61
Invriezen en bewaren
Ontdooien
Als het apparaat aanstaat en als de deur geopend wordt, slaat vocht in het
interieur, in het bijzonder op de verdampers, als rijp neer. Deze rijp van tijd tot
tijd met de bijgevoegde plastic schraper verwijderen. In geen geval hiervoor
harde of spitse voorwerpen gebruiken.
Het apparaat dient in ieder geval ontdooid te worden als de rijplaag ca. 4 mm
dik is: echter minimaal eenmaal per jaar. Een geschikt moment voor het ont-
dooien is als het apparaat leeg is of als er nog maar weinig artikelen in liggen.
Waarschuwing!
• Geen elektrische verwarmingsapparaten en geen andere mechanische of
kunstmatige hulpmiddelen gebruiken om het ontdooien te versnellen, met
uitzondering van de hulpmiddelen die in deze gebruiksaanwijzing aanbevo-
len worden.
• Geen ontdooisprays gebruiken, deze kunnen gevaarlijk voor de gezondheid
zijn en/of stoffen bevatten die kunststof aantasten.
Voorzichtig! Niet met natte handen aan bevroren artikelen komen. De handen
kunnen daaraan vastvriezen.
1. Als er grote hoeveelheden diepvriesproducten in het apparaat liggen, ca. 12
uur vóór het ontdooien de snelvries-functie inschakelen om te zorgen voor een
koudereserve in de diepvriesproducten.
2. Bevroren artikelen er uitnemen, in meerdere lagen krantenpapier wik-kelen en
op een koele plaats leggen, bijv. in de koelkast.
3. Apparaat uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken of de zekering
in de huisinstallatie uitschakelen.
4. Alle laden, behalve de onderste, er uit halen. De onderste lade dient als prakti-
sche dooiwateropvang.
Tip: Om het ontdooien te versnellen een pan met heet water in het apparaat
zetten en de deur sluiten. Afgevallen stukken ijs voordat ze volledig ontdooien
verwijderen.
5. Na het ontdooien apparaat incl. accessoires grondig reinigen (zie hoofdstuk
"Reiniging en onderhoud").
Symbolen bewaarde producten/Diepvrieska-
lender
• De symbolen op de laden geven de
diverse soorten diepvriesproducten aan.
• De getallen geven voor iedere soort
diepvriesproduct de bewaartijd in
maanden aan. Of de hoogste of de laag-
ste waarde van de aangegeven bewaartijd geldt, hangt af van de kwaliteit van
de levensmiddelen en de behandeling voorafgaand aan het invriezen. Voor
levensmiddelen met een hoog vetgehalte geldt altijd de laagste waarde.