ACV Delta performance ventouse FV (2004), Delta Performance ventouse FV de handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de ACV Delta performance ventouse FV (2004) de handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
25
NL
HANDLEIDING VOOR DE INSTALLATIE,
HET GEBRUIK EN HET ONDERHOUD
FV 35
met stookoliebrander
ACV BMV(K)1
FV 50
met stookoliebrander
ACV BMV(K)2
performance
met muur- of
dakdoorvoer
26
NL
INLEIDING 26
Geaddresseerden 26
Symbolen 26
Toepasselijke normen 26
Waarschuwingen 14
BESCHRIJVING 27
Algemene beschrijiving 27
Werkingsprincipe 27
Constructiekenmerken 27
Legende van de ketel 27
TECHNISCHE KENMERKEN 28
Algemeenheden 28
Extreme gebruiksvoorwaarden 28
Afmetingen 28
Sanitair warm waterprestaties 29
Algemen kenmerken 29
INSTALLATIE 30
Stookruimt 30
Schouwaannsluitingen 30
CV-aansluiting 31
Sanitair aansluiting 31
Regulatiekits 31
elektrische aansluiting 32
Toevoer stookolie 32
BRANDERKENMERKEN 33
ACV-stookoliebranders BMV1 en BMV2 33
Fabrieksinstelling van de ACV-branders BMV1 en BMV2 33
Legende van de ACV-branders BMV1 en BMV2 33
INDIENSTSTEILING 34
Vulling van de sanitair kring en de CV kring 34
Indieststelling van de ACV-branders BMV1 en BMV2 34
ONDERHOUD 34
Aanbeveling 34
Onderhoud van de ketel 34
Onderhoud van de veiligheidselementen 34
Onderhoud van de brander 34
Leegloop van de ketel 34
GEBUIKERSGIDS 35
Gebruik van de ketel 35
Beveiling van de ACV-branders BMV1 en BMV2 36
GEADRESSEERDEN
Deze brochure richt zich tot:
- de zaakgelastigde van het lastenboek
- de installateur
- de gebruiker
- de techniekers belast met het onderhoud
SYMBOLEN
In deze brochure vindt u de volgende symbolen terug:
Essentiële instructie voor een correcte werking
van de installatie.
Essentiële instructie voor de veiligheid van de
personen en het leefmilieu.
Gevaar van elektrocutie.
Verbrandingsgevaar
TOEPASSELIJKE NORMEN
De toestellen werden “CE” gekeurd overeenkomstig de geldende
normen in de verschillende landen (Europese Richtlijnen
92/42/EEG “rendement”). Deze toestellen hebben eveneens het
Belgisch labels “Optimaz” ontvangen.
WAARSCHUWINGEN
Deze brochure maakt integraal deel uit van het toestel en moet aan
de gebruiker overhandigd worden.
De installatie en het onderhoud van het toestel dienen uitgevoerd te
worden door bevoegde techniekers, overeenkomstig de geldende
normen.
ACV wijst elke verantwoordelijkheid af voor schade veroorzaakt door
een foutieve installatie en bij gebruik van niet door ACV gekeurde
toestellen of accessoires.
Het veronachtzamen van de instructies betreffende
de werking en de controleprocedures kan aanleiding
geven tot verwondingen van personen of tot
milieuverontreiniging.
Nota:
ACV behoudt zich het recht voor de technische kenmerken en
de uitrusting van haar toestellen zonder voorafgaand bericht te
wijzigen.
INDEX INLEIDING
27
NL
ALGEMENE BESCHRIJVING
Combi-ketel (centrale verwarming en sanitair warm waterproductie).
•Indirect gestookte “TANK-IN-TANK” sanitaire warm water productie
van het accumulatietype.
Noodzakelijke uitrusting: een hydraulische aansluitkit voor de
voeding van de cv-kring
(in optie beschikbaar).
Het bedieningspaneel bevat een hoofdschakelaar, een
regelthermostaat, een thermometer, een zomer/winter schakelaar
en een geponste ruimte voor het aanbrengen van een ingebouwd
regulatiesysteem ACV
(in optie).
•Het model DELTA Performance FV kan op de schouw aangesloten
worden met concentrische schouwaansluitingen van het type C...
of met een schouwaansluiting van het type B23 rechtstreeks op
de schoorsteen.
Het model DELTA Performance FB 35 met een nuttig vast vermogen
van 35 kW is uitgerust met een stookoliebrander ACV BMV1.
Het model DELTA FV 50 met een nuttig vast vermogen van 50 kW
is uitgerust met een stookoliebrander ACV BMV2.
WERKINGSPRINCIPE
Het "Tank-in-Tank" concept
De serie DELTA Performance met muur- of dakdoorvoer
onderscheidt zich van de traditionele warm waterbereiders door zijn
ringvormige boiler die ondergedompeld is in de primaire vloeistof
van het buitenlichaam. Als er vraag is naar sanitair warm water door
de cv- of sanitaire kring, wordt de brander door de potentiometer
gestuurd. De verbrandingsgassen warmen de primaire vloeistof
zeer snel op, terwijl rond de boiler een natuurlijke circulatie
gecreëerd wordt .
Indirect gestookt sanitair water
Deze circulatie begunstigt de warmtewisseling tussen de primaire
vloeistof en het sanitair water over het totale boileroppervlak.
De inkepingen van de binnen- en buitenwanden van de ringvormige
boiler bevorderen deze warmtewisseling en versnellen de
opwarming van het sanitair water.
Eenvoudige afstelling en verzekerde veiligheid
De watertemperatuur van de primaire en sanitaire kring kan door
middel van één enkele sturing geregeld worden dankzij de regelbare
ketelthermostaat die zich onderaan de boiler in de primaire kring
bevindt.
Een limietthermostaat bovenaan de ketel doet de brander
automatisch stoppen wanneer de watertemperatuur van de primaire
vloeistof 95° C bereikt. Een handbediende herinschakelbare
veiligheidsthermostaat vergrendelt de brander wanneer de
temperatuur 103° C bereikt.
CONSTRUCTIEKENMERKEN
Buitenlichaam
Het buitenlichaam met de primaire vloeistof is vervaardigd uit dik
staal STW 22.
Accumulator warmtewisselaar type "Tank-in-Tank"
De ringvormige binnenboiler met groot warmteoppervlak voor de
productie van sanitair warm water is vervaardigd uit roestvrij
chroom-nikkelstaal 18/10. Hij is voorzien van inkepingen over zijn
totale hoogte - een exclusief fabricatieprocédé - en is integraal
gelast met argon volgens het TIGprocédé (Tungsten Inert Gas).
Omloop van de verbrandingsgassen
De omloop van de verbrandingsgassen is beschermd door een
vuurvaste verflaag en is samengesteld uit:
De verschillende modellen DELTA Performance met muur- of
dakdoorvoer hebben elk 8 stalen rookgaskanalen, met een
binnendiameter van 64 mm. Elk kanaal is uitgerust met een
retarder uit speciaal staal om de thermische uitwisseling te
verbeteren en de rookgastemperatuur te reduceren.
•De luchtdichte verbrandingskamer wordt met water gekoeld.
Isolatie
Het ketellichaam is volledig geïsoleerd met een dikke laag
CFK-vrij gespoten pur-schuim, met een hoogwaardige thermisch
isolatiecoëfficiënt.
Ommanteling
De ketel wordt bekleed met een stalen ommanteling die vooraleer
in de oven op 220° gelakt te worden, een ontvettings- en
fosfatatiebehandeling onderging.
LEGENDE VAN DE KETEL (zie afbeelding K)
1. Bedieningspaneel
2. Deksel van de ketel mantel demonteerbaar.
(Toegang tot de retarders)
3. Schouwreductiestuk
4. Meetelement met condensopvang
5. Isolatie in CFK-vrij PUR-schuim
6. Interne ringvormige boiler met sanitair warm water
7. Zijmantel
8. Sokkel
9. Branderkap
10. Vuurhaarddeur
11. Regelthermostaat voeler
12. Demonteerbare voorzijde
13. Luchttoevoer soepele leiding naar venturi
14. Veiligheidsthermostaat 103 °C met manuele herinschakeling
15. Limietthermostaat 95 °C voeler
16. Concentrisch adapter
17. Terugloop centrale verwarnming (cv)
18. Toevoer van sanitair koud water
19. Interne ringvormige boiler met sanitair warm water
20. Verbrandingskamer
21. Leegloop van de ketel
23. Vertrek centrale verwarnming (cv)
23. Rookgaskanalen
24. Retarders
25. Vertrek van sanitair warm water
26. Vertrek centrale verwarnming (cv)
BESCHRIJVING
28
NL
ALGEMEENHEDEN
De geleverde toestellen zijn volledig geassembleerd, getest en verpakt op een houten console met schokwerende boorden en beschermd met
krimpfolie. Nadat u het toestel in ontvangst genomen en uitgepakt heeft, moet u controleren of het toestel geen schade geleden heeft.Voor het
transport, verwijzen wij naar de hieronder vermelde afmetingen en gewichten.
EXTREME GEBRUIKSVOORWAARDEN
Maximale werkingsdruk (boiler gevuld met water)
• Primaire kring : 3 bar
• Secundaire kring : 10 bar
Proefdruk
(boiler gevuld met water)
• Primaire kring : 4,5 bar
• Secundaire kring : 13 bar
Gebruikstemperatuur
• Maximale temperatuur: 90°C
Kwaliteit van het water
• Chloride: < 150 mg/l (inox 304)
< 2000 mg/l (Duplex)
• 6 ph 8
AFMETINGEN
TECHNISCHE KENMERKEN
FV/35 FV/50
A mm 1585 1830
B mm 390 390
C mm 200 200
D mm 542 542
E mm 125 125
F mm 645 645
G mm 80 / 80 / 125 100 / 100 / 150
H mm 1610 1880
I mm 800 800
Leeg gewicht Kg 182 220
F
G
I
H
B
C
D
A
E
29
NL
TECHNISCHE KENMERKEN
ALGEMENE KENMERKEN
SANITAIR WARM WATERPRESTATIES
FV/35 FV/50
Werkingsregime op 80 °C
Piekdebiet op 40 °C ( T = 30 °C) L/10’ 283 377
Piekdebiet op 40 °C ( T = 30 °C) L/60’ 1024 1485
Continu debiet op 40 °C ( T = 30 °C) L/uur 920 1352
Oplaadtijd van de boiler op 60°C
Oplaadtijd minuten 20 13
Na aftapping van 140 L. op 45 °C minuten 10 8
FV/35 FV/50
Belasting (input) kW 34.9 50
Nominaal nuttig vermogen (output) kW 32.62 46.75
Stilstandverlies op 60° C van de nominale waarde% 0.8 / 0.7 0.6 / 0.45
Totale capaciteit L 127 162
Capaciteit primaire kring L 62 82
CV-aansluiting Ø 1” 1”
Sanitaire aansluiting Ø 3/4” 3/4”
Warmteoppervlak van de boiler m
2
1.99 2.46
Verbrandingsrendement % 93.5 93.5
Gemiddelde CO2 % 13 13
Massadebiet van de verbrandingsproducten g/sec. 14.8 21.2
30
NL
STOOKRUIMTE
Belangrijk
De verluchtingsgaten nooit afstoppen.
•Geen brandbare stoffen in de stookruimte opbergen.
•Erover waken dat er zich geen corrosieve producten in de buurt
van de ketel bevinden zoals verf, solventen, chloor, zout, zeep en
andere onderhoudsproducten.
Bereikbaarheid
De stookruimte dient ruim genoeg te zijn voor een probleemloze
toegang tot de ketel. Het volstaat rond de ketel de volgende
minimumafstanden te respecteren (mm) :
- vooraan 500
- achteraan 150
- zijwaarts 100
- bovenaan 700
Verluchting
De stookruimte moet voorzien zijn van een boven- en
benedenverluchting overeenkomstig afbeelding "L".
De onderstaande tabel is een voorbeeld conform de Belgische
norm.
Nota:
(B) en (C ) enkel voor de aansluitingen van het type B23.
De andere landen kunnen zich naar hun eigen reglementeringen
verwijzen.
Sokkel
De ketel zal op een sokkel van onbrandbare materie gemonteerd
worden.
SCHOUWAANSLUITINGEN
BELANGRIJK
De installatie moet gebeuren door een erkend
installateur, overeenkomstig de plaatselijk geldende
normen.
De diameter van de schouw mag niet kleiner zijn dan
deze van de ketel.
Schouwaansluiting van het type: B23 (zie afbeelding L)
De aansluiting op de schouw gebeurt door middel van een metalen
aansluitstuk in stijgende lijn naar de schouw toe.
Een muur- of dakdoorvoer is noodzakelijk..
A. Bovenverluchting
B. Benedenverluchting
C. Tr ekregelaar
D. Kijkgat
E. Schouwhoogte
F. Diameter van de schouw
Opmerking:
Aangezien de reglementeringen van land tot land
verschillen, wordt de bovenstaande tabel enkel ter
indicatie gegeven.
Het hoge rendement van onze ketels zorgt ervoor dat
de rookgassen op lage temperatuur afgevoerd worden.
Dit kan condens veroorzaken, wat schadelijk kan zijn
voor de schouw. Om dit risico te vermijden, is het sterk
aangeraden om de schouw te tuberen.
Neem voor meer informatie hierover contact op met
uw installateur.
Schoorsteenaansluiting van het type: C...
(zie afbeeldingen M en N)
• C 13 : concentrische horizontale aansluiting
• C 33 : concentrische verticale aansluiting
• C 43 : concentrische schouwaansluiting
Maximum concentrische lengte : 6 meter
Nota:
Een bocht van 90° = een lengte evenwaardig met één meter
Er moet een afvoerleiding in de buurt van de ketel
zijn om te vermijden dat de condensaten van de
schoorsteen terug in de ketel komen.
Om te vermijden dat het condensatiewater uit de
terminal loopt, moeten alle passages van horizontale
leidingen naar de ketel lopen.
INSTALLATIE
FV/35 FV/50
Verluchting
Min. frisse luchtaanvoer m
3
/uur 63 90
Bovenverluchting (A) dm
2
1.5 1.5
Benedenverluchting (B) dm
2
1.5 2
Trekregelaar (C) Ø 80 100
FV/35 FV/50
Schoorsteen
E = 5 m Ø min. F mm 213 236
E = 10 m Ø min. F mm 179 199
E = 15 m Ø min. F mm 162 179
31
NL
CV-AANSLUITING
Voorbeeld van aansluiting met één kring
(zie afbeelding G)
1. Motoriseerbare 3-wegmengkraan
2. Veiligheidsklep afgesteld op 3 bar met manometer
3. Circulator
4. Terugslagklep
5. Vulset van de installatie
6. Expansievat
7. ACV 13 regulatie
(zie regulatiekit pagina 30)
8. CV- afsluitkraan
9. Leegloop
Hydraulische kit + Cv-kit ACV (zie afbeelding F)
ACV biedt een voorafgemonteerde hydraulische kit in optie,
samegesteld uit:
- Een circulator
-Een motoriseerbare 3-wegmengkraan
- De aansluitingen van de leidingen met een mogelijke tweede kring
-Twee afsluitkranen
- De aansluitingen voor het monteren aan de rechter- of linkerkant
van het expansievat, de veiligheidsklep met manometer en de
vulklep. Het expansievat is niet inbegrepen.
SANITAIRE AANSLUTING
Drukregelaar
Indien de druk van het leidingwater meer dan 6 bar is, dient een
drukregelaar afgesteld op 4,5 bar voorzien te worden.
Veiligheidsgroep
De veiligheidsgroep van de boiler zal een ACV type zijn, afgesteld
op 7 bar. De leegloop dient aangesloten te worden op een sterfput.
Sanitair expansievat
Met het sanitair expansievat wordt elk risico tot overdruk door
waterslag of drukschommelingen vermeden.
Warm watercirculatie
Wanneer de afstand tussen de ketel en het aftappunt groot is, kan
de plaatsing van een gesloten omloop doorlopend zorgen voor een
snellere warm wateraftapping.
Voorbeeld van een aansluiting met thermostatische
mengkraan
(zie afbeelding H)
1. Veiligheidsgroep
2. Drukregelaar
3. Thermostatische mengkraan
4. Sanitaire circulator
5. Terugslagklep
6. Sanitair expansievat
7. Kraan voor aanvoer koud water
8. Aftapkraan
9. Leegloopkraan
10. Leegloopkraan voor de aftapping
11. Afsluitkraan
BELANGRIJK
Om brandwonden te voorkomen wordt uit
veiligheidsoverweging aanbevolen een
thermostatische mengkraan te installeren.
In optie verkrijgbaar toebehoren
REGULATIEKITS
KIT 1: ACV 13.00 / Basis (zie afbeelding C)
Basiskit voor de regeling van de vertrektemperatuur op basis van de
weersomstandigheden.Deze kit omvat:de temperatuurregelaar met
analoge klok, een klemtemperatuurvoeler voor het water
(-30°/130°C), een buitentemperatuurvoeler (-30/50°C), een
servomotor SSY 319 - 230 V - 3 puntsturing en een tussensokkel.
KIT 2: ACV 13.00 / Standaard (zie afbeelding D)
Standaardkit voor de regulatie van de vertrektemperatuur op basis
van de weersomstandigheden.Deze kit omvat: de temperatuurrege-
laar met analoge klok, een klemtemperatuurvoeler voor het water
(-30°/130°C), een buitentemperatuurvoeler (-30/50°C), een
servomotor SQK 349 - 230 V - 3 puntsturing en een tussensokkel.
Elektrisch schema van de regulatiekits ACV
(zie afbeelding E)
B2. Klemtemperatuurvoeler
B9. Buitenvoeler
B5. Analoge/digitale ruimtevoeler
P1. CV-pomp.
Y1/Y2/N. Mengkraan (SSY 319 of SQK349)
bl.Blauw N
n/z. Zwart Y2
br. Bruin Y1
INSTALLATIE
Veiligheidsgroep Ø 3/4”
Drukregelaar Ø 3/4“
Thermostatische mengkraan Ø 3/4”
Expansievat 5 L.
32
NL
Hoogte H Ø 6 mm Ø 6 mm Ø 8 mm
4.0 m 100 m 100 m 100 m
3.5 m 100 m 100 m 100 m
3.0 m 100 m 197 m 100 m
2.5 m 100 m 181 m 100 m
2.0 m 100 m 165 m 100 m
1.5 m 197 m 149 m 177 m
1.0 m 165 m 132 m 151 m
0.5 m 132 m 116 m 126 m
Sproeier tot 2.5 Kg tot 5.0 Kg tot 10.0 Kg
Hoogte H Ø 6 mm Ø 8 mm Ø 10 mm
0.0 m 17 m 53 m 100 m
0.5 m 15 m 47 m 100 m
1.0 m 13 m 41 m 199 m
1.5 m 11 m 34 m 184 m
2.0 m 19 m 28 m 168 m
2.5 m 17 m 22 m 153 m
3.0 m 15 m 15 m 137 m
3.5 m 13 m 19 m 122 m
ELEKTRISCHE AANSLUITING
Voedingsprincipe
De ketel werkt éénfasig op 230 V. – 50 Hz. Buiten de ketel dient een
aansluitdoos met hoofdschakelaar en zekeringen van 6 A voorzien
te worden, zodat bij elke interventie of bij onderhoud van de ketel de
elektrische stroomtoevoer onderbroken kan worden.
Conformiteit
De installatie zal uitgevoerd worden overeenkomstig de geldende
technische en plaatselijke wettelijke voorschriften.
Veiligheid
De roestvrijstalen boiler moet van een afzonderlijke aarding
voorzien worden.
Het is belangrijk de stroomtoevoer bij elke interventie
te onderbreken.
Elektrische bekabeling van de ketel (zie afbeelding A)
1. Ketelthermostaat (60°/90°C)
2. Hoofdschakelaar
3. Zomer/winter schakelaar
4. Veiligheidsthermostaat (max. 103°C)
5. Aansluiting voeding ketel
6. Aansluiting cv-circulator
7. Aansluiting brander
8. Kamerthermostaat
9. Limietthermostaat (max. 95°C)
10. Stopcontact voeding
B. Blauw
Br. Bruin
Gr. Groen
Or. Oranje
R. Rood
Y/Gr. Geel/Groen
Elektrische bekabeling van de stookoliebrander BMV1
en BMV2
(zie afbeelding P)
De brander wordt gevoed met een kabel met drie geleiders, die
aangesloten moet worden op de verbindingsklem die zich op de
brander bevindt. De aansluitinstructies staan vermeld in de
technische brochure van de brander.
A1. Automatische ontstekingsinrichting
M. Brandermotor
QRB. Foto-elektrische weerstand
OH. Verwarmer
Z. Transformator
BV1. Magnetische klep
X1. Eurostekker van de brander
X2. Stekker ketel
B. Blauw
Br. Bruin
Bk Zwart
W. Wit
Y/Gr. Geel/Groen
TOEVOER STOOKOLIE
De opbouw en de installatie van het systeem moeten gebeuren
volgens de normen DIN 4755.Respecteer de plaatselijke voorschriften.
De stookolieleidingen moeten zich voldoende dicht bij de brander
bevinden, zodat de leidingen probleemloos aangesloten kunnen
worden.
In de leiding moet men aan de kant van de aanzuiging een
stookoliefilter monteren die voorzien is van een snelsluitkraan.
Installeer een terugslagklep in de retourleiding. De brander kan
werken met het systeem met 1 of 2 leidingen.
Als hij in serie werkt, is de brander voorzien om met een systeem met
2 leidingen te werken. Het vacuüm in de aanzuigleiding mag 0,4 bar
niet overschrijden.
Voor meer specifieke informatie over de branders,
wordt verwezen naar de handleiding die bij de
ACV-branders BMV1 en BMV2 gevoegd evordt.
Installatie met twee leidingen (zie afbeelding J)
INSTALLATIE
Installatie met één leiding (zie afbeelding I)
33
NL
BRANDERKENMERKEN
ACV-STOOKOLIEBRANDERS BMV1 EN BMV2
Beschrijving
Voor de uitrusting van het model Delta Performance met
stookoliebrander en muur- of dakdoorvoer, hebben wij gekozen voor
de allernieuwste technologie van de ACV-stookoliebrander BMV1
en BMV2. Deze zijn vervaardigd uit bestanddelen van eerste
kwaliteit en combineren een goed prestatievermogen met een
perfecte verbranding.
Schema van de CO2 van de brander
ACV BMV1 en BMV2
FABRIEKSINSTELLING VAN DE ACV-BRANDERS
BMV1 EN BMV2
FV/35 FV/50
Brander BMV1 BMV2
Belasting kW 34.9 50
Sproeier gal/uur 0.75 1.25
Sproeierhoek 60°H 60°H
Stookoliedebiet Kg/uur 2.95 4.22
Pompdruk bar 11.8 9.5
Rookgasindex 0 - 0.5 0 - 0.5
Luchtreductor % 37 60
Luchttoevoer % 90 90
Druk sproeierlijn mbar 3.5 - 4 3.5 - 4
Sproeierlijn mm 10 10
Gewicht Kg 14.5 14.5
14 %
13,5 %
13 %
12,5 %
12 %
-10 0 10 203040
% CO2
Buitentemperatuur
LEGENDE VAN DE ACV-BRANDERS BMV1 EN BMV2
(zie afbeelding O)
1. Controlekast (relais)
2. Bescherming van de sproeierlijn
3. Verklikkerlamp
4. Elektrische aansluitstekker met 7 klemmen
5. Bevestigingsbeugel op de deur
6. Vlambuis
7. Ontstekingseenheid
8. Ontstekingskabel hoge spanning
9. Stookoliepomp
10. Aansluiting stookolieaanzuiging
11. Aansluiting terugloop stookolie
(enkel circuit met terugloop)
12. Condensator van de motor
13. Motor
14. Verbindingsbuis pomp/sproeier
15. Carter van de brander
16. Regelschroef van de sproeierlijn
OPGELET : Regel het % van de CO2 volgens de gegevens die opgenomen zijn in het bovenstaand schema.
34
NL
VULLING VAN DE SANITAIRE KRING
EN DE CV KRING (zie afbeeldingen B, G en H)
BELANGRIJK
De boiler moet eerst onder druk geplaatst worden
alvorens de cv-kring te vullen.
1. De sanitaire kring vullen en onder druk brengen.
2. De cv-kring vullen, erop lettend dat de druk van 2 bar niet
overschreden wordt.
3. De boiler ontluchten in het bovenste gedeelte van de ketel
4. Na de ontluchting van de cv installatie, de druk terugbrengen op
de statische druk
(hoogte) vermeerderd met 0,5 bar; 1,5 bar = 10
m – 2 bar = 15 m.
5. De elektrische aansluiting controleren, evenals de verluchting
van de stookruimte en de dichtheid van de omloop van de
verbrandingsgassen.
6. De ketelthermostaat regelen tussen 60 en 90 °C.
7. De zomer/winter schakelaar op de gewenste positie instellen.
8. De hoofdschakelaar op ON zetten.
9. De toevoer van de stookolie
(en de terugloop) controleren.
10. De nodige aftappingen, metingen en regelingen uitvoeren.
INDIENSTSTELLING VAN DE ACV-BRANDERS
BMV1 EN BMV2
Raadpleeg de handleiding die bij de ACV-branders BMV1 en BMV2
gevoegd wordt.
AANBEVELING
ACV geeft de raad haar cv-ketels minstens één maal per jaar te
reinigen. Dit onderhoud evenals de controle van de brander moeten
uitgevoerd worden door een bevoegde monteur.
ONDERHOUD VAN DE KETEL (zie afbeelding K)
1. De stroomtoevoer verbreken met de schakelaar op het
hoofdschakelbord in de stookruimte en de toevoerkraan van de
stookolie sluiten.
2. De hoofdschakelaar op het bedieningspaneel op OFF zetten.
3. Het deksel van de ketel (2) halen en het bovenste gedeelte van
het reductiestuk (3) demonteren.
4. De retarders (24) van de rookgaskanalen (23) uitnemen voor
onderhoud.In geval van slijtage moeten deze vervangen worden
5. De vuurhaarddeur demonteren (10)
6. De rookgaskanalen (23) borstelen.
7. De vuurhaard (18) en de brander reinigen.
8. De staat van de isolatie van de vuurhaarddeur nakijken.
ONDERHOUD VAN DE VEILIGHEIDSELEMENTEN
- De goede werking van alle thermostaten en veiligheidselementen
controleren : ketelthermostaat, limietthermostaat en manueel
herinschakelbare veiligheidsthermostaat.
-De veiligheidskleppen van de cv-kring en van de sanitaire kring
controleren.
ONDERHOUD VAN DE BRANDER
Raadpleeg de handleiding die bij de ACV-branders BMV1 en BMV2
gevoegd wordt.
LEEGLOOP VAN DE KETEL
Het water dat uit de leegloopkraan komt, is
zeer heet en kan ernstige brandwonden
veroorzaken. Vermijd dat er personen in de
buurt aanwezig zijn terwijl het heet water aan
het weglopen is.
Leegloop van de cv-kring (zie afbeelding G)
1. De hoofdschakelaar op het bedieningspaneel op "OFF" zetten.
De externe stroomtoevoer verbreken en de kraan van de
stookolietoevoer sluiten.
2. De afsluitkranen (8) sluiten.
3. Een flexibele slang op de leegloopkraan (9) aansluiten.
4. De leegloopkraan openen en het warm water naar de ofloop laten
vloeien.
Leegloop van de sanitaire kring (zie afbeelding H)
1. De hoofdschakelaar op het bedieningspaneel op "OFF" zetten.
De externe stroomtoevoer verbreken en de kraan van de
stookolietoevoer sluiten.
2. De druk van de CV-kring verminderen tot de manometer nul bar
aangeeft.
3. De kranen (7 en 11) sluiten.
4. De kranen (9 en 10) openen (eerst 9 en dan 10)
5. Het water naar de riolering laten weglopen.
Om de leegloop mogelijk te maken, moet de kraan (9)
zich op vloerniveau bevinden.
ONDERHOUDINDIENSTSTELLING
35
NL
GEBRUIK VAN DE KETEL
Gelieve uw systeem elk jaar door een vakman te
laten onderhouden. Als de ketel intensief gebruikt
wordt, kan het noodzakelijk zijn om meerdere
onderhoudsbeurten per jaar te laten uitvoeren. Vraag
hiervoor advies aan uw installateur.
Starten van de brander:
Bij een normale werking start de brander automatisch
als de temperatuur van de ketel tot onder de ingestelde
waarde daalt.
Voor gelijk welke interventie aan de ketel dient de
stroomtoevoer steeds onderbroken te worden aan het
hoofdschakelbord dat door de electrieker in de
stookruimte geïnstalleerd werd.
De hoofdschakelaar op het bedieningspaneel
uitschakelen.
Zich vertrouwd maken met het bedieningspaneel
(zie afbeelding B)
De gebruiker heeft geen toegang tot de interne
bestanddelen van het bedieningspaneel.
1. Regelthermostaat van 60 tot 90 °C
Als de ketel enkel gebruikt wordt als boiler, kan de temperatuur
geregeld worden tussen 60 en 90 °C. Als de ketel gebruikt is
voor de bereiding van sanitair warm water en voor de cv, zal de ketel
over het algemeen geregeld worden op 80 °C om optimale
werkingsomstandigheden te waarborgen.
2. Hoofdschakelaar
Deze schakelaar laat toe om de ketel de starten en te stoppen.
3. Zomer/winter-schakelaar
Hiermee kan de cv-circulatiepomp gestart en stopgezet worden
(als deze geïnstalleerd is).
4. Thermometer
Via de thermometer kan de temperatuur van de ketel in de primaire
kring afgelezen worden.De temperatuur mag 90°C niet overschrijden.
Als de temperatuur hoger is, moet de ketel uitgeschakeld worden en
moet men de thermostaatregeling controleren. Als het defect blijft
aanhouden, een technieker verwittigen.
5. Regulatie
Indien u hiervoor opteerde, verwijzen wij naar de bijgevoegde
gebruiksinstructies.
6. Herinschakeling van de brander
7. Verklikkerlamp van de brander
Veiligheidsklep (CV)
Als het water uit één van de veiligheidskleppen loopt, de ketel
uitschakelen en een technieker bellen.
Een maandelijkse controle strekt tot aanbeveling; gedurende een
paar seconden de hendel van de leegloopinrichting heffen om zich
van de goede werking van de veiligheidsklep te vergewissen.
In geval van een afwijking na deze korte test, de
installateur verwittigen.
Veiligheidsgroep (sanitair)
Een maandelijkse controle strekt tot aanbeveling. Gedurende een
paar seconden de hendel van het leegloopmechanisme heffen en
zich van de goede werking van de veiligheidsklep vergewissen.
In geval van een afwijking na deze korte test, de
installateur verwittigen.
Het water dat uit de veiligheidsklep en
veiligheidsgroep loopt, kan zeer warm zijn en
ernstige brandworden vervoorzaken.
GEBRUIKERSGIDS
36
NL
BEVEILIGING VAN DE ACV-BRANDERS
BMV1 EN BMV2
(Zie afbeelding Q)
Als de brander niet werkt:
1. De beschermkap van de brander afnemen.
2. Als de rode lamp brandt, op de knop drukken om de brander
opnieuw te doen starten.
3. Als de brander werkt, de kap terugplaatsen.
Als de brander niet werkt,de stroomtoevoer verbreken
alvorens het voorpaneel van de ketel onderbreken eraf
te halen.
4. De veiligheidsthermostaat boven op de ketel opnieuw inschakelen
(zie afbeelding R).
Wachten tot de keteltemperatuur onder de 60°C daalt.
Vervolgens het voorpaneel van de ketel terug
aanbrengen.
5. Als de brander werkt, de branderkap terug monteren.
6. Bij aanhoudende storing, de installateur verwittigen.
Starten van de brander
Bij een normale werking start de brander automatisch als de
temperatuur van de ketel tot onder de ingestelde waarde daalt.
Gelieve voor de goede werking van uw systeem,
jaarlijks voor het stookseizoen een onderhoudsbeurt
te laten uitvoeren door een vakman.
GEBRUIKERSGIDS
37
Codes
21473397
21472397
21471397
21474397
21475397
21478397
21476397
21477342
24614064
54766007
257F1026
49410045
63438001
47405006
50423352
507F3038
51305000
537D6068
537D6137
54322000
54764010
55426001
557A0016
557D2003
Brander
Zie handleiding van de stookoliebrander
BMV(K)1 / BMV(K)2
Mantel
Voorpaneel
Links zijpaneel
Rechts zijpaneel
Achterpaneel
Groot deksel bovenaan
Klein deksel onderaan
Kap van de vuurhaarddeur
Schakelpaneel
Elektrisch schakelbord
Bedieningspaneel + bekabeling
Zomer/winter-schakelaar
Brugstekker (T1-T2)
Accessoires
PVCC-buis
Ø 19,5 mm / L 800 mm
Messing voeler huls
Ø 1,2" / L 100 mm
Veerclips FPL3017
Retarders Mignon DN
Concentrische aansluiting
Ø 80/125 mm
Isolatie Cerablanket
Meetelement met
condensopvang
Flexibele slang Master-Neo
Ø 80 /L 2 m
Regelthermostaat
Thermostaat voor de herinschakeling
Leegloopkraan Ø 1/2 "
Dichting schouwreductiestuk Ø 325
Rubberen dichting Ø 80
Brûleur
Voir notice du brûleur fioul
BMV(K)1 / BMV(K)2
Jaquette
Face avant
Face latérale gauche
Face latéral droite
Face arrière
Grand couvercle supérieur
Petit couvecle supérieur
Coiffe de la porte foyère
Tabl eau
Tableau électrique
Tableau de commande + câblage
Interrupteur Eté/Hiver
Prise pontée (T1 - T2)
Accessoires
Plonge PVCC
Ø 19,5 mm / L. 800 mm
Doigt de gant laiton
Ø 1/2” / L. 100 mm
Clips ressort FPL3017
Chicane Mignon DN
Adaptateur ventouse
Ø 80/125 mm
Isolation cérablanket
Récupération des condensats
avec éléments de meusure
Flexible Master-Neo
Ø 80 / L. 2 m
Thermostat de réglage
Thermostat à réarmement
Robinet de vidange Ø 1/2”
Joint réduction de cheminée Ø 325
Joint caoutchouc Ø 80
Burner
See Oil burner instructions
BMV(K)1 / BMV(K)2
Casing
Front panel
Left panel
Right panel
Rear panel
Large top cover
Small top cover
Burner hood
Control panel
Electrical control panel
Control panel + wiring
Summer/Winter selector
Jumper plug (T1 - T2)
Accessories
Deep tube PVCC
Ø 19,5 mm / L. 800 mm
Bulb for thermostat
Ø 1/2” / L. 100 mm
Spring clips FPL3017
Baffle, Mignon DN
Balanced flue adapter
Ø 80/125 mm
Cerablanket isulation
Condensate collector with
measuring devices
Flexible Master-Neo
Ø 80 / L. 2 m
Control thermostat
Reset thermostat
Drain cock Ø 1/2”
Chiney reducing joint Ø 325
Rubber seal Ø 80
NLEN FR
REPLACEMENT PARTS / PIECES DETACHEES / WISSELSTUKKEN
Brûleur BMV1 (35 FV)
Brander BMV2 (50 FV)
237E0014
237E0016
Burner BMV1 (35 FV)
Brander BMV1 (35 FV)
Burner BMV2 (50 FV)
Brûleur BMV2 (50 FV)
/