18
Lees deze handleiding zorgvuldig alvorens deze toorts te
gebruiken.
Bij de vervaardiging van deze toorts zijn de veilighei-
dsvoorschriften van de norm IEC 60974-7 strikt
nageleefd. Overeenkomstig de bepalingen van
bovengenoemde norm verklaren wij hierbij dat deze
toorts enkel mag worden gebruikt in combinatie met
de voor deze toorts bestemde stroombronnen.
Reserveonderdelen en verbruiksproducten worden
beschouwd als wezenlijke onderdelen van de toorts;
bijgevolg wordt het gebruik van NIET-ORIGINELE
onderdelen beschouwd als ongeoorloofd gebruik. In
dergelijke gevallen wijst de fabrikant elke aansprake-
lijkheid van de hand, met inbegrip van de voorwaar-
den van het garantiecontract, overeenkomstig de
strekking van bovengenoemde norm.
Elk ander gebruik dat hieronder niet wordt beschreven,
moet als VERBODEN worden beschouwd.
Enkel bevoegd personeel mag het apparaat starten,
gebruiken en onderhouden. Volg steeds de geldende vei-
ligheidsvoorschriften.
1 INLEIDING
Deze toorts, die is ontworpen voor het snijden van elek-
trisch geleidende materialen (metalen en legeringen)
door middel van plasmasnijden, gebruikt lucht als plas-
ma- en koelgas.
Het ontsteken van de boog gebeurt door het in contact
brengen en vervolgens van elkaar verwijderen van de
elektrode en de snijhuls.
Het PLASMA-snijden vindt plaats onder hoge temperatu-
ur, die wordt opgewekt door een geconcentreerde elek-
trische boog. Dit kan leiden tot zeer gevaarlijke situaties.
Het is dan ook van essentieel belang dat de inhoud van
het hoofdstuk VEILIGHEIDSMAATREGELEN in de hand-
leiding van de stroombron waarop de toorts is aangeslo-
ten nauwgezet wordt gevolgd.
Deze handleiding dient zorgvuldig en op een voor alle
betrokkenen bekende plaats te worden bewaard. Zij
dient te worden geraadpleegd in geval van twijfel en
dient de machine gedurende haar volledige levensduur te
vergezellen. De handleiding zal ook worden gebruikt voor
het bestellen van reserveonderdelen.
2 TECHNISCHE GEGEVENS
Maximale snijstroom I2= 90 A D.C.
Inschakelduur X= 60% bij I2 = 90 A
Inschakelduur X= 100% bij I2 = 50 A
Snijspanning U2= 120 V (3 mm afstand tussen snijhuls en
werkstuk)
Snijspanning U2= 100 V (snijhuls in contact met het
werkstuk)
Bedrijfsdruk met kabel van 6 m= 4,7 bar; 0,47 MPa.
Totale luchtstroomsnelheid= 150 liter/minuut
3 ACCESSOIRES EN VERBRUIKSPRODUCTEN
De diameter van de snijhulsopening hangt af van de sni-
jstroom.
Gebruik de snijhuls ø0,9 mm bij een stroom tot 25 A, en
de snijhuls ø1,1 mm bij een stroom van 25/30 tot 50 A.
OPGELET!
De snijhuls mag het werkstuk raken bij een stroom
tot 50 A, maar de slijtage van de snijhuls kan aan-
zienlijk worden beperkt door gebruik te maken van
een tweetandige afstandhouder O
4 VEILIGHEID
Deze toorts is uitgerust met een elektrische veiligheid-
svoorziening op het toortslichaam. Deze voorkomt de
aanwezigheid van gevaarlijke spanningen tijdens het ver-
vangen van de snijhuls, de elektrode, de luchtverdeler of
de snijhulshouder. De norm IEC 60974-7 vereist dat de
onder spanning staande snijhuls, wanneer verticaal op
een horizontaal oppervlak geplaatst, niet mag worden
geraakt door de conventionele proefsonde, waarvan de
specificaties zijn vastgelegd in de norm zelf. Als gevolg
van deze vereiste werd een snijhulshouder met
beschermbuis ontwikkeld. Deze voorkomt onvrijwillig
contact met onder spanning staande delen en maakt het
gebruik van een nieuwe lange snijhuls mogelijk, waarmee
hoeken of inkepingen kunnen worden gesneden.
5 ONDERHOUD VAN DE TOORTS
Schakel steeds de spanning van het apparaat uit vóór
het uitvoeren van onderhoud, dat enkel mag worden ver-
richt door bevoegd personeel.
5.1 VERVANGEN VAN VERBRUIKSPRODUCTEN
De volgende onderdelen zijn aan slijtage onderhevig: de
elektrode A, de luchtverdeler B en de snijhuls C; om deze
te vervangen, moet eerst de snijhulshouder D worden
losgeschroefd.
De elektrode A moet worden vervangen wanneer een
krater van ongeveer 1,5 mm diep zichtbaar is in het mid-
den.
OPGELET! Schroef de elektrode niet met geweld los;
oefen een geleidelijke kracht uit tot de draad loskomt.
De nieuwe elektrode moet in de gleuf worden geschroefd
en worden vastgezet, maar niet helemaal aangedraaid.
De snijhuls C moet worden vervangen wanneer de ope-
ning beschadigd is of breder is geworden in vergelijking
met een nieuw onderdeel.
Controleer of de snijhulshouder D goed vastzit na het
vervangen.
OPGELET! Schroef de snijhulshouder D alleen op het
toortslichaam als de elektrode A, de luchtverdeler B
en de snijhuls C zijn bevestigd. Als een van deze
onderdelen niet aanwezig is, zal het apparaat niet
goed werken en komt de veiligheid van de gebruiker
in gevaar.
GEBRUIKSAANWIJZING VOOR CP95 C PLASMATOORTSEN