Samsung AJ100TXJ5KG/EU Handleiding

Type
Handleiding
Airconditioner
Installatiehandleiding
AJ100TXJ5KG
Dank u voor uw aankoop van deze airconditioner van Samsung.
Voordat u het apparaat bedient, verzoeken wij u deze handleiding zorgvuldig te lezen en te
bewaren voor raadpleging in de toekomst.
2
Nederlands
Inhoud
Ga voor informatie over de milieuverbintenissen en productspecifieke wettelijke verplichtingen van Samsung,
zoals REACH, WEEE, batterijen, naar: samsung.com/uk/aboutsamsung/samsungelectronics/corporatecitizenship/
data_corner.html
Veiligheidsinformatie 3
Veiligheidsinformatie 3
Installatieprocedure 8
Stap 1 De installatielocatie kiezen 8
Stap 2 Accessoires en hulpmiddelen controleren en voorbereiden 11
Stap 3 De buitenunit op zijn plek vastzetten 11
Stap 4 De stroomsnoeren, de communicatiekabels en de bedieningen aansluiten 12
Stap 5 Optioneel: het stroomsnoer verlengen 17
Stap 6 De koelleiding aansluiten 19
Stap 7 Optioneel: Snijden en affakkelen van de leidingen 20
Stap 8 De luchtleiding aansluiten en het circuit ontluchten 21
Stap 9 Uitvoeren van gaslektesten 22
Stap 10 Koelmiddel toevoegen (R-32) 23
Stap 11 De aftapslang aansluiten op de buitenunit 25
Stap 12 De aarding controleren 25
Stap 13 Adres van binnenunit instellen en installatieoptie 26
Stap 14 Bedieningstest in Cool- en Heat-modi 35
Stap 15 Optioneel: Instellen op alleen Cool- of Heat-modus 35
Stap 16 Optioneel: Stroomverbeteringsmodus 36
Extra procedures 37
Koelmiddel naar beneden pompen 37
De binnen- en buitenunits verplaatsen 37
De afsluiter gebruiken 38
Bijlagen 39
Probleemoplossing 39
3
Nederlands
Veiligheidsinformatie
WAARSCHUWING: Deze handleiding lezen
Lees en leef alle veiligheidsinformatie en -voorschriften na voordat u dit apparaat installeert, gebruikt of een
onderhoud geeft. Een foute installatie, fout gebruik of fout onderhoud van dit apparaat kan leiden tot overlijden,
ernstig letsel of eigendomsschade. Houd deze instructies bij dit apparaat. Deze handleiding kan worden gewijzigd.
De recentste versie vindt u op www.samsung.com.
Kennisgevingen en opmerkingen
Om u op de hoogte te brengen van de veiligheidsberichten en gemarkeerde informatie, gebruiken we in de hele
handleiding de volgende kennisgevingen en opmerkingen:
WAARSCHUWING
Risico's of onveilige praktijken die kunnen leiden tot ernstig persoonlijk letsel of overlijden.
LET OP
Risico's of onveilige praktijken die kunnen leiden tot licht persoonlijk letsel of materiële schade.
BELANGRIJK
Bijzonder nuttige informatie
OPMERKING
Extra informatie die nuttig kan zijn
WAARSCHUWING: Traag brandend materiaal (Dit toestel is gevuld met R-32.)
De gebruikers- en installatiehandleiding moeten zorgvuldig worden doorgenomen.
De gebruikers- en installatiehandleiding moeten zorgvuldig worden doorgenomen.
De onderhoudshandleiding moet zorgvuldig worden doorgenomen.
WAARSCHUWING
De installatie en test van dit apparaat moeten worden uitgevoerd door een gekwalificeerd technicus.
De instructies in deze handleiding zijn niet bedoeld om een goede opleiding of geschikte ervaring in de veilige
installatie van het apparaat te vervangen.
Installeer de airconditioner altijd in overeenstemming met de huidige plaatselijke, nationale en Europese
veiligheidsnormen.
Veiligheidsinformatie
4
Veiligheidsinformatie
Nederlands
Veiligheidsinformatie
Algemene informatie
WAARSCHUWING
Lees de inhoud van deze handleiding zorgvuldig door
voordat de airconditioner wordt geïnstalleerd en
bewaar de handleiding op een veilige plaats zodat
deze na installatie kan dienen als referentie.
Voor maximale veiligheid moeten personen die de
unit installeren, de volgende waarschuwingen altijd
zorgvuldig lezen.
Bewaar de werkings- en installatiehandleiding
op een veilige plaats en geef deze bij verkoop of
overdracht van de airconditioner aan de nieuwe
eigenaar.
Deze handleiding legt de installatie uit van een
binnenunit met een gesplitst systeem met twee
units van SAMSUNG. Het gebruik van andere typen
eenheden met verschillende beheersystemen kan de
units beschadigen en de garantie ongeldig maken. De
fabrikant is niet aansprakelijk voor schade als gevolg
van het gebruik van niet-conforme units.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die
voortkomt uit ongeautoriseerde aanpassingen of
onjuiste elektrische aansluitingen en de vereisten
zoals uiteengezet in de tabel 'Werkingslimieten' in
de handleiding. Dergelijke wijzigingen maken de
garantie onmiddellijk ongeldig.
De airconditioner mag alleen worden gebruikt
voor de toepassingen waarvoor het apparaat is
ontworpen: de binnenunit is niet geschikt voor
installatie in ruimten die worden ingezet als
wasruimte.
Gebruik de units niet als deze zijn beschadigd. Als
er problemen optreden, schakel de unit dan uit en
koppel deze los van de stroomtoevoer.
Om elektrische schok, brand en letsel te
voorkomen, moet de unit altijd worden gestopt,
de beschermingsschakelaar worden uitgeschakeld
en contact worden opgenomen met de technische
ondersteuning van SAMSUNG als de unit rook
produceert, als het stroomsnoer heet of beschadigd
is of als de unit veel lawaai maakt.
Zorg ervoor dat de unit, elektrische aansluitingen,
leidingen met koelmiddel en beschermingen
regelmatig worden geïnspecteerd. Deze bewerkingen
mogen alleen door gekwalificeerd personeel worden
uitgevoerd.
De unit bevat bewegende delen, die te allen
tijde buiten bereik van kinderen moeten worden
gehouden.
Probeer de unit niet zelf te repareren, te verplaatsen,
te wijzigen of opnieuw te installeren. Als deze
bewerkingen worden uitgevoerd door niet-
geautoriseerd personeel, kunnen deze elektrische
schokken of brand veroorzaken.
Plaats geen containers met vloeistof of andere
objecten op de unit.
Alle materialen die zijn gebruikt voor het
vervaardigen en verpakken van de airconditioner
kunnen worden gerecycled.
Het verpakkingsmateriaal en gebruikte batterijen
van de afstandsbediening (optioneel) moeten in
overeenstemming met de huidige wetgeving worden
afgevoerd.
De airconditioner bevat koelmiddel dat als speciaal
afval moet worden afgevoerd. Aan het eind van de
levensduur moet de airconditioner worden afgevoerd
naar geautoriseerde centra of worden geretourneerd
naar de verkoper zodat deze op juiste en veilige wijze
kan worden afgevoerd.
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door
personen (waaronder ook kinderen) met een
verminderd fysiek, zintuiglijk of geestelijk vermogen
of gebrek aan kennis en ervaring, tenzij iemand die
voor hun veiligheid verantwoordelijk is toezicht op
hen houdt of hen aanwijzingen geeft over het gebruik
van het apparaat. Kinderen moeten onder supervisie
staan om te controleren dat ze niet met het apparaat
spelen.
Gebruik niets om het ontdooien of schoonmaken te
versnellen, tenzij wat door Samsung is aanbevolen.
Niet doorboren of verbranden.
Vergeet niet dat koelmiddelen mogelijk geurloos zijn.
Bij gebruik in Europa: Dit apparaat kan gebruikt
worden door kinderen van 8 jaar of ouder en
personen met een verminderd fysiek, zintuiglijk
of geestelijk vermogen of gebrek aan kennis en
ervaring indien er toezicht op hen wordt gehouden
of ze aanwijzingen hebben gekregen over het veilige
gebruik en de risico’s hiervan begrijpen. Kinderen
mogen niet met het apparaat spelen. Het reinigen
en dagelijkse onderhoud van het apparaat mag niet
zonder supervisie door kinderen worden uitgevoerd.
Veiligheidsinformatie
5
Nederlands
Veiligheidsinformatie
De unit installeren
WAARSCHUWING
BELANGRIJK: Bij het installeren van de unit moeten
altijd eerst de koelingsleidingen worden aangesloten
en daarna de elektrische verbindingen.
Inspecteer het product bij ontvangst om te
verzekeren dat het niet is beschadigd tijdens
het transport. Als het product beschadigd lijkt,
INSTALLEER HET DAN NIET en meld de schade
onmiddellijk bij de transporteur of de verkoper (als
de installateur of de geautoriseerde technicus het
materiaal bij de verkoper heeft opgehaald).
Voer na het afronden van de installatie altijd een
functionele test uit. Leg de gebruiker ook uit hoe de
airconditioner moet worden bediend.
Gebruik de airconditioner niet in omgevingen met
gevaarlijke substanties of in de buurt van apparatuur
waarbij open vlammen vrijkomen, om brand,
explosies en/of letsel te voorkomen.
Onze units moeten worden geïnstalleerd volgens
de ruimtevereisten zoals aangegeven in de
installatiehandleiding, om de toegankelijkheid van
beide zijden te garanderen en de uitvoering van
onderhoud en reparaties mogelijk te maken. De
onderdelen van de unit moeten toegankelijk en
eenvoudig te demonteren zijn, zonder mensen en
voorwerpen in gevaar te brengen.
Om deze reden worden kosten voor toegang
tot en reparatie van de units (onder VEILIGE
OMSTANDIGHEDEN, zoals beschreven in geldende
regelgevingen) met harnassen, ladders, steigers of
een ander hefsysteem, indien niet is voldaan aan de
voorwaarden in deze installatiehandleiding, NIET
gedekt door de garantie en worden aan de eindklant
doorbelast.
Tijdens de installatie of verplaatsing van het product
mag het koelmiddel niet worden gemengd met
andere gassen, inclusief lucht of niet-gespecificeerd
koelmiddel. Als u dit niet doet, kan drukverhoging
resulteren in scheuren of letsel.
Snijd of verbrand de verpakking of leidingen van het
koelmiddel niet.
Gebruik schone onderdelen zoals manometer,
vacuümpomp en vulslang voor het koelmiddel.
Installatie moet worden uitgevoerd door
gekwalificeerd personeel voor het hanteren van het
koelmiddel. Raadpleeg bovendien de voorschriften
en wetten.
Zorg ervoor dat vreemde stoffen (smeerolie, ander
koelmiddel dan R32, water, enz.) niet in de leidingen
terechtkomen.
Wanneer mechanische ventilatie vereist is, moeten
de ventilatieopeningen vrij gehouden worden van
obstructies.
Volg de lokale wet- en regelgeving voor het afvoeren
van het product.
Werk niet op een afgesloten plaats.
Het werkgebied moet worden geblokkeerd.
De koelmiddelleidingen moeten zodanig worden
geïnstalleerd in de positie dat er geen stoffen zijn die
kunnen leiden tot corrosie.
De volgende controles moeten worden uitgevoerd
voor installatie:
De ventilatieapparaten en -uitlaten werken
normaal en worden niet belemmerd.
Markeringen en tekens op de apparatuur moeten
zichtbaar en leesbaar zijn.
De kamer ventileren bij lekkage van het koelmiddel.
Wanneer het gelekte koelmiddel wordt blootgesteld
aan vuur, kan dit leiden tot vorming van giftige
gassen.
Zorg ervoor dat het werkgebied veilig is voor
ontvlambare stoffen.
Gebruik een vacuümpomp om lucht in het koelmiddel
te verwijderen.
Merk op dat het koelmiddel geurloos is.
De units zijn niet explosieveilig, dus ze moeten
worden geïnstalleerd zonder explosiegevaar.
Dit product bevat gefluoreerde gassen die bijdragen
aan het globale broeikaseffect. Daarom geen gassen
in de atmosfeer aflaten.Ventileer geen gas in de
atmosfeer.
6
Veiligheidsinformatie
Nederlands
Veiligheidsinformatie
Als u bij de installatie het koelmiddel R-32
gebruikt, gebruik dan speciaal gereedschap en
leidingmateriaal.
Onderhoud moet worden uitgevoerd zoals
aanbevolen door de fabrikant. In het geval dat andere
vakmensen worden vergezeld voor onderhoud,
wordt dit uitgevoerd onder toezicht van de persoon
die bevoegd is voor het omgaan met brandbare
koelmiddelen.
Voor onderhoud aan de units met ontvlambare
koelmiddelen zijn veiligheidscontroles vereist om het
risico van ontbranding te minimaliseren.
Onderhoud moet worden uitgevoerd volgens
de gecontroleerde procedure om het risico van
brandbaar koelmiddel of gas te minimaliseren.
Niet installeren waar het risico bestaat dat brandbaar
gas lekt.
Plaats geen warmtebronnen.
Wees voorzichtig en genereer geen vonk als volgt:
Verwijder de zekeringen niet als de stroom
ingeschakeld is.
Haal de stekker niet uit het stopcontact als de
stroom ingeschakeld is.
Het is aanbevolen om het stopcontact op een
hoge positie te plaatsen. Plaats de snoeren zo dat
ze niet verward raken.
Als de binnenunit niet compatibel is met R-32,
verschijnt er een foutsignaal en werkt het apparaat
niet.
Controleer na de installatie op lekkage. Er kan giftig
gas worden gegenereerd en als het in contact komt
met een ontstekingsbron, zoals luchtverhitter, kachel
en gasflessen, moet u ervoor zorgen dat alleen
de terugwincilinders van het koelmiddel worden
gebruikt.
Raak nooit een toevallig lekkend koelmiddel
rechtstreeks aan.
Dit kan resulteren in ernstige wonden veroorzaakt
door bevriezing.
Voorbereiding van de brandblusser
Als er een warm werk moet worden verricht, moet
geschikt brandblusapparatuur beschikbaar zijn.
kʪ͝ʒθͱͱ˝Χͱʪʒʪθࣗͱ˙AĮࠕࣗɵθɇ͝ʒɵ̷Їϑϑʪθ͔ͱʪϩ̈͝ʒʪ
buurt van het vulterrein aanwezig zijn.
Vrij van ontstekingsbronnen
Bewaar de units op een plaats zonder continu
werkende ontstekingsbronnen te gebruiken
(bijvoorbeeld open vuur, een werkende gastoestel of
een werkende elektrische verwarming).
De onderhoudsmonteurs mogen geen
ontstekingsbronnen gebruiken met gevaar voor
brand of ontploffing.
Potentiële ontstekingsbronnen moeten
weggehouden worden van het werkterrein waar het
ontvlambare koelmiddel mogelijk naar de omgeving
kan worden vrijgegeven.
Het werkgebied moet worden gecontroleerd om
ervoor te zorgen dat er geen ontvlambare gevaren of
ontstekingsrisico's zijn. Het bord Niet Roken” wordt
bijgevoegd.
In geen geval mogen potentiële onstekingsbronnen
worden gebruikt tijdens het detecteren van lekkage.
Zorg ervoor dat de afdichtingen of
afdichtingsmaterialen niet verslechteren.
Veilige onderdelen zijn degene waarmee de
werknemer in een ontvlambare atmosfeer kan
werken. Andere onderdelen kunnen leiden tot
ontsteking als gevolg van lekkage.
Vervang onderdelen alleen door Samsung
gespecificeerde onderdelen. Andere onderdelen
kunnen ertoe leiden dat koelmiddel in de atmosfeer
ontbrandt door een lek.
Gebied ventilatie
Zorg ervoor dat het werkgebied goed geventileerd is
voordat u een warm werk uitvoert.
Ventilatie moet zelfs tijdens de werkzaamheden
worden uitgevoerd.
De ventilatie moet alle vrijgekomen gassen veilig
verspreiden en bij voorkeur in de atmosfeer uitstoten.
Ventilatie moet zelfs tijdens de werkzaamheden
worden uitgevoerd.
7
Nederlands
Veiligheidsinformatie
Lekdetectiemethoden
De lekdetector moet in een gebied zonder koelmiddel
worden gekalibreerd.
Zorg ervoor dat de detector geen potentiële
ontstekingsbron is.
De lekdetector moet worden ingesteld op de LFL
(onderste ontvlambaarheidsgrens).
Het gebruik van schoonmaakmiddelen die chloor
bevatten, moet bij reiniging worden vermeden omdat
het chloor kan reageren met het koelmiddel en de
leidingen kan aantasten.
Als lekkage wordt vermoed, moet open vuur worden
verwijderd.
Als tijdens het hardsolderen een lekkage wordt
gevonden, wordt het gehele koelmiddel uit het
product teruggewonnen of geïsoleerd (bijvoorbeeld
met behulp van afsluitkleppen). Het mag niet direct
in het milieu worden geloosd. Zuurstofvrije stikstof
(OFN) moet worden gebruikt om het systeem voor en
tijdens het hardsoldeerproces te reinigen.
Het werkgebied moet vóór en tijdens het werk
worden gecontroleerd met een geschikte detector
voor het koelmiddel.
Zorg ervoor dat de lekdetector geschikt is voor
gebruik met ontvlambare koelmiddelen.
Labeling
De onderdelen moeten worden gelabeld om ervoor
te zorgen dat ze zijn ontmanteld en het koelmiddel is
geleegd.
De labels worden van een datum voorzien.
Zorg ervoor dat de labels op het systeem zijn
bevestigd om aan te geven dat het ontvlambaar
koelmiddel bevat.
Herwinnen
Bij het verwijderen van koelmiddel uit het systeem
voor onderhoud of buitenbedrijfstelling, wordt
het aanbevolen om het volledige koelmiddel te
verwijderen.
Zorg bij het overbrengen van koelmiddel in cilinders
ervoor dat alleen de terugwincilinders van het
koelmiddel worden gebruikt.
Alle cilinders gebruikt voor het teruggewonnen
koelmiddel worden gelabeld.
Cilinders moeten zijn uitgerust met
overdrukventielen en afsluitkleppen in de juiste
volgorde.
Het systeem van terugwinnen functioneert normaal
volgens de gespecificeerde instructies en moet
geschikt zijn voor het terugwinnen van koelmiddel.
Bovendien zullen de kalibratieschalen normaal
werken.
Slangen moeten zijn uitgerust met lekvrije
ontkoppelingskoppelingen.
Controleer de status van het systeem van
terugwinnen en de status van afdichting alvorens
het terugwinnen te starten. Raadpleeg de fabrikant
indien verdacht.
Het teruggewonnen koelmiddel wordt teruggestuurd
naar de leverancier in de juiste terugwincilinders met
de opmerking over de afvaloverdracht bijgvevoegd.
Meng geen koelmiddelen in de terugwinunits of
cilinders.
Als compressoren of compressoroliën moeten
worden verwijderd, zorg er dan voor dat ze zijn
geëvacueerd tot het aanvaardbare niveau om ervoor
te zorgen dat er geen brandbaar koelmiddel in het
smeermiddel achterblijft.
Het evacuatieproces wordt uitgevoerd voordat de
compressor naar de leveranciers wordt gestuurd.
Alleen de elektrische verwarming aan de
compressorbehuizing mag het proces versnellen.
De olie moet veilig uit het systeem worden afgetapt.
Installeer nooit een apparaat aangedreven door een
motor om ontbranding te voorkomen.
Lege terugwincilinders moeten vóór terugwinning
worden geëvacueerd en gekoeld.
8
Installatieprocedure
Nederlands
Installatieprocedure
Stroomtoevoerleiding, zekering of
beveiligingsschakelaar
WAARSCHUWING
Zorg er altijd voor dat de voeding in
overeenstemming is met huidige veiligheidsnormen.
Installeer de airconditioner altijd in overeenstemming
met de huidige plaatselijke veiligheidsnormen.
Controleer altijd of een geschikte aardingsaansluiting
beschikbaar is.
Controleer of de spanning en frequentie van de
voeding overeenkomt met de specificaties en of de
geïnstalleerde stroom voldoende is om de werking
van elk ander huishoudelijk apparaat te waarborgen
dat op dezelfde elektrische leidingen is aangesloten.
Controleer altijd of de uitschakel- en
beschermingsschakelaars de juiste afmetingen
hebben.
Controleer of de airconditioner op de voeding is
aangesloten in overeenstemming met de instructies
in het bedradingsdiagram dat in de handleiding is
opgenomen.
Controleer altijd of de elektrische aansluitingen
(kabelinvoer, kabelsplitsingen, beschermingen...)
in overeenstemming zijn met de elektrische
specificaties en met de instructies in het
bedradingsschema. Controleer altijd of alle
aansluitingen in overeenstemming zijn met de
normen die van toepassing zijn op de installatie van
airconditioners.
Apparaten die van de stroomtoevoer ontkoppeld
zijn, moeten geheel ontkoppeld zijn volgens de
voorwaarden van de overspanningscategorie.
Zorg ervoor dat u het stroomsnoer niet wijzigt,
de draad niet verlengt en geen meerdere draden
aansluit.
Dit kan elektrische schokken of brand veroorzaken
wegens slechte aansluiting, slechte isolatie of
overschrijding van de stroomgrens.
Wanneer de draad moet worden verlengd wegens
schade aan het stroomsnoer, raadpleeg dan Stap
5 Optioneel: het stroomsnoer verlengen in de
installatiehandleiding.
Stap 1 De installatielocatie kiezen
Vereisten voor de installatielocatie
De buitenunit wordt in een open ruimte geïnstalleerd
dat altijd geventileerd is.
De lokale gasvoorschriften moeten worden
nageleefd.
Voor installatie in een gebouw (dit is van toepassing
op zowel binnen- of buitenunits die binnen zijn
geïnstalleerd) is een minimale kamer vloeroppervlak
van de geklimatiseerde ruimte verplicht volgens
IEC 60335-2-40:2018 (zie de referentietabel in
de installatiehandleiding van de binnenunit of
buitenunit).
Om het koelmiddel te behandelen, te reinigen en
af te voeren, of inbreken in koelcircuit, moet de
werknemer een certificaat hebben van een door de
industrie geaccrediteerde autoriteit.
Installeer de binnenunit niet in de volgende
ruimten:
Een ruimte gevuld met mineralen, gespatte olie
of stoom. Dat tast de plastic onderdelen aan, wat
een defect of lek veroorzaakt.
Een ruimte in de buurt van warmtebronnen.
Een ruimte waar stoffen worden geproduceerd
zoals zwavelgas, chloorgas, zuur en alkali. Dit
kan corrosie van de leidingen en gesoldeerde
verbindingen veroorzaken.
Een ruimte die het lekken van brandbaar gas en
suspensie van koolstofvezels, ontvlambaar stof of
vluchtige ontvlambare stoffen kan veroorzaken.
Een ruimte waar koelmiddel lekt en neerslaat.
Een ruimte waar dieren op het product kunnen
urineren. Er kan ammoniak vrijkomen.
Gebruik de binnenunit niet om er voedsel, planten,
apparatuur en kunstwerken te bewaren. Dit kan hun
kwaliteit aantasten.
Installeer de binnenunit niet als er een probleem is
met de afvoer.
Plaats de buitenunit niet op de zijkant of bovenkant.
Als u deze voorwaarde niet respecteert, kan de
compressor- of smeerolie in het koelcircuit lopen en
de unit ernstig beschadigen.
Installeer de unit op een goed geventileerde locatie,
buiten bereik van direct zonlicht en harde wind.
Installatieprocedure
9
Nederlands
Installatieprocedure
Installeer de unit op een locatie waar hij geen
doorgangen of paden hindert.
Installeer de unit op een locatie die uw buren niet
stoort of overlast veroorzaakt, ze zouden last kunnen
hebben van het geluid van de luchtstroom die de unit
verlaat.
Installeer de unit op een locatie waar de leidingen
en snoeren eenvoudig op de binnenunit aangesloten
kunnen worden.
Installeer de unit op een vlakke, stabiele ondergrond
die het gewicht van de unit kan dragen. Anders kan
de unit tijdens het gebruik lawaai maken en trillen.
Installeer de unit zo dat de luchtstroom gericht is op
een open zone.
Houd voldoende ruimte vrij rond de buitenunit, met
name van een stereo-installatie, computer, radio enz.
Zekering
Zekering
300 mm
Binnenunit
1,5 m of meer
1,5 m of meer
Buitenunit
200 mm
Stereo Computer enz.
Luchtgeleidingsleiding (dit product wordt niet door Samsung geleverd)
1,5 m of meer
1 m of meer
1 m of meer
Bediening
Installeer de unit op een hoogte waar de basis stevig
bevestigd kan worden.
Verzeker u ervan dat water dat uit de aftapslang
loopt, veilig en correct wordt afgevoerd.
LET OP
U hebt zojuist een airconditioningsysteem gekocht
dat door uw installatiespecialist geïnstalleerd is.
Dit apparaat moet geïnstalleerd worden volgens de
nationale regelgeving voor elektrische installaties.
Instaleer uw buitenunit niet op een steun aan een
muur maar zet hem op een vloer indien de unit
zwaarder is dan 60 kg netto.
Als de buitenunit aan de zeezijde wordt geïnstalleerd,
zorg er dan voor dat deze niet direct wordt
blootgesteld aan de zeewind. Als u geen goede plek
kunt vinden waar de zeewind niet blaast, maak dan
een beschermwand of beschermend hekwerk.
Installeer de buitenunit op een locatie (zoals bij
een gebouw) waar deze beschut is tegen zeewind.
Als dit niet gebeurt, kan dit leiden tot schade aan
de buitenunit.
Zeewind
ZeeZee
Zeewind
Buitenunit Buitenunit
Als niet kan worden voorkomen dat de unit aan de
zeezijde wordt geplaatst, maak dan een beschermwand
rond de unit om de zeewind tegen te houden.
Maak een beschermwand van stevig materiaal als
beton om de zeewind tegen te houden. Controleer of
de hoogte en breedte van de bescherming 1,5 keer de
maat van de buitenunit bedragen. Zorg er ook voor
dat er een ruimte van meer dan 700 mm tussen de
beschermwand en de buitenunit blijft bestaan, zodat
de uitlaatlucht kan worden geventileerd.
Zee
Zeewind
Buitenunit
Beschermwand
LET OP
Afhankelijk van de status van de stroomtoevoer, kan
een instabiele stroomvoorziening of spanning een
storing van de onderdelen of het besturingssysteem
veroorzaken. (Aan het schip of op plaatsen waar stroom
van een elektrische generator enz. wordt gebruikt.)
Plaats de unit op een locatie waar water zonder
problemen kan worden afgevoerd.
Als u problemen hebt met het vinden van een locatie
zoals hierboven beschreven, neem dan contact op
met de fabrikant voor meer informatie.
Zorg ervoor dat het zeewater en stof van de
warmtewisselaar van de buitenunit worden gereinigd
en maak gebruik van corrosieremmers. (Minstens
eenmaal per jaar.)
10
Installatieprocedure
Nederlands
Installatieprocedure
Minimale vrije ruimte voor de buitenunit
Bij het installeren van 1 buitenunit
(Eenheid: mm)
300 of meer
1500 of meer
300
of
meer
600 of
meer
2000 of
meer
1500 of
meer
600 of
meer
300
of meer
300 of
meer
1500
of meer
Bij het installeren van meer dan 1 buitenunit
(Eenheid: mm)
1500
of meer
600
of meer
3000
of meer
3000
of meer
300
of meer
300
of meer
1500
of meer
600
of meer
600
of meer
1500 of meer
600
of meer
600
of meer
300
of meer
600
of meer
600
of meer
600
of meer
300
of meer
300 of meer
300 of meer
500 of meer
500 of meer
LET OP
De buitenunit moet geïnstalleerd worden volgens
de aangegeven afstanden zodat hij van elke kant
toegankelijk is, om de juiste werking en reparatie en
het juiste onderhoud van de unit te garanderen.
De onderdelen van de buitenunit moeten in veilige
omstandigheden voor mensen en de unit kunnen
worden bereikt en verwijderd.
11
Nederlands
Installatieprocedure
Stap 2 Accessoires en hulpmiddelen
controleren en voorbereiden
3-aderige
Stroomkabel (optie )
2-dradige
Montagekabel (optie)
Afvoeraansluiting Energielabel
Rubberen Voetje Installatiehandleiding
Wartelmoeren, 15,88 mm
buitendiameter van de
leiding
Wartelmoeren, 9,52 mm
buitendiameter van de
leiding
Buisaansluiting
(Leiding 12,70 mm;
Bout 9,52 mm)
Buisaansluiting
(Leiding 12,70 mm;
Bout 15,88 mm)
OPMERKING
Bevestig bij de installatie het energielabel goed op
de buitenunit.
Kabels voor bedradingsmontage zijn optioneel.
Als deze niet worden meegeleverd, gebruikt u
standaardkabels.
De aftapplug en de rubberen voetjes worden alleen
meegeleverd als de airconditioner wordt geleverd
zonder montageleidingen.
Als deze accessoires worden meegeleverd, zitten ze
in de accessoireverpakking of in de verpakking van
de buitenunit.
Stap 3 De buitenunit op zijn plek
vastzetten
Installeer de buitenunit op een harde, stabiele
ondergrond om overlast door trillingsgeluid te
voorkomen. Indien u de unit hoog plaatst of op een
plaats waar hij is blootgesteld aan harde wind, moet u
de unit stevig aan een steun bevestigen (de muur of een
aarding).
1 Plaats de buitenunit zo dat de luchtstroom naar
buiten gericht is, zoals aangegeven door de pijlen
bovenop de unit.
2 Bevestig de buitenunit aan de geschikte
ondersteuning met behulp van ankerbouten.
De aardingsdraad voor de telefoonlijn kan niet
gebruikt worden om de airconditioner te aarden.
3 Als de buitenunit wordt blootgesteld aan sterke wind,
zet dan afschermplaten rond de buitenunit zodat de
ventilator wel op juiste kan blijven werken.
OPMERKING
Plaats zeker het rubberen voetje om trillingen en
lawaai te verhinderen.
620 mm
360 mm
Rubberen voetje
620 mm
360 mm
LET OP
Installeer een aftapleiding op het laagste punt van de
onderkant, voor de afvoer van de buitenunit.
Indien u de buitenunit op een dak plaatst, moet u de
unit waterdicht maken en de sterkte van de zolder
controleren.
12
Installatieprocedure
Nederlands
Installatieprocedure
Optioneel: De buitenunit vast zetten op een
wand met een rek
Ontworpen om resttrillingen van de buitenunit
naar het rek te dempen. (niet bij het product
geleverd)
Ankerbout
Basisoppervlak
Zacht rubber, ontworpen om trillingen van rek naar
wand te stoppen. (niet bij het product geleverd)
20 mm
Installeer correct pakkingmateriaal om het geluid en
de trillingen te beperken die door de buitenunit aan
de wand worden doorgegeven.
LET OP
Controleer het volgende wanneer u een
luchtleidinggoot installeert:
De schroeven beschadigen de koperen buis niet.
De luchtleidinggoot is stevig op de ventilatiekap
bevestigd.
Stap 4 De stroomsnoeren, de
communicatiekabels en de
bedieningen aansluiten
U moet de volgende drie elektriciteitskabels op de
buitenunit aansluiten:
Het hoofdstroomsnoer tussen de secundaire
beveiligingsschakelaar en de buitenunit.
Het stroomsnoer tussen de buitenunit en de
binnenunit.
De communicatiekabel tussen de buitenunit en de
binnenunit.
LET OP
Tijdens de installatie sluit u eerst de
koelmiddelaansluitingen aan en vervolgens de
elektrische aansluitingen. Indien u de unit de-
installeert, ontkoppelt u eerste de elektrische
snoeren en vervolgens de koelmiddelaansluitingen.
Sluit de airconditioning aan op het aardingssysteem
voordat u de elektrische aansluitingen aansluit.
OPMERKING
Indien u buitenunit is ontworpen voor de
Russische of Europese markt, moet u indien
nodig de elektriciteitsmaatschappij raadplegen
om voor installatie de impedantie van het
elektriciteitssysteem in te schatten en beperken.
LET OP
Voor het product dat koelmiddel R-32 gebruikt,
moet u erop letten geen vonk te maken door aan de
volgende vereisten te voldoen:
Verwijder de zekeringen niet als de stroom
ingeschakeld is.
Haal de stekker niet uit het stopcontact als de
stroom ingeschakeld is.
Het is aanbevolen om het stopcontact op een
hoge positie te plaatsen. Plaats de snoeren zo dat
ze niet verward raken.
13
Nederlands
Installatieprocedure
De kabels op de buitenunit aansluiten
A
B
C
LN1(L) 2(N)
1(L) 2(N)
1(L) 2(N) F1 F2 1(L) 2(N) F1 1(L) 2(N) F1 1(L)
2(N)
F1F2
1
2
F1 F2 F1 F2
1
2
21
F2
1
2
F1 F2
F1 F2
F2
F1 F2
F1 F2
1
2
1
2
B
C B CB C B C
A
1(L)
2(N) F1 F2
F1 F2
F1 F2
1
2
B C
F1 F2 F1 F2
F1 F2 F1 F2
LN
12
21
12
21
Eenheid A
Eenheid B Eenheid C
Eenheid D Eenheid E
Binnenunit
Montagekabel
Aarding
saansluiting
Aarding
saansluiting
Buitenunit
Hoofdvoedingskabel
Stroomkabel naar binnenunits
Communicatiekabel
naar binnenunits
Type kabel: A
Type kabel: B
Type kabel: C
Aarding
saansluiting
Aarding
saansluiting
Aarding
saansluiting
Aarding
saansluiting
Aarding
saansluiting
Aarding
saansluiting
Aarding
saansluiting
Aarding
saansluiting
Aarding
saansluiting
14
Installatieprocedure
Nederlands
Installatieprocedure
Specificatie voor stroomonderbreker en stroomsnoer
Het stroomsnoer wordt niet met de airconditioner meegeleverd.
Selecteer het stroomsnoer volgens de relevante lokale en nationale regelgevingen.
De draadafmetingen moeten voldoen aan de geldende lokale en nationale wet.
Specificaties voor de bedrading, het stroomsnoer en vertakkingen komen overeen met het lokale snoer.
Model
Buitenunit Maximale ingangsvermogen [A] Stroomtoevoer
Index
Buiten
Binnenunit(Max.)
Totaal MCA MFA
Buitenunit Binnenunit Hz Volt
AJ100TXJ5KG 5 Kamer 50 1-fasig, 220-240 23,0 2,0 25,0 25,00 28,75
OPMERKING
1 Stroomsnoeren van onderdelen van apparatuur voor buitengebruik mogen niet lichter zijn dan flexibele
polychloropreen-mantelsnoeren. (Codetoekenning IEC:60245 IEC 57 / CENELEC: H05RN-F , IEC:60245 IEC 66 /
CENELEC: H07RN-F )
2 Selecteer stroomsnoer op basis van MCA.
3 MFA wordt gebruikt voor keuze van de beveiligingsschakelaar en als onderbreker bij aardingsdefecten
(aardlekschakelaar).
4 MCA vertegenwoordigt de maximale inputstroom.
5 MFA vertegenwoordigt de capaciteit die MCA kan accepteren
Afkortingen
MCA : Min. Circuit Amps. (A)
MFA : Max. Fuse Amps. (A
)
Stroomaansluiting
vastdraaien
Schroef
Aanhaalmoment(kgf.
cm)
Positie
M4 12,0~18,0
1(L),2(L),L,N,F1,F2
15
Nederlands
Installatieprocedure
Sluit de snoeren aan op de ronde klemaansluiting op het klemmenbord.
Gebruik alleen nominale kabels.
Sluit de kabels aan met een stuurbuis en moersleutel die het nominale moment kunnen toepassen op de
schroeven.
Zorg ervoor dat het geschikte aanhaalmoment voor de kabelverbinding wordt toegepast. Als de aansluiting los is,
kan warmteopwekking van de boog voorkomen en brand veroorzaken. Als de aansluiting te strak bevestigd is, kan
deze beschadigd raken.
Installatie van zender (optie)
AJ100TXJ5KG
Sluit de stroom- en communicatiekabels niet
aan op deze klemmenblokken.
PCB HOOFD - UIT
Klemmenblok (R1, R2) voor verbinding met de hoofdcontroller
(DMS, Aanraken, Aan/Uit-controller, enz.)
1
Schakel de stroom uit en neem het deksel af van de buitenunits.
2 Sluit de R1/R2-lijnen aan die communicatiekabels van de hoofdcontroller zijn en raadpleeg de bovenste afbeelding.
(De stroom van de hoofdcontroller moet uitgeschakeld zijn.)
3 Monteer een deksel van de buitenunit en schakel de stroom in.
4 Controleer de communicatiestatus.
5 Als u een hoofdcontroller in de buitenunit installeert, dan kunnen alle binnenunits die op de buitenunits aangesloten zijn
gelijktijdig worden bediend.
16
Installatieprocedure
Nederlands
Installatieprocedure
Specificaties stroomaansluiting van buiten
naar binnen
Sluit de snoeren aan op de ronde klemaansluiting op
het klemmenbord.
Scherm een ronde kabelschoen en een aansluitdeel
van het stroomsnoer af en sluit aan.
Zilversoldeer
Nominale
kabelafmetingen
(mm²)
Nominale
schroefafmetingen
(mm)
BDd1EFLd2t
Standaardafmeting
(mm)
Tolerantie
(mm)
Standaardafmeting
(mm)
Tolerantie
(mm)
Standaardafmeting
(mm)
Tolerantie
(mm)
Min.
(mm)
Min.
(mm)
Max.
(mm)
Standaardafmeting
(mm)
Tolerantie
(mm)
Min.
(mm)
1,5
46,6
±0,2 3,4
+0,3
-0,2
1,7 ±0,2 4,1 6 16 4,3
+0,2
0
0,7
48
2,5
46,6
±0,2 4,2
+0,3
-0,2
2,3 ±0,2 6 6 17,5 4,3
+0,2
0
0,8
48,5
449,5±0,25,6
+0,3
-0,2
3,4 ±0,2 6 5 20 4,3
+ 0,2
0
0,9
Sluit alleen de nominale kabels aan.
Gebruik een schroevendraaier waarmee het
aangegeven aanhaalmoment op de schroeven kan
worden toegepast.
Als de aansluiting losraakt, kan er een vuurboog
ontstaan en brand veroorzaken. Als de aansluiting te
strak bevestigd is, kan deze beschadigd raken.
Aanhaalmoment (kgf • cm)
M4 12,0 tot 18,0
M5 20,0 tot 30,0
1N · m = 10 kgf · cm
LET OP
U kunt de kabels aansluiten op het elektrische
gedeelte of door de gaten eronder, afhankelijk van
de plek.
Verbind de communicatiekabels tussen de
binnenunits en buitenunits door een goot om ze te
beschermen tegen externe invloeden en leidt de goot
samen met de koelleiding door de muur.
Verwijder alle bramen rond het knock-outgat en
bevestig de kabel aan de knock-out van de buitenunit
met voering en bus met een elektrische isolatie zoals
rubber enz.
De kabel moet door een beschermgoot lopen.
Houd een afstand van 50 mm of meer aan tussen het
stroomsnoer en de communicatiekabels.
Als de kabels door het gat aangesloten worden,
verwijdert u de bodemplaat.
17
Nederlands
Installatieprocedure
Specificaties stroomsnoer een
communicatiekabels van buiten naar binnen
Stroomtoevoer binnenunit
Stroomtoevoer Max./Min. (V)
Stroomsnoer
binnenunit
ߢעࡡߣߣߡࣗߣߥߡǤࡡߦߡ²і ±10% ߢࡡߦ͔͔ࠟ१ࡡߤʒθɇʒʪ͝
Communicatiekabel
0,75 tot 1,5 mm², 2 draden
Stroomsnoeren van onderdelen van apparatuur voor
buitengebruik mogen niet lichter zijn dan flexibele
polychloropreen-mantelsnoeren. (Codetoekenning
IEC:60245 IEC 57 / CENELEC: H05RN-F of IEC:60245
IEC 66/CENELEC: H07RN-F)
Indien u de binnenunit installeert in een
computerruimte of netwerkruimte of in de
aanwezigheid van een risico op verstoring van
de communicatiekabel, gebruik dan het dubbel
afgeschermde (aluminiumtape/polyestervlecht +
koper) snoer van het type FROHH2R.
Stap 5 Optioneel: het stroomsnoer
verlengen
1 Bereid de volgende hulpmiddelen voor.
Hulpmiddelen Spec. Vorm
Krimptang MH-14
Verbindingshuls
(mm)
20 x Ø6,5
(HxOD)
Isolatietape
Breedte 19
mm
Krimpbuisje
(mm)
70 x Ø 8,0
(L x BuD)
2 Haal de afscherming los van het rubber en draad van
het stroomsnoer, zoals getoond in de afbeelding.
Haal 20 mm snoerafscherming los van de vooraf
geïnstalleerde buis.
LET OP
Raadpleeg de installatiehandleiding voor informatie
over de specificaties van stroomsnoeren voor binnen-
en buitenunits.
Na het loshalen van snoerdraden van de vooraf
geïnstalleerde buis moet een krimpbuisje worden geplaatst.
Als snoerdraden zonder verbindingsstukken worden
aangesloten, dan wordt hun contactoppervlak kleiner
of kan er gedurende lange tijd roest voorkomen op het
buitenoppervlak van de draden (koperdraden). Dit kan
de weerstand doen toenemen (minder doorgaande
stroom) en bijgevolg een brand veroorzaken.
Stroomsnoer
ߤߢߤߢߤߢ
ߨߢ
ߣߤߢ
ߣߪߢ
Vooraf geïnstal-
leerde
buis voor
het stroomsnoer
(Eenheid: mm)
ߤߢ ߤߢ ߤߢ
ߨߢ
ߣߤߢ
ߣߪߢ
18
Installatieprocedure
Nederlands
Installatieprocedure
3 Plaats de beide zijden van de kerndraad van het
stroomsnoer in de verbindingshuls.
Methode 1: Duw de kerndraad door de huls vanaf
beide kanten.
Methode 2: Draai de kernen samen en duw ze
door de huls.
Methode 1
Methode 2
Verbindingshuls
Verbindingshuls
4 Comprimeer de twee punten met behulp van een
krimptool; draai om en comprimeer nog twee punten
op dezelfde locatie.
De compressiegrootte moet 8,0 zijn.
Afmeting compressie
Trek na het comprimeren aan beide zijden
van de draad om te controleren dat er goed
samengedrukt is.
Methode 1
Methode 2
4 keer comprimeren 4 keer comprimeren
5mm
5mm
5 Omwikkel tweemaal of meer met isolatietape
en plaats het krimpbuisje in het midden van de
isolatietape.
40mm
Isolatietape
Methode 1
35mm
Isolatietape
Methode 2
6 Pas hitte toe op het krimpbuisje, zodat het
samenkrimpt.
Krimpbuisje
Methode 1
Krimpbuisje
Methode 2
7 Omwikkel het buisje na het samenkrimpen met
isolatietape om het af te werken.
Drie of meer lagen isolatie zijn vereist.
Isolatietape
Methode 1
Isolatietape
Methode 2
LET OP
Zorg ervoor dat de verbindingsdelen niet zijn
blootgesteld aan de buitenomgeving.
Zorg ervoor dat u isolatietape en een krimpbuisje uit
goedgekeurd versterkt isolatiemateriaal gebruikt
dat hetzelfde niveau van houdspanning voor het
stroomsnoer heeft. (Overeenkomstig met de lokale
regelgeving voor extensies.)
WAARSCHUWING
In geval van het verlengen van de elektrische
bedrading mag GEEN rond gevormde drukaansluiting
worden gebruikt.
Onvolledige draadaansluitingen kunnen een
elektrische schok of brand veroorzaken.
19
Nederlands
Installatieprocedure
Stap 6 De koelleiding aansluiten
६âߢߡߡƟǹâߦç
1 Buitendiameter van de leiding
Binnenunit
Buitenunit
Stroomtoevoer
Ø, V, Hz
Buitendiameter
Vloeistof Gas
AR07/09/12********,
AJ016/020/026
/035TN*D*G
AJ100TXJ5KG 1,220-240, 50 1/4"
3/8"
AR18********,
AJ052TN*D*G
1/2”
AR24******** 5/8”
A B
(h)
(H)
C D E
Hoofdschakelaar
OPMERKING
Buitenunit AJ100TXJ5KG kan niet worden
aangesloten op de volgende combinatie van
binnenunits.
AJ***TNJDKG
2 Lengte en hoogte van de leiding
Max.
lengte 1
ruimte
Totale max.
lengte 5
ruimtes
Max. hoogte
tussen binnenunit
en buitenunit
Max. hoogte
tussen
binnenunits
Afmetingen 25m 75m 15m 7,5m
Samenstelling
A,B,C,D,E A+B+C+D+E (H) (h)
Maak minstens één slag:
Geluid en trillingen zullen worden gedempt.
Uw airconditioner bevat het koelmiddel R-32.
Zorg er daarom voor dat de airconditioner wordt
geïnstalleerd, bediend en bewaard in een ruimte
waarvan het vloeroppervlak groter is dan het
minimaal vereiste vloeroppervlak. Dit wordt
gespecificeerd in de volgende tabel:
De minimaal vereiste oppervlakte (A,m²)
m (kg)
Aan het
plafond
gemonteerd
Aan de muur
gemonteerd
Op de vloer
staand
॒ߢࡡߩߥߣ Geen vereiste
1,843 3,64 4,45 28,9
1,9 3,75 4,58 30,7
2,0 3,95 4,83 34,0
2,2 4,34 5,31 41,2
2,4 4,74 5,79 49,0
2,6 5,13 6,39 57,5
2,8 5,53 7,41 66,7
3,0 5,92 8,51 76,6
3,2 6,48 9,68 87,2
3,4 7,32 10,9 98,4
3,6 8,20 12,3 110
3,8 9,14 13,7 123
4,0 10,1 15,1 136
4,2 11,2 16,7 150
4,4 12,3 18,3 165
4,6 13,4 20,0 180
4,8 14,6 21,8 196
5,0 15,8 23,6 213
m: De totale hoeveelheid koelmiddel in the
systeem
A : Minimaal vereist vloeroppervlak
BELANGRIJK: het is verplicht om u te houden aan
de bovenstaande tabel of aan de lokale wetgeving
met betrekking tot de minimale woonruimte van het
pand.
De minimale installatiehoogte van de binnenunit is
0,6 m voor bevestiging op de vloer, 1,8 m voor aan de
muur en 2,2 m voor aan het plafond.
20
Installatieprocedure
Nederlands
Installatieprocedure
LET OP
3 m als minimale lengte van de leiding: Geluid en
trillingen zullen worden gedempt.
Draai de moeren vast volgens de aangegeven
aanhaalmomenten. Bij te vast aandraaien, kunnen de
moeren breken, zodat er koelmiddel kan lekken.
Bescherm of omsluit koelmiddelslangen om
mechanische schade te voorkomen.
OPMERKING
Volgens het model kan de unit er anders uitzien dan
op de tekening.
U kunt de modi Cool en Heat onder de volgende
omstandigheden gebruiken:
Modus Cool Heat
Buitentemperatuur
-10 °C tot 46 °C -15 °C tot 24 °C
Het duurt max. 60 minuten voor de bescherming
van de compressor, als de buitentemperatuur
lager is dan -5 °C.
Stap 7 Optioneel: Snijden en
affakkelen van de leidingen
1 Zorg ervoor dat u over het geschikte gereedschap
beschikt. (buissnijder, frees, flaring tool en
buishouder)
2 Als u de leidingen wilt inkorten, snijdt u ze met een
buissnijder, zorg ervoor dat de rand een hoek van 90°
blijft maken met de zijkant van de leiding. Raadpleeg
de onderstaande illustraties voor voorbeelden van
juist en onjuist afgesneden randen.
90°
Schuin Ruw
Braam
3 Om gaslekken te voorkomen, verwijdert u alle
bramen van de afgesneden kant van de leiding met
een frees.
4 Plaats een wartelmoer op de buis en wijzig de flare.
D
A
D
45° ±2°
90° ±2°
L
Leiding
Wartel
Wartel
R 0,4 tot 0,8 mm
Buitendiameter
(D)
Diepte
(A)
Afmetingen
wartel (L)
ø6,35 mm 14 tot 18 8,7 tot 9,1 mm
ø9,52 mm 34 tot 42 12,8 tot 13,2 mm
ø12,70 mm 49 tot 61 16,2 tot 16,6 mm
ø15,88 mm 68 tot 82 19,3 tot 19,7 mm
5 Controleer de juiste flare, raadpleeg de onderstaande
illustraties voor voorbeelden van onjuist flaren.
3
2
1
Juist
Oplopend
Gebarsten
Beschadigd
oppervlak
Oneven
dikte
LET OP
Houd de lengte van de leiding zo kort mogelijk om de
extra koelmiddelvulling te minimaliseren als gevolg
van verlenging van de leidingen.
Zorg er bij het aansluiten van de leidingen voor dat
omliggende voorwerpen niet interfereren met of
contact maken de leidingen om te voorkomen dat
koelmiddel lekt als gevolg van fysieke schade.
21
Nederlands
Installatieprocedure
Zorg ervoor dat de ruimten waar de
koelmiddelleidingen worden geïnstalleerd, voldoen
aan de nationale gasvoorschriften.
Zorg ervoor dat de werkzaamheden worden
uitgevoerd zoals extra koelmiddelvulling en
pijplassen onder de omstandigheden van goede
ventilatie.
Zorg ervoor dat u lassen en leidingwerken
uitvoert voor mechanische verbindingen onder de
omstandigheden dat het koelmiddel niet circuleert.
Zorg er bij het opnieuw aansluiten van de leidingen
voor om nieuwe flared-naden te maken om te
voorkomen dat het koelmiddel lekt.
Let op bij het werken aan de koelmiddelleidingen en
de flexibele koelmiddel connectors dat ze niet fysiek
worden beschadigd door omringende objecten.
Gebruik de speciale gereedschappen voor het
koelmiddel R32 (manometer, vacuümpomp, vulslang,
enz.) voor installatie bij gebruik van het R-32-
koelmiddel.
Tijdens tests nooit de apparaten onder druk zetten
met een druk die hoger zijn dan de maximaal
toegestane druk (zoals aangegeven op het
typeplaatje van de unit).
Raak nooit een toevallig lekkend koelmiddel
rechtstreeks aan. Dit kan resulteren in ernstige
wonden veroorzaakt door bevriezing.
Installeer nooit een droger op dit apparaat om de
levensduur te garanderen.
Als de buizen gesoldeerd moeten worden, verzeker u
er dan van dat OFN(Oxygen Free Nitrogen) door het
systeem stroomt.
Het blaasdrukbereik van stikstof is 0,02 tot 0,05 MPa.
Als u een leiding nodig hebt die langer is dan
aangegeven staat in codes en normen voor leidingen,
moet u koelmiddel toevoegen aan de leiding. Anders
kan de binnenunit bevriezen.
Bij het verwijderen van bramen moet de leiding naar
beneden gericht worden, om te waarborgen dat de
bramen niet in de leiding terechtkomen.
Stap 8 De luchtleiding aansluiten en
het circuit ontluchten
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat er tijdens de installatie geen lekkage
optreedt. Bij het herstellen van het koelmiddel moet
de compressor eerst worden geaard vóórdat de
verbindingsleiding wordt verwijderd. Als de leiding
voor koelmiddel niet juist is aangesloten en de
compressor werkt met de afsluiter open, wordt er
lucht aangezogen door de leiding, waardoor de druk
in de koelingscyclus abnormaal hoog wordt. Dit kan
explosies en letsel veroorzaken.
In de buitenunit zit voldoende R-32-koelmiddel. Laat
geen R-32 ontsnappen in de atmosfeer: het is een
gefluoreerd broeikasgas, dat onder het Kyoto-protocol
valt met een GWP (Aardopwarmingsvermogen) van 675.
De lucht in de binnenunit en in de leiding moet worden
verwijderd. Als er lucht achterblijft in de leidingen
voor koelmiddel, heeft dit invloed op de compressor.
Het kan ook een afname in de koelingscapaciteit en
storing veroorzaken. De buitenunit is niet gevuld met
koelmiddel voor het aftappen van lucht. Gebruik een
vacuümpomp zoals in de afbeelding.
1 Controleer de aansluitingen van de leidingen.
2 Sluit de laadslang van de lagedrukzijde van de
manometer aan op de beladen afsluiter met
onderhoudspoort.
Modelnaam
Ventiel
3/8'' 1/2''
AJ100TXJ5KG 2 3
Als de diameter van het ventiel van de binnen-
en buitenunit verschillend is, gebruik dan een
buisaansluiting.
22
Installatieprocedure
Nederlands
Installatieprocedure
LET OP
Voer de elektrische aansluiting uit en laat het
systeem in stand-bymodus’. Schakel het systeem
niet in! Dit is nodig voor een betere vacuümwerking
(volledig OPEN positie van het elektronische
expansieventiel - EEV -).
Vacuüm
pomp
Aanhaalmoment voor dop lichaam
(raadpleeg de tabel)
Kern voor bijvullen
Aanhaalmoment voor dop bij
-
vulpoort (raadpleeg de tabel)
ŵࣗߢߥߡࢥŵࣗߤߣࡏÜɇ͔ʪϩʪθЭɇ͝ʒʪϑʀ˵θͱʪ˙ࣗࣗߢࢥߣࣗߣߡƸĘ
Spoel
3 Open het ventiel aan de lagedrukzijde van de
manometer linksom.
4 Verwijder de lucht uit het systeem in ca. 30 minuten
met behulp van de vacuümpomp.
Sluit het ventiel aan de lagedrukzijde van de
manometer rechtsom (met de klok mee).
øʪϩʪθͱΧʒɇϩʒʪ͔ɇ͝ͱ͔ʪϩʪθࣗߡࡡߢईđťɇ࣍ࣗߨߧईʀ͔²˝࣎
toont na ong. 1 uur. Deze procedure is zeer
belangrijk om een gaslek te voorkomen.
Schakel de vacuümpomp uit.
Verwijder de slang van de lagedrukzijde van de
manometer.
5 Zet de spoel van zowel de vloeistofkant als de
gaskant van de afsluitklep op OPEN.
6 Installeer de draadbussen en de onderhoudspoortkap
op het ventiel en draai ze aan met een
momentsleutel.
Buitendiameter
(mm)
Aanhaalmoment
Dop lichaam
(N•m)
Dop bijvulpoort
(N•m)
ø 6,35 20 tot 25
10 tot 12
ø 9,52 20 tot 25
ø 12,70 25 tot 30
ø 15,88 30 tot 35
Stap 9 Uitvoeren van gaslektesten
Voordat u de installatie beëindigt (isolatie van de kabels,
slang en leidingen, en bevestiging van de binnenunit
aan de installatieplaat), moet u controleren of er geen
gaslekken zijn.
Om te
controleren
op gaslekken
op de ...
Controleer vervolgens met een
lekdetector de...
Buitenunit Ventielen op secties A en B.
Binnenunit
Wartelmoeren op het einde van
secties C en D.
CD
Buitenunit
A(Vloeistof)
Binnenunit
B(Gas)
Het ontwerp en de vorm kunnen volgens het model
afwijken.
23
Nederlands
Installatieprocedure
LEKTEST MET STIKSTOF (voordat de afsluiters geopend
worden)
Om kleine koelmiddellekken te ontdekken, moet de
installateur het hele systeem onder druk zetten met
stikstof (met behulp van een cilinder met drukbeperker)
op een druk boven 4 MPa (meter), voordat het opnieuw
vacuüm getrokken wordt en de R-32 weer wordt
gecirculeerd.
LEKTEST MET R-32 (nadat de afsluiters geopend
worden)
Laat alle stikstof uit het systeem ontsnappen voordat
u de afsluiters opent en een vacuüm creëert. Na het
openen van de afsluiters controleert u op lekken met
behulp van een lekdetector voor het koelmiddel R-32.
Zodra alle aansluitingen voltooid zijn, controleert u op
mogelijke lekken met behulp van een speciaal voor HFK-
koelmiddelen ontworpen lekdetector.
ƊϩɇΧߢߡçͱʪ̷͔̈ʒʒʪ̷ϩͱʪЭͱʪ˝ʪ͝࣍ŵࣗߤߣ࣎
Voorzorgsmaatregelen bij het toevoegen van
koelmiddel R-32
In aanvulling op de conventionele vulprocedure, moeten
de volgende vereisten worden gehandhaafd.
Zorg ervoor dat er geen verontreiniging door andere
koelmiddelen plaatsvindt voor het vullen.
Om de hoeveelheid koelmiddel te minimaliseren,
worden de slangen en leidingen zo kort mogelijk
gehouden.
De cilinders moeten rechtop staan.
Zorg ervoor dat het koelsysteem geaard is voordat
het wordt gevuld.
Label het systeem na het vullen, indien nodig.
Uiterste zorgvuldigheid is vereist om het systeem
niet te veel te belasten.
Vóór het bijvullen moet de druk worden
gecontroleerd met het blazen van stikstof.
Controleer na het vullen op lekkage voordat met
inbedrijfstelling wordt begonnen.
Wees zeker om op lekkage te controleren voordat het
werkgebied wordt verlaten.
Belangrijke informatie over regelgeving met
betrekking tot het gebruikte koelmiddel
Dit product bevat gefluoreerde broeikasgassen.
Ventileer geen gas in de atmosfeer.
LET OP
Ã͝˙ͱθ͔ʪʪθʒʪ˝ʪɵθЇ̧̈ʪθɇ̷ϑ˵ʪϩϑцϑϩʪʪ͔ߦϩAĮࠕʪ
of meer fluorhoudend broeikasgas bevat. In dit
geval moet het minstens één keer per jaar worden
gecontroleerd op lekken, volgens de regelgeving
517/2014. Dit mag uitsluitend door gediplomeerd
personeel worden uitgevoerd.
Ã͝˵ʪϩɵͱЭʪ͝ϑϩɇɇ͝ʒʪ˝ʪЭɇ̷࣍ߦϩAĮࠕʪͱ˙͔ʪʪθͱ˙
R-32) moet de installateur (of erkend persoon
die verantwoordelijk is voor de eindcontrole) een
onderhoudsboek verstrekken met alle informatie die
overeenkomstig VERORDENING (EU) Nr. 517/2014
VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 16
april 2014 aangaande gefluoreerde broeikasgassen.
24
Installatieprocedure
Nederlands
Installatieprocedure
Vul met onuitwisbare inkt het volgende in op het
meegeleverde label van het koelmiddel en op deze
handleiding.
: De standaardvulling van het product af fabriek.
: De extra hoeveelheid in het veld bijgevuld
koelmiddel.
+ : De totale hoeveelheid koelmiddel.
1
GWP = 675
Binnenunit
Buitenunit
Eenheid kg ϩAĮࠕʪ
, a
, b
+ , c
Type koelmiddel GWP-waarde
R-32 675
GWP: Aardopwarmingsvermogen
9ʪθʪ̧ʪ̈͝͝˝Эɇ͝ϩAĮࠕʪࡠ̧˝уǮťࢥߢߡߡߡ
OPMERKING
a De standaardvulling van het product af fabriek:
raadpleeg het identificatieplaatje van de unit.
b De extra hoeveelheid in het veld bijgevuld
koelmiddel (raadpleeg de bovenstaande
informatie voor de hoeveelheid bijgevuld
koelmiddel.)
c De totale hoeveelheid koelmiddel
d Verpakking met koelmiddel en verbindingsstuk
voor bijvullen
De hoeveelheid toe te voegen koelmiddel
berekenen
De hoeveelheid extra koelmiddel varieert per
installatiesituatie. Bepaal de situatie van de buitenunit
voordat u koelmiddel toevoegt.
Als u de buitensporige lengte van de leiding installeert,
vul dan extra koelmiddel bij: 10 g per unit meter;
raadpleeg onderstaande tabel.
Raadpleeg de onderhoudshandleiding voor meer
informatie over deze handeling.
Model
Totale lengte
van de
verbindingsbuis
(L)
Koelmiddel
bijvullen
AJ100TXJ5KG
øƟ॒ߤߡ͔ Ongeladen
øƟ्ߤߡ͔ (LT-30m)x10g
LET OP
Het ingevulde label moet in de buurt van de
bijvulpoort van het product worden bevestigd (bijv.
aan de binnenkant van de afdekking van de afsluiter).
Zorg ervoor dat de totale koudemiddelvulling niet
hoger is dan (A), de maximale koudemiddelvulling,
die wordt berekend met de volgende formule:
Maximale koelmiddelvulling (A)= koelmiddelvulling
in de fabriek (B) + maximale extra koelmiddelvulling
nodig door verlenging leiding (C).
Hieronder vindt u de samenvattende tabel met de
limieten voor koelmiddelvullingen voor elk product.
(Eenheid: g)
Model A B C
AJ100TXJ5KG 3150 2700 450
25
Nederlands
Installatieprocedure
Stap 11 De aftapslang aansluiten op
de buitenunit
Tijdens het verwarmen kan zich ijs ophopen. Controleer
tijdens het ontdooien of de afvoer van condensatie goed
is.
Doe het volgende voor een gepaste afvoer:
1 Plaats de afvoerdop in het afvoergat aan de
onderkant van de buitenunit.
2 Sluit de afvoerslang aan op de afvoerdop.
3 Zorg ervoor dat de afvoer van condensatie goed
loopt.
Stap 12 De aarding controleren
Als het stroomcircuit niet geaard is of als de
aarding niet voldoet aan de specificaties, moet
een aardingselektrode geïnstalleerd worden. De
overeenkomstige accessoires worden niet met de
airconditioner meegeleverd.
1 Selecteer een aardingselektrode die voldoet aan de
specificaties in de afbeelding.
2 Sluit de slang aan op de hiervoor bedoelde aansluiting.
Kies voor een harde grond, die een hogere
aardingsweerstand heeft dan losse, zanderige of
kiezelgrond.
Op afstand van ondergrondse bouwwerken
of infrastructuren, zoals gasleidingen,
waterleidingen, telefoonleidingen en
ondergrondse leidingen.
Minstens 2 meter verwijderd van een
bliksemafleider en de kabel hiervan.
OPMERKING
De aardingsdraad voor de telefoonlijn kan niet
gebruikt worden om de airconditioner te aarden.
Koolstofplastic
Naar aardingsschroef
Staalkern
Terminal M4
Met PVC
geïsoleerde
geelgroene draad
50cm
30cm
3 Rol isolerend tape rond de andere leidingen die naar
de buitenunit leiden.
4 Installeer een geelgroene aardingsdraad:
Als de aardingsdraad te kort is, verbindt u deze
mechanisch met een verlengdraad en beschermt
deze met isolerend tape (begraaf de verbinding
niet).
Houd de aardedraad op zijn plaats met nieten.
OPMERKING
Als de aardingselektrode geïnstalleerd is op een
locatie met druk verkeer, moet de draad stevig
bevestigd worden.
5 Controleer de installatie zorgvuldig door de
aardingsweerstand te meten met een hiervoor
bedoelde tester. Als de weerstand boven het vereiste
niveau komt, plaatst u de elektrode dieper in de
grond of verhoogt het aantal aardingselektrodes.
6 Sluit de aardingsdraad aan op de elektriciteitskast in
de buitenunit.
26
Installatieprocedure
Nederlands
Installatieprocedure
Stap 13 Adres van binnenunit
instellen en installatieoptie
De adressen van de binnenunit handmatig
instellen
1 Bekijk alle volgende elementen in de installatie:
Sterkte van de installatielocatie
Stevigheid van de leidingaansluiting om gaslekken
te detecteren
Aansluitingsdraden
Hittebestendige isolatie van de leidingen
Afvoer
Aansluiting van de aardingsdraad
2 Raadpleeg pagina 29~35 voor het handmatig
opties instellen van de binnenunit van elk lokaal.
3 Druk eenmaal op de knop K3 of stel de buitenunit
opnieuw in.
OPMERKING
De Scherm 1/2-aanduidingen zijn dezelfde als in de
modus voor het automatisch instellen van adressen.
Het toetsenbord en scherm van de buitenunit
instellen
Belangrijkste optie van de buitenunit
K1: Functieknop - K3: Knop Reset
Toets
Duwen
K1 K3
1 Controle van de leidingen
Resetten
2 Test van Cool-modus
3 Test van Heat-modus
4 Pomp omlaag
5 Toetsbediening beëindigen
࢘đʪʪθ̈͝˙ͱθ͔ɇϩ̈ʪͱЭʪθʒʪϩʪϑϩЭɇ͝ʒʪAͱͱ̷ࣗͱ˙²ʪɇϩ
modus vindt u op pagina 35.
Wijzigingen in de K4-weergavemodus
Duwen
Uitleg over het
scherm
Duwen
Uitleg over het
scherm
1
Huidige
compressorfrequentie
9 Afvoertemperatuur
2
Gewenste
compressorfrequentie
10 OLP-temperatuur
3
EEV0 actieve
stap
11
Temperatuur van de
condensor
4
EEV1 actieve
stap
12 Buitentemperatuur
5
EEV2 actieve
stap
13 Huidige stroom
6
EEV3 actieve
stap
14
Doel
ontlaadtemperatuur
7
EEV4 actieve
stap
15
Totale capaciteit van
de binnenunits
8
TPM ventilator
(H: hoog, L: laag,
blanco: uit)
16
Beveiligingsinrichting
(alleen voor de
onderhoudstechnicus)
PCB HOOFD - UIT
K1 K2
K3 K4
SCHERM 1
SCHERM 2
27
Nederlands
Installatieprocedure
De buitenoptie instellen
Houd K2 ingedrukt om de optie-instelling in te
voeren.
(Alleen beschikbaar wanneer de werking is gestopt)
Als u de optie-instelling invoert, toont het scherm
het volgende.
Seg 1 en Seg 2 geven het nummer voor de
geselecteerde optie weer.
Seg 3 en Seg 4 geven het nummer voor de
ingestelde waarde van de geselecteerde optie
weer.
Als u de gewenste optie hebt geselecteerd, kunt u
kort drukken op schakelaar K1 om de waarde van
Seg1 en Seg2 aan te passen en de functie voor de
geselecteerde optie te wijzigen.
Voorbeeld)
Als u de gewenste optie hebt geselecteerd, kunt u
kort drukken op schakelaar K2 om de waarde van
Seg3 en Seg4 aan te passen en de functie voor de
geselecteerde optie te wijzigen.
Voorbeeld)
Nadat u de functie voor opties hebt geselecteerd,
houdt u schakelaar K2 gedurende 2 seconden
ingedrukt. De bewerkte waarde van de optie wordt
bewaard wanneer volledige segmenten knipperen en
de trackingmodus start.
Optie item Ingangsunit SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 Functie
Instellen op alleen Cool- of
Heat-modus
Hoofd 0 0
00
Koelen en verwarmen
(fabrieksinstellingen)
0 1 Alleen koelen
0 2 Alleen verwarmen
Stroomverbeteringsmodus Hoofd 0 1
0 0 Uitgeschakeld (fabrieksinstelling)
0 1 Ingeschakeld
LET OP
De bewerkte optie wordt niet bewaard als u de optie-instelling niet voltooit zoals uitgelegd in bovenstaande
instructie.
࢘Ɵ̟̈ʒʪ͝ϑ˵ʪϩ̈͝ϑϩʪ̷̷ʪ͝Эɇ͝ʒʪͱΧϩ̈ʪ̧Ї͝ϩЇ̧͝ͱΧçߢ̈͝˝ʪʒθЇ̧ϩ˵ͱЇʒʪ͝ͱ͔ʒʪиɇɇθʒʪ͝ɇɇθʒʪЭͱθ̈˝ʪ̈͝ϑϩʪ̷̷̈͝˝ϩʪθЇ˝ϩʪ
zetten.
࢘̷ϑЇʒʪ̈͝ϑϩʪ̷̷̈͝˝͝ɇɇθʒʪ˙ɇɵθ̈ʪ̧ϑϑϩɇ͝ʒɇɇθʒӥ̷ϩϩʪθЇ˝Χ̷ɇɇϩϑʪ͝ࡡ˵ͱЇʒʒɇ͝ʒʪçߥ̧ࣗ͝ͱΧ̈͝˝ʪʒθЇ̧ϩϩʪθӥ̷̟Ї̈͝ʒʪ
optie-instelmodus bent.
28
Installatieprocedure
Nederlands
Installatieprocedure
De optie instellen
Knop Temp Laag
Knop Temp Hoog
Knop Mode
Knop Wind-Free
Knop Fast
Instellingsmodus van optieNaar modus gaan om de optie in
te stellen
<AR*****AA**>
<AR*****CA**>
<AR*****YA**>
<AR*****ZA**>
Knop Mode
Knop Fast
Knop Eco
Knop Temp Hoog
Knop Temp Laag
<AJ***TN1DKG>
<AJ***TNNDKG>
<AJ***TNJDKG>
Knop Mode
Knop Fan Hoog
Knop Fan Laag
Knop Temp Hoog
Knop Temp Laag
29
Nederlands
Installatieprocedure
De optie instellen
1 Verwijder de batterijen uit de afstandsbediening
2 Plaats de batterijen en ga naar de instelmodus voor opties. Druk daarvoor op knop
en knop .
3 Telkens als u op knop
drukt, neemt 7-seg links met '1' toe en telkens als u op knop drukt, neemt 7-seg rechts
met '1' toe.
4 Druk op knop
om naar de volgende instelpagina te gaan.
5 Druk na het instellen van de optie op knop
om te controleren of de ingevoerde optiecode correct is of niet.
२२२२
२२२२
6 Druk op bedieningsknop
met de richting van de afstandsbediening voor instellen.
LET OP
SEG1, SEG7, SEG13, SEG19 zijn niet ingesteld als paginaoptie.
Stel SEG1, SEG7 in met status ON en SEG13, SEG19 met status OFF.
Stel elke optie afzonderlijk in vermits u de ADRES-instelling en de insteloptie van de installatie van de
buitenunit niet tegelijkertijd kunt instellen.
De procedure voor het instellen van een optie
Bediening Indicatie
Stap 1
1 Verwijder de batterijen uit de afstandsbediening.
2 Plaats de batterijen en druk op knoppen
2
en
3
.
Stap 2
1 Druk op de knop
5
om de waarde SEG2 in te voeren.
2 Druk op de knop
4
om de waarde SEG3 in te voeren.
Stap 3
Druk op knop
1
om te wijzigen in Cool-modus in de ON-status.
1 Druk op de knop
5
om de waarde SEG4 in te voeren.
2 Druk op de knop
4
om de waarde SEG5 in te voeren.
30
Installatieprocedure
Nederlands
Installatieprocedure
Bediening Indicatie
Stap 4
Druk op knop
1
om te wijzigen in DRY-modus in de ON-status.
1 Druk op de knop
5
om de waarde SEG6 in te voeren.
2 Druk op de knop
4
om de waarde SEG8 in te voeren.
Stap 5
Druk op knop
1
om te wijzigen in FAN-modus in de ON-status.
1 Druk op de knop
5
om de waarde SEG9 in te voeren.
2 Druk op de knop
4
om de waarde SEG10 in te voeren.
Stap 6
Druk op knop
1
om te wijzigen in HEAT-modus in de ON-status.
1 Druk op de knop
5
om de waarde SEG11 in te voeren.
2 Druk op de knop
4
om de waarde SEG12 in te voeren.
Stap 7
Druk op knop
1
om te wijzigen in AUTO-modus in de OFF-status.
1 Druk op de knop
5
om de waarde SEG14 in te voeren.
2 Druk op de knop
4
om de waarde SEG15 in te voeren.
Stap 8
Druk op knop
1
om te wijzigen in Cool-modus in de OFF-status.
1 Druk op de knop
5
om de waarde SEG16 in te voeren.
2 Druk op de knop
4
om de waarde SEG17 in te voeren.
Stap 9
Druk op knop
1
om te wijzigen in DRY-modus in de OFF-status.
1 Druk op de knop
5
om de waarde SEG18 in te voeren.
2 Druk op de knop
4
om de waarde SEG20 in te voeren.
ƊϩɇΧߢߡ
Druk op knop
1
om te wijzigen in FAN-modus in de OFF-status.
1 Druk op de knop
5
om de waarde SEG21 in te voeren.
2 Druk op de knop
4
om de waarde SEG22 in te voeren.
31
Nederlands
Installatieprocedure
Bediening Indicatie
Stap 11
Druk op knop
1
om te wijzigen in HEAT-modus in de OFF-status.
1 Druk op de knop
5
om de waarde SEG23 in te voeren.
2 Druk op de knop
4
om de waarde SEG24 in te voeren.
Stap 12
Druk op knop
1
om te controleren of de door u ingevoerde optiecode correct is of
niet.
Druk op bedieningsknop
om naar de optie te gaan.
Adressen van de binnenunit automatisch instellen
OPMERKING
Zorg er voor de beste resultaten voor dat de elektrische bedrading goed is uitgevoerd.
ǤͱͱθʒʪɵʪϑϩʪθʪϑЇ̷ϩɇϩʪ͝ϑϩʪ̷ϩЇʒʪɵЇ̈ϩʪ͝ϩʪ͔ΧʪθɇϩЇЇθ̈͝ͱΧߦϩͱϩߥߡঐ࣍ࡐ࣎ʪ͝ʒʪɵ̈͝͝ʪ͝ϩʪ͔ΧʪθɇϩЇЇθͱΧߢߧঐͱ˙
hoger (*).
࢘࣍ࡐ࣎Їϩͱ͔ɇϩ̈ϑʀ˵ɇʒθʪϑ̈͝ϑϩʪ̷̷ʪ͝̧ɇ͝͔̈ϑ̷Ї̧̧ʪ͝иɇ͝͝ʪʪθʒʪϩʪ͔ΧʪθɇϩЇЇθɵЇ̈ϩʪ͝ɵͱЭʪ͝ϑϩɇɇ͝ʒɵʪθʪ̧̈Эɇ̷ϩࢋƊϩʪ̷˵ʪϩ
adres in dit geval handmatig in.
LET OP
Het is voor dit product verboden om slechts één binnenunit te installeren. Gebruik de functies leidingcontrole en
automatisch adressen instellen niet wanneer slechts één binnenunit geïnstalleerd is.
PCB HOOFD - UIT
K1 K2
K3 K4
SCHERM 1
SCHERM 2
32
Installatieprocedure
Nederlands
Installatieprocedure
1 Schakel de buitenunit in en controleer vervolgens of de scherm 1/2-aanduidingen de “E199”-code weergeven.
࢘Ɵ̟̈ʒʪ͝ϑʒʪ̈̈͝ϩ̈ɇ̷̈ϑɇϩ̈ʪ˝ʪʪ˙ϩϑʀ˵ʪθ͔ߢࣨ
weer en scherm 2 het nummer van de aangesloten binnenunit weer.
Als een andere schermcode wordt weergegeven, raadpleeg dan Problemen oplossen op pagina 39 en neem
corrigerende maatregelen.
2 Druk één keer op de toets K1.
3 Zodra de hoger beschreven handelingen zijn uitgevoerd, start het systeem in koel- of verwarmingsmodus,
afhankelijk van de externe omgevingstemperatuur. Na enkele minuten (van minimaal 3 tot 5 minuten voor de
interne unit) stopt het systeem automatisch en voltooit het de zelftest en procedure om het adres in te stellen. “
verschijnt op het scherm van de buitenunit.
4 20 seconden na de weergave van
(wat de correcte uitvoering van de procedure bevestigt) verschijnen de
volgende codes (als vier interne units zijn verbonden) achtereenvolgens op het scherm van de buitenunit:
Scherm
1
Scherm
2
Omschrijving
De buitenunit communiceert correct met de binnenunit die op koelleiding A is aangesloten.
De buitenunit communiceert correct met de binnenunit die op koelleiding B is aangesloten.
De buitenunit communiceert correct met de binnenunit die op koelleiding C is aangesloten.
De buitenunit communiceert correct met de binnenunit die op koelleiding D is aangesloten.
De buitenunit communiceert correct met de binnenunit die op koelleiding E is aangesloten.
OPMERKING
Op dit punt is het mogelijk om de interne units in de gewenste modus op te starten.
࢘̷ϑ
” niet wordt weergegeven, is de procedure mislukt en is het daarom nodig om DE HELE
gebruikershandleiding te lezen alvorens de in stappen 1-2-3-4 beschreven handelingen te herhalen.
Een adres van een binnenunit instellen (MAIN/RMC)
1 Controleer of de stroomtoevoer ingeschakeld is.
Wanneer de binnenunit niet is aangesloten,
moet er extra stroomvoorziening in de
binnenunit voorzien zijn.
Binnenunit
1(L)
2(N)
F2
F1
2 Het paneel (scherm) moet op een binnenunit aangesloten zijn om een optie te ontvangen.
3 Voordat u de binnenunit installeert, moet u een adres aan de binnenunit toewijzen volgens het systeemplan van
de airconditioning.
4 Wijs een adres aan een binnenunit toe via de draadloze afstandsbediening.
- De beginstatus van de instelling van het ADDRESS (Hoofd/RMC) van de binnenunit is '0A0000-100000-
200000-300000'.
Het is niet nodig om een extra ADRES toe te wijzen voor een 1:1 installatie tussen binnenunit en buitenunit.
33
Nederlands
Installatieprocedure
Optie-nr.: 0AXXXX-1XXXXX-2XXXXX-3XXXXX
Optie SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 SEG5 SEG6
Uitleg Pagina Modus Hoofdadres instellen
100 tekens van een
binnenunit-adres
10 tekens van
binnenunit
Een enkel teken van
binnenunit
Indicatie
en details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details
0A
0
Geen
hoofdadres
0~9
100
tekens
0~9
10
tekens
0~9
Een
enkele
digit
1
Hoofdadres
instelmodus
Optie SEG7 SEG8 SEG9 SEG10 SEG11 SEG12
Uitleg PAGINA RMC adres instellen Groepskanaal(*16) Groepsadres
Instelling
en details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details
1
0
Geen RMC
adres
RMC1 1~F RMC2 1~F
1
RMC adres
instelmodus
࢘Ƹ͔ͱʪϩʒʪŵđAࣗɇʒθʪϑ̈͝ϑϩʪ̷̷̈͝˝̈͝ϑϩʪ̷̷ʪ͝иɇ͝͝ʪʪθЇ˝ʪʀʪ͝ϩθɇ̷̈ϑʪʪθʒʪɵʪʒ̈ʪ̈͝͝˝˝ʪɵθЇ̧̈ϩࢋ
LET OP
WanneerA”~”Fwordt ingevoerd voor SEG4~6, blijft het HOOFDADRES van de binnenunit ongewijzigd.
Als u de SEG 3 instelt op 0 behoudt de binnenunit het vorige HOOFDADRES, zelfs als u de optiewaarde voor
SEG4~6 invoert.
Als u de SEG 9 instelt op 0 behoudt de binnenunit het vorige RMC-ADRES, zelfs als u de optiewaarde voor
SEG11~12 invoert.
5 Het MAIN-adres is voor communicatie tussen binnenunit en buitenunit. Daarom moet u het instellen om de
airconditioner correct te bedienen.
34
Installatieprocedure
Nederlands
Installatieprocedure
Het instellen van een installatieoptie van de binnenunits (geschikt voor het bepalen van elke
installatielocatie)
1 Controleer of de stroomtoevoer ingeschakeld is.
Wanneer de binnenunit niet is aangesloten,
moet er extra stroomvoorziening in de
binnenunit voorzien zijn.
Binnenunit
1(L)
2(N)
F2
F1
2 Het paneel (scherm) moet op een binnenunit aangesloten zijn om een optie te ontvangen.
3 Voordat u de binnenunit installeert, moet u een optie aan de binnenunit toewijzen volgens het systeemplan van
de airconditioning.
De standaardinstelling van een installatieoptie van de binnenunit is '02000-100000-200000-300000'.
De individuele bediening van een afstandsbediening (SEG20) is de functie die een binnenunit individueel
bedient wanneer er meer dan één binnenunit is.
4 Stel de optie van de binnenunit in met de draadloze afstandsbediening.
Sluit de ontvanger van de afstandsbediening aan wanneer u een adresoptie invoert.
Optie SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 SEG5 SEG6
Uitleg PAGINA MODUS Centrale regeling
Instelling en
details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details
02 00
0
Niet gebruikt
0
1
Gebruik
Optie SEG7 SEG8 SEG9 SEG10 SEG11 SEG12
Uitleg PAGINA Master/Slave
Instelling en
details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details
10 000
0 Slave
1Master
Optie SEG13 SEG14 SEG15 SEG16 SEG17 SEG18
Uitleg PAGINA Externe regeling Uitvoer externe regeling Zoemer
Instelling en
details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details
2
0 Niet gebruikt
0
Thermostaat
AAN
0
0 Gebruik
0
1 Aan/Uit regeling
2 Regeling UIT
1
Werking
AAN
1
Niet in
gebruik
3
Scherm van AAN/UIT-regeling1)
Optie SEG19 SEG20 SEG21 SEG22 SEG23 SEG24
Uitleg PAGINA
Instelling en
details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details
30 0000
࢘̷ϑЇʪʪ͝ɇ͝ʒʪθʀ̟̈˙ʪθʒɇ͝ߡॄߥЭɇ͝ʒʪ̈͝ʒ̈ӬʒЇʪ̷ʪɵʪʒ̈ʪ̈͝͝˝Эɇ͝ʒʪɵ̈͝͝ʪ͝Ї̈͝ϩ࣍Ɗkߣߡ࣎̈͝Эͱʪθϩࡡиͱθʒϩʒʪɵ̈͝͝ʪ͝Ї̈͝ϩ
ingesteld als "channel 1".
Het venster met de aan/uit-functie is van toepassing op de volgende unit:
AR**/AJ***TN1DKG/AJ***TNNDKG
35
Nederlands
Installatieprocedure
Stap 14 Bedieningstest in Cool- en
Heat-modi
Test na de installatie van de buiten- en binnenunits de
Cool- en Heat-modi.
Wanneer u de Cool-modus test, stel dan de
temperatuur van de binnenunit in op de laagste
stand. En wanneer u de Heat-modus test, stel dan
de temperatuur van de binnenunit in op de hoogste
stand.
Controleer of elke binnenunit normaal werkt en
controleer vervolgens ook of alle binnenunits samen
normaal werken.
Controleer zowel de Cool- als Heat-modus.
Controleer ongeveer 20 minuten na de start van de
airconditioner het temperatuurverschil tussen de
luchtinlaat en -uitlaat van de binnenunit. Als het
temperatuurverschil groter is dan de waarde in de
volgende tabel, dan werkt hij normaal.
Modus Temperatuur
Cool Äθʀɇߩঐ
Heat Äθʀɇߢߣঐ
LET OP
Als de buitenunit uitgeschakeld is en onmiddellijk
opnieuw wordt ingeschakeld, dan werkt de
compressor niet gedurende ongeveer 3 minuten.
In de Cool-modus kan vorst voorkomen op ventielen
en andere onderdelen.
OPMERKING
U kunt ook de Cool- of Heat-modus testen met knop
K1.
Test Cool-modus : Druk tweemaal op de toets [K1].
Test Heat-modus : Druk driemaal op knop [K1].
Stap 15 Optioneel: Instellen op alleen
Cool- of Heat-modus
Met deze functie kunnen de aan de buitenunit
aangesloten binnenunits werken in een specifieke
modus.
U kunt elke modus instellen met toetsen op de hoofd-
PCB in de buitenunit.
Modus instellen SEG1 SEG2 SEG3 SEG4
Koeling en
verwarming
0
0
00
Alleen koelen 01
Alleen verwarmen 02
Standaardwaarde: Koel- en verwarmingsmodus
36
Installatieprocedure
Nederlands
Installatieprocedure
Stap 16 Optioneel: Stroomverbeteringsmodus
De stroomverbeteringsmodus heeft de volgende stroomverminderende effecten.
Gereduceerd Vermogen bij Thermo uit
Wanneer de airconditioner werkt in Cool-, Dry- en Auto-modus en als Thermo uit tijdens het koelen wordt
bereikt, dan worden de ventilator en het scherm van de binnenunit na 5 minuten uitgeschakeld.
Wanneer u de afstandsbediening gebruikt, wordt het scherm van de binnenunit opnieuw ingeschakeld.
Bediening stand-bymodus
Wanneer alle binnenunits uitgeschakeld zijn, herkent de airconditioner dit en gaat hij in stand-bymodus.
Het energieverbruik in stand-bymodus bedraagt 3,5 W of minder.
De stroomverbeteringsmodus instellen
Schakel de stroomverbeteringsmodus in of uit met de toetsen op de hoofd-PCB in de buitenunit.
Stroomverbeteringsmodus SEG1 SEG2 SEG3 SEG4
Uitgeschakeld
01
0
0
Ingeschakeld
0
1
Standaardwaarde: Uitgeschakeld
37
Nederlands
Extra procedures
Extra procedures
Koelmiddel naar beneden pompen
WAARSCHUWING
Na het installeren van het product voert u lektesten
uit op de buisverbindingen. Nadat u koelmiddel naar
beneden pompt om de buitenunit te inspecteren of
verplaatsen, zorgt u dat u de compressor stopt en de
aangesloten buizen verwijdert.
Bedien de compressor niet als een klep open is,
omdat er dan koelmiddel kan lekken uit een buis
of uit een niet of niet goed aangesloten buis. Als u
dit niet doet, kan lucht in de compressor stromen
en kan een te hoge druk ontwikkelen in het circuit
met het koelmiddel. Dit leidt tot explosiegevaar of
productdefecten.
Pump-down is een bewerking die bedoeld is voor
het verzamelen van alle in de buitenunit aanwezige
koelmiddel.
Deze bewerking moet worden uitgevoerd voordat
de koelmiddelleiding wordt losgekoppeld, om te
voorkomen dat koelmiddel verloren gaat in de
atmosfeer.
1 Schakel het koelsysteem in met ventilator op
hoge snelheid en laat de compressor vervolgens
gedurende meer dan 5 minuten lopen. (De
compressor zal automatisch starten, onder
voorwaarde dat er 3 minuten zijn verstreken sinds de
laatste keer stoppen.)
2 Laat de ventieldoppen aan de hoge- en de
lagedrukzijde los.
3 Gebruik de moersleutel om het ventiel aan de
hogedrukzijde te sluiten.
4 Sluit het ventiel aan de lagedrukzijde na ca. 2 minuut.
5 Stop de werking van de airconditioner door
op de knop Aan/uit op de binnenunit of de
afstandsbediening te drukken.
6 Koppel de leidingen los.
B(Gas)
A(Vloeistof)
De binnen- en buitenunits
verplaatsen
1 Pump-down van koelmiddel Zie Pumping down
refrigerant op pagina 37.
2 Verwijder het stroomsnoer.
3 Ontkoppel de verbindingskabel tussen de buiten- en
binnenunits.
4 Verwijder de wartelmoeren die de leidingen
verbinden met de binnenunits. Dek de leidingen
van de binnenunit en de andere leidingen nu af met
een dop of een vinylplug om het binnendringen van
vreemd materiaal te voorkomen.
5 Ontkoppel de leidingen die met de buitenunis
verbonden zijn. Dek de afsluiters van de buitenunits
en de andere leidingen nu af met een dop of een
vinylplug om het binnendringen van vreemd
materiaal te voorkomen.
Opmerking: zorg ervoor dat u de verbindingsleidingen in
het midden niet buigt en sla ze samen met de snoeren
op.
6 Verplaats de buiten- en binnenunits.
7 Verwijder de montageplaat van de binnenunit en
verplaats deze.
OPMERKING
Voordat u de units verplaatst, moet u eerst
Herwinnen op pagina 7 lezen.
Wanneer u koelmiddel R-32 bijvult nadat die volledig
is verwijderd, zorg er dan voor dat u alleen de
fabriekshoeveelheid aan koelmiddel bijvult.
Zorg er bij het stofzuigen van het product voor dat u
dit ten minste 1 uur doet.
Zorg ervoor dat u een elektronische weegschaal
gebruikt wanneer u de hoeveelheid koelmiddel meet,
en zorg ervoor dat alleen de vermelde hoeveelheid
wordt bijgevuld.
LET OP
Als u meer dan de op het label vermelde hoeveelheid
koelmiddel bijvult, dan kan brand ontstaan wanneer
het koelmiddel lekt.
38
Extra procedures
Nederlands
Extra procedures
De afsluiter gebruiken
De afsluiter openen
1 Open de dop en draai de afsluiter linksom met
behulp van een zeskantsleutel.
2 Draai tot de as gestopt wordt.
Aanhaalmoment voor dop lichaam
(raadpleeg de tabel)
Kern voor bijvullen
Aanhaalmoment voor dop bij-
vulpoort (raadpleeg de tabel)
ŵࣗߥߢߡࢥŵࣗߤߣࡏÜɇ͔ʪϩʪθЭɇ͝ʒʪϑʀ˵θͱʪ˙ࣗࣗߢࢥߣࣗߣߡƸĘ
Spoel
3 Draai de dop stevig vast.
Buitendiameter
(mm)
Aanhaalmoment
Dop lichaam
(N•m)
Dop bijvulpoort
(N•m)
ø6,35
20 tot 25
10 tot 12
Ø9,52
20 tot 25
Ø12,70
25 tot 30
Ø15,88
30 tot 35
(1 Nm=10 kgfcm)
OPMERKING
Pas geen overdreven druk toe op de afsluiter en
gebruik altijd speciale gereedschappen. Anders kan
de afsluitkast beschadigd worden en het achterblad
lekken.
Als het waterdichte pakking lekt, draait u de as
een halve slag terug, draait de afsluitkast aan en
controleert weer op lekken. Als het niet meer lekt,
draait u de as stevig aan.
De afsluiter sluiten
1 Verwijder de dop.
2 Draai de afsluiter rechtsom met behulp van een
zeskantsleutel.
3 Draai de as aan tot de afsluiter het sluitpunt heeft
bereikt.
4 Draai de dop stevig vast.
LET OP
Als u de onderhoudspoort gebruikt, moet u altijd ook
een laadslang gebruiken.
Controleer op lekken van koelmiddel na het
aandraaien van de dop.
Gebruik een spanner en sleutel om de afsluiter te
openen/sluiten.
39
Nederlands
Bijlagen
Probleemoplossing
De onderstaande tabel geeft een overzicht van de uit te voeren
zelfdiagnose. Voor bepaalde fouten moet u contact opnemen
met een erkend onderhoudscentrum.
Als er tijdens het gebruik een storing optreedt, wordt dit
weergeven op de PCB HOOFD - UIT van de buitenunit.
88 SEG-SCHERM
PCB HOOFD - UIT
Foutcodes Uitleg Opmerking
E108
FOUT WEGENS HERHAALD INSTELLEN VAN HET ADRES (WANNEER 2 OF MEER APPARATEN
HETZELFDE ADRES HEBBEN BINNEN HET NETWERK)
E190
FOUT IN DE CONTROLE VAN DE LEIDING
E199
DE CONTROLE VAN DE WERKING VAN DE LEIDING IS NIET VOLTOOID
E201
COMMUNICATIEFOUT TUSSEN DE BINNEN- EN BUITENUNIT (FOUT INSTELLEN NUMMER
INSTALLATIE, HERHAALD ADRES VAN DE BINNENUNIT, COMM VAN DE BINNENUNIT
E202
COMMUNICATIEFOUT TUSSEN DE BINNEN- EN DE BUITENUNIT (COMMUNICATIEFOUT OP ALLE
BINNENUNITS, FOUT COMMUNICATIEKABEL BUITENUNIT)
E203
COMMUNICATIEFOUT TUSSEN INVERTER-PBA EN HOOFD-PBA
E221
FOUT OP SENSOR OMGEVINGSTEMPERATUUR (DICHT OF OPEN)
E237
FOUT OP SENSOR CONDENSERTEMPERATUUR (DICHT OF OPEN)
E251
FOUT OP SENSOR AFVOERTEMPERATUUR (DICHT OF OPEN)
E320
FOUT OP SENSOR OLP-TEMPERATUUR VAN COMPRESSOR (DICHT OF OPEN)
E330
FOUT OP TEMPERATUURSENSOR VAN LEIDING IN-A (DICHT OF OPEN)
E331
FOUT OP TEMPERATUURSENSOR VAN LEIDING IN-B (DICHT OF OPEN)
E332
FOUT OP TEMPERATUURSENSOR VAN LEIDING IN-C (DICHT OF OPEN)
E333
FOUT OP TEMPERATUURSENSOR VAN LEIDING IN-D (DICHT OF OPEN)
E335
FOUT OP TEMPERATUURSENSOR VAN LEIDING UIT-A (DICHT OF OPEN)
E336
FOUT OP TEMPERATUURSENSOR VAN LEIDING UIT-B (DICHT OF OPEN)
E337
FOUT OP TEMPERATUURSENSOR VAN LEIDING UIT-C (DICHT OF OPEN)
E338
FOUT OP TEMPERATUURSENSOR VAN LEIDING UIT-D (DICHT OF OPEN)
E401
BUITENUNIT VRIEST - VEILIGHEIDSBEDIENING (STOPPEN VAN COMPRESSOR)
E404
OVERBELASTING VAN BUITENUNIT - VEILIGHEIDSBEDIENING (STOPPEN VAN COMPRESSOR)
Bijlagen
40
Bijlagen
Nederlands
Bijlagen
Foutcodes Uitleg Opmerking
E416
COMPRESSOR STOPT WEGENS BESCHERMINGSREGELING AFVOERTEMPERATUUR
E422
BLOKKEERBEDIENING DOOR HOGE DRUK
E440
VERWARMINGSMODUS BEPERKT WEGENS HOGE LUCHTTEMPERATUUR
E441
KOELMODUS BEPERKT WEGENS LAGE LUCHTTEMPERATUUR
E458
FOUT VENTILATORMOTOR
E461
BEDIENINGSFOUT VAN COMPRESSOR
E462
COMPRESSOR STOPT WEGENS OVERBELASTING
E463
COMPRESSOR STOPT WEGENS REGELING OLP-TEMPERATUUR
E464
FOUTE WEGENS OVERBELASTING VAN COMPRESSOR
E465
FOUT SPANNINGSGRENS VAN COMPRESSOR
E466
FOUT WEGENS TE LAGE/HOGE SPANNING VAN DC-LINK IN INVERTER PBA
E467
ABNORMALE TPM IN COMPRESSOR OF DRAAD VOOR COMPRESSOR IS NIET AANGESLOTEN
E468
FOUT WEGENS SENSOR UITGANGSSTROOM VAN INVERTER PBA (DICHT/OPEN)
E469
FOUT WEGENS SPANNINGSSENSOR VAN DC-LINK VAN INVERTER PBA (DICHT/OPEN)
E470
LEES/SCHRIJFFOUT EEPROM BUITENUNIT
E471
LEES/SCHRIJFFOUT EEPROM BUITENUNIT (OTP)
E474
FOUT OP IPM/PFCM-TEMPERATUURSENSOR VAN INVERTER PBA (DICHT OF OPEN)
E483
OVERSPANNING VAN DC-LINK VAN H/W-DETECTIE
E484
FOUT PFC-OVERBELASTING (OVERSPANNING)
E485
FOUT WEGENS SENSOR INGANGSSTROOM VAN INVERTER PBA (DICHT/OPEN)
E488
FOUT SENSOR INKOMENDE SPANNING
E500
FOUT OVERVERHITTING IPM/PFCM
E507
FOUT WEGENS OPEN HOGEDRUKSCHAKELAAR OF COMPRESSOR UIT WEGENS HOGE DRUK
E554
HET KOELMIDDEL LEKT VOLLEDIG UIT DE BUITENUNIT
E563
FOUT WEGENS COMBINATIE SOFTWAREVERSIE VAN BINNENUNIT (NIET-COMPATIBELE SOFTWARE
VAN DE BINNENUNIT OP EEN SYSTEEM
E590
CHECKSUMFOUT VAN EEPROM INVERTER
41
Nederlands
Bijlagen
MEMO
SAMSUNG ELECTRONICS CO., LTD.
107, Hanamsandan 6beon-ro, Gwangsan-gu, Gwangju-si, Korea 62218
Samsung Electronics
Service Department
PO Box 12987, Blackrock, Co. Dublin. Ireland
or
Blackbushe Business Park, Yateley, GU46 6GG. UK
DB68-08794A-00
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42

Samsung AJ100TXJ5KG/EU Handleiding

Type
Handleiding