Aeg-Electrolux AG77250-4I Handleiding

Type
Handleiding
4
Sicherheit
Die Sicherheit unserer Kältegeräte entspricht den anerkannten Regeln der
Technik und dem Gerätesicherheitsgesetz. Dennoch sehen wir uns veran-
laßt, Sie mit folgenden Sicherheitshinweisen vertraut zu machen:
Bestimmungsgemäße Verwendung
Das Kältegerät ist für die Verwendung im Haushalt bestimmt. Es eignet
sich zum Einfrieren und Tiefkühllagern von Lebensmitteln sowie zur
Eisbereitung. Wird das Gerät zweckentfremdet oder falsch bedient, kann
vom Hersteller keine Haftung für eventuelle Schäden übernommen wer-
den.
• Umbauten oder Veränderungen am Kältegerät sind aus Sicherheits-grün-
den nicht zulässig.
Sollten Sie das Kältegerät gewerblich oder für andere Zwecke als zum
Tiefkühllagern und Einfrieren von Lebensmitteln benutzen, beachten Sie
bitte die für Ihren Bereich gültigen gesetzlichen Bestimmungen.
Vor der ersten Inbetriebnahme
Überprüfen Sie das Kältegerät auf Transportschäden. Ein beschädigtes
Gerät auf keinen Fall anschließen! Wenden Sie sich im Schadensfall bitte
an den Lieferanten.
Kältemittel
Das Gerät enthält im Kältemittelkreislauf das Kältemittel Isobutan (R600a),
ein Naturgas mit hoher Umweltverträglichkeit, das jedoch brennbar ist.
Achten Sie beim Transportieren und Aufstellen des Gerätes darauf, daß
keine Teile des Kältemittelkreislaufs beschädigt werden.
Bei Beschädigung des Kältemittelkreislaufs:
offenes Feuer und Zündquellen unbedingt vermeiden;
den Raum, in dem das Gerät steht, gut durchlüften.
Sicherheit von Kindern
Verpackungsteile (z. B. Folien, Styropor) können für Kinder gefährlich
sein. Erstickungsgefahr! Verpackungsmaterial von Kindern fernhalten!
Ausgediente Altgeräte bitte vor der Entsorgung unbrauchbar machen.
Netzstecker ziehen, Netzkabel durchtrennen, eventuell vorhandene Sch-
napp- oder Riegelschlösser entfernen oder zerstören. Dadurch verhindern
Sie, daß sich spielende Kinder im Gerät einsperren (Erstickungsgefahr!)
oder in andere lebensgefährliche Situationen geraten.
Doel, normen, richtlijnen
Het koelapparaat is voor huishoudelijk gebruik bestemd en is met in-acht-
neming van de voor deze apparaten geldende normen gemaakt. Bij de
fabricage zijn speciaal die maatregelen genomen die vereist zijn vol-
gens de Duitse wet op de veiligheid van toestellen (GSG), volgens de
Duitse voorschriften ter voorkoming van ongevallen bij koude-
installaties (VBG 20) en volgens de bepalingen van de ver-eniging
van Duitse elektotechnici (VDE). De koudecirculatie is op dichtheid
getest.
Dit apparaat voldoet aan de volgende EG-richtlijnen:
73/23/EWG van 19.2.1973 - Laagspanningsrichtlijn0
89/336/EWG van 3.5.1989
(met inbegrip van Wijzigingsrichtlijn 92/31/EWG) - EMC-richtlijn
41
5
Kinder können Gefahren, die im Umgang mit Haushaltsgeräten liegen,
oft nicht erkennen. Sorgen Sie deshalb für die notwendige Aufsicht und
lassen Sie Kinder nicht mit dem Gerät spielen!
Im Alltagsbetrieb
Behälter mit brennbaren Gasen oder Flüssigkeiten können durch Käl-
teeinwirkung undicht werden. Explosionsgefahr! Lagern Sie keine Behäl-
ter mit brennbaren Stoffen, wie z.B. Spraydosen, Feuerzeug-Nachfüllkar-
tuschen etc. im Kältegerät.
Flaschen und Dosen dürfen nicht in den Gefrierraum. Sie können sprin-
gen, wenn der Inhalt gefriert - bei kohlensäurehaltigem Inhalt sogar
explodieren! Legen Sie nie Limonaden, Säfte, Bier, Wein, Sekt usw. in den
Gefrierraum. Ausnahme: Hochprozentige Spirituosen können im Gefrier-
raum gelagert werden.
Speiseeis und Eiswürfel nicht unmittelbar aus dem Gefrierraum in den
Mund nehmen. Sehr kaltes Eis kann an Lippen oder Zunge festfrieren und
Verletzungen verursachen.
Tiefkühlgut nicht mit nassen Händen berühren. Die Hände könnten daran
festfrieren.
Keine Elektrogeräte (z. B. elektrische Eismaschinen, Rührgeräte etc.) im
Kältegerät betreiben.
• Vor Reinigungsarbeiten das Gerät grundsätzlich abschalten und den
Netzstecker ziehen oder Sicherung in der Wohnung abschalten bzw.
herausdrehen.
Netzstecker immer am Stecker aus der Steckdose ziehen, nie am Kabel.
Im Störungsfall
• Sollte einmal eine Störung am Gerät auftreten, sehen Sie bitte zuerst in
dieser Gebrauchsanweisung unter "Was tun, wenn ..." nach. Falls die dort
aufgeführten Hinweise nicht weiterhelfen, führen Sie bitte keine weite-
ren Arbeiten selbst aus.
• Kältegeräte dürfen nur von Fachkräften repariert werden. Durch unsach-
gemäße Reparaturen können erhebliche Gefahren entstehen. Wenden
Sie sich im Reparaturfall bitte an Ihren Fachhändler oder an unseren
Kundendienst.
40
De compressor start na enige
tijd automatisch.
Dit is normaal, het betreft geen
storing.
Na het wijzigen van de tempe-
ratuurinstelling start de com-
pressor niet direct.
Ongewone geluiden.
Apparaat komt tegen de muur
of tegen andere voorwerpen
aan.
Apparaat staat niet recht.
Een onderdeel, bijv. een leiding,
aan de achterkant van het
apparaat komt tegen een ander
onderdeel van het apparaat
aan of tegen de muur.
Dit onderdeel voorzichtig weg-
buigen.
Apparaat iets wegtrekken.
Instelvoetjes bijstellen.
Tip: kontroleer regelmatig aan de hand van het rode temperatuur-kon-tro-
lelampje en de thermometer de bewaartemperatuur.
Apparaat koelt te sterk.
Temperatuur is te laag inge-
steld.
Tenmperatuurregelaar tijdelijk
op een hogere stand zetten.
Klantendienst informeren.Groene lampje defect.
Groene lampje brandt niet, gele
lampje brandt bij ingeschakelde
snelvriesfunctie.
Klantendienst informeren.Gele lampje defect.
Gele lampje brandt niet bij
ingeschakelde snelvriesfunctie,
apparaat werkt.
De temperatuur in de vriesruim-
te is niet voldoende, rode
lampje brandt.
Temperatuur is niet juist inge-
steld.
Zie hoofdstuk “Ingebruikname”.
Deur heeft te lang openge-
staan.
Deur slechts zo lang open laten
als nodig is. Snelvriesschakelaar
gebruiken.
In de laatste 24 uur zijn grotere
hoeveelheden warme leven-
smiddelen opgeslagen.
Snelvriesschakelaar gebruiken.
Het apparaat staat naast een
warmtebron.
Zie hoofdstuk “Opstelplaats”.
Storing aan het apparaat
Snelvriesschakelaar aanzetten,
vrieskast gesloten houden,
klantendienst informeren.
Sterke rijpvorming in het appa-
raat, eventueel ook aan de deu-
rafdichting.
Deurafdichting is lek (eventueel
na het verwisselen van de deu-
raanslag).
Op de ondichte plaatsen de
deurafdichting voorzichtig met
een föhn verwarmen (niet heter
dan ca. 50 °C). Tegelijkertijd de
verwarmde deurafdichting met
de hand zo in vorm trekken dat
hij weer helemaal sluit.
Storing Mogelijke oorzaken Verhelpen
6
Entsorgung
Information zur Geräteverpackung
Alle verwendeten Werkstoffe sind umweltverträglich! Sie können gefahrlos
deponiert oder in der Müllverbrennungsanlage verbrannt werden!
Zu den Werkstoffen: Die Kunststoffe können auch wiederverwertet werden
und sind folgendermaßen gekennzeichnet:
>PE< für Polyäthylen, z. B. bei der äußeren Hülle und den Beuteln im Innern.
>PS< für geschäumtes Polystyrol, z. B. bei den Polsterteilen, grundsätzlich
FCKW-frei.
Die Kartonteile werden aus Altpapier hergestellt und sollten auch wieder zur
Altpapiersammlung gegeben werden.
Entsorgung von Altgeräten
Aus Umweltschutzgründen müssen Kältegeräte fachgerecht entsorgt wer-
den. Dies gilt für Ihr bisheriges Gerät und - nachdem es eines Tages ausge-
dient hat - auch für Ihr neues Gerät.
Warnung! Ausgediente Altgeräte bitte vor der Entsorgung unbrauch-bar
machen. Netzstecker ziehen, Netzkabel durchtrennen, eventuell vorhande-
ne Schnapp- oder Riegelschlösser entfernen oder zerstören. Dadurch
verhindern Sie, daß sich spielende Kinder im Gerät einsperren (Erstickung-
sgefahr!) oder in andere lebensgefährliche Situationen geraten.
Entsorgungshinweise:
Das Gerät darf nicht mit dem Haus- oder Sperrmüll entsorgt werden.
Der Kältemittelkreislauf, insbesondere der Wärmetauscher an der Gerä-
terückseite, darf nicht beschädigt werden.
Auskunft über Abholtermine oder Sammelplätze erhalten Sie bei der örtli-
chen Stadtreinigung oder der Gemeindeverwaltung.
Transportschutz entfernen
Das Gerät sowie Teile der Innenausstattung sind für den Transport
geschützt.
Klebebänder links und rechts an den Türaußenseiten abziehen.
Alle Klebebänder sowie Polsterteile aus dem Geräteinnenraum entfernen.
39
Wat te doen als ...
Hulp bij storingen
Het kan bij een storing om kleine defecten gaan die kunt oplossen zelf aan
de hand van de volgende aanwijzingen. Voer zelf geen verdere werk-
zaamheden uit als de volgende informatie in concrete gevallen niet verder
helpt.
Waarschuwing! Reparaties aan het koelapparaat mogen alleen door
geschoold personeel uitgevoerd worden. Door ondeskundige reparaties kun-
nen grote gevaren ontstaan voor de gebruiker. Wend u bij reparatie tot onze
klantendienst.
Tips om energie te besparen
Het apparaat niet in de buurt van kachels, verwarmingselementen of
andere warmtebronnen plaatsen. Bij een hoge omgevingstempera-tuur
werkt de compressor vaker en langer.
Zorgen voor voldoende be- en ontluchting aan de onderkant van het
apparaat. Ventilatieopeningen nooit afdekken.
Geen warme spijzen in het apparaat zetten. Warme spijzen eerst laten
afkoelen.
Deur slechts zo lang open laten als nodig is.
De temperatuur niet lager dan nodig instellen.
Kontroleer de bewaartemperatuur met behulp van de thermometer.
Diepvriesartikelen voor het ontdooien in de koelkast leggen. De koude in
de diepvriesartikelen wordt zo voor koeling van de koelkast gebruikt.
Houd de warmte afgevende verdamper, het metalen rooster aan de ach-
terzijde van het toestel, schoon.
Storing Mogelijke oorzaken Verhelpen
Apparaat werkt niet, geen con-
trolelampje brandt
Apparaat is niet aangezet. Apparaat aanzetten.
Stekker zit niet in het stopcon-
tact of zit los.
Stekker in stopcontact steken.
Zekering is los of kapot.
Zekering controleren, eventueel
vernieuwen.
Stopcontact is kapot.
Storingen in het lichtnet door
Uw electrovakman laten verhel-
pen.
7
Aufstellen
Aufstellort
Das Gerät soll in einem gut belüfteten und trockenen Raum stehen.
Die Umgebungstemperatur wirkt sich auf den Stromverbrauch aus. Daher
sollte das Gerät
nicht direkter Sonneneinstrahlung ausgesetzt sein;
nicht an Heizkörpern, neben einem Herd oder sonstigen Wärmequellen
stehen;
– nur an einem Ort stehen, dessen Umgebungstemperatur der Klima-klasse
entspricht, für die das Gerät ausgelegt ist.
Die Klimaklasse finden Sie auf dem Typschild, das sich links im Innenraum
des Kühlraumes befindet.
Nachstehende Tabelle zeigt, welche Umgebungstemperatur welcher Kli-
maklasse zugeordnet ist:
Klimaklasse für Umgebungstemperatur von
SN +10 bis +32 °C
N +16 bis +32 °C
ST +18 bis +38 °C
T +18 bis +43 °C
Ist die Aufstellung neben einer Wärmequelle unvermeidbar, sind folgende
seitliche Mindestabstände einzuhalten:
zu Elektroherden 3 cm;
zu Öl- und Kohleherden 30 cm.
Können diese Abstände nicht eingehalten werden, ist eine Wärmeschutz-
platte zwischen Herd und Kältegerät erforderlich.
Steht das Kältegerät neben einem anderen Kühl- oder Gefriergerät, ist ein
seitlicher Abstand von 5 cm erforderlich, damit sich an den Geräte-Außen-
seiten kein Schwitzwasser bildet..
"Direkter Einbau unter einem Kochfeld ist nicht zulässig. Die teilweise
hohen Abstrahlungstemperaturen des Kochfeldes können das Gerät
beschädigen.
Wird in der Nähe ein Kochfeld eingebaut, sind die zugehörigen Einbau- und
Schutzvorschriften zu beachten. Durch die Vielzahl der möglichen Einbau-
situationen können hier keine detailierten Angaben erfolgen.
Eine Erwärmung des Kältegerätes ist durch ausreichenden Abstand und
Einbringung einer geeigneten Wärmeschutzplatte zu verhindern. Die ord-
nungsgemäße Be- und Entlüftung des Kältegerätes muß gewährleistet
sein."
38
Apparaat uitzetten
Als het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt wordt:
1. Levensmiddelen uit vriesruimte nemen.
2. Apparaat uitzetten, daartoe de temperatuurregelaar op stand “0”
draaien.
3. Stekker uit het stopcontact halen of zekering uitschakelen, er resp. uithalen.
4. Diepvriesruimte ontdooien en grondig reinigen (zie hoofdstuk “Ontdooien
en reinigen”).
5. Deuren daarna open laten om geurvorming te voorkomen.
Het apparaat nooit met stoomreinigingsapparaten schoonmaken. Er kan
vocht in de electrische onderdelen komen. Gevaar voor schokken! Hete
damp kan kunstoffen onderdelen beschadigen.
Het apparaat dient droog te zijn voordat het weer in gebruik geno-men
wordt.
Let op!
Etherische oliën en organische oplosmiddelen kunnen kunststof onderde-
len aantasten, bijv.
Sap van citroen– of sinaasappelschillen;
–boterzuur;
Schoonmaakmiddelen die azijnzuren bevatten.
Dergelijke substanties niet in contact brengen met apparaatonder-delen.
Geen schurende schoonmaakmiddelen gebruiken.
5. Apparaat en interieur met een doek en lauwwarm water schoonmaken.
Eventueel een beetje normaal afwasmiddel gebruiken.
6. Daarna met schoon water afnemen en droogmaken.
7. Als alles droog is, schakel op snelvriezen. Laat de vriezer tenminste 2 uur leeg
vriezen. Daarna de levensmiddelen terug in de vriezer plaatsen en het appa-
raat weer in bedrijf nemen.
Türanschlag wechseln
Der Türanschlag kann von rechts (Lieferzustand) nach links gewechselt wer-
den, falls der Aufstellort dies erfordert. Je nach Türanschlag, Scharnierstift
auf einer Seite oben und unten entfernen.
Warnung! Während des Türanschlagwechsels darf das Gerät nicht am
Stromnetz angeschlossen sein. Vorher Netzstecker ziehen.
Ihr Kühlgerät braucht Luft
Aus Gründen der Sicherheit muß
eine Mindestbelüftungs-heit
gesichert sein, wie aus der Abb.
hervorgeht:
Achtung:
Die Lüftungs-Öffnungen müssen
immer saubergehalten werden.
Damit die Luft zirkulieren kann,
die Lüftungsöffnungen niemals
abdecken oder verstellen.
50 mm
min.
200 cm
2
200 cm
2
min.
D567
8
Nischenmaße
Höhe 720 mm
Tiefe 550 mm
Breite 560 mm
37
Ontdooien en reinigen
Als het apparaat aanstaat en als de deur geopend wordt, slaat vocht in het
interieur, in het bijzonder op de verdamper, als rijp neer. Deze rijp van tijd
tot tijd met de bijgevoegde plastic schraper verwijderen. In geen geval hier-
voor harde of spitse voorwerpen gebruiken.
Het apparaat dient in ieder geval ontdooid te worden als de rijplaag ca. 4 mm
dik is: echter minimaal eenmaal per jaar. Een geschikt moment voor het ont-
dooien is als het apparaat leeg is of als er nog maar weinig artikelen in liggen.
Elke temperatuurstijging vermindert de houdbaarheid van de diepvrie-
sprodukten. Schakel daarom ca. 12 uur van te voren het toestel op snel-
friezen, om een koudereserve in de diepvriesprodukten te scheppen.
Waarschuwing!
Geen electrische verwarmingsapparaten en andere mechanische of
kunstmatige hulpmiddelen gebruiken om het ontdooien te versnellen.
Geen ontdooisprays gebruiken, deze kunnen gevaarlijk voor de
gezondheid zijn en/of stoffen bevatten die plastic aantasten.
Voorzichtig! Niet met natte handen aan bevroren artikelen komen. De han-
den kunnen daaraan vastvriezen.
1. Bevroren artikelen er uitnemen, in
meerdere lagen krantenpapier wik
kelen en op een koele plaats leggen.
2. Apparaat uitzetten en de stekker uit
het stopcontact halen of de zekering
uitschakelen c.q. er uitdraaien.
3. Alle laden, behalve de onderste, er uit
halen.
4. Steek de kunststofschraper in de ope-
ning onder de vries-ruimte en plaats
daar een schaaltje of teiltje onder.
Tip: Om het ontdooien te versnellen een pan met heet water in het appa-
raat zetten en de deur sluiten. Afgevallen stukken ijs voordat ze volledig
ontdooien verwijderen.
5. Na het ontdooien de vriesruimte plus het interieur grondig schoonmaken.
Waarschuwing!
Het apparaat mag tijden het schoonmaken niet op het electrici-teitsnet
aangesloten zijn. Gevaar voor schokken! Zet voor het schoonmaken het
apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact of schakel c.q. draai de
zekering er uit.
D068
9
Anweisungen für den integrierten Einbau
Gerät in die Nische einschieben,
bis die Anschlagleiste (1) oben am
Möbel anliegt und die vordere
Kante des Scharniers mit der
Türöffnungsseite bündig an der
Nischenseitenwand ansteht (2).
D765
Fugenabdeckprofil am Gerät, wie
in Abbildung gezeigt ankleben.
D022
1
2
Gerät mit den 4 beiliegenden
Schrauben (I= 3,5 x 13) befesti-
gen.
I
36
Het maken van ijsblokjes
1. IJsbakje voor 3/4 met koud water vullen, in de vriesruimte plaatsen en laten
bevriezen.
2. Om de ijsblokjes los te maken het ijsbakje omdraaien of kort onder stromend
water houden.
Attentie! Een eventueel vastgevroren ijsbakje in geen geval met spitse of
scherpe voorwerpen losmaken. Gebruik de bijgevoegde ijsschraper.
2. Wilt U de max. hoeveelheid invriezen,dan dient u de snelvriesschakelaar in
te schakelen
3. Diepvriesartikelen het liefst naar soort apart in de laden leggen.
Symbolen bewaarde producten/Diepvrieska-
lender
De symbolen op de laden geven de diverse soorten diepvriesproducten
aan.
De getallen geven voor iedere
soort diepvriesproduct de
opslagtijd in maanden aan. Of de
hoogste of de laagste waarde van
de aangegeven opslagtijd geldt,
hangt af van de kwaliteit van de
levens-middelen en de behande-
ling voorafgaand aan het invrie-
zen. Voor levensmiddelen met
een hoog vetgehalte geldt altijd
de laagste waarde.
10
In die Befestigungs und
Scharnierlöcher beiliegende
Abdeckkappen (C-D) einsetzen.
Belüftungsgitter (B und
Scharnierabdeckung (E) auf-
stecken.
Die Teile Ha, Hb, Hc, Hd abneh-
men, wie in der Abb. gezeigt
wird.
PR266
Ha
Hb
Hc
Hd
Die Schiene (Ha) auf der Innen-
seite der Möbeltür oben und
unten auflegen (siehe Abb.) und
die Position der äußeren Bohrlö-
cher anzeichnen. Nachdem die
Löcher gebohrt wurden, die
Schiene mit den mitgelieferten
Schrauben befestigen.
2
1
m
m
2
1
m
m
ca. 50 mm
9
90°
ca. 50 mm
B
E
C
D
35
Invriezenen en diepgevroren opslaan
In uw diepvrieskast kunt u diepvriesprodukten bewaren en verse
levensmiddelen zelf invriezen.
Attentie!
Voor het invriezen van levensmiddelen dient de temperatuur in de vrie-
sruimte –18 °C of lager te zijn.
Let op het op het typebordje aangegeven vriesvermogen. Het vries-ver-
mogen is de maximale hoeveelheid verse waren die binnen 24 uur inge-
vroren kunnen worden. Als er gedurende meerdere dagen achter elkaar
ingevroren wordt, neem dan slechts 2/3 tot 3/4 van de hoeveelheid aan-
gegeven op het typebordje. De kwaliteit is beter, als de levensmiddelen
snel tot in de kern bevriezen.
• Warme levensmiddelen voor het invriezen laten afkoelen. De warmte leidt
tot verhoogde ijsvorming en verhoogt het energieverbruik.
Bij het bewaren van kantenklare diepvriesprodukten dient u zich beslist
aan de door de fabrikant opgegeven bewaartijd te houden.
Eenmaal ontdooide levensmiddelen zonder verdere verwerking (bereiden
tot panklare gerechten) in geen geval een tweede keer invriezen.
Containers met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lek raken door
de inwerking van koude. Explosiegevaar! Leg geen containers met brand-
bare stoffen zoals bijv. spraybussen, aanstekers, navullin-gen van aan-
stekers etc. in het vriesapparaat.
Flessen en blikken mogen niet in de vriesruimte. Ze kunnen springen als
de inhoud bevriest bij koolzuurhoudende inhoud zelfs exploderen! Leg
noot limonades, sappen, bier, wijn, champagne etc. in de vriesruimte. Uit-
zondering: sterke drank met een zeer hoog alcohol percentage kan in de
vriesruimte gelegd worden.
Als u de maximale invrieskapaciteit wilt benutten, moet u 24 uur van te
voren (bij kleinere hoeveelheden 4 tot 6 uur) de snelinvriesschakelaar
inschakelen.
Voorzichtig! Diepvriesartikelen niet met natte handen aanraken. De handen
kunnen daaraan vast vriezen.
1. De verpakte levensmiddelen in de onderste laden leggen. De in te vriezen
levensmiddelen in de korven van het apparaat plaatsen. Niet bevroren
artikelen mogen niet in aanraking komen met reeds bevroren waren omdat
anders de bevroren artikelen ontdooien kunnen.
11
Die Abdeckung (Hc) in die Schie-
ne (Ha) eindrücken, bis sie einra-
stet.
PR33
Hc
Ha
Gerätetür und Möbeltür auf ca.
90° öffnen. Den Winkel (Hb) in
der Schiene (Ha) einsetzen. Gerä-
tetür und Möbeltür zusam-
menhalten und die Bohrlöcher
anzeichnen (siehe Abb.).
PR167
Ha
Hb
8mm
Die Winkeleisen entfernen
und 8 mm vom äusseren
Rand der Tür mit dem Nagel
(K) kennzeichnen.
PR167
Ha
8mm
K
34
In gebruik nemen en temperatuurregeling
Steek de steker in de wandkontaktdoos. Schakelaar AAN/UIT (E) druken.
Het groene lampje (D) licht op.
Temperatuurregelaar (F) naar stand „1“ draaien, het rode lampje (C) gaan
branden, het akoestische signaal blijft hoorbaar het vriesaggregaat werkt
automatisch.
Bovendien schakelt u de snelvriesschakelaar (A) in, het gele lampje (B) gaat
branden, het koelaggregaat werkt kontinu.
Pas als het rode lampje (C) niet meer brandt, schakelt u de snelvries-
schakelaar (A) uit, het gele lampje (B) gaat uit.
Stand „1“ betekent: hoogste, warmste binnentemperatuur.
Stand „4“ betekent: laagste, koudste binnentemperatuur. Bij het instellen
van de juiste stand dient u er rekening mee te houden dat de temperatuur
in het apparaat afhankelijk is van:
- de kamertemperatuur;
- de frequentie waarmee de deuren geopend worden;
- de hoeveelheid levensmiddelen in de kast;
- de plaats van het apparaat.portes;
Attentie: kontroleert u regelmatig aan de hand van het rode tempera-
tuurkontrole-lampje (C) en de thermometer of de bewaartemperatuur laag
genoeg is.
Koude-accu
In één van de laden van de vriesruimte bevindt zich 1 koude-accu.
Als de stroom uitvalt of bij een storing aan het apparaat verlengt de kou-
de-accu de tijd tot de diepvriesartikelen te warm worden met meerdere
uren.
De koude-accu kunt dit echter alleen optimaal doen als ze in de bovenste
la vooraan boven op de diepvriesartikelen gelegd wordt. De koude-accu kan
tijdelijk ook als koelelement voor koeltassen gebruikt worden.
Akoestisch temperatuursignaal
Als uw diepvrieskast met een akoestisch temperatuursignaal is uit-gerust,
klinkt tegelijk met het oplichten van het rode lampje (C) een akoestisch
signaal, dat aangeeft dat de bewaartemperatuur te hoog resp. te warm is.
Het akoestische signaal blijft hoorbaar, totdat inschakelen van de snelvries-
schakelaar het signaal uitschakelt.
Elektrischer Anschluß
Für den elektrischen Anschluß ist eine vorschriftsmäßig installierte
Schutzkontakt-Steckdose erforderlich. Sie sollte so gesetzt sein, daß ein
Ziehen des Netzsteckers möglich ist.
Die elektrische Absicherung muß mindestens 10/16 Ampere betragen.
Ist die Steckdose bei eingebautem Gerät nicht mehr zugänglich, muß eine
geeignete Maßnahme in der Elektroinstallation sicherstellen, daß das Gerät
vom Netz getrennt werden kann (z. B. Sicherung, LS-Schalter, Fehlerstrom-
Schutzschalter oder dergleichen mit einer Kontaktöffnungsweite von min-
destens 3 mm).
Vor Inbetriebnahme am Typschild des Gerätes überprüfen, ob Anschluß-
spannung und Stromart mit den Werten des Stromnetzes am Aufstellort
übereinstimmen.
Z. B.: AC 220 ... 240 V 50 Hz oder
220 ... 240 V~ 50 Hz
(d. h. 220 bis 240 Volt Wechselstrom, 50 Hertz)
Das Typschild befindet sich links im Innenraum des Kühlraumes.
12
Die Abdeckung (Hd) in die Schie-
ne (Hb) eindrücken, bis sie einra-
stet.
PR167/1
Hd
Hb
Den Winkel wieder auf der
Schiene anbringen und mit den
mitgelieferten Schrauben befe-
stigen.
Für eine allfällig notwendige
Ausrichtung der Möbeltür, den
Spielraum der Langlöcher nut-
zen.
Nach Beendigung der Arbeiten
den einwandfreien Verschluß der
Gerätetür überprüfen.
PR168
Hb
33
Bedienings- en kontroleinrichting
A. Snelinvriesschakelaar / Akoestisch temperatuursignaal
B. Aanwijzing voor snel invriezen (geel)
C. Waarschuwingslampje (rood)
D. Lichtnetcontrolelampje (groen)
E. Schakelaar AAN/UIT
F. Temperatuurregelaar
De bedienings- en kontrole-inrichting omvat:
Het groene kontrolelampje (D) brandt als het toestel aan netspanning aan-
gesloten een het Schakelaar AAN/UIT gedrulen worden.
Met de temperatuurregelaar (F) kan de energiezuinigste bewaartempera-
tuur traploos worden ingesteld.
De optimale bewaartemperatuur is -18°C. Op de thermometer kunt u de
temperatuur kontroleren.
Snelvriesschakelaar (A) met geel kontrolelampje (B).Het gele lampje
brandt als de schakelaar (A) is ingeschakeld. Het aggregaat werkt dan kon-
tinu.
Het rood lampje (C) brandt als:
bij in gebruik nemen van het toestel, als de bewaartemperatuur nog niet
bereikt is
als de temperatuur niet laag genoeg meer is (storing)
als grote hoeveelheden nog in te vriezen levensmiddelen in de kast wor-
den gelegd
als de deur van het toestel te lang open staat.
Attentie: als u de snelvriesschakelaar inschakelt of de temperatuurregelaar
verstelt, kan het voorkomen dat het koelaggregaat van uw diepvrieskast
niet onmidddellijk, maar pas na enige tijd begint te werken. In dit geval is
er geen sprake van een storing.
A B C D E F
Voor ingebruikname
Het interieur van het apparaat en alle accessoires schoonmaken voor het
eerste gebruik (zie Hoofdstuk “Reiniging en Onderhoud”).
13
Bedienungs- und Kontrolleinrichtung
A B C D E F
A. Schnellgefrierschalter/Warnungsschalter
B. Anzeige für Schnellgefrieren (gelb)
C. Warnanzeige (rot)
D. Betriebskontrollanzeige (grün)
E. EIN/AUS Schalter
F. Temperaturregler
Die grüne Kontrollampe (D) leuchtet, wenn die Netzspannung vorhanden
ist und den EIN/AUS Schalter (E) gedrückt geworden ist.
Mit dem Temperaturregler (F) kann die energiesparendste Lagertemperatur
für das Gefriergut stufenlos eingestellt werden.
Die optimalen Lagerbedingungen liegen bei -18°C vor und können am Ther-
mometer überwacht werden.
Wenn der Schnellgefrierschalter (A) betätigt wurde, läuft die Kältemaschi-
ne im Dauerbetrieb. Die gelbe Kontrollampe (B) leuchtet.
Die rote Temperatur-Kontrollampe (C) leuchtet:
bei Inbetriebnahme des Geräts, wenn die Lagertemperatur noch nicht
erreicht ist,
wenn die Mindest-Lagertemperatur nicht mehr eingehalten wird (Stö-
rung),
beim Einlegen zu großer Mengen frischer Lebensmittel und
bei zu lange geöffneter Gerätetür.
Hinweis: Wenn Sie den Schnellgefrierschalter betätigen oder den Tempera-
turregler verstellen, kann es vorkommen, daß die Kältemaschine Ihres
Gefrierschrankes nicht sofort, sondern erst nach einiger Zeit anläuft. In die-
sem Fall liegt keine Störung am Gerät vor.
Vor Inbetriebnahme
• Das Geräteinnere und alle Ausstattungsteile bitte vor Erstinbetriebnahme
reinigen (siehe Abschnitt "Reinigung und Pflege").
32
Elektrische aansluiting
Voor de elektrische aansluiting is een volgens de voorschriften geïnstalleer-
de beschermcontactdoos vereist. De contactdoos moet zodanig worden
geïnstalleerd, dat de steker altijd uit de contactdoos kan worden getrokken.
De elektrische zekering dient minstens 10 Ampère te zijn.
Indien het stopcontact bij een ingebouwd apparaat niet meer toegan-kelijk
is, dient een maatregel in de elektrische installatie er voor te zorgen dat het
apparaat van de stroom kan worden afgesloten (bijv. zekering, beveiligings-
schakelaar, aardlekschakelaar of dergelijke met een contactopeningsbreed-
te van minimaal 3 mm).
Voor ingebruikneming op het merk– en type–aanduidingsplaatje van het
apparaat controleren of de netspanning en stroomsoort over-eenkomen
met de waarden van het lichtnet op de plaats waar het apparaat komt te
staan.
Bijv.: AC 220 ... 240 V 50 Hz of
220 ... 240 V~ 50 Hz
(d.w.z. 220 tot 240 Volt wisselstroom, 50 Hertz)
Het typeplaatje bevindt zich links aan de binnenkant van het apparaat.
Afdekking (Hd) op geleider (Hb)
vastklikken.
PR167/1
Hd
Hb
Plaats het ijzer opnieuw op de
geleider en bevestig het met de
bijgeleverde schroeven.
Voor het rechtstellen van de kast-
deur kunt u gebruik maken van de
langwerpige gaten.
Tenslotte dient u te controleren of
de deur van het apparaat goed
sluit.
PR168
Hb
16
Eiswürfel bereiten
1. Eiswürfelschale zu 3/4 mit kaltem Wasser füllen, in den Gefrierraum stellen
und gefrieren lassen.
2. Zum Herauslösen der fertigen Eiswürfel die Eiswürfelschale verwinden oder
kurz unter fließendes Wasser halten.
Achtung! Eine eventuell angefrorene Eiswürfelschale keinesfalls mit spitzen
oder scharfkantigen Gegenständen ablösen, sonst besteht die Gefahr, daß
der Kältekreislauf beschädigt wird. Verwenden Sie den beiliegenden Kunst-
stoffschaber.
2. Wenn Sie das max. Gefriervermögen ausnutzen wollen, müssen Sie 24 Stun-
den vor dem Einfrieren den Schnellgefrierschalter einschalten der Thermo-
statregler auf die höchste Stellung gedreht werden.
3. Tiefkühlgut möglichst nach Art getrennt in die Schubladen legen.
Lagergutsymbole/Gefrierkalender
• Die Symbole auf den Schubladen zeigen unterschiedliche Arten von
Tiefkühlgut.
Die Zahlen geben für die jeweilige
Art von Tiefkühlgut die Lagerzeit in
Monaten an. Ob der obere oder der
untere Wert der angegebenen
Lagerzeiten gültig ist, hängt von
der Qualität der Lebensmittel und
deren Vorbehandlung vor dem Ein-
frieren ab. Für Lebensmittel mit
hohem Fettanteil gilt immer der
untere Wert.
29
Zet de apparatuur in de ruimte en
zet deze net zover in de richting van
de binnenwand tot de bedekkende
rand (1) tegen de ombouw aanstaat
en verzeker u ervan dat de onderste
scharnier in één lijn staat met de
wand van het meubel (2).
Aanwijzingen voor de geïntegreerde inbouw
D765
De tochtstrip volgens de teke-
ning op het apparaat aanbren-
gen.
D022
1
2
Bevestig het apparaat aan de nis met
de vier meegeleverde schroeven.
(I= 3,5 x 13).
I
17
Abtauen
Gefrierraum
Im Gefrierraum schlägt sich während des Betriebs und beim Öffnen der Tür
Feuchtigkeit als Reif nieder. Entfernen Sie diesen Reif von Zeit zu Zeit mit
dem beiliegenden Kunststoffschaber.
Starke Reifbildung im Gefrierraum erhöht den Energieverbrauch. Deshalb
soll abgetaut werden, wenn die Reifsicht eine Dicke von ca. 4 Millimeter
erreicht hat; mindestens jedoch einmal im Jahr. Ein geeigneter Zeitpunkt
zum Abtauen ist auch immer dann, wenn das Gerät leer oder nur wenig
beladen ist Um ein vollständiges Abtauen durchzuführen, geht man wie
folgt vor:
1. Tiefkühlgut herausnehmen, in
mehrere Lagen Zeitungspapier
einpacken und abgedeckt an
einem kühlen Ort lagern.
2. Gerät abschalten und den Netz-
stecker ziehen oder Sicherung
abschalten bzw. herausdrehen.
3. Gefrierraumtür geöffnet lassen.
4. Kunstoffschaber als Tauwassera-
blauf in den Schlitz unterhalb der
Tauwasser-ablaufrinne stecken
und Auffangschale unterstellen.
5. Plastikschaber für späteren Gebrauch aufbewahren.
6. Nach Beendigung des Abtauvorganges Netzstecker wieder einstecken und
Temperaturregler auf die gewünschte Position einstellen.
Achtung:
Keinesfalls harte oder spitze Metallgegenstände zum Entfernen von Reif
oder Eis benutzen.
Verwenden Sie keine elektrischen Heiz-oder Wärmegeräte und keine ande-
ren mechanischen oder künstlichen Hilfsmittel, um den Abtauvorgang zu
beschleunigen, mit Ausnahme der in dieser Gebrauchs-anweisung empfoh-
lenen.
Ein Temperaturanstieg der Tiefkühlkost während des Abtauens könnte die
Aufbewahrungsdauer verkürzen.
D068
28
Zorg voor een goede ventilatie rond het apparaat
Om veiligheidsredenen moet de
ventilatie zodanig zijn als in Figur
aangegeven.
Attentie: zorg ervoor dat de
ventilatie openingen tijdens
gebruik niet worden afgedekt.
50 mm
min.
200 cm
2
200 cm
2
min.
D567
Nismaten
Hoogte 720mm
Breedte 550 mm
Diepte 560 mm
Deurdraairichting
Het deurscharnier kan van rechts (stand waarin hij wordt afgeleverd) naar
links gewisseld worden als dat voor de opstelplaats nodig is.
Waarschuwing! Bij het wisselen van de deurschnarnieren mag het apparaat
niet op het lichtnet aangesloten zijn. Van te voren de stekker uit het stop-
contact halen.
Gerät abschalten
Soll das Gerät für längere Zeit außer Betrieb genommen werden:
1. Gefriergut sowie Eisschalen herausnehmen.
2. Gerät abschalten, dazu Temperaturregler auf Stellung „0“ drehen, EIN/AUS
Schalter drücken.
3. Netzstecker ziehen oder Sicherung abschalten bzw. herausdrehen.
4. Geräteraum gründlich reinigen (siehe Abschnitt "Reinigung und Pflege").
5. Türen anschließend geöffnet lassen, um Geruchsbildung zu vermeiden.
18
Reinigung und Pflege
Aus hygienischen Gründen sollte das Geräteinnere, einschließlich Innenaus-
stattung, regelmäßig gereinigt werden.
Warnung!
Das Gerät darf während der Reinigung nicht am Stromnetz angeschlos-
sen sein. Stromschlaggefahr! Vor Reinigungsarbeiten Gerät abschalten
und Netzstecker ziehen oder Sicherung abschalten bzw. herausdrehen.
Das Gerät nie mit Dampfreinigungsgeräten reinigen. Feuchtigkeit könnte
in elektrische Bauteile gelangen, Stromschlaggefahr! Heißer Dampf kann
zu Schäden an Kunststoffteilen führen.
Das Gerät muß trocken sein, bevor Sie es wieder in Betrieb nehmen.
Achtung!
Ätherische Öle und organische Lösungsmittel können Kunststoffteile
angreifen, z. B.
Saft von Zitronen- oder Apfelsinenschalen;
Buttersäure;
Reinigungsmittel, die Essigsäure enthalten.
Solche Substanzen nicht mit den Geräteteilen in Kontakt bringen.
Keine scheuernden Reinigungsmittel verwenden.
1. Tiefkühlgut herausnehmen. Tiefkühlgut in mehrere Lagen Zeitungspapier
einpacken. Alles abgedeckt an einem kühlen Ort lagern.
2. Gefrierfach vor dem Reinigen abtauen (siehe Abschnitt "Abtauen").
3. Gerät einschließlich Innenausstattung mit einem Lappen und lauwar-mem
Wasser reinigen. Eventuell etwas handelsübliches Geschirrspülmittel beigeben.
4. Anschließend mit klarem Wasser nachwischen und trockenreiben.
27
Opstellen
Opstelplaats
Het apparaat in een goed geventileerde en droge ruimte neerzetten.
De omgevingstemperatuur heeft invloed op het stroomverbruik.
Het apparaat daarom
niet aan directe straling van de zon blootstellen;
niet bij radiatoren, naast een kachel of andere warmtebronnen plaatsen;
alleen op een plaats neerzetten waarvan de omgevingstemperatuur ove-
reenkomt met de klimaatcategorie waarvoor het apparaat is ont-worpen.
De klimaatcategorieën staan op het merk- en type-aanduidingsplaatje dat
zich links aan de binnenkant van het apparaat bevindt.
De volgende tabel geeft aan welke omgevingstemperatuur bij welke kli-
maatcategorie behoort:
Als het onvermijdelijk is het apparaat naast een warmtebron te plaat-sen,
aan weerszijden minimaal de volgende afstanden aanhouden:
tot elektrische kachels 3 cm;
tot olie- en kolenkachels 30 cm.
Als men zich niet aan deze afstanden kan houden, is een warmte-isolatie-
plaat tussen kachel en koelapparaat aan te bevelen.
Als het koelapparaat naast een ander koel- of diepvriesapparaat staat, is een
afstand van 5 cm aan weerszijden aan te bevelen, zodat zich geen condens
vormt aan de buitenkant van de apparaten.
"Montage rechtstreeks onder een kookplaat is niet toegestaan. De tempera-
turen van de kookplaat, die op sommige plaatsen hoog zijn, kunnen het
apparaat beschadigen.
Indien een kookplaat in de buurt van het apparaat geïnstalleerd wordt, die-
nen de betreffende montage- en veiligheidsvoorschriften in acht genomen
te worden. Gezien de veelzijdigheid van de mogelijke installatievoorwaar-
den is het onmogelijk hier gedetailleerde informatie te verschaffen.
Men dient te voorkomen dat de ijskast warm wordt, door een geschikte
afstand van de warmtebron aan te houden en door middel van het gebruik
van een geschikte isolatieplaat. Bovendien dient een correcte ventilatie van
het apparaat gegarandeerd te worden."
Klimaatcategorie voor een omgevingstemperatuur van
SN +10 tot +32 °C
N +16 tot +32 °C
ST +18 tot +38 °C
T +18 tot +43 °C
19
Staubablagerungen am Verflüssiger erhöhen den Energieverbrauch. Deshalb
einmal im Jahr den Verflüssiger an der Geräterückseite mit einer weichen
Bürste oder mit dem Staubsauger vorsichtig reinigen.
5. Nachdem alles trocken ist, Lebensmittel wieder einlagern und Gerät wieder
in Betrieb nehmen.
Tips zur Energie-Einsparung
• Das Gerät nicht in der Nähe von Herden, Heizkörpern oder anderen Wär-
mequellen aufstellen. Bei hoher Umgebungstemperatur läuft der Kom-
pressor häufiger und länger.
Ausreichende Be- und Entlüftung des Gerätes gewährleisten. Lüf-tung-
söffnungen niemals abdecken.
• Keine warmen Speisen in das Gerät stellen. Warme Speisen erst abkühlen
lassen.
Tür nur so lange wie nötig geöffnet lassen.
Die Temperatur nicht kälter als nötig einstellen.
Den Verflüssiger, das Metallgitter an der Geräterückseite, immer sauber
halten.
Was tun, wenn ...
Abhilfe bei Störungen
Möglicherweise handelt es sich bei einer Störung nur um einen kleinen Feh-
ler, den Sie anhand nachfolgender Hinweise selbst beheben können. Führen
Sie keine weiteren Arbeiten selbst aus, wenn nachstehende Informationen
im konkreten Fall nicht weiterhelfen.
Warnung! Reparaturen am Kältegerät dürfen nur von Fachkräften durch-
geführt werden. Durch unsachgemäße Reparaturen können erhebliche
Gefahren für den Benutzer entstehen. Wenden Sie sich im Reparaturfall an
Ihren Fachhändler oder an unseren Kundendienst.
26
Weggooien
Informatie over de verpakking van het apparaat
Alle gebruikte grondstoffen zijn milieuvriendelijk! Ze kunnen zonder gevaar
weggegooid of in de vuilverbrandingsoven verbrand worden!
De grondstoffen: de kunststoffen kunnen ook opnieuw gebruikt worden en
worden als volgt gekarakteriseerd:
>PE< voor polyethyleen, bijv. bij de buitenste verpakking en de zakken bin-
nenin.
>PS< voor schuimpolystyrol, bijv. bij de bekledingsdelen, in principe FCKW-
vrij.
De kartonnen delen zijn van oud papier gemaakt en kunnen ook weer bij
het oud-papier gedaan worden.
Weggooien van oude apparaten
Wegens milieuredenen dienen koelapparaten vakkundig ontmanteld te
worden. Dit geldt voor uw huidige apparaat en - als het ook aan vervanging
toe is - ook voor uw nieuwe apparaat.
Waarschuwing! Apparaten die hun tijd gehad hebben onbruikbaar maken
voordat ze weggegooid worden. Stekker er afhalen, netsnoer doorknippen,
eventuele snap- of grendelsloten verwijderen of kapot-maken. Hierdoor
wordt voorkomen dat spelende kinderen in het apparaat opgesloten wor-
den (verstikkingsgevaar!) of in andere levensgevaarlijke situaties terechtko-
men.
Aanwijzingen voor het weggooien:
Het apparaat mag niet bij het huis- of grofvuil gezet worden.
Het koelvloeistofcircuit, in het bijzonder de warmtewisselaar aan de ach-
terkant, mag niet beschadigd worden.
Informatie over afhaaltijden of inzamelplaatsen zijn te verkrijgen bij de
plaatselijke reinigingsdienst of op het gemeentehuis.
Transportbescherming verwijderen
Het apparaat alsmede de onderdelen van het interieur zijn voor het tran-
sport beschermd.
Alle plakband alsmede bekledingsdelen uit het interieur verwijderen.
20
Störung Mögliche Ursache Abhilfe
Gerät arbeitet nicht, keine
Kontolleuchte brennt.
Gerät ist nicht eingeschaltet Gerät einschalten.
Netzstecker ist nicht einge-
steckt oder lose.
Netzstecker einstecken.
Sicherung hat ausgelöst oder
ist defekt.
Sicherung überprüfen, gege-
benenfalls erneuern.
Steckdose ist defekt.
Störungen am Stromnetz
behebt Ihr Elektrofachmann.
Grüne Lampe leuchtet nicht,
gelbe Lampe leuchtet bei ein-
geschalteter Schnellgefrier-
funktion
Grüne Lampe defekt. Kundendienst verständigen.
Gelbe Lampe leuchtet nicht
bei eingeschalteter Schnell-
gefrierfunktion, Gerät arbei-
tet.
Gelbe Lampe defekt. Kundendienst verständigen.
Gerät kühlt zu stark.
Temperatur ist zu kalt ein-
gestellt.
Temperaturregler vorüber-
gehend auf wärmere Einstel-
lung drehen.
Die Gefrieraumtemperatur ist
nicht ausreichend, rote Lampe
leuchtet.
Temperatur ist nicht richtig
eingestellt.
Bitte im Abschnitt “Inbetrieb-
nahme und Temperaturrege-
lung” nachsehen.
Tür war längere Zeit geöffnet.
Tür nur so lange wie nötig
geöffnet lassen, Schnellgefrier
betätigen.
Starke Reifbildung im Gerät,
evtl. auch an der Türdichtung.
Türdichtung ist undicht (evtl.
nach Türanschlagwechsel).
An den undichten Stellen Tür-
dichtung vorsichtig mit einem
Haartrockner erwärmen (nicht
wärmer als ca. 50 °C). Gleich-
zeitig die erwärmte Türdich-
tung von Hand so in Form
ziehen, daß sie wieder
einwandfrei anliegt.
Die Gefrieraumtemperatur ist
nicht ausreichend, rote Lampe
leuchtet.
Innerhalb der letzten 24
Stunden wurden größere
Mengen warmer Lebensmittel
eingelagert.
Scnellgefrierschalter betätigen
Das Gerät steht neben einer
Wärmequelle
Bitte im Abschnitt Aufstell-
ort” nachsehen.
Störung am Gerät
Schnellgefrierschalter ein-
schalten, Gefrierschrank
geschlossen halten, Kunden-
dienst verständigen
25
snap– of grendelsloten verwijderen of kapotmaken. Daardoor wordt
voorkomen dat spelende kinderen in het apparaat opgesloten raken (stik-
gevaar!) of in andere levensgevaarlijke situaties terecht komen.
Kinderen kunnen gevaren die in het omgaan met huishoudelijke appara-
ten schuilen vaak niet herkennen. Zorg daarom voor de nodige toezicht
en laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Bij dagelijks gebruik
Containers met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lek raken door
de inwerking van koude. Explosiegevaar! Leg geen containers met brand-
bare stoffen zoals bijv. spraybussen, aanstekers, navullin-gen van aan-
stekers etc. in het koelapparaat.
Flessen en blikken mogen niet in het vriesvak. Ze kunnen springen als de
inhoud bevriest – bij koolzuurhoudende inhoud zelfs exploderen! Leg noit
limonades, sappen, bier, wijn, champagne etc. in het vriesvak. Uitzonde-
ring: sterke drank met een zeer hoog alcohol percentage kan in het vrie-
svak gelegd worden.
Consumptie-ijs en ijsblokjes niet direct vanuit de vriesruimte in de mond
steken. Zeer koud ijs kan aan de lippen of de tong vastvriezen en verwon-
dingen veroorzaken.
• Niet met natte handen aan diepvriesartikelen komen. De handen kunnen
daaraan vastvriezen.
Geen elektrische apparaten (bijv. elektrische ijsmachines, mixers etc.) in het
koelapparaat gebruiken.
• Voor het schoonmaken het apparaat altijd uitzetten en de stekker uit het
stopcontact trekken of de zekering in de woning uitschakelen c.q. er uit
draaien.
• De stekker altijd aan de stekker zelf uit het stopcontact trekken, nooit aan
het snoer.
Bij storing
• Als er een storing aan het apparaat optreedt eerst in de gebruiks-aanwij-
zing kijken onder “Wat te doen als ...”. Als de daar gegeven aanwijzingen
niet verder helpen zelf niet verder aan het apparaat werken.
Koelapparaten mogen alleen dooor geschoold personeel gerepareerd wor-
den. Door ondeskundige reparaties kunnen grote gevaren ont-staan.
Wend u zich bij reparaties tot uw vakhandel of tot onze klantendienst.
21
Hinweis: Überprüfen Sie regelmäßig an der roten Temperatur-Kontrolllam-
pe und am Thermometer das Einhalten der Lagertemperatur.
Der Kompressor läuft nach
einiger Zeit selbsttätig an.
Dies ist normal, es liegt keine
Störung vor.
Nach Änderung der Tem-
peratureinstellung läuf der
Kompressor nicht sofort an.
Ungewöhnliche Geräusche.
Gerät hat Kontakt mit der
Wand oder mit anderen
Gegenständen.
Gerät steht nicht gerade.
Ein Teil, z. B. ein Rohr, an der
Geräterückseite berührt ein
anderes Geräteteil oder die
Wand.
Gegebenenfalls dieses Teil
vorsichtig wegbiegen.
Gerät etwas wegrücken.
Verstellfüße nachjustieren.
Störung Mögliche Ursache Abhilfe
Bestimmungen, Normen, Richtlinien
Das Kältegerät ist für den Haushalt bestimmt und wurde unter Beachtung
der für diese Geräte geltenden Normen hergestellt.
Bei der Fertigung wurden insbesondere die nach dem Gerätesicherheitsgesetz
(GSG), der Unfallverhütungsvorschrift für Kälteanlagen (VBG 20) und den
Bestimmungen des Verbandes Deutscher Elektrotechniker (VDE) notwendigen
Maßnahmen getroffen. Der Kältekreislauf wurde auf Dichtheit geprüft.
Dieses Gerät entspricht den folgenden EG-Richtlinien:
73/23/EWG vom 19.2.1973 - Niederspannungsrichtlinie
89/336/EWG vom 3.5.1989 (einschließlich Änderungsrichtlinie
92/31/EWG) - EMV-Richtlinie
24
Veiligheid
De veiligheid van onze koelapparaten voldoet aan de Europese en Neder-
landse normen. Desondanks zien wij ons genoodzaakt u met de volgende
veiligheidsaanwijzingen vertrouwd te maken:
Reglementaire toepassing
Het koelapparaat is voor huishoudelijk gebruik bestemd. Het is geschikt
voor het invriezen en diepgevroren bewaren van levensmiddelen en voor
het maken van ijs. Als het apparaat voor andere doeleinden gebruikt
wordt kan de fabrikant geen verantwoording nemen voor eventuele scha-
den.
Het ombouwen van of veranderingen aan het koelapparaat aanbrengen
is uit veiligheidsoverwegingen niet toegestaan.
Als het koelapparaat commercieel of voor andere doeleinden dan voor
diepgevroren bewaren en invriezen van levensmiddelen gebruikt wordt,
s.v.p. letten op de hiervoor van kracht zijnde wettelijke bepalingen.
Voordat het apparaat voor de eerste keer in gebruik
genomen wordt
Controleer het koelapparaat op transportschaden. Een beschadigd appa-
raat in geen geval aansluiten! Wend u in geval van schade tot de leve-
rancier.
Koelmiddelen
Het apparaat bevat in het koelvloeistofcircuit de koelvloeistof Isobutan
(R600a), een natuurlijk, zeer milieuvriendelijk gas, dat echter wel brandbaar
is.
Bij het transport en het opstellen van het apparaat erop letten dat geen
onderdelen van het koelvloeistofcircuit beschadigd worden.
Bij beschadiging van het koelvloeistofcircuit:
open vuur en brandhaarden absoluut vermijden;
het vertrek waar het apparaat staat goed ventileren.
Veiligheid van kinderen
• Verpakkingsdelen (bijv. foliën, piepschuim) kunnen voor kinderen gevaar-
lijk zijn. Stikgevaar! Verpakkingsmateriaal van kinderen weghouden!
Oude apparaten voor het weggooien onbruikbaar maken. Stekker uit het
stopcontact trekken, stroomkabel doorknippen, eventueel aanwezige
22
Geachte klant,
Lees eerst aandachtig de gebruiksaanwijzing door voordat u uw nieuwe
koelapparaat in gebruik neemt. Hierin staat belangrijke informatie over een
veilig gebruik, over het opstellen en over het onderhoud van het apparaat.
De gebruiksaanwijzing s.v.p. bewaren voor latere naslag. Aan eventuele vol-
gende bezitters van het apparaat doorgeven.
Deze gebruiksaanwijzing is voor meerdere, technisch vergelijkbare modellen
in diverse uitvoeringen bestemd. S.v.p. alleen op de aanwijzingen letten die
op Uw apparaat betrekking hebben.
Met de waarschuwingsdriehoek en/of door signaalwoorden (Waar-
schuwing!, Voorzichtig!, Let op!) wordt de aandacht gevestigd op aanwij-
zingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het juist functioneren
van het apparaat. Hier absoluut op letten.
Na dit symbool wordt uitleg gegeven over de bediening en het prak-tisch
gebruik van het apparaat.
Met het klaverblad worden tips en aanwijzingen voor een econo-mischen
milieuvriendelijk gebruik van het apparaat aangegeven.
Voor eventueel optredende storingen staan in de handleiding aanwijzingen
om deze zelf op te lossen, zie Hoofdstuk "Wat te doen als...". Als deze aanwij-
zingen niet voldoende informatie bieden staat onze klantendienst u te allen
tijde ter beschikking.
Gedrukt op milieuvriendelijk vervaardigd papier
wie ecologisch denkt, handelt ook zo ...
23
Inhoud
Veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .24
Weggooien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26
Informatie over de verpakking van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . .26
Weggooien van oude apparaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26
Transportbescherming verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26
Opstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27
Opstelplaats . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27
Zorg voor een goede ventilatie rond het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . .28
Nismaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28
Deurdraairichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28
Aanwijzingen voor de geintegreerde inbouw . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .29
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32
Voor ingebruikname . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33
Bedienings- en kontroleinrichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33
Akoestisch temperatuursignaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34
In gebruik nemen en temperatuurregeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34
Invriezen en diepgevroren opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35
Symbolen bewaarde producten/ Diepvrieskalender . . . . . . . . . . . . .36
Het maken van ijsblokjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36
Ontdooien en reinigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .37
Apparaat uitzetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .38
Tips om energie te besparen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .39
Wat te doen als . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .39
Hulp bij storingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .39
Doel, normen, richtlijnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .41

Documenttranscriptie

Sicherheit Die Sicherheit unserer Kältegeräte entspricht den anerkannten Regeln der Technik und dem Gerätesicherheitsgesetz. Dennoch sehen wir uns veranlaßt, Sie mit folgenden Sicherheitshinweisen vertraut zu machen: Bestimmungsgemäße Verwendung • Das Kältegerät ist für die Verwendung im Haushalt bestimmt. Es eignet sich zum Einfrieren und Tiefkühllagern von Lebensmitteln sowie zur Eisbereitung. Wird das Gerät zweckentfremdet oder falsch bedient, kann vom Hersteller keine Haftung für eventuelle Schäden übernommen werden. • Umbauten oder Veränderungen am Kältegerät sind aus Sicherheits-gründen nicht zulässig. • Sollten Sie das Kältegerät gewerblich oder für andere Zwecke als zum Tiefkühllagern und Einfrieren von Lebensmitteln benutzen, beachten Sie bitte die für Ihren Bereich gültigen gesetzlichen Bestimmungen. Doel, normen, richtlijnen Het koelapparaat is voor huishoudelijk gebruik bestemd en is met in-achtneming van de voor deze apparaten geldende normen gemaakt. Bij de fabricage zijn speciaal die maatregelen genomen die vereist zijn volgens de Duitse wet op de veiligheid van toestellen (GSG), volgens de Duitse voorschriften ter voorkoming van ongevallen bij koudeinstallaties (VBG 20) en volgens de bepalingen van de ver-eniging van Duitse elektotechnici (VDE). De koudecirculatie is op dichtheid getest. Dit apparaat voldoet aan de volgende EG-richtlijnen: – 73/23/EWG van 19.2.1973 - Laagspanningsrichtlijn0 – 89/336/EWG van 3.5.1989 (met inbegrip van Wijzigingsrichtlijn 92/31/EWG) - EMC-richtlijn Vor der ersten Inbetriebnahme • Überprüfen Sie das Kältegerät auf Transportschäden. Ein beschädigtes Gerät auf keinen Fall anschließen! Wenden Sie sich im Schadensfall bitte an den Lieferanten. Kältemittel Das Gerät enthält im Kältemittelkreislauf das Kältemittel Isobutan (R600a), ein Naturgas mit hoher Umweltverträglichkeit, das jedoch brennbar ist. • Achten Sie beim Transportieren und Aufstellen des Gerätes darauf, daß keine Teile des Kältemittelkreislaufs beschädigt werden. • Bei Beschädigung des Kältemittelkreislaufs: – offenes Feuer und Zündquellen unbedingt vermeiden; – den Raum, in dem das Gerät steht, gut durchlüften. Sicherheit von Kindern • Verpackungsteile (z. B. Folien, Styropor) können für Kinder gefährlich sein. Erstickungsgefahr! Verpackungsmaterial von Kindern fernhalten! • Ausgediente Altgeräte bitte vor der Entsorgung unbrauchbar machen. Netzstecker ziehen, Netzkabel durchtrennen, eventuell vorhandene Schnapp- oder Riegelschlösser entfernen oder zerstören. Dadurch verhindern Sie, daß sich spielende Kinder im Gerät einsperren (Erstickungsgefahr!) oder in andere lebensgefährliche Situationen geraten. 4 41 Storing Mogelijke oorzaken Groene lampje brandt niet, gele lampje brandt bij ingeschakelde Groene lampje defect. snelvriesfunctie. Gele lampje brandt niet bij ingeschakelde snelvriesfunctie, Gele lampje defect. apparaat werkt. Temperatuur is te laag ingeApparaat koelt te sterk. steld. Temperatuur is niet juist ingesteld. Deur heeft te lang opengestaan. Verhelpen Klantendienst informeren. Im Alltagsbetrieb Klantendienst informeren. Tenmperatuurregelaar tijdelijk op een hogere stand zetten. Zie hoofdstuk “Ingebruikname”. Deur slechts zo lang open laten als nodig is. Snelvriesschakelaar gebruiken. De temperatuur in de vriesruim- In de laatste 24 uur zijn grotere te is niet voldoende, rode hoeveelheden warme levenSnelvriesschakelaar gebruiken. lampje brandt. smiddelen opgeslagen. Het apparaat staat naast een Zie hoofdstuk “Opstelplaats”. warmtebron. Snelvriesschakelaar aanzetten, vrieskast gesloten houden, Storing aan het apparaat klantendienst informeren. Op de ondichte plaatsen de deurafdichting voorzichtig met Sterke rijpvorming in het appa- Deurafdichting is lek (eventueel een föhn verwarmen (niet heter raat, eventueel ook aan de deu- na het verwisselen van de deu- dan ca. 50 °C). Tegelijkertijd de verwarmde deurafdichting met rafdichting. raanslag). de hand zo in vorm trekken dat hij weer helemaal sluit. Apparaat staat niet recht. Ongewone geluiden. Na het wijzigen van de temperatuurinstelling start de compressor niet direct. • Kinder können Gefahren, die im Umgang mit Haushaltsgeräten liegen, oft nicht erkennen. Sorgen Sie deshalb für die notwendige Aufsicht und lassen Sie Kinder nicht mit dem Gerät spielen! Instelvoetjes bijstellen. Apparaat komt tegen de muur of tegen andere voorwerpen Apparaat iets wegtrekken. aan. Een onderdeel, bijv. een leiding, aan de achterkant van het Dit onderdeel voorzichtig wegapparaat komt tegen een ander buigen. onderdeel van het apparaat aan of tegen de muur. • Behälter mit brennbaren Gasen oder Flüssigkeiten können durch Kälteeinwirkung undicht werden. Explosionsgefahr! Lagern Sie keine Behälter mit brennbaren Stoffen, wie z.B. Spraydosen, Feuerzeug-Nachfüllkartuschen etc. im Kältegerät. • Flaschen und Dosen dürfen nicht in den Gefrierraum. Sie können springen, wenn der Inhalt gefriert - bei kohlensäurehaltigem Inhalt sogar explodieren! Legen Sie nie Limonaden, Säfte, Bier, Wein, Sekt usw. in den Gefrierraum. Ausnahme: Hochprozentige Spirituosen können im Gefrierraum gelagert werden. • Speiseeis und Eiswürfel nicht unmittelbar aus dem Gefrierraum in den Mund nehmen. Sehr kaltes Eis kann an Lippen oder Zunge festfrieren und Verletzungen verursachen. • Tiefkühlgut nicht mit nassen Händen berühren. Die Hände könnten daran festfrieren. • Keine Elektrogeräte (z. B. elektrische Eismaschinen, Rührgeräte etc.) im Kältegerät betreiben. • Vor Reinigungsarbeiten das Gerät grundsätzlich abschalten und den Netzstecker ziehen oder Sicherung in der Wohnung abschalten bzw. herausdrehen. • Netzstecker immer am Stecker aus der Steckdose ziehen, nie am Kabel. Im Störungsfall • Sollte einmal eine Störung am Gerät auftreten, sehen Sie bitte zuerst in dieser Gebrauchsanweisung unter "Was tun, wenn ..." nach. Falls die dort aufgeführten Hinweise nicht weiterhelfen, führen Sie bitte keine weiteren Arbeiten selbst aus. • Kältegeräte dürfen nur von Fachkräften repariert werden. Durch unsachgemäße Reparaturen können erhebliche Gefahren entstehen. Wenden Sie sich im Reparaturfall bitte an Ihren Fachhändler oder an unseren Kundendienst. Dit is normaal, het betreft geen De compressor start na enige storing. tijd automatisch. Tip: kontroleer regelmatig aan de hand van het rode temperatuur-kon-trolelampje en de thermometer de bewaartemperatuur. 40 5 Entsorgung Information zur Geräteverpackung Alle verwendeten Werkstoffe sind umweltverträglich! Sie können gefahrlos deponiert oder in der Müllverbrennungsanlage verbrannt werden! Zu den Werkstoffen: Die Kunststoffe können auch wiederverwertet werden und sind folgendermaßen gekennzeichnet: >PE< für Polyäthylen, z. B. bei der äußeren Hülle und den Beuteln im Innern. >PS< für geschäumtes Polystyrol, z. B. bei den Polsterteilen, grundsätzlich FCKW-frei. Die Kartonteile werden aus Altpapier hergestellt und sollten auch wieder zur Altpapiersammlung gegeben werden. Entsorgung von Altgeräten Aus Umweltschutzgründen müssen Kältegeräte fachgerecht entsorgt werden. Dies gilt für Ihr bisheriges Gerät und - nachdem es eines Tages ausgedient hat - auch für Ihr neues Gerät. Warnung! Ausgediente Altgeräte bitte vor der Entsorgung unbrauch-bar machen. Netzstecker ziehen, Netzkabel durchtrennen, eventuell vorhandene Schnapp- oder Riegelschlösser entfernen oder zerstören. Dadurch verhindern Sie, daß sich spielende Kinder im Gerät einsperren (Erstickungsgefahr!) oder in andere lebensgefährliche Situationen geraten. Entsorgungshinweise: • Das Gerät darf nicht mit dem Haus- oder Sperrmüll entsorgt werden. • Der Kältemittelkreislauf, insbesondere der Wärmetauscher an der Geräterückseite, darf nicht beschädigt werden. • Auskunft über Abholtermine oder Sammelplätze erhalten Sie bei der örtlichen Stadtreinigung oder der Gemeindeverwaltung. Transportschutz entfernen Das Gerät sowie Teile der Innenausstattung sind für den Transport geschützt. • Klebebänder links und rechts an den Türaußenseiten abziehen. • Alle Klebebänder sowie Polsterteile aus dem Geräteinnenraum entfernen. 6 Tips om energie te besparen • Het apparaat niet in de buurt van kachels, verwarmingselementen of andere warmtebronnen plaatsen. Bij een hoge omgevingstempera-tuur werkt de compressor vaker en langer. • Zorgen voor voldoende be- en ontluchting aan de onderkant van het apparaat. Ventilatieopeningen nooit afdekken. • Geen warme spijzen in het apparaat zetten. Warme spijzen eerst laten afkoelen. • Deur slechts zo lang open laten als nodig is. • De temperatuur niet lager dan nodig instellen. • Kontroleer de bewaartemperatuur met behulp van de thermometer. • Diepvriesartikelen voor het ontdooien in de koelkast leggen. De koude in de diepvriesartikelen wordt zo voor koeling van de koelkast gebruikt. • Houd de warmte afgevende verdamper, het metalen rooster aan de achterzijde van het toestel, schoon. Wat te doen als ... Hulp bij storingen Het kan bij een storing om kleine defecten gaan die kunt oplossen zelf aan de hand van de volgende aanwijzingen. Voer zelf geen verdere werkzaamheden uit als de volgende informatie in concrete gevallen niet verder helpt. Waarschuwing! Reparaties aan het koelapparaat mogen alleen door geschoold personeel uitgevoerd worden. Door ondeskundige reparaties kunnen grote gevaren ontstaan voor de gebruiker. Wend u bij reparatie tot onze klantendienst. Storing Mogelijke oorzaken Apparaat is niet aangezet. Verhelpen Apparaat aanzetten. Stekker zit niet in het stopconStekker in stopcontact steken. tact of zit los. Apparaat werkt niet, geen conZekering controleren, eventueel Zekering is los of kapot. trolelampje brandt vernieuwen. Storingen in het lichtnet door Uw electrovakman laten verhelStopcontact is kapot. pen. 39 • Het apparaat nooit met stoomreinigingsapparaten schoonmaken. Er kan vocht in de electrische onderdelen komen. Gevaar voor schokken! Hete damp kan kunstoffen onderdelen beschadigen. • Het apparaat dient droog te zijn voordat het weer in gebruik geno-men wordt. Let op! 5. 6. 7. • Etherische oliën en organische oplosmiddelen kunnen kunststof onderdelen aantasten, bijv. – Sap van citroen– of sinaasappelschillen; –boterzuur; – Schoonmaakmiddelen die azijnzuren bevatten. Dergelijke substanties niet in contact brengen met apparaatonder-delen. • Geen schurende schoonmaakmiddelen gebruiken. Apparaat en interieur met een doek en lauwwarm water schoonmaken. Eventueel een beetje normaal afwasmiddel gebruiken. Daarna met schoon water afnemen en droogmaken. Als alles droog is, schakel op snelvriezen. Laat de vriezer tenminste 2 uur leeg vriezen. Daarna de levensmiddelen terug in de vriezer plaatsen en het apparaat weer in bedrijf nemen. Apparaat uitzetten 1. 2. 3. 4. 5. 38 Als het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt wordt: Levensmiddelen uit vriesruimte nemen. Apparaat uitzetten, daartoe de temperatuurregelaar op stand “0” draaien. Stekker uit het stopcontact halen of zekering uitschakelen, er resp. uithalen. Diepvriesruimte ontdooien en grondig reinigen (zie hoofdstuk “Ontdooien en reinigen”). Deuren daarna open laten om geurvorming te voorkomen. Aufstellen Aufstellort Das Gerät soll in einem gut belüfteten und trockenen Raum stehen. Die Umgebungstemperatur wirkt sich auf den Stromverbrauch aus. Daher sollte das Gerät – nicht direkter Sonneneinstrahlung ausgesetzt sein; – nicht an Heizkörpern, neben einem Herd oder sonstigen Wärmequellen stehen; – nur an einem Ort stehen, dessen Umgebungstemperatur der Klima-klasse entspricht, für die das Gerät ausgelegt ist. Die Klimaklasse finden Sie auf dem Typschild, das sich links im Innenraum des Kühlraumes befindet. Nachstehende Tabelle zeigt, welche Umgebungstemperatur welcher Klimaklasse zugeordnet ist: Klimaklasse für Umgebungstemperatur von SN +10 bis +32 °C N +16 bis +32 °C ST +18 bis +38 °C T +18 bis +43 °C Ist die Aufstellung neben einer Wärmequelle unvermeidbar, sind folgende seitliche Mindestabstände einzuhalten: – zu Elektroherden 3 cm; – zu Öl- und Kohleherden 30 cm. Können diese Abstände nicht eingehalten werden, ist eine Wärmeschutzplatte zwischen Herd und Kältegerät erforderlich. Steht das Kältegerät neben einem anderen Kühl- oder Gefriergerät, ist ein seitlicher Abstand von 5 cm erforderlich, damit sich an den Geräte-Außenseiten kein Schwitzwasser bildet.. "Direkter Einbau unter einem Kochfeld ist nicht zulässig. Die teilweise hohen Abstrahlungstemperaturen des Kochfeldes können das Gerät beschädigen. Wird in der Nähe ein Kochfeld eingebaut, sind die zugehörigen Einbau- und Schutzvorschriften zu beachten. Durch die Vielzahl der möglichen Einbausituationen können hier keine detailierten Angaben erfolgen. Eine Erwärmung des Kältegerätes ist durch ausreichenden Abstand und Einbringung einer geeigneten Wärmeschutzplatte zu verhindern. Die ordnungsgemäße Be- und Entlüftung des Kältegerätes muß gewährleistet sein." 7 Ihr Kühlgerät braucht Luft Aus Gründen der Sicherheit muß eine Mindestbelüftungs-heit gesichert sein, wie aus der Abb. hervorgeht: Achtung: Die Lüftungs-Öffnungen müssen immer saubergehalten werden. Damit die Luft zirkulieren kann, die Lüftungsöffnungen niemals abdecken oder verstellen. 50 mm Ontdooien en reinigen min. 200 cm 2 min. 200 cm2 D567 Nischenmaße Höhe Tiefe Breite 720 mm 550 mm 560 mm Türanschlag wechseln Der Türanschlag kann von rechts (Lieferzustand) nach links gewechselt werden, falls der Aufstellort dies erfordert. Je nach Türanschlag, Scharnierstift auf einer Seite oben und unten entfernen. Warnung! Während des Türanschlagwechsels darf das Gerät nicht am Stromnetz angeschlossen sein. Vorher Netzstecker ziehen. 1. 2. 3. 4. 5. Als het apparaat aanstaat en als de deur geopend wordt, slaat vocht in het interieur, in het bijzonder op de verdamper, als rijp neer. Deze rijp van tijd tot tijd met de bijgevoegde plastic schraper verwijderen. In geen geval hiervoor harde of spitse voorwerpen gebruiken. Het apparaat dient in ieder geval ontdooid te worden als de rijplaag ca. 4 mm dik is: echter minimaal eenmaal per jaar. Een geschikt moment voor het ontdooien is als het apparaat leeg is of als er nog maar weinig artikelen in liggen. Elke temperatuurstijging vermindert de houdbaarheid van de diepvriesprodukten. Schakel daarom ca. 12 uur van te voren het toestel op snelfriezen, om een koudereserve in de diepvriesprodukten te scheppen. Waarschuwing! • Geen electrische verwarmingsapparaten en andere mechanische of kunstmatige hulpmiddelen gebruiken om het ontdooien te versnellen. • Geen ontdooisprays gebruiken, deze kunnen gevaarlijk voor de gezondheid zijn en/of stoffen bevatten die plastic aantasten. Voorzichtig! Niet met natte handen aan bevroren artikelen komen. De handen kunnen daaraan vastvriezen. Bevroren artikelen er uitnemen, in meerdere lagen krantenpapier wik kelen en op een koele plaats leggen. Apparaat uitzetten en de stekker uit het stopcontact halen of de zekering uitschakelen c.q. er uitdraaien. Alle laden, behalve de onderste, er uit halen. Steek de kunststofschraper in de opening onder de vries-ruimte en plaats D068 daar een schaaltje of teiltje onder. Tip: Om het ontdooien te versnellen een pan met heet water in het apparaat zetten en de deur sluiten. Afgevallen stukken ijs voordat ze volledig ontdooien verwijderen. Na het ontdooien de vriesruimte plus het interieur grondig schoonmaken. Waarschuwing! • Het apparaat mag tijden het schoonmaken niet op het electrici-teitsnet aangesloten zijn. Gevaar voor schokken! Zet voor het schoonmaken het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact of schakel c.q. draai de zekering er uit. 37 8 2. 3. Wilt U de max. hoeveelheid invriezen,dan dient u de snelvriesschakelaar in te schakelen Diepvriesartikelen het liefst naar soort apart in de laden leggen. Anweisungen für den integrierten Einbau Fugenabdeckprofil am Gerät, wie in Abbildung gezeigt ankleben. Symbolen bewaarde producten/Diepvrieskalender • De symbolen op de laden geven de diverse soorten diepvriesproducten aan. • De getallen geven voor iedere soort diepvriesproduct de opslagtijd in maanden aan. Of de hoogste of de laagste waarde van de aangegeven opslagtijd geldt, hangt af van de kwaliteit van de levens-middelen en de behandeling voorafgaand aan het invriezen. Voor levensmiddelen met een hoog vetgehalte geldt altijd de laagste waarde. D765 Gerät in die Nische einschieben, bis die Anschlagleiste (1) oben am Möbel anliegt und die vordere Kante des Scharniers mit der Türöffnungsseite bündig an der Nischenseitenwand ansteht (2). 1 2 Het maken van ijsblokjes D022 1. 2. IJsbakje voor 3/4 met koud water vullen, in de vriesruimte plaatsen en laten bevriezen. Om de ijsblokjes los te maken het ijsbakje omdraaien of kort onder stromend water houden. Attentie! Een eventueel vastgevroren ijsbakje in geen geval met spitse of scherpe voorwerpen losmaken. Gebruik de bijgevoegde ijsschraper. Gerät mit den 4 beiliegenden Schrauben (I= 3,5 x 13) befestigen. I 36 9 In die Befestigungs und Scharnierlöcher beiliegende Abdeckkappen (C-D) einsetzen. Belüftungsgitter (B und Scharnierabdeckung (E) aufstecken. Invriezenen en diepgevroren opslaan D In uw diepvrieskast kunt u diepvriesprodukten bewaren en verse levensmiddelen zelf invriezen. Attentie! C E B Die Teile Ha, Hb, Hc, Hd abnehmen, wie in der Abb. gezeigt wird. Hb Ha Hc Hd PR266 Die Schiene (Ha) auf der Innenseite der Möbeltür oben und unten auflegen (siehe Abb.) und die Position der äußeren Bohrlöcher anzeichnen. Nachdem die Löcher gebohrt wurden, die Schiene mit den mitgelieferten Schrauben befestigen. ca. 50 mm 90° 21 m m 1. 90° ca. 50 mm 21 m m • Voor het invriezen van levensmiddelen dient de temperatuur in de vriesruimte –18 °C of lager te zijn. • Let op het op het typebordje aangegeven vriesvermogen. Het vries-vermogen is de maximale hoeveelheid verse waren die binnen 24 uur ingevroren kunnen worden. Als er gedurende meerdere dagen achter elkaar ingevroren wordt, neem dan slechts 2/3 tot 3/4 van de hoeveelheid aangegeven op het typebordje. De kwaliteit is beter, als de levensmiddelen snel tot in de kern bevriezen. • Warme levensmiddelen voor het invriezen laten afkoelen. De warmte leidt tot verhoogde ijsvorming en verhoogt het energieverbruik. • Bij het bewaren van kantenklare diepvriesprodukten dient u zich beslist aan de door de fabrikant opgegeven bewaartijd te houden. • Eenmaal ontdooide levensmiddelen zonder verdere verwerking (bereiden tot panklare gerechten) in geen geval een tweede keer invriezen. • Containers met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lek raken door de inwerking van koude. Explosiegevaar! Leg geen containers met brandbare stoffen zoals bijv. spraybussen, aanstekers, navullin-gen van aanstekers etc. in het vriesapparaat. • Flessen en blikken mogen niet in de vriesruimte. Ze kunnen springen als de inhoud bevriest – bij koolzuurhoudende inhoud zelfs exploderen! Leg noot limonades, sappen, bier, wijn, champagne etc. in de vriesruimte. Uitzondering: sterke drank met een zeer hoog alcohol percentage kan in de vriesruimte gelegd worden. • Als u de maximale invrieskapaciteit wilt benutten, moet u 24 uur van te voren (bij kleinere hoeveelheden 4 tot 6 uur) de snelinvriesschakelaar inschakelen. Voorzichtig! Diepvriesartikelen niet met natte handen aanraken. De handen kunnen daaraan vast vriezen. De verpakte levensmiddelen in de onderste laden leggen. De in te vriezen levensmiddelen in de korven van het apparaat plaatsen. Niet bevroren artikelen mogen niet in aanraking komen met reeds bevroren waren omdat anders de bevroren artikelen ontdooien kunnen. 35 10 Akoestisch temperatuursignaal Als uw diepvrieskast met een akoestisch temperatuursignaal is uit-gerust, klinkt tegelijk met het oplichten van het rode lampje (C) een akoestisch signaal, dat aangeeft dat de bewaartemperatuur te hoog resp. te warm is. Het akoestische signaal blijft hoorbaar, totdat inschakelen van de snelvriesschakelaar het signaal uitschakelt. Die Abdeckung (Hc) in die Schiene (Ha) eindrücken, bis sie einrastet. Ha Hc In gebruik nemen en temperatuurregeling PR33 • Steek de steker in de wandkontaktdoos. Schakelaar AAN/UIT (E) druken. Het groene lampje (D) licht op. • Temperatuurregelaar (F) naar stand „1“ draaien, het rode lampje (C) gaan branden, het akoestische signaal blijft hoorbaar het vriesaggregaat werkt automatisch. • Bovendien schakelt u de snelvriesschakelaar (A) in, het gele lampje (B) gaat branden, het koelaggregaat werkt kontinu. • Pas als het rode lampje (C) niet meer brandt, schakelt u de snelvriesschakelaar (A) uit, het gele lampje (B) gaat uit. Stand „1“ betekent: hoogste, warmste binnentemperatuur. Stand „4“ betekent: laagste, koudste binnentemperatuur. Bij het instellen van de juiste stand dient u er rekening mee te houden dat de temperatuur in het apparaat afhankelijk is van: - de kamertemperatuur; - de frequentie waarmee de deuren geopend worden; - de hoeveelheid levensmiddelen in de kast; - de plaats van het apparaat.portes; Attentie: kontroleert u regelmatig aan de hand van het rode temperatuurkontrole-lampje (C) en de thermometer of de bewaartemperatuur laag genoeg is. Koude-accu In één van de laden van de vriesruimte bevindt zich 1 koude-accu. Als de stroom uitvalt of bij een storing aan het apparaat verlengt de koude-accu de tijd tot de diepvriesartikelen te warm worden met meerdere uren. De koude-accu kunt dit echter alleen optimaal doen als ze in de bovenste la vooraan boven op de diepvriesartikelen gelegd wordt. De koude-accu kan tijdelijk ook als koelelement voor koeltassen gebruikt worden. Gerätetür und Möbeltür auf ca. 90° öffnen. Den Winkel (Hb) in der Schiene (Ha) einsetzen. Gerätetür und Möbeltür zusammenhalten und die Bohrlöcher anzeichnen (siehe Abb.). 8mm Ha PR167 Die Winkeleisen entfernen und 8 mm vom äusseren Rand der Tür mit dem Nagel (K) kennzeichnen. Hb 8mm K Ha PR167 34 11 Den Winkel wieder auf der Schiene anbringen und mit den mitgelieferten Schrauben befestigen. Für eine allfällig notwendige Ausrichtung der Möbeltür, den Spielraum der Langlöcher nutzen. Nach Beendigung der Arbeiten den einwandfreien Verschluß der Gerätetür überprüfen. Voor ingebruikname • Het interieur van het apparaat en alle accessoires schoonmaken voor het eerste gebruik (zie Hoofdstuk “Reiniging en Onderhoud”). Bedienings- en kontroleinrichting Hb PR168 Die Abdeckung (Hd) in die Schiene (Hb) eindrücken, bis sie einrastet. A A. B. C. D. E. F. Hb Hd PR167/1 Elektrischer Anschluß Für den elektrischen Anschluß ist eine vorschriftsmäßig installierte Schutzkontakt-Steckdose erforderlich. Sie sollte so gesetzt sein, daß ein Ziehen des Netzsteckers möglich ist. Die elektrische Absicherung muß mindestens 10/16 Ampere betragen. Ist die Steckdose bei eingebautem Gerät nicht mehr zugänglich, muß eine geeignete Maßnahme in der Elektroinstallation sicherstellen, daß das Gerät vom Netz getrennt werden kann (z. B. Sicherung, LS-Schalter, FehlerstromSchutzschalter oder dergleichen mit einer Kontaktöffnungsweite von mindestens 3 mm). • Vor Inbetriebnahme am Typschild des Gerätes überprüfen, ob Anschlußspannung und Stromart mit den Werten des Stromnetzes am Aufstellort übereinstimmen. Z. B.: AC 220 ... 240 V 50 Hz oder 220 ... 240 V~ 50 Hz (d. h. 220 bis 240 Volt Wechselstrom, 50 Hertz) Das Typschild befindet sich links im Innenraum des Kühlraumes. B C D E F Snelinvriesschakelaar / Akoestisch temperatuursignaal Aanwijzing voor snel invriezen (geel) Waarschuwingslampje (rood) Lichtnetcontrolelampje (groen) Schakelaar AAN/UIT Temperatuurregelaar De bedienings- en kontrole-inrichting omvat: Het groene kontrolelampje (D) brandt als het toestel aan netspanning aangesloten een het Schakelaar AAN/UIT gedrulen worden. Met de temperatuurregelaar (F) kan de energiezuinigste bewaartemperatuur traploos worden ingesteld. De optimale bewaartemperatuur is -18°C. Op de thermometer kunt u de temperatuur kontroleren. Snelvriesschakelaar (A) met geel kontrolelampje (B).Het gele lampje brandt als de schakelaar (A) is ingeschakeld. Het aggregaat werkt dan kontinu. Het rood lampje (C) brandt als: – bij in gebruik nemen van het toestel, als de bewaartemperatuur nog niet bereikt is – als de temperatuur niet laag genoeg meer is (storing) – als grote hoeveelheden nog in te vriezen levensmiddelen in de kast worden gelegd – als de deur van het toestel te lang open staat. Attentie: als u de snelvriesschakelaar inschakelt of de temperatuurregelaar verstelt, kan het voorkomen dat het koelaggregaat van uw diepvrieskast niet onmidddellijk, maar pas na enige tijd begint te werken. In dit geval is er geen sprake van een storing. 33 12 Vor Inbetriebnahme Plaats het ijzer opnieuw op de geleider en bevestig het met de bijgeleverde schroeven. Voor het rechtstellen van de kastdeur kunt u gebruik maken van de langwerpige gaten. Tenslotte dient u te controleren of de deur van het apparaat goed sluit. • Das Geräteinnere und alle Ausstattungsteile bitte vor Erstinbetriebnahme reinigen (siehe Abschnitt "Reinigung und Pflege"). Bedienungs- und Kontrolleinrichtung Hb PR168 Afdekking (Hd) op geleider (Hb) vastklikken. A Hb Hd PR167/1 Elektrische aansluiting Voor de elektrische aansluiting is een volgens de voorschriften geïnstalleerde beschermcontactdoos vereist. De contactdoos moet zodanig worden geïnstalleerd, dat de steker altijd uit de contactdoos kan worden getrokken. De elektrische zekering dient minstens 10 Ampère te zijn. Indien het stopcontact bij een ingebouwd apparaat niet meer toegan-kelijk is, dient een maatregel in de elektrische installatie er voor te zorgen dat het apparaat van de stroom kan worden afgesloten (bijv. zekering, beveiligingsschakelaar, aardlekschakelaar of dergelijke met een contactopeningsbreedte van minimaal 3 mm). • Voor ingebruikneming op het merk– en type–aanduidingsplaatje van het apparaat controleren of de netspanning en stroomsoort over-eenkomen met de waarden van het lichtnet op de plaats waar het apparaat komt te staan. Bijv.: AC 220 ... 240 V 50 Hz of 220 ... 240 V~ 50 Hz (d.w.z. 220 tot 240 Volt wisselstroom, 50 Hertz) Het typeplaatje bevindt zich links aan de binnenkant van het apparaat. A. B. C. D. E. F. B C D E F Schnellgefrierschalter/Warnungsschalter Anzeige für Schnellgefrieren (gelb) Warnanzeige (rot) Betriebskontrollanzeige (grün) EIN/AUS Schalter Temperaturregler Die grüne Kontrollampe (D) leuchtet, wenn die Netzspannung vorhanden ist und den EIN/AUS Schalter (E) gedrückt geworden ist. Mit dem Temperaturregler (F) kann die energiesparendste Lagertemperatur für das Gefriergut stufenlos eingestellt werden. Die optimalen Lagerbedingungen liegen bei -18°C vor und können am Thermometer überwacht werden. Wenn der Schnellgefrierschalter (A) betätigt wurde, läuft die Kältemaschine im Dauerbetrieb. Die gelbe Kontrollampe (B) leuchtet. Die rote Temperatur-Kontrollampe (C) leuchtet: – bei Inbetriebnahme des Geräts, wenn die Lagertemperatur noch nicht erreicht ist, – wenn die Mindest-Lagertemperatur nicht mehr eingehalten wird (Störung), – beim Einlegen zu großer Mengen frischer Lebensmittel und – bei zu lange geöffneter Gerätetür. Hinweis: Wenn Sie den Schnellgefrierschalter betätigen oder den Temperaturregler verstellen, kann es vorkommen, daß die Kältemaschine Ihres Gefrierschrankes nicht sofort, sondern erst nach einiger Zeit anläuft. In diesem Fall liegt keine Störung am Gerät vor. 32 13 2. 3. Wenn Sie das max. Gefriervermögen ausnutzen wollen, müssen Sie 24 Stunden vor dem Einfrieren den Schnellgefrierschalter einschalten der Thermostatregler auf die höchste Stellung gedreht werden. Tiefkühlgut möglichst nach Art getrennt in die Schubladen legen. Aanwijzingen voor de geïntegreerde inbouw De tochtstrip volgens de tekening op het apparaat aanbrengen. Lagergutsymbole/Gefrierkalender • Die Symbole auf den Schubladen zeigen unterschiedliche Arten von Tiefkühlgut. • Die Zahlen geben für die jeweilige Art von Tiefkühlgut die Lagerzeit in Monaten an. Ob der obere oder der untere Wert der angegebenen Lagerzeiten gültig ist, hängt von der Qualität der Lebensmittel und deren Vorbehandlung vor dem Einfrieren ab. Für Lebensmittel mit hohem Fettanteil gilt immer der untere Wert. Eiswürfel bereiten 1. 2. Eiswürfelschale zu 3/4 mit kaltem Wasser füllen, in den Gefrierraum stellen und gefrieren lassen. Zum Herauslösen der fertigen Eiswürfel die Eiswürfelschale verwinden oder kurz unter fließendes Wasser halten. Achtung! Eine eventuell angefrorene Eiswürfelschale keinesfalls mit spitzen oder scharfkantigen Gegenständen ablösen, sonst besteht die Gefahr, daß der Kältekreislauf beschädigt wird. Verwenden Sie den beiliegenden Kunststoffschaber. D765 Zet de apparatuur in de ruimte en zet deze net zover in de richting van de binnenwand tot de bedekkende rand (1) tegen de ombouw aanstaat en verzeker u ervan dat de onderste scharnier in één lijn staat met de wand van het meubel (2). 1 2 D022 Bevestig het apparaat aan de nis met de vier meegeleverde schroeven. (I= 3,5 x 13). I 29 16 Abtauen Zorg voor een goede ventilatie rond het apparaat 50 mm Om veiligheidsredenen moet de ventilatie zodanig zijn als in Figur aangegeven. Attentie: zorg ervoor dat de ventilatie openingen tijdens gebruik niet worden afgedekt. min. 200 cm 2 min. 200 cm2 D567 1. Nismaten Hoogte Breedte Diepte 720mm 550 mm 560 mm 2. Deurdraairichting Het deurscharnier kan van rechts (stand waarin hij wordt afgeleverd) naar links gewisseld worden als dat voor de opstelplaats nodig is. Waarschuwing! Bij het wisselen van de deurschnarnieren mag het apparaat niet op het lichtnet aangesloten zijn. Van te voren de stekker uit het stopcontact halen. 3. 4. 5. 6. Gefrierraum Im Gefrierraum schlägt sich während des Betriebs und beim Öffnen der Tür Feuchtigkeit als Reif nieder. Entfernen Sie diesen Reif von Zeit zu Zeit mit dem beiliegenden Kunststoffschaber. Starke Reifbildung im Gefrierraum erhöht den Energieverbrauch. Deshalb soll abgetaut werden, wenn die Reifsicht eine Dicke von ca. 4 Millimeter erreicht hat; mindestens jedoch einmal im Jahr. Ein geeigneter Zeitpunkt zum Abtauen ist auch immer dann, wenn das Gerät leer oder nur wenig beladen ist Um ein vollständiges Abtauen durchzuführen, geht man wie folgt vor: Tiefkühlgut herausnehmen, in mehrere Lagen Zeitungspapier einpacken und abgedeckt an einem kühlen Ort lagern. Gerät abschalten und den Netzstecker ziehen oder Sicherung abschalten bzw. herausdrehen. Gefrierraumtür geöffnet lassen. Kunstoffschaber als Tauwasserablauf in den Schlitz unterhalb der Tauwasser-ablaufrinne stecken D068 und Auffangschale unterstellen. Plastikschaber für späteren Gebrauch aufbewahren. Nach Beendigung des Abtauvorganges Netzstecker wieder einstecken und Temperaturregler auf die gewünschte Position einstellen. Achtung: Keinesfalls harte oder spitze Metallgegenstände zum Entfernen von Reif oder Eis benutzen. Verwenden Sie keine elektrischen Heiz-oder Wärmegeräte und keine anderen mechanischen oder künstlichen Hilfsmittel, um den Abtauvorgang zu beschleunigen, mit Ausnahme der in dieser Gebrauchs-anweisung empfohlenen. Ein Temperaturanstieg der Tiefkühlkost während des Abtauens könnte die Aufbewahrungsdauer verkürzen. 28 17 Gerät abschalten 1. 2. 3. 4. 5. Soll das Gerät für längere Zeit außer Betrieb genommen werden: Gefriergut sowie Eisschalen herausnehmen. Gerät abschalten, dazu Temperaturregler auf Stellung „0“ drehen, EIN/AUS Schalter drücken. Netzstecker ziehen oder Sicherung abschalten bzw. herausdrehen. Geräteraum gründlich reinigen (siehe Abschnitt "Reinigung und Pflege"). Türen anschließend geöffnet lassen, um Geruchsbildung zu vermeiden. Reinigung und Pflege 1. 2. 3. 4. 18 Aus hygienischen Gründen sollte das Geräteinnere, einschließlich Innenausstattung, regelmäßig gereinigt werden. Warnung! • Das Gerät darf während der Reinigung nicht am Stromnetz angeschlossen sein. Stromschlaggefahr! Vor Reinigungsarbeiten Gerät abschalten und Netzstecker ziehen oder Sicherung abschalten bzw. herausdrehen. • Das Gerät nie mit Dampfreinigungsgeräten reinigen. Feuchtigkeit könnte in elektrische Bauteile gelangen, Stromschlaggefahr! Heißer Dampf kann zu Schäden an Kunststoffteilen führen. • Das Gerät muß trocken sein, bevor Sie es wieder in Betrieb nehmen. Achtung! • Ätherische Öle und organische Lösungsmittel können Kunststoffteile angreifen, z. B. – Saft von Zitronen- oder Apfelsinenschalen; – Buttersäure; – Reinigungsmittel, die Essigsäure enthalten. Solche Substanzen nicht mit den Geräteteilen in Kontakt bringen. • Keine scheuernden Reinigungsmittel verwenden. Tiefkühlgut herausnehmen. Tiefkühlgut in mehrere Lagen Zeitungspapier einpacken. Alles abgedeckt an einem kühlen Ort lagern. Gefrierfach vor dem Reinigen abtauen (siehe Abschnitt "Abtauen"). Gerät einschließlich Innenausstattung mit einem Lappen und lauwar-mem Wasser reinigen. Eventuell etwas handelsübliches Geschirrspülmittel beigeben. Anschließend mit klarem Wasser nachwischen und trockenreiben. Opstellen Opstelplaats Het apparaat in een goed geventileerde en droge ruimte neerzetten. De omgevingstemperatuur heeft invloed op het stroomverbruik. Het apparaat daarom – niet aan directe straling van de zon blootstellen; – niet bij radiatoren, naast een kachel of andere warmtebronnen plaatsen; – alleen op een plaats neerzetten waarvan de omgevingstemperatuur overeenkomt met de klimaatcategorie waarvoor het apparaat is ont-worpen. De klimaatcategorieën staan op het merk- en type-aanduidingsplaatje dat zich links aan de binnenkant van het apparaat bevindt. De volgende tabel geeft aan welke omgevingstemperatuur bij welke klimaatcategorie behoort: Klimaatcategorie voor een omgevingstemperatuur van SN +10 tot +32 °C N +16 tot +32 °C ST +18 tot +38 °C T +18 tot +43 °C Als het onvermijdelijk is het apparaat naast een warmtebron te plaat-sen, aan weerszijden minimaal de volgende afstanden aanhouden: – tot elektrische kachels 3 cm; – tot olie- en kolenkachels 30 cm. Als men zich niet aan deze afstanden kan houden, is een warmte-isolatieplaat tussen kachel en koelapparaat aan te bevelen. Als het koelapparaat naast een ander koel- of diepvriesapparaat staat, is een afstand van 5 cm aan weerszijden aan te bevelen, zodat zich geen condens vormt aan de buitenkant van de apparaten. "Montage rechtstreeks onder een kookplaat is niet toegestaan. De temperaturen van de kookplaat, die op sommige plaatsen hoog zijn, kunnen het apparaat beschadigen. Indien een kookplaat in de buurt van het apparaat geïnstalleerd wordt, dienen de betreffende montage- en veiligheidsvoorschriften in acht genomen te worden. Gezien de veelzijdigheid van de mogelijke installatievoorwaarden is het onmogelijk hier gedetailleerde informatie te verschaffen. Men dient te voorkomen dat de ijskast warm wordt, door een geschikte afstand van de warmtebron aan te houden en door middel van het gebruik van een geschikte isolatieplaat. Bovendien dient een correcte ventilatie van het apparaat gegarandeerd te worden." 27 Weggooien Informatie over de verpakking van het apparaat Alle gebruikte grondstoffen zijn milieuvriendelijk! Ze kunnen zonder gevaar weggegooid of in de vuilverbrandingsoven verbrand worden! De grondstoffen: de kunststoffen kunnen ook opnieuw gebruikt worden en worden als volgt gekarakteriseerd: >PE< voor polyethyleen, bijv. bij de buitenste verpakking en de zakken binnenin. >PS< voor schuimpolystyrol, bijv. bij de bekledingsdelen, in principe FCKWvrij. De kartonnen delen zijn van oud papier gemaakt en kunnen ook weer bij het oud-papier gedaan worden. Weggooien van oude apparaten Wegens milieuredenen dienen koelapparaten vakkundig ontmanteld te worden. Dit geldt voor uw huidige apparaat en - als het ook aan vervanging toe is - ook voor uw nieuwe apparaat. Waarschuwing! Apparaten die hun tijd gehad hebben onbruikbaar maken voordat ze weggegooid worden. Stekker er afhalen, netsnoer doorknippen, eventuele snap- of grendelsloten verwijderen of kapot-maken. Hierdoor wordt voorkomen dat spelende kinderen in het apparaat opgesloten worden (verstikkingsgevaar!) of in andere levensgevaarlijke situaties terechtkomen. Aanwijzingen voor het weggooien: • Het apparaat mag niet bij het huis- of grofvuil gezet worden. • Het koelvloeistofcircuit, in het bijzonder de warmtewisselaar aan de achterkant, mag niet beschadigd worden. • Informatie over afhaaltijden of inzamelplaatsen zijn te verkrijgen bij de plaatselijke reinigingsdienst of op het gemeentehuis. Transportbescherming verwijderen 5. Staubablagerungen am Verflüssiger erhöhen den Energieverbrauch. Deshalb einmal im Jahr den Verflüssiger an der Geräterückseite mit einer weichen Bürste oder mit dem Staubsauger vorsichtig reinigen. Nachdem alles trocken ist, Lebensmittel wieder einlagern und Gerät wieder in Betrieb nehmen. Tips zur Energie-Einsparung • Das Gerät nicht in der Nähe von Herden, Heizkörpern oder anderen Wärmequellen aufstellen. Bei hoher Umgebungstemperatur läuft der Kompressor häufiger und länger. • Ausreichende Be- und Entlüftung des Gerätes gewährleisten. Lüf-tungsöffnungen niemals abdecken. • Keine warmen Speisen in das Gerät stellen. Warme Speisen erst abkühlen lassen. • Tür nur so lange wie nötig geöffnet lassen. • Die Temperatur nicht kälter als nötig einstellen. • Den Verflüssiger, das Metallgitter an der Geräterückseite, immer sauber halten. Was tun, wenn ... Abhilfe bei Störungen Möglicherweise handelt es sich bei einer Störung nur um einen kleinen Fehler, den Sie anhand nachfolgender Hinweise selbst beheben können. Führen Sie keine weiteren Arbeiten selbst aus, wenn nachstehende Informationen im konkreten Fall nicht weiterhelfen. Warnung! Reparaturen am Kältegerät dürfen nur von Fachkräften durchgeführt werden. Durch unsachgemäße Reparaturen können erhebliche Gefahren für den Benutzer entstehen. Wenden Sie sich im Reparaturfall an Ihren Fachhändler oder an unseren Kundendienst. Het apparaat alsmede de onderdelen van het interieur zijn voor het transport beschermd. • Alle plakband alsmede bekledingsdelen uit het interieur verwijderen. 26 19 Störung Mögliche Ursache Gerät ist nicht eingeschaltet Gerät arbeitet nicht, keine Kontolleuchte brennt. Abhilfe Gerät einschalten. Netzstecker ist nicht eingeNetzstecker einstecken. steckt oder lose. Sicherung hat ausgelöst oder Sicherung überprüfen, gegeist defekt. benenfalls erneuern. Störungen am Stromnetz Steckdose ist defekt. behebt Ihr Elektrofachmann. Grüne Lampe leuchtet nicht, gelbe Lampe leuchtet bei einGrüne Lampe defekt. geschalteter Schnellgefrierfunktion Gelbe Lampe leuchtet nicht bei eingeschalteter SchnellGelbe Lampe defekt. gefrierfunktion, Gerät arbeitet. Kundendienst verständigen. Kundendienst verständigen. Temperaturregler vorübergehend auf wärmere Einstellung drehen. Bitte im Abschnitt “InbetriebTemperatur ist nicht richtig nahme und TemperaturregeDie Gefrieraumtemperatur ist eingestellt. lung” nachsehen. nicht ausreichend, rote Lampe Tür nur so lange wie nötig leuchtet. Tür war längere Zeit geöffnet. geöffnet lassen, Schnellgefrier betätigen. Gerät kühlt zu stark. Temperatur ist zu kalt eingestellt. Innerhalb der letzten 24 Stunden wurden größere Scnellgefrierschalter betätigen Mengen warmer Lebensmittel eingelagert. Die Gefrieraumtemperatur ist Das Gerät steht neben einer nicht ausreichend, rote Lampe Wärmequelle leuchtet. Störung am Gerät Bitte im Abschnitt “Aufstellort” nachsehen. Schnellgefrierschalter einschalten, Gefrierschrank geschlossen halten, Kundendienst verständigen An den undichten Stellen Türdichtung vorsichtig mit einem Haartrockner erwärmen (nicht Starke Reifbildung im Gerät, Türdichtung ist undicht (evtl. wärmer als ca. 50 °C). Gleichevtl. auch an der Türdichtung. zeitig die erwärmte Türdichnach Türanschlagwechsel). tung von Hand so in Form ziehen, daß sie wieder einwandfrei anliegt. snap– of grendelsloten verwijderen of kapotmaken. Daardoor wordt voorkomen dat spelende kinderen in het apparaat opgesloten raken (stikgevaar!) of in andere levensgevaarlijke situaties terecht komen. • Kinderen kunnen gevaren die in het omgaan met huishoudelijke apparaten schuilen vaak niet herkennen. Zorg daarom voor de nodige toezicht en laat kinderen niet met het apparaat spelen. Bij dagelijks gebruik • Containers met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lek raken door de inwerking van koude. Explosiegevaar! Leg geen containers met brandbare stoffen zoals bijv. spraybussen, aanstekers, navullin-gen van aanstekers etc. in het koelapparaat. • Flessen en blikken mogen niet in het vriesvak. Ze kunnen springen als de inhoud bevriest – bij koolzuurhoudende inhoud zelfs exploderen! Leg noit limonades, sappen, bier, wijn, champagne etc. in het vriesvak. Uitzondering: sterke drank met een zeer hoog alcohol percentage kan in het vriesvak gelegd worden. • Consumptie-ijs en ijsblokjes niet direct vanuit de vriesruimte in de mond steken. Zeer koud ijs kan aan de lippen of de tong vastvriezen en verwondingen veroorzaken. • Niet met natte handen aan diepvriesartikelen komen. De handen kunnen daaraan vastvriezen. • Geen elektrische apparaten (bijv. elektrische ijsmachines, mixers etc.) in het koelapparaat gebruiken. • Voor het schoonmaken het apparaat altijd uitzetten en de stekker uit het stopcontact trekken of de zekering in de woning uitschakelen c.q. er uit draaien. • De stekker altijd aan de stekker zelf uit het stopcontact trekken, nooit aan het snoer. Bij storing • Als er een storing aan het apparaat optreedt eerst in de gebruiks-aanwijzing kijken onder “Wat te doen als ...”. Als de daar gegeven aanwijzingen niet verder helpen zelf niet verder aan het apparaat werken. • Koelapparaten mogen alleen dooor geschoold personeel gerepareerd worden. Door ondeskundige reparaties kunnen grote gevaren ont-staan. Wend u zich bij reparaties tot uw vakhandel of tot onze klantendienst. 25 20 Veiligheid De veiligheid van onze koelapparaten voldoet aan de Europese en Nederlandse normen. Desondanks zien wij ons genoodzaakt u met de volgende veiligheidsaanwijzingen vertrouwd te maken: Störung Gerät steht nicht gerade. Ungewöhnliche Geräusche. Reglementaire toepassing • Het koelapparaat is voor huishoudelijk gebruik bestemd. Het is geschikt voor het invriezen en diepgevroren bewaren van levensmiddelen en voor het maken van ijs. Als het apparaat voor andere doeleinden gebruikt wordt kan de fabrikant geen verantwoording nemen voor eventuele schaden. • Het ombouwen van of veranderingen aan het koelapparaat aanbrengen is uit veiligheidsoverwegingen niet toegestaan. • Als het koelapparaat commercieel of voor andere doeleinden dan voor diepgevroren bewaren en invriezen van levensmiddelen gebruikt wordt, s.v.p. letten op de hiervoor van kracht zijnde wettelijke bepalingen. Voordat het apparaat voor de eerste keer in gebruik genomen wordt • Controleer het koelapparaat op transportschaden. Een beschadigd apparaat in geen geval aansluiten! Wend u in geval van schade tot de leverancier. Koelmiddelen Het apparaat bevat in het koelvloeistofcircuit de koelvloeistof Isobutan (R600a), een natuurlijk, zeer milieuvriendelijk gas, dat echter wel brandbaar is. • Bij het transport en het opstellen van het apparaat erop letten dat geen onderdelen van het koelvloeistofcircuit beschadigd worden. • Bij beschadiging van het koelvloeistofcircuit: – open vuur en brandhaarden absoluut vermijden; – het vertrek waar het apparaat staat goed ventileren. Mögliche Ursache Nach Änderung der Temperatureinstellung läuf der Kompressor nicht sofort an. Abhilfe Verstellfüße nachjustieren. Gerät hat Kontakt mit der Wand oder mit anderen Gerät etwas wegrücken. Gegenständen. Ein Teil, z. B. ein Rohr, an der Geräterückseite berührt ein Gegebenenfalls dieses Teil anderes Geräteteil oder die vorsichtig wegbiegen. Wand. Dies ist normal, es liegt keine Der Kompressor läuft nach Störung vor. einiger Zeit selbsttätig an. Hinweis: Überprüfen Sie regelmäßig an der roten Temperatur-Kontrolllampe und am Thermometer das Einhalten der Lagertemperatur. Bestimmungen, Normen, Richtlinien Das Kältegerät ist für den Haushalt bestimmt und wurde unter Beachtung der für diese Geräte geltenden Normen hergestellt. Bei der Fertigung wurden insbesondere die nach dem Gerätesicherheitsgesetz (GSG), der Unfallverhütungsvorschrift für Kälteanlagen (VBG 20) und den Bestimmungen des Verbandes Deutscher Elektrotechniker (VDE) notwendigen Maßnahmen getroffen. Der Kältekreislauf wurde auf Dichtheit geprüft. Dieses Gerät entspricht den folgenden EG-Richtlinien: – 73/23/EWG vom 19.2.1973 - Niederspannungsrichtlinie – 89/336/EWG vom 3.5.1989 (einschließlich Änderungsrichtlinie 92/31/EWG) - EMV-Richtlinie Veiligheid van kinderen • Verpakkingsdelen (bijv. foliën, piepschuim) kunnen voor kinderen gevaarlijk zijn. Stikgevaar! Verpakkingsmateriaal van kinderen weghouden! • Oude apparaten voor het weggooien onbruikbaar maken. Stekker uit het stopcontact trekken, stroomkabel doorknippen, eventueel aanwezige 24 21 Inhoud Geachte klant, Lees eerst aandachtig de gebruiksaanwijzing door voordat u uw nieuwe koelapparaat in gebruik neemt. Hierin staat belangrijke informatie over een veilig gebruik, over het opstellen en over het onderhoud van het apparaat. De gebruiksaanwijzing s.v.p. bewaren voor latere naslag. Aan eventuele volgende bezitters van het apparaat doorgeven. Deze gebruiksaanwijzing is voor meerdere, technisch vergelijkbare modellen in diverse uitvoeringen bestemd. S.v.p. alleen op de aanwijzingen letten die op Uw apparaat betrekking hebben. Met de waarschuwingsdriehoek en/of door signaalwoorden (Waarschuwing!, Voorzichtig!, Let op!) wordt de aandacht gevestigd op aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het juist functioneren van het apparaat. Hier absoluut op letten. Na dit symbool wordt uitleg gegeven over de bediening en het prak-tisch gebruik van het apparaat. Met het klaverblad worden tips en aanwijzingen voor een econo-mischen milieuvriendelijk gebruik van het apparaat aangegeven. Voor eventueel optredende storingen staan in de handleiding aanwijzingen om deze zelf op te lossen, zie Hoofdstuk "Wat te doen als...". Als deze aanwijzingen niet voldoende informatie bieden staat onze klantendienst u te allen tijde ter beschikking. Veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .24 Weggooien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26 Informatie over de verpakking van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . .26 Weggooien van oude apparaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26 Transportbescherming verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26 Opstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27 Opstelplaats . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27 Zorg voor een goede ventilatie rond het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . .28 Nismaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28 Deurdraairichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28 Aanwijzingen voor de geintegreerde inbouw . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .29 Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32 Voor ingebruikname . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33 Bedienings- en kontroleinrichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33 Akoestisch temperatuursignaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34 In gebruik nemen en temperatuurregeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34 Invriezen en diepgevroren opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35 Symbolen bewaarde producten/ Diepvrieskalender . . . . . . . . . . . . .36 Het maken van ijsblokjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36 Ontdooien en reinigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .37 Apparaat uitzetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .38 Tips om energie te besparen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .39 Wat te doen als . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .39 Hulp bij storingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .39 Doel, normen, richtlijnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .41 Gedrukt op milieuvriendelijk vervaardigd papier wie ecologisch denkt, handelt ook zo ... 22 23
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22

Aeg-Electrolux AG77250-4I Handleiding

Type
Handleiding