National Geographic 264NE Handleiding

Categorie
Wandklokken
Type
Handleiding
&
Indoor/Outdoor Wireless Thermometer With RCC Clock
Thermomètre sans fil intérieur/extérieur avec horloge radio pilotée
Draadloze binnen-/buitenthermometer met radiogestuurde klok
Drahtloses Innen- / Außenthermometer mit Funkuhr
Termómetro inalámbrico de interior / exterior con reloj controlado por radio
Innendørs/utendørs termometer med radiostyrt klokke
Trådlös inomhus-/utomhustermometer med RCC-klocka
Indendørs/udendørs trådløst termometer med RCC-ur
Bezprzewodowy termometr zewnętrzny/wewnętrzny z zegarkiem RCC
ǯȍȒȖȜȠȓȞȚȜȚȓȠȞȒșȭȖȕȚȓȞȓțȖȗȏȝȜȚȓȧȓțȖȖȏțȓȝȜȚȓȧȓțȖȭȟȞȍȒȖȜȡȝȞȍȏșȭȓȚȩȚȖȥȍȟȍȚȖ
UK
FR
NL
DE
ES
NO
SW
DK
PL
RU
'+)C:
3 - 8
9 - 15
16 - 21
22 - 27
28 - 33
34 - 39
40 - 45
46 - 51
52 - 57
58 - 63
Draadloze
binnen-/buitenthermometer met radiogestuurde klok
Gebruiksaanwijzing
Hoofdunit:
A. Tijd
B. Datum
C. Pictogram batterij
D. Binnentemperatuur
E. Pictogram signaaldetectie
F. Buitentemperatuur
G. Pictogram radiogestuurde klok
H. Alarm-pictogram
I. Wave OK-pictogram (radiogolf ok)
1. Max./min.-toets
2. Alarm-toets
3. Clear-toets (wistoets)
4. Snooze/Light-toets (sluimeralarm/achtergrondverlichting)
5. (+)-toets
6. Set-toets (insteltoets)
7. (-)-toets
8. Wave-toets (radiogolf)
9. Re-sync-toets (opnieuw synchroniseren)
10. DST/Time Zone-toets (DST/tijdzone)
11. ºC/ºF-toets
12. Reset-toets
Externe sensor:
13. Reset-toets
Voor u begint
1.0 Instelprocedure:
1. Plaats eerst de batterijen in de hoofdunit en druk daarna één keer op de RESET-
toets.
2. Plaats de hoofdunit zo dicht mogelijk naast de externe sensor en plaats de
batterijen in de externe sensor. Druk daarna op de RESET-toets.
3. Plaats de hoofdunit en de externe sensor binnen het effectieve zendbereik dat
onder normale omstandigheden 20 tot 45 meter bedraagt. Het bereik is afhankelijk
van de gebruikte bouwmaterialen en de plaats waar de hoofdunit en de externe
sensor opgehangen worden. Probeer verschillende locaties uit en kijk wat het beste
resultaat geeft. (Zie hoofdstuk 3.1).
Opmerking: Hang de externe sensor in de schaduw voor nauwkeurige meetresultaten.
1.1 Beginnen
Op het moment dat de externe sensor ingeschakeld wordt (of wanneer er op de
RESET-toets wordt gedrukt) zendt de sensor een signaal naar de hoofdunit. De
hoofdunit probeert 5 minuten om het signaal te vinden.
Als het signaal opgevangen wordt, veranderen de streepjes (--.-°F) op de hoofdunit in
de buitentemperatuur van dat moment. Druk op de RE-SYNC-toets op de hoofdunit
als de buitentemperatuur na 5 minuten niet op het scherm verschijnt. De hoofdunit
probeert nu gedurende 6 minuten het signaal te vinden.
&,
2.0 Problemen oplossen
Druk op de RESET-toets (--.- °F) telkens wanneer er streepjes op het scherm
verschijnen en/of om ervoor te zorgen dat de externe sensor op een lijn ligt met de
hoofdunit.
Als de buitentemperatuur niet ontvangen kan worden, controleer dan:
1. De afstand tussen de hoofdunit of de externe sensor en interferentiebronnen zoals
computerschermen en televisietoestellen moet minstens 0,9 tot 1,2 meter
bedragen.
2. Plaats de hoofdunit niet in de onmiddellijke nabijheid van metalen raamkozijnen.
3. Het gebruik van andere elektrische apparatuur zoals koptelefoons en luidsprekers
op dezelfde signaalfrequentie (433 MHz) kan de correcte verzending en ontvangst
van signalen verstoren.
4. Buren die elektrische apparatuur gebruiken die werkt op een signaalfrequentie van
433 MHz kunnen ookinterferentie veroorzaken.
5. Signalen van andere huishoudelijke apparaten zoals deurbellen en
huisbeveiligingssystemen, kunnen tijdelijk interfereren met de units en de
ontvangst verstoren.
De verzending en ontvangst van temperatuurmetingen wordt hervat wanneer
de interferentie verdwenen is.
Het maximale zendbereik is 45 meter van de externe sensor tot de hoofdunit (in open
veld). Maar afhankelijk van het soort omgeving en het interferentieniveau kan het
bereik kleiner zijn. Het temperatuursignaal wordt in een rechte lijn van de externe
sensor naar de hoofdunit gezonden. Het signaal gaat niet met een bocht rond een
voorwerp. Als er geen ontvangst mogelijk is, terwijl er rekening gehouden wordt met
deze factoren, zullen alle units gereset moeten worden.
Opmerking: voor het resetten van de units zie Instelprocedure (zie hoofdstuk 1.0).
3.0 Radiogestuurde klok
De radiogestuurde klok is de nauwkeurigste klok op het vasteland. Dit toestel
ontvangt het tijdsignaal dat door de Physikalisch-Technische Bundesanstalt (PTB) van
Duitsland wordt verzonden en dat door 4 atoomklokken wordt geregeld en gemiddeld
minder dan 1 seconde in 2 miljoen jaar afwijkt.
PTB verzendt het tijdsignaal (DCF77, 77,5 kHz) continu vanuit Mainflingen, 25 km
ten zuidoosten van Frankfurt (am Main). Het signaal van de zender kan normaliter
binnen een straal van 2.000 km ontvangen worden. Maar bepaalde omgevingsfactoren
kunnen de zendafstand beïnvloeden.
Kijk voor meer informatie op www.ptb.de
&-
3.1 Omgevingsfactoren die de ontvangst beïnvloeden
Bij alle draadloze toestellen kan de ontvangst beïnvloed maar niet beperkt worden
door de volgende factoren. Vermijd daarom de volgende situaties:
• lange zendafstand
• bergen en valleien in de buurt
• tussen grote gebouwen
• spoorweg, hoogspanningsleidingen, enz. in de buurt
• snelweg, vliegveld, enz. in de buurt
• bouwterrein in de buurt
• in betonnen gebouwen
• elektrische apparatuur in de buurt
• slecht weer
• in rijdende voertuigen
• metalen constructies in de buurt
3.2 Signaalontvangst radiogolven
Zolang de batterijen de hoofdunit voorzien van stroom zal de hoofdunit het tijdsignaal
ontvangen en de tijd automatisch aanpassen. De juiste tijd hoeft niet handmatig
ingesteld te worden na het inschakelen. Nauwkeurige aanpassing van de tijd op basis
van het tijdsignaal wordt op het Europese vasteland ondersteund.
De hoofdunit ontvangt het tijdsignaal elke dag automatisch om 1.00 u ʻs nachts en
voert elke benodigde wijziging in de tijdsinstelling uit. Dit wordt weergegeven door het
knipperende pictogram van de radiogestuurde klok.
Als het tijdsignaal met succes ontvangen is, wordt het pictogram weergegeven en
knippert het pictogram voor de radiogestuurde klok niet meer.
Belangrijk: Druk op geen enkele toets terwijl de signaalontvangst van de radiogolven
bezig is.
3.3 Signaalontvangst manueel activeren
U kunt de signaalontvangst op elk gewenst moment activeren door op de WAVE-
toets te drukken.
3.4 Geen signaalontvangst radiogolven
Als de automatische updates niet succesvol zijn, verdwijnt de golf boven op de
antennetoren (pictogram radiogestuurde klok) en het pictogram verdwijnt.
De hoofdunit probeert het signaal elk uur gedurende 10 minuten te ontvangen tot dit
lukt.
4.0 Datum en tijd handmatig instellen
1. Houd de SET-toets ingedrukt om de instelmodus van de datum te activeren.
2. Druk de + of – toets in tot u bij het juiste jaar komt.
3. Druk op de SET-toets om te bevestigen.
4. Volg stappen 2 en 3 om datum, tijd en de 12- of 24-uurweergave in te stellen.
5.0 Tijdzone instellen
1. Als u zich in de GMT+2-tijdzone bevindt, drukt u op de TIME ZONE-toets tot DCF+1
wordt weergegeven.
2. Als u zich in de GMT-tijdzone bevindt, drukt u op de TIME ZONE-toets tot DCF-1
wordt weergegeven.
3. Als u zich in de GMT+1-tijdzone bevindt, drukt u op de TIME ZONE-toets tot DCF+1
of DCF-1 wordt weergegeven.

&.
6.0 Alarmtijd instellen
1. Druk eenmaal op de ALARM-toets, het pictogram verschijnt en de tijdweergave
verandert in streepjes (-:--).
2. Houd de ALARM-toets ingedrukt tot de streepjes veranderen in de eerder
ingestelde alarmtijd (standaard 6.00 u ʻs ochtends na het inschakelen), druk op de
+ of - toets om de alarmtijd in te stellen.
3. Druk nogmaals op de ALARM-toets om de alarmtijd te bevestigen.
4. Om het tweede alarm in te stellen drukt u tweemaal op de ALARM-toets en herhaalt
u stap 2 en 3.
6.1 Sluimeralarm activeren
1. Druk eenmaal op de ALARM-toets, verschijnt. Druk op de + of - toetsen om
te wisselen tussen de alarmtijd en de streepjes (-:--). Als de alarmtijd wordt
weergegeven, is het sluimeralarm geactiveerd, als “-:--“ wordt weergegeven staat
het sluimeralarm uit.
2. Druk nogmaals op de ALARM-toets om het tweede alarm te activeren.
3. Druk op de ALARM-toets om te bevestigen en het menu te verlaten.
7.0 Achtergrondverlichting
1. Druk eenmaal op de SNOOZE/LIGHT-toets om de achtergrondverlichting in te
schakelen.
8.0 Maximum- en minimumtemperatuur
1. Druk de MAX/MIN-toets eenmaal in voor de opgenomen binnentemperatuur en
nogmaals voor de opgenomen max/min-buitentemperatuur.
2. Om het geheugen te wissen, drukt u op de CLEAR-toets terwijl de max/min-
temperatuur wordt weergegeven. Het record van de weergegeven temperatuur
wordt gewist.
9.0 ºC/ºF schakelbaar
De standaardeenheid voor temperatuur is °F, druk op de C/F-toets om te wisselen
tussen °C en °F.
10.0 Signaaldetectie
De signaalindicator op de hoofdunit zal het volgende weergeven in het venster van de
buitentemperatuur:
11.0 Verzorging van de thermometer
• Stel de thermometer niet bloot aan extreme temperaturen, water of harde
schokken.
• Vermijd contact met bijtende materialen zoals alcohol, schoonmaakmiddelen of
parfum.
• Stel de thermometer niet bloot aan extreme krachten, schokken, temperaturen,
overmatig stof of
vocht. Deze omstandigheden verkorten de levensduur van de thermometer.
• Knoei niet met de componenten binnen in de thermometer.
Hierdoor vervalt de garantie en kan schade ontstaan.
Geen signaal waargenomen
Signaal waargenomen
Succesvolle ontvangst
'%
12.0 Technische specificaties
iiÌLiÀiÊÌi«iÀ>ÌÕÕÀ
v`ÕÌ ÓäʨÊÌÌÊÇäʨÊiÌÊä]£Ê¨ÊÀiÃÕÌiÊ
{ʨÊÌÌÊ£xnʨÊiÌÊä]ÓʨÊÀiÃÕÌi
ÝÌiÀiÊÃiÃÀ xäʨÊÌÌÊÇäʨÊiÌÊä]£Ê¨ÊÀiÃÕÌiÊ
xnʨÊÌÌÊ£xnʨÊiÌÊä]ÓʨÊÀiÃÕÌi
ÌÀiÌiÀÛ>ÊÌi«iÀ>ÌÕÕÀ
v`ÕÌ iÊÎÓÊÃiV`i
ÝÌiÀiÊÃiÃÀ iÊ£ÈÊÃiV`i
6i`}ÃLÀÊ
>iÊL>ÌÌiÀiÊ>>LiÛi®
v`ÕÌ ÓÊÝÊÊL>ÌÌiÀi]Ê£]xÊ6ÊL>ÌÌiÀi
ÝÌiÀiÊÃiÃÀ ÓÊÝÊÊL>ÌÌiÀi]Ê£]xÊ6ÊL>ÌÌiÀi
iÛiÃ`ÕÕÀÊL>ÌÌiÀi "}iÛiiÀÊ£ÓÊ>>`i
13.0 Externe sensor
Plaats de externe sensor niet in direct zonlicht of in de buurt van het afvoerkanaal
van de airconditioning of de cv om onjuiste temperatuurmetingen te voorkomen. De
externe sensor is spatwaterdicht. Dompel de sensor niet onder in water en stel hem
niet bloot aan hevige regenval.
Hoofdunit
De hoofdunit kan opgehangen worden aan een muur of weggezet worden op een
vlakke ondergrond.
'&
14.0 Afvoeren van het toestel (milieu)
Na afloop van de levenscyclus van het product mag u het niet met het
normale huishoudelijke afval weggooien, maar moet u het naar een
inzamelpunt brengen voor recycling van elektrische en elektronische
apparatuur. Dit wordt aangeduid door het symbool op het product, in
de handleiding en/of op de verpakking.
Sommige materialen waaruit het product is vervaardigd kunnen worden hergebruikt
als u ze naar een inzamelpunt brengt. Door onderdelen of grondstoffen van gebruikte
producten te hergebruiken, levert u een belangrijke bijdrage aan de bescherming
van het milieu. Wend u tot de plaatselijke overheid voor meer informatie over de
inzamelpunten bij u in de buurt.
Verwijder de batterijen voordat u het toestel naar een inzamelpunt brengt.
Voer de batterijen op een milieuvriendelijke manier af volgens de regels die gelden in
uw land.
15.0 Garantie
Garantietermijn
De Topcom-toestellen hebben een garantietermijn van 24 maanden. De
garantietermijn gaat in op de dag waarop het nieuwe toestel wordt aangeschaft.
Verbruiksartikelen en defecten die een verwaarloosbaar effect hebben op de werking
of waarde van het toestel worden niet gedekt door de garantie.
De garantie moet worden bewezen door het kunnen voorleggen van de originele
aankoopbon waarop de aankoopdatum en het toestelmodel staan aangegeven.
Afwikkeling van garantieclaims
Een defect toestel moet worden geretourneerd aan het onderhoudscentrum van
Topcom, samen met een geldige aankoopbon.
Als het toestel defect raakt tijdens de garantietermijn, zal Topcom of een van haar
officieel aangewezen servicecentra defecten ingevolge materiaal- of fabricagefouten
kosteloos repareren.
Topcom zal naar eigen inzicht voldoen aan haar garantieverplichtingen door defecte
toestellen, of onderdelen ervan, te repareren dan wel te vervangen. In het geval van
vervanging kunnen de kleur en het model verschillend zijn van het oorspronkelijk
aangeschafte toestel.
De oorspronkelijke aankoopdatum bepaalt wanneer de garantietermijn ingaat. De
garantietermijn wordt niet verlengd als het toestel wordt vervangen of gerepareerd
door Topcom of een van haar aangewezen servicecentra.
Garantiebeperkingen
Schade of defecten als gevolg van een onjuiste behandeling of onjuist gebruik en
schade als gevolg van het gebruik van niet-originele onderdelen of accessoires die niet
worden aanbevolen door Topcom, vallen buiten de garantie.
De garantie dekt geen schade te wijten aan externe factoren, zoals bliksem, water en
brand, noch enige tijdens transport veroorzaakte schade.
Er kan geen aanspraak worden gemaakt op garantie als het serienummer op de
toestellen is veranderd, verwijderd of onleesbaar gemaakt.

Documenttranscriptie

'+)C: Indoor/Outdoor Wireless Thermometer With RCC Clock Thermomètre sans fil intérieur/extérieur avec horloge radio pilotée Draadloze binnen-/buitenthermometer met radiogestuurde klok Drahtloses Innen- / Außenthermometer mit Funkuhr Termómetro inalámbrico de interior / exterior con reloj controlado por radio Innendørs/utendørs termometer med radiostyrt klokke Trådlös inomhus-/utomhustermometer med RCC-klocka Indendørs/udendørs trådløst termometer med RCC-ur Bezprzewodowy termometr zewnętrzny/wewnętrzny z zegarkiem RCC ǯȍȒȖȜȠȓȞȚȜȚȓȠȞȒșȭȖȕȚȓȞȓțȖȗȏȝȜȚȓȧȓțȖȖȏțȓȝȜȚȓȧȓțȖȭȟȞȍȒȖȜȡȝȞȍȏșȭȓȚȩȚȖȥȍȟȍȚȖ UK FR NL DE ES NO SW DK PL RU 3 9 16 22 28 34 40 46 52 58 - 8 15 21 27 33 39 45 51 57 63 & Draadloze binnen-/buitenthermometer met radiogestuurde klok Gebruiksaanwijzing Hoofdunit: A. Tijd B. Datum C. Pictogram batterij D. Binnentemperatuur E. Pictogram signaaldetectie F. Buitentemperatuur G. Pictogram radiogestuurde klok H. Alarm-pictogram I. Wave OK-pictogram (radiogolf ok) 1. Max./min.-toets 2. Alarm-toets 3. Clear-toets (wistoets) 4. Snooze/Light-toets (sluimeralarm/achtergrondverlichting) 5. (+)-toets 6. Set-toets (insteltoets) 7. (-)-toets 8. Wave-toets (radiogolf) 9. Re-sync-toets (opnieuw synchroniseren) 10.DST/Time Zone-toets (DST/tijdzone) 11.ºC/ºF-toets 12.Reset-toets Externe sensor: 13. Reset-toets Voor u begint 1.0 Instelprocedure: 1. Plaats eerst de batterijen in de hoofdunit en druk daarna één keer op de RESETtoets. 2. Plaats de hoofdunit zo dicht mogelijk naast de externe sensor en plaats de batterijen in de externe sensor. Druk daarna op de RESET-toets. 3. Plaats de hoofdunit en de externe sensor binnen het effectieve zendbereik dat onder normale omstandigheden 20 tot 45 meter bedraagt. Het bereik is afhankelijk van de gebruikte bouwmaterialen en de plaats waar de hoofdunit en de externe sensor opgehangen worden. Probeer verschillende locaties uit en kijk wat het beste resultaat geeft. (Zie hoofdstuk 3.1). Opmerking: Hang de externe sensor in de schaduw voor nauwkeurige meetresultaten. 1.1 Beginnen Op het moment dat de externe sensor ingeschakeld wordt (of wanneer er op de RESET-toets wordt gedrukt) zendt de sensor een signaal naar de hoofdunit. De hoofdunit probeert 5 minuten om het signaal te vinden. Als het signaal opgevangen wordt, veranderen de streepjes (--.-°F) op de hoofdunit in de buitentemperatuur van dat moment. Druk op de RE-SYNC-toets op de hoofdunit als de buitentemperatuur na 5 minuten niet op het scherm verschijnt. De hoofdunit probeert nu gedurende 6 minuten het signaal te vinden. 2.0 Problemen oplossen Druk op de RESET-toets (--.- °F) telkens wanneer er streepjes op het scherm verschijnen en/of om ervoor te zorgen dat de externe sensor op een lijn ligt met de hoofdunit. Als de buitentemperatuur niet ontvangen kan worden, controleer dan: 1. De afstand tussen de hoofdunit of de externe sensor en interferentiebronnen zoals computerschermen en televisietoestellen moet minstens 0,9 tot 1,2 meter bedragen. 2. Plaats de hoofdunit niet in de onmiddellijke nabijheid van metalen raamkozijnen. 3. Het gebruik van andere elektrische apparatuur zoals koptelefoons en luidsprekers op dezelfde signaalfrequentie (433 MHz) kan de correcte verzending en ontvangst van signalen verstoren. 4. Buren die elektrische apparatuur gebruiken die werkt op een signaalfrequentie van 433 MHz kunnen ookinterferentie veroorzaken. 5. Signalen van andere huishoudelijke apparaten zoals deurbellen en huisbeveiligingssystemen, kunnen tijdelijk interfereren met de units en de ontvangst verstoren. De verzending en ontvangst van temperatuurmetingen wordt hervat wanneer de interferentie verdwenen is. Het maximale zendbereik is 45 meter van de externe sensor tot de hoofdunit (in open veld). Maar afhankelijk van het soort omgeving en het interferentieniveau kan het bereik kleiner zijn. Het temperatuursignaal wordt in een rechte lijn van de externe sensor naar de hoofdunit gezonden. Het signaal gaat niet met een bocht rond een voorwerp. Als er geen ontvangst mogelijk is, terwijl er rekening gehouden wordt met deze factoren, zullen alle units gereset moeten worden. Opmerking: voor het resetten van de units zie Instelprocedure (zie hoofdstuk 1.0). 3.0 Radiogestuurde klok De radiogestuurde klok is de nauwkeurigste klok op het vasteland. Dit toestel ontvangt het tijdsignaal dat door de Physikalisch-Technische Bundesanstalt (PTB) van Duitsland wordt verzonden en dat door 4 atoomklokken wordt geregeld en gemiddeld minder dan 1 seconde in 2 miljoen jaar afwijkt. PTB verzendt het tijdsignaal (DCF77, 77,5 kHz) continu vanuit Mainflingen, 25 km ten zuidoosten van Frankfurt (am Main). Het signaal van de zender kan normaliter binnen een straal van 2.000 km ontvangen worden. Maar bepaalde omgevingsfactoren kunnen de zendafstand beïnvloeden. Kijk voor meer informatie op www.ptb.de &, 3.1 Omgevingsfactoren die de ontvangst beïnvloeden Bij alle draadloze toestellen kan de ontvangst beïnvloed maar niet beperkt worden door de volgende factoren. Vermijd daarom de volgende situaties: • lange zendafstand • bergen en valleien in de buurt • tussen grote gebouwen • spoorweg, hoogspanningsleidingen, enz. in de buurt • snelweg, vliegveld, enz. in de buurt • bouwterrein in de buurt • in betonnen gebouwen • elektrische apparatuur in de buurt • slecht weer • in rijdende voertuigen • metalen constructies in de buurt 3.2 Signaalontvangst radiogolven Zolang de batterijen de hoofdunit voorzien van stroom zal de hoofdunit het tijdsignaal ontvangen en de tijd automatisch aanpassen. De juiste tijd hoeft niet handmatig ingesteld te worden na het inschakelen. Nauwkeurige aanpassing van de tijd op basis van het tijdsignaal wordt op het Europese vasteland ondersteund. De hoofdunit ontvangt het tijdsignaal elke dag automatisch om 1.00 u ʻs nachts en voert elke benodigde wijziging in de tijdsinstelling uit. Dit wordt weergegeven door het knipperende pictogram van de radiogestuurde klok. Als het tijdsignaal met succes ontvangen is, wordt het pictogram weergegeven en knippert het pictogram voor de radiogestuurde klok niet meer. Belangrijk: Druk op geen enkele toets terwijl de signaalontvangst van de radiogolven bezig is. 3.3 Signaalontvangst manueel activeren U kunt de signaalontvangst op elk gewenst moment activeren door op de WAVEtoets te drukken. 3.4 Geen signaalontvangst radiogolven Als de automatische updates niet succesvol zijn, verdwijnt de golf boven op de antennetoren (pictogram radiogestuurde klok) en het pictogram  verdwijnt. De hoofdunit probeert het signaal elk uur gedurende 10 minuten te ontvangen tot dit lukt. 4.0 Datum en tijd handmatig instellen 1. Houd de SET-toets ingedrukt om de instelmodus van de datum te activeren. 2. Druk de + of – toets in tot u bij het juiste jaar komt. 3. Druk op de SET-toets om te bevestigen. 4. Volg stappen 2 en 3 om datum, tijd en de 12- of 24-uurweergave in te stellen. 5.0 Tijdzone instellen 1. Als u zich in de GMT+2-tijdzone bevindt, drukt u op de TIME ZONE-toets tot DCF+1 wordt weergegeven. 2. Als u zich in de GMT-tijdzone bevindt, drukt u op de TIME ZONE-toets tot DCF-1 wordt weergegeven. 3. Als u zich in de GMT+1-tijdzone bevindt, drukt u op de TIME ZONE-toets tot DCF+1 of DCF-1 wordt weergegeven. &- 6.0 Alarmtijd instellen 1. Druk eenmaal op de ALARM-toets, het pictogram verschijnt en de tijdweergave verandert in streepjes (-:--). 2. Houd de ALARM-toets ingedrukt tot de streepjes veranderen in de eerder ingestelde alarmtijd (standaard 6.00 u ʻs ochtends na het inschakelen), druk op de + of - toets om de alarmtijd in te stellen. 3. Druk nogmaals op de ALARM-toets om de alarmtijd te bevestigen. 4. Om het tweede alarm in te stellen drukt u tweemaal op de ALARM-toets en herhaalt u stap 2 en 3. 6.1 Sluimeralarm activeren 1. Druk eenmaal op de ALARM-toets, verschijnt. Druk op de + of - toetsen om te wisselen tussen de alarmtijd en de streepjes (-:--). Als de alarmtijd wordt weergegeven, is het sluimeralarm geactiveerd, als “-:--“ wordt weergegeven staat het sluimeralarm uit. 2. Druk nogmaals op de ALARM-toets om het tweede alarm te activeren. 3. Druk op de ALARM-toets om te bevestigen en het menu te verlaten. 7.0 Achtergrondverlichting 1. Druk eenmaal op de SNOOZE/LIGHT-toets om de achtergrondverlichting in te schakelen. 8.0 Maximum- en minimumtemperatuur 1. Druk de MAX/MIN-toets eenmaal in voor de opgenomen binnentemperatuur en nogmaals voor de opgenomen max/min-buitentemperatuur. 2. Om het geheugen te wissen, drukt u op de CLEAR-toets terwijl de max/mintemperatuur wordt weergegeven. Het record van de weergegeven temperatuur wordt gewist. 9.0 ºC/ºF schakelbaar De standaardeenheid voor temperatuur is °F, druk op de C/F-toets om te wisselen tussen °C en °F. 10.0 Signaaldetectie De signaalindicator op de hoofdunit zal het volgende weergeven in het venster van de buitentemperatuur: Geen signaal waargenomen Signaal waargenomen Succesvolle ontvangst 11.0 Verzorging van de thermometer • Stel de thermometer niet bloot aan extreme temperaturen, water of harde schokken. • Vermijd contact met bijtende materialen zoals alcohol, schoonmaakmiddelen of parfum. • Stel de thermometer niet bloot aan extreme krachten, schokken, temperaturen, overmatig stof of vocht. Deze omstandigheden verkorten de levensduur van de thermometer. • Knoei niet met de componenten binnen in de thermometer. Hierdoor vervalt de garantie en kan schade ontstaan. &. 12.0 Technische specificaties iiÌLiÀiˆŽÊÌi“«iÀ>ÌÕÕÀ œœv`՘ˆÌ ÝÌiÀ˜iÊÃi˜ÃœÀ ‡Óäʨ Ê̜ÌÊÇäʨ ʓiÌÊä]£Ê¨ ÊÀi܏ṎiÊ ‡{ʨÊ̜ÌÊ£xnʨʓiÌÊä]ÓʨÊÀi܏Ṏi ‡xäʨ Ê̜ÌÊÇäʨ ʓiÌÊä]£Ê¨ ÊÀi܏ṎiÊ ‡xnʨÊ̜ÌÊ£xnʨʓiÌÊä]ÓʨÊÀi܏Ṏi œ˜ÌÀœi‡ˆ˜ÌiÀÛ>ÊÌi“«iÀ>ÌÕÕÀ œœv`՘ˆÌ ÝÌiÀ˜iÊÃi˜ÃœÀ ŽiÊÎÓÊÃiVœ˜`i˜ ŽiÊ£ÈÊÃiVœ˜`i˜ 6œi`ˆ˜}ÃLÀœ˜Ê ­Ž>ˆ˜iÊL>ÌÌiÀˆi˜Ê>>˜Liۜi˜® œœv`՘ˆÌ ÝÌiÀ˜iÊÃi˜ÃœÀ iÛi˜Ã`ÕÕÀÊL>ÌÌiÀˆi˜ ÓÊÝÊÊL>ÌÌiÀˆi˜]Ê£]xÊ6ÊL>ÌÌiÀˆi˜ ÓÊÝÊÊL>ÌÌiÀˆi˜]Ê£]xÊ6ÊL>ÌÌiÀˆi˜ "˜}iÛiiÀÊ£Óʓ>>˜`i˜ 13.0 Externe sensor Plaats de externe sensor niet in direct zonlicht of in de buurt van het afvoerkanaal van de airconditioning of de cv om onjuiste temperatuurmetingen te voorkomen. De externe sensor is spatwaterdicht. Dompel de sensor niet onder in water en stel hem niet bloot aan hevige regenval. Hoofdunit De hoofdunit kan opgehangen worden aan een muur of weggezet worden op een vlakke ondergrond. '% 14.0 Afvoeren van het toestel (milieu) Na afloop van de levenscyclus van het product mag u het niet met het normale huishoudelijke afval weggooien, maar moet u het naar een inzamelpunt brengen voor recycling van elektrische en elektronische apparatuur. Dit wordt aangeduid door het symbool op het product, in de handleiding en/of op de verpakking. Sommige materialen waaruit het product is vervaardigd kunnen worden hergebruikt als u ze naar een inzamelpunt brengt. Door onderdelen of grondstoffen van gebruikte producten te hergebruiken, levert u een belangrijke bijdrage aan de bescherming van het milieu. Wend u tot de plaatselijke overheid voor meer informatie over de inzamelpunten bij u in de buurt. Verwijder de batterijen voordat u het toestel naar een inzamelpunt brengt. Voer de batterijen op een milieuvriendelijke manier af volgens de regels die gelden in uw land. 15.0 Garantie Garantietermijn De Topcom-toestellen hebben een garantietermijn van 24 maanden. De garantietermijn gaat in op de dag waarop het nieuwe toestel wordt aangeschaft. Verbruiksartikelen en defecten die een verwaarloosbaar effect hebben op de werking of waarde van het toestel worden niet gedekt door de garantie. De garantie moet worden bewezen door het kunnen voorleggen van de originele aankoopbon waarop de aankoopdatum en het toestelmodel staan aangegeven. Afwikkeling van garantieclaims Een defect toestel moet worden geretourneerd aan het onderhoudscentrum van Topcom, samen met een geldige aankoopbon. Als het toestel defect raakt tijdens de garantietermijn, zal Topcom of een van haar officieel aangewezen servicecentra defecten ingevolge materiaal- of fabricagefouten kosteloos repareren. Topcom zal naar eigen inzicht voldoen aan haar garantieverplichtingen door defecte toestellen, of onderdelen ervan, te repareren dan wel te vervangen. In het geval van vervanging kunnen de kleur en het model verschillend zijn van het oorspronkelijk aangeschafte toestel. De oorspronkelijke aankoopdatum bepaalt wanneer de garantietermijn ingaat. De garantietermijn wordt niet verlengd als het toestel wordt vervangen of gerepareerd door Topcom of een van haar aangewezen servicecentra. Garantiebeperkingen Schade of defecten als gevolg van een onjuiste behandeling of onjuist gebruik en schade als gevolg van het gebruik van niet-originele onderdelen of accessoires die niet worden aanbevolen door Topcom, vallen buiten de garantie. De garantie dekt geen schade te wijten aan externe factoren, zoals bliksem, water en brand, noch enige tijdens transport veroorzaakte schade. Er kan geen aanspraak worden gemaakt op garantie als het serienummer op de toestellen is veranderd, verwijderd of onleesbaar gemaakt. '&
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64

National Geographic 264NE Handleiding

Categorie
Wandklokken
Type
Handleiding