12
Algemene instellingen (Menu)
Display Parameter Waarde Beschrijving
C1F
C2F
CTL1 FUNCTION
CTL2 FUNCTION
Stelt de functie in van een voetschakelaar die is aangesloten op de CTL 1,2/EXP-aansluiting.
OFF (oFF)Geen toewijzing.
MEMORY DOWN (NDn)Verlaagt het geheugennummer volgens de MEMORY EXTENT-instelling.
MEMORY UP (NVP)Verhoogt het geheugennummer volgens de MEMORY EXTENT-instelling.
ON/OFF SWITCH (Sľ)Schakelt het eect of de eecten in/uit.
MOMENT (Noŷ)Het reverbgeluid wordt uitgevoerd zolang u op de schakelaar drukt.
MOMENT TOGGLE (NoN)Voert het reverbgeluid uit. Dit schakelt tussen aan en uit telkens wanneer
u de controller bedient.
FADE (FAd)Voert een fade-in of fade-out van het reverbgeluid uit.
HOLD (hLƞ)Het reverbgeluid wordt herhaald (HOLD-modus) zolang u op de
schakelaar drukt.
HOLD TOGGLE (hLd)Herhaalt het reverbgeluid (HOLD-modus). Dit schakelt tussen aan en uit
telkens wanneer u de controller bedient.
WARP (ľAƳ)
Regelt tegelijkertijd de hoeveelheid feedback en het volume van de
reverb zolang u de schakelaar indrukt, waardoor er een droomachtige
reverb ontstaat.
WARP TOGGLE (ľAP)
Bedient tegelijk het feedbackniveau en de hoeveelheid volume van de
reverb om een droomachtig reverbgeluid te produceren. Dit schakelt
tussen aan en uit telkens wanneer u de controller bedient.
TWIST (tSƸ)Produceert een nieuw soort reverb met een agressief rotatiegevoel
(twisteect) zolang u de schakelaar ingedrukt houdt.
TWIST TOGGLE (tSt)
Produceert een nieuw soort reverb met een agressief rotatiegevoel
(twisteect). Dit schakelt tussen aan en uit telkens wanneer u de
controller bedient.
MANUAL (NAn)
Selecteert de handmatige instelling. Als dit al geselecteerd is, schakelt dit
het eect in/uit.
MEMORY 1 (N-1)
–MEMORY 127 (N.27)
Selecteert geheugens 1-127. Als dit al geselecteerd is, schakelt dit het
eect in/uit.
EPF EXPRESSION FUNCTION
Geeft de functie aan van een expressiepedaal dat is aangesloten op de aansluiting CTL 1, 2/EXP.
OFF (oFF)Er wordt geen functie bediend.
TIME (tiN)Dit werkt hetzelfde als de [TIME]-regelaar.
E. LEVEL (EøU)Dit werkt hetzelfde als de [E.LEVEL]-regelaar.
PARAM (PrN)Dit werkt hetzelfde als de [PARAM]-regelaar.
INPUT LEVEL (iøU)Past het invoerniveau aan.
EPn EXPRESSION MIN
Speciceert de minimumwaarde van het variabele bereik van de parameter, bediend door EXPRESSION
FUNCTION. Het variabele bereik verschilt afhankelijk van de parameter.
TIME (tiN)Dit wordt ingesteld binnen hetzelfde variabele bereik als de parameter
van de [TIME]-regelaar. (p. 3)
E. LEVEL (EøU)Ingesteld binnen het bereik van 0–100 (0–100).
PARAM (PrN)Dit wordt ingesteld binnen hetzelfde variabele bereik als de parameter
van de [PARAM]-regelaar. (p. 4)
INPUT LEVEL (iøU)Ingesteld binnen het bereik van 0–100 (0–100).
EPN EXPRESSION MAX
Speciceert de maximumwaarde van het variabele bereik van de parameter, bediend door EXPRESSION
FUNCTION. Het variabele bereik verschilt afhankelijk van de parameter.
TIME (tiN)Dit wordt ingesteld binnen hetzelfde variabele bereik als de parameter
van de [TIME]-regelaar. (p. 3)
E. LEVEL (EøU)Ingesteld binnen het bereik van 0–100 (0–100).
PARAM (PrN)Dit wordt ingesteld binnen hetzelfde variabele bereik als de parameter
van de [PARAM]-regelaar. (p. 4)
INPUT LEVEL (iøU)Ingesteld binnen het bereik van 0–100 (0–100).
SľP
NEP
C1P
C2P
EPP
ON/OFF PREFERENCE
MEMORY PREFERENCE
CTL1 PREFERENCE
CTL2 PREFERENCE
EXPRESSION PREFERENCE
MEMORY (NEN)
Selecteert of de instellingen voor de schakelaars op dit apparaat
(de [ON/OFF]- en [MEMORY/HOLD]-schakelaars) en voor
de voetschakelaar/expressiepedaal aangesloten op de
CTL 1,2/EXP-aansluiting exclusief zijn voor elk geheugen (NEN) of
gedeeld (SYS).
* Wanneer dit is ingesteld om instellingen te gebruiken die exclusief
zijn voor elk geheugen, gebruikt u de schrijfbewerking (p. 9) om de
instellingen in het geheugen op te slaan.
SYSTEM (SYS)