■ 46
│
NL
│
BE
PHKS 1350 C2
stervormig of rond). Zaagbladen met een niet
bij de as van de zaag passend asgat, draaien
excentrisch en hebben verlies van de controle
tot gevolg.
h) Gebruik nooit beschadigde of verkeerde
sluitringen of bouten voor het zaagblad. De
zaagblad-sluitringen en -bouten zijn speciaal
ontworpen voor uw zaag, voor optimale presta-
ties en bedrijfsveiligheid.
Overige veiligheidsinstructies voor alle zagen
Terugslag - oorzaken en passende veiligheids-
maatregelen
▯ Een terugslag is een plotselinge reactie als ge-
volg van een hakend, vastlopend of niet goed
uitgelijnd zaagblad, die tot gevolg heeft dat de
zaag ongecontroleerd omhoog komt en zich
uit het werkstuk in de richting van de gebruiker
beweegt;
▯ als het zaagblad zich in de zich sluitende zaag-
snede vasthaakt of vastklemt, blokkeert het en
slaat de motorkracht het apparaat terug in de
richting van de gebruiker;
▯ als het zaagblad in de zaagsnede wordt ver-
draaid of verkeerd wordt uitgelijnd, kunnen de
tanden aan de achterkant van het zaagblad
in het oppervlak van het werkstuk vasthaken,
waardoor het zaagblad uit de zaagsnede
wordt gedrukt en de zaag terugspringt in de
richting van de gebruiker.
Een terugslag is het gevolg van onjuist gebruik van
de zaag. Dit is te voorkomen door passende voor-
zorgsmaatregelen, zoals hieronder beschreven.
a) Houd de zaag met beide handen vast en
breng uw armen in een positie waarin u de
terugslagkrachten kunt opvangen. Blijf altijd
aan de zijkant van het zaagblad, breng het
zaagblad nooit in één lijn met uw lichaam. Bij
een terugslag kan de cirkelzaag naar achteren
springen, maar de gebruiker kan de terugslag-
krachten door passende voorzorgsmaatregelen
beheersen.
b) Als het zaagblad vastloopt of als u het werk
onderbreekt, schakelt u de zaag uit en houdt
u deze rustig in het materiaal tot het zaag-
blad tot stilstand is gekomen. Probeer nooit
om de zaag uit het werkstuk te verwijderen
of naar achteren te trekken zolang het zaag-
blad in beweging is, anders kan er een terug-
slag optreden.
Stel de oorzaak van het vastlopen van het
zaagblad vast en los het probleem op.
c) Als u een zaag die in het werkstuk steekt
opnieuw wilt starten, centreert u het zaag-
blad in de zaagsnede en controleert u of de
zaagtanden niet in het werkstuk vasthaken.
Als het zaagblad klemt, kan het uit het werkstuk
worden gedrukt of een terugslag veroorzaken
wanneer de zaag opnieuw wordt gestart.
d) Ondersteun grote platen om het risico op een
terugslag door een klemmend zaagblad te
verminderen. Grote platen kunnen onder hun
eigen gewicht doorbuigen. Platen moeten aan
beide zijden worden ondersteund, zowel in de
buurt van de zaagsnede als aan de rand.
e) Gebruik geen botte of beschadigde zaagbla-
den. Zaagbladen met botte of verkeerd uitge-
lijnde tanden veroorzaken door een te smalle
zaagsnede verhoogde wrijving, vastlopen van
het zaagblad en terugslag.
f) Zet vóór het zagen de instellingen voor de
zaagdiepte en zaaghoek goed vast. Als
tijdens het zagen de instellingen veranderen,
kan het zaagblad vastlopen en een terugslag
veroorzaken.
g) Wees bijzonder voorzichtig bij het zagen
in bestaande wanden of andere materialen
waarvan de samenstelling onbekend is. Het
zaagblad kan bij het zagen in verborgen objec-
ten blokkeren en een terugslag veroorzaken.
Werking van de onderste beschermkap
a) Controleer vóór elk gebruik of de onderste
beschermkap perfect sluit. Gebruik de zaag
niet als de onderste beschermkap niet vrij
kan bewegen en niet onmiddellijk sluit. Klem
of bind de onderste beschermkap nooit in
geopende positie vast. Als u de zaag per
ongeluk laat vallen, kan de onderste bescherm-
kap verbuigen. Open de beschermkap met de
terugtrekhendel en zorg ervoor dat deze vrij
kan bewegen en bij alle zaaghoeken en zaag-
dieptes het zaagblad of andere onderdelen niet
aanraakt.