2
4 ONDERHOUD
Benaming van onderdelen
De illustraties in paragraaf 5 tonen de
onderdelen van de kogelkranen van de serie 200.
4.1 Vervangen van onderdelen van de
kogelkraan
Als verdere afstelling van de gland niet mogelijk
is en er nog steeds lekkage via de as is of het
vermoeden van lekkage via de zitting bestaat,
dient de kogelkraan uit de leiding te worden
verwijderd om nieuwe zittingen/pakkingen te
monteren.
Nadat u de kogelkraan heeft verwijderd,
kunnen op een werkbank de zittingen/
pakkingen aan de hand van onderstaande
procedure worden vervangen.
1. Verwijder de inschroefbus (met behulp van
een passend gereedschap voor verwijdering
van inschroefbussen), compleet met
buszitting, pakking van de buszitting,
bekrachtiger en Wavo veer.
2. Verwijder de kogel.
3. Verwijder de ring van de zitting van het huis
en de pakking van de zitting van het huis.
4. Verwijder de zitting van de bus uit de bus.
5.
Verwijder de grafietpakking,
bekrachtigingsring
en Wavo veer zo nodig van de bus.
6.
Verwijder de bediening (hendel, tandwielkast,
aandrijving) in overeenstemming met de
instructies uit paragraaf 4.2.
7. Verwijder het borgplaatje.
8.
Verwijder de glandschroeven en de gland zelf.
9. Verwijder de o-ring van de gland.
10. Verwijder de borgschroeven en borgringen.
11. Verwijder de schroeven van het deksel, het
deksel en de as.
12. Verwijder de fire safe afdichting van grafiet,
de dekselpakking en de afdichting van het
deksel.
13. Verwijder de ring van het verzamelvat, de
primaire aspakking, de pakking van de
pakkingbus en de bus van de pakkingbus
van de kogelkraan.
Om te monteren gaat u op dezelfde manier
te werk als bij het verwijderen, maar in
omgekeerde volgorde.
Alvorens de kogelkraan terug te plaatsen,
dient u zich ervan te verzekeren dat alle
afdichtvlakken en metalen oppervlakken
in de zittingen en boringen van de
asafdichtingen vrij van schade/corrosie zijn.
Kleine onvolkomenheden kunnen worden
gepolijst met schuurlinnen. Als er grotere
defecten worden aangetroffen, dient u
contact op te nemen met de serviceafdeling
van KTM Hindle voor mogelijke reparatie of
vervanging van onderdelen.
4.2 Verwijderen en terugplaatsen van het
bedieningselement
Verwijderen van hendel/’T’-stang
1. Verwijder de moer/schroef en de
onderlegring van de hendel.
2. Verwijder de hendel/’T’-stang.
Verwijderen van de tandwielkast/aandrijving
1.
Verwijderen van de schroeven van de bracket.
2. Verwijderen van de bracket en de
tandwielkast/aandrijving.
3. Verwijderen van de adapter.
Om te monteren gaat u op dezelfde manier
te werk als bij het verwijderen, maar in
omgekeerde volgorde.
KTM HINDLE SERIE 200 ULTRA-SEAL METAAL AFDICHTENDE EENDELIGE KOGELKRANEN
HANDLEIDING VOOR INSTALLATIE EN ONDERHOUD
WAARSCHUWING
Alvorens te beginnen met onderhoud, dient u
zich er altijd van te verzekeren dat het systeem
volledig drukloos gemaakt is en dat, indien
nodig, gevaarlijke vloeistoffen zijn afgetapt.
Dekogelkraan die verwijderd wordt, moet
tenminste eenmaal bediend worden en in
halfopen stand staan alvorens hem te verwijderen.
Alvorens de kogelkranen te demonteren, dient
u zich ervan te verzekeren dat de kogelkraan op
dejuiste wijze is ontdaan van schadelijke gassen
of vloeistoffen en dat hij een temperatuur heeft
die veilig werken mogelijk maakt.
Personeel dat afstellingen op het
veiligheidstoestel verricht, dient het gereedschap
en de kleding te gebruiken die normaal gebruikt
worden om te werken met het proces waar het
veiligheidstoestel geïnstalleerd is.
Er mag uitsluitend op de kranen, handbedieningen
en aandrijvingen worden gewerkt door door
personeel dat getraind is in alle aspecten van
manuele en geautomatiseerde bedieningen.
4.3 Instelling van eindstops op tandwielkast
en aangedreven handbedieningen
(Zie Afb.3 Paragraaf 5 voor een schema van de
posities van de eindstoppen)
Met kogelkraan uit de leiding
1. Type en uitvoering van de aandrijving,
dubbel- of enkelwerkend.
2. Positie van aandrijving ten opzichte van
kogelkraan en leiding.
3. Fail-safe stand van de kogelkraan, open of
gesloten.
Montage
1. Sluit de kogelkraan volledig
2. Verwijder het plastic deksel van de
standaanwijzer van de bovenkant van de
tandwielkast
3.
Draai de instelschroef voor de dichtstand los.
4. Lijn de punten van de aandrijving zodanig uit
dat ze parallel zijn aan de kogelkraanboring
zoals getoond op Afb.3 (Paragraaf 5).
5.
Haal de instelschroef voor de dichtstand aanen
laat hierbij speling tussen de adapter
en deas.
6. Houd de instelschroef voor de dichtstand op
zijn plaats met een inbussleutel en haal de
borgmoer aan.
7. Open de kogelkraan volledig.
8. Controleer op het oog of de kogelboring is
uitgelijnd met de boring van de kogelkraan.
Als de positie niet correct is, dient u de rest
van de procedure uit te voeren.
9.
Draai de instelschroef voor de openstand los.
10. Stel de positie van de kogel af met het
handwiel tot de poort van de kogelkraan
goed is uitgelijnd.
11. Draai de instelschroef voor de openstand
vast en blokkeer met de borgmoer.
Met kogelkraan in leiding
Volg de stappen 1-6 als hierboven voor open en
gesloten standen.
Richting van de tandwielkast
1. De ingaande as van de tandwielkast is
standaard negentig graden gedraaid ten
opzichte van de hartlijn, met het verloopgat
tegenover de verbindingszijde van het
kogelkraanhuis.
2. Om de ingaande as te richten kan deze,
indien nodig, 180° worden gedraaid.
Hiervoor dient u de schroeven van de
tandwielkast te verwijderen, de tandwielkast
180° te draaien en de schroeven van de
tandwielkast weer terug te plaatsen.
OPMERKING
Zie voor de instelling van de eindstops op
aandrijvingen de aparte instructies.
4.4 Montage van de aandrijving
Alvorens tot montage over te gaan, de volgende
punten controleren
1. Type en uitvoering van de aandrijving,
dubbel- of enkelwerkend.
2. Positie van aandrijving ten opzichte van
kogelkraan en leiding.
3. Fail-safe stand van de kogelkraan, open of
gesloten.