1) in de vervolgkeuzelijst Bron is: of Papierinvoer. (Zie
Instellingen voor de
afdrukkwaliteit voor informatie over het openen van de printerdriver vanaf de computer.)
3. Verzend de afdruktaak.
4.
Wacht totdat Handmatige invoer op het bedieningspaneel verschijnt nadat u de
instelling hebt gewijzigd. Druk vervolgens op
MENU
/
ENTER
om de taken af te drukken.
18
Hoofdstuk 3 Afdrukken NLWW
Afdruktaken onderbreken of annuleren
U kunt een afdruktaak tijdens het afdrukken onderbreken door op
ANNULEREN
te drukken.
VOORZICHTIG
Als u op de knop
ANNULEREN
drukt, wordt de taak die op dat moment wordt afgedrukt, gewist.
Als u op
ANNULEREN
drukt terwijl er meerdere processen worden uitgevoerd (er wordt
bijvoorbeeld een document afgedrukt terwijl er een fax wordt ontvangen), dan wordt het
proces gewist dat wordt weergegeven op het bedieningspaneel.
U kunt ook een afdruktaak annuleren vanuit een softwareprogramma of een afdrukwachtrij.
Als u een afdruktaak direct wilt onderbreken, moet u het resterende papier uit de lade van
het apparaat halen. Nadat het afdrukken is onderbroken, beschikt u over de volgende
opties:
Bedieningspaneel: als u de afdruktaak wilt annuleren, drukt u één maal op
ANNULEREN
op het bedieningspaneel.
Softwareprogramma: meestal verschijnt er kort een dialoogvenster op het scherm
waarin u de afdruktaak kunt annuleren.
Afdrukwachtrij van Windows: als een afdruktaak in een afdrukwachtrij
(computergeheugen) of printerspooler staat, kunt u de taak daar wissen. Dat kunt u
doen in het venster Printer in Windows 98, Windows Me, Windows 2000 en Windows
XP. Klik op Start, Instellingen en Printers. Dubbelklik op het pictogram van het
apparaat om het venster te openen, selecteer de afdruktaak en klik op Verwijderen.
NLWW Afdruktaken onderbreken of annuleren
19
Printerdrivers
Selecteer een van de volgende printerdrivers nadat u de software hebt geïnstalleerd:
PCL 6-driver (standaarddriver): gebruik de PCL 6-driver om de volledige functionaliteit
van het apparaat te kunnen gebruiken. De PCL 6-driver wordt aanbevolen, tenzij volledige
achterwaartse compatibiliteit met voorgaande PCL-drivers of oudere printers vereist is.
PCL 5e-driver: gebruik de PCL 5e-driver als u wilt dat de afdrukresultaten overeenkomen
met afdrukken van oudere HP LaserJet-printers. In deze driver zijn bepaalde functies
(FastRes 1200 en 300 dpi) niet beschikbaar. (Gebruik niet de PCL 5e-driver die is
meegeleverd bij dit apparaat of bij oudere printers.)
PS-driver: gebruik de PostScript-driver® (PS) als compatibiliteit met PostScript gewenst is.
Bepaalde functies, zoals handmatig dubbelzijdig afdrukken, folders afdrukken, watermerken
en meer dan vier pagina's per vel afdrukken, zijn niet beschikbaar in deze driver.
Opmerking
Het apparaat schakelt automatisch tussen PostScript-emulatie en PCL-printertalen,
afhankelijk van de geselecteerde driver. Met PS-emulatie wordt Adobe® PostScript Level 2
geëmuleerd. Voor meer informatie over het openen van de printerdriver raadpleegt u
De
afdrukinstellingen wijzigen.
De afdrukinstellingen wijzigen
Na de installatie hebt u via de printerdriver of een andere toepassing toegang tot de
printerinstellingen. Deze instellingen hebben geen gevolgen voor andere gebruikers op het
netwerk.
U kunt een aantal instellingen ook in de HP werkset wijzigen. Voor meer informatie over de
HP werkset raadpleegt u
De HP werkset gebruiken.
Standaardinstellingen voor alle toepassingen wijzigen
Windows 98, Windows Me en Windows XP Home: In het menu Start wijst u Instellingen
aan en klikt u op Printers. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het apparaat
en klik op Eigenschappen. Pas de gewenste instellingen aan en klik op OK.
Windows NT 4.0, Windows 2000 en Windows XP Professional: In het menu Start wijst u
Instellingen aan en klikt u op Printers. Klik in Windows 2000 met de rechtermuisknop op
het pictogram van het apparaat en kies Voorkeursinstellingen voor afdrukken. Klik in
Windows NT 4.0 met de rechtermuisknop op het pictogram van het apparaat en kies
Standaardwaarden document. Pas de gewenste instellingen aan en klik op OK.
Opmerking
Mogelijk wijken deze stappen af van de stappen die u in werkelijkheid moet uitvoeren. Dit is
echter de meest voorkomende manier.
De instellingen van een afdruktaak wijzigen
In het menu Bestand klikt u op Afdrukken. In het dialoogvenster Afdrukken klikt u op
Eigenschappen. Wijzig de instellingen die u op de huidige afdruktaak wilt toepassen en
klik op OK.
20
Hoofdstuk 3 Afdrukken NLWW
Instellingen voor de afdrukkwaliteit
Met de instellingen voor de afdrukkwaliteit bepaalt u hoe licht of hoe donker de afdruk is en
geeft u de opmaak op waarin de afbeeldingen worden afgedrukt. Met de instellingen voor
de afdrukkwaliteit kunt u ook de afdrukkwaliteit voor een specifiek type afdrukmateriaal
optimaliseren. Zie
De afdrukkwaliteit optimaliseren voor afdrukmateriaal voor meer
informatie.
U kunt de instellingen in de eigenschappen van het apparaat wijzigen voor specifieke taken
die u afdrukt. De volgende instellingen zijn beschikbaar afhankelijk van de printerdriver die
u gebruikt:
Beste kwaliteit (FastRes 1200): de resolutie wordt anders opgebouwd, zodat de taak
sneller kan worden afgedrukt. Dit is de standaardinstelling.
600 dpi
300 dpi
Aangepast: deze instelling biedt dezelfde resolutie als de instelling voor sneller
afdrukken, maar u kunt de schaalpatronen wijzigen.
EconoMode (Toner besparen): tekst wordt afgedrukt met minder toner. Deze instelling
is nuttig wanneer u kladversies afdrukt. U kunt deze instelling onafhankelijk van andere
instellingen voor de afdrukkwaliteit opgeven.
Opmerking
Wanneer u de resolutie wijzigt, wordt de opmaak van de tekst mogelijk gewijzigd.
Instellingen voor de afdrukkwaliteit tijdelijk wijzigen
Als u de instellingen voor de afdrukkwaliteit alleen voor het huidige programma wilt
wijzigen, opent u de eigenschappen via het menu Printerinstelling in het programma
waarmee u afdrukt. Zie
De afdrukinstellingen wijzigen voor meer informatie.
Instellingen voor de afdrukkwaliteit wijzigen voor alle
toekomstige taken
Voor Windows 98, Windows 2000 en Windows Me:
1.
Klik op de taakbalk van Windows op Start, selecteer Instellingen en klik op Printers.
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het apparaat.
3.
Klik op Eigenschappen (in Windows 2000 kunt u ook klikken op
Voorkeursinstellingen voor afdrukken).
4.
Wijzig de instellingen en klik op OK.
Voor Windows XP:
1.
Klik op de taakbalk van Windows op Start en klik op Printers en faxapparaten.
2. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het apparaat.
3.
Klik op Eigenschappen of klik op Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
4.
Wijzig de instellingen en klik op OK.
NLWW Instellingen voor de afdrukkwaliteit
21
EconoMode gebruiken (om toner te besparen)
EconoMode is een functie waarmee het apparaat minder toner per pagina kan gebruiken.
Als u deze optie selecteert, verlengt u de gebruiksduur van de toner en vermindert u de
kosten per pagina. De afdrukkwaliteit neemt echter ook af. Er worden lichtere afdrukken
gemaakt die geschikt zijn als klad- of proefversie.
Hewlett-Packard raadt niet aan om altijd gebruiken te maken van EconoMode. Als
EconoMode wordt gebruikt wanneer de tonerdekking aanzienlijk lager dan vijf procent is,
kan het voorkomen dat de toner langer meegaat dan de mechanische onderdelen van de
printcartridge. Als de afdrukkwaliteit onder deze omstandigheden afneemt, moet u een
nieuwe printcartridge installeren, ook als er nog toner in de cartridge resteert.
Opmerking
Niet alle apparaatfuncties zijn beschikbaar vanuit alle printerdrivers of besturingssystemen.
Zie de online Help in de eigenschappen van het apparaat (driver) voor informatie over de
beschikbare functies van de driver.
1. Als u EconoMode wilt inschakelen, opent u de eigenschappen van het apparaat (of
Voorkeursinstellingen voor afdrukken in Windows 2000 en Windows XP). Zie
De
afdrukinstellingen wijzigen voor meer informatie.
2.
Schakel het selectievakje EconoMode in op het tabblad Papier/Kwaliteit of het
tabblad Afwerking.
Opmerking
Zie Instellingen voor de afdrukkwaliteit wijzigen voor alle toekomstige taken voor instructies
over het gebruik van de instelling EconoMode voor alle toekomstige afdruktaken.
22
Hoofdstuk 3 Afdrukken NLWW
De afdrukkwaliteit optimaliseren voor afdrukmateriaal
De instellingen voor afdrukmateriaal regelen de temperatuur van de fuser van het apparaat.
Om de afdrukkwaliteit te optimaliseren, kunt u de instellingen wijzigen voor het
afdrukmateriaal dat u gebruikt. De instellingen kunnen worden geoptimaliseerd voor het
volgende afdrukmateriaal:
gewoon papier
voorbedrukt papier
geperforeerd papier
briefhoofdpapier
transparanten
etiketten
bankpostpapier
kringlooppapier
gekleurd papier
lichtgewicht papier (lichter dan 75 g/m
2
)
zwaar papier (90 tot 105 g/m
2
)
kaarten (105 tot 176 g/m
2
)
enveloppen
ruw papier
De functie voor optimaliseren gebruiken
U kunt de functie voor optimaliseren vinden in het tabblad Papier of het tabblad Papier/
Kwaliteit in de apparaateigenschappen (printerdriver). Raadpleeg voor meer informatie
De
afdrukinstellingen wijzigen.
Opmerking
De afdruksnelheid kan variëren afhankelijk van de soort afdrukmateriaal en het formaat dat
u gebruikt.
Het is mogelijk dat u de instelling opnieuw moet wijzigen voor het optimaliseren van het
afdrukmateriaal waarop u gewoonlijk afdrukt.
NLWW De afdrukkwaliteit optimaliseren voor afdrukmateriaal
23
Specificaties voor afdrukmateriaal
HP LaserJet-printers leveren een uitstekende afdrukkwaliteit. U kunt op diverse soorten
afdrukmateriaal afdrukken, zoals losse vellen (waaronder kringlooppapier), enveloppen,
etiketten, transparanten en afdrukmateriaal van aangepast formaat. Eigenschappen zoals
het gewicht, de korrel en het vochtgehalte zijn belangrijke factoren die invloed hebben op
de prestaties van het apparaat en de afdrukkwaliteit.
Het apparaat is geschikt voor een grote verscheidenheid aan papiersoorten en ander
afdrukmateriaal in overeenstemming met de richtlijnen in deze gebruikershandleiding.
Afdrukmateriaal dat niet aan deze richtlijnen voldoet, kan de volgende problemen
veroorzaken:
lage afdrukkwaliteit
meer papierstoringen
voortijdig slijtage van het apparaat waarvoor reparaties vereist zijn
Gebruik voor de beste resultaten alleen papier en afdrukmateriaal van HP. Hewlett-Packard
kan het gebruik van andere merken niet aanbevelen. HP heeft geen invloed op de kwaliteit
van deze producten omdat deze geen HP-producten zijn.
Ook wanneer afdrukmateriaal aan alle richtlijnen in deze gebruikershandleiding voldoet, is
het mogelijk dat het afdrukmateriaal niet de gewenste resultaten biedt. Dit kan komen door
onjuist gebruik, onjuiste temperaturen of vochtigheidsniveaus of andere variabelen waarop
Hewlett-Packard geen invloed heeft.
Voordat u een grote hoeveelheid afdrukmateriaal aanschaft, moet u controleren of dit
voldoet aan de vereisten die in deze gebruikershandleiding en in de HP LaserJet Printer
Family Print Media Guide worden vermeld. (Zie
HP onderdelen en toebehoren bestellen
voor informatie over het aanvragen van de richtlijnen.) Test afdrukmateriaal altijd voordat u
een grote hoeveelheid aanschaft.
VOORZICHTIG
Wanneer u afdrukmateriaal gebruikt dat niet aan de specificaties van Hewlett-Packard
voldoet, kunnen problemen optreden met het apparaat waarvoor reparaties vereist zijn.
Deze reparaties worden niet gedekt door de garantie of de serviceovereenkomsten van
Hewlett-Packard.
Opmerking
Zie Specificaties voor afdrukmateriaal voor informatie over ondersteunde formaten,
gewichten en andere specificaties van afdrukmateriaal.
24
Hoofdstuk 3 Afdrukken NLWW
Richtlijnen voor het gebruik van afdrukmateriaal
Volgt de richtlijnen in dit gedeelte voor het selecteren en het gebruiken van afdrukmateriaal.
Papier
Gebruik normaal papier voor het beste resultaat. Controleer of het papier van goede
kwaliteit is en geen insnijdingen, knikken, scheuren, vlekken, losse stukken, stof, kreukels,
gaten en gekrulde of gevouwen randen heeft.
Controleer het label op de verpakking als u niet zeker weet welk type papier (bijvoorbeeld
bankpost- of kringlooppapier) u plaatst.
Bepaald papier kan problemen met de afdrukkwaliteit, papierstoringen of schade aan het
apparaat veroorzaken.
Opmerking
Gebruik geen briefhoofden die zijn afgedrukt met inkt op lage temperatuur, zoals de inkt die
in bepaalde soorten thermografie wordt gebruikt.
Gebruik geen briefhoofd met reliëfdruk.
De toner wordt op het afdrukmateriaal aangebracht onder invloed van hitte en een
verhoogde druk. Controleer of gekleurd afdrukmateriaal en voorbedrukte formulieren zijn
vervaardigd met inkt die bestand is tegen de temperatuur van het apparaat (200 °C
gedurende 0,1 seconde).
Veelvoorkomende problemen met afdrukmateriaal
Probleem Probleem met
afdrukmateriaal
Oplossing
Slechte afdrukkwaliteit of toner
hecht niet goed, problemen
met de invoer.
Te vochtig, te ruw, te glad of
reliëf.
Partij afdrukmateriaal van
slechte kwaliteit.
Probeer een ander type
afdrukmateriaal, tussen 100 en
250 Sheffield en een
vochtgehalte van 4 tot 6%.
Weggevallen informatie,
papierstoring of krullen.
Het afdrukmateriaal is op
onjuiste wijze opgeslagen
Sla het afdrukmateriaal plat op
in de waterdichte verpakking.
Meer grijze
achtergrondarcering.
Het afdrukmateriaal is te zwaar. Gebruik lichter afdrukmateriaal.
Papier krult of er zijn
problemen met de invoer.
Te vochtig, verkeerde richting
van korrel of kleine korrels.
Gebruik afdrukmateriaal met
een lange korrel.
Papierstoring of schade aan
het apparaat.
Insnijdingen of perforaties. Gebruik geen afdrukmateriaal
met insnijdingen of perforaties.
Problemen met de invoer. Gekartelde randen. Gebruik afdrukmateriaal van
goede kwaliteit.
NLWW Richtlijnen voor het gebruik van afdrukmateriaal
25
Etiketten
Opmerking
Gebruik voor de beste resultaten alleen etiketten van HP. Ga naar http://www.hp.com als u
benodigdheden van HP wilt bestellen.
Let bij het kiezen van etiketten op de volgende kwaliteitsaspecten:
Stickers: het kleefmiddel moet stabiel zijn bij een temperatuur van 200 °C, de
maximumtemperatuur van het product.
Positie: gebruik alleen etiketten waarvan de achterzijde is afgedekt. Etiketten kunnen
vastplakken aan vellen met ruimte tussen de etiketten, waardoor ernstige
papierstoringen optreden.
Krullen: zorg dat de etiketten plat liggen en niet meer dan 13 mm omkrullen.
Staat: gebruik geen etiketten met kreukels, bobbels of andere kenmerken die erop
wijzen dat het etiket niet goed is bevestigd. Gebruik nooit etiketten die al een keer zijn
afgedrukt.
Transparanten
Transparanten moeten bestand zijn tegen een temperatuur van 200 °C, de
maximumtemperatuur van het apparaat.
Enveloppen
Let bij het kiezen van enveloppen op de volgende kwaliteitsaspecten.
De constructie van de envelop
De constructie van de envelop is essentieel. De vouwlijnen van enveloppen kunnen sterk
variëren, niet alleen tussen enveloppen van verschillende merken, maar ook in een
verpakking met enveloppen van hetzelfde merk. De afdrukresultaten voor enveloppen zijn
voornamelijk afhankelijk van de kwaliteit van de enveloppen, die wordt bepaald door de
volgende factoren.
Gewicht: de envelop mag niet zwaarder zijn dan 105 g/m
2
, anders kunnen de
enveloppen vastlopen.
Constructie: voordat u begint met afdrukken, moeten de enveloppen plat liggen en
mogen deze niet meer dan 6 mm omkrullen. De enveloppen mogen geen lucht
bevatten. Enveloppen die lucht bevatten kunnen problemen veroorzaken.
Staat: zorg dat de enveloppen niet zijn gekreukeld of geknikt en niet op andere wijze
zijn beschadigd.
Formaten: de ondersteunde envelopformaten variëren van 90 x 160 mm tot 178 x 254
mm.
26
Hoofdstuk 3 Afdrukken NLWW
Enveloppen met dubbelzijdige naden
Een envelop met dubbelzijdige naden heeft verticale naden aan beide zijden van de
envelop in plaats van diagonale naden. Bij deze constructie bestaat er een grotere kans op
kreukels tijdens het afdrukken. Controleer of de naad geheel doorgaat tot de hoek van de
envelop, zoals wordt weergegeven in de volgende afbeelding:
Enveloppen met zelfklevende randen of kleppen
Enveloppen met plakranden of met meer dan één klep die over de plakrand valt, moeten
kleefmiddelen bevatten die bestand zijn tegen de hitte en druk in het apparaat (200 °C). De
extra kleppen en randen kunnen kreuken, vouwen of papierstoringen veroorzaken.
Enveloppen bewaren
Voor een goede afdrukkwaliteit is het van belang dat u de enveloppen op de juiste wijze
bewaart. U moet de enveloppen plat bewaren. Lucht in de envelop, zodat een luchtbel
ontstaat, kan de envelop kreukelen tijdens het afdrukken.
Kaarten en zwaar afdrukmateriaal
U kunt op veel soorten kaarten afdrukken vanuit de invoerlades, zoals indexkaarten en
briefkaarten. Bepaalde kaarten geven betere resultaten dan andere omdat de constructie
beter geschikt is voor gebruik in een laserapparaat.
Om een optimale afdrukkwaliteit te verkrijgen, kunt u beter geen afdrukmateriaal gebruiken
dat zwaarder is dan 157 g/m
2
. Te zwaar afdrukmateriaal kan invoerproblemen,
stapelproblemen, papierstoringen, slechte tonerfixering, een lage afdrukkwaliteit of sterke
mechanische slijtage veroorzaken.
Opmerking
Mogelijk kunt u afdrukken op zwaar afdrukmateriaal als u de invoerlade niet geheel vult en
als u afdrukmateriaal gebruikt met een gladheid van 100 tot 180 Sheffield.
Constructie van kaarten
Gladheid: kaarten met een gewicht van 135 tot 157 g/m
2
moeten een gladheid van 100
tot 180 Sheffield hebben. Kaarten van 60 tot 135 g/m
2
moeten een gladheid van 100 tot
250 Sheffield hebben.
Constructie: kaarten moeten plat liggen en minder dan 5 mm omkrullen.
NLWW Richtlijnen voor het gebruik van afdrukmateriaal
27
Staat: zorg dat de kaarten niet zijn gekreukeld of geknikt en niet op andere wijze zijn
beschadigd.
Formaten: gebruik alleen kaarten die binnen de volgende afmetingen vallen:
Minimaal: 76 x 127 mm
Maximaal: 216 x 356 mm
Opmerking
De uitvoerbak van de automatische papierinvoer kan één vel afdrukmateriaal van het
formaat Legal (215 x 356 mm) bevatten. Vellen die hierop volgen, schuiven uit de
uitvoerbak van de automatische documentinvoer.
Richtlijnen voor kaarten
Stel de marges in op minimaal 2 mm van de randen.
28
Hoofdstuk 3 Afdrukken NLWW
Afdrukmateriaal selecteren voor de automatische
documentinvoer
Gebruik de volgende richtlijnen wanneer u afdrukmateriaal selecteert voor de automatische
documentinvoer.
Specificaties van de automatische documentinvoer
Invoercapaciteit: de automatische documentinvoer kan maximaal 30 vellen papier van
kopieerkwaliteit met een gewicht van 60 tot 90 g/m
2
bevatten.
Papierformaat: gebruik alleen papier van kopieerkwaliteit dat binnen de volgende
afmetingen valt:
Minimaal: 74 x 105 mm
Maximaal : 215,9 x 356 mm
Opmerking
De automatische documentinvoer wordt alleen aanbevolen voor het faxen, kopiëren en
scannen van papier.
De uitvoerbak van de automatische papierinvoer kan één vel afdrukmateriaal van het
formaat Legal (215 x 356 mm) bevatten. Vellen die hierop volgen, schuiven uit de
uitvoerbak van de automatische documentinvoer.
NLWW Afdrukmateriaal selecteren voor de automatische documentinvoer
29
Afdrukken op enveloppen
Gebruik een van de volgende methoden om af te drukken op enveloppen:
Op één envelop afdrukken
Op meerdere enveloppen afdrukken
Op één envelop afdrukken
Gebruik alleen enveloppen voor laserprinters. Zie Specificaties voor afdrukmateriaal voor
meer informatie.
Opmerking
Gebruik de voorrangsinvoerlade voor het afdrukken op één envelop. Gebruik de
hoofdinvoerlade voor het afdrukken op meerdere enveloppen.
1. Voordat u de envelop in de invoer plaatst, schuift u de papiergeleiders naar buiten
zodat deze enigszins breder zijn dan de envelop.
2. Als de envelop een klep heeft langs de brede kant, dan plaatst u de envelop met de
klepvouw links en de afdrukzijde naar boven. Als de envelop een klep heeft langs de
korte kant, dan plaatst u de envelop met de klepvouw in de invoerrichting en de
afdrukzijde naar boven.
3. Pas de papiergeleiders aan de breedte van de envelop aan.
30
Hoofdstuk 3 Afdrukken NLWW
4.
Selecteer de optie Envelop in de vervolgkeuzelijst Type is: op het tabblad Papier of
het tabblad Papier/Kwaliteit in de printerdriver.
Opmerking
Niet alle apparaatfuncties zijn beschikbaar voor alle printerdrivers of besturingssystemen.
Zie de online Help in de eigenschappen van het apparaat (driver) voor informatie over de
beschikbare functies van de driver.
5. Druk de envelop af.
Op meerdere enveloppen afdrukken
Gebruik alleen enveloppen voor laserprinters. Zie Specificaties voor afdrukmateriaal voor
meer informatie.
Opmerking
Gebruik de voorrangsinvoerlade voor het afdrukken op één envelop. Gebruik de
hoofdinvoerlade voor het afdrukken op meerdere enveloppen.
1. Open de invoerlade en verwijder het afdrukmateriaal.
2. Voordat u de enveloppen in de invoer plaatst, schuift u de papiergeleiders naar buiten
zodat deze enigszins breder zijn dan de enveloppen.
3. Als de enveloppen een klep hebben langs de brede kant, dan plaatst u de enveloppen
met de klepvouw links en de afdrukzijde naar boven. Als de enveloppen een klep
hebben langs de korte kant, dan plaatst u de enveloppen met de klepvouw in de
invoerrichting en de afdrukzijde naar boven. U kunt maximaal 15 enveloppen stapelen.
NLWW Afdrukken op enveloppen
31
4. Pas de papiergeleiders aan op de lengte en breedte van de enveloppen.
5.
Selecteer de optie Envelop in de vervolgkeuzelijst Type is: op het tabblad Papier of
het tabblad Papier/Kwaliteit in de printerdriver.
Opmerking
Niet alle apparaatfuncties zijn beschikbaar voor alle printerdrivers of besturingssystemen.
Zie de online Help in de eigenschappen van het apparaat (driver) voor informatie over de
beschikbare functies van de driver.
6. Druk de enveloppen af.
32
Hoofdstuk 3 Afdrukken NLWW
Afdrukken op transparanten en etiketten
Gebruik alleen transparanten en etiketten voor laserprinters, zoals HP transparanten en
etiketten van laserkwaliteit. Zie
Specificaties voor afdrukmateriaal voor meer informatie.
VOORZICHTIG
Controleer of het afdrukmateriaal niet gekreukt of omgekruld is en of het geen gescheurde
randen of ontbrekende etiketten heeft. Gebruik de etiketten nooit meer dan één keer in het
apparaat. Zelfklevende etiketten kunnen het apparaat namelijk beschadigen.
Op transparanten en etiketten afdrukken
VOORZICHTIG
Zorg dat het juiste afdrukmateriaal is ingesteld in de apparaatinstellingen (printerdriver). Zie
hiervoor de volgende procedure. Het apparaat stemt de fusertemperatuur af op het
ingestelde afdrukmateriaal. Wanneer u afdrukt op speciaal afdrukmateriaal zoals
transparanten of etiketten wordt voorkomen dat de fuser het afdrukmateriaal beschadigt
tijdens de doorvoer door het apparaat.
1. Plaats één pagina in de voorrangsinvoerlade of plaats meerdere pagina's in de
hoofdinvoerlade. Controleer of de bovenste rand van het afdrukmateriaal naar voren is
gericht en de afdrukzijde (ruwe zijde bij transparanten) naar boven.
2. Stel de papiergeleiders af.
NLWW Afdrukken op transparanten en etiketten
33
3.
Selecteer het juiste type afdrukmateriaal in de vervolgkeuzelijst Type is: op het tabblad
Papier of het tabblad Papier/Kwaliteit in de printerdriver.
Opmerking
Niet alle apparaatfuncties zijn beschikbaar voor alle printerdrivers of besturingssystemen.
Zie de online Help in de eigenschappen van het apparaat (driver) voor informatie over de
beschikbare functies van de driver.
4. Druk het document af. Verwijder het afdrukmateriaal tijdens het afdrukken uit de
uitvoerlade om te voorkomen dat de vellen aan elkaar gaan plakken en leg de
afgedrukte pagina's op een glad oppervlak.
34
Hoofdstuk 3 Afdrukken NLWW
Afdrukken op briefhoofdpapier en voorbedrukte formulieren
Gebruik alleen briefhoofdpapier of voorbedrukte formulieren voor laserprinters, zoals HP
briefhoofdpapier en voorbedrukte formulieren van laserkwaliteit. Zie
Specificaties voor
afdrukmateriaal voor meer informatie.
U kunt als volgt op briefhoofdpapier of voorbedrukte formulieren afdrukken.
Op briefhoofdpapier en voorbedrukte formulieren afdrukken
1. Voer het afdrukmateriaal in met de bovenste rand naar voren en de afdrukzijde naar
boven.
2. Stel de papiergeleiders af op de breedte van het afdrukmateriaal.
3. Druk het document af.
Opmerking
Als u eerst één vel briefhoofdpapier wilt afdrukken, gevolgd door een document van
meerdere pagina's, plaatst u eerst het gewone papier in de hoofdinvoerlade en dan het
briefhoofdpapier in de voorrangsinvoerlade. Het apparaat begint automatisch met
afdrukken vanuit de voorrangsinvoerlade.
NLWW Afdrukken op briefhoofdpapier en voorbedrukte formulieren
35
Afdrukken op speciaal papierformaat of op kaarten
Het apparaat kan afdrukken op speciaal papierformaat en kaarten met een formaat tussen
de 76 x 127 mm en 216 x 356 mm. Afhankelijk van het afdrukmateriaal kunt u maximaal 10
vellen vanuit de voorrangsinvoerlade afdrukken. Gebruik de hoofdinvoerlade als u meer
dan 10 vellen wilt afdrukken.
Opmerking
Controleer bij het plaatsen van het papier of de vellen niet aan elkaar plakken.
Op speciaal papierformaat of kaarten afdrukken
1. Voer het papier in met de smalle kant naar voren en de afdrukzijde naar boven. Stel de
papiergeleiders in op het afdrukmateriaal.
2.
Klik op Aangepast op het tabblad Papier of op het tabblad Papier/Kwaliteit in de
printerdriver. Geef de afmetingen op van het speciale papierformaat.
Opmerking
Niet alle apparaatfuncties zijn beschikbaar voor alle printerdrivers of besturingssystemen.
Zie de online Help in de eigenschappen van het apparaat (driver) voor informatie over de
beschikbare functies van de driver.
3.
Als u afdrukt op kaarten, selecteert u op het tabblad Papier of het tabblad Papier/
Kwaliteit de optie Kaarten in de vervolgkeuzelijst Type is: in de printerdriver.
4. Druk het document af.
36
Hoofdstuk 3 Afdrukken NLWW
Handmatig dubbelzijdig afdrukken
Voor het maken van handmatige dubbelzijdige afdrukken moet u het materiaal tweemaal in
de printer invoeren.
Wanneer u handmatig dubbelzijdig afdrukt, kan de printer vuil worden waardoor de
afdrukkwaliteit vermindert. Zie
Reiniging en onderhoud voor informatie over het reinigen
van het apparaat.
Handmatig dubbelzijdig afdrukken
Opmerking
In de printerdriver vindt u ook aanwijzingen en afbeeldingen voor handmatig dubbelzijdig
afdrukken.
1. Open de apparaateigenschappen in het softwareprogramma (printerdriver). Zie
De
instellingen van een afdruktaak wijzigen voor instructies.
2.
Selecteer Dubbelzijdig afdrukken op het tabblad Afwerking.
Opmerking
Als de optie Dubbelzijdig afdrukken grijs is weergegeven of niet beschikbaar is, opent u
de apparaateigenschappen (printerdriver). Zie
Standaardinstellingen voor alle toepassingen
wijzigen voor instructies. In het tabblad Apparaatinstellingen of Configureren selecteert u
Handm. dubbelzijdig afdrukken toestaan en klikt u op OK. Herhaal stap 1 en 2.
3. Druk het document af.
4. Nadat één zijde is afgedrukt, verwijdert u het overgebleven papier uit de invoerlade.
Leg dit weg totdat u de opdracht voor handmatig dubbelzijdig afdrukken heeft voltooid.
5. Plaats de enkelzijdig afgedrukte pagina's met de bedrukte zijde naar beneden en
controleer of de stapel recht ligt.
NLWW Handmatig dubbelzijdig afdrukken
37
6. Plaats de stapel papier opnieuw in de invoerlade. Zijde één moet naar beneden gericht
zijn, met de bovenrand in de richting van de invoer.
7.
Klik op OK (in het computerscherm) en wacht totdat zijde twee is afgedrukt.
38
Hoofdstuk 3 Afdrukken NLWW
Meerdere pagina's op één vel afdrukken
U kunt het aantal pagina's opgeven dat u op één vel wilt afdrukken. Als u besluit meerdere
pagina's op één vel af te drukken, worden de pagina's verkleind afgedrukt op het vel in
dezelfde volgorde als deze anders zouden worden afgedrukt. U kunt maximaal 16 pagina's
per vel opgeven.
Meerdere pagina's op één vel afdrukken
1. Open de apparaateigenschappen in het softwareprogramma (printerdriver). Zie De
afdrukinstellingen wijzigen voor instructies.
2.
Op het tabblad Afwerking bij Pagina's per vel selecteert u het aantal pagina's dat u
per vel wilt afdrukken.
3. Schakel het selectievakje voor het afdrukken van paginaranden in als u de pagina's wilt
afdrukken met randen. Selecteer in de vervolgkeuzelijst de volgorde waarin u de
pagina's wilt afdrukken op het vel.
NLWW Meerdere pagina's op één vel afdrukken
39
Folders afdrukken
U kunt folders afdrukken op afdrukmateriaal van letter-, legal-, of A4-formaat.
Folders afdrukken
1. Vul de invoerlade met afdrukmateriaal.
2. Open de apparaateigenschappen in het softwareprogramma (printerdriver). Zie De
instellingen van een afdruktaak wijzigen voor instructies.
3.
Selecteer Dubbelzijdig afdrukken op het tabblad Afwerking.
Opmerking
Als de optie Dubbelzijdig afdrukken grijs is weergegeven of niet beschikbaar is, opent u
de apparaateigenschappen (printerdriver). Zie
Standaardinstellingen voor alle toepassingen
wijzigen voor instructies. Op het tabblad Apparaatinstellingen of Configureren selecteert
u de optie om handmatig dubbelzijdig afdrukken toe te staan en klikt u op OK. Herhaal stap
2en3.
Niet alle apparaatfuncties zijn beschikbaar voor alle printerdrivers of besturingssystemen.
Zie de online Help in de eigenschappen van het apparaat (driver) voor informatie over de
beschikbare functies van de driver.
4. Stel het aantal pagina's per vel in op twee. Selecteer de gewenste bindoptie en klik op
OK.
5. Druk de folder af.
6. Nadat een zijde is afgedrukt, verwijdert u het overgebleven papier uit de invoerlade en
legt u het weg tot de folder is afgedrukt.
7. Leg de afgedrukte pagina's met de bedrukte zijde naar beneden en controleer of de
stapel recht ligt.
40
Hoofdstuk 3 Afdrukken NLWW
8. Plaats de pagina's met zijde één opnieuw in de invoerlade. Zijde één moet naar
beneden gericht zijn, met de onderrand in de richting van de invoer.
9.
Klik op OK (in het computerscherm) en wacht vervolgens totdat zijde twee is afgedrukt.
10. Vouw de pagina's en niet ze aan elkaar.
NLWW Folders afdrukken
41
Watermerken afdrukken
Met de optie voor watermerken kunt u tekst op de achtergrond van een bestaand document
afdrukken. U wilt bijvoorbeeld in grote grijze letters Klad of Vertrouwelijk diagonaal
afdrukken op de eerste pagina of op alle pagina's van een document.
De functie voor watermerken gebruiken
1. Open de apparaateigenschappen in het softwareprogramma (printerdriver). Zie De
afdrukinstellingen wijzigen voor instructies.
2.
Selecteer in de vervolgkeuzelijst op het tabblad Effecten de volgorde waarin u de
pagina's wilt afdrukken op het vel. Als u het watermerk alleen op de eerste pagina van
het document wilt afdrukken, selecteert u het selectievakje Alleen eerste pagina.
42
Hoofdstuk 3 Afdrukken NLWW
4
Kopiëren
Raadpleeg de volgende aanwijzingen om kopieertaken vanaf het apparaat uit te voeren:
Originelen plaatsen om te kopiëren
Kopieertaken starten
Kopieertaken annuleren
De kopieerkwaliteit aanpassen
De instelling voor lichter/donkerder (contrast) aanpassen
Kopieën verkleinen of vergroten
De standaard sorteerinstelling wijzigen
Het standaardaantal kopieën wijzigen
Dubbelzijdige originelen kopiëren
Opmerking
Een groot aantal functies dat in dit hoofdstuk wordt beschreven, kan ook met de HP
werkset worden uitgevoerd. Voor meer informatie over het gebruik van de HP werkset
raadpleegt u
De HP werkset gebruiken.
NLWW
43
Originelen plaatsen om te kopiëren
Lees de volgende aanwijzingen om originelen in het apparaat te plaatsen en deze te
kopiëren. Zie
Afdrukmateriaal selecteren voor de automatische documentinvoer voor
informatie over het selecteren van te kopiëren originelen.
Originelen in de automatische documentinvoer plaatsen
Opmerking
De automatische documentinvoer heeft een capaciteit van 30 vel van 75 g/m
2
(afhankelijk
van de dikte van het materiaal). U kunt de automatische documentinvoer ook vullen met
papier totdat deze vol is.
Het minimumformaat voor afdrukmateriaal in de automatische documentinvoer is 74 x 105
mm. Het maximumformaat voor afdrukmateriaal in de automatische documentinvoer is 215
x 356 mm. De uitvoerbak van de automatische papierinvoer kan één vel afdrukmateriaal
van het formaat Legal (215 x 356 mm) bevatten. Vellen die hierop volgen, schuiven uit de
uitvoerbak van de automatische documentinvoer.
1. Pas indien nodig de papierhendel van de automatische documentinvoer aan.
Opmerking
Verplaats de papierhendel van de automatische documentinvoer naar rechts (instelling voor
één vel) als u op één vel van dik materiaal afdrukt.
2. Plaats de stapel originelen die u wilt kopiëren in de automatische documentinvoer.
Plaats de vellen hierbij met de bedrukte zijde naar beneden en met de eerste pagina
die moet worden gekopieerd onder op de stapel.
3. Schuif de stapel met afdrukmateriaal in de automatische documentinvoer totdat deze
niet verder kan worden geschoven. Mogelijk moet u de stapel in de automatische
documentinvoer naar beneden duwen.
44
Hoofdstuk 4 Kopiëren NLWW
4.
Schuif de papiergeleiders tegen de stapel papier aan.
5. Het document kan nu worden gekopieerd.
VOORZICHTIG
Gebruik geen originelen met correctievloeistof, correctietape of nietjes om schade aan het
apparaat te voorkomen.
Als u de papierhendel van de automatische documentinvoer in stap 1 naar rechts hebt
verplaatst, beweegt u deze terug naar links als u klaar bent met afdrukken. Als u op
normaal afdrukmateriaal afdrukt met de papierhendel van de automatische documentinvoer
naar rechts, kan dit papierstoringen veroorzaken.
NLWW Originelen plaatsen om te kopiëren
45
Kopieertaken starten
Lees de volgende aanwijzingen om te kopiëren met het apparaat:
1. Plaats het origineel met de bedrukte zijde naar beneden in de automatische
documentinvoer.
2. Druk op
START
/
KOPIËREN
op het bedieningspaneel om het kopiëren te starten.
3. Herhaal deze stappen voor elke kopie.
Zie
Originelen plaatsen om te kopiëren voor meer informatie over het plaatsen van
originelen in de automatische documentinvoer.
Kopieertaken annuleren
Als u een kopieertaak wilt annuleren, drukt u op
ANNULEREN
op het bedieningspaneel. Als er
meer dan één proces wordt uitgevoerd, wordt het proces dat wordt weergegeven op het
bedieningspaneel, gewist wanneer u op
ANNULEREN
drukt.
Opmerking
Als u een kopieertaak annuleert, moet u het origineel uit de automatische documentinvoer
verwijderen.
46
Hoofdstuk 4 Kopiëren NLWW
De kopieerkwaliteit aanpassen
De fabrieksinstelling voor kopieerkwaliteit is Tekst. Deze instelling is het meest geschikt
voor documenten die voornamelijk tekst bevatten.
Wanneer u een foto of afbeelding kopieert, kunt u de instelling Foto selecteren om de
kwaliteit van de kopie te verbeteren. Wilt u de hoogste fotokwaliteit, dan selecteert u Beste
Foto.
Wanneer u toner wilt besparen en de kopieerkwaliteit niet zo belangrijk is, kunt u de optie
Klad selecteren.
De kopieerkwaliteit voor de huidige taak aanpassen
1. Druk op de knop
KWALITEIT
op het bedieningspaneel om de huidige kwaliteitsinstellingen
van de kopie weer te geven.
2. Gebruik de knop < of > om de opties voor kwaliteitsinstellingen te weer te geven.
3. Selecteer een resolutie en druk op
START
/
KOPIËREN
om de selectie op te slaan en de
kopieertaak te starten of druk op
MENU
/
ENTER
om de selectie op te slaan zonder de
kopieertaak te starten.
Opmerking
De wijziging in de instelling voor de kopieerkwaliteit blijft ongeveer twee minuten actief
nadat de kopieertaak is voltooid. Tijdens deze twee minuten wordt Instell.=Aangep.
weergegeven op het bedieningspaneel.
De standaardkopieerkwalite i t aanpassen
1. Druk op
MENU
/
ENTER
op het bedieningspaneel.
2.
Selecteer Kopieerinst. met de knop < of > en druk vervolgens op
MENU
/
ENTER
.
3.
Druk op de knop
MENU
/
ENTER
om Stand. kwaliteit te selecteren.
4. Gebruik de knop < of > om door de opties te bladeren.
5. Druk op de knop
MENU
/
ENTER
om uw selectie op te slaan.
NLWW De kopieerkwaliteit aanpassen
47
De instelling voor lichter/donkerder (contrast) aanpassen
De instelling voor lichter of donkerder beïnvloedt het contrast van de kopie. Volg
onderstaande stappen om het contrast alleen voor de huidige kopieertaak te wijzigen.
De instellingen voor lichter/donkerder (contrast) voor de
huidige taak aanpassen
1. Druk op de knop
LICHTER
/
DONKERDER
op het bedieningspaneel om de huidige
contrastinstelling weer te geven.
2. Gebruik de knop < of > om de instelling aan te passen. Verplaats de schuifknop naar
links als u de kopie lichter dan het origineel wilt kopiëren; verplaats de schuifknop naar
rechts als u de kopie donkerder dan het origineel wilt kopiëren.
3. Druk op
START
/
KOPIËREN
om de selectie op te slaan en de kopieertaak te starten of druk
op
MENU
/
ENTER
om de selectie op te slaan zonder de taak te starten.
Opmerking
De gewijzigde instelling blijft ongeveer twee minuten na het voltooien van de kopieertaak
actief. Tijdens deze twee minuten wordt Instell.=Aangep. weergegeven op het
bedieningspaneel.
De standaardinstelling voor lichter/donkerder aanpassen
1. Druk op
MENU
/
ENTER
op het bedieningspaneel.
2.
Selecteer Kopieerinst. met de knop < of > en druk vervolgens op
MENU
/
ENTER
.
3.
Selecteer Licht/donker met de knop < of > en druk vervolgens op
MENU
/
ENTER
.
4. Gebruik de knop < of > om de instelling aan te passen. Verplaats de schuifknop naar
links als u alle kopieën lichter dan het origineel wilt kopiëren of verplaats de schuifknop
naar rechts als u alle kopieën donkerder dan het origineel wilt kopiëren.
5.
Druk op
MENU
/
ENTER
om de selectie op te slaan.
48
Hoofdstuk 4 Kopiëren NLWW
Kopieën verkleinen of vergroten
Met het apparaat kunt u kopieën verkleinen tot 25 procent van het origineel of vergroten tot
maximaal 400 procent van het origineel. Bovendien kunt u automatisch de volgende
verkleiningen of vergrotingen maken:
Opmerking
Het standaardpapierformaat in de invoerlade moet overeenkomen met het uitvoerformaat.
Anders wordt mogelijk een deel van de kopie afgekapt. Zie
Het standaardpapierformaat
wijzigen voor instructies.
Origineel=100%
Lgl > Ltr=78%
Lgl > A4=83%
A4 > Ltr=94%
Ltr > A4=97%
Voll. pag.=91%
2 pagina's/vel
4 pagina's/vel
Aangep.: 25-400%
Opmerking
Nadat u de optie 2 pagina's/vel of 4 pagina's/vel hebt geselecteerd, moet u de
afdrukrichting selecteren (staand of liggend).
NLWW Kopieën verkleinen of vergroten
49
De kopieën van de huidige taak verkleinen of vergroten
U kunt als volgt kopieën van de huidige taak verkleinen of vergroten.
1. Druk op
VERKL
./
VERGROTEN
op het bedieningspaneel.
2. Selecteer het formaat waartoe u de kopieën van deze taak wilt verkleinen of vergroten.
U hebt de keuze uit:
Origineel=100%
Lgl > Ltr=78%
Lgl > A4=83%
A4 > Ltr=94%
Ltr > A4=97%
Voll. pag.=91%
2 pagina's/vel
4 pagina's/vel
Aangep.: 25-400%
Als u Aangep.: 25-400% selecteert, typt u een percentage met de alfanumerieke
knoppen.
Als u 2 pagina's/vel of 4 pagina's/vel selecteert, moet u de afdrukrichting selecteren
(staand of liggend).
3. Druk op
START
/
KOPIËREN
om de selectie op te slaan en de kopieertaak te starten of druk
op
MENU
/
ENTER
om de selectie op te slaan zonder de taak te starten.
Opmerking
De gewijzigde instelling blijft ongeveer twee minuten na het voltooien van de kopieertaak
actief. Tijdens deze twee minuten wordt Instell.=Aangep. weergegeven op het
bedieningspaneel.
Het stan daardkopieerformaat wijzigen
Het standaardkopieerformaat is het formaat waartoe alle kopieën standaard worden
verkleind of vergroot. Als u de fabrieksinstelling Origineel=100% behoudt, krijgen alle
kopieën hetzelfde formaat als het originele document.
1. Druk op
MENU
/
ENTER
.
2.
Selecteer Kopieerinst. met de knop < of > en druk vervolgens op
MENU
/
ENTER
.
3.
Selecteer St. verkl/vergr met de knop < of > en druk vervolgens op
MENU
/
ENTER
.
50
Hoofdstuk 4 Kopiëren NLWW
4. Gebruik de knop < of > om de optie voor vergroten of verkleinen van kopieën weer te
geven. U hebt de keuze uit:
Origineel=100%
Lgl > Ltr=78%
Lgl > A4=83%
A4 > Ltr=94%
Ltr > A4=97%
Voll. pag.=91%
2 pagina's/vel
4 pagina's/vel
Aangep.: 25-400%
Als u Aangep.: 25-400% selecteert, geeft u het percentage van het origineelformaat op
dat u doorgaans wilt gebruiken voor kopieën.
Als u 2 pagina's/vel of 4 pagina's/vel selecteert, moet u de afdrukrichting selecteren
(staand of liggend).
5. Druk op de knop
MENU
/
ENTER
om uw selectie op te slaan.
NLWW Kopieën verkleinen of vergroten
51
De standaard sorteerinstelling wijzigen
U kunt het apparaat zodanig instellen dat meerdere exemplaren van documenten
automatisch worden gesorteerd. Als u de functie voor automatisch sorteren hebt
ingeschakeld en bijvoorbeeld twee kopieën maakt van drie pagina's, worden de pagina's in
deze volgorde afgedrukt: 1,2,3,1,2,3. Als de functie voor automatisch sorteren niet is
ingeschakeld, worden de pagina's in deze volgorde afgedrukt: 1,1,2,2,3,3.
Als u de functie voor automatisch sorteren wilt gebruiken, mag het origineel niet te groot zijn
voor het geheugen. Wanneer dit wel het geval is, wordt slechts één kopie gemaakt en
wordt een bericht weergegeven dat u attent maakt op de wijziging. Als dit bericht verschijnt,
kunt u de taak op een van de volgende manieren voltooien.
Verdeel de taak in kleinere taken die minder pagina's bevatten.
Maak slechts één kopie van het document tegelijk.
Schakel de functie voor automatisch sorteren uit.
Gebruik in plaats van de kwaliteitsinstelling Beste Foto de instelling Foto.
De sorteerinstelling die u selecteert, geldt voor alle kopieën totdat u de instelling wijzigt.
U kunt de sorteerfunctie ook inschakelen in de software. Zie
De afdrukinstellingen wijzigen
voor het wijzigen van de instellingen in de software.
De standaardinstelling voor sorteren wijzigen
1. Druk op
MENU
/
ENTER
op het bedieningspaneel.
2.
Selecteer Kopieerinst. met de knop < of > en druk vervolgens op
MENU
/
ENTER
.
3.
Druk op de knop
MENU
/
ENTER
om Stand. sorteren te selecteren.
4.
Selecteer Aan of Uit met de knop < of >.
5. Druk op de knop
MENU
/
ENTER
om uw selectie op te slaan.
Opmerking
De fabrieksinstelling voor de optie om automatisch kopieën te sorteren is Aan.
52
Hoofdstuk 4 Kopiëren NLWW
Het standaardaantal kopieën wijzigen
U kunt een standaardwaarde tussen 1 en 99 opgeven voor het aantal kopieën.
De standaardinstelling voor het aantal kopieën wijzigen
1. Druk op
MENU
/
ENTER
op het bedieningspaneel.
2.
Selecteer Kopieerinst. met de knop < of > en druk vervolgens op
MENU
/
ENTER
.
3.
Selecteer Standaardaantal met de knop < of > en druk vervolgens op
MENU
/
ENTER
.
4. Gebruik de alfanumerieke knoppen om het standaardaantal kopieën (tussen 1 en 99)
op te geven.
5. Druk op de knop
MENU
/
ENTER
om uw selectie op te slaan.
Opmerking
De fabrieksinstelling voor het aantal kopieën is 1.
NLWW Het standaardaantal kopieën wijzigen
53
Dubbelzijdige originelen kopiëren
Meerdere dubbelzijdige originelen kopiëren
1. Plaats de stapel originelen die u wilt kopiëren in de automatische documentinvoer.
Plaats de vellen hierbij met de bedrukte zijde naar beneden en met de eerste pagina
die moet worden gescand boven op de stapel.
2. Druk op
START
/
KOPIËREN
. De oneven pagina's worden eerst gekopieerd en afgedrukt.
3. Verwijder de stapel uit de automatische documentinvoer en plaats de stapel vervolgens
opnieuw in de automatische documentinvoer met de laatste pagina onder en de
bovenste paginarand in de richting van de invoer.
4. Druk op
START
/
KOPIËREN
. De even pagina's worden eerst gekopieerd en afgedrukt.
5. Sorteer de even en oneven pagina's.
54
Hoofdstuk 4 Kopiëren NLWW
5
Scannen
Lees de volgende aanwijzingen voor het uitvoeren van scantaken:
Originelen plaatsen om te scannen
Scanmethoden
Scantaken annuleren
Scannen vanaf het bedieningspaneel
Scanning vanuit de HP LaserJet scansoftware
Scannen vanuit software die compatibel is met TWAIN en WIA
Scannen met OCR
Resolutie en kleur van de scanner
NLWW
55
Originelen plaatsen om te scannen
Lees de volgende aanwijzingen om originelen in het apparaat te plaatsen en te scannen.
Zie
Afdrukmateriaal selecteren voor de automatische documentinvoer voor informatie over
het selecteren van te scannen originelen.
Originelen in de automatische documentinvoer plaatsen
Opmerking
De automatische documentinvoer heeft een capaciteit van 30 vel van 75 g/m
2
(afhankelijk
van de dikte van het materiaal). U kunt de automatische documentinvoer ook vullen met
papier totdat deze vol is.
Het minimumformaat voor afdrukmateriaal in de automatische documentinvoer is 74 x 105
mm. Het maximumformaat voor afdrukmateriaal in de automatische documentinvoer is 215
x 356 mm.
1. Pas indien nodig de papierhendel van de automatische documentinvoer aan.
Opmerking
Verplaats de papierhendel van de automatische documentinvoer naar rechts (instelling voor
één vel) als u op één vel van dik materiaal afdrukt.
2. Plaats de bovenzijde van de materiaalstapel in de invoerlade voor automatische
documentinvoer. Plaats het materiaal met de bedrukte zijde naar beneden en de eerste
pagina die moet worden gescand, gekopieerd of gefaxt onder op de stapel.
3. Schuif de stapel met afdrukmateriaal in de automatische documentinvoer totdat deze
niet verder kan worden geschoven. Mogelijk moet u de stapel in de automatische
documentinvoer naar beneden duwen.
56
Hoofdstuk 5 Scannen NLWW
4.
Verschuif de papiergeleiders totdat deze aansluiten.
5. Het document kan nu worden gescand.
VOORZICHTIG
Gebruik geen originelen met correctievloeistof, correctietape of nietjes om schade aan het
apparaat te voorkomen.
Als u de papierhendel van de automatische documentinvoer in stap 1 naar rechts hebt
verplaatst, beweegt u deze terug naar links als u klaar bent met afdrukken. Als u op
normaal afdrukmateriaal afdrukt met de papierhendel van de automatische documentinvoer
naar rechts, kan dit papierstoringen veroorzaken.
NLWW Originelen plaatsen om te scannen
57
Scanmethoden
U kunt op de volgende manieren originelen scannen.
Vanaf het apparaat: gebruik de scanknoppen op het bedieningspaneel om
rechtstreeks vanaf het apparaat te scannen. De knop
SCANNEN NAAR
kan worden
geprogrammeerd om te scannen naar een e-mail of een map. Raadpleeg voor meer
informatie
Scannen vanaf het bedieningspaneel.
Vanuit de HP LaserJet scansoftware scannen: druk op
SCAN STARTEN
op het
bedieningspaneel om te scannen vanuit het HP LaserJet scanprogramma. U kunt de
HP LaserJet Scansoftware niet starten door op
SCAN STARTEN
te drukken als het
apparaat is aangesloten op een netwerk (alleen bij een rechtstreekse verbinding). U
kunt de HP LaserJet scansoftware ook vanaf de computer openen. Raadpleeg voor
meer informatie
Scanning vanuit de HP LaserJet scansoftware.
Opmerking
De HP LaserJet scansoftware kan niet in een netwerk worden gebruikt.
Vanuit software die compatibel is met TWAIN of WIA: het apparaat is compatibel
met TWAIN en WIA en werkt met Windows-programma's die TWAIN/WIA-compatibele
scanapparaten ondersteunen. De scansoftware van het apparaat is eveneens TWAN/
WIA-compatibel. Raadpleeg voor meer informatie
Scannen vanuit software die
compatibel is met TWAIN en WIA.
Opmerking
Installeer het Readiris-programma met behulp van de software-CD-ROM als u meer wilt
weten over OCR-software (Optical Character Recognition) en u deze software wilt
gebruiken.
58
Hoofdstuk 5 Scannen NLWW
Scantaken annuleren
Ga als volgt te werk om een scantaak te annuleren.
Druk op de knop
ANNULEREN
op het bedieningspaneel.
Klik op de knop Annuleren in het dialoogvenster.
Als u een scantaak annuleert, moet u het origineel uit de automatische documentinvoer
verwijderen.
NLWW Scantaken annuleren
59
Scannen vanaf het bedieningspaneel
Lees de volgende aanwijzingen om rechtstreeks vanaf het bedieningspaneel van het
apparaat te scannen.
Opmerking
De computer die is aangesloten op het apparaat. moet aan staan.
De knop Scannen naar programmeren
Om de knop
SCANNEN NAAR
op het apparaat te programmeren, moet u de
apparaatinstellingen openen. Ga naar het gedeelte Scannen van de HP werkset en klik op
het tabblad Scannen naar... . Raadpleeg de Help van de HP werkset voor meer informatie.
Scannen naar e-mail
Ga als volgt te werk om naar een e-mail te scannen met de knop
SCANNEN NAAR
:
Opmerking
Om deze functie te kunnen gebruiken, moet een e-mailontvanger geprogrammeerd zijn op
het tabblad Scannen naar... . Zie
De knop Scannen naar programmeren voor meer
informatie.
1. Plaats de originelen die u wilt scannen met de bedrukte zijde naar beneden in de
automatische documentinvoer, met de bovenrand van het document in de richting van
de invoer. Schuif de papiergeleiders tegen de originelen aan.
2. Druk op de knop
SCANNEN NAAR
op het bedieningspaneel.
3. Gebruik de knop < of > om een e-mailontvanger te selecteren.
4. Druk op
SCAN STARTEN
of
MENU
/
ENTER
. Het gescande origineel wordt als bijlage aan een e-
mailbericht toegevoegd en automatisch naar de e-mailontvanger verzonden die u bij
stap 3 heeft geselecteerd.
Scannen naar een map
Ga als volgt te werk om naar een map te scannen met de knop
SCANNEN NAAR
.
Opmerking
Om deze functie te kunnen gebruiken, moet voor gebruik een map zijn ingesteld op het
tabblad Scannen naar... . Zie
De knop Scannen naar programmeren voor meer informatie.
1. Plaats de originelen die u wilt scannen met de bedrukte zijde naar beneden en met de
bovenrand van het document naar voren in de automatische documentinvoer en schuif
de papiergeleiders tegen de originelen.
2. Druk op de knop
SCANNEN NAAR
op het bedieningspaneel.
3. Selecteer een map met de knop < of >.
4. Druk op
SCAN STARTEN
of
MENU
/
ENTER
. Het gescande document wordt opgeslagen in de
map die u heeft geselecteerd bij stap 3.
60
Hoofdstuk 5 Scannen NLWW
Scanning vanuit de HP LaserJet scansoftwa re
Gebruik de HP LaserJet scansoftware als u een origineel wilt scannen naar:
een e-mail
een map
een ander softwareprogramma dat u heeft opgegeven
het Readiris OCR programma als dit op de computer geïnstalleerd is
Voor gedetailleerde informatie over het plaatsen van originelen in de automatische
documentinvoer raadpleegt u
Originelen plaatsen om te scannen.
Scannen naar e-mail
1. Pas de papierhendel van de automatische documentinvoer aan zodat deze zowel
geschikt is voor één vel als voor een stapel afdrukmateriaal. (Zie voor meer informatie
Originelen plaatsen om te scannen.
2. Plaats de originelen met de te scannen zijde naar beneden in de automatische invoer,
met de onderrand van het document in de richting van de invoer. Schuif de
papiergeleiders tegen de originelen aan.
3.
Op de computer klikt u op Start en selecteert u Hewlett-Packard, HP LaserJet 3015
en vervolgens selecteert u Scannen.
OF
Druk op
SCAN STARTEN
op het apparaat. De HP LaserJet scansoftware wordt geopend op
de computer. U kunt de HP LaserJet Scansoftware niet starten door op
SCAN STARTEN
te
drukken als het apparaat is aangesloten op een netwerk (alleen bij een rechtstreekse
verbinding).
4.
In het dialoogvenster van HP LaserJet Scan selecteert u Verzenden via e-mail.
5.
Klik op Instellingen.
6.
Stel de gewenste scaninstellingen in en klik op OK om terug te keren naar het
dialoogvenster van HP LaserJet Scan.
Opmerking
U kunt de instellingen opslaan met de optie Snelinstellingen in het tabblad Algemeen. Als
u na het opslaan van een Snelinstelling het selectievakje selecteert, dan worden de
opgeslagen instellingen de standaardinstellingen de volgende keer dat u naar e-mail scant.
7.
Klik op Scannen. Het origineel wordt gescand, als bijlage aan een e-mail toegevoegd
en automatisch verzonden.
Opmerking
Als er geen e-mailontvanger is opgegeven in het tabblad E-mail dan wordt het origineel
gescand en toegevoegd als bijlage aan een nieuw e-mailbericht, maar niet verzonden. U
kunt dan zelf de e-mailontvanger opgeven, een bericht schrijven, andere bijlagen
toevoegen en de e-mail verzenden.
De opties die u bij stap 6 opgeeft gelden alleen voor de huidige taak, tenzij u de instelling
als Snelinstelling opslaat.
NLWW Scanning vanuit de HP LaserJet scansoftware
61
Scannen naar een bestand
1. Pas de papierhendel van de automatische documentinvoer aan zodat deze zowel
geschikt is voor één vel als voor een stapel afdrukmateriaal. (Zie voor meer informatie
Originelen plaatsen om te scannen.
2. Plaats de originelen met de te scannen zijde naar beneden in de automatische invoer,
met de onderrand van het document in de richting van de invoer. Schuif de
papiergeleiders tegen de originelen aan.
3.
Op de computer klikt u op Start en selecteert u Hewlett-Packard, HP LaserJet 3015
en vervolgens selecteert u Scannen.
OF
Druk op
SCAN STARTEN
op het apparaat. De HP LaserJet scansoftware wordt geopend op
de computer. U kunt de HP LaserJet Scansoftware niet starten door op
SCAN STARTEN
te
drukken als het apparaat is aangesloten op een netwerk. (alleen bij een rechtstreekse
verbinding).
4.
In het dialoogvenster van HP LaserJet Scan selecteert u Verzenden naar een bestand.
5.
Klik op Instellingen.
6.
Stel de gewenste scaninstellingen in en klik op OK om terug te keren naar het
dialoogvenster van HP LaserJet Scan.
Opmerking
U kunt de instellingen opslaan met de optie Snelinstellingen in het tabblad Algemeen. Als
u na het opslaan van een Snelinstelling het selectievakje selecteert, dan worden de
opgeslagen instellingen de standaardinstellingen de volgende keer dat u naar een bestand
scant.
7.
Klik op Scannen. Voer een bestandsnaam in wanneer het programma dit vraagt.
Opmerking
De opties die u bij stap 6 opgeeft gelden alleen voor de huidige taak, tenzij u de instelling
als Snelinstelling opslaat.
Naar een ander sof twareprogramma scannen
Door naar een ander softwareprogramma te scannen, kunt u naar een programma scannen
dat niet compatibel is met TWAIN of WIA.
1. Pas de papierhendel van de automatische documentinvoer aan zodat deze zowel
geschikt is voor één vel als voor een stapel afdrukmateriaal. (Zie voor meer informatie
Originelen plaatsen om te scannen.
2. Plaats de originelen met de te scannen zijde naar beneden in de automatische invoer,
met de onderrand van het document in de richting van de invoer. Schuif de
papiergeleiders tegen de originelen aan.
3.
Op de computer klikt u op Start en selecteert u Hewlett-Packard, HP LaserJet 3015
en vervolgens selecteert u Scannen.
OF
Druk op
SCAN STARTEN
op het apparaat. De HP LaserJet scansoftware wordt geopend op
de computer. U kunt de HP LaserJet Scansoftware niet starten door op
SCAN STARTEN
te
drukken als het apparaat is aangesloten op een netwerk (alleen bij een rechtstreekse
verbinding).
4.
In het dialoogvenster van HP LaserJet Scan selecteert u Verzenden naar een ander
softwareprogramma.
62
Hoofdstuk 5 Scannen NLWW
5.
Klik op Instellingen.
6.
Stel de gewenste opties in. Op het tabblad Overige toepassingen klikt u op Bladeren
om het .exe-bestand van het programma te zoeken. U kunt ook de locatie van het .exe-
bestand opgeven.
Opmerking
U kunt de instellingen opslaan met de optie Snelinstellingen in het tabblad Algemeen. Als
u na het opslaan van een Snelinstelling het selectievakje selecteert, dan worden de
opgeslagen instellingen de standaardinstellingen de volgende keer dat u naar een ander
softwareprogramma scant.
7. Selecteer het bestandstype dat door dit programma wordt ondersteund.
8.
Klik op OK om terug te keren naar het dialoogvenster van HP LaserJet Scan.
9.
Klik op Scannen.
Opmerking
De opties die u bij stap 6 opgeeft, gelden alleen voor de huidige taak, tenzij u de instelling
als Snelinstelling opslaat.
Scannen naar de software Readiris OCR
1. Pas de papierhendel van de automatische documentinvoer aan zodat deze zowel
geschikt is voor één vel als voor een stapel afdrukmateriaal. (Zie voor meer informatie
Originelen plaatsen om te scannen.)
2. Plaats de originelen die u wilt scannen met de bedrukte zijde naar beneden in de
automatische documentinvoer, met de bovenrand van het document in de richting van
de invoer. Schuif de papiergeleiders tegen de originelen aan.
3.
Op de computer klikt u op Start en selecteert u Hewlett-Packard, HP LaserJet 3015
en vervolgens selecteert u Scannen.
OF
Druk op
SCAN STARTEN
op het apparaat. De HP LaserJet scansoftware wordt geopend op
de computer. U kunt de HP LaserJet Scansoftware niet starten door op
SCAN STARTEN
te
drukken als het apparaat is aangesloten op een netwerk. (Alleen bij een rechtstreekse
verbinding.)
4.
In het dialoogvenster van HP LaserJet Scan selecteert u Verzenden naar Readiris
OCR software.
5.
Klik op Scannen.
Opmerking
Readiris moet op de computer geïnstalleerd zijn voordat het apparaat naar een Readiris
OCR-programma kan scannen. De meegeleverde CD-ROM met de software bevat het
Readiris OCR-programma.
NLWW Scanning vanuit de HP LaserJet scansoftware
63
Scannen vanuit software die compatibel is met TWAIN en WIA
Dit apparaat is compatibel met TWAIN en Windows Imaging Application (WIA). Het
apparaat werkt met Windows-programma's die scanapparaten ondersteunen die
compatibel zijn met TWAIN of WIA.
Opmerking
Raadpleeg Naar een ander softwareprogramma scannen als het softwareprogramma dat u
gebruikt, niet compatibel is met TWAIN of WIA.
Software gebruiken die compatibel is met TWAIN en WIA
Terwijl u in een TWAIN- of WIA-programma werkt, hebt u toegang tot de scanfunctie en
kunt u de afbeelding rechtstreeks in het geopende programma scannen. Raadpleeg voor
meer informatie het Help-bestand of de documentatie bij uw TWAIN- of WIA-programma.
Scannen vanuit een TWAIN-programma
Over het algemeen is een softwareprogramma compatibel met TWAIN als het opdrachten
heeft als Ophalen, Bestand ophalen, Scannen, Nieuw object importeren, Invoegen
vanuit,ofScanner. Als u niet zeker weet of een programma compatibel is of als u de naam
van de opdracht niet kent, raadpleeg dan de Help of de documentatie van de software.
Wanneer u scant vanuit een TWAIN-programma wordt de HP LaserJet scansoftware
mogelijk automatisch geopend. Als de HP LaserJet scansoftware wordt geopend, kunt u
wijzigingen aanbrengen in de voorbeeldweergave van de afbeelding. Als het programma
niet automatisch wordt geopend, wordt de afbeelding onmiddellijk naar het TWAIN-
programma gezonden.
Scannen vanuit een TWAIN-programma
Start het scannen vanuit het TWAIN-programma. Raadpleeg de Help of de documentatie
van het softwareprogramma voor meer informatie over de gebruikte opdrachten en stappen.
Scannen vanuit een WIA-programma (alleen Windows XP)
WIA is een andere manier om een afbeelding rechtstreeks naar een softwareprogramma
zoals Microsoft® Word te verzenden. WIA gebruikt de software van Microsoft om te
scannen, in plaats van HP LaserJet Scan.
Over het algemeen is een softwareprogramma compatibel met WIA als het menu Invoegen
of het menu Bestand opdrachten heeft zoals Figuur/Van scanner of camera. Wanneer u
niet zeker weet of een programma compatibel is met WIA, raadpleeg dan de Help of
documentatie van de software.
Scannen vanuit een WIA-programma
Start het scannen vanuit het WIA-programma. Raadpleeg de Help of de documentatie van
het softwareprogramma voor meer informatie over de gebruikte opdrachten en stappen.
OF
Dubbelklik in de map Camera's en Scanner op het pictogram van het apparaat. Hiermee
opent u het standaard WIA-programma waarmee u naar een bestand kunt scannen.
64
Hoofdstuk 5 Scannen NLWW
Scannen met OCR
Met de OCR-software kunt u gescande tekst importeren en vervolgens bewerken in de
gewenste tekstverwerker.
Readiris
De software-CD-ROM bevat het OCR-programma Readiris. Als u het Readiris-programma
wilt gebruiken, installeert u dit vanaf de software-CD-ROM en volgt u de instructies in de
online Help.
NLWW Scannen met OCR
65
Resolutie en kleur van de scanner
Als de kwaliteit niet aan uw verwachtingen voldoet wanneer u een gescande afbeelding
afdrukt, hebt u in de software voor de scanner mogelijk een verkeerde instelling voor de
resolutie of de kleuren geselecteerd. De resolutie en de kleur hebben gevolgen voor de
volgende kenmerken van gescande afbeeldingen:
Helderheid van de afbeelding
Structuur van kleurgradaties (vloeiend of ruw)
Scantijd
Bestandsgrootte
De resolutie wordt gemeten in dpi (dots per inch). De instellingen voor kleur, grijsschaal en
zwart-wit bepalen hoeveel kleuren beschikbaar zijn. U kunt de hardwareresolutie van de
scanner instellen op maximaal 600 dpi. Met de software kunt u een geïnterpoleerde
resolutie van maximaal 9.600 dpi verkrijgen. U kunt de kleuren en grijsschalen instellen op
1-bit (zwart-wit) of 8-bits (256 grijstinten) tot 24-bits (ware kleuren).
De tabel met richtlijnen voor de resolutie en de kleuren bevat eenvoudige tips voor het
uitvoeren van scantaken.
Opmerking
Wanneer u de resolutie en de kleuren instelt op een hoge waarde, kunt u grote bestanden
verkrijgen die veel schijfruimte in beslag nemen en het scanproces vertragen. Voordat u de
resolutie en de kleuren instelt, moet u bepalen hoe u de gescande afbeelding gaat
gebruiken.
Richtlijnen voor de resolutie en de kleuren
De volgende tabel geeft een overzicht van de aanbevolen resolutie- en kleurinstellingen
voor verschillende scantaken.
Gebruik Aanbevolen resolutie Aanbevolen kleurinstellingen
Fax 150 dpi Zwart-wit
E-mail 150 dpi Zwart-wit, als geen
vloeiende gradaties vereist
zijn
Grijsschaal, als vloeiende
gradaties vereist zijn
Kleur, als de afbeelding in
kleur is
Tekst bewerken 300 dpi Zwart-wit
Drukwerk (afbeeldingen of
tekst)
600 dpi voor complexe
afbeeldingen of als u het
document aanzienlijk wilt
vergroten
300 dpi voor normale
afbeeldingen en tekst
150 dpi voor foto's
Zwart-wit voor tekst en
lijntekeningen
Grijsschaal voor
gearceerde of gekleurde
afbeeldingen en foto's
Kleur, als de afbeelding in
kleur is
66
Hoofdstuk 5 Scannen NLWW
Gebruik Aanbevolen resolutie Aanbevolen kleurinstellingen
Weergave op scherm 75 dpi Zwart-wit voor tekst
Grijsschaal voor
afbeeldingen en foto's
Kleur, als de afbeelding in
kleur is
Kleur
U kunt de volgende instellingen voor de kleurwaarden gebruiken bij het scannen.
Instelling Aanbevolen gebruik
Kleur Gebruik deze instelling voor kleurenfoto's met
een hoge kwaliteit of documenten waarin de
kleur belangrijk is.
Zwart-wit Gebruik deze instelling voor tekstdocumenten.
Grijsschaal Gebruik deze instelling als het bestand niet te
groot mag worden of als u een document of foto
snel wilt scannen.
NLWW Resolutie en kleur van de scanner
67
68
Hoofdstuk 5 Scannen NLWW
6
Faxen
Voor de gebruiksaanwijzingen van de faxfunctie raadpleegt u de meegeleverde
faxhandleiding.
NLWW
69
70
Hoofdstuk 6 Faxen NLWW
7
Reiniging en onderhoud
In de onderstaande onderwerpen vindt u informatie over basisreinigings- en
onderhoudstaken:
De buitenkant van het apparaat reinigen
De papierbaan reinigen
NLWW
71
De buitenkant van het apparaat reinigen
De buitenkant reinigen
Gebruik een zachte, vochtige, niet-pluizende doek om stof en vlekken van de behuizing te
verwijderen.
De glasplaat reinigen
Na verloop van tijd kunnen kleine stof- en vuildeeltjes zich ophopen op de glasplaat van de
scanner. Dit kan invloed hebben op het functioneren. Voer de volgende procedure uit om
de glasplaat van de scanner te reinigen.
1. Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact.
2. Kantel het bedieningspaneel naar voren.
3. Reinig de glasplaat met een zachte doek of een spons die is bevochtigd met een niet-
schurende glasreiniger.
VOORZICHTIG
Gebruik geen schuurmiddelen, aceton, benzeen, ammoniak, ethanol of tetrachloorkoolstof
op het apparaat; deze kunnen het apparaat beschadigen. Laat de glasplaat niet
rechtstreeks met vloeistoffen in aanraking komen. Deze kunnen onder de glasplaat
terechtkomen waardoor het apparaat beschadigd raakt.
4. Reinig de glasplaat met een spons van zeemleer of cellulose om vlekken te voorkomen.
72
Hoofdstuk 7 Reiniging en onderhoud NLWW
De papierbaan reinigen
Als er tonerspatten op de afdrukken zitten, reinigt u de papierbaan.
De papierbaan reinigen
1. Druk op
MENU
/
ENTER
.
2.
Gebruik de knop < of > om het menu Service te zoeken.
3. Druk op
MENU
/
ENTER
.
4.
Zoek Reinigingsmodus met de knop < of >.
5. Druk op
MENU
/
ENTER
.
NLWW De papierbaan reinigen
73
74
Hoofdstuk 7 Reiniging en onderhoud NLWW
8
Problemen oplossen
In dit hoofdstuk worden tips gegeven voor het oplossen van problemen met het apparaat:
Het apparaat kan niet worden ingeschakeld
Op het bedieningspaneel verschijnen zwarte lijnen, vlekken of vage afdrukken.
Er worden blanco pagina's afgedrukt
Pagina's zijn niet afgedrukt
Pagina's zijn afgedrukt, maar er is een probleem
Foutberichten worden weergegeven op het scherm
Problemen met papierverwerking
De afgedrukte pagina wijkt af van de schermweergave
Het papier loopt vast in de printer
De afdrukkwaliteit is onaanvaardbaar
Foutberichten op het bedieningspaneel
Er is geen kopie gemaakt
Kopieën zijn leeg, er ontbreken afbeeldingen of de kopieën zijn vaag
Kopieerkwaliteit is onaanvaardbaar
Papierstoringen in de automatische documentinvoer
Waarneembare kopieerfouten
Gescande afbeeldingen zijn van slechte kwaliteit
Een gedeelte van de afbeelding is niet gescand
Het scannen duurt te lang
Er worden foutberichten weergegeven
De scankwaliteit is onaanvaardbaar
Opmerking
Een groot aantal functies dat in dit hoofdstuk wordt beschreven, kan ook met de HP
werkset worden uitgevoerd. Voor meer informatie over het gebruik van de HP werkset
raadpleegt u
De instellingen wijzigen via de HP werkset of via het bedieningspaneel.
NLWW
75
Het apparaat kan niet worden inges chakeld
Probeer het apparaat aan te zetten met behulp van de tips in dit hoofdstuk.
Staat het apparaat onder stroom?
Controleer of het stekkerblok is ingeschakeld als u hier gebruik van maakt. Sluit het
apparaat eventueel rechtstreeks aan op het stopcontact.
Test de werking van het stopcontact.
Controleer of de schakelaar aan staat als u het apparaat hebt aangesloten op een
wandcontactdoos met schakelaar.
Controleer of de aan/uit-knop aan de achterzijde van het apparaat is ingeschakeld.
WAARSCHU
WING
Als het probleem aanhoudt nadat u bovenstaande aanwijzingen heeft opgevolgd, heeft het
apparaat mogelijk een mechanisch defect. Haal de stekker van het apparaat uit het
stopcontact en neem contact op met HP. Raadpleeg de bijgeleverde
ondersteuningsbrochure voor meer informatie over hoe u contact kunt opnemen met HP.
76
Hoofdstuk 8 Problemen oplossen NLWW
Op het bedieningspaneel verschijnen zwarte lijnen, vlekken of
vage afdrukken.
Probeer het probleem te verhelpen met de tips in dit hoofdstuk.
Zwarte lijnen of vlekken
VOORZICHTIG
Door statische elektriciteit kunnen onverwacht zwarte lijnen of vlekken op het
bedieningspaneel verschijnen. Raak het bedieningspaneel niet aan als de kans bestaat dat
u een statische lading hebt gekregen.
Er kunnen onverwacht lijnen of vlekken op het bedieningspaneel verschijnen als het
bedieningspaneel wordt blootgesteld aan een statische lading. Wacht tot de zwarte lijnen of
vlekken verdwijnen. Dit gebeurt meestal binnen een paar minuten.
Opmerking
Begin pas met afdrukken als de zwarte lijnen of vlekken niet meer te zien zijn.
Schakel het apparaat niet in en uit. Dit lost het probleem niet op.
Vervaagd display op het bedieningspaneel
VOORZICHTIG
Magneten en sterke elektrische velden kunnen ervoor zorgen dat de display op het
bedieningspaneel vervaagt. Plaats het apparaat niet in de buurt van magneten of sterke
elektrische velden.
De display op het bedieningspaneel kan vervagen als het apparaat wordt blootgesteld aan
magneten of sterke elektrische velden. Verplaats het apparaat weg van de magneten of
sterke elektrische velden en wacht tot het bedieningspaneel weer normaal is. Dit gebeurt
meestal binnen een paar minuten.
Opmerking
Begin pas met afdrukken als de display op het bedieningspaneel weer normaal is.
Schakel het apparaat niet in en uit tenzij u het verplaatst. Dit lost het probleem niet op.
NLWW Op het bedieningspaneel verschijnen zwarte lijnen, vlekken of vage afdrukken.
77
Er worden blanco pagina's afgedrukt
Probeer de uitvoer van blanco pagina's te verhelpen met de tips in dit hoofdstuk.
Bevindt de beschermings tape zich nog op de printcartridge?
Misschien bevindt de beschermingstape zich nog op de printcartridge. Verwijder de
printcartridge en trek de beschermingstape eruit. Plaats de printcartridge terug. Probeer het
document opnieuw af te drukken.
Kan de configuratiepagina worden afgedrukt?
Druk een configuratiepagina af om het apparaat te controleren. Zie Een configuratiepagina
afdrukken voor instructies.
Bevat het document lege pagina's?
Mogelijk bevat het document lege pagina's. Controleer of alle pagina's van het document
dat u afdrukt informatie bevatten.
Is het origineel op de juiste wijze geplaatst?
Als u een kopie maakt, is het origineel misschien verkeerd ingevoerd. Het origineel moet
met de afdrukzijde naar beneden in de automatische documentinvoer worden geplaatst. Als
het origineel met de afdrukzijde naar boven wordt geplaatst, wordt een blanco vel afgedrukt.
78
Hoofdstuk 8 Problemen oplossen NLWW
Pagina's zijn niet afgedrukt
Probeer de tips in dit hoofdstuk wanneer het apparaat geen pagina;s afdrukt.
Wordt er een bericht weergegeven op het beeldscherm?
Zie Foutberichten worden weergegeven op het scherm voor meer informatie.
Wordt het afdrukmateriaal op de juiste manier in de printer
ingevoerd?
Zie Problemen met papierverwerking voor meer informatie.
Zijn er papierstoringen?
Zie Papierstoringen in de automatische documentinvoer of Het papier loopt vast in de
printer voor meer informatie.
Werkt de parallelle kabel of USB-kabel (A/B) van het apparaat
en is deze goed aangesloten?
De parallelle kabel of USB-kabel (A/B) van het apparaat is mogelijk defect. Probeer de
volgende oplossingen:
Koppel de parallelle kabel of de USB-kabel aan beide uiteinden los en sluit de kabel
opnieuw aan.
Probeer een document af te drukken dat u al eerder hebt afgedrukt.
Gebruik een andere IEEE-1284-B-compatibele parallelle kabel of USB-kabel (A/B). Zie
HP onderdelen en toebehoren bestellen voor meer informatie.
Neem contact op met de fabrikant van de computer over het wijzigen van de
instellingen van de parallelle poort in een ECP (Extended Capabilities Port).
Zijn er andere apparaten aangesloten op de computer?
Het is mogelijk dat het apparaat geen parallelle poort met andere apparatuur deelt. Als
een externe harde schijf of netwerkschakeldoos is aangesloten op dezelfde poort als de
het apparaat, kan er interferentie met het andere apparaat optreden. Als u het apparaat
wilt aansluiten en gebruiken, moet u het andere apparaat loskoppelen of moet u twee
parallelle poorten gebruiken op de computer.
Misschien moet u een andere interfacekaart toevoegen. Hewlett-Packard raadt een
parallelle ECP-interfacekaart aan.
NLWW Pagina's zijn niet afgedrukt
79
Pagina's zijn afgedrukt, maar er is een probleem
Probeer deze tips wanneer er pagina's zijn afgedrukt, maar er een probleem is opgetreden.
Is de afdrukkwaliteit slecht?
Zie De afdrukkwaliteit is onaanvaardbaar voor meer informatie.
Verschilt de afgedrukte pagina van de pagina op het scherm?
Zie De afgedrukte pagina wijkt af van de schermweergave voor meer informatie.
Zijn de instellingen van het apparaat geschikt voor het
afdrukmateriaal?
Zie Problemen met papierverwerking voor meer informatie.
80
Hoofdstuk 8 Problemen oplossen NLWW
Foutberichten worden weergegeven op het scherm
Voer de juiste procedures uit om het probleem op te lossen als de volgende foutberichten
op het scherm verschijnen.
Printer reageert niet/fout bij schrijven naar LPT1
Controleer of de volgende omstandigheden zich voordoen:
Is de weergegeven status van het apparaat Klaar?
Zijn het netsnoer en de IEEE-1284-B-compatibele parallelle kabel of de USB-kabel (A/
B) op de juiste wijze aangesloten?
Zijn er andere printerdrivers geïnstalleerd op de computer?
Probeer de volgende oplossingen:
Maak beide uiteinden van het netsnoer en de IEEE-1284-B-compatibele parallelle kabel
of de USB-kabel (A/B) los en sluit deze opnieuw aan.
Gebruik een andere IEEE-1284-B-compatibele parallelle kabel of USB-kabel (A/B).
Controleer of er geen ander apparaat of printer is geselecteerd als standaardprinter.
Kan poort niet openen (in gebruik door andere toepassing)
Er is een apparaatconflict opgetreden. Dit kan gebeuren als een ander apparaat is
geïnstalleerd op de computer en gebruikmaakt van de statussoftware. Deze software
bestuurt de toegang tot de parallelle poort van de computer en biedt het apparaat geen
toegang tot de poort.
Probeer de volgende oplossingen:
Schakel alle statusvensters van andere producten uit.
Zorg dat de poort van het apparaat op de juiste wijze is ingesteld. Wijzig de
poortinstellingen op het tabblad Details of Poorten in de eigenschappen van het
apparaat.
Controleer of de bidirectionele ondersteuning voor het apparaat is uitgeschakeld.
Controleer op het tabblad Details of Poorten van de eigenschappen van het apparaat
of de optie voor bidirectionele ondersteuning is uitgeschakeld.
Opmerking
In sommige besturingssystemen moet u op Spoolinstellingen op het tabblad Details
klikken om de bidirectionele ondersteuningsoptie te kunnen zien.
NLWW Foutberichten worden weergegeven op het scherm
81
Problemen met papierverwerking
Gebruik de tips in dit hoofdstuk als het apparaat problemen ondervindt met de
papierverwerking.
Afdruk is scheef
Zijn de papiergeleiders goed ingesteld?
Verwijder al het papier uit de invoerlade, leg de stapel recht en plaats het papier vervolgens
terug in de lade. Pas de materiaalgeleiders aan de breedte en lengte van het
afdrukmateriaal aan en druk opnieuw af. Zie
Specificaties voor afdrukmateriaal of de
naslaggids voor meer informatie.
Er worden meerdere vellen tegelijk ingevoerd
Is de invoerlade te vol?
Raadpleeg de naslaggids voor meer informatie over het plaatsen van afdrukmateriaal in de
invoerlades.
Is het materiaal gekreukt, gevouwen of beschadigd?
Zorg dat het afdrukmateriaal niet is gekreukt, gevouwen of beschadigd. Gebruik materiaal
uit een nieuwe of andere verpakking.
Is de papierhendel voor automatische documentinvoer verkeerd ingesteld?
Controleer of de papierhendel van de automatische documentinvoer in ingesteld op
meerdere vellen (naar links).
Het apparaat voert het materiaal niet in vanuit de invoerlade
Staat het apparaat in de modus voor handmatige invoer?
Probeer een van de volgende oplossingen:
Als Handmatige invoer op het bedieningspaneel wordt weergegeven, drukt u op de
knop
MENU
/
ENTER
om de taak af te drukken.
Zorg ervoor dat het apparaat niet is ingesteld op handinvoer en druk de opdracht
opnieuw af.
Is de transportrol vuil of beschadigd?
Neem contact op met een lokale, erkende HP-serviceverlener. Zie
Service en
ondersteuning voor instructies.
Materiaal krult tijdens doorvoer door apparaat
Zie Krullend of golvend voor meer informatie.
82
Hoofdstuk 8 Problemen oplossen NLWW
De afgedrukte pagina wijkt af van de schermweergave
Als de afgedrukte pagina afwijkt van de schermweergave, probeer het probleem dan te
verhelpen met de tips in dit hoofdstuk.
Is de tekst onleesbaar, onjuist of onvolledig?
Druk een configuratiepagina af om te controleren of het apparaat werkt. Zie Een
configuratiepagina afdrukken voor instructies. Als de configuratiepagina zonder problemen
wordt afgedrukt, kunt u de volgende oplossingen proberen:
Maak de kabel los en sluit beide uiteinden opnieuw aan.
Probeer een document af te drukken dat u al eerder zonder problemen hebt afgedrukt.
Sluit de kabel en de printer zo mogelijk aan op een andere computer en probeer een
taak af te drukken die eerder zonder problemen is afgedrukt.
Gebruik een andere IEEE-1284-B-compatibele parallelle kabel of USB-kabel (A/B). Zie
HP onderdelen en toebehoren bestellen voor meer informatie.
Misschien is een verkeerde printerdriver geselecteerd tijdens de installatie van de
software. Zorg dat het apparaat is geselecteerd bij de apparaateigenschappen.
Het softwareprogramma ondervindt wellicht een probleem. Probeer vanuit een andere
toepassing af te drukken.
Ontbreken er illustraties of tekst? Worden er blanco pagina's
afgedrukt?
Als het softwareprogramma dat u gebruikt beschikt over de optie Afdrukvoorbeeld, ziet
u dan de ontbrekende illustraties of tekst dan op het scherm Afdrukvoorbeeld?
Zorg dat het bestand geen lege pagina's bevat.
Misschien bevindt de beschermingstape zich nog op de printcartridge. Verwijder de
printcartridge en trek de beschermingstape eruit.
Plaats de printcartridge terug. Zie de naslaggids voor meer informatie over
printcartridges.
Druk een configuratiepagina af om het apparaat te controleren. Zie
Een
configuratiepagina afdrukken voor instructies.
De grafische instellingen in de eigenschappen van het apparaat zijn wellicht niet
geschikt voor het soort taak dat u afdrukt. Probeer een andere grafische instelling in de
eigenschappen van het apparaat. Zie
De afdrukinstellingen wijzigen voor meer
informatie.
De printerdriver werkt mogelijk niet voor het type taak dat u afdrukt. Probeer een
andere printerdriver.
Opmerking
Als u een andere printerdriver gebruikt, is het mogelijk dat sommige
apparaateigenschappen niet toegankelijk zijn.
NLWW De afgedrukte pagina wijkt af van de schermweergave
83
Wijkt de paginaopmaak af van de pagina opmaak op een
andere printer?
Als u een oudere of andere printerdriver (printersoftware) hebt gebruikt om het document te
maken of als de instellingen voor het apparaat in de software verschillen, kan de
paginaopmaak afwijken wanneer u probeert af te drukken met de nieuwe printerdriver of de
nieuwe instellingen. Probeer het volgende om dit probleem op te lossen:
Maak documenten en druk deze af met dezelfde printerdriver (printersoftware) en
dezelfde eigenschappen van het apparaat, ongeacht het apparaat dat u gebruikt.
Wijzig de resolutie, het papierformaat, de lettertype-instellingen en andere instellingen.
Zie
De afdrukinstellingen wijzigen voor meer informatie.
Is de kwaliteit van de afbeeldingen slecht?
De grafische instellingen zijn mogelijk ongeschikt voor de afdruktaak. Probeer de volgende
oplossingen:
Controleer de grafische instellingen, bijvoorbeeld de resolutie, in de eigenschappen van
het apparaat en pas deze zo nodig aan. Zie
De afdrukinstellingen wijzigen voor meer
informatie.
Probeer een andere printerdriver (software).
Opmerking
Als u een andere printerdriver gebruikt, is het mogelijk dat sommige
apparaateigenschappen niet toegankelijk zijn.
84
Hoofdstuk 8 Problemen oplossen NLWW
Het papier loopt vast in de printer
Het kan gebeuren dat er papier vastloopt in het apparaat tijdens het afdrukken. Probeer
eerst het volgende voordat u het vastgelopen papier gaat verwijderen:
Gebruik afdrukmateriaal dat aan de specificaties van HP voldoet. Zie
Specificaties voor
afdrukmateriaal voor meer informatie.
Zorg dat u op afdrukmateriaal afdrukt dat niet is gekreukeld, gevouwen of beschadigd.
Zorg dat het apparaat schoon is. Zie
De papierbaan reinigen voor meer informatie.
Zorg dat het papier goed in de invoerlades is geplaatst en dat de lades niet te vol zijn.
Raadpleeg de naslaggids voor meer informatie over het plaatsen van papier in de
invoerlades.
Opmerking
Wanneer u nieuw afdrukmateriaal toevoegt, moet u altijd eerst al het afdrukmateriaal uit de
invoerlade verwijderen en controleren of de stapel met nieuw afdrukmateriaal recht ligt. Zo
voorkomt u dat meerdere vellen tegelijk door het apparaat worden gevoerd en verkleint u
de kans op papierstoringen.
U ontvangt een foutbericht met de mededeling dat er een papierstoring is opgetreden.
Vervolgens verschijnt op de display van het bedieningspaneel een storingsmelding. Zie
Foutberichten op het bedieningspaneel voor meer informatie.
VOORZICHTIG
U hoeft de invoerlade niet te verwijderen om een papierstoring te verhelpen. Verwijder de
invoerlade alleen als u het apparaat wilt terugbrengen voor hardwareservice. Zie
De
invoerlade voor afdrukmateriaal verwijderen voor informatie over het verwijderen van de
invoerlade.
Een papierstoring verhelpen
VOORZICHTIG
Als gevolg van papierstoringen kan er losse toner op de pagina terechtkomen. Als u toner
op uw kleren krijgt, moet u deze met koud water wassen. Bij gebruik van heet water hecht
de toner zich vast in de stof. Als u toner op uw kleren of handen krijgt, moet u deze met
koud water wassen.
Gebruik geen scherp voorwerp zoals een potlood of een schaar om het vastgelopen papier
te verwijderen.
NLWW Het papier loopt vast in de printer
85
Opmerking
Als u papierstoringen verhelpt, inclusief papierstoringen in de uitvoerlade, moet u altijd op
de ontgrendelingsklep van de printcartridge drukken om de bovenklep te openen en de
printcartridge te verwijderen. Laat de bovenklep open staat totdat de papierstoring is
verholpen en plaats dan pas de cartridge terug. Als u de bovenklep opent en de
printcartridge verwijdert, vermindert de spanning op de printerrollen, waardoor u de
vastgelopen pagina's gemakkelijker kunt verwijderen.
1. Druk op de ontgrendelingsklep van de printcartridge en open de bovenklep.
2. Pak de papierhendel op de printcartridge vast en verwijder de cartridge. Leg deze apart.
VOORZICHTIG
Voorkom beschadiging van de printcartridge en stel deze niet langer dan nodig bloot aan
direct licht. Doe de printcartridge in een papieren tas of een ander ondoorzichtig omhulsel
totdat u deze kunt terugplaatsen in het apparaat.
3. Pak het meest zichtbare gedeelte van het afdrukmateriaal met beide handen vast en
trek het materiaal voorzichtig uit de printer.
4. Plaats, nadat u het vastgelopen materiaal hebt verwijderd, de printcartridge terug.
5. Druk op de ondersteunende veren en sluit de bovenklep.
86
Hoofdstuk 8 Problemen oplossen NLWW
6. Open de invoerlade en verwijder het afdrukmateriaal.
7. Schuif de papiergeleiders zo ver mogelijk naar binnen. Druk de klepjes in de invoerlade
naar beneden en schuif de invoerlade uit het apparaat.
8. Pak het meest zichtbare gedeelte van het afdrukmateriaal met beide handen vast en
trek het materiaal voorzichtig uit de printer.
9. Plaats de invoerlade terug in het apparaat.
10. Nadat u een papierstoring hebt verholpen, moet u het apparaat mogelijk uitschakelen
en vervolgens weer inschakelen.
Opmerking
Als u nieuw papier toevoegt, verwijdert u al het papier uit de invoerlade, legt u de stapel
met het nieuwe papier recht en plaatst u deze in de invoerlade.
Andere papierstoringen verhelpen
VOORZICHTIG
Gebruik geen scherp voorwerp zoals een potlood of een schaar om het vastgelopen papier
te verwijderen.
Als het papier is vastgelopen op de plaats waar het uit het apparaat komt, pakt u de voorste
rand van het papier en trekt u het papier uit de uitvoerlade.
NLWW Het papier loopt vast in de printer
87
Opmerking
Als het apparaat is uitgeschakeld voordat u de papierstoring hebt verholpen, zet u het
apparaat weer aan en geeft u opnieuw de opdracht om af te drukken of te kopiëren.
Wanneer het papier is vastgelopen in de automatische documentinvoer raadpleegt u
Papierstoringen in de automatische documentinvoer.
Tips om papierstoringen te vermijden
Controleer of de papierhendel van de automatische documentinvoer in de juiste positie
staat voor het afdrukmateriaal dat u gebruikt. Stel de papierhendel in op één vel (naar
rechts) als u op dik materiaal afdrukt. Stel de papierhendel in op meerdere vellen (naar
links) als u op normaal materiaal afdrukt. Zie
Originelen plaatsen om te kopiëren of
Originelen plaatsen om te scannen voor meer informatie.
De invoerlade mag niet te vol zijn. De capaciteit van de invoerlade varieert per
afdrukmateriaal.
Controleer of de invoerlade in de juiste positie is bevestigd.
Vul de invoerlade niet bij als het apparaat bezig is met afdrukken.
Gebruik uitsluitend afdrukmateriaal dat wordt aanbevolen door HP. Zie
Specificaties
voor afdrukmateriaal voor meer informatie over afdrukmaterialen.
Zorg dat de stapel afdrukmateriaal in de uitvoerbak niet te groot wordt. Het gebruikte
afdrukmateriaal en de hoeveelheid gebruikte toner zijn van invloed op de capaciteit van
de uitvoerbak.
Controleer de voedingsaansluiting. Controleer of het netsnoer goed is aangesloten op
het apparaat en op het stopcontact. Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact.
88
Hoofdstuk 8 Problemen oplossen NLWW
De afdrukkwaliteit is onaanvaardbaar
In dit gedeelte vindt u informatie over het herkennen en corrigeren van afdrukdefecten.
Opmerking
Hewlett-Packard raadt het gebruik van noodstroomvoorzieningen (UPS) of piekbeveiligers
bij dit apparaat af. Een groot aantal piekbeveiligers en accuvoorzieningen kan defecten
veroorzaken bij het afdrukken.
Lichte of vage afdrukken
Er is weinig toner beschikbaar. Zie Printcartridges voor de HP LaserJet voor meer
informatie.
Het afdrukmateriaal voldoet wellicht niet aan de specificaties van Hewlett-Packard (het
materiaal is bijvoorbeeld te vochtig of te ruw). Zie
Specificaties voor afdrukmateriaal
voor meer informatie. Als de hele pagina te licht is, is de afdrukdichtheid te licht en is
EconoMode ingeschakeld. Pas de afdrukdichtheid aan en schakel EconoMode uit in de
instellingen van het apparaat. Zie
Toner besparen voor meer informatie.
Tonerspatten
Het afdrukmateriaal voldoet wellicht niet aan de specificaties van Hewlett-Packard (het
materiaal is bijvoorbeeld te vochtig of te ruw). Zie
Specificaties voor afdrukmateriaal
voor meer informatie.
Het apparaat moet mogelijk worden gereinigd. Zie
De papierbaan reinigen voor
instructies.
NLWW De afdrukkwaliteit is onaanvaardbaar
89
Weggevallen informatie
Er kan een vel papier beschadigd zijn. Probeer de taak opnieuw af te drukken
Het vochtgehalte van het afdrukmateriaal is niet gelijkmatig over het afdrukmateriaal
verdeeld of het afdrukmateriaal beschikt over vochtvlekken op het oppervlak. Probeer
op ander afdrukmateriaal af te drukken. Zie
Specificaties voor afdrukmateriaal voor
meer informatie.
Het afdrukmateriaal is afkomstig uit een slechte partij. De toner hecht op bepaalde
plaatsen niet aan het afdrukmateriaal door fouten in het productieproces. Probeer een
ander type afdrukmateriaal.
De printcartridge kan defect zijn. Zie
Printcartridges voor de HP LaserJet voor meer
informatie.
Controleer de instelling voor Type is: op het tabblad Papier of het tabblad Papier/
Kwaliteit van de printerdriver en zorg dat deze staat ingesteld voor het juiste
afdrukmateriaal. Zie
De afdrukkwaliteit optimaliseren voor afdrukmateriaal voor meer
informatie.
Opmerking
Neem contact op met een erkende HP-dealer of serviceleverancier als het probleem
hiermee niet wordt opgelost. Raadpleeg de bijgeleverde ondersteuningsbrochure voor meer
informatie over hoe u contact kunt opnemen met HP.
Verticale lijnen
Zorg dat de voorrangsinvoerlade in positie zit.
Er bevinden zich mogelijk krassen op de lichtgevoelige cilinder in de printcartridge.
Installeer een nieuwe HP-printcartridge. Raadpleeg de naslaggids voor instructies.
90
Hoofdstuk 8 Problemen oplossen NLWW
Grijze achtergrond
Zorg dat de voorrangsinvoerlade in positie zit.
Verminder de afdrukdichtheid in de HP werkset. Hiermee wordt de arcering van de
achtergrond verminderd. Raadpleeg de Help van de software voor meer informatie.
Stap over op afdrukmateriaal met een lager basisgewicht. Zie
Specificaties voor
afdrukmateriaal voor meer informatie.
Controleer de omgeving van het apparaat. De arcering van de achtergrond kan
toenemen bij zeer droge omstandigheden (lage luchtvochtigheid).
Installeer een nieuwe HP-printcartridge. Raadpleeg de naslaggids voor instructies.
Tonervegen
De temperatuur van de fuser kan te laag zijn. Controleer de instelling voor Type is: op
het tabblad Papier of het tabblad Papier/Kwaliteit van de printerdriver en zorg dat
deze staat ingesteld voor het juiste afdrukmateriaal. Zie
De afdrukkwaliteit
optimaliseren voor afdrukmateriaal voor meer informatie.
Als er tonervegen op de voorste rand van het afdrukmateriaal verschijnen, zijn de
papiergeleiders mogelijk vuil. Veeg de papiergeleiders schoon met een droge pluisvrije
doek. Zie
De papierbaan reinigen voor meer informatie.
Controleer het type afdrukmateriaal en de kwaliteit.
Installeer een nieuwe HP-printcartridge. Raadpleeg de naslaggids voor instructies.
NLWW De afdrukkwaliteit is onaanvaardbaar
91
Losse toner
Selecteer Type is: op het tabblad Papier of het tabblad Papier/Kwaliteit van de
printerdriver en selecteer het afdrukmateriaal. Zie
De afdrukkwaliteit optimaliseren voor
afdrukmateriaal voor instructies. Deze functie is ook beschikbaar in de HP werkset.
Reinig de binnenkant van het apparaat. Zie
Reiniging en onderhoud voor instructies.
Controleer het type afdrukmateriaal en de kwaliteit. Zie
Specificaties voor
afdrukmateriaal voor meer informatie.
Installeer een nieuwe HP-printcartridge. Raadpleeg de naslaggids voor instructies.
Sluit het apparaat rechtstreeks aan op een stopcontact in plaats van een stekkerdoos.
Verticaal herhalende defecten
De printcartridge kan beschadigd zijn. Als een vlek steeds opnieuw op dezelfde plaats
op de pagina verschijnt, moet u een nieuwe HP-printcartridge installeren. Raadpleeg de
naslaggids voor instructies.
Mogelijk is er toner terechtgekomen op de interne onderdelen. Zie
Reiniging en
onderhoud voor meer informatie. Als de defecten op de achtergrond van de pagina
optreden, wordt het probleem waarschijnlijk verholpen wanneer er nog enige pagina's
worden afgedrukt.
Selecteer Type is: op het tabblad Papier of het tabblad Papier/Kwaliteit van de
printerdriver en selecteer het afdrukmateriaal. Zie
De afdrukkwaliteit optimaliseren voor
afdrukmateriaal voor meer informatie. Deze functie is ook beschikbaar in de HP werkset.
92
Hoofdstuk 8 Problemen oplossen NLWW
Vervormde tekens
Als de tekens vervormd zijn en een hol effect hebben, is het afdrukmateriaal dat u
gebruikt mogelijk te glad. Probeer een ander afdrukmateriaal. Zie
Specificaties voor
afdrukmateriaal voor meer informatie.
Als de tekens vervormd zijn en een golvend effect hebben, moet het apparaat mogelijk
worden nagekeken. Druk een configuratiepagina af. Zie
Een configuratiepagina
afdrukken voor meer informatie.
Neem contact op met een erkende HP-dealer of -serviceleverancier als de tekens
vervormd zijn. Raadpleeg de bijgeleverde ondersteuningsbrochure voor meer
informatie over hoe u contact kunt opnemen met HP.
Scheve pagina's
Zorg dat het afdrukmateriaal op de juiste manier is geladen en dat de papiergeleiders
niet te strak of juist te los tegen de stapel papier aanzitten. Raadpleeg de naslaggids
voor informatie over het plaatsen van papier in de invoerlades.
De automatische documentinvoer is mogelijk te vol. Raadpleeg de naslaggids voor
informatie over het plaatsen van papier in de invoerlades.
Controleer het type afdrukmateriaal en de kwaliteit. Zie
Specificaties voor
afdrukmateriaal voor meer informatie.
NLWW De afdrukkwaliteit is onaanvaardbaar
93
Krullend of golvend
Controleer het type afdrukmateriaal en de kwaliteit. Het afdrukmateriaal kan zowel door
de temperatuur als door de luchtvochtigheid gaan krullen. Zie
Specificaties voor
afdrukmateriaal voor meer informatie.
Mogelijk bevindt het afdrukmateriaal zich al lange tijd in de lade. Draai de stapel met
afdrukmateriaal in de invoerlade. Probeer het afdrukmateriaal ook 180° te draaien in de
invoerlade.
De temperatuur van de fuser kan te hoog zijn. Zie
De afdrukkwaliteit optimaliseren voor
afdrukmateriaal voor instructies. Deze functie is ook beschikbaar in de HP werkset.
De temperatuur van de fuser kunt u ook aanpassen via het bedieningspaneel van het
apparaat. Met de instelling Minder omkrullen in het menu Service zet u de temperatuur
van de fuser op de laagste stand. De fabrieksinstelling is Uit. Voer de volgende instructies
uit om deze instelling in te schakelen.
1. Druk op
MENU
/
ENTER
op het bedieningspaneel.
2.
Selecteer Service met de knop < of > en druk vervolgens op
MENU
/
ENTER
.
3.
Selecteer Minder omkrullen met de knop < of > en druk vervolgens op
MENU
/
ENTER
.
Kreukels of vouwen
Zorg dat het afdrukmateriaal op de juiste manier is geplaatst. Raadpleeg de naslaggids
voor informatie over het plaatsen van papier in de invoerlades.
Controleer het type afdrukmateriaal en de kwaliteit. Zie
Specificaties voor
afdrukmateriaal voor meer informatie.
Draai de stapel met afdrukmateriaal in de lade. Probeer het afdrukmateriaal ook 180° te
draaien in de invoerlade.
94
Hoofdstuk 8 Problemen oplossen NLWW
Omtrek van tonerresten
Als grote hoeveelheden toner worden uitgesmeerd rond de tekens, is het mogelijk dat
de toner niet hecht aan het afdrukmateriaal. (Enige tonerresten zijn normaal voor
laserprinters.) Probeer een ander type afdrukmateriaal. Zie
Specificaties voor
afdrukmateriaal voor meer informatie.
Draai de stapel met afdrukmateriaal in de lade.
Gebruik afdrukmateriaal dat is ontworpen voor laserprinters. Zie
Specificaties voor
afdrukmateriaal voor meer informatie.
NLWW De afdrukkwaliteit is onaanvaardbaar
95
Foutberichten op het bedieningspaneel
Dit hoofdstuk geeft informatie over het omgaan met foutberichten die op het
bedieningspaneel van het apparaat verschijnen.
Omgaan met veelvoorkomende foutberichten
De volgende berichten zijn veelvoorkomende berichten die op het bedieningspaneel van
het apparaat kunnen worden weergegeven.
Klep open of niet printcartridge
De klep van de printcartridge is open of er is geen printcartridge geïnstalleerd. Zorg dat de
printcartridge op de juiste wijze in het apparaat is geplaatst. Raadpleeg de naslaggids voor
meer informatie over het installeren van de printcartridge.
Controleer de printcartridge en controleer vervolgens of de klep van de printcartridge goed
dicht zit.
Als het probleem is opgelost, voltooit het apparaat de huidige opdracht of gaat terug naar
de stand Klaar.
Papier toevoegen. [enter] om door te gaan
Het papier is op. Plaats papier in de papierinvoerlade of in de voorrangsinvoerlade. Voor
meer informatie over het plaatsen van papier in de invoerlades raadpleegt u de naslaggids.
Als er al papier is geplaatst, moet u dit verwijderen. Ga na of er papier is vastgelopen en
verwijder dit eventueel. Plaats vervolgens een nieuwe stapel papier in de invoerlade.
Druk op
MENU
/
ENTER
als het probleem is opgelost. Het apparaat voltooit de huidige opdracht
op keert terug naar de stand Klaar.
Kritieke foutberichten
Wanneer een kritieke fout optreedt, wordt de huidige kopieer- of scantaak onderbroken en
verschijnt één van de volgende berichten op het bedieningspaneel van het apparaat:
50 Fuser-fout
51 Laser-fout
52 Scannerfout
57 Ventil.-fout
79 Fout
CIS-Scanner
Fout
scannerlamp
storing
96
Hoofdstuk 8 Problemen oplossen NLWW
Wanneer één van deze berichten op het bedieningspaneel verschijnt is een kritieke fout in
het apparaat opgetreden. Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact, wacht vijf
minuten en plaats de stekker weer terug. Neem contact op met de HP-klantenservice of
bezoek http://www.hp.com als de fout zich blijft voordoen. Het telefoonnummer vindt u in de
bijgeleverde ondersteuningsbrochure.
Waarschuwingsberichten
Waarschuwingsberichten geven aan dat er een handeling moet worden uitgevoerd zoals
het bijvullen van papier of het verhelpen van een papierstoring. Wanneer een
waarschuwingsbericht verschijnt, onderbreekt het apparaat automatisch de huidige taak en
gaat niet verder voordat het probleem wordt verholpen. Nadat u het probleem heeft
verholpen, voltooit het apparaat de taak of keert terug naar de stand Klaar . Een
uitzondering hierop vormt het gebruik van het hoofdmenusysteem. Het apparaat wijzigt dan
het display zodat u het menusysteem kunt gebruiken.
De volgende berichten zijn algemene waarschuwingsberichten die op de display van het
bedieningspaneel kunnen verschijnen.
Invoerstoring
Wissen, Opnieuw laden
Documentinvoer
foutieve invoer. Opnieuw laden
Klep open of niet
printcartridge
Handmatige invoer
Druk op [enter]
Geheugen is laag
Druk op [enter]
Papier toevoegen.
[enter] om door te gaan
Geen afdruk
cartridge
Printerstoring
Papierbaan vrijmaken
Opmerking
Zie Papierstoringen in de automatische documentinvoer of Het papier loopt vast in de
printer voor meer informatie over papierstoringen.
Waarschuwingsbericht en
Aan waarschuwingsberichten moet altijd aandacht worden besteed. Ze worden niet lang
weergegeven maar de toestand die zij beschrijven kan van invloed zijn op het voltooien van
de taak of de kwaliteit van de uitvoer. Als een waarschuwingsbericht verschijnt, kan de
huidige opdracht worden geannuleerd. Het bericht wordt gedurende vijf seconden op het
bedieningspaneel weergegeven.
NLWW Foutberichten op het bedieningspaneel
97
De volgende berichten zijn algemene waarschuwingsberichten die op de display van het
bedieningspaneel kunnen verschijnen:
Apparaatfout
[enter] om door te gaan
Apparaat is bezet
Probeer later opnieuw
Apparaat comm.
fout
Geheugen is laag
Probeer later opnieuw
Pag. te ingewikkeld
[enter] om door te gaan
Instell. gewist
Wanneer een waarschuwingsbericht betrekking heeft op een afdruktaak en automatisch
doorgaan is ingeschakeld dan wordt het bericht gedurende tien seconden weergegeven.
Als u niet op de knop
MENU
/
ENTER
of
ANNULEREN
drukt, gaat het apparaat verder met het
verwerken van de afdruktaak. Als automatisch doorgaan is uitgeschakeld dan wordt het
waarschuwingsbericht met betrekking tot de afdruktaak net zo lang weergegeven totdat u
op de knop
MENU
/
ENTER
drukt om verder te gaan of op de knop
ANNULEREN
om de taak te
annuleren.
Opmerking
U kunt automatisch doorgaan instellen in de printerdriver en in de HP werkset. Druk een
configuratiepagina af als u wilt weten of automatisch doorgaan is ingeschakeld. Zie
Een
configuratiepagina afdrukken voor meer informatie.
98
Hoofdstuk 8 Problemen oplossen NLWW
Er is geen kopie gemaakt
Is er afdrukmateriaal in de invoerlade geplaatst?
Plaats afdrukmateriaal in het apparaat. Zie Originelen plaatsen om te kopiëren voor meer
informatie.
Is het origineel op de juiste wijze geplaatst?
Controleer of u het origineel correct in de automatische documentinvoer hebt geplaatst. Het
origineel moet met de bovenzijde naar beneden en de bedrukte zijde naar beneden in
automatische documentinvoer zijn geplaatst. Voer het origineel in de automatische
documentinvoer in totdat het niet verder kan. Zie
Originelen plaatsen om te kopiëren voor
meer informatie.
Is de papierhendel van de automatische documentinvoer
correct ingesteld?
Controleer of de papierhendel van de automatische documentinvoer in de juiste positie
staat voor het afdrukmateriaal dat u gebruikt. Stel de papierhendel in op één vel (naar
rechts) als u op dik materiaal afdrukt. Stel de papierhendel in op meerdere vellen (naar
links) als u op normaal materiaal afdrukt. Raadpleeg voor meer informatie
Originelen
plaatsen om te kopiëren.
NLWW Er is geen kopie gemaakt
99
Kopieën zijn leeg, er ontbreken afbeeldingen of de kopieën zijn
vaag
Is de beschermingstape verwijderd van de printcartridge in
het apparaat?
Mogelijk is de beschermingstape niet van de printcartridge verwijderd. Verwijder de
printcartridge uit het apparaat, trek de beschermingstape eruit en plaats de cartridge
opnieuw. Raadpleeg de installatiegids voor informatie over het installeren van een
printcartridge.
Is de printcartridge bijna leeg?
De printcartridge wordt gebruikt voor het maken van kopieën. Als de printcartridge bijna
leeg is, worden de kopieën vager.
Is het origineel van lage kwaliteit?
De nauwkeurigheid van de kopie is afhankelijk van de kwaliteit en het formaat van het
origineel. Als het origineel te licht is, kan dit mogelijk niet worden gecorrigeerd in de kopie,
zelfs wanneer u het contrast aanpast.
Heeft het origineel een gekleurde achtergrond?
Door gekleurde achtergronden kunnen afbeeldingen op de voorgrond overvloeien in de
achtergrond of kan de achtergrond in een andere tint worden weergegeven.
100
Hoofdstuk 8 Problemen oplossen NLWW
Kopieerkwaliteit is onaanvaardbaar
In dit gedeelte vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
Problemen voorkomen
Defecten bij het kopiëren herkennen en corrigeren
Problemen voorkomen
U kunt de kopieerkwaliteit in enkele stappen verbeteren.
Gebruik originelen van goede kwaliteit.
Plaats het afdrukmateriaal op de juiste wijze in het apparaat. Als het afdrukmateriaal
verkeerd wordt geplaatst, kan het scheef trekken, waardoor de afbeeldingen onduidelijk
worden en er problemen optreden met het OCR-programma. Zie
Originelen plaatsen
om te kopiëren voor instructies.
Als in het apparaat regelmatig meer dan één pagina tegelijk wordt ingevoerd, moet u
mogelijk het scheidingskussen vervangen. Neem contact op met HP. Raadpleeg de
bijgeleverde ondersteuningsbrochure voor meer informatie over hoe u contact kunt
opnemen met HP.
Gebruik of maak een hoes om uw originelen te beschermen.
Opmerking
Als zich regelmatig invoerproblemen voordoen, is het scheidingskussen waarschijnlijk
versleten. Zie
HP onderdelen en toebehoren bestellen als u een nieuw scheidingskussen
wilt bestellen.
NLWW Kopieerkwaliteit is onaanvaardbaar
101
Papierstoringen in de automatische documentinvoer
Soms loopt het afdrukmateriaal vast tijdens het kopiëren, scannen of faxen.
Bij een papierstoring wordt u gewaarschuwd door een foutbericht in de software en door het
bericht Invoerstoring Wissen, Opnieuw laden op het bedieningspaneel.
Het papier is niet op de juiste wijze in de automatische documentinvoer geplaatst of de
laden zijn te vol. Zie
Originelen plaatsen om te kopiëren voor meer informatie.
Het afdrukmateriaal voldoet niet aan de specificaties van HP. Zie
Afdrukmateriaal
selecteren voor de automatische documentinvoer voor meer informatie.
Plaatsen waar papier vaak vastloopt in de automatische
documentinvoer
Invoerladen: als de pagina uit de invoerlade steekt, probeert u deze er voorzichtig uit te
trekken, zonder de pagina te scheuren. Zie
Een papierstoring in de automatische
documentinvoer oplossen voor instructies als u weerstand voelt.
Uitvoerladen: als de pagina uit de uitvoerlade steekt, probeert u deze er zachtjes uit te
trekken, zonder de pagina te scheuren. Zie
Een papierstoring in de automatische
documentinvoer oplossen voor instructies als u weerstand voelt.
Beide: zie Een papierstoring in de automatische documentinvoer oplossen voor
instructies als het papier zowel uit de invoerlade als uit de uitvoerlade steekt.
Papierhendel van de automatische documentinvoer
Schuif de papierhendel van de automatische documentinvoer naar de instelling voor één
vel (naar rechts) als u dik materiaal gebruikt. Plaats één vel in de automatische
documentinvoer.
Als u klaar bent met kopiëren, scannen of faxen, schuift u de papierhendel van de
automatische documentinvoer terug naar de instelling voor meerdere vellen (naar links).
102
Hoofdstuk 8 Problemen oplossen NLWW
Een papierstoring in de automatische documentinvoer
oplossen
1. Trek het bedieningspaneel met twee handen naar u toe.
2. Verwijder het vastgelopen papier.
Opmerking
Vewijder vastgelopen papier alleen met uw handen. Gebruik geen andere objecten; deze
kunnen interne onderdelen beschadigen.
3. Controleer of al het papier is verwijderd en sluit vervolgens de klep van het
bedieningspaneel.
NLWW Papierstoringen in de automatische documentinvoer
103
Waarneembare kopieerfouten
Verticale witte of vage strepen
Het afdrukmateriaal voldoet wellicht niet aan de specificaties van Hewlett-Packard (het
materiaal is bijvoorbeeld te vochtig of te ruw). Zie
Specificaties voor afdrukmateriaal
voor meer informatie.
Er is mogelijk weinig toner beschikbaar. Zie
Printcartridges voor de HP LaserJet voor
instructies.
Lege pagina's
Mogelijk is het origineel met de verkeerde zijde naar boven geplaatst. Plaats het
origineel met de korte zijde naar voren en de te scannen zijde naar beneden in de
automatische documentinvoer. Zie
Originelen plaatsen om te scannen voor instructies.
Het afdrukmateriaal voldoet wellicht niet aan de specificaties van Hewlett-Packard (het
materiaal is bijvoorbeeld te vochtig of te ruw). Zie
Specificaties voor afdrukmateriaal
voor meer informatie.
Er is mogelijk geen toner beschikbaar. Raadpleeg de installatiegids voor informatie over
het installeren van een printcartridge.
Mogelijk is de beschermingstape niet van de printcartridge verwijderd. Raadpleeg de
naslaggids voor instructies.
104
Hoofdstuk 8 Problemen oplossen NLWW
Het verkeerde origineel is gekopieerd
Controleer of de automatische documentinvoer leeg is.
Te licht of te donker
Pas de instellingen aan.
Controleer of de instellingen voor de kopieerkwaliteit juist zijn. Zie
De kopieerkwaliteit
aanpassen voor meer informatie.
Ongewenste lijnen
Zorg dat de voorrangsinvoerlade in positie zit.
Probeer de glasplaat van de scanner te reinigen. Zie
De buitenkant van het apparaat
reinigen voor instructies.
Er bevinden zich mogelijk krassen op de lichtgevoelige cilinder in de printcartridge.
Installeer een nieuwe HP-printcartridge. Raadpleeg de naslaggids voor instructies.
Zwarte vlekken of strepen
Er is mogelijk inkt, lijm of correctievloeistof terechtgekomen op de automatische
documentinvoer. Reinig het apparaat. Zie
De buitenkant van het apparaat reinigen voor
instructies.
Onduidelijke tekst
Pas de instellingen aan.
Controleer of de instellingen voor de kopieerkwaliteit juist zijn. Zie
De kopieerkwaliteit
aanpassen voor meer informatie.
Raadpleeg de Help van de software voor meer informatie over het wijzigen van de
instellingen.
Verkleind formaat
Mogelijk is de HP-software zo ingesteld dat de gescande afbeelding wordt verkleind.
Raadpleeg de Help van de software voor meer informatie over het wijzigen van de
instellingen.
NLWW Waarneembare kopieerfouten
105
Gescande afbeeldingen zijn van slechte kwaliteit
Is het origineel een foto of afbeelding van een afdruk?
Opnieuw afgedrukte foto's, zoals in kranten of magazines, worden afgedrukt met behulp
van kleine inktstippen. Hiermee wordt een interpretatie van de oorspronkelijke foto
verkregen met een veel lagere kwaliteit. Vaak vormen de inktstippen ongewenste patronen
die aan het licht komen wanneer de afbeelding wordt gescand, afgedrukt of op het scherm
wordt weergegeven. Als u het probleem niet kunt verhelpen met de volgende suggesties,
hebt u mogelijk een origineel van betere kwaliteit nodig.
Om deze patronen te verwijderen, kunt u proberen de gescande afbeelding te
verkleinen.
Druk de gescande afbeelding af om te controleren of de kwaliteit van de afdruk beter is.
Controleer of de instellingen voor de resolutie en de kleuren juist zijn voor het type
scantaak dat u uitvoert. Zie
Resolutie en kleur van de scanner voor meer informatie.
Is de afbeel dingskwal i teit beter wanneer het document wordt
afgedrukt?
De afbeelding die op het scherm verschijnt, biedt niet altijd een accurate weergave van de
kwaliteit van de scan.
Probeer de instellingen van de computermonitor zodanig te wijzigen dat er meer
kleuren (of grijstinten) worden weergegeven. Over het algemeen kunt u deze instelling
wijzigen door Beeldscherm te selecteren in het Configuratiescherm van Windows.
Probeer de instellingen voor de resolutie en de kleuren van de scansoftware aan te
passen. Zie
Resolutie en kleur van de scanner voor meer informatie.
Is de afbeelding scheef?
Mogelijk is het origineel niet goed geplaatst. U moet gebruik maken van de papiergeleiders
wanneer u de originelen in de automatische documentinvoer plaatst. Zie
Originelen
plaatsen om te scannen voor meer informatie.
Bevat de gescande afbeelding vlekken, lijnen, verticale witte
strepen of andere fouten?
Als de scanner vuil is, beschikt de gescande afbeelding niet over een optimale helderheid.
Zie
De buitenkant van het apparaat reinigen voor instructies.
Komen de afbeeldingen niet overeen met het origineel?
De grafische instellingen zijn wellicht niet geschikt voor het type scantaak dat u wilt
uitvoeren. Probeer de grafische instellingen te wijzigen. Zie
Resolutie en kleur van de
scanner voor meer informatie.
106
Hoofdstuk 8 Problemen oplossen NLWW
Een gedeelte van de afbeelding is niet gescand
Is het origineel op de juiste wijze geplaatst?
Controleer of het origineel op de juiste wijze is geplaatst. Zie Originelen plaatsen om te
scannen voor instructies.
Heeft het origineel een gekleurde achtergrond?
Door gekleurde achtergronden kunnen afbeeldingen op de voorgrond overvloeien in de
achtergrond. Probeer de instellingen aan te passen voordat u het origineel scant of verbeter
de afbeelding nadat u het origineel hebt gescand. Zie
Resolutie en kleur van de scanner
voor meer informatie.
Verschijnen er teksten en afbeeldingen in een scan die op de
achterzijde van een dubbelzijdig origineel staan?
Bij dubbelzijdige originelen van te dun of transparant materiaal kunnen tekst en
afbeeldingen aan de achterkant van het origineel doorschijnen en worden meegescand.
Is het origineel langer dan 381 mm?
De maximumlengte voor het scannen van pagina's is 381 mm wanneer u de automatische
documentinvoer gebruikt. Als de pagina de maximumlengte overschrijdt, stopt de scanner.
(Kopieën kunnen langer zijn.)
VOORZICHTIG
Probeer niet het origineel uit de automatische documentinvoer te trekken aangezien u
daarbij de scanner of het origineel kunt beschadigen. Zie
Papierstoringen in de
automatische documentinvoer voor instructies.
Is het origineel te klein?
De minimumafmetingen die de automatische documentinvoer ondersteunt, zijn 51 x 89
mm. Het origineel is mogelijk vastgelopen. Zie
Papierstoringen in de automatische
documentinvoer voor instructies.
Is het papierformaat correct?
Controleer in de scaninstellingen of het ingevoerde papierformaat groot genoeg is voor het
document dat u afdrukt. Zie
Resolutie en kleur van de scanner voor meer informatie.
NLWW Een gedeelte van de afbeelding is niet gescand
107
Het scannen duurt te lang
Is de resolutie of het kleurniveau te hoog ingesteld?
Als u de resolutie en het kleurniveau te hoog instelt, duurt het scannen langer en verkrijgt u
grotere bestanden. Als u goede resultaten wilt verkrijgen bij het scannen of kopiëren, is het
belangrijk dat u de juiste resolutie en het juiste kleurniveau gebruikt voor de scantaak. Zie
Resolutie en kleur van de scanner voor meer informatie.
Is de software ingesteld op kleurenscans?
Standaard wordt in kleur gescand. Hierbij duurt het scannen langer, zelfs wanneer u een
monochroom origineel scant. Als u een afbeelding scant via TWAIN of WIA, kunt u de
instellingen wijzigen zodat de originelen in grijsschalen of zwart-wit worden gescand.
Raadpleeg de Help van de apparaatsoftware voor meer informatie.
Hebt u een afdruktaak of een kopieertaak verzonden voordat
u begon met scannen?
Als u een afdruktaak of een kopieertaak hebt verzonden voordat u de scantaak begon,
wordt de scan pas gestart wanneer de scanner gereed is. De printer en de scanner delen
echter het geheugen, zodat het scannen langzamer kan verlopen.
Is de computer ingesteld voor bidirectionele communicatie?
Raadpleeg de documentatie die is meegeleverd bij de computer om de BIOS-instellingen te
wijzigen. De aanbevolen bidirectionele instelling voor de parallelle poort is ECP. De USB-
verbinding is altijd bidirectioneel.
108
Hoofdstuk 8 Problemen oplossen NLWW
Er worden foutberichten weergegeven
Als één van de volgende berichten verschijnt, kunt u het probleem aan de hand van
onderstaande informatie oplossen.
Veelvoorkomende berichten met betrekking tot scanfouten
In dit hoofdstuk worden veelvoorkomende berichten met betrekking tot scanfouten
beschreven. Tevens wordt beschreven hoe u deze kunt oplossen. De volgende fouten
komen het meest voor:
Kan TWAIN-bron niet activeren
Er is een fout opgetreden tijdens het ophalen van de afbeelding
In werking stellen van scanner is mislukt
Communicatiefout met scanner
Zorg dat u de USB-kabel van het apparaat (A/B) of de parallelle kabel die voldoet aan de
IEEE 1284-B-norm, op de juiste poort op de computer heeft aangesloten. Als u nog een
andere vrije poort heeft, probeer de kabel dan op die poort aan te sluiten. Zorg dat uw
computer is uitgerust met een EPP (bidirectionele parallelle poort) of parallelle poort die
compatibel is met ECP. Een parallelle EPP-poort is de minimale vereiste; het gebruik van
een ECP-poort wordt ten zeerste aangeraden. Raadpleeg de documentatie van uw
computer voor meer informatie over uw poort.
Sommige apparatuur kan de parallelle poort niet met het apparaat delen. Als een externe
harde schijf of netwerkschakeldoos is aangesloten op dezelfde USB-poort of parallelle poort
als de het apparaat, kan er interferentie met het andere apparaat optreden. Als u het
apparaat wilt aansluiten en gebruiken, moet u het andere apparaat loskoppelen of moet u
twee poorten gebruiken op de computer. Mogelijk heeft u een extra parallelle interfacekaart
nodig. Hewlett-Packard raadt u met klem aan om een parallelle ECP-interfacekaart te
gebruiken. Raadpleeg de documentatie van uw computer voor meer informatie over de
installatie van een extra parallelle interfacekaart of het oplossen van apparaatconflicten
Controleer of de juiste TWAIN-bron is geselecteerd. Controleer de TWAIN-bron in de
software door Scanner selecteren te selecteren in het menu Bestand.
NLWW Er worden foutberichten weergegeven
109
De scankwaliteit is onaanvaardbaar
Dit hoofdstuk geeft informatie over het verbeteren van de scankwaliteit door het voorkomen
en verhelpen van problemen.
Problemen voorkomen
U kunt de kopieer- en scankwaliteit in enkele stappen verbeteren.
Gebruik originelen van goede kwaliteit.
Plaats het afdrukmateriaal op de juiste wijze in het apparaat. Als het afdrukmateriaal
niet op de juiste wijze is geladen, kant het scheef trekken waardoor de afbeeldingen
onduidelijk worden. Zie
Originelen plaatsen om te scannen voor instructies.
Pas de instellingen in de software aan afhankelijk van wat u wilt doen met de gescande
pagina. Zie
Resolutie en kleur van de scanner voor meer informatie.
Als er zich regelmatig invoerproblemen voordoen, is het scheidingskussen
waarschijnlijk versleten. Zie
HP onderdelen en toebehoren bestellen als u een nieuw
scheidingskussen wilt bestellen.
Gebruik of maak een hoes om uw originelen te beschermen.
110
Hoofdstuk 8 Problemen oplossen NLWW
Lege pagina's
Mogelijk is het origineel met de verkeerde zijde naar boven geplaatst. Plaats de stapel
originelen met de bovenste rand in de automatische documentinvoer. Plaats het
afdrukmateriaal met de bedrukte zijde naar beneden en de eerste pagina die moet
worden gescand onder op de stapel. Zie
Originelen plaatsen om te scannen voor
instructies.
Te licht of te donker
Pas de instellingen aan.
Controleer of u de juiste instellingen hebt gekozen voor de resolutie en de kleuren. Zie
Resolutie en kleur van de scanner voor meer informatie.
Ongewenste lijnen
Er bevindt zich mogelijk inkt, lijm of correctievloeistof op de scanner. Probeer het
oppervlak van de scanner te reinigen. Zie
De buitenkant van het apparaat reinigen voor
instructies.
Zwarte vlekken of strepen
Er bevindt zich mogelijk inkt, lijm of correctievloeistof op het oppervlak van de scanner.
Probeer het oppervlak van de scanner te reinigen. Zie
De buitenkant van het apparaat
reinigen voor instructies.
Onduidelijke tekst
Pas de instellingen aan.
Controleer of u de juiste instellingen hebt gekozen voor de resolutie en de kleuren. Zie
Resolutie en kleur van de scanner voor meer informatie.
NLWW De scankwaliteit is onaanvaardbaar
111
112
Hoofdstuk 8 Problemen oplossen NLWW
A
Specificaties
In de volgende hoofdstukken vindt u de specificaties van het volgende apparaat:
HP LaserJet 3015 all-in-one
HP LaserJet 3015 all-in-one batterij
Afmetingen
Product Hoogte Diepte Breedte Gewicht
HP LaserJet
3015 all-in-one
445 mm 470 mm 426 mm 9,1 kg
Omgevingsspecificaties
Categorie Specificaties
Bedrijfsomgeving (de stekker van het apparaat
is aangesloten op een wandcontactdoos
(wisselstroom))
Temperatuur: 15 °tot 32,5 °C
Vochtigheid: luchtvochtigheid van 10 tot 80
procent (geen condensatie)
Opslagomgeving (de stekker van het apparaat
is niet aangesloten op een wandcontactdoos
(wisselstroom))
Temperatuur: -20 tot 40 °C
Vochtigheid: luchtvochtigheid van minder
dan 95 procent (geen condens)
Elektrische specificaties
1
Menu-item Modellen op 110 V Modellen op 220 V
Stroomvoorziening
110
2
tot 127 V (+/- 10 %)
220 tot 240 V (+/- 10 %)
50 tot 60 Hz (+/- 2 Hz) 50 tot 60 Hz (+/- 2 Hz)
Stroomverbruik (normaal)
Tijdens afdrukken 300 W (gemiddeld) 300 W (gemiddeld)
Tijdens stand-by 14 W (gemiddeld) 14 W (gemiddeld)
Tijdens PowerSave-modus 14 W (gemiddeld) 14 W (gemiddeld)
Wanneer uitgeschakeld 0 W (gemiddeld) 0 W (gemiddeld)
Hitteuitstraling
Tijdens afdrukken Btu/hr Btu/hr
NLWW
113
Menu-item Modellen op 110 V Modellen op 220 V
Minimale stroomcapaciteit
(aanbevolen)
4,5 A 2,3 A
1
Waarden onder voorbehoud van wijzigingen. Zie http://www.hp.com/support/lj3015 voor de
meest recente informatie.
2
Opmerking: stroombronnen kunnen niet onderling worden verwisseld.
Akoestische emissie
1
Activiteitsniveau Gebruiker (minder
dan 1m)
Omstanders op 1m
afstand
Geluidsniveau
Actief
L
pAm
56 dB (A) L
pAm
48 dB (A) L
WAd
6,1 Bels (A)
Non-actief
L
pAm
N/A dB (A)
(onhoorbaar)
L
pAm
N/A dB (A)
(onhoorbaar)
L
WAd
N/A Bels (A)
(onhoorbaar)
1
Waarden onder voorbehoud van wijzigingen. Zie http://www.hp.com/support/lj3015 voor de
meest recente informatie. Tijdens andere handelingen kan het geluidsniveau verschillen.
114
Bijlage A Specificaties NLWW
HP LaserJet 3015 all-in-one
HP LaserJet 3015 all-in-one specificaties
Overheidsinformatie
HP LaserJet 3015 all-in-one specificaties
Printercapaciteit en -prestaties
Afdruksnelheid
15 pagina's per minuut (ppm) voor papier
van Letter-formaat en 14 ppm voor A4-
papier
Uitvoer van eerste pagina binnen 10
seconden
Capaciteit van de invoerlade
150 vel papier van een gangbaar gewicht van
60 g/m
2
of maximaal 30 enveloppen
Capaciteit van de voorrangsinvoerlade
10 vel papier van een gangbaar gewicht van 75
g/m
2
of maximaal 1 envelop
Capaciteit van uitvoerbak
Maximaal 125 vel papier van een gangbaar
gewicht van 60 g/m
2
Minimumpapierformaat
76 x 127 mm
Maximumpapierformaat
216 x 356 mm. De uitvoerbak kan één vel
afdrukmateriaal van het formaat Legal (215 x
356 mm) bevatten. Vellen die hierop volgen,
schuiven uit de uitvoerbak van de automatische
documentinvoer.
Papiergewicht
Uitvoerbak: 60 tot 105 g/m
2
Basisgeheugen
8 MB ROM/Flash en 32 MB RAM (9 MB voor het
apparaat en 23 MB beschikbaar voor de
gebruiker)
Afdrukresolutie
1200 dpi effectieve afdrukkwaliteit (600 x 600 x
2 dpi, met de HP Resolution Enhancement
Technology [REt])
Maximumcapaciteit
7.000 eenzijdig bedrukte pagina's per
maand (maximum)
800 eenzijdig bedrukte pagina's per maand
(gemiddeld)
PCL (printertaal) Level 5e en 6
PostScript (PS) Emulatie voor Adobe PostScript® Level 2
Capaciteit en prestaties van kopieerfunctie
Kopieersnelheid
Maximaal 15 ppm
Meerdere exemplaren Maximaal 99 per taak
NLWW HP LaserJet 3015 all-in-one
115
Vergroten of verkleinen van kopieën
25 procent tot 400 procent
Akoestische emissie (volgens ISO 9296) tijdens
het kopiëren
geluidssterkte van 6,3 Bel
Capaciteit en prestaties van scanfunctie
Marges van gescande items
3,05 mm rechts en links
4,06 mm boven en onder
Maximumcapaciteit van scanner
2.000 enkelzijdig bedrukte pagina's per maand
Scanresolutie
600 dpi kleuren
Specificaties van automatische documentinvoer
Invoercapaciteit maximaal 30 vel plat materiaal van 60 tot 75 g/
m
2
Papiergewicht
60 tot 105 g/m
2
Papierformaat 74 x 105 mm tot 216 x 356 mm De uitvoerbak
van de automatische papierinvoer kan één vel
afdrukmateriaal van het formaat Legal (215 x
356 mm) bevatten. Vellen die hierop volgen,
schuiven uit de uitvoerbak van de automatische
documentinvoer.
Snelheid Maximaal 12 ppm voor papier van letter- of A4-
formaat
Maximumcapaciteit
1.000 pagina's per maand
Aanwezige poorten
USB
Compatibel met USB 2.0-specificatie
Parallel
Apparaat conform IEEE 1284-B niveau 2
met IEEE 1284-B-aansluiting
Stel de hostcomputer in op ECP (meer
mogelijkheden)
Faxcapaciteit en -prestaties
Faxtransmissiesnelheid
3 seconden per pagina (ITU-T Test Image #1)
Linker/rechtermarges voor afgedrukte pagina's
6,3 mm
Onder/bovenmarges voor afgedrukte pagina's
5,08 mm
Faxcompatibiliteit ITU Groep 3; ECM
Faxcodeschema's MH, MR en MMR
Modemsnelheid
Maximaal 33.600 bits per seconde (bps)
Snelkiezen Ja
Detectie van verschillende beltonen Ja
Faxresolutie (standaard)
203 x 98 dpi
Faxresolutie (fijn) 203 x 196 dpi
116
Bijlage A Specificaties NLWW
Faxresolutie (superfijn) 300 x 300 dpi (zonder halftoon)
Faxresolutie (foto) 300 x 300 dpi (met halftoon)
Opslag van faxpagina's Maximaal 110 Slerexe-pagina's
NLWW HP LaserJet 3015 all-in-one
117
HP LaserJet 3015 all-in-one batterij
Batterijmateriaal
Polycarbon Monoflouride Lithium
Batterijsoort
Knoopbatterij
Aantal per apparaat
1
Gewicht
Ongeveer 1 gram
Lithiumsoort
Vast
Batterijfabrikanten
Rayovac uit Madison, Wisconsin, USA; en
Panasonic uit Secaucus, New Jersey, USA.
118
Bijlage A Specificaties NLWW
B
Overheidsinformatie
Raadpleeg deze gedeelten voor informatie betreffende overheidsvoorschriften:
FCC-voorschriften
Wet op de bescherming van de telefoongebruiker (Verenigde Staten)
IC CS-03-vereisten
Overheidsvoorschriften voor de landen/regio's in de Europese Unie
Veiligheidsverklaringen
Conformiteitsverklaring
Programma voor milieuvriendelijke producten
Chemiekaarten (Material Safety Data Sheets)
NLWW
119
FCC-voorschriften
Deze apparatuur is getest en blijkt te voldoen aan de vereisten voor een digitaal apparaat
Klasse B, volgens Deel 15 van de FCC-voorschriften. De beperkingen in deze voorschriften
zijn ontwikkeld om redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie in een
woonomgeving. Door deze apparatuur wordt radiofrequentie-energie voortgebracht en
verbruikt en kan dit type energie uitgestraald worden. Indien niet volgens de instructies
geïnstalleerd en gebruikt, kan de apparatuur de radiocommunicatie storen. Indien de
apparatuur volgens de instructies is geïnstalleerd, is er echter geen garantie dat storing in
een bepaalde situatie niet zal optreden. Als deze apparatuur schadelijke storing veroorzaakt
voor radio- of televisieontvangst, wat bepaald kan worden door de apparatuur uit en aan te
zetten, kan u proberen het probleem op een of meer van de volgende manieren op te
lossen:
Richt de ontvangstantenne opnieuw of verplaats deze.
Vergroot de afstand tussen het apparaat en de ontvanger.
Sluit het apparaat aan op een ander stopcontact of circuit dan dat waarop het
ontvangende apparaat is aangesloten.
Raadpleeg uw dealer of een ervaren radio- en tv-monteur.
Opmerking
Door wijzigingen of aanpassingen aan de printer die niet expliciet zijn goedgekeurd door
HP, kan de toestemming om dit apparaat te gebruiken, vervallen.
Opmerking
Het gebruik van een afgeschermde interfacekabel is vereist in het kader van de
beperkingen voor klasse B van Deel 15 van de FCC-voorschriften.
FCC-vereisten Deel 68 (Verenigde Staten)
Deze apparatuur voldoet aan Deel 68 van de FCC-voorschriften. Aan de achterzijde van het
apparaat bevindt zich een etiket waarop onder andere het FCC-registratienummer en het
REN-nummer (ringer equivalent number) voor dit apparaat staan aangegeven. Indien
hierom wordt verzocht, moet deze informatie worden verstrekt aan het telefoonbedrijf. De
REN wordt gebruikt om te bepalen hoeveel apparaten er mogen worden aangesloten op de
telefoonlijn. Een te hoog aantal REN's op de telefoonlijn kan ertoe leiden dat de apparatuur
niet reageert op een binnenkomende oproep. In de meeste maar niet alle gebieden mag
het totaal van de REN's niet hoger zijn dan vijf (5,0). Als u zeker wilt weten hoeveel
apparaten er mogen worden aangesloten op de lijn, zoals wordt bepaald door het totaal van
de REN's, kunt u contact opnemen met het telefoonbedrijf om het maximumaantal REN's te
bepalen voor het gebied waarvandaan u belt.
Deze apparatuur gebruikt de volgende USOC-aansluitingen: RJ11C.
120
Bijlage B Overheidsinformatie NLWW
Bij deze apparatuur worden een telefoonsnoer en een modulaire stekker geleverd die
voldoen aan de FCC-voorschriften. Deze apparatuur is ontworpen om aangesloten te
worden op het telefoonnetwerk of op plaatselijke bedrading met behulp van een
compatibele modulaire aansluiting die voldoet aan de vereisten van Deel 68. Deze
apparatuur kan niet worden gebruikt in combinatie met muntapparaten die door een
telefoonbedrijf worden geleverd. Aansluiting op een gemeenschappelijke telefoonlijn is
afhankelijk van lokale tarieven. Als deze apparatuur schade toebrengt aan het
telefoonnetwerk, zal het telefoonbedrijf u vooraf berichten dat u tijdelijk geen gebruik zult
kunnen maken van uw lijnen. Als een bericht vooraf niet haalbaar is, zal het telefoonbedrijf
de klant zo snel mogelijk op de hoogte stellen. Ook wordt u op de hoogte gesteld van uw
rechten om bij de FCC een klacht in te dienen als u dat nodig acht. Het telefoonbedrijf kan
wijzigingen aanbrengen in faciliteiten, apparatuur, werkzaamheden of procedures waardoor
de werking van uw apparatuur kan veranderen. Als dit gebeurt, zal het telefoonbedrijf u
vooraf berichten, zodat u de nodige wijzigingen kunt aanbrengen en ononderbroken gebruik
kunt blijven maken van de lijnen. Als u problemen ondervindt met de apparatuur, kunt u de
telefoonnummers vooraan in deze handleiding raadplegen voor informatie over reparatie en/
of garantie. Als het probleem schade toebrengt aan het telefoonnetwerk, kan het
telefoonbedrijf u verzoeken om de apparatuur van het netwerk te verwijderen tot het
probleem is opgelost. De volgende reparaties kunnen door de klant zelf worden verricht:
Vervang alle oorspronkelijke onderdelen die bij het apparaat zijn geleverd. Hieronder vallen
de inktcartridge, de steunen voor papierbakken en -laden, het netsnoer en de
telefoonkabel. Het is raadzaam een overspanningsbeveiliging in te bouwen in het
stopcontact waarop het apparaat wordt aangesloten. Hiermee voorkomt u schade aan de
apparatuur bij blikseminslag en andere spanningsschommelingen.
Wet op de bescherming van de telefoongebruiker (Verenigde
Staten)
Volgens de wet op de bescherming van telefoongebruikers uit 1991 is het onwettig om een
computer of ander elektronisch apparaat, waaronder faxapparaten, te gebruiken voor het
verzenden van berichten tenzij dit bericht in de boven- of ondermarge van elke verzonden
pagina of op de eerste pagina van het bericht, de datum en het tijdstip van verzending
vermeldt, evenals de naam van het bedrijf, de eenheid of de persoon die het bericht
verstuurt en het telefoonnummer van het verzendende apparaat of het bedrijf, de eenheid
of de persoon. (Het vermelde telefoonnummer mag geen 900-nummer zijn of een ander
nummer waarvoor de kosten die van lokale of interlokale verzending te boven gaan.) Zie de
faxhandleiding als u deze gegevens wilt opnemen in uw fax.
NLWW Wet op de bescherming van de telefoongebruiker (Verenigde Staten)
121
IC CS-03-vereisten
KENNISGEVING: het Industry Canada-etiket staat voor gecertificeerde apparatuur. Deze
certificering houdt in dat de apparatuur voldoet aan een aantal vereisten ten aanzien van
beveiliging, werking en gebruiksveiligheid als voorgeschreven in de betreffende
documenten over technische vereisten voor terminal-apparatuur. Het ministerie kan niet
garanderen dat de apparatuur werkt naar tevredenheid van de klant. Voordat deze
apparatuur wordt geïnstalleerd, dient de gebruiker te controleren of het toegestaan is om
deze apparatuur aan te sluiten op de faciliteiten van het plaatselijke
telecommunicatiebedrijf. De apparatuur dient ook geïnstalleerd te worden volgens een
goedgekeurde manier van aansluiten. De klant dient er rekening mee te houden dat de
service in bepaalde omstandigheden kan verslechteren, ook al zijn aan alle bovenstaande
voorwaarden voldaan. Reparaties aan gecertificeerde apparatuur dient te gebeuren onder
toezicht van een vertegenwoordiger die door de leverancier is aangewezen. Reparaties of
wijzigingen die door de gebruiker op deze apparatuur worden uitgevoerd, of slecht
functioneren van het apparaat, kunnen aanleiding zijn voor het telefoonbedrijf om de
gebruiker te verzoeken de apparatuur te verwijderen. Gebruikers dienen voor hun eigen
veiligheid te controleren of alle apparatuur en telefoonlijnen goed geaard zijn. Deze
voorzorgsmaatregel kan vooral op het platteland van groot belang zijn.
VOORZICHTIG
Gebruikers dienen geen pogingen te ondernemen om hiervoor zelf de aansluitingen tot
stand te brengen, maar dienen contact op te nemen met de betreffende inspectiedienst of
elektrotechnicus. Het REN-nummer (Ringer Equivalence Number) van dit apparaat is 0.7.
Kennisgeving: het REN-nummer van een terminalapparaat geeft aan hoeveel terminals
maximaal mogen worden aangesloten op een telefooninterface. Op een interface kan elke
gewenste combinatie van apparaten worden aangesloten, mits het totaal van de REN-
nummers van alle apparaten niet hoger is dan vijf (5,0). De standaard aansluitingscode
(soort telefoonaansluiting) voor apparatuur met directe aansluitingen op het telefoonnetwerk
is CA11A.
Overheidsvoorschriften voor de landen/regio's in de Europese
Unie
Deze apparatuur is ontworpen om alleen te functioneren in alle landen/regio's van de
Europese Economische Ruimte (openbaar geschakelde telefoonnetwerken). Compatibiliteit
met het netwerk is afhankelijk van interne software-instellingen. Neem contact op met de
leverancier van uw apparatuur als het nodig is om de apparatuur op een ander
telefoonnetwerk te gebruiken. Voor verdere productondersteuning neemt u contact op met
Hewlett-Packard. De telefoonnummers vindt u in de ondersteuningsbrochure die bij het
product is geleverd.
122
Bijlage B Overheidsinformatie NLWW
Veiligheidsverklaringen
Laserverklaring
Het Center for Devices and Radiological Health (CDRH) van de Amerikaanse Food and
Drug Administration heeft een aantal voorschriften geïmplementeerd voor laserproducten
die zijn gefabriceerd na 1 augustus 1976. Het opvolgen van deze voorschriften is verplicht
voor producten die worden verkocht binnen de Verenigde Staten. Deze printer is
goedgekeurd als een laserproduct "Klasse 1" volgens de Radiation Performance Standard
van het Amerikaanse DHHS (Department of Health and Human Services) conform de
Radiation Control for Health and Safety Act van 1968. Aangezien de straling die binnen de
printer tot stand komt, volledig binnen de beschermende behuizing en externe kleppen blijft,
kan de laserstraal tijdens geen enkele fase van de normale bediening ontsnappen.
WAARSCHU
WING
Het gebruik van bedieningselementen, het aanbrengen van wijzigingen of het uitvoeren van
andere procedures dan beschreven in deze gebruikershandleiding, kan leiden tot
blootstelling aan gevaarlijke straling.
Canada DOC regulations
This equipment complies with Canadian EMC Class B requirements.
Conforme à la classe B des normes canadiennes de compatibilité électromagnétiques. <<
CEM>>.
NLWW Veiligheidsverklaringen
123
Laser statement for Finland
LASERTURVALLISUUS
LUOKAN 1 LASERLAITE
KLASS 1 LASER APPARAT
HP LaserJet 3015 all-in-one-laserkirjoitin on käyttäjän kannalta turvallinen luokan 1
laserlaite. Normaalissa käytössä kirjoittimen suojakotelointi estää lasersäteen pääsyn
laitteen ulkopuolelle.
Laitteen turvallisuusluokka on määritetty standardin EN 60825-1:1994 + A11:1996 +
A2:2001 mukaisesti.
VAROITUS!
Laitteen käyttäminen muulla kuin käyttöohjeessa mainitulla tavalla saattaa altistaa käyttäjän
turvallisuusluokan 1 ylittävälle näkymättömälle lasersäteilylle.
VARNING!
Om apparaten används på annat sätt än i bruksanvisning specificerats, kan användaren
utsättas för osynlig laserstrålning, som överskrider gränsen för laserklass 1.
HUOLTO
HP LaserJet 3015 all-in-one-kirjoittimen sisällä ei ole käyttäjän huollettavissa olevia
kohteita. Laitteen saa avata ja huoltaa ainoastaan sen huoltamiseen koulutettu henkilö.
Tällaiseksi huoltotoimenpiteeksi ei katsota riainekasetin vaihtamista, paperiradan
puhdistusta tai muita käyttäjän käsikirjassa lueteltuja, yttäjän tehtäväksi tarkoitettuja
ylläpitotoimia, jotka voidaan suorittaa ilman erikoistyökaluja.
VARO!
Mikäli kirjoittimen suojakotelo avataan, olet alttiina näkymättömälle lasersäteilylle laitteen
ollessa toiminnassa. Älä katso säteeseen.
VARNING!
Om laserprinterns skyddshölje öppnas då apparaten är i funktion, utsättas användaren för
osynlig laserstrålning. Betrakta ej strålen.
Tiedot laitteessa käytettävän laserdiodin säteilyominaisuuksista:
Aallonpituus 770-795 nm
Teho 5 mW
Luokan 3B laser
Korean EMI statement
124
Bijlage B Overheidsinformatie NLWW
Australia
This equipment complies with Australian EMC requirements.
NLWW Veiligheidsverklaringen
125
Conformiteitsverklaring
Conformiteitsverklaring
overeenkomstig ISO/IEC Richtlijn 22 en EN 45014
Naam fabrikant:
Hewlett-Packard Company
Adres fabrikant:
11311 Chinden Boulevard
Boise, Idaho 83714-1021, USA
verklaart dat het product
Productnaam:
HP LaserJet 3015 all-in-one
Productnummer:
Q2660A (Wettelijk verplicht model
3
: BOISB-0307-00
Productopties:
Alles
voldoet aan de volgende productspecificaties:
Veiligheid: IEC 60950:1999 / EN60950:2000
IEC 60825-1:1993 + A1:1996 + A2:2001 / EN 60825-1:1994 + A11:1996 + A2:2001 (Klasse 1 Laser/LED-product)
EMC:
CISPR 22:1998 / EN 55022:1998 - Klasse B
1
EN 61000-3-2:1995 / A14:2000
EN 61000-3-3:1995
EN 55024:1998
FCC-titel 47 CFR, Deel 15 Klasse B
2
/ ICES-003, Nummer 3
GB9254-1998
Telecom: TBR-21:1998; EG 201 121:1998
Aanvullende informatie:
Het hier vermelde product beantwoordt aan de vereisten van de EMC-richtlijn 89/336/EEC, de richtlijn inzake laagspanning 73/23/EEC, de
R&TTE-richtlijn 1995/5/EC (Bijlage II) en is dienovereenkomstig voorzien van het CE-keurmerk:
1
Het product is in een representatieve omgeving getest met personal computersystemen van Hewlett-Packard.
2
Dit apparaat voldoet aan Deel 15 van de FCC-voorschriften. De werking van het apparaat is afhankelijk van de twee volgende
voorwaarden: (1) dit apparaat mag geen schadelijke storing veroorzaken, en (2) dit apparaat moet eventueel ontvangen storing accepteren,
waaronder storing die de werking van het apparaat nadelig kan beïnvloeden.
3
Conform de overheidsvoorschriften is aan dit product een wettelijk verplicht modelnummer toegekend. Dit nummer moet niet worden
verward met de verkoopnaam (HP LaserJet 3015) of het productnummer (Q2669A).
Boise, Idaho 83713, USA
1 november 2003
Alleen voor zaken die verband houden met overheidsvoorschriften:
Contactgegevens
Australië
Manager Product Regulations, Hewlett-Packard Australia, Ltd. 31-41 Joseph Street Blackburn, Victoria 3130,
Australia
Contactgegevens
Europa
Uw plaatselijke Hewlett-Packard verkoop- en servicekantoor of Hewlett-Packard GmbH, Department HQ-TRE/
Standards Europe. Herrenberger Strasse 140 Böblingen, D-71034, (+49-7031-14-3143)
Contactgegevens
Verenigde Staten
Manager Product Relations, Hewlett-Packard Company PO Box 15, Mail Stop 160 Boise, ID 83707-0015, USA (208-
396-6000)
126
Bijlage B Overheidsinformatie NLWW
Programma voor milieuvriendelijke producten
Milieubescherming
Hewlett-Packard Company spant zich in om op milieuvriendelijke wijze kwalitatief
hoogstaande producten te leveren. Het ontwerp van dit product bevat dan ook diverse
kenmerken die de effecten op het milieu beperken.
Ozonproductie
Dit product brengt geen meetbaar ozongas (O
3
) voort.
Minder energieverbruik
Het energieverbruik daalt aanzienlijk in de PowerSave-modus (laag energieverbruik). Dat
betekent niet alleen een besparing op natuurlijke hulpbronnen, maar ook op geld, zonder
dat de hoge prestaties van deze printer worden beïnvloed. Dit product voldoet aan de
vereisten van het ENERGY STAR®-programma. Dit is een vrijwillig programma voor
ontwikkeling van kantoorproducten met efficiënt energieverbruik.
ENERGY STAR is een in de Verenigde Staten gedeponeerd servicemerk van de
Amerikaanse Environmental Protection Agency. Als partner van ENERGY STAR® heeft
Hewlett-Packard Company bepaald dat dit product voldoet aan de richtlijnen van ENERGY
STAR® voor efficiënt energieverbruik. Zie http://www.energystar.gov/ voor meer informatie.
Tonerverbruik
EconoMode/Tonerbesparingsmodus verbruikt aanzienlijk minder toner, hetgeen de
levensduur van de inktcartridge kan verlengen.
Papergebruik
Door de handmatige dubbelzijdige module te gebruiken (zie Handmatig dubbelzijdig
afdrukken voor informatie over dubbelzijdig afdrukken) en door meerdere pagina's op een
vel af te drukken, gebruikt u minder papier en wordt er minder gevergd van natuurlijke
hulpbronnen.
NLWW Programma voor milieuvriendelijke producten
127
Plastic onderdelen
Kunststof onderdelen die zwaarder zijn dan 25 gram zijn volgens internationale normen
gemarkeerd, waardoor aan het einde van de gebruiksduur van het product beter kan
worden bepaald hoe de kunststof onderdelen moeten worden afgevoerd.
Afdrukbenodigdheden voor de HP LaserJet
In een groot aantal landen/regio's kunnen de printerbenodigdheden voor dit product
(inktcartridges, fuser en transfereenheid) in het kader van het "HP Printing Supplies Returns
and Recycling Program" naar HP worden geretourneerd. Dit gemakkelijke, gratis
retourneringsprogramma is beschikbaar in meer dan 48 landen/regio's. Meer informatie en
instructies vindt u in verschillende talen in elke nieuwe verpakking van inktcartridges en
andere afdrukbenodigdheden voor de HP LaserJet.
Informatie over het HP Printing Supplies Returns and
Recycling Program
Sinds 1990 zijn in het kader van het HP programma voor het recyclen van inktcartridges
miljoenen gebruikte inktcartridges voor de LaserJet ingezameld die anders op vuilnisbelten
of afvalstortplaatsen zouden zijn beland. De inktcartridges en andere benodigdheden voor
de HP LaserJet worden verzameld en verzonden naar HP partners die de cartridges
demonteren. Na een grondige kwaliteitscontrole worden specifieke onderdelen herwonnen
en in nieuwe cartridges gebruikt. De overgebleven materialen worden gescheiden en
omgezet in grondstoffen waarvan in andere bedrijfstakken een groot aantal nuttige
producten wordt gemaakt.
In de V.S.: om gebruikte cartridges en andere benodigdheden in te zamelen op een
manier die het milieu zo weinig mogelijk belast, wordt u gevraagd om deze materialen
in grotere hoeveelheden terug te zenden. Verpak twee of meer cartridges bij elkaar en
gebruik het vooruitbetaalde, geadresseerde UPS-etiket dat in de doos is meegeleverd.
Bel voor meer informatie over inlevering in de Verenigde Staten (800) 340 2445 of ga
naar de website van HP LaserJet Supplies: http://www.hp.com/go/recycle.
Buiten de V.S.: klanten buiten de V.S. kunnen contact opnemen met het plaatselijk
verkoopkantoor van HP of kunnen de website http://www.hp.com/go/recycle bezoeken
voor verdere informatie over het HP Supplies Returns and Recycling Program.
Papier
Dit apparaat is geschikt voor kringlooppapier,mits het papier voldoet aan de richtlijnen die
zijn beschreven in de afdrukmateriaalgids. Zie
Specificaties voor afdrukmateriaal voor meer
informatie. Dit apparaat is geschikt voor het gebruik van kringlooppapier dat voldoet aan de
norm DIN 19309.
Materiaalbeperkingen
Er bevindt zich kwik in de fluorescerende lamp of scanner van dit HP-apparaat dat wellicht
op een speciale manier moet worden verwerkt aan het einde van de levensduur.
Dit HP-apparaat bevat loodhoudend soldeermetaal.
Dit HP-apparaat bevat een batterij die wellicht op een speciale manier moet worden
verwerkt aan het einde van de levensduur.
128
Bijlage B Overheidsinformatie NLWW
Type: Lithium Carbon Monofluoride (vaste
knoopcelbatterij)
Gewicht: circa 1 gram
Locatie: de formatterkaart van de computer (één batterij
per apparaat)
Door de gebruiker te verwijderen: Nee
Voor informatie over recycling kunt u terecht op http://www.hp.com/go/recycle of neemt u
contact op met uw plaatselijke overheid of de Electronics Industries Alliance:
http://www.eiae.org.
Nederlands
Toepassing: De batterij wordt gebruikt als reserve-energiebron voor de tijdklok (die wordt
gebruikt voor het faxgedeelte van het apparaat).
Locatie van de batterij: De batterij wordt bij de fabricage/distributie van het product op de
formatter gesoldeerd.
Voorschriften:
· Richtlijn van de Europese Unie met betrekking tot batterijen: Deze batterij komt niet in
aanmerking voor de richtlijnen.
· Bijzondere bepaling A45 voor UN-standaard: Deze batterij is een niet-gevaarlijk artikel.
Levensduur: De batterij is ontworpen om minstens even lang mee te gaan als het product.
Batterijfabrikanten: Rayovac, Madison, WI, USA; and Panasonic, Secaucus, NJ, USA.
Het ontwerp en de specificaties kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Meer informatie
Over milieuprogramma's van HP, waaronder:
Milieuprofielblad voor dit product en andere verwante producten van HP
Inzet van HP voor het milieu
Het milieubeheersysteem van HP
Het retournerings- en recycleprogramma van HP voor verbruikte producten
Material Safety Data Sheets (chemiekaarten)
Raadpleeg http://www.hp.com/go/environment of http://www.hp.com/hpinfo/community/
environment voor meer informatie.
NLWW Programma voor milieuvriendelijke producten
129
Chemiekaarten (Material Safety Data Sheets)
U kunt chemiekaarten (MSDS, Material Safety Data Sheets) aanvragen via de website voor
HP LaserJet-afdrukbenodigdheden op http://www.hp.com/hpinfo/community/environment/
productinfo/safety.htm.
130
Bijlage B Overheidsinformatie NLWW
C
HP beperkte garantie
HP LaserJet 3015 all-in-one BEPERKTE GARANTIE VAN ÉÉN
JAAR
HP-PRODUCT
HP LaserJet 3015 all-in-one
DUUR VAN DE BEPERKTE GARANTIE
Eén jaar
HP garandeert u, de eindgebruiker en klant, dat de hardware, accessoires en benodigdheden vanaf de datum
van aankoop voor de duur van bovengenoemde garantieperiode vrij zullen zijn van materiaal- en
constructiefouten. Indien HP gedurende de garantieperiode van dergelijke defecten in kennis wordt gesteld, zal
HP de defecte producten naar eigen goeddunken laten repareren of vervangen. Vervangende producten
kunnen nieuwe producten zijn of producten waarvan de prestaties gelijk zijn aan die van nieuwe producten.
HP garandeert het uitblijven van problemen met de programmeeropdrachten van de software van HP vanaf de
datum van aankoop gedurende bovengenoemde periode, als gevolg van materiaaldefecten of werkzaamheden,
mits de software naar behoren wordt geïnstalleerd en gebruikt. Indien HP gedurende de garantieperiode van
dergelijke defecten in kennis wordt gesteld, zal HP de software die de programmeeropdrachten niet uitvoert als
gevolg van genoemde defecten vervangen.
HP kan de ononderbroken en probleemloze werking van HP producten niet garanderen. Indien HP niet in staat
is om defecte producten die onder de garantie vallen binnen afzienbare tijd te repareren of te vervangen, heeft u
recht op terugbetaling van de verkoopprijs nadat u het product per ommegaande heeft geretourneerd.
HP producten bevatten mogelijk hervervaardigde onderdelen of onderdelen die reeds een aantal keer zijn
gebruikt, waarvan de prestaties gelijk zijn aan die van nieuwe onderdelen.
De garantie is niet van toepassing op defecten die het resultaat zijn van (a) onjuist of onvoldoende onderhoud of
een verkeerde kalibratie, (b) software, verbindingen, onderdelen of benodigdheden die niet door HP zijn
geleverd, (c) niet-geautoriseerde aanpassing of misbruik, (d) gebruik buiten de aangegeven
omgevingsspecificaties voor het apparaat of (e) onjuiste voorbereiding of onjuist onderhoud van de locatie.
VOOR ZOVERRE TOEGESTAAN DOOR DE NATIONALE WETGEVING ZIJN BOVENGENOEMDE
GARANTIEBEPALINGEN DE ENIGE GELDENDE BEPALINGEN EN ZIJN GEEN ANDERE MONDELINGE OF
SCHRIFTELIJKE, IMPLICIETE OF UITDRUKKELIJKE GARANTIES OF BEPALINGEN VAN TOEPASSING. HP
DOET UITDRUKKELIJK AFSTAND VAN IMPLICIETE GARANTIEVERKLARINGEN OF BEPALINGEN MET
BETREKKING TOT VERKOOPBAARHEID, BEVREDIGENDE KWALITEIT EN GESCHIKTHEID VOOR EEN
BEPAALD DOEL. In sommige landen/regio's, staten of provincies zijn beperkingen van de duur van impliciete
garantiebepalingen niet toegestaan. In dat geval is bovenstaande beperking of uitsluiting niet van toepassing.
Deze garantie geeft u bepaalde rechten en mogelijk heeft u nog andere rechten, afhankelijk van het land/de
regio, de staat of provincie waar u woont.
De beperkte garantie van HP is geldig in alle landen/regio's of plaatsen waar HP een vestiging heeft voor
productondersteuning en waar HP dit product op de markt heeft gebracht. Het niveau van garantieservice dat u
ontvangt, kan verschillen volgens de plaatselijke normen. In verband met wettelijke regelgeving brengt HP geen
wijzigingen aan in de vormgeving of de functies van het product voor gebruik in een land/regio waarvoor het
product oorspronkelijk niet was bestemd.
NLWW HP LaserJet 3015 all-in-one BEPERKTE GARANTIE VAN ÉÉN JAAR
131
VOOR ZOVERRE TOEGESTAAN DOOR NATIONALE WETGEVING, ZIJN DE PROBLEEMOPLOSSINGEN IN
DEZE GARANTIEVERKLARING DE ENIGE TOEGESTANE OPLOSSINGEN. MET UITZONDERING VAN HET
HIERBOVEN BEPAALDE, KUNNEN HP EN ZIJN LEVERANCIERS IN GEEN GEVAL AANSPRAKELIJK
WORDEN GESTELD VOOR HET KWIJTRAKEN VAN GEGEVENS, DIRECTE, SPECIALE OF INCIDENTELE
SCHADE, GEVOLGSCHADE (WAARONDER INKOMSTENDERVING EN GEGEVENSVERLIES) NOCH VOOR
ANDERE SCHADE, ONGEACHT HET FEIT OF DIT IS VASTGELEGD IN SCHADEOVEREENKOMSTEN,
WETTELIJKE REGELGEVING, JURISPRUDENTIE OF ANDERE REGELGEVING. In sommige landen/regio's,
staten of provincies zijn uitsluitingen of beperkingen van incidentele schade of gevolgschade niet toegestaan. In
dat geval is bovenstaande beperking of uitsluiting niet van toepassing.
TENZIJ WETTELIJK TOEGESTAAN, VORMEN DE GARANTIEBEPALINGEN IN DEZE VERKLARING GEEN
UITSLUITING, BEPERKING, WIJZIGING OF TOEVOEGING VAN DE WETTELIJK VERPLICHTE RECHTEN
DIE VAN TOEPASSING ZIJN OP DE VERKOOP VAN HET PRODUCT AAN U.
132
Bijlage C HP beperkte garantie NLWW
D
Onderdelen en toebehoren
van HP
Raadpleeg de volgende onderwerpen voor informatie over het bestellen van onderdelen en
toebehoren voor het apparaat.
HP onderdelen en toebehoren bestellen
Printcartridges voor de HP LaserJet
NLWW
133
HP onderdelen en toebehoren bes tell e n
Overzicht van onderdelen en toebehoren van HP
U kunt de mogelijkheden van het apparaat uitbreiden met optionele accessoires en
benodigdheden. Met de speciale onderdelen voor de HP LaserJet 3015 all-in-one bereikt u
een optimale prestatie.
Toebehoren
Productnaam Beschrijving Onderdeelnummer
Kabels en interfaces
Parallelle IEEE-1284-kabel van
2 meter
C2950A
Kabels en interfaces Parallelle IEEE-1284-kabel van
3 meter
C2951A
Kabels en interfaces USB-apparaatkabel (A/B) van
2 meter
8121-0539
Printcartridge-accessoires Tonerdoekje 5090-3379
Afdrukbenodigdheden
Productnaam Beschrijving Onderdeelnummer
HP Multipurpose papier
HP papier voor diverse
toepassingen (1 doos van 10
riemen, 500 vel per riem).
HPM1120
HP LaserJet papier HP premium papier voor
gebruik met HP LaserJet
printers (1 doos van 10 riemen,
500 vel per riem).
HPJ1124
HP LaserJet transparanten HP transparanten voor gebruik
met monochrome HP LaserJet
printers.
92296U (A4)
HP LaserJet transparanten HP transparanten voor gebruik
met monochrome HP LaserJet
printers.
92296T (letter)
Printcartridges
Nieuwe printcartridges voor de
HP LaserJet 3015 all-in-one.
cartridge voor 2.000 pagina's
Q2612A
134
Bijlage D Onderdelen en toebehoren van HP NLWW
Extra documentatie
Productnaam Beschrijving Onderdeelnummer
Richtlijnen voor papier en
ander afdrukmateriaal
Richtlijnen voor het gebruik
van papier en ander
afdrukmateriaal voor HP
LaserJet printers.
5963-7863
Nieuwe onderdelen
Productnaam Beschrijving Onderdeelnummer
Transportrol
Wordt gebruikt om materiaal
op te pakken in de invoerlade
en door het apparaat te voeren.
RF0-1008-000CN
Invoerlade
Voor het plaatsen van
afdrukmateriaal voor het
apparaat.
RG0-1121-000CN
Voorrangsinvoerlade Voor de invoer van speciaal
afdrukmateriaal of het
afdrukken van een eerste
pagina.
RG0-1122-000CN
Invoerlade van de
automatische documentinvoer
Voor de invoer van
documenten in de scanner.
C9143-60102
Scheidingskussen van het
apparaat
Voorkomt de invoer van
meerdere vellen tegelijk in de
papierbaan van het apparaat.
RF0-1014-000CN
Transportcontrole-eenheid van
de automatische
documentinvoer
Voor de invoer en doorvoer
van papier in de automatische
documentinvoer.
C7309-60016
Automatische documentinvoer Als de automatische
documentinvoer defect raakt,
kunt u met dit artikelnummer
een nieuwe bestellen.
C9143-60101
NLWW HP onderdelen en toebehoren bestellen
135
Printcartridges voor de HP LaserJet
Dit gedeelte bevat informatie over printcartridges voor de HP LaserJet:
HP beleid voor cartridges van andere producenten dan HP
Hewlett-Packard raadt u af nieuwe, opnieuw gevulde of gebruikte printcartridges van
andere producenten te gebruiken. Omdat dit geen producten van HP zijn, heeft het bedrijf
geen invloed op het ontwerp en de kwaliteit. Reparaties aan de printer als gevolg van het
gebruik van een cartridge van een andere producent vallen niet onder de garantie op de
printer.
Opmerking
De garantie is niet van toepassing op defecten die worden veroorzaakt door software,
verbindingen of onderdelen die niet zijn geleverd door HP.
Printcartridges plaatsen
Raadpleeg de installatiegids van het apparaat voor informatie over het plaatsen van
printcartridges.
Printcartridges bewa ren
Verwijder de printcartridge pas uit de verpakking wanneer u deze gaat gebruiken. Bepaalde
verpakkingen met printcartridges voor de HP LaserJet beschikken over een alfanumerieke
datumcode. Deze code verwijst naar een periode van dertig maanden na de
productiedatum waarmee het voorraadbeheer tussen HP en wederverkopers kan worden
verbeterd. Deze code biedt geen aanwijzingen over de gebruiksduur van de toner
(houdbaarheid) en heeft op geen enkele wijze betrekking op de garantievoorwaarden en -
bepalingen.
VOORZICHTIG
Voorkom beschadiging van de printcartridge en stel deze niet bloot aan direct licht.
Verwachte gebruiksduur van printcartridge
De gebruiksduur van een printcartridge is afhankelijk van de hoeveelheid toner die nodig is
voor de afdruktaken. Bij het afdrukken van tekst op papier van letter- of A4-formaat met een
dekking van 5 procent kunnen met een printcartridge gemiddeld 2000 pagina's worden
afgedrukt. Hierbij is de afdrukdichtheid ingesteld op 3 en is EconoMode uitgeschakeld (dit
zijn de standaardinstellingen).
Hergebruik van printcartridges
Sinds 1990 zijn er in het kader van het HP-programma voor het inleveren en hergebruiken
van afdrukbenodigdheden miljoenen gebruikte LaserJet-printcartridges ingezameld die
anders op vuilnisbelten zouden zijn beland. De printcartridges en andere
afdrukbenodigdheden voor de HP LaserJet worden ingezameld en verzonden naar HP-
partners die de cartridges demonteren. Na een grondige kwaliteitscontrole worden
geselecteerde onderdelen verzameld voor hergebruik in nieuwe cartridges. De resterende
materialen worden gescheiden en worden omgezet in ruwe materialen waarmee nuttige
producten worden gemaakt in andere bedrijfstakken.
136
Bijlage D Onderdelen en toebehoren van HP NLWW
Inzameling in V.S.
Het wordt aanbevolen om cartridges in grote aantallen te retourneren zodat deze op een
milieuvriendelijke wijze kunnen worden ingezameld. Stop twee of meer cartridges in één,
vooraf gefrankeerde, geadresseerde verpakking met UPS-label die zich in het pakket
bevindt. Bel voor meer informatie in de V.S. (800) 340-2445 of bezoek de website voor
benodigdheden van de HP LaserJet op http://www.hp.com/recycle.
Toner besparen
Als u toner wilt besparen, selecteert u de optie EconoMode in de instellingen van uw
apparaat. (Zie voor meer informatie
EconoMode gebruiken (om toner te besparen).) In de
stand EconoMode (toner besparen) wordt op elke pagina minder toner gebruikt. Als u deze
optie selecteert, verlengt u de gebruiksduur van de printcartridge en verlaagt u de kosten
per afgedrukte pagina. De afdrukkwaliteit neemt echter ook af. Het wordt niet aanbevolen
om altijd gebruiken te maken van EconoMode. Zie
Verwachte gebruiksduur van
printcartridge voor meer informatie.
NLWW Printcartridges voor de HP LaserJet
137
138
Bijlage D Onderdelen en toebehoren van HP NLWW
E
Service en ondersteuning
Raadpleeg onderstaande onderwerpen voor informatie over productservice en
ondersteuning.
Hardwareservice verkrijgen
Uitgebreide garantie
Serviceformulier
NLWW
139
Hardwareservice verkrijgen
Opmerking
De garantieservice en -ondersteuning kunnen per land/regio verschillen. Ga voor meer
informatie naar http://www.hp.com.
Hardwareservice
Als de hardware tijdens de garantieperiode gebreken vertoont, biedt HP u de volgende
ondersteuningsmogelijkheden:
HP-reparatieservice. Afhankelijk van waar u zich bevindt, kunt u het apparaat naar
een reparatiecentrum van HP sturen. Voor telefonische ondersteuning kunt u bellen
naar het betreffende telefoonnummer dat u vindt op de ondersteuningsbrochure die bij
het apparaat is meegeleverd.
Erkende HP-serviceverlener . U kunt het apparaat terugsturen naar een erkende HP-
serviceleverancier bij u in de buurt.
Het apparaat terugsturen
Wanneer u apparatuur verzendt, kunt u het beste de zending verzekeren. Stuur een kopie
van uw aankoopbewijs mee. Vul ook het
Serviceformulier in, zodat reparaties zo
nauwkeurig mogelijk kunnen worden uitgevoerd.
VOORZICHTIG
De klant is aansprakelijk voor beschadigde zendingen als gevolg van een inadequate
verpakking. Raadpleeg de volgende richtlijnen voor het opnieuw inpakken van het apparaat.
Richtlijnen voor opnieuw verpakken
Druk indien mogelijk een zelftestpagina af (zie Een configuratiepagina afdrukken)
voordat u het apparaat uitschakelt en stuur het zelftestrapport met het apparaat mee.
Verwijder en bewaar de printcartridge.
VOORZICHTIG
Als er tijdens de verzending toner in de printer is achtergebleven, kan het apparaat
beschadigd raken.
Verwijder de invoerlade en pak deze opnieuw in. Gebruik zo mogelijk de originele
verpakkingsmaterialen. Zie
De invoerlade voor afdrukmateriaal verwijderen voor
instructies.
Sluit een exemplaar van het volledig ingevulde serviceformulier bij dat hierna wordt
vermeld. Geef op het formulier aan welke artikelen worden teruggestuurd.
Gebruik zo mogelijk de oorspronkelijke doos en verpakkingsmaterialen.
Voeg indien van toepassing voorbeelden bij van de problemen die optreden.
Stuur vijf vellen mee van het papier, of ander afdrukmateriaal, dat problemen
veroorzaakt bij het afdrukken, scannen, faxen of kopiëren. Verzegel het papier of
afdrukmateriaal in een luchtdichte verpakking.
140
Bijlage E Service en ondersteuning NLWW
De invoerlade voor afdrukmateriaal verwijderen
Opmerking
Als u het apparaat wilt terugbrengen, moet u mogelijk de invoerlade verwijderen. Met de
volgende instructies kunt u de invoerlade verwijderen zonder het apparaat te beschadigen.
1. Open de invoerlade en verwijder het afdrukmateriaal.
2. Schuif de papiergeleiders zo ver mogelijk naar binnen. Druk de klepjes in de invoerlade
naar beneden en schuif de invoerlade uit het apparaat.
NLWW Hardwareservice verkrijgen
141
Uitgebreide garantie
In de meeste landen/regio's biedt HP CarePack aanvullende garantiedekking op het HP-
product en alle meegeleverde ingebouwde onderdelen. Dit hardwareonderhoud vormt een
uitbreiding van de standaardgarantie (bijvoorbeeld onderhoud dezelfde dag i.p.v. de
volgende dag). U kunt de standaardgarantie 5 jaar uitbreiden met deze aanvullende
dekking. Het HP CarePack kan bestaan uit de service Express Exchange of reparaties op
locatie. Neem voor meer informatie contact op met de klantenservice en
ondersteuningsafdeling. Raadpleeg de bijgeleverde ondersteuningsbrochure voor de juiste
telefoonnummers en informatie.
142
Bijlage E Service en ondersteuning NLWW
Serviceformulier
Wie zendt het apparaat terug? Datum:
Contactpersoon: Telefoon:
Tweede contactpersoon: Telefoon:
Retouradres: Speciale verzendinstructies:
Wat wordt verzonden? Modelnummer: Serienummer:
Stuur alle afdrukken mee die belangrijk kunnen zijn wanneer u apparatuur terugzendt. Verzend
geen toebehoren dat niet nodig zijn voor de reparatie, zoals invoerladen, handleidingen en
reinigingsmateriaal.
Wat moet worden gedaan?
1. Beschrijf de omstandigheden waarin de storing optreedt (Wat voor storing is opgetreden? Wat
was u aan het doen toen de storing optrad? Welke software gebruikte u? Kunt u ervoor zorgen dat
de storing zich nogmaals voordoet?)
2. Met welke tussentijd treedt de storing op als deze zich zo nu en dan voordoet?
3. Is het apparaat op een van de volgende apparaten aangesloten? (Geef het merk en het
modelnummer op.)
Personal computer: Modem: Netwerk:
4. Aanvullende opmerkingen:
NLWW Serviceformulier
143
144
Bijlage E Service en ondersteuning NLWW
Woordenlijst
1284-B
1284 is een standaard voor parallelle poorten en is ontwikkeld door IEEE
(Institute of Electrical and Electronics Engineers). 1284-B verwijst naar een
bepaald soort aansluiting aan het uiteinde van een parallelle kabel waarmee
het apparaat (bijvoorbeeld een printer) wordt aangesloten. Een 1284-B-
aansluiting is bijvoorbeeld groter dan een 1284-C-aansluiting.
all-in-one
Een aanduiding voor HP-apparatuur met meerdere functies zoals
afdrukken, faxen, kopiëren en scannen.
Automatische documentinvoer
Met de automatische documentinvoer kunt u automatisch originelen in het
apparaat invoeren voor kopiëren, scannen of faxen.
bestandsindeling
De manier waarop de inhoud van een bestand wordt ingedeeld door een
programma of programmagroep.
browser
Ook wel internetbrowser genoemd. Dit is een toepassing waarmee u
webpagina's kunt zoeken en weergeven.
contrast
Het verschil tussen de donkere en lichte gedeeltes van een afbeelding. Hoe
lager de waarde, des te kleiner het verschil tussen de donkere en lichte
gedeeltes. Hoe hoger de waarde, des te groter het verschil tussen de
donkere en lichte gedeeltes.
DIMM's
Dual inline memory module: een kleine printplaat met een geheugen. Een
SIMM (Single In-line Memory Module) heeft een 32-bits pad naar het
geheugen, maar een DIMM beschikt over een 64-bits pad.
dots per inch (dpi)
De meeteenheid van resolutie die wordt gebruikt voor scannen en
afdrukken. Over het algemeen leidt een hoger aantal dots per inch tot een
hogere resolutie, meer zichtbare details in de afbeelding en grotere
bestanden.
dpi
Zie dots per inch (dpi).
EconoMode
EconoMode is een functie voor het besparen van toner op het apparaat.
Met EconoMode wordt de hoeveelheid toner op een afgedrukte pagina
beperkt, zodat de printcartridge langer meegaat. Het afgedrukte resultaat is
vergelijkbaar met een document dat is afgedrukt in kladversie.
NLWW Woordenlijst
145
ECP
Extended Capabilities Port: een standaard voor parallelle poorten van
computers die bidirectionele communicatie ondersteunen tussen de
computer en gekoppelde apparaten, zoals de printer.
e-mail (electronic mail)
Elektronische post. Software die u kunt gebruiken om items elektronisch te
verzenden via een communicatienetwerk.
grijsschaal
Grijstinten die de lichte en donkere gedeeltes van een afbeelding
vervangen wanneer kleurenafbeeldingen worden geconverteerd naar
grijsschaal; kleuren worden weergegeven door verschillende grijstinten.
halftoon
Een type afbeelding dat grijsschaal simuleert door het aantal dots te
variëren. Gedeeltes met veel kleur bevatten meer dots dan lichtere
gedeeltes.
HP Director taakbalk
Alleen voor Macintosh. Een softwarevenster dat wordt gebruikt voor het
werken in documenten. Wanneer het document in de automatische
documentinvoer wordt geplaatst en de computer rechtstreeks is
aangesloten op het apparaat verschijnt HP Director op het
computerbeeldscherm om de faxfunctie, kopieerfunctie of scanfunctie te
starten.
HP werkset
De HP werkset is een internetpagina die wordt geopend in een
internetbrowser en toegang biedt tot hulpmiddelen voor apparaatbeheer en
probleemoplossing, een ingebouwde internetserver en
apparaatdocumentatie.
link
Een koppeling naar een programma of apparaat waarmee u informatie
vanuit de software van het apparaat naar andere programma's kunt sturen
zoals e-mailprogramma's, programma's voor elektronisch faxen en OCR-
links.
Optical Character Recognition (OCR) software
Met de OCR-software zet u een elektronische afbeelding van tekst,
bijvoorbeeld een gescand document, om in een vorm die tekstverwerkers,
spreadsheetprogramma's en databaseprogramma's kunnen verwerken.
parallelle kabel
Zie 1284-B.
piekspanningsbeveiliging
Een apparaat waarmee de voeding en communicatielijnen worden
beschermd tegen elektrische pieken.
146
Woordenlijst NLWW
printerdriver
Een printerdriver is een stuurprogramma dat wordt gebruikt door
softwareprogramma's voor toegang tot de functies van het apparaat. Een
printerdriver vertaalt de opmaakopdrachten van een toepassing (zoals
pagina-einden en lettertypekeuze) naar een printertaal (zoals PostScript, PS
of PCL) en stuurt het afdrukbestand vervolgens naar het apparaat.
Readiris
Een optical character recognition (OCR) programma ontworpen door I.R.I.S.
dat is meegeleverd bij de software van het apparaat.
resolutie
De scherpte van een afbeelding, gemeten in dots per inch (dpi). Hoe hoger
het aantal dpi's, des te hoger de resolutie.
sorteren
Het afdrukken in sets van meerdere kopieertaken. Als sorteren is
geselecteerd, drukt het apparaat eerst een volledige set af voordat de rest
van de exemplaren wordt afgedrukt. Zo niet dan drukt het apparaat het
opgegeven aantal exemplaren van één pagina af voordat de rest van de
pagina's wordt afgedrukt.
TWAIN
Een industriestandaard voor scanners en software. Als u beschikt over een
scanner en een programma die beide compatibel zijn met TWAIN, kunt u
een scan starten vanuit het programma.
URL
Uniform Resource Locator: het algemene adres van documenten en
bronnen op het internet. Het eerste deel van het adres geeft aan welk
protocol wordt gebruikt en het tweede deel geeft het IP-adres aan of de
domeinnaam waar de bron zich bevindt.
USB (compatibel met 2.0-specificaties)
Universal Serial Bus (USB) is een standaard die is ontwikkeld door USB
Implementers Forum, Inc. voor het verbinden van computers en
randapparatuur. Anders dan de parallelle poort is USB ontwikkeld om één
USB-poort van een computer te verbinden met meerdere randapparaten.
watermerken
Een watermerk wordt als achtergrondtekst toegevoegd aan een af te
drukken document. U kunt bijvoorbeeld op de achtergrond van het
document de tekst 'Vertrouwelijk' afdrukken als het om een vertrouwelijk
document gaat. U hebt de keus uit een aantal vooraf ingestelde
watermerken. U kunt daarvan het lettertype, de grootte, de hoek en de stijl
aanpassen. De printer kan het watermerk alleen op de eerste pagina of op
alle pagina's plaatsen.
WIA
Windows Imaging Architecture (WIA) is een afbeeldingsarchitectuur die
beschikbaar is in Windows Me en Windows XP. Met een scanner die
compatibel is met WIA kan vanuit deze besturingssystemen worden
gescand.
NLWW Woordenlijst
147
148
Woordenlijst NLWW
Index
Symbolen en getallen
1 jaar garantie 131
300 dpi, instelling voor afdrukkwaliteit 21
600 dpi, instelling voor afdrukkwaliteit 21
A
aan/uit-schakelaar 4
Aangepast, instelling voor afdrukkwaliteit 21
aangezet, apparaat kan niet worden 76
aanpassen
contrast voor huidige kopieertaak 48
instellingen vanaf de computer 20
kopieerkwaliteit 47
standaardcontrast voor kopiëren 48
standaardkopieerformaat 49
talen, bedieningspaneel 14
aanwezige poorten 116
afbeeldingen
slechte kwaliteit 84
van scan komen niet overeen met origineel 106
afbeelding scannen
problemen oplossen 106
afbeeldingskwaliteit, problemen oplossen
afbeeldingen 106
grijze achtergronden 91
herhalende defecten 92
krullend of golvend 94
lege kopieën 100
lege pagina's 104, 111
lichte afdrukken 89
licht of donker afdrukken 105
lijnen 90, 111
losse toner 92
onduidelijke tekst 105
ongewenste lijnen 105
ontbrekende afbeeldingen 100
scheve pagina's 93, 106
spatten 89
strepen 105, 111
tekens, vervormd 93
vage afbeeldingen 100
vage afdrukken 89
vegen 91
verbeteren en problemen voorkomen 101
verkleind formaat 105
verticaal herhalende defecten 92
verticale witte of vage strepen 104
weggevallen informatie 90
zwarte vlekken 105, 111
afdrukken
annuleren 19
beide zijden van papier afdrukken 37
briefhoofdpapier 35
enveloppen 30
folders 40
kaarten 36
meerdere pagina's op één vel 39
menustructuur van het bedieningspaneel 13
met handmatige invoer 18
problemen oplossen 76, 98
snelheid 115
speciaal papierformaat 36
transparanten en etiketten 33
voorbedrukte formulieren 35
watermerken 42
afdrukkwaliteit
instellingen 21
optimaliseren voor afdrukmateriaal 23
verbeteren 89
wijzigen 21
afdrukkwaliteit, problemen oplossen
blanco pagina's 78
afdrukmateriaal
afdrukkwaliteit optimaliseren 23
formaat, maximum 115
formaat, minimum 115
formaat, standaardformaat wijzigen 14
gewicht 115
richtlijnen 25
specificaties 7, 24
veelvoorkomende problemen 25
afdruktaken annuleren 19
afmetingen
apparaat 113
afmetingen, apparaat 113
akoestische emissie 114
akoestische emissie tijdens het kopiëren 116
alarmsignaalvolume
wijzigen 15
alcohol, reinigen met 72
annuleren
afdruktaken 19
kopieertaken 46
scantaken 59
NLWW Index
149
apparaatfuncties 3
apparaat terugsturen 140
apparatuuronderdelen 4
Australia
EMC statements 125
automatische documentinvoer
afdrukmateriaal selecteren 29
invoerlade 4
maximumcapaciteit 116
onderdelen bestellen 135
papier in invoerlade plaatsen 56
papierstoringen verhelpen 102
specificaties 29, 116
specificaties voor afdrukmateriaal 8
uitvoerbak 4
B
batterij specificaties 118
bedieningspaneel
berichten 96
configuratiepagina afdrukken 13
locatie 4
menustructuur afdrukken 13
onderdelen 5
scannen vanaf 60
talen, wijzigen 14
volume van toetsen, regelen 16
bedrijfsomgeving, specificaties 113
belvolume
regelen 16
benodigdheden
bestellen 134
berichten
kritieke fouten 96
waarschuwing 97
waarschuwingen 97
beschadigde apparatuur verzenden 140
besparen 22
Beste kwaliteit (FastRes 1200), instelling voor
afdrukkwaliteit 21
blanco pagina's 78
breedte, apparaat 113
briefhoofdpapier, afdrukken 35
C
Canada DOC regulations 123
capaciteit en prestaties van kopieerfunctie 115
capaciteit en prestaties van scanfunctie 116
Conformiteitsverklaring 126
contrast
instellen voor huidige kopieertaak 48
standaardinstelling voor kopiëren 48
contrastinstelling voor kopiëren
aanpassen voor huidige kopieertaak 48
D
Declaration of Conformity 123
de-installatieprogramma (uninstaller) 6
DELETED_TEXT 21
documentatie
bestellen 135
donker
instellen voor huidige kopieertaak 48
standaardinstelling voor kopiëren 48
donker kopiëren 105
drivers, printer, vereisten voor 20
dubbelzijdig afdrukken 37
dubbelzijdig afdrukken, handmatig 37
dubbelzijdige originelen
kopiëren 54
E
EconoMode 22
EconoMode (toner besparen), instelling voor
afdrukkwaliteit 21
elektrische specificaties
apparaat 113
e-mail, scannen naar 60
EMC statement for Australia 125
EMI statement for Korea 124
enveloppen
afdrukken 30
specificaties voor 26
etiketten
afdrukken 33
formaten en gewichten voor afdrukmateriaal 7
specificaties voor 26
Express Exchange-reparatieservice 140
F
fabrieksinstellingen
herstellen 14
fabrieksinstellingen herstellen 14
FastRes 1200, instelling voor afdrukkwaliteit 21
faxen
marges 116
resolutie 116
snelheid 116
faxgeluiden
volume regelen 15
FCC-voorschriften 120
Finland laser statement 124
folders, afdrukken 40
formaat
afdrukmateriaal 7
formaat, verkleind 105
formulieren
afdrukken 35
service 143
foto scannen
problemen oplossen 106
foutberichten
bedieningspaneel 96
computerscherm 81, 109
150
Index NLWW
functies 2, 3
G
garantie
1 jaar garantie 131
uitgebreid 142
geheugen
basis 115
gewicht
afdrukmateriaal 7, 115
apparaat 113
papier voor automatische documentinvoer 116
grijze achtergronden, problemen oplossen 91
H
handmatig dubbelzijdig afdrukken 37
handmatige invoer 18
hardwareonderdelen 4
hardwareservice 140
hergebruik bewaren
printcartridges 136
herhalende defecten, problemen oplossen 92
hoogte, apparaat 113
HP beperkte garantie 131
HP LaserJet 3015 all-in-one
inhoud van de verpakking 2
HP LaserJet Fax 6
HP LaserJet Printer Family Print Media Guide 24
HP LaserJet scansoftware, scannen vanuit 61
HP-reparatieservice 140
HP SupportPack 142
HP werkset 6
I
IC CS-03-vereisten 122
illustraties, ontbrekende 83
inhoud van de verpakking 2
instellingen
fabrieksinstellingen herstellen 14
wijzigen vanaf de computer 20
wijzigen van standaardinstellingen 9
wijzigen voor afdrukkwaliteit 21
interface, bestellen 134
invoeren, handmatig 18
invoerlade, papier
afbeelding 4
bestellen 135
specificaties voor afdrukmateriaal 7
invoerlade , papier
capaciteit, hoofdlade 115
capaciteit, voorrangslade 115
invoerproblemen 82
K
kaarten
afdrukken 36
formaten en gewichten voor afdrukmateriaal 7
specificaties 27
kabels
interface, bestellen 134
kladkwaliteit, afdrukken met
toner 22
klantenondersteuning
formulier, service 143
hardwareservice 140
kleur, scannen in 66
knoppen op het bedieningspaneel 5
kopieerkwaliteit
aanpassen 47
standaardwaarden, aanpassen 48
verbeteren en problemen voorkomen 101
Zie ook afbeeldingskwaliteit, problemen oplossen,
kopieerkwaliteit
kopiëren
aantal kopieën wijzigen 53
akoestische emissie 116
annuleren 46
capaciteit voor vergroten en verkleinen 116
meerdere dubbelzijdige originelen 54
problemen oplossen 99, 100, 101, 104
snelheid 115
standaardkopieerformaat aanpassen 49
taken starten 46
vergroten 49
verkleinen 49
kopiëren, contrastinstelling
standaardwaarde aanpassen 48
Korean EMI statement 124
kreukels, problemen oplossen 94
kritieke foutberichten 96
krullend, problemen oplossen 94
L
laden
originelen 57
lege pagina's 104
lengte, apparaat 113
licht
instellingen voor kopieertaak 48
standaardinstelling voor kopiëren 48
lichte afdrukken 89
licht kopiëren 105
lijnen op kopie
ongewenst 105
losse toner, problemen oplossen 92
LPT1, fout bij afdrukken naar 81
M
map, scannen naar een 60
marges van gescande items 116
materiaalbeperkingen 128
Material Safety Data Sheets (MSDS) 130
maximumcapaciteit
apparaat 115
NLWW Index
151
automatische documentinvoer 116
scanner 116
meerdere pagina's, afdrukken op één vel 39
modemsnelheid 116
MSDS (Material Safety Data Sheets) 130
N
netsnoer
bestellen 134
nieuwe onderdelen, bestellen 135
n-up afdrukken 39
O
OCR-
software 6
OCR (Optical Character Recognition)
using 65
omgekruld materiaal 82
omgevingsspecificaties 113
onderdeelnummers 134
onderdelen 4
onderdelen en toebehoren 134
ondersteuning, klant. Zie klantenondersteuning
onduidelijke tekst 105
opslagomgeving, specificaties 113
Overheidsvoorschriften van de Europese Unie 122
P
pagina's
afwijking van schermweergave 83
anders dan op een andere printer 84
blanco 78
invoerproblemen 82
niet afdrukken 79
scheef 82
papier
afdrukkwaliteit optimaliseren 23
formaat, maximum 115
formaat, minimum 115
formaat, standaardformaat wijzigen 14
gewicht 115
richtlijnen 25
specificaties 7, 24
veelvoorkomende problemen 25
Zie ook speciaal afdrukmateriaal
papierbaan reinigen 73
papierstoringen
automatische documentinvoer, veelvoorkomende
plaatsen 102
papierstoringen verhelpen
automatische documentinvoer 102
papier 85
parallelle kabel, bestellen 134
parallelle poort 4, 116
PCL 5e- printerdriver 20
PCL 6-printerdriver 20
plaatsen
originelen 44, 45, 56
printcartridge 136
poorten
geen toegang 81
op het apparaat 4
op printer 116
PostScript- printerdriver 20
PowerSave-modus 113
printcartridge
bestellen 134
bewaren 136
hergebruik 136
HP beleid voor cartridges van andere producenten
dan HP 136
plaatsen 136
toner besparen 137
verwachte gebruiksduur 136
printcartridges bewaren 136
printer
capaciteit en prestaties 115
drivers, vereisten voor 20
papierbaan reinigen 73
printerbenodigdheden
bestellen 134
problemen met de voeding 76
problemen oplossen
afbeeldingen 84, 106
blanco pagina's 78
formaten, onjuist 107
foutberichten 81
grijze achtergronden 91
herhalende defecten 92
illustraties 83
inschakelen 76
invoerproblemen 79, 82
kopiëren 99
kreukels 94
krullend papier 94
kwaliteit, afbeelding 106
lege pagina's 100, 111
lichte afdrukken 89
lijnen 90, 111
losse toner 92
met afdrukmateriaal 25
omgekruld materiaal 82
overzicht van problemen 75
pagina's niet afgedrukt 79
papier 107
papiergeleiders 82
papierstoringen 85
parallelle poorten 81
printer 76, 98
problemen met tekst 107
reageert niet 76, 79, 81
scannen 106
scheve afdruk 82
scheve pagina's 93, 106
152
Index NLWW
spatten 89, 95
strepen 111
te donker 111
tekens, vervormd 93
tekst, problemen met 111
tekstproblemen 83
te licht 111
transportrol 82
uitvoer 99
vage afdrukken 89
vegen 91
verticaal herhalende defecten 92
vouwen 94
weggevallen informatie 90
zwarte vlekken 111
Zie ook afbeeldingskwaliteit, problemen oplossen
productnummers 134
programma voor milieuvriendelijke producten 127
programmeren
knop Scannen naar 60
PS- printerdriver 20
R
Readiris OCR 6
recycling
printerbenodigdheden 128
regelen
volume 15
volume van bedieningspaneeltoetsen 16
reinigen
de buitenkant 72
glasplaat 72
papierbaan printer 73
resolutie
afdrukken 115
faxen 116
scannen 66, 116
richtlijnen voor opnieuw verpakken 140
S
scankwaliteit
problemen oplossen 106
verbeteren en problemen voorkomen 110
scannen
annuleren 59
duurt te lang 108
foutberichten 109
kleur 66
kwaliteit, verbeteren 110
LaserJet Scan-software 61
marges 116
methoden 58
naar een bestand 62
naar een map 60
naar e-mail 60
OCR, met 65
problemen oplossen 106
resolutie 66, 116
TWAIN, met 64
WIA, met 64
scheef afdrukken 82
scheidingskussen, bestellen 135
scheve pagina's 93
service
formulier 143
hardware 140
snelheid
afdrukken 115
fax 116
kopiëren 115
modem 116
softwareonderdelen 6
sorteren, kopieën
beschrijving 52
standaardinstellingen wijzigen 52
speciaal afdrukmateriaal
specificaties 28
speciaal papierformaat
afdrukken 36
specificaties
afdrukmateriaal 7, 24
automatische documentinvoer 29, 116
batterij 118
capaciteit en prestaties van kopieerfunctie 115
capaciteit en prestaties van scanfunctie 116
enveloppen 26
etiketten 26
kaarten en zwaar afdrukmateriaal 27
transparanten 26
specificaties van afdrukmateriaal 89
specifications
printercapaciteit en -prestaties 115
standaardinstellingen
aanpassen 20
herstellen 14
stand-by specificaties 113
statements
Australian EMC 125
Declaration of Conformity 123
Finland laser 124
Korean EMI 124
storingen
verhelpen 85
vermijden 88
strepen 105
stroomspecificaties
apparaat 113
SupportPack 142
T
taal van het bedieningspaneel
wijzigen 14
tekens
onduidelijk 105
NLWW Index
153
vervormd 93
weggevallen informatie 90
tekst
onleesbaar, onjuist of onvolledig 83
ontbrekend 83, 107
telefoonlijnen
faxtoonvolume, regelen 16
telefoonpoort 4
temperatuur
specificaties 113
termenlijst 145
terminologie 145
toebehoren en onderdelen 134
toebehoren en onderdelen bestellen 134
toner
besparen 137
losse 92
spatten 89
vegen 91
verbruik 127
verspreide, omtrek 95
toner voor printcartridge besparen 137
transparanten
afdrukken 33
formaten en gewichten voor afdrukmateriaal 7
specificaties voor 26
TWAIN
foutbericht 109
foutebricht 109
scannen met 64
tweezijdige originelen
kopiëren 54
U
uitgebreide garantie 142
uitvoerbak
afbeelding 4
capaciteit 115
USB
-kabel, bestellen 134
poort 4, 116
V
vegen op afdrukmateriaal 91
veiligheidsverklaringen
laserveiligheid 123
vergroten
kopieën 49
verklaringen
Conformiteitsverklaring 126
FCC-vereisten Deel 68 120
FCC-voorschriften 120
garantie 131
IC CS-03-vereisten 122
uitgebreide garantie 142
wet op de bescherming van de telefoongebruiker
121
verkleind formaat 105
verkleinen
kopieën 49
verticaal herhalende defecten 92
verticale lijnen 90
verticale witte of vage strepen 104
vervormde tekens 93
verwachte gebruiksduur van printcartridges 136
vochtigheid
specificaties 113
voedingsaansluiting 4
volume
bedieningspaneeltoetsen, regelen 16
regelen 15
volume, regelen 15
volume van bedieningspaneeltoetsen
regelen 16
voorbedrukte formulieren, afdrukken 35
W
waarschuwingsberichten 97
warmteproductie 113
watermerken, afdrukken 42
weggevallen informatie, teken 90
wet op de bescherming van de telefoongebruiker
121
WIA
scannen met 64
wijzigen
aantal kopieën 53
instellingen 9
instellingen, standaard 9, 20
instellingen vanaf de computer 20
taal van het bedieningspaneel 14
volume 15
witte of vage strepen 104
Z
zwarte vlekken 105
154
Index NLWW
Q2669-90957
*Q2669-90957*
*Q2669-90957*
© 2004 Hewlett-Packard Development Company, LP
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166

HP LASERJET 3015 ALL-IN-ONE PRINTER Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding