66
4 Het Gebruik / 5 Geheugen
NL
5.2
Het weergeven
van de opgeslagen
waarden
5.1
Het opslaan van
de resultaten
4.3
Het meten van
de bloeddruk
5.3
Aansluiting
op de PC
a. Druk op de START-toets 2 .
• Alle symbolen verschijnen ca. twee seconden lang in het display 3 .
• Vervolgens wordt het manchet 1 opgeblazen. Hierbij wordt de stijgende
druk door getallen aangegeven.
• Als u tijden het opblazen op de START-toets 2 drukt, wordt de opblaas-
procedure gestopt. Het instrument wordt uitgeschakeld en de lucht in het
manchet wordt uitgelaten.
b. Wanneer het opblazen is voltooid, wordt de meting automatisch gestart
terwijl de lucht binnen het manchet langzaam uitgelaten wordt. De in het
display getoonde waarde komt overeen met de actuele waarde van de druk
binnen het manchet.
De manchet wordt eerst met gelijkmatige sneldheid ontlucht. Wanneer de pols
de eerste keer kan worden vastgesteld, wordt de ontluchting met de hartslag
gesynchroniseerd totdat de meting is voltooid. Gedurende de procedure gaat
het hartsymbool flikkeren. De meting stopt wanneer de manchet plotseling
ontlucht wordt en daarnaast de aanduidingen: SYS, DIA en PUL weergegeven
worden, hierbij wordt het display van de MTM verlicht.
Dit instrument beschikt over 2 aparte geheugens met een capaciteit van 99
geheugenplaatsen per geheugen. De resultaten worden automatisch in het
geselecteerde geheugen opgeslagen. Als het geheugen vol is, wordt de
betreffende oudste meting verwijderd.
Druk op SET-toets 4 om de in het geheugen opgeslagen meetwaarden op te
roepen. Vervolgens wordt met een “A“ gemerkte gemiddelde waarde van de
zich in het geheugen bevindende metingen weergegeven. Door een tweede
keer op de SET-toets 4 te drukken worden de afzonderlijke meetwaarden
(Systolisch, Diastolisch, Pols en Datum/Kloktijd afwisselend) van de laatst inge-
voerde meting weergegeven. Gedurende de weergave wordt het display 3
kortstondig verlicht. Bij de MTM geeft het aan dat een meting met behulp
van de 3/MAMmethode is verricht.
Om in geheugen terug te bladeren moet u de SET-toets 4 nogmaals indruk-
ken. Linksonder in de display, boven het symbool MR, verschijnt dan de meting
met het bijbehorende nummer uit het geheugen. De aanwijzing verloopt altijd
in aflopende volgorde. Als er bijvoorbeeld in totaal zeven gegevens ingevoerd
zijn, komt eerst nummer 7 in beeld (de laatste meest actuele meting), daarna
nummer 6 (de op een na laatste meting), enzovoort.
Bij het apparaat is een software CD en een USB kabel meegeleverd, waarmee
u de gegevens van uw MEDISANA bloeddrukmeter MTM via de USB aan-
sluiting op uw computer kunt invoeren. Verbindt de USB-aansluiting 6 van
het apparaat middels de USB kabel met de USB poort van uw computer. Het
MTM laat bij een correcte verbinding drie blinkende horizontale lijnen in het
display zien. Plaats de CD in de Cd-speler van uw computer en volg de in-
structies van het installatieprogramma. Als u de CD in de Cd-speler legt, wordt
het installatieprogramma automatisch gestart. Volg eenvoudig de aanwijzin-
gen op die op uw beeldscherm verschijnen. In het geval er problemen zijn heeft
de software de beschikking over een uitgebreid helpprogramma.