Festool PF 1200 E-Plus Alucobond Handleiding

Categorie
Elektrisch gereedschap
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

32
Platenfrees
Technische gegevens PF 1200 E
Vermogen 1200 W
Toerental
(onbelast toerental) 2000 - 5700 min
-1
Freesgereedschap
- buitendiameter 118 mm
- boringsdiameter 20 mm
- breedte 14 mm
Gewicht conform
EPTA-procedure 01:2015 5,4 kg
De vermelde afbeeldingen staan aan het begin
van de handleiding.
1 Symbolen
Opgelet, gevaar!
Handleiding/aanwijzingen lezen!
Draag oorbeschermers!
Veiligheidsbril dragen.
Draag een mondmasker.
Beveiligingsklasse II
2 Veiligheidsinstructies
2.1 Algemene veiligheidsvoorschriften
Waarschuwing! Lees alle vei-
ligheidsvoorschriften en aanwijzingen.
Wanneer men zich niet aan de waarschu-
wingen en aanwijzingen houdt, kan dit
leiden tot elektrische schokken, brand
en/of ernstig letsel.
Bewaar alle veiligheidsinstructies en handlei-
dingen om ze later te kunnen raadplegen.
Het in de waarschuwingen gebruikte begrip
„elektrisch gereedschap” heeft betrekking op
elektrische gereedschappen voor gebruik op het
stroomnet (met netsnoer) en op elektrische ge-
reedschappen voor gebruik met een accu (zonder
netsnoer).
2.2 Machinespecifieke veiligheidsinstruc-
ties voor platenfrezen
Freesmethoden
a)
GEVAAR! Kom met uw handen niet in het
freesbereik en raak het gereedschap niet
aan. Houd met uw andere hand de extra
greep of de motorbehuizing vast. Als
beide handen de frees vasthouden, kan het ge-
reedschap deze niet verwonden.
b) Kom niet met uw handen onder het werkstuk.
De beschermkap kan u onder het werkstuk niet
tegen het gereedschap beschermen.
c) Stem de freesdiepte af op de dikte van het
werkstuk.
d) Houd het werkstuk dat gefreesd wordt nooit
in de hand boven het been vast. Zet het werk-
stuk goed vast op een stabiele houder. Het is
belangrijk het werkstuk goed te bevestigen, om
het gevaar van lichaamscontact, beklemming
van het gereedschap of controleverlies tot een
minimum terug te brengen.
e) Houd het elektrisch gereedschap alleen aan
de geïsoleerde greepvlakken vast wanneer
u werkzaamheden uitvoert waarbij het nzet-
gereedschap verborgen stroomleidingen of
de kabel van het apparaat zelf kan raken.
Contact met een spanningvoerende leiding zet
ook de metalen onderdelen van het elektrisch
gereedschap onder spanning en veroorzaakt een
elektrische schok.
f) Gebruik altijd een aanslag of een gelei-
ding langs een rechte kant. Dit verbetert de
freesnauwkeurigheid en vermindert de moge-
lijkheid dat het gereedschap klemt.
g) Gebruik altijd gereedschap in de juiste grootte
en met passend centergat (bijv. stervormig of
rond). Gereedschappen die niet bij de montage-
onderdelen van de frees passen, lopen vervormd
en leiden tot controleverlies.
h) Gebruik nooit beschadigde of verkeerde ge-
reedschapsspanflenzen of - schroeven. De
spanflens en -schroeven worden speciaal voor
uw frees geconstrueerd voor optimale prestaties
en bedrijfsveiligheid.
Veiligheidsinstructies met het oog op terugsla-
gen en andere gevaarlijke situaties
Een terugslag is de plotselinge reactie van een
vasthakend, klemmend of verkeerd uitgelijnd
gereedschap, wat ertoe leidt dat een onge-
controleerde frees omhoog schiet en zich uit
33
het werkstuk in de richting van de operator
beweegt;
wanneer het zaagblad zich in de sluitende
zaagspleet vasthaakt of klem komt te zitten,
raakt het geblokkeerd en wordt het apparaat
door de kracht van de motor in de richting van
de gebruiker teruggeslagen;
wordt het zaagblad in de zaagsnede verdraaid of
verkeerd uitgericht, dan kunnen de tanden van
het achterste zaagbladgebied zich vasthaken
in het oppervlak van het werkstuk, waardoor
het zaagblad uit de zaagspleet en de zaag in de
richting van de gebruiker terugspringt.
Een terugslag is het gevolg van een verkeerd of
onjuist gebruik van de frees. Door passende voor-
zorgsmaatregelen die hierna worden beschreven,
kan dit echter worden voorkomen.
a) Houd de frees met beide handen vast en breng
uw armen in een positie waarbij u terugslag-
krachten kunt opvangen. Houd u altijd naast het
gereedschap op, houd het gereedschap nooit in
één lijn met uw lichaam. Bij een terugslag kan
de frees achteruit springen, de operator kan de
terugslagkrachten echter opvangen als hij pas-
sende maatregelen heeft getroffen.
b) Als het gereedschap zich vastklemt of als u
het werk onderbreekt, schakel dan de frees
uit en houd de frees in het materiaal totdat het
gereedschap geheel tot stilstand is gekomen.
Probeer nooit de frees uit het werkstuk te
verwijderen of naar achteren te trekken zolang
het gereedschap zich nog beweegt, anders kan
er een terugslag plaatsvinden. Stel de oorzaak
voor het vastklemmen vast en verhelp deze.
c) Als u een frees die in het werkstuk vaststeekt
weer wilt starten, moet u het gereedschap in
de zaagspleet centreren en controleren of de
zaagtanden niet in het werkstuk zijn vastge-
haakt. Als het gereedschap klemt, kan het uit het
werkstuk bewegen of een terugslag veroorzaken
als de frees opnieuw wordt gestart.
d) Ondersteun grote platen om het risico van een
terugslag door een klemmend gereedschap te
verminderen. Grote platen kunnen onder het
eigen gewicht doorbuigen. Platen moeten aan
beide zijden, zowel in de buurt van de spleet
alsook aan de rand worden ondersteund.
e) Geen stomp of defect inzetgereedschap gebrui-
ken. Gereedschappen met botte of verkeerd uit-
gelijnde tanden veroorzaken door een te nauwe
spleet een verhoogde wrijving, een afklemming
van het gereedschap en een terugslag.
f) Draai voor het frezen de freesdiepte- en frees-
hoekinstellingen vast. Wanneer de instellingen
tijdens het frezen gewijzigd worden, kan het
gereedschap beklemd raken en een terugslag
optreden.
g) U dient bijzonder voorzichtig te zijn bij het fre-
zen in bestaande wanden of andere plaatsen
waar geen waarneming mogelijk is. De inval-
lende frees kan bij het frezen in verborgen ob-
jecten blokkeren en een terugslag veroorzaken.
Functie van de onderste beschermkap
a) Controleer de toestand en werking van de veer
voor de beschermkap. Laat de frees voor het
gebruik onderhouden als de beschermkap en de
veer niet correct werken. Beschadigde onder-
delen, plakkende aanhechtingen of ophopingen
van spanen zorgen ervoor dat de onderste be-
schermkap vertraagd werkt.
2.3 Bijkomende veiligheidsvoorschriften
Draag een passende persoon-
lijke veiligheidsuitrusting: ge-
hoorbescherming, veiligheids-
bril, stofmasker bij werkzaam-
heden waarbij stof vrijkomt en
veiligheidshandschoenen bij het
bewerken van ruwe materialen en het isselen
van gereedschap.
Dit elektrisch gereedschap mag niet worden
ingebouwd in een werktafel. Door inbouw in
een zelfgemaakte of door een andere fabrikant
angeboden werktafel kan het elektrisch gereed-
schap onveilig worden en tot ernstige ongevallen
leiden.
Kom niet met uw handen bij de spaanafvoer.
U kunt gewond raken als gevolg van ronddraai-
ende onderdelen.
Gebruik alleen het gereedschap dat door Fes-
tool voor de machine wordt aangeboden. Ander
gereedschap mag vanwege veiligheidsredenen
niet worden gemonteerd. Er mag geen gereed-
schap met stompe of beschadigde snijkanten
worden gebruikt.
Wacht tot het elektrische gereedschap tot
stilstand gekomen is voor u het neerlegt. Het
etgereedschap kan zich vasthaken en tot het
verlies van de controle over het elektrische
ereedschap leiden.
Zorg dat het freesgereedschap stevig vastzit en
controleer of het probleemloos draait.
De machine niet voor bovenhandse erkzaam-
heden gebruiken.
34
Tijdens het werken kunnen schadelijke/giftige
stoffen ontstaan (bijv. bij loodhoudende verf,
enkele houtsoorten en metaal). Voor degene
die de machine bedient of voor personen die
zich in de buurt van de machine bevinden kan
het aanraken of inademen van deze stoffen ge-
vaarlijk zijn. Neem de veiligheidsvoorschriften
in acht die in uw land van toepassing zijn. Zorg
in gesloten ruimtes voor voldoende verlichting.
2.4 Informatie over geluidsoverlast en tril-
ling
De volgens EN 62841 (zie EG-conformiteitsver-
klaring) bepaalde geluidswaarden bedragen
gewoonlijk:
Geluidsdrukniveau L
PA
= 88 dB(A)
Geluidsvermogensniveau L
WA
= 99 dB(A)
Onzekerheid K = 3 dB
Draag oorbeschermers!
Trillingsemissiewaarde a
h
(vectorsom van drie
richtingen) en onzekerheid K bepaald volgens EN
62841 (zie conformiteitsverklaring):
Frezen van een Dibond®-plaat a
h
= <2,5 m/s²
K = 1,5 m/s²
De aangegeven emissiewaarden (trilling, geluid)
zijn geschikt om machines te vergelijken,
om tijdens het gebruik een voorlopige inschat-
ting van de trillings- en geluidsbelasting te
maken
en gelden voor de belangrijkste toepassingen
van het persluchtgereedschap.
VOORZICHTIG
De geluidsemissies kunnen - afhankelijk
van de manier waarop het elektrische
gereedschap wordt gebruikt, welk soort
werkstuk wordt bewerkt - tijdens het
werkelijke gebruik van het gereedschap
van de specificaties afwijken.
Veiligheidsmaatregelen ter bescherming
van de bediener vastleggen die baseren op
een beoordeling van de belasting tijdens
de feitelijke gebruiksomstandigheden.
(Hierbij moet rekening gehouden worden
met de bedrijfscyclus, bijvoorbeeld tijden
waarop het elektrische gereedschap uit-
geschakeld is en dergelijke waarbij het
weliswaar ingeschakeld is, maar zonder
belasting loopt.)
3 Reglementair gebruik
De PF 1200 E is conform de voorschriften be-
stemd voor het frezen van groeven in composi-
tieplaten van aluminium, kunststof (Alucubond®,
Dibond®).
Apparaat alleen met aangesloten afzuiginstallatie
gebruiken.
Er mag alleen freesgereedschap met de gespe-
cificeerde afmetingen worden gebruikt.
Geen schuurschijven gebruiken.
Er mag uitsluitend Festool-freesgereedschap in
overeenstemming met EN 847-1 gebruikt worden.
Frees alleen in materialen waarvoor de frees
bedoeld is.
Dit elektrische gereedschap mag uitsluitend door
vakmannen of goed opgeleide personen worden
gebruikt.
De gebruiker is aansprakelijk voor schade
en letsel bij gebruik dat niet volgens de
voorschriften plaatsvindt.
4 Elektrische aansluiting en ingebruikne-
ming
De netspanning dient overeen te komen
met de indicatie op de kenplaat
De schakelaar (4.2) dient als aan-/uit-schakelaar
(indrukken = AAN, loslaten = UIT). De schakelaar
kan pas in werking worden gesteld nadat de in-
schakelblokkering (4.1) naar boven is geschoven.
Door de inschakelblokkering in werking te zetten
wordt gelijktijdig de invalvoorziening ontgrendeld
en kan het freesaggregaat tegen de veerkracht in
naar beneden worden bewogen. Hierbij komt de
frees uit de beschermkap.
Geleid de machine alleen in ingescha-
kelde toestand tegen een werkstuk.
Bij het optillen van de machine veert het freesag-
gregaat weer in de oorspronkelijke stand terug.
5 Instellingen aan de machine
Als aan de machine wordt gewerkt, dient
altijd de stekker uit het stopcontact te
worden gehaald!
5.1 Tastrol
De tastrol ligt bij de bewerking op het werkstuk
en bepaalt daardoor de freesdiepte. Festool biedt
tastrollen aan voor de in de handel gebruikelijke
plaatdikten.
Het wisselen van de tastrol
De bouten (1.1) indrukken en naar links draaien.
Vervolgens het deksel (1.2) openen.
35
De vier schroeven (1.4) uitdraaien.
Vervang de tastrol (1.5).
De vier schroeven (1.4) weer vastdraaien.
Het deksel (1.2) sluiten.
De bouten (1.1) indrukken en deze, tot ze inklik-
ken, naar rechts draaien.
5.2 De diepteaanslag (4.5)
Wanneer de tastrol op het werkstuk ligt (werkpo-
sitie), dient de afstand tussen de diepteaanslag
(4.5) en de aanslagplaat (4.4) 0,3 mm te bedra-
gen. Daardoor wordt de freesdiepte begrensd en
een zijwaartse kantelbeweging van de machine
(eenzijdig loskomen van de geleiderail) tijdens
het werk voorkomen.
Met een schroevendraaier kunnen de drie schroe-
ven van de draaibare diepteaanslag worden inge-
steld. De schroeven zijn standaard ingesteld op
plaatdiktes van 3 mm, 4 mm en 6 mm.
5.3 Gereedschap wisselen
De bouten (1.1) indrukken en naar links draaien.
Vervolgens het deksel (1.2) openen.
De spilstop (2.1) indrukken en het gereedschap
(2.4) draaien tot de spilstop inklikt.
De bout (2.2) losdraaien.
Het gereedschap (2.5) samen met de tastrol
(2.4) verwijderen.
Het steunvlak tussen gereedschapsflens, ge-
reedschap en tastrol reinigen; nieuw gereed-
schap met tastrol aanbrengen.
De draairichting die op het gereedschap
staat aangegeven dient met de draairich-
ting van de machine (2.3) overeen te stem-
men.
De bout (2.2) stevig aandraaien en de spilstop
loslaten
Het deksel (1.2) sluiten.
De bouten (1.1) indrukken en deze, tot ze inklik-
ken, naar rechts draaien.
5.4 Afzuiging
Sluit de machine altijd aan op een afzui-
ging.
Op de afzuigaansluiting (4.8) kan een Festool-
afzuigapparaat met een afzuigslangdiameter van
36 mm worden aangesloten.
6 Elektronica
De PF 1200 E beschikt over een volledige
golfelektronica met de volgende kenmer-
ken:
Zachte aanloop
De zachte aanloop zorgt voor een stootvrije aan-
loop van de machine.
Toerentalregeling
Het toerental kan met de stelknop (4.3) traploos
tussen 2000 en 5700 min
-1
worden ingesteld. Wij
adviseren de volgende instellingen van het stel-
wieltje (4.3): 5-6.
Constant toerental
Het vooraf ingestelde toerental wordt bij onbelast
toerental en bij bewerking constant gehouden.
Temperatuurbeveiliging
Als bescherming tegen oververhitting wordt de
machine bij het bereiken van een kritische mo-
tortemperatuur door de veiligheidselektronica
uitgeschakeld. Na een afkoeltijd van ca. 3-5 mi-
nuten is de machine weer bedrijfsklaar. Bij een
draaiende machine (onbelast toerental) neemt
de afkoeltijd af.
7 Werken met de machine
Bevestig het werkstuk altijd zo, dat het
tijdens de bewerking niet kan bewegen.
De machine dient steeds met beide han-
den aan de daarvoor bestemde handgre-
pen (5.1, 5.2) te worden vastgehouden.
De machine altijd in naar voren bewegen
(5.3), in geen geval de machine achter-
waarts naar zich toetrekken.
De machine kan in combinatie met de
geleiderail (3.1) worden ingezet.
De geleiderailop het werkstuk bevestigen
De geleiderail dient aan beide zijden van het
werkstuk tenminste 150 mm uit te steken.
De geleiderail met de freesindicatie (3.2) afstel-
len. De voorrand (3.4) geeft het midden van de
groef aan.
De geleiderail aan weerskanten met twee
schroefklemmen (3.3) aan het werkstuk be-
vestigen.
Bewerking van metaal
Bij de bewerking van metaal moeten om
veiligheidsredenen de volgende maatre-
gelen in acht worden genomen:
Gebruik een aardlek(FI-, PRCD-)schakelaar als
voorschakeling.
36
Sluit de machine aan op een geschikt afzui-
gapparaat.
Verwijder regelmatig stofafzettingen uit het
motorhuis van de machine.
Draag een veiligheidsbril.
De groef frezen
Controleer of de tastrol en de diepteaanslag
in overeenstemming met de werkstukdikte
zijn ingesteld.
De machine voor de rand van het werkstuk
op de geleiderail plaatsen. De markering (4.7)
geeft de middenas van de freesmachine aan.
Schakel de machine in.
De machine langzaam naar beneden druk-
ken, totdat de aanslagplaat (4.4) op de diep-
teaanslag (4.5) ligt.
De machine langs de geleiderail naar voren
schuiven en aldus de groef frezen. De freesin-
dicatie (4.6) wijst het midden van de groef aan.
Na beëindiging van het frezen de machine
uitschakelen en naar boven draaien.
Materiaalinval
Bij invallend zagen dient vanwege het
terugslaggevaar achter de machine
een geleidestop (6.1) op de geleide-
rail te worden bevestigd. De machine
moet aansluiten op de geleidestop,
goed worden vastgehouden met beide
handen en langzaam naar beneden
worden bewogen.
8 Onderhoud
Als aan de machine wordt gewerkt,
dient altijd de stekker uit het stopcon-
tact te worden gehaald!
Alle onderhouds- en reparatiewerk-
zaamheden, waarvoor het vereist is
de motorbehuizing te openen, mogen
alleen door een geautoriseerde onder-
houdswerkplaats worden uitgevoerd.
Machine en ventilatiesleuven altijd schoon
houden.
Het apparaat is voorzien van zichzelf uitscha-
kelende koolborstels. Als deze versleten zijn,
wordt de stroom automatisch onderbroken en
komt het apparaat tot stilstand.
De tastrol wordt door een remschijf (1.3) af-
geremd, zodat de rol niet door het draaiende
gereedschap wordt versneld en markeringen
op het werkstuk achterlaat. Wanneer de presta-
ties van de remschijf verminderen, dient deze door
een nieuwe te worden vervangen.
Klantenservice en reparatie alleen door
producent of servicewerkplaatsen:
Dichtstbijzijnde adressen op:
www.festool.com/service
EKAT
1
2
3
5
4
Alleen originele Festool-reserveonderde-
len gebruiken! Bestelnr. op:
www.festool.com/service
9 Accessoires, gereedschap
Maak uitsluitend gebruik van de voor deze
machine bestemde originele Festool-
accessoires en het Festool-verbruiksma-
teriaal.
Oomdat deze systeemcomponenten optimaal
op elkaar zijn afgestemd. Bij het gebruik van
accessoires en verbruiksmateriaal van andere
leveranciers is een kwalitatieve beïnvloeding van
de werkresultaten en een beperking van de ga-
rantieaanspraken waarschijnlijk. Al naar gelang
de toepassing kan de slijtage van de machine of
de persoonlijke belasting van uzelf toenemen.
Bescherm daarom uzelf, uw machine en uw
garantieaanspraken door uitsluitend gebruik
te maken van originele Festool-accessoires en
Festool-verbruiksmateriaal! De bestelnummers
voor accessoires en gereedschap vindt u in uw
Festool-catalogus of op het Internet bij “www.
festool.com”.
10 Speciale gevaaromschrijving voor het
milieu
Geef elektrisch gereedschap niet met het huisvuil
mee! Voer de apparaten, accessoires en verpak-
kingen op milieuvriendelijke wijze af! Neem daar-
bij de geldende nationale voorschriften in acht.
Alleen EU: Volgens de Europese richtlijn inzake
gebruikte elektrische en elektronische apparaten
en de omzetting hiervan in de nationale wetgeving
dienen oude elektrische apparaten gescheiden te
worden ingezameld en op milieuvriendelijke wijze
te worden afgevoerd.
Informatie voor REACh:
www.festool.com/reach

Documenttranscriptie

Platenfrees Technische gegevens Vermogen Toerental (onbelast toerental) Freesgereedschap - buitendiameter - boringsdiameter - breedte Gewicht conform EPTA-procedure 01:2015 2.2 PF 1200 E 1200 W 2000 - 5700 min-1 118 mm 20 mm 14 mm 5,4 kg De vermelde afbeeldingen staan aan het begin van de handleiding. 1 Symbolen Opgelet, gevaar! Handleiding/aanwijzingen lezen! Draag oorbeschermers! Veiligheidsbril dragen. Draag een mondmasker. Beveiligingsklasse II 2 Veiligheidsinstructies 2.1 Algemene veiligheidsvoorschriften Waarschuwing! Lees alle vei- ligheidsvoorschriften en aanwijzingen. Wanneer men zich niet aan de waarschuwingen en aanwijzingen houdt, kan dit leiden tot elektrische schokken, brand en/of ernstig letsel. Bewaar alle veiligheidsinstructies en handleidingen om ze later te kunnen raadplegen. Het in de waarschuwingen gebruikte begrip „elektrisch gereedschap” heeft betrekking op elektrische gereedschappen voor gebruik op het stroomnet (met netsnoer) en op elektrische gereedschappen voor gebruik met een accu (zonder netsnoer). Machinespecifieke veiligheidsinstructies voor platenfrezen Freesmethoden GEVAAR! Kom met uw handen niet in het a) freesbereik en raak het gereedschap niet aan. Houd met uw andere hand de extra greep of de motorbehuizing vast. Als beide handen de frees vasthouden, kan het gereedschap deze niet verwonden. b) Kom niet met uw handen onder het werkstuk. De beschermkap kan u onder het werkstuk niet tegen het gereedschap beschermen. c) Stem de freesdiepte af op de dikte van het werkstuk. d) Houd het werkstuk dat gefreesd wordt nooit in de hand boven het been vast. Zet het werkstuk goed vast op een stabiele houder. Het is belangrijk het werkstuk goed te bevestigen, om het gevaar van lichaamscontact, beklemming van het gereedschap of controleverlies tot een minimum terug te brengen. e) Houd het elektrisch gereedschap alleen aan de geïsoleerde greepvlakken vast wanneer u werkzaamheden uitvoert waarbij het nzetgereedschap verborgen stroomleidingen of de kabel van het apparaat zelf kan raken. Contact met een spanningvoerende leiding zet ook de metalen onderdelen van het elektrisch gereedschap onder spanning en veroorzaakt een elektrische schok. f) Gebruik altijd een aanslag of een geleiding langs een rechte kant. Dit verbetert de freesnauwkeurigheid en vermindert de mogelijkheid dat het gereedschap klemt. g) Gebruik altijd gereedschap in de juiste grootte en met passend centergat (bijv. stervormig of rond). Gereedschappen die niet bij de montageonderdelen van de frees passen, lopen vervormd en leiden tot controleverlies. h) Gebruik nooit beschadigde of verkeerde gereedschapsspanflenzen of - schroeven. De spanflens en -schroeven worden speciaal voor uw frees geconstrueerd voor optimale prestaties en bedrijfsveiligheid. Veiligheidsinstructies met het oog op terugslagen en andere gevaarlijke situaties – Een terugslag is de plotselinge reactie van een vasthakend, klemmend of verkeerd uitgelijnd gereedschap, wat ertoe leidt dat een ongecontroleerde frees omhoog schiet en zich uit 32 het werkstuk in de richting van de operator beweegt; – wanneer het zaagblad zich in de sluitende zaagspleet vasthaakt of klem komt te zitten, raakt het geblokkeerd en wordt het apparaat door de kracht van de motor in de richting van de gebruiker teruggeslagen; – wordt het zaagblad in de zaagsnede verdraaid of verkeerd uitgericht, dan kunnen de tanden van het achterste zaagbladgebied zich vasthaken in het oppervlak van het werkstuk, waardoor het zaagblad uit de zaagspleet en de zaag in de richting van de gebruiker terugspringt. Een terugslag is het gevolg van een verkeerd of onjuist gebruik van de frees. Door passende voorzorgsmaatregelen die hierna worden beschreven, kan dit echter worden voorkomen. a) Houd de frees met beide handen vast en breng uw armen in een positie waarbij u terugslagkrachten kunt opvangen. Houd u altijd naast het gereedschap op, houd het gereedschap nooit in één lijn met uw lichaam. Bij een terugslag kan de frees achteruit springen, de operator kan de terugslagkrachten echter opvangen als hij passende maatregelen heeft getroffen. b) Als het gereedschap zich vastklemt of als u het werk onderbreekt, schakel dan de frees uit en houd de frees in het materiaal totdat het gereedschap geheel tot stilstand is gekomen. Probeer nooit de frees uit het werkstuk te verwijderen of naar achteren te trekken zolang het gereedschap zich nog beweegt, anders kan er een terugslag plaatsvinden. Stel de oorzaak voor het vastklemmen vast en verhelp deze. c) Als u een frees die in het werkstuk vaststeekt weer wilt starten, moet u het gereedschap in de zaagspleet centreren en controleren of de zaagtanden niet in het werkstuk zijn vastgehaakt. Als het gereedschap klemt, kan het uit het werkstuk bewegen of een terugslag veroorzaken als de frees opnieuw wordt gestart. d) Ondersteun grote platen om het risico van een terugslag door een klemmend gereedschap te verminderen. Grote platen kunnen onder het eigen gewicht doorbuigen. Platen moeten aan beide zijden, zowel in de buurt van de spleet alsook aan de rand worden ondersteund. e) Geen stomp of defect inzetgereedschap gebruiken. Gereedschappen met botte of verkeerd uitgelijnde tanden veroorzaken door een te nauwe spleet een verhoogde wrijving, een afklemming van het gereedschap en een terugslag. 33 f) Draai voor het frezen de freesdiepte- en freeshoekinstellingen vast. Wanneer de instellingen tijdens het frezen gewijzigd worden, kan het gereedschap beklemd raken en een terugslag optreden. g) U dient bijzonder voorzichtig te zijn bij het frezen in bestaande wanden of andere plaatsen waar geen waarneming mogelijk is. De invallende frees kan bij het frezen in verborgen objecten blokkeren en een terugslag veroorzaken. Functie van de onderste beschermkap a) Controleer de toestand en werking van de veer voor de beschermkap. Laat de frees voor het gebruik onderhouden als de beschermkap en de veer niet correct werken. Beschadigde onderdelen, plakkende aanhechtingen of ophopingen van spanen zorgen ervoor dat de onderste beschermkap vertraagd werkt. 2.3 Bijkomende veiligheidsvoorschriften Draag een passende persoon– lijke veiligheidsuitrusting: gehoorbescherming, veiligheidsbril, stofmasker bij werkzaamheden waarbij stof vrijkomt en veiligheidshandschoenen bij het bewerken van ruwe materialen en het isselen van gereedschap. – Dit elektrisch gereedschap mag niet worden ingebouwd in een werktafel. Door inbouw in een zelfgemaakte of door een andere fabrikant angeboden werktafel kan het elektrisch gereedschap onveilig worden en tot ernstige ongevallen leiden. – Kom niet met uw handen bij de spaanafvoer. U kunt gewond raken als gevolg van ronddraaiende onderdelen. – Gebruik alleen het gereedschap dat door Festool voor de machine wordt aangeboden. Ander gereedschap mag vanwege veiligheidsredenen niet worden gemonteerd. Er mag geen gereedschap met stompe of beschadigde snijkanten worden gebruikt. – Wacht tot het elektrische gereedschap tot stilstand gekomen is voor u het neerlegt. Het etgereedschap kan zich vasthaken en tot het verlies van de controle over het elektrische ereedschap leiden. – Zorg dat het freesgereedschap stevig vastzit en controleer of het probleemloos draait. – De machine niet voor bovenhandse erkzaamheden gebruiken. – Tijdens het werken kunnen schadelijke/giftige stoffen ontstaan (bijv. bij loodhoudende verf, enkele houtsoorten en metaal). Voor degene die de machine bedient of voor personen die zich in de buurt van de machine bevinden kan het aanraken of inademen van deze stoffen gevaarlijk zijn. Neem de veiligheidsvoorschriften in acht die in uw land van toepassing zijn. Zorg in gesloten ruimtes voor voldoende verlichting. 2.4 Informatie over geluidsoverlast en trilling De volgens EN 62841 (zie EG-conformiteitsverklaring) bepaalde geluidswaarden bedragen gewoonlijk: Geluidsdrukniveau LPA = 88 dB(A) Geluidsvermogensniveau LWA = 99 dB(A) Onzekerheid K = 3 dB Draag oorbeschermers! Trillingsemissiewaarde ah (vectorsom van drie richtingen) en onzekerheid K bepaald volgens EN 62841 (zie conformiteitsverklaring): Frezen van een Dibond®-plaat ah = <2,5 m/s² K = 1,5 m/s² De aangegeven emissiewaarden (trilling, geluid) – zijn geschikt om machines te vergelijken, – om tijdens het gebruik een voorlopige inschatting van de trillings- en geluidsbelasting te maken – en gelden voor de belangrijkste toepassingen van het persluchtgereedschap. VOORZICHTIG De geluidsemissies kunnen - afhankelijk van de manier waarop het elektrische gereedschap wordt gebruikt, welk soort werkstuk wordt bewerkt - tijdens het werkelijke gebruik van het gereedschap van de specificaties afwijken. Veiligheidsmaatregelen ter bescherming van de bediener vastleggen die baseren op een beoordeling van de belasting tijdens de feitelijke gebruiksomstandigheden. (Hierbij moet rekening gehouden worden met de bedrijfscyclus, bijvoorbeeld tijden waarop het elektrische gereedschap uitgeschakeld is en dergelijke waarbij het weliswaar ingeschakeld is, maar zonder belasting loopt.) 3 Reglementair gebruik De PF 1200 E is conform de voorschriften bestemd voor het frezen van groeven in compositieplaten van aluminium, kunststof (Alucubond®, Dibond®). Apparaat alleen met aangesloten afzuiginstallatie gebruiken. Er mag alleen freesgereedschap met de gespecificeerde afmetingen worden gebruikt. Geen schuurschijven gebruiken. Er mag uitsluitend Festool-freesgereedschap in overeenstemming met EN 847-1 gebruikt worden. Frees alleen in materialen waarvoor de frees bedoeld is. Dit elektrische gereedschap mag uitsluitend door vakmannen of goed opgeleide personen worden gebruikt. De gebruiker is aansprakelijk voor schade en letsel bij gebruik dat niet volgens de voorschriften plaatsvindt. 4 Elektrische aansluiting en ingebruikneming De netspanning dient overeen te komen met de indicatie op de kenplaat De schakelaar (4.2) dient als aan-/uit-schakelaar (indrukken = AAN, loslaten = UIT). De schakelaar kan pas in werking worden gesteld nadat de inschakelblokkering (4.1) naar boven is geschoven. Door de inschakelblokkering in werking te zetten wordt gelijktijdig de invalvoorziening ontgrendeld en kan het freesaggregaat tegen de veerkracht in naar beneden worden bewogen. Hierbij komt de frees uit de beschermkap. Geleid de machine alleen in ingeschakelde toestand tegen een werkstuk. Bij het optillen van de machine veert het freesaggregaat weer in de oorspronkelijke stand terug. 5 Instellingen aan de machine Als aan de machine wordt gewerkt, dient altijd de stekker uit het stopcontact te worden gehaald! 5.1 Tastrol De tastrol ligt bij de bewerking op het werkstuk en bepaalt daardoor de freesdiepte. Festool biedt tastrollen aan voor de in de handel gebruikelijke plaatdikten. Het wisselen van de tastrol – De bouten (1.1) indrukken en naar links draaien. – Vervolgens het deksel (1.2) openen. 34 – – – – – De vier schroeven (1.4) uitdraaien. Vervang de tastrol (1.5). De vier schroeven (1.4) weer vastdraaien. Het deksel (1.2) sluiten. De bouten (1.1) indrukken en deze, tot ze inklikken, naar rechts draaien. 5.2 De diepteaanslag (4.5) Wanneer de tastrol op het werkstuk ligt (werkpositie), dient de afstand tussen de diepteaanslag (4.5) en de aanslagplaat (4.4) 0,3 mm te bedragen. Daardoor wordt de freesdiepte begrensd en een zijwaartse kantelbeweging van de machine (eenzijdig loskomen van de geleiderail) tijdens het werk voorkomen. Met een schroevendraaier kunnen de drie schroeven van de draaibare diepteaanslag worden ingesteld. De schroeven zijn standaard ingesteld op plaatdiktes van 3 mm, 4 mm en 6 mm. 5.3 Gereedschap wisselen – De bouten (1.1) indrukken en naar links draaien. – Vervolgens het deksel (1.2) openen. – De spilstop (2.1) indrukken en het gereedschap (2.4) draaien tot de spilstop inklikt. – De bout (2.2) losdraaien. – Het gereedschap (2.5) samen met de tastrol (2.4) verwijderen. – Het steunvlak tussen gereedschapsflens, gereedschap en tastrol reinigen; nieuw gereedschap met tastrol aanbrengen. – De draairichting die op het gereedschap staat aangegeven dient met de draairichting van de machine (2.3) overeen te stemmen. – De bout (2.2) stevig aandraaien en de spilstop loslaten – Het deksel (1.2) sluiten. – De bouten (1.1) indrukken en deze, tot ze inklikken, naar rechts draaien. 5.4 Afzuiging Sluit de machine altijd aan op een afzuiging. Op de afzuigaansluiting (4.8) kan een Festoolafzuigapparaat met een afzuigslangdiameter van 36 mm worden aangesloten. 35 6 Elektronica De PF 1200 E beschikt over een volledige golfelektronica met de volgende kenmerken: Zachte aanloop De zachte aanloop zorgt voor een stootvrije aanloop van de machine. Toerentalregeling Het toerental kan met de stelknop (4.3) traploos tussen 2000 en 5700 min-1 worden ingesteld. Wij adviseren de volgende instellingen van het stelwieltje (4.3): 5-6. Constant toerental Het vooraf ingestelde toerental wordt bij onbelast toerental en bij bewerking constant gehouden. Temperatuurbeveiliging Als bescherming tegen oververhitting wordt de machine bij het bereiken van een kritische motortemperatuur door de veiligheidselektronica uitgeschakeld. Na een afkoeltijd van ca. 3-5 minuten is de machine weer bedrijfsklaar. Bij een draaiende machine (onbelast toerental) neemt de afkoeltijd af. 7 Werken met de machine Bevestig het werkstuk altijd zo, dat het tijdens de bewerking niet kan bewegen. De machine dient steeds met beide handen aan de daarvoor bestemde handgrepen (5.1, 5.2) te worden vastgehouden. De machine altijd in naar voren bewegen (5.3), in geen geval de machine achterwaarts naar zich toetrekken. De machine kan in combinatie met de geleiderail (3.1) worden ingezet. De geleiderailop het werkstuk bevestigen – De geleiderail dient aan beide zijden van het werkstuk tenminste 150 mm uit te steken. – De geleiderail met de freesindicatie (3.2) afstellen. De voorrand (3.4) geeft het midden van de groef aan. – De geleiderail aan weerskanten met twee schroefklemmen (3.3) aan het werkstuk bevestigen. Bewerking van metaal Bij de bewerking van metaal moeten om veiligheidsredenen de volgende maatregelen in acht worden genomen: – Gebruik een aardlek(FI-, PRCD-)schakelaar als voorschakeling. – Sluit de machine aan op een geschikt afzuigapparaat. – Verwijder regelmatig stofafzettingen uit het motorhuis van de machine. op het werkstuk achterlaat. Wanneer de prestaties van de remschijf verminderen, dient deze door een nieuwe te worden vervangen. Draag een veiligheidsbril. Klantenservice en reparatie alleen door producent of servicewerkplaatsen: Dichtstbijzijnde adressen op: www.festool.com/service Alleen originele Festool-reserveonderdelen gebruiken! Bestelnr. op: www.festool.com/service De groef frezen – Controleer of de tastrol en de diepteaanslag in overeenstemming met de werkstukdikte zijn ingesteld. – De machine voor de rand van het werkstuk op de geleiderail plaatsen. De markering (4.7) geeft de middenas van de freesmachine aan. – Schakel de machine in. – De machine langzaam naar beneden drukken, totdat de aanslagplaat (4.4) op de diepteaanslag (4.5) ligt. – De machine langs de geleiderail naar voren schuiven en aldus de groef frezen. De freesindicatie (4.6) wijst het midden van de groef aan. – Na beëindiging van het frezen de machine uitschakelen en naar boven draaien. Materiaalinval Bij invallend zagen dient vanwege het terugslaggevaar achter de machine een geleidestop (6.1) op de geleiderail te worden bevestigd. De machine moet aansluiten op de geleidestop, goed worden vastgehouden met beide handen en langzaam naar beneden worden bewogen. Maak uitsluitend gebruik van de voor deze machine bestemde originele Festoolaccessoires en het Festool-verbruiksmateriaal. Oomdat deze systeemcomponenten optimaal op elkaar zijn afgestemd. Bij het gebruik van accessoires en verbruiksmateriaal van andere leveranciers is een kwalitatieve beïnvloeding van de werkresultaten en een beperking van de garantieaanspraken waarschijnlijk. Al naar gelang de toepassing kan de slijtage van de machine of de persoonlijke belasting van uzelf toenemen. Bescherm daarom uzelf, uw machine en uw garantieaanspraken door uitsluitend gebruik te maken van originele Festool-accessoires en Festool-verbruiksmateriaal! De bestelnummers voor accessoires en gereedschap vindt u in uw Festool-catalogus of op het Internet bij “www. festool.com”. 8 10 Onderhoud Als aan de machine wordt gewerkt, dient altijd de stekker uit het stopcontact te worden gehaald! Alle onderhouds- en reparatiewerkzaamheden, waarvoor het vereist is de motorbehuizing te openen, mogen alleen door een geautoriseerde onderhoudswerkplaats worden uitgevoerd. Machine en ventilatiesleuven altijd schoon houden. Het apparaat is voorzien van zichzelf uitschakelende koolborstels. Als deze versleten zijn, wordt de stroom automatisch onderbroken en komt het apparaat tot stilstand. De tastrol wordt door een remschijf (1.3) afgeremd, zodat de rol niet door het draaiende gereedschap wordt versneld en markeringen EKAT 4 2 1 9 3 5 Accessoires, gereedschap Speciale gevaaromschrijving voor het milieu Geef elektrisch gereedschap niet met het huisvuil mee! Voer de apparaten, accessoires en verpakkingen op milieuvriendelijke wijze af! Neem daarbij de geldende nationale voorschriften in acht. Alleen EU: Volgens de Europese richtlijn inzake gebruikte elektrische en elektronische apparaten en de omzetting hiervan in de nationale wetgeving dienen oude elektrische apparaten gescheiden te worden ingezameld en op milieuvriendelijke wijze te worden afgevoerd. Informatie voor REACh: www.festool.com/reach 36
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76

Festool PF 1200 E-Plus Alucobond Handleiding

Categorie
Elektrisch gereedschap
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor