Brand- en uitglijdgevaar door hydraulische vloeistof die naar
buiten is getreden.
76
Verder kunnen er ondanks alle genomen maatregelen niet
zichtbare restricties bestaan.
V
V
e
e
i
i
l
l
i
i
g
g
w
w
e
e
r
r
k
k
e
e
n
n
Lees en volg de onderstaande aanwijzingen, de
voorschriften te voorkoming van ongevallen en de
algemene veiligheidsvoorschriften op, om u zelf en anderen
tegen verwondingen te beschermen.
L
Geef de veiligheidsvoorschriften aan alle personen, die
met deze machine werken, door.
L
Bewaar deze veiligheidsvoorschriften goed.
Maak u voor gebruik met het apparaat vertrouwd, met behulp
van de bedieningshandleiding.
Gebruik de machine alleen waar hij voor gemaakt is (zie het
betreffende hoofdstuk en “Werken met de brandhoutsplijter”).
Zorg voor een stabiele en uitgebalanceerde houding.
Neem een werkpositie in, die zich achter de schuif in het
bereik van de bedieningshendel bevindt. Ga nooit in de buurt
van de splijtwig staan.
Ga nooit op de machine staan.
Wees oplettend. Let er op, wat u doet. Werk verstandig.
Gebruik het toestel niet:
− wanneer u vermoeid bent.
− onder invloed van drugs, alcohol of medicijnen staat, die
uw oordelingsvermogen kunnen beïnvloeden.
Draag tijdens het werken
− veiligheidsbril of veiligheidsvizier
− veiligheidshandschoenen
− eventueel gehoorbescherming
− veiligheidsschoenen met stalen tippen
Draag geschikte werkkleding:
− geen wijde kleding of sieraden (zij kunnen door
beweeglijke delen worden gegrepen)
De bedienende persoon is binnen het arbeitsbereik van de
machine verantwoordelijk ten opzichte van derden.
Kinderen en jongeren van minder dan 18 jaren mogen de
machine niet bedienen.
Kinderen dienen uit de buurt van het apparaat te worden
geweerd.
Zet het toestel nooit aan, terwijl niet betrokken personen in
de buurt zijn.
Laat de machine niet zonder toezicht achter.
Zorg dat uw werkomgeving op orde is. Rommel kan
ongevallen veroorzaken.
Overbelast de machine niet. U werkt beter en zeker met de
juiste belasting van de machine.
Werk alleen met alle veiligheidsvoorzieningen op de juiste
wijze aangebracht. Verander niets aan de machine wat de
veiligheid in gevaar kan brengen.
Apparaat resp. onderdelen van het apparaat niet
veranderen.
Het apparaat mag niet met water worden afgespoten (bron
van gevaar voor elektrische stroom).
Machine niet in de regen laten staan. Niet in de regen met
die machine werken.
Als u de machine niet gebruikt moet u hem op een droge
plaats, buiten het bereik van kinderen opslaan.
Schakel de machine uit en neem de steker uit het
stopcontact bij:
− Reparatiewerkzaamheden
− Onderhouds- en reinigingswerkzaamheden
− Transport van de machine
− Het verlaten van de machine (ook voor een korte tijd).
Onderzoek de machine op eventuele beschadigingen.
− Voor het verdere gebruik van de machine moeten alle
veiligheidsvoorzieningen gecontroleerd worden op de
juiste montage en het goed functioneren.
− Controleer of delen van de machine beschadigd resp.
defect zijn. Alle delen moeten juist gemonteerd zijn en
goed functioneren om de machine correct te laten
werken.
− Beschadigde bescherminrichtingen en delen moeten,
indien noodzakelijk, door een erkende
reparatiewerkplaats gerepareerd of verwisseld worden.
Met uitzondering indien in de gebruiks-aanwijzing anders
aangegeven.
− Beschadigde of onleesbare veiligheidsstickers dienen
te worden vervangen.
Elektrische veiligheid
Uitvoering van de aansluitleiding volgens de IEC 60245 (H
07 RN-F) norm met een aderdiameter van minimum
⇒ 2,5 mm² bij een kabellengte tot max. 10 m.
Gebruik nooit aansluitleidingen die langer dan 10 m zijn.
Langere aansluitleidingen veroorzaken een daling van de
spanning. De motor bereikt zijn maximum vermogen niet
meer, de functie van de machine wordt gereduceerd.
Bij het leggen van de aansluitleiding erop letten dat deze
niet gekneusd of geknikt wordt en dat de stekerverbinding
niet nat wordt.
Gebruik de kabel niet voor doeleinden warvoor hij niet
geschikt is. Bescherm de kabel tegen hitte, olie of scherpe
randen. De steker niet met de kabel uit het stopcontact
trekken.
Controleer de verleng kabel regelmatig op bescha-digingen
en vervang hem als hij beschadigd is.
Gebruik geen defecte kabels.
Gebruik alleen toegestane en gemerkte verleng-kabels.
Maak geen geknutselde elektrische aansluitingen.
Veiligheidsvoorzieningen nooit overbruggen of buiten-
werking stellen.
Elektrische aansluitingen of reparaties mogen alleen
door een erkend bedrijf of een erkende reparatiewerkplaats
uitgevoerd worden. De plaatselijke voorschriften moeten
opgevolgd worden.
Reparaties aan andere delen van de machine mogen
alleen door de fabrikant of een door hem erkende
werkplaats uitgevoerd worden.
Alleen de originele toebehoren en onderdelen gebruiken.
Bij het gebruik van niet originele onderdelen kunnen
risico’s voor de gebruiker ontstaan. De fabrikant kan niet
aansprakelijk gesteld worden voor ongevallen hierdoor
ontstaan.