VOLTCRAFT VC5070 de handleiding

Categorie
Multimeters
Type
de handleiding
2
Diese Bedienungsanleitung gehört zu diesem Produkt. Sie enthält wichtige Hinweise zur Inbe-
triebnahme und Hand habung. Achten Sie hierauf, auch wenn Sie dieses Produkt an Dritte wei-
tergeben.
Heben Sie deshalb diese Bedienungsanleitung zum Nach lesen auf!
Eine Auflistung der Inhalte finden Sie in dem Inhaltsverzeichnis mit Angabe der entsprechenden
Seitenzahlen auf Seite 5.
These operating instructions belong with this product. They contain important information for
putting it into service and operating it. This should be noted also when this product is passed on
to a third party.
Therefore look after these operating instructions for future reference!
A list of contents with the corresponding page numbers can be found in the index on page 23.
Ce mode d'emploi appartient à ce produit. Il contient des recommandations en ce qui concerne
sa mise en service et sa manutention. Veuillez en tenir compte et ceci également lorsque vous
remettez le produit à des tiers.
Conservez ce mode d'emploi afin de pouvoir vous documenter en temps utile.!
Vous trouverez le récapitulatif des indications du contenu à la table des matières avec mention
de la page correspondante à la page 41.
Deze gebruiksaanwijzing hoort bij dit product. Er staan belangrijke aanwijzingen in betreffende
de ingebruikname en gebruik, ook als u dit product doorgeeft aan derden.
Bewaar deze handleiding zorgvuldig, zodat u deze later nog eens kunt nalezen!
U vindt een opsomming van de inhoud in de inhoudsopgave met aanduiding van de pagina-
nummers op pagina 59.
58
Inleiding
Geachte klant,
Hartelijk dank voor de aankoop van dit Voltcraft® product. U hebt hiermee een goede keus
gemaakt.
U hebt een meer dan gemiddeld kwaliteitsproduct aangeschaft uit een merkfamilie die zich op het
gebied van meet-, laad-, en voedingstechniek onderscheidt door specifieke vakkundigheid en perma-
nente innovatie.
Met Voltcraft® worden gecompliceerde taken voor u als kieskeurige doe-het-zelver of als professionele
gebruiker al gauw kinderspel. Voltcraft® biedt u betrouwbare technologie tegen een buitengewoon voor-
delige prijs-kwaliteitverhouding.
Wij zijn ervan overtuigd: uw keuze voor Voltcraft is tegelijkertijd het begin
van een lange en prettige samenwerking.
Veel plezier met uw nieuwe Voltcraft®-product!
Voorgeschreven gebruik
- Meten en weergeven van elektrische grootheden binnen het bereik van de overspanningcategorie
CAT III tot max. 500V ten opzichte van aardpotentiaal, volgens EN 61010-1
- Gelijk- en wisselspanningsmetingen tot max. 500 V
- Meten van gelijkstromen tot 10 A
- Meten van frequenties tot 25 kHz
- Meten van weerstanden tot 200 Mohm
- Akoestische doorgangstest
- Diodetest
- Transistortest
Het gebruik is alleen toegestaan met voeding via batterijen.
Het meetapparaat mag in geopende toestand, met geopend batterijvak resp. bij ontbrekend klepje van
het batterijvak, niet worden gebruikt. Metingen in vochtige ruimten of onder ongunstige omstandigheden
zijn niet toegestaan.
Ongunstige omstandigheden zijn:
- vocht of een te hoge luchtvochtigheid,
- stof en brandbare gassen, dampen of oplosmiddelen,
- onweer resp. weersomstandigheden zoals sterk elektrostatische velden enz.
Een andere toepassing dan hierboven beschreven kan leiden tot beschadiging van het product. Daar-
naast bestaat het risico van bijv. kortsluiting, brand of elektrische schokken. Het complete product mag
niet worden veranderd of omgebouwd!
De veiligheidsvoorschriften dienen absoluut in acht te worden genomen!
59
Beschrijving van de onderdelen
(zie uitklappagina)
1 Analoge weergave met spiegelschaal
2 Wijzer
3 Stelknop voor wijzer
4 10A-stroommeetbus
5 Draaiknop voor het instellen van de meetfuncties
6 COM-bus (referentiemeetpunt)
7V/Ω/mA/Hz-bus
8 Vrms/Vp-p-omschakeling voor spanningsmeting
9 0 ohm-instelling voor weerstandsmeting
10 OFF-positie, het meetapparaat is uitgeschakeld
11 Standaard aan achterzijde en geïntegreerd batterijvak
12 Indicator bedrijfsstatus
Inhoudsopgave
Inleiding ..................................................................................................................................................58
Voorgeschreven gebruik ........................................................................................................................58
Veiligheidsvoorschriften ..........................................................................................................................60
Productbeschrijving ................................................................................................................................62
Leveringsomvang ..................................................................................................................................63
Verklaring van symbolen en tekens ........................................................................................................63
Ingebruikname........................................................................................................................................64
Meetfuncties ..........................................................................................................................................64
a) Nulinstelling ................................................................................................................................64
b) Gelijk- en wisselspanningsmeting ..............................................................................................65
c) Weerstandsmeting......................................................................................................................66
d) Gelijkstroommeting ....................................................................................................................66
e) Akoestische doorgangstest ........................................................................................................67
f) Diodetest ....................................................................................................................................68
g) Transistortest..............................................................................................................................69
h) Frequentiemeting ......................................................................................................................69
Reiniging en onderhoud..........................................................................................................................70
Algemeen ........................................................................................................................................70
Reiniging ..........................................................................................................................................70
Plaatsen en vervangen van de batterijen ........................................................................................71
Vervangen van zekeringen ..............................................................................................................72
Afvoer van lege batterijen/accu´s! ....................................................................................................72
Afvalverwijdering ....................................................................................................................................73
Verhelpen van storingen ........................................................................................................................73
Technische gegevens en meettoleranties ..............................................................................................74
60
Veiligheidsvoorschriften
Lees voor ingebruikneming de volledige gebruiksaanwijzing door; deze bevat
belangrijke instructies voor het juiste gebruik.
Bij schade veroorzaakt door het niet opvolgen van de gebruiksaanwijzing, vervalt
het recht op garantie! Voor vervolgschade die hieruit ontstaat, zijn wij niet aanspra-
kelijk!
Voor materiële schade of persoonlijk letsel veroorzaakt door ondeskundig gebruik of
het niet in acht nemen van de veiligheidsvoorschriften, zijn wij niet aansprakelijk! In
dergelijke gevallen vervalt het recht op garantie.
Het apparaat heeft de fabriek in veiligheidstechnisch perfecte staat verlaten.
Volg de instructies en waarschuwingen in de gebruiksaanwijzing op om deze status van het apparaat te
handhaven en een veilige werking te garanderen! Let op de volgende symbolen:
Een uitroepteken in een driehoek wijst op belangrijke instructies in deze gebruiksaanwij-
zing die absoluut moeten worden opgevolgd.
Een bliksemschicht in een driehoek waarschuwt voor een elektrische schok of een veilig-
heidsbeperking van elektrische onderdelen in het apparaat.
Het “hand”-symbool vindt u bij bijzondere tips of instructies voor de bediening.
Dit apparaat is CE-goedgekeurd en voldoet aan de betreffende Europese richtlijnen.
Veiligheidsklasse 2 (dubbele of versterkte isolatie).
CAT II Overspanningscategorie II voor metingen aan elektrische en elektronische apparaten, die
via een netstekker worden voorzien van spanning. Deze categorie omvat ook alle kleinere
categorieën (bijv. CAT I voor het meten van signaal- en stuurspanningen).
CAT III Overspanningscategorie III voor metingen in de gebouwinstallatie (bijv. stopcontacten of
onderverdelingen). Deze categorie omvat ook alle kleinere categorieën (bijv. CAT lI voor
het meten aan elektrische apparaten).
Aardpotentiaal
°
61
Om veiligheids- en keuringsredenen (CE) is het eigenmachtig ombouwen en/of veranderen van het
apparaat niet toegestaan.
Raadpleeg een vakman wanneer u twijfelt over de werking, veiligheid of aansluiting van het apparaat.
Meetapparaten en accessoires zijn geen speelgoed; houd deze buiten bereik van kinderen!
In industriële omgevingen dienen de Arbovoorschriften ter voorkoming van ongevallen met betrekking
tot elektrische installaties en bedrijfsmiddelen in acht te worden genomen.
In scholen, opleidingscentra, hobbyruimten en werkplaatsen moet door geschoold personeel voldoende
toezicht worden gehouden op de bediening van meetapparaten.
Zorg bij elke spanningsmeting dat het meetapparaat zich niet binnen het stroommeetbereik bevindt.
De spanning tussen een willekeurige bus van het meetapparaat en de aarde mag 500 VDC/AC in over-
spanningscategorie III niet overschrijden.
Wees vooral voorzichtig bij de omgang met spanningen >25 V wissel- (AC) resp. >35 V gelijkspanning
(DC)! Al bij deze spanningen kunt u bij het aanraken van een elektrische geleider een levensgevaarlijke
elektrische schok oplopen.
Controleer voor elke meting uw meetapparaat en de meetdraden op beschadiging(en). Voer in geen
geval metingen uit als de beschermende isolatie beschadigd (gescheurd, verwijderd enz.) is.
Om een elektrische schok te voorkomen, dient u ervoor te zorgen dat u de te meten aansluitin-
gen/meetpunten tijdens de meting niet (ook niet indirect) aanraakt. Pak tijdens het meten niet boven de
voelbare handgreepmarkeringen op de meetpunten vast.
Gebruik de multimeter nooit kort voor, tijdens, of kort na een onweersbui (blikseminslag! / energierijke
overspanningen!). Zorg ervoor, dat uw handen, schoenen, kleding, de vloer, het meetapparaat resp. de
meetdraden, schakelingen en schakeldelen, enz. absoluut droog zijn.
Gebruik het meetapparaat niet in ruimten of onder ongunstige omstandigheden waarin/waarbij brandba-
re gassen, dampen of stoffen aanwezig zijn of kunnen zijn.
Vermijd het gebruik in de directe nabijheid van:
- sterke magnetische of elektromagnetische velden
- zendantennes of HF-generatoren.
Daardoor kan de meetwaarde worden vervalst.
Gebruik voor het meten alleen de meegeleverde meetdraden resp. meetaccessoires, die op de specifi-
caties van de multimeter afgestemd zijn. Er mogen alleen dubbele of versterkte meetaccessoires wor-
den gebruikt (bijv. volledig geïsoleerde BNC-adapters enz.)
62
Wanneer kan worden aangenomen dat een veilig gebruik niet meer mogelijk is, mag het apparaat niet
meer worden gebruikt en moet het worden beveiligd tegen onbedoeld gebruik. U mag ervan uitgaan dat
een veilig gebruik niet meer mogelijk is indien:
- het apparaat zichtbaar is beschadigd,
- het apparaat niet meer functioneert en
- het apparaat gedurende langere tijd onder ongunstige omstandigheden is opgeslagen of
- het apparaat tijdens transport zwaar is belast.
Schakel het meetapparaat nooit onmiddellijk in, nadat het van een koude naar een warme ruimte is
gebracht. Door het condenswater dat wordt gevormd, kan het apparaat onder bepaalde omstandighe-
den beschadigd raken. Laat het apparaat uitgeschakeld op kamertemperatuur komen.
Laat het verpakkingsmateriaal niet achteloos liggen. Dit kan voor kinderen gevaarlijk speelgoed zijn.
Neem ook de veiligheidsvoorschriften in de afzonderlijke hoofdstukken in acht.
Productbeschrijving
De analoge multimeter (hierna multimeter genoemd) is voorzien van een tegen schokken beschermde
wijzer. De schaal is uitgerust met een spiegel die altijd een exacte aflezing garandeert. Het meetinstru-
ment is met spanbanden (taut-band) opgeslagen, hetgeen een continue meetfunctie garandeert.
De multimeter kan in elke stand worden gebruikt. Een standaard aan de achterkant maakt een licht
schuine houding mogelijk, waardoor het aflezen van het display tijdens het meten gemakkelijker is. De
afneembare rubberen hoes beschermt het meetapparaat tegen schokken.
Het mA-stroommeetbereik is met een keramische zekering beveiligd tegen overbelasting. Het 10A-
meetbereik is niet beveiligd en mag niet worden overschreden.
De afzonderlijke meetfuncties en meetbereiken worden geselecteerd met behulp van een draaiknop.
Het meetapparaat is bestemd voor hobbygebruik maar ook voor professionele toepassingen.
Voor de voedingsspanning worden de volgende batterijen gebruikt:
1 x 9V-blok + 2 x mignon (type AA)
De meetsnoeren kunnen bij levering zijn voorzien van beschermdoppen. Trek voor gebruik de
beschermdoppen van de veiligheidsstekkers en meetpunten.
Na gebruik kunnen deze terug worden geplaatst als transportbescherming.
De wijzer kan met behulp van de stelschroef worden geijkt. Doe dit voorafgaand aan elke meting om fou-
tieve metingen te voorkomen.
63
Leveringsomvang
Multimeter met afneembare rubberen hoes
Veiligheidsmeetsnoeren rood en zwart
1 x 9 V-blokbatterij
2x mignon batterijen
Gebruiksaanwijzing
Verklaring van symbolen en tekens
Overloop; het meetbereik werd overschreden
Symbool voor de akoestische doorgangstester
OFF Schakelaarstand UIT
COM/N/- Referentiepotentiaal, - bij DC/N bij AC
+/P Meetpotentiaal + bij DC, P (fase) bij AC
AC Wisselspanningsgrootheid voor spanning
DC Gelijkspanningsgrootheid voor spanning en stroom
Vrms Effectieve waarde bij AC-meting
Vp-p Piek-piek waarde bij AC-meting
mV Millivolt (exp.-3)
V Volt (eenheid van elektrische spanning)
A Ampère (eenheid van elektrische stroomsterkte)
mA Milliampère (exp.-3)
µA Microampère (exp.-6)
kHz KiloHertz (eenheid van elektrische frequentie, exp.3)
Ω Ohm (eenheid van elektrische weerstand)
kΩ Kilo-ohm, (exp.3)
MΩ Mega-ohm (exp.6)
LI Verbruiksstroom van dioden
LV Doorlaatspanning van dioden
hFE Versterkingsfactor bij transistors
Iceo Collector-emitter-lekstroom van transistors
IC Collectorstroom
IB Basisstroom
64
Ingebruikneming
Voordat u het meetapparaat kunt gebruiken, moeten de meegeleverde batterijen in het apparaat worden
geplaatst. Plaats de batterijen zoals beschreven in het hoofdstuk „Reiniging en onderhoud“.
Draaischakelaar (5)
De afzonderlijke meetfuncties kunnen via de draaischakelaar worden ingesteld. Het meetapparaat is op
stand „OFF“ uitgeschakeld. Schakel het meetapparaat altijd uit als u het niet gebruikt.
Auto-Power-Off-functie
De ingeschakelde multimeter schakelt na 20 minuten automatisch uit als de draaischakelaar niet is
gebruikt. Dit beschermt de batterijen tegen vroegtijdige ontlading.
Tijdens gebruik brandt het indicatielampje (12). Als dit lampje uit gaat zonder dat de draaischakelaar op
„OFF“ staat, dan is de Auto-Power-Off-functie actief. Om terug in te schakelen verwijdert u de meetpen-
nen van het meetobject, en schakelt u het apparaat uit "OFF" (10). Selecteer opnieuw het gewenste
meetbereik en ga door met meten. De indicator (12) brandt en het meetapparaat is klaar voor gebruik.
Meetfuncties
Zorg dat de max. toegestane ingangswaarden in geen geval worden overschreden.
Raak schakelingen en schakeldelen niet aan als daarop een hogere middelbare wis-
selspanning dan 25 V~ of hogere gelijkspanning 35 V= kan staan! Levensgevaarlijk!
Controleer voor aanvang van de meting de aangesloten meetdraden op beschadi-
gingen, zoals sneden, scheuren of afknellingen. Defecte meetdraden direct verwijde-
ren en vervangen door nieuwe draden; defecte meetdraden mogen niet meer
gebruikt worden! Levensgevaarlijk!
Voor elke wisseling van het meetbereik moeten de meetstiften van het meetobject
worden verwijderd.
Begin elke meting steeds met het grootste meetbereik. Ga daarna stapsgewijs over naar
een kleiner bereik, om zo nauwkeurig mogelijk te meten. De beste nauwkeurigheid wordt
verkregen in het middelste schaalbereik (schaalbereik ca. 70 – 110°).
De meetbereiken op de draaischakelaar komen overeen met de eindwaarde van de schaal. Voor het
aflezen gebruikt u steeds de overeenkomstige waarde (bijv. schaal 50 voor de meetbereiken 50 en 500).
Zorg dat de druktoets „Vrms“ (8) bij elke meting (behalve V/AC) op de stand „Vrms“ staat aangezien er
anders foutieve metingen kunnen ontstaan.
a) Nulinstelling
Voer voor elke meting via de stelschroef (3) een nulinstelling uit (schaalwaarde 0V). Op de meetsnoeren
mag geen meetsignaal aanwezig zijn.
65
b) Gelijk- en wisselspanningsmeting
De max. toelaatbare ingangsgrootheden mogen nooit worden overschreden, ook
niet bij de meting van rimpelspanningen (bijv. bromspanning).
Voor het meten van gelijkspanningen (DC) gaat u als volgt te werk:
- Kies met de draaischakelaar het meetbereik DCV .
- Sluit de zwarte meetdraad aan op de COM-bus (6) en de rode
meetdraad op de VΩ-bus (7).
- Voer een nulinstelling uit.
- Denk om een correcte polariteit (rood = + / zwart = -) en verbind
de beide meetpennen met het meetobject (batterij, schakeling
enz.).
- Bij een omgedraaide polariteit wordt geen waarde aangegeven.
De ingebouwde beveiligingsdiode blokkeert deze meting. Onder-
breek de meting en herhaal de meting bij de juiste polariteit.
- Lees de meetwaarde af op de schaal “V”.
- Zet na afloop van de meting de draaischakelaar op de stand
„OFF“ om de multimeter „uit te schakelen“.
Voor het meten van wisselspanningen (AC) gaat u als volgt te werk:
- Kies met de draaischakelaar het meetbereik ACV .
- Sluit de zwarte meetdraad aan op de COM-bus (6) en de rode meetdraad op de VΩ-bus (7).
- Voer een nulinstelling uit.
- Maak nu met de beide meetstiften contact met het meetobject (batterij, schakeling, enz.).
- Lees de meetwaarde af op de schaal “V”.
-
Zet na afloop van de meting de draaischakelaar op de stand „OFF“ om de multimeter „uit te scha-
kelen“.
In het wisselspanningsmeetbereik kan via de druktoets „Vrms/Vp-p“ (8) de weergave van
effectieve waarde (Vrms) worden omgeschakeld naar de piekwaarde (Vp-p). Als de toets is
ingedrukt, is de piekwaardefunctie actief.
66
c) Weerstandsmeting
Controleer of alle te meten schakeldelen, schakelingen en componenten evenals
andere meetobjecten absoluut spanningsloos en ontladen zijn.
Voor de weerstandsmeting gaat u als volgt te werk:
- Kies met de draaischakelaar het meetbereik Ω.
- Sluit de zwarte meetdraad aan op de COM-bus (6) en de rode
meetdraad op de VΩ-bus (7).
- Zorg dat beide meetpennen verbinding maken met elkaar en
wacht tot de wijzer stil staat. Er moet een waarde van ong. 0 ohm
worden aangegeven. Zet bij een afwijking de aanwijzer met
behulp van de 0 ohm-instelknop (9) op 0 ohm. Controleer dit
steeds als u van meetbereik verandert.
- Lees de meetwaarde af op de schaal „Ω“. Vermenigvuldig de
weergegeven waarde met het meetbereik om de meetwaarde te verkrijgen (bijv. 100Ω (aangegeven
waarde) x10kΩ (meetbereik) = 100 x 10 000 = 1MΩ (meetwaarde).
-
Zet na afloop van de meting de draaischakelaar op de stand „OFF“ om de multimeter „uit te scha-
kelen“.
d) Gelijkstroommeting
Zorg dat de max. toelaatbare ingangswaarden in geen geval worden overschreden.
Stroommetingen zijn alleen toegestaan in stroomcircuits tot max. 500 V.
Voor het meten van gelijkstromen tot 10 A/DC gaat u als volgt te werk:
- Kies met de draaischakelaar het meetbereik 10A .
- Sluit de zwarte meetdraad aan op de COM-bus (6) en de rode
meetdraad op de 10A-bus (4).
- Voer een nulinstelling uit.
- Denk om een correcte polariteit (rood = + / zwart = -) en verbind
de beide meetpennen in serie met het meetobject (batterij, scha-
keling enz.).
- Bij een omgedraaide polariteit wordt geen waarde aangegeven.
De ingebouwde beveiligingsdiode blokkeert deze meting. Onder-
breek de meting en herhaal de meting bij de juiste polariteit.
- Lees de meetwaarde af op de schaal “A”.
-
Zet na afloop van de meting de draaischakelaar op de stand „OFF“ om de multimeter „uit te scha-
kelen“.
67
Voor het meten van gelijkstromen tot 250 mA/DC gaat u als volgt te werk:
- Voor de meting in het mA/µA-bereik kiest u het betreffende meetbereik.
- Sluit de zwarte meetdraad aan op de COM-bus (6) en de rode meetdraad op de mA-bus (7).
- Voer een nulinstelling uit.
- Denk om een correcte polariteit (rood = + / zwart = -) en verbind
de beide meetpennen in serie met het meetobject (batterij, scha-
keling enz.).
- Bij een omgedraaide polariteit wordt geen waarde aangegeven.
De ingebouwde beveiligingsdiode blokkeert deze meting. Onder-
breek de meting en herhaal de meting bij de juiste polariteit.
- Lees de meetwaarde af op de schaal “A”.
-
Zet na afloop van de meting de draaischakelaar op de stand „OFF“ om de multimeter „uit te scha-
kelen“.
e) Akoestische doorgangstest
Controleer of alle te meten schakeldelen, schakelingen en componenten evenals
andere meetobjecten absoluut spanningsloos en ontladen zijn.
De doorgangstest maakt het snel controleren mogelijk van bijv. een leiding. Ligt de doorgangsweerstand
<200 ohm, dan klinkt er naast de aangeduide meetwaarde een pieptoon.
Voor het meten gaat u als volgt te werk:
- Kies met de draaischakelaar het meetbereik .
- Sluit de zwarte meetdraad aan op de COM-bus (6) en de rode
meetdraad op de VΩ-bus (7).
- Voer een nulinstelling uit.
- Zorg dat beide meetpennen verbinding maken met elkaar en
wacht tot de wijzer stil staat. Er moet een waarde van ong. 0 ohm
worden aangegeven. Zet bij een afwijking de aanwijzer met
behulp van de 0 ohm-instelknop (9) op 0 ohm. Als deze gelijkstel-
ling niet kan worden uitgevoerd, moeten de beide mignon-batte-
rijen (AA) worden vervangen.
- Maak nu met de beide meetstiften contact met het meetobject (onderdeel, schakeling, enz.).
- Lees de meetwaarde af op de schaal „Ω“. Bij een weerstandswaarde <200 ohm klinkt een
pieptoon.
-
Zet na afloop van de meting de draaischakelaar op de stand „OFF“ om de multimeter „uit te scha-
kelen“.
68
f) Diodetest
Controleer of alle te meten schakeldelen, schakelingen en componenten evenals
andere meetobjecten absoluut spanningsloos en ontladen zijn.
Bij de diodetest wordt de doorlaatspanning en de bedrijfsstroom (stroom in sperrichting IR, stroom in
doorlaatrichting IF) van een diode gemeten.
Voor het meten daarvan gaat u als volgt te werk:
-
Selecteer op de draaischakelaar de meetfunctie „Ω“ en het
meetbereik dat bij uw diode past. Begin bij het kleinste bereik.
„x100k/1,5 µA“. en schakel dan steeds hoger (tot max. x1/150
mA).
- Sluit de zwarte meetdraad aan op de COM-bus (6) en de rode
meetdraad op de VΩ-bus (7).
- Voer een nulinstelling uit.
- Zorg dat beide meetpennen verbinding maken met elkaar en
wacht tot de wijzer stil staat. Er moet een waarde van ong. 0 ohm
worden aangegeven. Zet bij een afwijking de aanwijzer met
behulp van de 0 ohm-instelknop (9) op 0 ohm.
- Sluit nu de beide meetstiften aan op het meetobject (diode). Voer
ter controle een meting door met omgekeerde polariteit.
- Lees de meetwaarde voor de spanning (UF/UR) af op de schaal
„LV“ in de eenheid Volt (V).
- De bedrijfsstroom (IF/IR) wordt op de schaal „LI“ weergegeven.
De eenheid komt overeen met het geselecteerde meetbereik (µA/mA).
De bedrijfsstroom kan van 1,5 µA tot 150 mA worden geselecteerd. Let op! Bij een te hoge
stroom kan het onderdeel beschadigd raken.
- Indien geen waarde wordt weergegeven, wordt de diode in sperrichting gemeten of is de diode
defect (onderbreking).
-
Zet na afloop van de meting de draaischakelaar op de stand „OFF“ om de multimeter „uit te scha-
kelen“.
69
g) Transistortest
Bij de transistortest wordt de versterkingsfactor van transistors gemeten. De versterkingsfactor is de ver-
houding van collectorstroom (IC) en basisstroom (IB). Voor deze meting is een hulpschakeling met een
24 KOhm weerstand nodig (niet bij levering inbegrepen). Maak contact met deze weerstand tussen de
basis- en collectoraansluiting van de transistor.
Voor het meten van de versterkingsfactor gaat u als volgt te werk:
- Selecteer op de draaischakelaar de meetfunctie Ω“ en het meet-
bereik „x10/15mA“.
- Sluit de zwarte meetdraad aan op de COM-bus (6) en de rode
meetdraad op de VΩ-bus (7).
- Voer een nulinstelling uit.
- Zorg dat beide meetpennen verbinding maken met elkaar en
wacht tot de wijzer stil staat. Er moet een waarde van ong. 0 ohm
worden aangegeven. Zet bij een afwijking de aanwijzer met
behulp van de 0 ohm-instelknop (9) op 0 ohm.
- Sluit nu afhankelijk van het transistortype de beide meetstiften
aan op het meetobject (transistor).
NPN: zwarte meetdraad op collector (C), rode meetdraad op
emitter (E)
PNP: rode meetdraad op collector (C), zwarte meetdraad op
emitter (E)
- Lees de meetwaarde voor de versterkingsfactor af op de schaal
“hFE”.
- Indien geen waarde wordt weergegeven, wordt de transistor in sperrichting gemeten of is de transis-
tor defect (onderbreking).
-
Zet na afloop van de meting de draaischakelaar op de stand „OFF“ om de multimeter „uit te scha-
kelen“.
Als de basisaansluiting van de transistor open blijft (geen weerstand ingebouwd), dan
wordt de lekstroom „Iceo“ tussen collector en emitter weergegeven. Deze waarde kan op
de schaal „Iceo“ in de eenheid „mA“ worden afgelezen.
h) Frequentiemeting
Zorg dat de max. toegestane ingangswaarde van 10V/AC in geen geval wordt over-
schreden.
De multimeter kan frequenties van 0 Hz tot 25 kHz in het spanningsbereik van 2,5 tot 10 V/AC
meten.
70
Voor het meten gaat u als volgt te werk:
- Kies met de draaischakelaar het meetbereik “Hz of kHz”.
- Sluit de zwarte meetdraad aan op de COM-bus (6) en de rode
meetdraad op de Hz-bus (7).
- Voer een nulinstelling uit.
- Maak nu met de beide meetstiften contact met het meetobject
(generator, schakeling, enz.).
- Lees de meetwaarde af op de schaal “kHz”. De eenheid komt
overeen met het ingestelde meetbereik (Hz of kHz).
-
Zet na afloop van de meting de draaischakelaar op de stand „OFF“ om de multimeter „uit te scha-
kelen“.
Reiniging en onderhoud
Algemeen
Om de nauwkeurigheid van de multimeter over een langere periode te kunnen garanderen, moet het
apparaat jaarlijks worden geijkt.
Het vervangen van batterijen en zekeringen vindt u verderop in de gebruiksaanwijzing.
Controleer regelmatig de technische veiligheid van het apparaat en de meetdraden,
bijv. op beschadiging van de behuizing of afknellen van de draden enz.
Gebruik het meetapparaat in geen geval in geopende toestand.
!LEVENSGEVAARLIJK!
Reiniging
Neem altijd de volgende veiligheidsvoorschriften in acht voordat u het apparaat gaat schoonmaken:
Bij het openen van afdekkingen of het verwijderen van onderdelen, ook wanneer dit
handmatig mogelijk is, kunnen spanningvoerende onderdelen worden blootgelegd.
Neem voor reinigen of instandhouden alle op het apparaat aangesloten leidingen los
en schakel de multimeter uit.
Gebruik voor het schoonmaken geen carbonhoudende schoonmaakmiddelen, benzine, alcohol of soort-
gelijke producten. Hierdoor wordt het oppervlak van het meetapparaat aangetast. Bovendien zijn de
dampen schadelijk voor de gezondheid en explosief. Gebruik voor de reiniging ook geen scherp gereed-
schap, schroevendraaiers of staalborstels en dergelijke.
Voor het reinigen van het apparaat, resp. het display en de meetdraden kunt u een schone, pluisvrije,
antistatische en droge doek gebruiken.
71
Plaatsen en vervangen van de batterijen
Voor het gebruik van het meetapparaat zijn batterijen nodig. Deze zijn bij de levering inbegrepen.
Plaats nieuwe batterijen:
bij het eerste gebruik,
wanneer de indicator bedrijfsstatus (12) niet meer brandt of
indien het nulstellen op het weerstandsbereik niet meer lukt.
Voor het plaatsen of vervangen gaat u als volgt te werk:
- Verwijder alle meetsnoeren en schakel de multimeter uit
- Verwijder de rubberen hoes van de behuizing.
- Draai de schroef in de achterzijde van de behuizing los en
schuif het batterijklepje (11) voorzichtig van het apparaat.
- Plaats nieuwe batterijen in de multimeter, zoals afgebeeld. Let
op de polariteit in het batterijvak. 9V-blok batterij + 2 mignon
batterijen.
- Sluit de behuizing weer zorgvuldig.
Gebruik het meetapparaat in geen geval in geopende toestand.
!LEVENSGEVAARLIJK!
Laat geen lege batterijen in het meetapparaat zitten, aangezien zelfs batterijen die
tegen lekken zijn beveiligd, kunnen corroderen, waardoor chemicaliën vrij kunnen
komen die schadelijk zijn voor uw gezondheid of schade veroorzaken aan het appa-
raat.
Laat batterijen niet achteloos rondslingeren. Deze kunnen door kinderen of huisdie-
ren worden ingeslikt. Raadpleeg direct een arts als er toch een batterij is ingeslikt.
Verwijder de batterijen als u het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt om
lekkage te voorkomen.
Lekkende of beschadigde batterijen kunnen bij huidcontact bijtende wonden veroor-
zaken. Draag daarom in dit geval beschermende handschoenen.
Let op, dat batterijen niet worden kortgesloten. Gooi geen batterijen in het vuur.
Batterijen mogen niet worden opgeladen. Er bestaat explosiegevaar.
Geschikte alkalinebatterijen verkrijgt u met het volgende bestelnummer:
Bestelnr. 65 25 09 (1x bestellen).
Bestelnr. 65 25 02 (2x bestellen).
Gebruik uitsluitend alkalinebatterijen, omdat deze krachtig zijn en een lange gebruiksduur
hebben.
72
Vervangen van zekeringen
Neem bij het vervangen van zekeringen absoluut de veiligheidsvoorschriften in acht!
Zorg dat bij het vervangen van zekeringen alleen zekeringen van het aangeduide
type en de aangegeven nominale stroomsterkte als vervanging worden gebruikt. Het
gebruik van verkeerde of gerepareerde zekeringen resp. het overbruggen van de
zekeringhouder is niet toegestaan en kan brand tot gevolg hebben.
De meetingang „V/mA“ (7) is beveiligd tegen overbelasting. De meetingang „10A“ is niet beveiligd. Als
geen meting via de „V/mA“-bus (7) meer mogelijk is, moet de interne zekering worden vervangen.
Voor het vervangen van een zekering gaat u als volgt te werk:
- Verwijder alle meetsnoeren en schakel de multi-
meter uit
- Verwijder de rubberen hoes van de behuizing.
- Draai de schroef in de achterzijde van de behui-
zing los en schuif het batterijklepje (11) voorzich-
tig van het apparaat.
- Druk het kunststof pinnetje tussen de beide batte-
rijvakken naar voren totdat de beide delen van de
behuizing worden ontgrendeld. Neem de behui-
zing voorzichtig uit elkaar.
- Vervang de keramische zwakstroomzekering door een nieuwe zekering van hetzelfde type en met
dezelfde stroomsterkte. F 0,5A / 500V snel 6,3 x 32 mm
- Zet het apparaat in omgekeerde volgorde weer in elkaar en schroef het batterijvakdeksel weer zorg-
vuldig dicht.
Afvoer van lege batterijen/accu’s!
U bent als eindverbruiker wettelijk (KCA-voorschriften) verplicht alle lege batterijen en accu’s in te leve-
ren; afvoeren via het huisvuil is niet toegestaan!
Batterijen/accu´s die schadelijke stoffen bevatten, worden gemarkeerd door nevenstaande
symbolen. Deze symbolen duiden erop dat afvoer via het huisvuil verboden is. De aandui-
dingen voor irriterend werkende, zware metalen zijn: Cd = cadmium, Hg = kwik, Pb = lood.
Lege batterijen en niet meer oplaadbare accu´s kunt u gratis inleveren bij de verzamel-
plaatsen van uw gemeente, onze filialen of andere verkooppunten van batterijen en accu´s.
Zo voldoet u aan de wettelijke verplichtingen voor afvalscheiding en draagt u bij aan
de bescherming van het milieu!
73
Afvalverwijdering
Oude elektronische apparaten kunnen gerecycled worden en horen niet thuis in het huis-
vuil. Indien het apparaat onbruikbaar is geworden, dient het in overeenstemming met de
geldende wettelijke voorschriften te worden afgevoerd naar de gemeentelijke verzamel-
plaatsen. Afvoer via het huisvuil is niet toegestaan.
Verhelpen van storingen
U heeft met de multimeter een product aangeschaft dat volgens de nieuwste stand
der techniek is ontwikkeld en veilig is in het gebruik.
Toch kunnen zich problemen of storingen voordoen.
Hieronder vindt u enkele maatregelen om eventuele storingen eenvoudig zelf te ver-
helpen:
Neem altijd de veiligheidsvoorschriften in acht!
Storing Mogelijke oorzaak
Das Multimeter funktioniert nicht. Zijn de batterijen leeg?
Brandt het indicatielampje voor de bedrijfsstatus? Controleer de
toestand van de batterijen en evt. de zekering.
Geen meting via de Is de zekering defect?
V/mA-bus (7) mogelijk. Controleer de zekering (zekering vervangen)
Geen verandering van Zijn de juiste meetbussen gekozen?
meetwaarden. Is de juiste meetsoort geselecteerd (AC/DC)?
Er worden foutieve meetwaarden Wer door aanvang van de meting een nulinstelling resp. een
weergegeven. nul-ohm-afstelling bij weerstandsmeting uitgevoerd?
Is de toets „Vrms/Vp-p“ (8) ingedrukt?
Andere reparaties dan hierboven beschreven, mogen uitsluitend door een erkend vakman
worden uitgevoerd.
Bij vragen over het gebruik van het meetapparaat staat onze technische helpdesk onder
het volgende telefoonnummer ter beschikking:
Voltcraft®, 92242 Hirschau, Lindenweg 15, Tel.nr. +49 ( 0)180 / 586.582 7.
74
Technische gegevens en meettoleranties
Technische gegevens
Overspanningscategorie CAT III 500V tegen aardpotentiaal
Max. meetspanning 500 V
Analoge aflezing met spiegelschaal
Ingangsweerstand V-bereik ca. 10MΩ
Voedingsspanning 9V blok + 2x AA
Bedrijfstemperatuur 0°C tot +40°C
Opslagtemperatuur -10°C tot +50°C
Gebruikshoogte max. 2.000 m
Rel. luchtvochtigheid < 75%, niet condenserend
Temperatuur voor gegarandeerde nauwkeurigheid: +18°C tot +28°C
Gewicht ca. 360 g
Afmetingen (lxbxh) 160 x 104 x 44 (mm)
Meettoleranties
Aanduiding van de nauwkeurigheid in ± (% volle schaal). De nauwkeurigheid geldt 1 jaar lang bij een
temperatuur van +23°C ±5°C, bij een rel. luchtvochtigheid van minder dan 75 %, niet-condenserend.
Gelijkspanningsbereik, overbelastingsbeveiliging 500 V (bereik 0,05 V: max. 250 V)
Bereik Nauwkeurigheid Opmerking
0,05 V ± 4% Interne weerstand 10MΩ
2,5 V / 10 V / 50 V / 250 V / 500 V ± 3%
Wisselspanningsbereik (40Hz - 400Hz), Overbelastingsbeveiliging 500 V
Bereik Nauwkeurigheid Opmerking
10 V / 50 V / 250 V / 500 V ± 4% Interne weerstand 10MΩ
Gelijkstroombereik
Bereik Nauwkeurigheid Opmerking
± 3%
25 µA / 2,5 mA / 25 mA / 250 mA ± 3% Spanningsval 250mV
F 0,5A / 500V
10 A ± 4% niet beveiligd
max. 10 s met 15 min pauze
75
Weerstandbereik, overbelastingsbeveiliging 250V
Bereik Nauwkeurigheid Opmerking
x1 / x10 / x1k / x10k / x100k ± 3%
Frequentie, overbelastingsbeveiliging 500V
Bereik Nauwkeurigheid Opmerking
250 Hz / 2,5 kHz / 25 kHz ± 3% Gevoeligheid 2,5 V
max. 10V
Transistortest
Bereik Nauwkeurigheid Opmerking
hFE 0 - 1000 niet gespecificeerd Test in Ohm x10-bereik
Teststroom ca. 10 µA
Testspanning max. 3,2 Vce
Diodetest
Bereik Nauwkeurigheid Opmerking
IF / IR / LI / LV niet gespecificeerd
Teststroom max. 1,5 µA in x100k-bereik
15 µA in x10k-bereik
0,15 mA in x1k-bereik
15 mA in x10-bereik
150 mA in x1-bereik
Akoestische doorgangstester, overbelastingsbeveiliging 250V
Opmerking
Meetbereik <200 Ω
Zorg dat de max. toegestane ingangswaarden in geen geval worden overschreden.
Raak schakelingen en schakeldelen niet aan als daarop een hogere spanning dan
25 V ACrms of 35 V DC kan staan! Levensgevaarlijk!
VOLTCRAFT IM INTERNET http://www.voltcraft.de
Impressum
Diese Bedienungsanleitung ist eine Publikation von Voltcraft
®
, Lindenweg 15, D-92242 Hirschau, Tel.-Nr. 0180/586 582 7
(www.voltcraft.de).
Alle Rechte einschließlich Übersetzung vorbehalten. Reproduktionen jeder Art, z.B. Fotokopie, Mikroverfilmung, oder die Erfassung in
elektronischen Datenverarbeitungsanlagen, bedürfen der schriftlichen Genehmigung des Herausgebers. Nachdruck, auch auszugswei-
se, verboten.
Diese Bedienungsanleitung entspricht dem technischen Stand bei Druck legung. Änderung in Technik und Ausstattung vorbehalten.
© Copyright 2012 by Voltcraft
®
Legal notice
These operating instructions are a publication by Voltcraft
®
, Lindenweg 15, D-92242 Hirschau/Germany, Phone +49 180/586 582 7
(www.voltcraft.de).
All rights including translation reserved. Reproduction by any method, e.g. photocopy, microfilming, or the capture in electronic data
processing systems require the prior written approval by the editor. Reprinting, also in part, is prohibited.
These operating instructions represent the technical status at the time of printing. Changes in technology and equipment reserved.
© Copyright 2012 by Voltcraft
®
Informations légales
Ce mode d'emploi est une publication de la société Voltcraft
®
, Lindenweg 15, D-92242 Hirschau/Allemagne, Tél. +49 180/586 582 7
(www.voltcraft.de).
Tous droits réservés, y compris de traduction. Toute reproduction, quelle qu'elle soit (p. ex. photocopie, microfilm, saisie dans des
installations de traitement de données) nécessite une autorisation écrite de l'éditeur. Il est interdit de le réimprimer, même par extraits.
Ce mode d'emploi correspond au niveau technique du moment de la mise sous presse. Sous réserve de modifications techniques et de
l'équipement.
© Copyright 2012 by Voltcraft
®
Colofon
Deze gebruiksaanwijzing is een publicatie van de firma Voltcraft
®
, Lindenweg 15, D-92242 Hirschau/Duitsland, Tel. +49 180/586 582 7
(www.voltcraft.de).
Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microverfilming of de
registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van
uittreksels, verboden.
Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen. Wijziging van techniek en uitrusting voorbehouden.
© Copyright 2012 by Voltcraft
®
V3_0812_01/HK

Documenttranscriptie

 Diese Bedienungsanleitung gehört zu diesem Produkt. Sie enthält wichtige Hinweise zur Inbetriebnahme und Handhabung. Achten Sie hierauf, auch wenn Sie dieses Produkt an Dritte weitergeben. Heben Sie deshalb diese Bedienungsanleitung zum Nachlesen auf! Eine Auflistung der Inhalte finden Sie in dem Inhaltsverzeichnis mit Angabe der entsprechenden Seitenzahlen auf Seite 5.  These operating instructions belong with this product. They contain important information for putting it into service and operating it. This should be noted also when this product is passed on to a third party. Therefore look after these operating instructions for future reference! A list of contents with the corresponding page numbers can be found in the index on page 23.  Ce mode d'emploi appartient à ce produit. Il contient des recommandations en ce qui concerne sa mise en service et sa manutention. Veuillez en tenir compte et ceci également lorsque vous remettez le produit à des tiers. Conservez ce mode d'emploi afin de pouvoir vous documenter en temps utile.! Vous trouverez le récapitulatif des indications du contenu à la table des matières avec mention de la page correspondante à la page 41.  Deze gebruiksaanwijzing hoort bij dit product. Er staan belangrijke aanwijzingen in betreffende de ingebruikname en gebruik, ook als u dit product doorgeeft aan derden. Bewaar deze handleiding zorgvuldig, zodat u deze later nog eens kunt nalezen! U vindt een opsomming van de inhoud in de inhoudsopgave met aanduiding van de paginanummers op pagina 59. 2  Inleiding Geachte klant, Hartelijk dank voor de aankoop van dit Voltcraft® product. U hebt hiermee een goede keus gemaakt. U hebt een meer dan gemiddeld kwaliteitsproduct aangeschaft uit een merkfamilie die zich op het gebied van meet-, laad-, en voedingstechniek onderscheidt door specifieke vakkundigheid en permanente innovatie. Met Voltcraft® worden gecompliceerde taken voor u als kieskeurige doe-het-zelver of als professionele gebruiker al gauw kinderspel. Voltcraft® biedt u betrouwbare technologie tegen een buitengewoon voordelige prijs-kwaliteitverhouding. Wij zijn ervan overtuigd: uw keuze voor Voltcraft is tegelijkertijd het begin van een lange en prettige samenwerking. Veel plezier met uw nieuwe Voltcraft®-product! Voorgeschreven gebruik - Meten en weergeven van elektrische grootheden binnen het bereik van de overspanningcategorie CAT III tot max. 500V ten opzichte van aardpotentiaal, volgens EN 61010-1 - Gelijk- en wisselspanningsmetingen tot max. 500 V - Meten van gelijkstromen tot 10 A - Meten van frequenties tot 25 kHz - Meten van weerstanden tot 200 Mohm - Akoestische doorgangstest - Diodetest - Transistortest Het gebruik is alleen toegestaan met voeding via batterijen. Het meetapparaat mag in geopende toestand, met geopend batterijvak resp. bij ontbrekend klepje van het batterijvak, niet worden gebruikt. Metingen in vochtige ruimten of onder ongunstige omstandigheden zijn niet toegestaan. Ongunstige omstandigheden zijn: - vocht of een te hoge luchtvochtigheid, - stof en brandbare gassen, dampen of oplosmiddelen, - onweer resp. weersomstandigheden zoals sterk elektrostatische velden enz. Een andere toepassing dan hierboven beschreven kan leiden tot beschadiging van het product. Daarnaast bestaat het risico van bijv. kortsluiting, brand of elektrische schokken. Het complete product mag niet worden veranderd of omgebouwd! De veiligheidsvoorschriften dienen absoluut in acht te worden genomen! 58 Beschrijving van de onderdelen (zie uitklappagina) 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 Analoge weergave met spiegelschaal Wijzer Stelknop voor wijzer 10A-stroommeetbus Draaiknop voor het instellen van de meetfuncties COM-bus (referentiemeetpunt) V/Ω/mA/Hz-bus Vrms/Vp-p-omschakeling voor spanningsmeting 0 ohm-instelling voor weerstandsmeting OFF-positie, het meetapparaat is uitgeschakeld Standaard aan achterzijde en geïntegreerd batterijvak Indicator bedrijfsstatus Inhoudsopgave Inleiding ..................................................................................................................................................58 Voorgeschreven gebruik ........................................................................................................................58 Veiligheidsvoorschriften ..........................................................................................................................60 Productbeschrijving ................................................................................................................................62 Leveringsomvang ..................................................................................................................................63 Verklaring van symbolen en tekens ........................................................................................................63 Ingebruikname ........................................................................................................................................64 Meetfuncties ..........................................................................................................................................64 a) Nulinstelling ................................................................................................................................64 b) Gelijk- en wisselspanningsmeting ..............................................................................................65 c) Weerstandsmeting......................................................................................................................66 d) Gelijkstroommeting ....................................................................................................................66 e) Akoestische doorgangstest ........................................................................................................67 f) Diodetest ....................................................................................................................................68 g) Transistortest..............................................................................................................................69 h) Frequentiemeting ......................................................................................................................69 Reiniging en onderhoud..........................................................................................................................70 Algemeen ........................................................................................................................................70 Reiniging ..........................................................................................................................................70 Plaatsen en vervangen van de batterijen ........................................................................................71 Vervangen van zekeringen ..............................................................................................................72 Afvoer van lege batterijen/accu´s! ....................................................................................................72 Afvalverwijdering ....................................................................................................................................73 Verhelpen van storingen ........................................................................................................................73 Technische gegevens en meettoleranties ..............................................................................................74 59 Veiligheidsvoorschriften  Lees voor ingebruikneming de volledige gebruiksaanwijzing door; deze bevat belangrijke instructies voor het juiste gebruik. Bij schade veroorzaakt door het niet opvolgen van de gebruiksaanwijzing, vervalt het recht op garantie! Voor vervolgschade die hieruit ontstaat, zijn wij niet aansprakelijk! Voor materiële schade of persoonlijk letsel veroorzaakt door ondeskundig gebruik of het niet in acht nemen van de veiligheidsvoorschriften, zijn wij niet aansprakelijk! In dergelijke gevallen vervalt het recht op garantie. Het apparaat heeft de fabriek in veiligheidstechnisch perfecte staat verlaten. Volg de instructies en waarschuwingen in de gebruiksaanwijzing op om deze status van het apparaat te handhaven en een veilige werking te garanderen! Let op de volgende symbolen:  Ꮨ Een uitroepteken in een driehoek wijst op belangrijke instructies in deze gebruiksaanwijzing die absoluut moeten worden opgevolgd. Een bliksemschicht in een driehoek waarschuwt voor een elektrische schok of een veiligheidsbeperking van elektrische onderdelen in het apparaat. ☞ Het “hand”-symbool vindt u bij bijzondere tips of instructies voor de bediening. ° Dit apparaat is CE-goedgekeurd en voldoet aan de betreffende Europese richtlijnen. Veiligheidsklasse 2 (dubbele of versterkte isolatie). CAT II Overspanningscategorie II voor metingen aan elektrische en elektronische apparaten, die via een netstekker worden voorzien van spanning. Deze categorie omvat ook alle kleinere categorieën (bijv. CAT I voor het meten van signaal- en stuurspanningen). CAT III Overspanningscategorie III voor metingen in de gebouwinstallatie (bijv. stopcontacten of onderverdelingen). Deze categorie omvat ook alle kleinere categorieën (bijv. CAT lI voor het meten aan elektrische apparaten). Aardpotentiaal 60 Om veiligheids- en keuringsredenen (CE) is het eigenmachtig ombouwen en/of veranderen van het apparaat niet toegestaan. Raadpleeg een vakman wanneer u twijfelt over de werking, veiligheid of aansluiting van het apparaat. Meetapparaten en accessoires zijn geen speelgoed; houd deze buiten bereik van kinderen! In industriële omgevingen dienen de Arbovoorschriften ter voorkoming van ongevallen met betrekking tot elektrische installaties en bedrijfsmiddelen in acht te worden genomen. In scholen, opleidingscentra, hobbyruimten en werkplaatsen moet door geschoold personeel voldoende toezicht worden gehouden op de bediening van meetapparaten. Zorg bij elke spanningsmeting dat het meetapparaat zich niet binnen het stroommeetbereik bevindt. De spanning tussen een willekeurige bus van het meetapparaat en de aarde mag 500 VDC/AC in overspanningscategorie III niet overschrijden. Wees vooral voorzichtig bij de omgang met spanningen >25 V wissel- (AC) resp. >35 V gelijkspanning (DC)! Al bij deze spanningen kunt u bij het aanraken van een elektrische geleider een levensgevaarlijke elektrische schok oplopen. Controleer voor elke meting uw meetapparaat en de meetdraden op beschadiging(en). Voer in geen geval metingen uit als de beschermende isolatie beschadigd (gescheurd, verwijderd enz.) is. Om een elektrische schok te voorkomen, dient u ervoor te zorgen dat u de te meten aansluitingen/meetpunten tijdens de meting niet (ook niet indirect) aanraakt. Pak tijdens het meten niet boven de voelbare handgreepmarkeringen op de meetpunten vast. Gebruik de multimeter nooit kort voor, tijdens, of kort na een onweersbui (blikseminslag! / energierijke overspanningen!). Zorg ervoor, dat uw handen, schoenen, kleding, de vloer, het meetapparaat resp. de meetdraden, schakelingen en schakeldelen, enz. absoluut droog zijn. Gebruik het meetapparaat niet in ruimten of onder ongunstige omstandigheden waarin/waarbij brandbare gassen, dampen of stoffen aanwezig zijn of kunnen zijn. Vermijd het gebruik in de directe nabijheid van: - sterke magnetische of elektromagnetische velden - zendantennes of HF-generatoren. Daardoor kan de meetwaarde worden vervalst. Gebruik voor het meten alleen de meegeleverde meetdraden resp. meetaccessoires, die op de specificaties van de multimeter afgestemd zijn. Er mogen alleen dubbele of versterkte meetaccessoires worden gebruikt (bijv. volledig geïsoleerde BNC-adapters enz.) 61 Wanneer kan worden aangenomen dat een veilig gebruik niet meer mogelijk is, mag het apparaat niet meer worden gebruikt en moet het worden beveiligd tegen onbedoeld gebruik. U mag ervan uitgaan dat een veilig gebruik niet meer mogelijk is indien: - het apparaat zichtbaar is beschadigd, - het apparaat niet meer functioneert en - het apparaat gedurende langere tijd onder ongunstige omstandigheden is opgeslagen of - het apparaat tijdens transport zwaar is belast. Schakel het meetapparaat nooit onmiddellijk in, nadat het van een koude naar een warme ruimte is gebracht. Door het condenswater dat wordt gevormd, kan het apparaat onder bepaalde omstandigheden beschadigd raken. Laat het apparaat uitgeschakeld op kamertemperatuur komen. Laat het verpakkingsmateriaal niet achteloos liggen. Dit kan voor kinderen gevaarlijk speelgoed zijn. Neem ook de veiligheidsvoorschriften in de afzonderlijke hoofdstukken in acht. Productbeschrijving De analoge multimeter (hierna multimeter genoemd) is voorzien van een tegen schokken beschermde wijzer. De schaal is uitgerust met een spiegel die altijd een exacte aflezing garandeert. Het meetinstrument is met spanbanden (taut-band) opgeslagen, hetgeen een continue meetfunctie garandeert. De multimeter kan in elke stand worden gebruikt. Een standaard aan de achterkant maakt een licht schuine houding mogelijk, waardoor het aflezen van het display tijdens het meten gemakkelijker is. De afneembare rubberen hoes beschermt het meetapparaat tegen schokken. Het mA-stroommeetbereik is met een keramische zekering beveiligd tegen overbelasting. Het 10Ameetbereik is niet beveiligd en mag niet worden overschreden. De afzonderlijke meetfuncties en meetbereiken worden geselecteerd met behulp van een draaiknop. Het meetapparaat is bestemd voor hobbygebruik maar ook voor professionele toepassingen. Voor de voedingsspanning worden de volgende batterijen gebruikt: 1 x 9V-blok + 2 x mignon (type AA) De meetsnoeren kunnen bij levering zijn voorzien van beschermdoppen. Trek voor gebruik de beschermdoppen van de veiligheidsstekkers en meetpunten. Na gebruik kunnen deze terug worden geplaatst als transportbescherming. De wijzer kan met behulp van de stelschroef worden geijkt. Doe dit voorafgaand aan elke meting om foutieve metingen te voorkomen. 62 Leveringsomvang Multimeter met afneembare rubberen hoes Veiligheidsmeetsnoeren rood en zwart 1 x 9 V-blokbatterij 2x mignon batterijen Gebruiksaanwijzing Verklaring van symbolen en tekens Overloop; het meetbereik werd overschreden Symbool voor de akoestische doorgangstester OFF Schakelaarstand UIT COM/N/- Referentiepotentiaal, - bij DC/N bij AC +/P Meetpotentiaal + bij DC, P (fase) bij AC AC Wisselspanningsgrootheid voor spanning DC Gelijkspanningsgrootheid voor spanning en stroom Vrms Effectieve waarde bij AC-meting Vp-p Piek-piek waarde bij AC-meting mV Millivolt (exp.-3) V Volt (eenheid van elektrische spanning) A Ampère (eenheid van elektrische stroomsterkte) mA Milliampère (exp.-3) µA Microampère (exp.-6) kHz KiloHertz (eenheid van elektrische frequentie, exp.3) Ω Ohm (eenheid van elektrische weerstand) kΩ Kilo-ohm, (exp.3) MΩ Mega-ohm (exp.6) LI Verbruiksstroom van dioden LV Doorlaatspanning van dioden hFE Versterkingsfactor bij transistors Iceo Collector-emitter-lekstroom van transistors IC Collectorstroom IB Basisstroom 63 Ingebruikneming Voordat u het meetapparaat kunt gebruiken, moeten de meegeleverde batterijen in het apparaat worden geplaatst. Plaats de batterijen zoals beschreven in het hoofdstuk „Reiniging en onderhoud“. Draaischakelaar (5) De afzonderlijke meetfuncties kunnen via de draaischakelaar worden ingesteld. Het meetapparaat is op stand „OFF“ uitgeschakeld. Schakel het meetapparaat altijd uit als u het niet gebruikt. Auto-Power-Off-functie De ingeschakelde multimeter schakelt na 20 minuten automatisch uit als de draaischakelaar niet is gebruikt. Dit beschermt de batterijen tegen vroegtijdige ontlading. Tijdens gebruik brandt het indicatielampje (12). Als dit lampje uit gaat zonder dat de draaischakelaar op „OFF“ staat, dan is de Auto-Power-Off-functie actief. Om terug in te schakelen verwijdert u de meetpennen van het meetobject, en schakelt u het apparaat uit "OFF" (10). Selecteer opnieuw het gewenste meetbereik en ga door met meten. De indicator (12) brandt en het meetapparaat is klaar voor gebruik. Meetfuncties  ☞ Zorg dat de max. toegestane ingangswaarden in geen geval worden overschreden. Raak schakelingen en schakeldelen niet aan als daarop een hogere middelbare wisselspanning dan 25 V~ of hogere gelijkspanning 35 V= kan staan! Levensgevaarlijk! Controleer voor aanvang van de meting de aangesloten meetdraden op beschadigingen, zoals sneden, scheuren of afknellingen. Defecte meetdraden direct verwijderen en vervangen door nieuwe draden; defecte meetdraden mogen niet meer gebruikt worden! Levensgevaarlijk! Voor elke wisseling van het meetbereik moeten de meetstiften van het meetobject worden verwijderd. Begin elke meting steeds met het grootste meetbereik. Ga daarna stapsgewijs over naar een kleiner bereik, om zo nauwkeurig mogelijk te meten. De beste nauwkeurigheid wordt verkregen in het middelste schaalbereik (schaalbereik ca. 70 – 110°). De meetbereiken op de draaischakelaar komen overeen met de eindwaarde van de schaal. Voor het aflezen gebruikt u steeds de overeenkomstige waarde (bijv. schaal 50 voor de meetbereiken 50 en 500). Zorg dat de druktoets „Vrms“ (8) bij elke meting (behalve V/AC) op de stand „Vrms“ staat aangezien er anders foutieve metingen kunnen ontstaan. a) Nulinstelling Voer voor elke meting via de stelschroef (3) een nulinstelling uit (schaalwaarde 0V). Op de meetsnoeren mag geen meetsignaal aanwezig zijn. 64 b) Gelijk- en wisselspanningsmeting  De max. toelaatbare ingangsgrootheden mogen nooit worden overschreden, ook niet bij de meting van rimpelspanningen (bijv. bromspanning). Voor het meten van gelijkspanningen (DC) gaat u als volgt te werk: - Kies met de draaischakelaar het meetbereik DCV . - Sluit de zwarte meetdraad aan op de COM-bus (6) en de rode meetdraad op de VΩ-bus (7). - Voer een nulinstelling uit. - Denk om een correcte polariteit (rood = + / zwart = -) en verbind de beide meetpennen met het meetobject (batterij, schakeling enz.). - Bij een omgedraaide polariteit wordt geen waarde aangegeven. De ingebouwde beveiligingsdiode blokkeert deze meting. Onderbreek de meting en herhaal de meting bij de juiste polariteit. - Lees de meetwaarde af op de schaal “V”. - Zet na afloop van de meting de draaischakelaar op de stand „OFF“ om de multimeter „uit te schakelen“. Voor het meten van wisselspanningen (AC) gaat u als volgt te werk: - Kies met de draaischakelaar het meetbereik ACV . Sluit de zwarte meetdraad aan op de COM-bus (6) en de rode meetdraad op de VΩ-bus (7). Voer een nulinstelling uit. Maak nu met de beide meetstiften contact met het meetobject (batterij, schakeling, enz.). Lees de meetwaarde af op de schaal “V”. Zet na afloop van de meting de draaischakelaar op de stand „OFF“ om de multimeter „uit te schakelen“. ☞ In het wisselspanningsmeetbereik kan via de druktoets „Vrms/Vp-p“ (8) de weergave van effectieve waarde (Vrms) worden omgeschakeld naar de piekwaarde (Vp-p). Als de toets is ingedrukt, is de piekwaardefunctie actief. 65 c) Weerstandsmeting  Controleer of alle te meten schakeldelen, schakelingen en componenten evenals andere meetobjecten absoluut spanningsloos en ontladen zijn. Voor de weerstandsmeting gaat u als volgt te werk: - Kies met de draaischakelaar het meetbereik Ω. - Sluit de zwarte meetdraad aan op de COM-bus (6) en de rode meetdraad op de VΩ-bus (7). - Zorg dat beide meetpennen verbinding maken met elkaar en wacht tot de wijzer stil staat. Er moet een waarde van ong. 0 ohm worden aangegeven. Zet bij een afwijking de aanwijzer met behulp van de 0 ohm-instelknop (9) op 0 ohm. Controleer dit steeds als u van meetbereik verandert. - Lees de meetwaarde af op de schaal „Ω“. Vermenigvuldig de weergegeven waarde met het meetbereik om de meetwaarde te verkrijgen (bijv. 100Ω (aangegeven waarde) x10kΩ (meetbereik) = 100 x 10 000 = 1MΩ (meetwaarde). - Zet na afloop van de meting de draaischakelaar op de stand „OFF“ om de multimeter „uit te schakelen“. d) Gelijkstroommeting  Zorg dat de max. toelaatbare ingangswaarden in geen geval worden overschreden. Stroommetingen zijn alleen toegestaan in stroomcircuits tot max. 500 V. Voor het meten van gelijkstromen tot 10 A/DC gaat u als volgt te werk: - Kies met de draaischakelaar het meetbereik 10A . - Sluit de zwarte meetdraad aan op de COM-bus (6) en de rode meetdraad op de 10A-bus (4). - Voer een nulinstelling uit. - Denk om een correcte polariteit (rood = + / zwart = -) en verbind de beide meetpennen in serie met het meetobject (batterij, schakeling enz.). - Bij een omgedraaide polariteit wordt geen waarde aangegeven. De ingebouwde beveiligingsdiode blokkeert deze meting. Onderbreek de meting en herhaal de meting bij de juiste polariteit. - Lees de meetwaarde af op de schaal “A”. - Zet na afloop van de meting de draaischakelaar op de stand „OFF“ om de multimeter „uit te schakelen“. 66 Voor het meten van gelijkstromen tot 250 mA/DC gaat u als volgt te werk: - Voor de meting in het mA/µA-bereik kiest u het betreffende meetbereik. - Sluit de zwarte meetdraad aan op de COM-bus (6) en de rode meetdraad op de mA-bus (7). - Voer een nulinstelling uit. - Denk om een correcte polariteit (rood = + / zwart = -) en verbind de beide meetpennen in serie met het meetobject (batterij, schakeling enz.). - Bij een omgedraaide polariteit wordt geen waarde aangegeven. De ingebouwde beveiligingsdiode blokkeert deze meting. Onderbreek de meting en herhaal de meting bij de juiste polariteit. - Lees de meetwaarde af op de schaal “A”. - Zet na afloop van de meting de draaischakelaar op de stand „OFF“ om de multimeter „uit te schakelen“. e) Akoestische doorgangstest  Controleer of alle te meten schakeldelen, schakelingen en componenten evenals andere meetobjecten absoluut spanningsloos en ontladen zijn. De doorgangstest maakt het snel controleren mogelijk van bijv. een leiding. Ligt de doorgangsweerstand <200 ohm, dan klinkt er naast de aangeduide meetwaarde een pieptoon. Voor het meten gaat u als volgt te werk: - Kies met de draaischakelaar het meetbereik . - Sluit de zwarte meetdraad aan op de COM-bus (6) en de rode meetdraad op de VΩ-bus (7). - Voer een nulinstelling uit. - Zorg dat beide meetpennen verbinding maken met elkaar en wacht tot de wijzer stil staat. Er moet een waarde van ong. 0 ohm worden aangegeven. Zet bij een afwijking de aanwijzer met behulp van de 0 ohm-instelknop (9) op 0 ohm. Als deze gelijkstelling niet kan worden uitgevoerd, moeten de beide mignon-batterijen (AA) worden vervangen. - Maak nu met de beide meetstiften contact met het meetobject (onderdeel, schakeling, enz.). - Lees de meetwaarde af op de schaal „Ω“. Bij een weerstandswaarde <200 ohm klinkt een pieptoon. - Zet na afloop van de meting de draaischakelaar op de stand „OFF“ om de multimeter „uit te schakelen“. 67 f) Diodetest  Controleer of alle te meten schakeldelen, schakelingen en componenten evenals andere meetobjecten absoluut spanningsloos en ontladen zijn. Bij de diodetest wordt de doorlaatspanning en de bedrijfsstroom (stroom in sperrichting IR, stroom in doorlaatrichting IF) van een diode gemeten. Voor het meten daarvan gaat u als volgt te werk: - Selecteer op de draaischakelaar de meetfunctie „Ω“ en het meetbereik dat bij uw diode past. Begin bij het kleinste bereik. „x100k/1,5 µA“. en schakel dan steeds hoger (tot max. x1/150 mA). - Sluit de zwarte meetdraad aan op de COM-bus (6) en de rode meetdraad op de VΩ-bus (7). - Voer een nulinstelling uit. - Zorg dat beide meetpennen verbinding maken met elkaar en wacht tot de wijzer stil staat. Er moet een waarde van ong. 0 ohm worden aangegeven. Zet bij een afwijking de aanwijzer met behulp van de 0 ohm-instelknop (9) op 0 ohm. - Sluit nu de beide meetstiften aan op het meetobject (diode). Voer ter controle een meting door met omgekeerde polariteit. - Lees de meetwaarde voor de spanning (UF/UR) af op de schaal „LV“ in de eenheid Volt (V). - De bedrijfsstroom (IF/IR) wordt op de schaal „LI“ weergegeven. De eenheid komt overeen met het geselecteerde meetbereik (µA/mA). ☞ De bedrijfsstroom kan van 1,5 µA tot 150 mA worden geselecteerd. Let op! Bij een te hoge stroom kan het onderdeel beschadigd raken. - Indien geen waarde wordt weergegeven, wordt de diode in sperrichting gemeten of is de diode defect (onderbreking). - Zet na afloop van de meting de draaischakelaar op de stand „OFF“ om de multimeter „uit te schakelen“. 68 g) Transistortest Bij de transistortest wordt de versterkingsfactor van transistors gemeten. De versterkingsfactor is de verhouding van collectorstroom (IC) en basisstroom (IB). Voor deze meting is een hulpschakeling met een 24 KOhm weerstand nodig (niet bij levering inbegrepen). Maak contact met deze weerstand tussen de basis- en collectoraansluiting van de transistor. Voor het meten van de versterkingsfactor gaat u als volgt te werk: - Selecteer op de draaischakelaar de meetfunctie Ω“ en het meetbereik „x10/15mA“. - Sluit de zwarte meetdraad aan op de COM-bus (6) en de rode meetdraad op de VΩ-bus (7). - Voer een nulinstelling uit. - Zorg dat beide meetpennen verbinding maken met elkaar en wacht tot de wijzer stil staat. Er moet een waarde van ong. 0 ohm worden aangegeven. Zet bij een afwijking de aanwijzer met behulp van de 0 ohm-instelknop (9) op 0 ohm. - Sluit nu afhankelijk van het transistortype de beide meetstiften aan op het meetobject (transistor). NPN: zwarte meetdraad op collector (C), rode meetdraad op emitter (E) PNP: rode meetdraad op collector (C), zwarte meetdraad op emitter (E) - Lees de meetwaarde voor de versterkingsfactor af op de schaal “hFE”. - Indien geen waarde wordt weergegeven, wordt de transistor in sperrichting gemeten of is de transistor defect (onderbreking). - Zet na afloop van de meting de draaischakelaar op de stand „OFF“ om de multimeter „uit te schakelen“. ☞ Als de basisaansluiting van de transistor open blijft (geen weerstand ingebouwd), dan wordt de lekstroom „Iceo“ tussen collector en emitter weergegeven. Deze waarde kan op de schaal „Iceo“ in de eenheid „mA“ worden afgelezen. h) Frequentiemeting  Zorg dat de max. toegestane ingangswaarde van 10V/AC in geen geval wordt overschreden. De multimeter kan frequenties van 0 Hz tot 25 kHz in het spanningsbereik van 2,5 tot 10 V/AC meten. 69 Voor het meten gaat u als volgt te werk: - Kies met de draaischakelaar het meetbereik “Hz of kHz”. - Sluit de zwarte meetdraad aan op de COM-bus (6) en de rode meetdraad op de Hz-bus (7). - Voer een nulinstelling uit. - Maak nu met de beide meetstiften contact met het meetobject (generator, schakeling, enz.). - Lees de meetwaarde af op de schaal “kHz”. De eenheid komt overeen met het ingestelde meetbereik (Hz of kHz). - Zet na afloop van de meting de draaischakelaar op de stand „OFF“ om de multimeter „uit te schakelen“. Reiniging en onderhoud Algemeen Om de nauwkeurigheid van de multimeter over een langere periode te kunnen garanderen, moet het apparaat jaarlijks worden geijkt. Het vervangen van batterijen en zekeringen vindt u verderop in de gebruiksaanwijzing.  Controleer regelmatig de technische veiligheid van het apparaat en de meetdraden, bijv. op beschadiging van de behuizing of afknellen van de draden enz. Gebruik het meetapparaat in geen geval in geopende toestand. !LEVENSGEVAARLIJK! Reiniging Neem altijd de volgende veiligheidsvoorschriften in acht voordat u het apparaat gaat schoonmaken:  Bij het openen van afdekkingen of het verwijderen van onderdelen, ook wanneer dit handmatig mogelijk is, kunnen spanningvoerende onderdelen worden blootgelegd. Neem voor reinigen of instandhouden alle op het apparaat aangesloten leidingen los en schakel de multimeter uit. Gebruik voor het schoonmaken geen carbonhoudende schoonmaakmiddelen, benzine, alcohol of soortgelijke producten. Hierdoor wordt het oppervlak van het meetapparaat aangetast. Bovendien zijn de dampen schadelijk voor de gezondheid en explosief. Gebruik voor de reiniging ook geen scherp gereedschap, schroevendraaiers of staalborstels en dergelijke. Voor het reinigen van het apparaat, resp. het display en de meetdraden kunt u een schone, pluisvrije, antistatische en droge doek gebruiken. 70 Plaatsen en vervangen van de batterijen Voor het gebruik van het meetapparaat zijn batterijen nodig. Deze zijn bij de levering inbegrepen. Plaats nieuwe batterijen: • bij het eerste gebruik, • wanneer de indicator bedrijfsstatus (12) niet meer brandt of • indien het nulstellen op het weerstandsbereik niet meer lukt. Voor het plaatsen of vervangen gaat u als volgt te werk: - Verwijder alle meetsnoeren en schakel de multimeter uit - Verwijder de rubberen hoes van de behuizing. - Draai de schroef in de achterzijde van de behuizing los en schuif het batterijklepje (11) voorzichtig van het apparaat. - Plaats nieuwe batterijen in de multimeter, zoals afgebeeld. Let op de polariteit in het batterijvak. 9V-blok batterij + 2 mignon batterijen. - Sluit de behuizing weer zorgvuldig.  ☞ Gebruik het meetapparaat in geen geval in geopende toestand. !LEVENSGEVAARLIJK! Laat geen lege batterijen in het meetapparaat zitten, aangezien zelfs batterijen die tegen lekken zijn beveiligd, kunnen corroderen, waardoor chemicaliën vrij kunnen komen die schadelijk zijn voor uw gezondheid of schade veroorzaken aan het apparaat. Laat batterijen niet achteloos rondslingeren. Deze kunnen door kinderen of huisdieren worden ingeslikt. Raadpleeg direct een arts als er toch een batterij is ingeslikt. Verwijder de batterijen als u het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt om lekkage te voorkomen. Lekkende of beschadigde batterijen kunnen bij huidcontact bijtende wonden veroorzaken. Draag daarom in dit geval beschermende handschoenen. Let op, dat batterijen niet worden kortgesloten. Gooi geen batterijen in het vuur. Batterijen mogen niet worden opgeladen. Er bestaat explosiegevaar. Geschikte alkalinebatterijen verkrijgt u met het volgende bestelnummer: Bestelnr. 65 25 09 (1x bestellen). Bestelnr. 65 25 02 (2x bestellen). Gebruik uitsluitend alkalinebatterijen, omdat deze krachtig zijn en een lange gebruiksduur hebben. 71 Vervangen van zekeringen  Neem bij het vervangen van zekeringen absoluut de veiligheidsvoorschriften in acht! Zorg dat bij het vervangen van zekeringen alleen zekeringen van het aangeduide type en de aangegeven nominale stroomsterkte als vervanging worden gebruikt. Het gebruik van verkeerde of gerepareerde zekeringen resp. het overbruggen van de zekeringhouder is niet toegestaan en kan brand tot gevolg hebben. De meetingang „V/mA“ (7) is beveiligd tegen overbelasting. De meetingang „10A“ is niet beveiligd. Als geen meting via de „V/mA“-bus (7) meer mogelijk is, moet de interne zekering worden vervangen. Voor het vervangen van een zekering gaat u als volgt te werk: - Verwijder alle meetsnoeren en schakel de multimeter uit - Verwijder de rubberen hoes van de behuizing. - Draai de schroef in de achterzijde van de behuizing los en schuif het batterijklepje (11) voorzichtig van het apparaat. - Druk het kunststof pinnetje tussen de beide batterijvakken naar voren totdat de beide delen van de behuizing worden ontgrendeld. Neem de behuizing voorzichtig uit elkaar. - Vervang de keramische zwakstroomzekering door een nieuwe zekering van hetzelfde type en met dezelfde stroomsterkte. F 0,5A / 500V snel 6,3 x 32 mm - Zet het apparaat in omgekeerde volgorde weer in elkaar en schroef het batterijvakdeksel weer zorgvuldig dicht. Afvoer van lege batterijen/accu’s! U bent als eindverbruiker wettelijk (KCA-voorschriften) verplicht alle lege batterijen en accu’s in te leveren; afvoeren via het huisvuil is niet toegestaan! Batterijen/accu´s die schadelijke stoffen bevatten, worden gemarkeerd door nevenstaande symbolen. Deze symbolen duiden erop dat afvoer via het huisvuil verboden is. De aanduidingen voor irriterend werkende, zware metalen zijn: Cd = cadmium, Hg = kwik, Pb = lood. Lege batterijen en niet meer oplaadbare accu´s kunt u gratis inleveren bij de verzamelplaatsen van uw gemeente, onze filialen of andere verkooppunten van batterijen en accu´s. Zo voldoet u aan de wettelijke verplichtingen voor afvalscheiding en draagt u bij aan de bescherming van het milieu! 72 Afvalverwijdering Oude elektronische apparaten kunnen gerecycled worden en horen niet thuis in het huisvuil. Indien het apparaat onbruikbaar is geworden, dient het in overeenstemming met de geldende wettelijke voorschriften te worden afgevoerd naar de gemeentelijke verzamelplaatsen. Afvoer via het huisvuil is niet toegestaan. Verhelpen van storingen  U heeft met de multimeter een product aangeschaft dat volgens de nieuwste stand der techniek is ontwikkeld en veilig is in het gebruik. Toch kunnen zich problemen of storingen voordoen. Hieronder vindt u enkele maatregelen om eventuele storingen eenvoudig zelf te verhelpen: Neem altijd de veiligheidsvoorschriften in acht! Storing Mogelijke oorzaak Das Multimeter funktioniert nicht. Zijn de batterijen leeg? Brandt het indicatielampje voor de bedrijfsstatus? Controleer de toestand van de batterijen en evt. de zekering. Geen meting via de V/mA-bus (7) mogelijk. Is de zekering defect? Controleer de zekering (zekering vervangen) Geen verandering van meetwaarden. Zijn de juiste meetbussen gekozen? Is de juiste meetsoort geselecteerd (AC/DC)? Er worden foutieve meetwaarden Wer door aanvang van de meting een nulinstelling resp. een weergegeven. nul-ohm-afstelling bij weerstandsmeting uitgevoerd? Is de toets „Vrms/Vp-p“ (8) ingedrukt?  Andere reparaties dan hierboven beschreven, mogen uitsluitend door een erkend vakman worden uitgevoerd. Bij vragen over het gebruik van het meetapparaat staat onze technische helpdesk onder het volgende telefoonnummer ter beschikking: Voltcraft®, 92242 Hirschau, Lindenweg 15, Tel.nr. +49 ( 0)180 / 586.582 7. 73 Technische gegevens en meettoleranties Technische gegevens Overspanningscategorie CAT III 500V tegen aardpotentiaal Max. meetspanning 500 V Analoge aflezing met spiegelschaal Ingangsweerstand V-bereik ca. 10MΩ Voedingsspanning 9V blok + 2x AA Bedrijfstemperatuur 0°C tot +40°C Opslagtemperatuur -10°C tot +50°C Gebruikshoogte max. 2.000 m Rel. luchtvochtigheid < 75%, niet condenserend Temperatuur voor gegarandeerde nauwkeurigheid: Gewicht +18°C tot +28°C ca. 360 g Afmetingen (lxbxh) 160 x 104 x 44 (mm) Meettoleranties Aanduiding van de nauwkeurigheid in ± (% volle schaal). De nauwkeurigheid geldt 1 jaar lang bij een temperatuur van +23°C ±5°C, bij een rel. luchtvochtigheid van minder dan 75 %, niet-condenserend. Gelijkspanningsbereik, overbelastingsbeveiliging 500 V (bereik 0,05 V: max. 250 V) Bereik Nauwkeurigheid Opmerking 0,05 V ± 4% Interne weerstand 10MΩ 2,5 V / 10 V / 50 V / 250 V / 500 V ± 3% Wisselspanningsbereik (40Hz - 400Hz), Overbelastingsbeveiliging 500 V Bereik 10 V / 50 V / 250 V / 500 V Nauwkeurigheid Opmerking ± 4% Interne weerstand 10MΩ Nauwkeurigheid Opmerking Gelijkstroombereik Bereik ± 3% 25 µA / 2,5 mA / 25 mA / 250 mA ± 3% 10 A ± 4% Spanningsval 250mV F 0,5A / 500V niet beveiligd max. 10 s met 15 min pauze 74 Weerstandbereik, overbelastingsbeveiliging 250V Bereik Nauwkeurigheid x1 / x10 / x1k / x10k / x100k Opmerking ± 3% Frequentie, overbelastingsbeveiliging 500V Bereik 250 Hz / 2,5 kHz / 25 kHz Nauwkeurigheid Opmerking ± 3% Gevoeligheid 2,5 V max. 10V Transistortest Bereik hFE 0 - 1000 Nauwkeurigheid Opmerking niet gespecificeerd Test in Ohm x10-bereik Teststroom ca. 10 µA Testspanning max. 3,2 Vce Diodetest Bereik Nauwkeurigheid IF / IR / LI / LV Opmerking niet gespecificeerd Teststroom max. 1,5 µA in x100k-bereik 15 µA in x10k-bereik 0,15 mA in x1k-bereik 15 mA in x10-bereik 150 mA in x1-bereik Akoestische doorgangstester, overbelastingsbeveiliging 250V Opmerking Meetbereik  <200 Ω Zorg dat de max. toegestane ingangswaarden in geen geval worden overschreden. Raak schakelingen en schakeldelen niet aan als daarop een hogere spanning dan 25 V ACrms of 35 V DC kan staan! Levensgevaarlijk! 75 VOLTCRAFT IM INTERNET http://www.voltcraft.de  Impressum Diese Bedienungsanleitung ist eine Publikation von Voltcraft®, Lindenweg 15, D-92242 Hirschau, Tel.-Nr. 0180/586 582 7 (www.voltcraft.de). Alle Rechte einschließlich Übersetzung vorbehalten. Reproduktionen jeder Art, z.B. Fotokopie, Mikroverfilmung, oder die Erfassung in elektronischen Datenverarbeitungsanlagen, bedürfen der schriftlichen Genehmigung des Herausgebers. Nachdruck, auch auszugsweise, verboten. Diese Bedienungsanleitung entspricht dem technischen Stand bei Drucklegung. Änderung in Technik und Ausstattung vorbehalten. © Copyright 2012 by Voltcraft®  Legal notice These operating instructions are a publication by Voltcraft®, Lindenweg 15, D-92242 Hirschau/Germany, Phone +49 180/586 582 7 (www.voltcraft.de). All rights including translation reserved. Reproduction by any method, e.g. photocopy, microfilming, or the capture in electronic data processing systems require the prior written approval by the editor. Reprinting, also in part, is prohibited. These operating instructions represent the technical status at the time of printing. Changes in technology and equipment reserved. © Copyright 2012 by Voltcraft®  Informations légales Ce mode d'emploi est une publication de la société Voltcraft®, Lindenweg 15, D-92242 Hirschau/Allemagne, Tél. +49 180/586 582 7 (www.voltcraft.de). Tous droits réservés, y compris de traduction. Toute reproduction, quelle qu'elle soit (p. ex. photocopie, microfilm, saisie dans des installations de traitement de données) nécessite une autorisation écrite de l'éditeur. Il est interdit de le réimprimer, même par extraits. Ce mode d'emploi correspond au niveau technique du moment de la mise sous presse. Sous réserve de modifications techniques et de l'équipement. © Copyright 2012 by Voltcraft®  Colofon Deze gebruiksaanwijzing is een publicatie van de firma Voltcraft®, Lindenweg 15, D-92242 Hirschau/Duitsland, Tel. +49 180/586 582 7 (www.voltcraft.de). Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microverfilming of de registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden. Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen. Wijziging van techniek en uitrusting voorbehouden. © Copyright 2012 by Voltcraft® V3_0812_01/HK
1 / 1

VOLTCRAFT VC5070 de handleiding

Categorie
Multimeters
Type
de handleiding