Cebora 956 Plasma Prof 123 ACC Handleiding

Type
Handleiding
58
GEBRUIKSAANWIJZING VOOR PLASMASNIJMACHINE
BELANGRIJK: LEES VOORDAT U MET DEZE MACHI-
NE BEGINT TE WERKEN DE GEBRUIKSAANWIJZING
AANDACHTIG DOOR EN BEWAAR ZE GEDURENDE DE
VOLLEDIGE LEVENSDUUR VAN DE MACHINE OP EEN
PLAATS DIE DOOR ALLE GEBRUIKERS IS GEKEND.
DEZE UITRUSTING MAG UITSLUITEND WORDEN GE-
BRUIKT VOOR LASWERKZAAMHEDEN.
1 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
LASSEN EN VLAMBOOGSNIJDEN KAN
SCHADELIJK ZIJN VOOR UZELF EN VOOR
ANDEREN. Daarom moet de gebruiker worden gewezen
op de gevaren, hierna opgesomd, die met laswerkzaam-
heden gepaard gaan. Voor meer gedetailleerde informa-
tie, bestel het handboek met code 3.300.758.
GELUID.
Deze machine produceert geen rechtstreeks ge-
luid van meer dan 80 dB. Het plasmasnij/laspro-
cédé kan evenwel geluidsniveaus veroorzaken
die deze limiet overschrijden; daarom dienen gebruikers
alle wettelijk verplichte voorzorgsmaatregelen te treffen.
ELEKTROMAGNETISCHE VELDEN – Kunnen schadelijk
zijn.
• De elektrische stroom die door een wille-
keurige conductor stroomt produceert
elektromagnetische velden (EMF). De las-
of snijstroom produceert elektromagneti-
sche velden rondom de kabels en de gene-
ratoren.
• De magnetische velden geproduceerd door hoge
stroom kunnen de functionering van pacemakers beïn-
vloeden. De dragers van vitale elektronische apparatuur
(pacemakers) moeten zich tot hun arts wenden voordat
ze booglas-, snij-, afbrand- of puntlaswerkzaamheden
benaderen.
De blootstelling aan elektromagnetische velden, gepro-
duceerd tijdens het lassen of snijden, kunnen de gezond-
heid op onbekende manier beïnvloeden.
Elke operator moet zich aan de volgende procedure hou-
den om de gevaren geproduceerd door elektromagneti-
sche velden te beperken:
- Zorg ervoor dat de aardekabel en de kabel van de
elektrodeklem of de lastoorts naast elkaar blijven lig-
gen. Maak ze, indien mogelijk, met tape aan elkaar
vast.
- Voorkom dat u de aardekabel en de kabel van de elek-
trodeklem of de lastoorts om uw lichaam wikkelt.
- Voorkom dat u tussen de aardekabel en de kabel van
de elektrodeklep of de lastoorts komt te staan. Als de
aardekabel zich rechts van de operator bevindt, moet
de kabel van de elektrodeklem of de lastoorts zich te-
vens aan deze zijde bevinden.
- Sluit de aardeklem zo dicht mogelijk in de nabijheid
van het las- of snijpunt aan op het te bewerken stuk.
- Voorkom dat u in de nabijheid van de generator werk-
zaamheden verricht.
ONTPLOFFINGEN.
• Las niet in de nabijheid van houders onder druk
of in de aanwezigheid van explosief stof, gassen
of dampen.
• Alle cilinders en drukregelaars die bij laswerkzaamhe-
den worden gebruik dienen met zorg te worden behan-
deld.
ELEKTROMAGNETISCHE COMPATIBILITEIT
Deze machine is vervaardigd in overeenstemming met
de voorschriften zoals bepaald in de geharmoniseerde
norm IEC 60974-10 (Cl. A) en mag uitsluitend worden
gebruikt voor professionele doeleinden in een indus-
trle omgeving. Het garanderen van elektromagne-
tische compatibiliteit kan problematisch zijn in niet-
industriële omgevingen.
VERWIJDERING VAN ELEKTRISCHE EN ELEK-
TRONISCHE UITRUSTING.
Behandel elektrische apparatuur niet als gewoon
afval!
Overeenkomstig de Europese richtlijn 2002/96/EC betref-
fende de verwerking van elektrisch en elektronisch afval
en de toepassing van deze richtlijn conform de nationale
wetgeving, moet elektrische apparatuur die het einde van
zijn levensduur heeft bereikt gescheiden worden ingeza-
meld en ingeleverd bij een recyclingbedrijf dat zich houdt
aan de milieuvoorschriften. Als eigenaar van de appa-
ratuur dient u zich bij onze lokale vertegenwoordiger te
informeren over goedgekeurde inzamelingsmethoden.
Door het toepassen van deze Europese richtlijn draagt
u bij aan een schoner milieu en een betere volksgezond-
heid!
ROEP IN GEVAL VAN STORINGEN DE HULP IN VAN BE-
KWAAM PERSONEEL.
1.1 PLAATJE MET WAARSCHUWINGEN
De genummerde tekst hieronder komt overeen met de
genummerde hokjes op het plaatje.
1. De vonken die door het snijden veroorzaakt worden,
kunnen ontplof ngen of brand veroorzaken.
1.1 Houd brandbaar materiaal buiten het bereik van de
snijzone.
1.2 De vonken die door het snijden veroorzaakt worden,
kunnen brand veroorzaken. Houd een blusapparaat
binnen handbereik en zorg ervoor dat iemand altijd
gereed is om het te gebruiken.
1.3 Snij gesloten houders nooit open.
2. De plasmaboog kan (brand)wonden veroorzaken.
2.1 Schakel de elektrische voeding uit alvorens u de
toorts demonteert.
2.2 Houd materiaal buiten het bereik van het snijtraject.
2.3 Draag altijd een complete bescherming voor uw li-
chaam.
3. De elektrische schokken die door de toorts of de
kabel veroorzaakt worden, kunnen dodelijk zijn. Be-
scherm u tegen het gevaar voor elektrische schokken.
59
?
OFF
Gklaxm
zx
, hj x j
g bnn
sxm
ksksk
g
hxnnm
zxkxsk
ga
suwen
cm
c
tghsd
hjsjksd
jkxc
Ghgopglòdfòxlc òkvfàlxcvò l+dòvòùx
Sm,nxcv,mzx.c ierlòdfb-.èeì’,c mdlò
hsjkklasjlòsòlxc,òz
jhgfjksdhfjksdklcsmkldc
1 1.1 1.2 1.3
2 2.1 2.2 2.3
3 3.1 3.2 3.3
4 4.1 4.2 4.3
5 5.1
6
7
3098464
3.1 Draag isolerende handschoenen. Draag nooit voch-
tige of kapotte handschoenen.
3.2 Controleer of u van het te snijden stuk en de vloer
geïsoleerd bent.
3.3 Haal de stekker van de voedingskabel uit het stop-
contact alvorens u werkzaamheden aan de machine
verricht.
4. De inhalatie van de dampen die tijdens het snijden
geproduceerd worden, kan schadelijk voor de ge-
zondheid zijn.
4.1 Houd uw hoofd buiten het bereik van de dampen.
4.2 Maak gebruik van een geforceerd ventilatie- of af-
zuigsysteem om de dampen te verwijderen.
4.3 Maak gebruik van een afzuigventilator om de dampen
te verwijderen.
5. De stralen van de boog kunnen uw ogen en huid ver-
branden.
5.1 Draag een veiligheidshelm en -bril. Draag een pas-
sende gehoorbescherming en overalls met een ge-
sloten kraag. Draag helmmaskers met lters met de
juiste ltergraad. Draag altijd een complete bescher-
ming voor uw lichaam.
6. Lees de aanwijzingen door alvorens u van de machi-
ne gebruik maakt of er werkzaamheden aan verricht.
7. Verwijder de waarschuwingsetiketten nooit en dek ze
nooit af.
2 ALGEMENE BESCHRIJVING
Dit apparaat is een gelijkstroomgenerator ontworpen
voor het snijden van elektrogeleidende materialen (meta-
len en legeringen) met behulp van een proces met plas-
maboog. Het plasmagas kan lucht of stikstof zijn.
2.1 UITPAKKEN EN ASSEMBLAGE
Verwijder het apparaat uit de verpakking in overeenstem-
ming met de aanwijzingen van Afb. 1.
Het apparaat is uitgerust met ongeremde wielen. Voor-
kom dat u het apparaat op hellende oppervlakken plaatst
om het omvallen of de ongecontroleerde bewegingen er-
van te vermijden.
Afb. 1
2.2 BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT (afb. 2)
A) Functieschakelaar 0-1.
C) Vast verbindingselement voor toorts.
D) Bescherming aansluiting toorts.
E) Contact voor aardekabel.
F) Beweegbaar verbindingselement.
H) Gasdruk regelknop.
I) Verbindingselement gastoevoer (schroefdraad
1/4” gas vrouwelijk).
J) Condens opvangbakje.
K) Voedingskabel.
L) Drukmeter.
N) Led snijwijze.
O) Led Self Restart wijze (automatisch heractivering
van de ontstekingsboog).
P) Led schoonbranden.
60
U) Het display toont:
- bij de inschakeling = artikel machine (956) type
toorts (CP161 of CP101), lengte toorts (Len).
-of = snijstroom en storingscodes.
V) Display voor de weergave van:
-bij de inschakeling = software versie (01), soort
toorts (CP), lengte toorts (6)
of = doorsnede te gebruiken mondstuk en storings-
codes.
W) Keuzeknop bewerkingswijze. Bij elke druk op de knop
gaat de led behorende bij de keuze branden.
Z) Knop voor het afstellen van de snijstroom.
2.3 VERKLARING VAN DE TECHNISCHE GEGEVENS
OP HET GEGEVENSPLAATJE VAN DE MACHI-
NE.
Het apparaat is gebouwd in overeenstemming met de vol-
gende normen: IEC 60974.1 - IEC 60974.3 -IEC 60974.10
Cl. A - IEC 61000-3-11 - IEC 61000-3-12 (zie opmerking 2).
Driefasige-gelijkrichter-converter transfor-
mator DC/DC (chopper).
Nr. Serienummer dat voor elke aanvraag voor
het apparaat vermeld moet worden.
Afnemende karakteristiek.
P.A .C. Geschik t voor plasma snijden.
torch type Het soort toorts dat u met dit apparaat kunt
gebruiken.
U0 Secundaire nullastspanning (piekwaarde).
X Percentage servicefactor.
Drukt het percentage uit van 10 minu-
ten waarin het apparaat bij een bepaalde
stroom kan functioneren zonder gevaar voor
oververhitting.
I2 Snijstroom.
U2 Secundaire spanning met I2 snijstroom.
Deze spanning is afhankelijk van de afstand
tussen het mondstuk en het te snijden stuk.
De snijspanning neemt toe als deze af-
stand toeneemt. De servicefactor X%
kan echter afnemen.
U1 Nominale voedingsspanning.
AZDCFLHIJK
E
N
O
P
UZ V
W
Afb. 2
61
3~ 50/60Hz Driefasige voeding 50 of 60 Hz.
I1 max. Dit is de maximum waarde voor de opgeno-
men stroom.
l1 eff. Dit is de maximum waarde voor de daad-
werkelijk opgenomen stroom in verhouding
tot de servicefactor.
IP21 Beschermingsgraad van de behuizing.
Graad 1 als tweede cijfer betekent dat het
apparaat niet geschikt is om buiten gebruikt
te worden.
S
Geschikt voor het gebruik in een gevaarlij-
kere omgeving.
OPMERKINGEN:
1- Het apparaat is ontworpen om te functioneren in een
omgeving met een vervuilingsgraad 3 (Zie IEC 60664).
2- Deze apparatuur voldoet aan de norm IEC 61000-3-
12, mits de maximum toelaatbare impedantie Zmax
van de installatie lager of gelijk is aan 0,044 ohm op
het interfacepunt tussen de installatie van de gebrui-
ker en het lichtnet. De installateur of de gebruiker van
de apparatuur zijn verantwoordelijk voor en moeten
waarborgen dat de apparatuur aangesloten is op een
stroomvoorziening met een maximum toelaatbare im-
pedantie Zmax lager of gelijk aan 0,044 ohm). Raad-
pleeg eventueel het elektriciteitsbedrijf.
3 INSTALLATIE
3.1 DE TOORTS MONTEREN
Deze installatie wordt zonder toorts geleverd en kan
uitsluitend gebruikt worden met handmatige en au-
tomatische (rechte) CEBORA CP101-CP161 toortsen.
Steek het beweegbare verbindingselement F in de be-
scherming D en vervolgens in het vaste verbindingsele-
ment C. Draai de borgring van het verbindingselement F
helemaal aan om luchtlekkages te vermijden die de cor-
recte functionering kunnen beïnvloeden.
Voorkom de beschadiging van de stroompin of het ver-
buigen van de stekkertjes van het beweegbare verbin-
dingselement F.
Draai de bescherming D aan het paneel vast.
3.2 INWERKINGSTELLING
De machine mag uitsluitend door gekwali ceerd
personeel geïnstalleerd worden. De aansluitingen
moeten voldoen aan de van kracht zijnde normen en
moeten uitgevoerd worden in overeenstemming met
de voorschriften van de wet ter voorkoming van ar-
beidsongevallen (norm IEC 26-23 en IEC CLC 62081).
Sluit de gastoevoer aan op het verbindingselement I en
controleer of de installatie in staat is een debiet en druk te
leveren die voor de gebruikte toorts geschikt zijn.
Sluit een drukregelaar aan op de perslucht es als u hier
voor de toevoer gebruik van maakt. Sluit de perslucht-
es nooit direct aan op de reductor van de machine. De
druk kan het vermogen van de reductor overschrijden
waardoor de reductor zou kunnen ontploffen.
Controleer of de voedingsspanning voldoet aan de span-
ning die aangegeven is op het gegevensplaatje op de voe-
dingskabel. Corrigeer de voedingsspanning als dit niet het
geval is met behulp van het klemmenbord voor spanning-
variaties AE in het apparaat (afb.3).
Afb. 3
De machine is voorzien van een functieschakelaar, en
dus:
a) Zorg voor een hoofdschakelaar met voldoende capaci-
teit die voldoet aan de gegevens van het gegevensplaatje
als het apparaat permanent (zonder stekker) op het licht-
net wordt aangesloten.
b) Maak gebruik van een stekker die voldoet aan de ge-
gevens van het gegevensplaatje als u voor een dergelijke
aansluiting kiest. De stekker moet in dit geval gebruikt
worden om de machine helemaal van het lichtnet los te
koppelen nadat u de schakelaar A op “O” geplaatst heeft
(afb. 2).
De groengele draad van de voedingskabel moet op de
aardeaansluiting worden aangesloten.
Eventuele verlengsnoeren moeten een doorsnede heb-
ben die geschikt is voor de I1 max. opgenomen stroom
die op het technische gegevensplaatje vermeld is.
4 GEBRUIK
U kiest de bewerkingswijze met behulp van de toets W:
de leds N, O, P voor snijden (CUT), snijden van roosters
(SELF-RESTART) en schoonbranden (GOUGE) gaan
branden.
Schakel het apparaat in met behulp van de knop A (de
displays U, V en de leds N, O, P gaan branden).
Achtereenvolgens worden snel de volgende gegevens
weergegeven:
-het artikel van de generator (display U),
-de geïnstalleerde rmware versie (display V),
-de naam van de gemonteerde toorts (display U en V).
Vervolgens wordt op het display U de opschrift LEN
(lengte van de toorts) weergegeven, terwijl op display V
de afmeting knippert (= 12 meter, fabrieksinstelling).
U moet de afmeting wijzigen met behulp van de knop Z
als de gebruikte toorts een afwijkende lengte heeft.
Na 5 seconden wordt de gekozen waarde opgeslagen en
62
voor de volgende inschakelingen van de generator be-
houden. Als u tijdens de initiële instelling een fout maakt,
kunt u de lengte wijzigen door lang de toets W ingedrukt
te houden. Kies vervolgens met de knop Z de gewenste
lengte en houd wederom de toets W lang ingedrukt.
Met een korte druk op de toets van de toorts wordt de
persluchtstroom geopend. Stel nu de druk, weergegeven
op de drukmeter L, af op 5 bar (0,5 MPa) voor toortsen
met een lengte van 6 m en 5,5 bar (0,55 MPa) voor toort-
sen met een lengte van 12 m door aan de knop H van de
reductor te draaien. Vergrendel vervolgens de knop door
hem in te drukken.
4.1 SNIJDEN (“CUT” SNIJWIJZE)
Stel met behulp van de knop Z de snijstroom afhankelijk
van de te snijden dikte af in overeenstemming met de
aanwijzingen van de snijtabel.
Tijdens het afstellen van de stroom wordt op het display
V de juiste doorsnede van de te gebruiken mondstuk
aangegeven.
Sluit de klem van de aardekabel aan op het te snijden
stuk en controleer of de klem en het stuk een correcte
elektrische verbinding maken. Dit geldt met name in het
geval van gelakte, geoxideerde of met isolatiemateriaal
beklede staalplaten. Sluit de klem nooit aan op het deel
dat verwijderd moet worden.
Kies de gewenste snijstroom met behulp van de draai-
knop Z.
Toorts Cebora CP101:
Gebruik het speciale afstandsstuk met twee punten
Art. 1404 in het geval van een mondstuk ø 1,2 en een
stroom tussen 45 en 60 A.
Toorts Cebora CP161:
gebruik het mondstuk ø 1,2 in het geval van 60 A en ø
1,4 in het geval van 60 tot 100 A.
Met een snijstroom van 20 tot 45A en een mondstuk
met een doorsnede van 1,2 mm kunt u snijden door
het mondstuk direct op het stuk te laten steunen (drag
cut).
In het geval van een stroom van meer dan 15A is het
noodzakelijk dat u een verend afstandsblok of een
afstandsblok of tweepuntig gebruikt om te voorkomen
dat het mondstuk of de bescherming ervan direct met
het te snijden stuk in aanraking komt.
Bewaar een afstand van ongeveer 4 mm tussen de
bescherming van het mondstuk en de bescherming
als u de toorts automatisch gebruikt, zie de snijtabel-
len.
Druk de knop van de toorts in om de ontstekingsboog in
te schakelen.
Na ongeveer 2 seconden gaat de ontstekingsboog uit
als u niet onmiddellijk begint te snijden. Druk nogmaals
op de knop om de ontstekingsboog weer in te schake-
len.
Houd de toorts tijdens het snijden verticaal.
Beëindig de snede en laat de knop los. Uit de toorts zal
lucht blijven stromen om hem af te koelen.
We raden u aan het apparaat uit te schakelen voor
deze tijd verstreken is.
Houd de toorts gekanteld en trek hem langzaamaan
recht zodat het gesmolten metaal niet op de bescher-
ming terecht kan komen (zie afb.4) als u de toorts hand-
matig gebruikt of als u gaten moet boren. Deze hande-
ling moet uitgevoerd worden als u stukken met een dikte
van meer dan 3 mm wilt doorboren.
Neem tijdens het automatische gebruik van de toorts
(zie afb. 5) de aanwijzingen van de snijtabellen voor de
doorzakhoogte, de bewerkingshoogt en de maximum
snijdikte in verhouding tot de stroom nauwkeurig in acht.
Afb.4
Afb.5
We raden u aan om voor ronde sneden gebruik te ma-
ken van de speciale passer die op aanvraag leverbaar is.
Het is belangrijk dat u onthoudt dat voor het gebruik van
de passer de toepassing van de hierboven beschreven
starttechniek nodig kan blijken.
Houd de ontstekingsboog niet ingeschakeld als dit niet
nodig is om het verbruik van de elektrode, de diffuser en
het mondstuk te beperken.
Schakel aan het einde van de bewerking de machine
uit.
4.2 SNIJDEN OP ROOSTERS (SELF–RESTART SNIJ-
WIJZE).
Activeer deze functie als u geperforeerde staalplaten of
roosters moet snijden.
De ontstekingsboog wordt automatisch weer ingescha-
keld als u aan het einde van de snede de knop ingedrukt
houdt. Gebruik deze functie uitsluitend als dit nood-
zakelijk is om een overmatige slijtage of verbruik van
de elektrode of mondstuk te vermijden.
4.3 SCHOONBRANDEN (”GOUGE” SNIJWIJZE). uit-
sluitend voor toorts CP161.
Met deze handeling kunt u defecte lassen verwijderen,
gelaste stukken van elkaar losmaken, appen voorbe-
reiden, enz. Maak voor deze handeling gebruik van een
mondstuk ø 3 mm.
De te gebruiken stroomwaarde varieert afhankelijk van de
dikte en de hoeveelheid te verwijderen materiaal van 60
tot 120A. Voer de handeling uit met een gekantelde toorts
(afb.6). Verplaats de toorts naar het gesmolten materiaal
zodat het gas, dat uit de toorts stroomt, het materiaal
verwijdert. De kanteling van de toorts ten opzichte van
het stuk is afhankelijk van de gewenste penetratie. Ge-
smolten afvalmateriaal kan zich tijdens het proces aan
het mondstukhouder en de bescherming vasthechten.
63
Reinig het mondstukhouder en de bescherming regelma-
tig om te voorkomen dat zich fenomenen (dubbele boog)
kunnen voordoen die in een aantal seconden het mond-
stuk kunnen vernietigen.
Afb. 6
We raden een zorgvuldige bescherming van de opera-
tor en de personen die zich in de nabijheid van de werk-
plaats bevinden aangezien zich tijdens dit proces sterke
stralingen (ultraviolet en infrarood) kunnen ontwikkelen.
Schakel aan het einde van de bewerking de machine
uit.
5. CONSUMPTIEMATERIAAL VERVANGEN
BELANGRIJK: schakel de generator uit alvorens u
het consumptiemateriaal vervangt.
Verwijzend naar de Afb. 7 en 8 zijn met name de volgende
onderdelen onderworpen aan slijtage: de elektrode A, de
diffuser B, het mondstuk C en de bescherming van het
mondstuk E (uitsluitend in het geval van CP 161). Ver-
vang deze onderdelen nadat de mondstukhouder D los-
gedraaid heeft.
Vervang de elektrode A als deze in het midden een krater
met een diepte van ongeveer 1,2 mm vertoont.
OPGELET: Schroef de elektrode niet met geweld los; oe-
fen een geleidelijke kracht uit tot de draad loskomt. De
nieuwe elektrode moet in de zitting worden geschroefd
en worden vastgezet, maar niet helemaal aangedraaid.
De snijhuls C moeten worden vervangen wanneer de
opening beschadigd is of breder is geworden in verge-
lijking met een nieuw onderdeel. Wanneer de vervanging
van de elektrode of de snijhuls wordt uitgesteld, zullen
deze onderdelen oververhit raken en zal de luchtverdeler
B minder lang meegaan.
Controleer of de snijhulshouder D goed vastzit na het
vervangen.
LET OP: draai de mondstukhouder D op de toorts als
de elektrode A, de diffuser B, het mondstuk C en de be-
scherming van het mondstuk E (uitsluitend in het geval
van CP 161) gemonteerd zijn.
Als een van deze onderdelen niet aanwezig is, zal het
apparaat niet goed werken en komt de veiligheid van
de gebruiker in gevaar.
Afb.7
Afb.8
D
C
B
A
A
B
C
D
E
6 HANDIGE TIPS
- Gebruik een droog lter als de lucht van de installatie
aanzienlijke hoeveelheden vochtigheid of olie bevat. Op
deze manier voorkomt u de overmatige oxidatie en slij-
tage van het consumptiemateriaal, de beschadiging van
de toorts en de afname van de snelheid en de kwaliteit
van de snede.
- Vuil in de lucht bevordert de oxidatie van de elektrode en
het mondstuk en kan ervoor zorgen dat u de ontstekings-
boog moeilijker kunt inschakelen. Reinig het uiteinde van
de elektrode en de binnenkant van het mondstuk met jn
schuurpapier als een dergelijke situatie zich voordoet.
- Controleer of de nieuwe elektrode en mondstuk goed
schoon en ontvet zijn.
- Maak uitsluitend gebruik van originele reserveonderde-
len om schade aan de toorts te voorkomen.
7 BESCHRIJVING VAN DE BESCHERMINGEN
Het apparaat is voorzien van diverse beschermingen die
aangegeven worden met het bericht “Err” op de displays
U en V (raadpleeg de tabel).
Neem het volgende in acht om de functionering van deze
beveiligingen te waarborgen:
Verwijder de bescherming niet en sluit ze niet kort.
Maak uitsluitend gebruik van originele reserveon-
derdelen.
Vervang de beschadigde onderdelen van de machi-
ne of de toorts altijd uitsluitend met originele reser-
veonderdelen.
Maak uitsluitend gebruik van CEBORA CP161 toort-
sen.
64
8 ONDERHOUD
Het onderhoud mag uitsluitend door gekwali ceerd
personeel worden uitgevoerd in overeenstemming
met de norm IEC 26-29 (IEC 60974-4).
8.1 DE GENERATOR ONDERHOUDEN
Controleer of de schakelaar A op “O” staat en of de voe-
dingskabel van het lichtnet losgekoppeld is als u on-
derhoud in het apparaat moet uitvoeren.
Controleer regelmatig of in het bakje J (afb.2) van de re-
ductor condens aanwezig is, ondanks dat het apparaat
uitgerust is met een automatisch systeem voor het afvoe-
ren van de condens. Het condensafvoersysteem wordt
geactiveerd zodra de luchttoevoer wordt afgesloten.
Reinig tevens regelmatig de binnenkant van het apparaat
en verwijder de opgehoopte metaalstof met behulp van
perslucht.
BESCHRIJVING STORING YT MOGELIJKE OPLOSSING
Startknop ingedrukt bij de inschakeling of heracti-
vering van de generator
TRG
Schakel de generator uit, verwijder de startbedie-
ning en schakel de generator weer in
Overtemperatuur van de diodes op de uitgang of
van de tranformator
TH0
Schakel de generator niet uit zodat ventilator blijft
functioneren en het apparaat snel kan afkoelen.
De normale functionering wordt hervat zodra de
temperatuur binnen de toegestane limieten daalt.
Neem contact op met de Technische Assistentie
van CEBORA als het probleem aanhoudt.
Overtemperatuur van de DC regelaar (IGBT module)
TH1
Schakel de generator niet uit zodat ventilator blijft
functioneren en het apparaat snel kan afkoelen.
De normale functionering wordt hervat zodra de
temperatuur binnen de toegestane limieten daalt.
Neem contact op met de Technische Assistentie
van CEBORA als het probleem aanhoudt.
Lage druk in een gastoevoerkanaal GAS LO Laat de druk van de toegevoerde lucht toenemen
Deurtje van de generator of HV14 ontstekingsmo-
dule open
OPN
Controleer of de HV14 module correct gesloten is
CNC in noodsituatie of uitgeschakeld
rob
Schakel de CNC in, verlaat de noodsituatie en
controleer de aansluiting generator-CNC
Fout in het geheugen van de microprocessor
Err 2
Neem contact op met de Technische Assistentie
van CEBORA
Hoge stroom bij uitgeschakelde boog
Err 30
Neem contact op met de Technische Assistentie
van CEBORA
Meetwaarde stroom buiten schaal tijdens het snij-
den
Err 35
Neem contact op met de Technische Assistentie
van CEBORA
Hoge stroom op het circuit van de ontstekingsboog bij
uitgeschakelde boog
Err 39
Neem contact op met de Technische Assistentie
van CEBORA
Gevaarlijke spanning: storing op het vermogenscir-
cuit
Err 40
Neem contact op met de Technische Assistentie
van CEBORA
Seriële communicatiefout tussen het hoofdcontrolec
ircuit en het circuit voor het aansluiten van de toorts
Err 43
Neem contact op met de Technische Assistentie
van CEBORA
Hoge stroom op het circuit voor de ontstekings-
boog tijdens het snijden
Err 49
Neem contact op met de Technische Assistentie
van CEBORA
Elektrode op Err 55 Vervang de elektrode en/of het mondstuk
Voedingsspanning voldoet niet aan de aangegeven
waarden
Err 67
Controleer de waarde van de voedingsspanning
De gasleidingen zijn niet helemaal geleegd of hoge
druk in een gastoevoerleiding
Err 79
Controleer het consumptiemateriaal of laat de
toevoerdruk afnemen
8.2 HANDELINGEN DIE U NA EEN REPARATIE MOET
VERRICHTEN.
Controleer na een reparatie of de bekabeling correct
aangebracht is en of er sprake is van voldoende isolatie
tussen de primaire en secundaire zijde van de machine.
Zorg ervoor dat de draden niet in aanraking kunnen ko-
men met de onderdelen in beweging of de onderdelen
die tijdens de functionering verhit raken. Hermonteer alle
klemringen op de oorspronkelijke wijze om een verbin-
ding tussen de primaire en secundaire te voorkomen als
een draad breekt of losschiet.
Hermonteer tevens de schroeven met de tandringen op
de oorspronkelijke wijze
67
Trefas transformator - likriktare - frek-
vensomvandlare för likström (chopper).
Serienummer som alltid ska uppges vid alla
slags förfrågningar angående apparaten.
Sjunkande karakteristik.
P.A.C. Lämpar sig för plasmaskärning.
torch type Typ av slangpaket som kan användas med
denna apparat.
U0 Sekundär tomgångsspänning (toppvärde).
X Procentuell kapacitetsfaktor.
Anger procent per 10 minuter som appara-
ten kan arbeta med en bestämd ström utan
att överhettas.
I2 Skärström.
U2 Sekundär spänning med skärström I2.
Denna spänning beror på avståndet mellan
munstycket och arbetsstycket som ska skä-
ras. Om avståndet ökar, ökar även skär-
spänningen och kapacitetsfaktorn X %
kan minska.
U1 Nominell matningsspänning.
3~ 50/60Hz Trefasmatning 50 eller 60 Hz.
I1 max. Max. strömförbrukning.
l1 eff. Max. verklig strömförbrukning med hänsyn
till kapacitetsfaktorn.
IP21 Höljets kapslingsklass.
Klass 1 som andra siffra innebär att denna
apparat inte kan användas utomhus.
S
mpar sig för arbete i utrymmen med för-
höjd risk.
OPMERKINGEN:
1- Het apparaat is ontworpen om te functioneren in een
omgeving met een vervuilingsgraad 3 (Zie IEC 60664).
2- Deze apparatuur voldoet aan de norm IEC 61000-3-
12, mits de maximum toelaatbare impedantie Zmax
van de installatie lager of gelijk is aan 0,044 ohm op
het interfacepunt tussen de installatie van de gebrui-
ker en het lichtnet. De installateur of de gebruiker van
de apparatuur zijn verantwoordelijk voor en moeten
waarborgen dat de apparatuur aangesloten is op een
stroomvoorziening met een maximum toelaatbare im-
pedantie Zmax lager of gelijk aan 0,044 ohm. Raad-
pleeg eventueel het elektriciteitsbedrijf.
AZDCFLHIJK
E
N
O
P
UZ V
W
Fig. 2

Documenttranscriptie

GEBRUIKSAANWIJZING VOOR PLASMASNIJMACHINE BELANGRIJK: LEES VOORDAT U MET DEZE MACHINE BEGINT TE WERKEN DE GEBRUIKSAANWIJZING AANDACHTIG DOOR EN BEWAAR ZE GEDURENDE DE VOLLEDIGE LEVENSDUUR VAN DE MACHINE OP EEN PLAATS DIE DOOR ALLE GEBRUIKERS IS GEKEND. DEZE UITRUSTING MAG UITSLUITEND WORDEN GEBRUIKT VOOR LASWERKZAAMHEDEN. 1 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN LASSEN EN VLAMBOOGSNIJDEN KAN SCHADELIJK ZIJN VOOR UZELF EN VOOR ANDEREN. Daarom moet de gebruiker worden gewezen op de gevaren, hierna opgesomd, die met laswerkzaamheden gepaard gaan. Voor meer gedetailleerde informatie, bestel het handboek met code 3.300.758. GELUID. Deze machine produceert geen rechtstreeks geluid van meer dan 80 dB. Het plasmasnij/lasprocédé kan evenwel geluidsniveaus veroorzaken die deze limiet overschrijden; daarom dienen gebruikers alle wettelijk verplichte voorzorgsmaatregelen te treffen. ELEKTROMAGNETISCHE VELDEN – Kunnen schadelijk zijn. • De elektrische stroom die door een willekeurige conductor stroomt produceert elektromagnetische velden (EMF). De lasof snijstroom produceert elektromagnetische velden rondom de kabels en de generatoren. • De magnetische velden geproduceerd door hoge stroom kunnen de functionering van pacemakers beïnvloeden. De dragers van vitale elektronische apparatuur (pacemakers) moeten zich tot hun arts wenden voordat ze booglas-, snij-, afbrand- of puntlaswerkzaamheden benaderen. De blootstelling aan elektromagnetische velden, geproduceerd tijdens het lassen of snijden, kunnen de gezondheid op onbekende manier beïnvloeden. Elke operator moet zich aan de volgende procedure houden om de gevaren geproduceerd door elektromagnetische velden te beperken: - Zorg ervoor dat de aardekabel en de kabel van de elektrodeklem of de lastoorts naast elkaar blijven liggen. Maak ze, indien mogelijk, met tape aan elkaar vast. - Voorkom dat u de aardekabel en de kabel van de elektrodeklem of de lastoorts om uw lichaam wikkelt. - Voorkom dat u tussen de aardekabel en de kabel van de elektrodeklep of de lastoorts komt te staan. Als de aardekabel zich rechts van de operator bevindt, moet de kabel van de elektrodeklem of de lastoorts zich tevens aan deze zijde bevinden. - Sluit de aardeklem zo dicht mogelijk in de nabijheid van het las- of snijpunt aan op het te bewerken stuk. - Voorkom dat u in de nabijheid van de generator werkzaamheden verricht. 58 ONTPLOFFINGEN. • Las niet in de nabijheid van houders onder druk of in de aanwezigheid van explosief stof, gassen of dampen. • Alle cilinders en drukregelaars die bij laswerkzaamheden worden gebruik dienen met zorg te worden behandeld. ELEKTROMAGNETISCHE COMPATIBILITEIT Deze machine is vervaardigd in overeenstemming met de voorschriften zoals bepaald in de geharmoniseerde norm IEC 60974-10 (Cl. A) en mag uitsluitend worden gebruikt voor professionele doeleinden in een industriële omgeving. Het garanderen van elektromagnetische compatibiliteit kan problematisch zijn in nietindustriële omgevingen. VERWIJDERING VAN ELEKTRISCHE EN ELEKTRONISCHE UITRUSTING. Behandel elektrische apparatuur niet als gewoon afval! Overeenkomstig de Europese richtlijn 2002/96/EC betreffende de verwerking van elektrisch en elektronisch afval en de toepassing van deze richtlijn conform de nationale wetgeving, moet elektrische apparatuur die het einde van zijn levensduur heeft bereikt gescheiden worden ingezameld en ingeleverd bij een recyclingbedrijf dat zich houdt aan de milieuvoorschriften. Als eigenaar van de apparatuur dient u zich bij onze lokale vertegenwoordiger te informeren over goedgekeurde inzamelingsmethoden. Door het toepassen van deze Europese richtlijn draagt u bij aan een schoner milieu en een betere volksgezondheid! ROEP IN GEVAL VAN STORINGEN DE HULP IN VAN BEKWAAM PERSONEEL. 1.1 PLAATJE MET WAARSCHUWINGEN De genummerde tekst hieronder komt overeen met de genummerde hokjes op het plaatje. 1. De vonken die door het snijden veroorzaakt worden, kunnen ontploffingen of brand veroorzaken. 1.1 Houd brandbaar materiaal buiten het bereik van de snijzone. 1.2 De vonken die door het snijden veroorzaakt worden, kunnen brand veroorzaken. Houd een blusapparaat binnen handbereik en zorg ervoor dat iemand altijd gereed is om het te gebruiken. 1.3 Snij gesloten houders nooit open. 2. De plasmaboog kan (brand)wonden veroorzaken. 2.1 Schakel de elektrische voeding uit alvorens u de toorts demonteert. 2.2 Houd materiaal buiten het bereik van het snijtraject. 2.3 Draag altijd een complete bescherming voor uw lichaam. 3. De elektrische schokken die door de toorts of de kabel veroorzaakt worden, kunnen dodelijk zijn. Bescherm u tegen het gevaar voor elektrische schokken. 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 1 1.1 1.2 Dit apparaat is een gelijkstroomgenerator ontworpen voor het snijden van elektrogeleidende materialen (metalen en legeringen) met behulp van een proces met plasmaboog. Het plasmagas kan lucht of stikstof zijn. 1.3 2.1 UITPAKKEN EN ASSEMBLAGE ? 2 2.1 2.2 Verwijder het apparaat uit de verpakking in overeenstemming met de aanwijzingen van Afb. 1. Het apparaat is uitgerust met ongeremde wielen. Voorkom dat u het apparaat op hellende oppervlakken plaatst om het omvallen of de ongecontroleerde bewegingen ervan te vermijden. 2.3 F OF 3 3.1 4 4.1 5 5.1 3.2 4.2 6 3.3 4.3 7 G kl a g b Ghgopglòdfòxlc òkvfàlxcvò l+dòvòùx g Sm,nxcv,mzx.c ierlòdfb-.èeì’,c mdlò g hsjkklasjlòsòlxc,òz tg jhgfjksdhfjksdklcsmkldc xm n zx n , sx h xn m j x n m ks j ks su zx k w e kx sd n sk h cm js jk c sd jk xc h a h 3098464 3.1 Draag isolerende handschoenen. Draag nooit vochtige of kapotte handschoenen. 3.2 Controleer of u van het te snijden stuk en de vloer geïsoleerd bent. 3.3 Haal de stekker van de voedingskabel uit het stopcontact alvorens u werkzaamheden aan de machine verricht. 4. De inhalatie van de dampen die tijdens het snijden geproduceerd worden, kan schadelijk voor de gezondheid zijn. 4.1 Houd uw hoofd buiten het bereik van de dampen. 4.2 Maak gebruik van een geforceerd ventilatie- of afzuigsysteem om de dampen te verwijderen. 4.3 Maak gebruik van een afzuigventilator om de dampen te verwijderen. 5. De stralen van de boog kunnen uw ogen en huid verbranden. 5.1 Draag een veiligheidshelm en -bril. Draag een passende gehoorbescherming en overalls met een gesloten kraag. Draag helmmaskers met filters met de juiste filtergraad. Draag altijd een complete bescherming voor uw lichaam. 6. Lees de aanwijzingen door alvorens u van de machine gebruik maakt of er werkzaamheden aan verricht. 7. Verwijder de waarschuwingsetiketten nooit en dek ze nooit af. Afb. 1 2.2 A) C) D) E) F) H) I) J) K) L) N) O) P) BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT (afb. 2) Functieschakelaar 0-1. Vast verbindingselement voor toorts. Bescherming aansluiting toorts. Contact voor aardekabel. Beweegbaar verbindingselement. Gasdruk regelknop. Verbindingselement gastoevoer (schroefdraad 1/4” gas vrouwelijk). Condens opvangbakje. Voedingskabel. Drukmeter. Led snijwijze. Led Self Restart wijze (automatisch heractivering van de ontstekingsboog). Led schoonbranden. 59 A Z D C F L H I J K E N O P W U U) Het display toont: - bij de inschakeling = artikel machine (956) type toorts (CP161 of CP101), lengte toorts (Len). -of = snijstroom en storingscodes. V) Display voor de weergave van: -bij de inschakeling = software versie (01), soort toorts (CP), lengte toorts (6) of = doorsnede te gebruiken mondstuk en storingscodes. W) Keuzeknop bewerkingswijze. Bij elke druk op de knop gaat de led behorende bij de keuze branden. Z) Knop voor het afstellen van de snijstroom. Z Nr. Afb. 2 Serienummer dat voor elke aanvraag voor het apparaat vermeld moet worden. Afnemende karakteristiek. P.A.C. Geschikt voor plasmasnijden. torch type U0 X 2.3 VERKLARING VAN DE TECHNISCHE GEGEVENS OP HET GEGEVENSPLAATJE VAN DE MACHINE. I2 U2 Het apparaat is gebouwd in overeenstemming met de volgende normen: IEC 60974.1 - IEC 60974.3 -IEC 60974.10 Cl. A - IEC 61000-3-11 - IEC 61000-3-12 (zie opmerking 2). Driefasige-gelijkrichter-converter transformator DC/DC (chopper). U1 60 V Het soort toorts dat u met dit apparaat kunt gebruiken. Secundaire nullastspanning (piekwaarde). Percentage servicefactor. Drukt het percentage uit van 10 minuten waarin het apparaat bij een bepaalde stroom kan functioneren zonder gevaar voor oververhitting. Snijstroom. Secundaire spanning met I2 snijstroom. Deze spanning is afhankelijk van de afstand tussen het mondstuk en het te snijden stuk. De snijspanning neemt toe als deze afstand toeneemt. De servicefactor X% kan echter afnemen. Nominale voedingsspanning. 3~ 50/60Hz Driefasige voeding 50 of 60 Hz. I1 max. Dit is de maximum waarde voor de opgenomen stroom. l1 eff. Dit is de maximum waarde voor de daadwerkelijk opgenomen stroom in verhouding tot de servicefactor. IP21 Beschermingsgraad van de behuizing. Graad 1 als tweede cijfer betekent dat het apparaat niet geschikt is om buiten gebruikt te worden. Geschikt voor het gebruik in een gevaarlijS kere omgeving. OPMERKINGEN: 1- Het apparaat is ontworpen om te functioneren in een omgeving met een vervuilingsgraad 3 (Zie IEC 60664). 2- Deze apparatuur voldoet aan de norm IEC 61000-312, mits de maximum toelaatbare impedantie Zmax van de installatie lager of gelijk is aan 0,044 ohm op het interfacepunt tussen de installatie van de gebruiker en het lichtnet. De installateur of de gebruiker van de apparatuur zijn verantwoordelijk voor en moeten waarborgen dat de apparatuur aangesloten is op een stroomvoorziening met een maximum toelaatbare impedantie Zmax lager of gelijk aan 0,044 ohm). Raadpleeg eventueel het elektriciteitsbedrijf. 3 INSTALLATIE 3.1 DE TOORTS MONTEREN Deze installatie wordt zonder toorts geleverd en kan uitsluitend gebruikt worden met handmatige en automatische (rechte) CEBORA CP101-CP161 toortsen. Steek het beweegbare verbindingselement F in de bescherming D en vervolgens in het vaste verbindingselement C. Draai de borgring van het verbindingselement F helemaal aan om luchtlekkages te vermijden die de correcte functionering kunnen beïnvloeden. Voorkom de beschadiging van de stroompin of het verbuigen van de stekkertjes van het beweegbare verbindingselement F. Draai de bescherming D aan het paneel vast. dingskabel. Corrigeer de voedingsspanning als dit niet het geval is met behulp van het klemmenbord voor spanningvariaties AE in het apparaat (afb.3). Afb. 3 De machine is voorzien van een functieschakelaar, en dus: a) Zorg voor een hoofdschakelaar met voldoende capaciteit die voldoet aan de gegevens van het gegevensplaatje als het apparaat permanent (zonder stekker) op het lichtnet wordt aangesloten. b) Maak gebruik van een stekker die voldoet aan de gegevens van het gegevensplaatje als u voor een dergelijke aansluiting kiest. De stekker moet in dit geval gebruikt worden om de machine helemaal van het lichtnet los te koppelen nadat u de schakelaar A op “O” geplaatst heeft (afb. 2). De groengele draad van de voedingskabel moet op de aardeaansluiting worden aangesloten. Eventuele verlengsnoeren moeten een doorsnede hebben die geschikt is voor de I1 max. opgenomen stroom die op het technische gegevensplaatje vermeld is. 4 GEBRUIK 3.2 INWERKINGSTELLING De machine mag uitsluitend door gekwalificeerd personeel geïnstalleerd worden. De aansluitingen moeten voldoen aan de van kracht zijnde normen en moeten uitgevoerd worden in overeenstemming met de voorschriften van de wet ter voorkoming van arbeidsongevallen (norm IEC 26-23 en IEC CLC 62081). Sluit de gastoevoer aan op het verbindingselement I en controleer of de installatie in staat is een debiet en druk te leveren die voor de gebruikte toorts geschikt zijn. Sluit een drukregelaar aan op de persluchtfles als u hier voor de toevoer gebruik van maakt. Sluit de persluchtfles nooit direct aan op de reductor van de machine. De druk kan het vermogen van de reductor overschrijden waardoor de reductor zou kunnen ontploffen. Controleer of de voedingsspanning voldoet aan de spanning die aangegeven is op het gegevensplaatje op de voe- U kiest de bewerkingswijze met behulp van de toets W: de leds N, O, P voor snijden (CUT), snijden van roosters (SELF-RESTART) en schoonbranden (GOUGE) gaan branden. Schakel het apparaat in met behulp van de knop A (de displays U, V en de leds N, O, P gaan branden). Achtereenvolgens worden snel de volgende gegevens weergegeven: -het artikel van de generator (display U), -de geïnstalleerde firmware versie (display V), -de naam van de gemonteerde toorts (display U en V). Vervolgens wordt op het display U de opschrift LEN (lengte van de toorts) weergegeven, terwijl op display V de afmeting knippert (= 12 meter, fabrieksinstelling). U moet de afmeting wijzigen met behulp van de knop Z als de gebruikte toorts een afwijkende lengte heeft. Na 5 seconden wordt de gekozen waarde opgeslagen en 61 voor de volgende inschakelingen van de generator behouden. Als u tijdens de initiële instelling een fout maakt, kunt u de lengte wijzigen door lang de toets W ingedrukt te houden. Kies vervolgens met de knop Z de gewenste lengte en houd wederom de toets W lang ingedrukt. Met een korte druk op de toets van de toorts wordt de persluchtstroom geopend. Stel nu de druk, weergegeven op de drukmeter L, af op 5 bar (0,5 MPa) voor toortsen met een lengte van 6 m en 5,5 bar (0,55 MPa) voor toortsen met een lengte van 12 m door aan de knop H van de reductor te draaien. Vergrendel vervolgens de knop door hem in te drukken. recht zodat het gesmolten metaal niet op de bescherming terecht kan komen (zie afb.4) als u de toorts handmatig gebruikt of als u gaten moet boren. Deze handeling moet uitgevoerd worden als u stukken met een dikte van meer dan 3 mm wilt doorboren. Neem tijdens het automatische gebruik van de toorts (zie afb. 5) de aanwijzingen van de snijtabellen voor de doorzakhoogte, de bewerkingshoogt en de maximum snijdikte in verhouding tot de stroom nauwkeurig in acht. Afb.5 4.1 SNIJDEN (“CUT” SNIJWIJZE) Stel met behulp van de knop Z de snijstroom afhankelijk van de te snijden dikte af in overeenstemming met de aanwijzingen van de snijtabel. Tijdens het afstellen van de stroom wordt op het display V de juiste doorsnede van de te gebruiken mondstuk aangegeven. Sluit de klem van de aardekabel aan op het te snijden stuk en controleer of de klem en het stuk een correcte elektrische verbinding maken. Dit geldt met name in het geval van gelakte, geoxideerde of met isolatiemateriaal beklede staalplaten. Sluit de klem nooit aan op het deel dat verwijderd moet worden. Kies de gewenste snijstroom met behulp van de draaiknop Z. Toorts Cebora CP101: Gebruik het speciale afstandsstuk met twee punten Art. 1404 in het geval van een mondstuk ø 1,2 en een stroom tussen 45 en 60 A. Toorts Cebora CP161: gebruik het mondstuk ø 1,2 in het geval van 60 A en ø 1,4 in het geval van 60 tot 100 A. Met een snijstroom van 20 tot 45A en een mondstuk met een doorsnede van 1,2 mm kunt u snijden door het mondstuk direct op het stuk te laten steunen (drag cut). In het geval van een stroom van meer dan 15A is het noodzakelijk dat u een verend afstandsblok of een afstandsblok of tweepuntig gebruikt om te voorkomen dat het mondstuk of de bescherming ervan direct met het te snijden stuk in aanraking komt. Bewaar een afstand van ongeveer 4 mm tussen de bescherming van het mondstuk en de bescherming als u de toorts automatisch gebruikt, zie de snijtabellen. Druk de knop van de toorts in om de ontstekingsboog in te schakelen. Na ongeveer 2 seconden gaat de ontstekingsboog uit als u niet onmiddellijk begint te snijden. Druk nogmaals op de knop om de ontstekingsboog weer in te schakelen. Houd de toorts tijdens het snijden verticaal. Beëindig de snede en laat de knop los. Uit de toorts zal lucht blijven stromen om hem af te koelen. We raden u aan het apparaat uit te schakelen voor deze tijd verstreken is. Houd de toorts gekanteld en trek hem langzaamaan 62 Afb.4 We raden u aan om voor ronde sneden gebruik te maken van de speciale passer die op aanvraag leverbaar is. Het is belangrijk dat u onthoudt dat voor het gebruik van de passer de toepassing van de hierboven beschreven starttechniek nodig kan blijken. Houd de ontstekingsboog niet ingeschakeld als dit niet nodig is om het verbruik van de elektrode, de diffuser en het mondstuk te beperken. Schakel aan het einde van de bewerking de machine uit. 4.2 SNIJDEN OP ROOSTERS (SELF–RESTART SNIJWIJZE). Activeer deze functie als u geperforeerde staalplaten of roosters moet snijden. De ontstekingsboog wordt automatisch weer ingeschakeld als u aan het einde van de snede de knop ingedrukt houdt. Gebruik deze functie uitsluitend als dit noodzakelijk is om een overmatige slijtage of verbruik van de elektrode of mondstuk te vermijden. 4.3 SCHOONBRANDEN (”GOUGE” SNIJWIJZE). uitsluitend voor toorts CP161. Met deze handeling kunt u defecte lassen verwijderen, gelaste stukken van elkaar losmaken, flappen voorbereiden, enz. Maak voor deze handeling gebruik van een mondstuk ø 3 mm. De te gebruiken stroomwaarde varieert afhankelijk van de dikte en de hoeveelheid te verwijderen materiaal van 60 tot 120A. Voer de handeling uit met een gekantelde toorts (afb.6). Verplaats de toorts naar het gesmolten materiaal zodat het gas, dat uit de toorts stroomt, het materiaal verwijdert. De kanteling van de toorts ten opzichte van het stuk is afhankelijk van de gewenste penetratie. Gesmolten afvalmateriaal kan zich tijdens het proces aan het mondstukhouder en de bescherming vasthechten. Reinig het mondstukhouder en de bescherming regelmatig om te voorkomen dat zich fenomenen (dubbele boog) kunnen voordoen die in een aantal seconden het mondstuk kunnen vernietigen. Als een van deze onderdelen niet aanwezig is, zal het apparaat niet goed werken en komt de veiligheid van de gebruiker in gevaar. Afb. 6 A B A C B D C D E Afb.7 We raden een zorgvuldige bescherming van de operator en de personen die zich in de nabijheid van de werkplaats bevinden aangezien zich tijdens dit proces sterke stralingen (ultraviolet en infrarood) kunnen ontwikkelen. Schakel aan het einde van de bewerking de machine uit. 5. CONSUMPTIEMATERIAAL VERVANGEN BELANGRIJK: schakel de generator uit alvorens u het consumptiemateriaal vervangt. Verwijzend naar de Afb. 7 en 8 zijn met name de volgende onderdelen onderworpen aan slijtage: de elektrode A, de diffuser B, het mondstuk C en de bescherming van het mondstuk E (uitsluitend in het geval van CP 161). Vervang deze onderdelen nadat de mondstukhouder D losgedraaid heeft. Vervang de elektrode A als deze in het midden een krater met een diepte van ongeveer 1,2 mm vertoont. OPGELET: Schroef de elektrode niet met geweld los; oefen een geleidelijke kracht uit tot de draad loskomt. De nieuwe elektrode moet in de zitting worden geschroefd en worden vastgezet, maar niet helemaal aangedraaid. De snijhuls C moeten worden vervangen wanneer de opening beschadigd is of breder is geworden in vergelijking met een nieuw onderdeel. Wanneer de vervanging van de elektrode of de snijhuls wordt uitgesteld, zullen deze onderdelen oververhit raken en zal de luchtverdeler B minder lang meegaan. Controleer of de snijhulshouder D goed vastzit na het vervangen. LET OP: draai de mondstukhouder D op de toorts als de elektrode A, de diffuser B, het mondstuk C en de bescherming van het mondstuk E (uitsluitend in het geval van CP 161) gemonteerd zijn. Afb.8 6 HANDIGE TIPS - Gebruik een droogfilter als de lucht van de installatie aanzienlijke hoeveelheden vochtigheid of olie bevat. Op deze manier voorkomt u de overmatige oxidatie en slijtage van het consumptiemateriaal, de beschadiging van de toorts en de afname van de snelheid en de kwaliteit van de snede. - Vuil in de lucht bevordert de oxidatie van de elektrode en het mondstuk en kan ervoor zorgen dat u de ontstekingsboog moeilijker kunt inschakelen. Reinig het uiteinde van de elektrode en de binnenkant van het mondstuk met fijn schuurpapier als een dergelijke situatie zich voordoet. - Controleer of de nieuwe elektrode en mondstuk goed schoon en ontvet zijn. - Maak uitsluitend gebruik van originele reserveonderdelen om schade aan de toorts te voorkomen. 7 BESCHRIJVING VAN DE BESCHERMINGEN Het apparaat is voorzien van diverse beschermingen die aangegeven worden met het bericht “Err” op de displays U en V (raadpleeg de tabel). Neem het volgende in acht om de functionering van deze beveiligingen te waarborgen: • Verwijder de bescherming niet en sluit ze niet kort. • Maak uitsluitend gebruik van originele reserveonderdelen. • Vervang de beschadigde onderdelen van de machine of de toorts altijd uitsluitend met originele reserveonderdelen. • Maak uitsluitend gebruik van CEBORA CP161 toortsen. 63 BESCHRIJVING STORING Startknop ingedrukt bij de inschakeling of heractivering van de generator Overtemperatuur van de diodes op de uitgang of van de tranformator NÄYTTÖ TRG TH0 Overtemperatuur van de DC regelaar (IGBT module) TH1 Lage druk in een gastoevoerkanaal Deurtje van de generator of HV14 ontstekingsmodule open CNC in noodsituatie of uitgeschakeld GAS LO OPN rob Fout in het geheugen van de microprocessor Hoge stroom bij uitgeschakelde boog Meetwaarde stroom buiten schaal tijdens het snijden Hoge stroom op het circuit van de ontstekingsboog bij uitgeschakelde boog Gevaarlijke spanning: storing op het vermogenscircuit Seriële communicatiefout tussen het hoofdcontrolec ircuit en het circuit voor het aansluiten van de toorts Hoge stroom op het circuit voor de ontstekingsboog tijdens het snijden Elektrode op Voedingsspanning voldoet niet aan de aangegeven waarden De gasleidingen zijn niet helemaal geleegd of hoge druk in een gastoevoerleiding Err 2 Err 30 Err 35 Err 39 Err 40 Err 43 Err 49 Err 55 Err 67 Err 79 8 ONDERHOUD Het onderhoud mag uitsluitend door gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd in overeenstemming met de norm IEC 26-29 (IEC 60974-4). 8.1 DE GENERATOR ONDERHOUDEN Controleer of de schakelaar A op “O” staat en of de voedingskabel van het lichtnet losgekoppeld is als u onderhoud in het apparaat moet uitvoeren. Controleer regelmatig of in het bakje J (afb.2) van de reductor condens aanwezig is, ondanks dat het apparaat uitgerust is met een automatisch systeem voor het afvoeren van de condens. Het condensafvoersysteem wordt geactiveerd zodra de luchttoevoer wordt afgesloten. Reinig tevens regelmatig de binnenkant van het apparaat en verwijder de opgehoopte metaalstof met behulp van perslucht. 64 MOGELIJKE OPLOSSING Schakel de generator uit, verwijder de startbediening en schakel de generator weer in Schakel de generator niet uit zodat ventilator blijft functioneren en het apparaat snel kan afkoelen. De normale functionering wordt hervat zodra de temperatuur binnen de toegestane limieten daalt. Neem contact op met de Technische Assistentie van CEBORA als het probleem aanhoudt. Schakel de generator niet uit zodat ventilator blijft functioneren en het apparaat snel kan afkoelen. De normale functionering wordt hervat zodra de temperatuur binnen de toegestane limieten daalt. Neem contact op met de Technische Assistentie van CEBORA als het probleem aanhoudt. Laat de druk van de toegevoerde lucht toenemen Controleer of de HV14 module correct gesloten is Schakel de CNC in, verlaat de noodsituatie en controleer de aansluiting generator-CNC Neem contact op met de Technische Assistentie van CEBORA Neem contact op met de Technische Assistentie van CEBORA Neem contact op met de Technische Assistentie van CEBORA Neem contact op met de Technische Assistentie van CEBORA Neem contact op met de Technische Assistentie van CEBORA Neem contact op met de Technische Assistentie van CEBORA Neem contact op met de Technische Assistentie van CEBORA Vervang de elektrode en/of het mondstuk Controleer de waarde van de voedingsspanning Controleer het consumptiemateriaal of laat de toevoerdruk afnemen 8.2 HANDELINGEN DIE U NA EEN REPARATIE MOET VERRICHTEN. Controleer na een reparatie of de bekabeling correct aangebracht is en of er sprake is van voldoende isolatie tussen de primaire en secundaire zijde van de machine. Zorg ervoor dat de draden niet in aanraking kunnen komen met de onderdelen in beweging of de onderdelen die tijdens de functionering verhit raken. Hermonteer alle klemringen op de oorspronkelijke wijze om een verbinding tussen de primaire en secundaire te voorkomen als een draad breekt of losschiet. Hermonteer tevens de schroeven met de tandringen op de oorspronkelijke wijze A Z D C F L H I J K E N O P W U N° Trefas transformator - likriktare - frekvensomvandlare för likström (chopper). Serienummer som alltid ska uppges vid alla slags förfrågningar angående apparaten. Sjunkande karakteristik. P.A.C. Lämpar sig för plasmaskärning. torch type Typ av slangpaket som kan användas med denna apparat. U0 Sekundär tomgångsspänning (toppvärde). X Procentuell kapacitetsfaktor. Anger procent per 10 minuter som apparaten kan arbeta med en bestämd ström utan att överhettas. I2 Skärström. U2 Sekundär spänning med skärström I2. Denna spänning beror på avståndet mellan munstycket och arbetsstycket som ska skäras. Om avståndet ökar, ökar även skärspänningen och kapacitetsfaktorn X % kan minska. U1 Nominell matningsspänning. Z V Fig. 2 3~ 50/60Hz Trefasmatning 50 eller 60 Hz. I1 max. Max. strömförbrukning. l1 eff. Max. verklig strömförbrukning med hänsyn till kapacitetsfaktorn. IP21 Höljets kapslingsklass. Klass 1 som andra siffra innebär att denna apparat inte kan användas utomhus. Lämpar sig för arbete i utrymmen med förS höjd risk. OPMERKINGEN: 1- Het apparaat is ontworpen om te functioneren in een omgeving met een vervuilingsgraad 3 (Zie IEC 60664). 2- Deze apparatuur voldoet aan de norm IEC 61000-312, mits de maximum toelaatbare impedantie Zmax van de installatie lager of gelijk is aan 0,044 ohm op het interfacepunt tussen de installatie van de gebruiker en het lichtnet. De installateur of de gebruiker van de apparatuur zijn verantwoordelijk voor en moeten waarborgen dat de apparatuur aangesloten is op een stroomvoorziening met een maximum toelaatbare impedantie Zmax lager of gelijk aan 0,044 ohm. Raadpleeg eventueel het elektriciteitsbedrijf. 67
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88

Cebora 956 Plasma Prof 123 ACC Handleiding

Type
Handleiding