11
Verwijder het plastic
folie dat eventueel op de
metalen contactpunten
(A) van de hartslagmeter
in de handgreep is
aangebracht. Zorg er
ook voor dat uw handen
schoon zijn. Om uw
hartslag te meten, neemt
u de hartslagmeter in de
handgreep vast. Laat daarbij
uw handpalmen op de metalen contactpunten rusten.
Verplaats uw handen niet en grijp de contacten
niet te stevig vast.
Wanneer uw hartslag wordt gedetecteerd, knippert
een hartsymbool op het bovenste display en wordt
uw hartslag weergegeven. Houd de handgrepen
gedurende ongeveer 15 seconden vast voor een
zo nauwkeurig mogelijke hartslagwaarde.
Als uw hartslag niet wordt weergegeven, moet u
ervoor zorgen dat uw handen correct zijn geplaatst
zoals hiervoor beschreven. Verplaats uw handen niet
te veel en grijp de metalen contactpunten niet te stevig
vast. Reinig de metalen contactpunten met een zachte
doek voor optimale prestaties; gebruik daarbij nooit
alcohol, schuurmiddelen of chemische producten.
6. Schakel desgewenst de ventilator in.
De ventilator kan op hoge
en lage snelheden worden
ingesteld. Druk herhaaldelijk
op de verhogings- en
verlagingstoetsen om een
ventilatorsnelheid te selecteren of de ventilator uit
te schakelen.
Opmerking: Als de pedalen gedurende circa
dertig seconden niet bewegen, wordt de ventilator
automatisch uitgeschakeld.
7. Wanneer u klaar bent met oefenen, wordt de
console automatisch uitgeschakeld.
Als de pedalen gedurende enkele seconden niet
bewegen, krijgt u een reeks pieptonen te horen, gaat de
console in pauzestand en knippert de tijdsaanduiding
op het display.
Als de pedalen gedurende enkele minuten niet
bewegen, worden de console uitgeschakeld en de
displays gereset.
HOE EEN 8 WEKEN DURENDE AFSLANKTRAINING
TE GEBRUIKEN
1. Schakel de console in.
Druk op een willekeurige toets of begin te trappen om
de console in te schakelen.
Wanneer u de console inschakelt, worden de displays
geactiveerd, hoort u een pieptoon en is de console
klaar voor gebruik.
2. Selecteer de gewenste week van het programma.
Om de gewenste week te
selecteren, drukt u herhaaldelijk
op de toets SELECT WEEK
totdat de gewenste week op het
display verschijnt.
3. Selecteer de gewenste dag van het programma.
Er zijn drie dagtrainingen voor
elke week van het programma.
Om de gewenste week te
selecteren, drukt u herhaaldelijk
op de toets SELECT DAY totdat
het nummer van de gewenste dag is bereikt.
4. Start de training.
Druk op de START-toets en begin te trappen om de
training te starten.
Elke training is verdeeld in segmenten van één minuut.
Voor elk segment worden één weerstandsniveau en
één doel-rpm (snelheid) geprogrammeerd. Opmerking:
Hetzelfde weerstandsniveau en/of dezelfde doel-
rpm kan voor opeenvolgende segmenten worden
geprogrammeerd zijn.
Aan het einde van elk segment van de training krijgt u
een reeks tonen te horen. Het weerstandsniveau voor
het volgende segment verschijnt gedurende enkele
seconden als waarschuwing op het bovenste display.
De weerstand van de pedalen verandert dan.
De snelheidsmeter (B) toont
twee knipperende balkjes
voor de doelsnelheidszone
voor het segment; de
doelsnelheidszone omvat
een reeks snelheden die
slechts enkele RPM's van de
doelsnelheid voor het segment
verwijderd zijn. De niet-knipperende balkjes stellen uw
feitelijke trapsnelheid voor.
Houd tijdens het trainen uw trapsnelheid binnen de
doelsnelheidszone voor het huidige segment door
uw trapsnelheid te verhogen of te verlagen of door de
weerstand van de pedalen te verhogen of verlagen.
BELANGRIJK: De doelsnelheid is alleen bedoeld
om u te motiveren. Zorg ervoor dat u op een tempo
en weerstandsniveau trapt dat aangenaam voor
u is.
Als het weerstandsniveau voor het huidige segment
te hoog of te laag is, kunt u de instelling handmatig
wijzigen door op de RESISTANCE-toetsen te drukken.
BELANGRIJK: Aan het einde van het huidige
segment van de training worden de pedalen
automatisch aangepast aan het geprogrammeerde
weerstandsniveau voor het volgende segment.
B