Sony MHC-W55 de handleiding

Categorie
CD spelers
Type
de handleiding
2
NL
Nederlands
Welkom!
Hartelijk dank voor uw aankoop van dit Sony Mini Hi-Fi Compo-
nent System. Deze installatie bevat allerlei handige funkties. Een
kleine greep daaruit:
Het DBFB dynamisch basversterkingssysteem zorgt voor
versterking van de lage tonen, hetgeen een machtig basgeluid
oplevert.
Een zender-opslagfunktie voor het vastleggen en oproepen van in
totaal 40 van uw favoriete radiozenders (30 zenders voor de Duitse
en Italiaanse modellen).
Een RDS tuner met PTY programmatype-zoekfunktie voor het
automatisch opzoeken van de zenders die een bepaald type
programma uitzenden.
Een versterker met akoestiekfunktie om het geluid bij te regelen
overeenkomstig de diverse muzieksoorten en luisteromgevingen.
Een schakelklok voor het laten in- en uitschakelen van de compact
disc speler, het cassettedeck of de radio op een vooraf ingesteld
tijdstip.
Een dubbel cassettedeck stelt u in staat op te nemen vanaf de radio
of de compact disc speler, of bandopnamen van het ene deck op
het andere over te nemen of doorlopend met beide decks af te
spelen.
Een CD-speler met 3-disc carrouselwisselaar voor het automatisch
achter elkaar afspelen van 3 compact discs en het probleemloos
doorlopen (in voor- en achterwaartse richting) van alle
muziekstukken op de drie discs.
Een muziekselektiefunktie waarmee u uw favoriete muziekstukken
van de compact disc in groepen kunt onderbrengen zodat de
gewenste muziekselektie steeds snel beschikbaar is.
Een afstandsbediening waarmee u de gehele stereo-installatie
vanuit uw luie stoel kunt bedienen.
De MHC-W55 bestaat uit de volgende apparaten:
- Versterker/tuner: STR-W55
- CD-speler/stereo cassettedeck: HCD-W55
- Luidsprekers: SS-EX55D
- Afstandsbediening: RM-SW55
WAARSCHUWING
CLASS 1 LASER PRODUCT
LUOKAN 1 LASERLAITE
KLASS 1 LASERAPPARAT
CAUTION
ADVARSEL
VARNING
ADVARSEL
AVAT TAESSA JA SUOJALUKITUS OHITETTAESSA
DLET ALTTIINA LASERSÄTEILYLLE.
VARO!
;
;
;
;
;
LASERSTRÅLING NÄR DENNA DEL ÄR OPPNÅD
OCH SPÄRREN ÄR URXOPPLAD.
USYNLIG LASERSTRÅLING NÅR DEKSEL ÅPNES
UNNGÅ EKSPONERING FOR STRÅLEN.
USYNLIG LASERSTRÅLING VED ÅBNING NÅR
SIKKERHEDSAFBRYDERE ER UDE AF FUNKTION.
UNDGÅ UDS ÆTTELSE FOR STRÅLING.
INVISIBLE LASER RADIATION WHEN OPEN.
AVOID EXPOSURE TO BEAM.
Stel het apparaat niet bloot aan regen of
vocht, om gevaar voor brand of een
elektrische schok te voorkomen.
Om gevaar voor elektrische schokken te vermijden, dient u de
behuizing van het apparaat nooit te openen. Laat onderhoud en
eventuele reparatie over aan bevoegd vakpersoneel.
Plaats het apparaat niet in een gesloten ruimte, zoals een boekenrek
of ingebouwde kast.
Let op
De CD-speler/cassettedeck mag nooit op de versterker/tuner
worden geplaatst.
De laser in dit apparaat is in staat om straling uit te zenden die de
limiet van klasse 1 overschrijdt.
Dit apparaat is geklassificeerd als
een KLASSE 1 LASER produkt.
De aanduiding CLASS 1 LASER
PRODUCT bevindt zich aan de
achterkant van het apparaat.
Binnenin het
apparaat bevindt
zich het
nevenstaande
waarschuwingslabel.
Bij dit produkt zijn batterijen geleverd. Wanneer deze
leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als
KCA.
3
NL
Hoofdstuk 1: Installeren
Aansluiten van de stereo-installatie 4
Batterij-inleg 6
Gelijkzetten van de klok 6
Hoofdstuk 2: De compact disc speler
Afspelen van compact discs (normale weergave) 7
Afspelen van muziekstukken in willekeurige volgorde (SHUFFLE weergave)
8
Afspelen van muziekstukken in de gewenste volgorde (PROGRAM weergave)
9
Herhaald afspelen van muziekstukken (REPEAT weergave) 10
Groeperen van muziekstukken (CLIP muziekselektiefunktie) 10
Hoofdstuk 3: De radio
Luisteren naar de radio 12
Voorinstellen van radiozenders 13
Afstemmen op vooringestelde zenders 13
Afstemmen op een bepaald programmatype (PTY) 13
Hoofdstuk 4: Het cassettedeck
Afspelen van een cassette 15
Opnemen van een compact disc 16
Opnemen van een compact disc: Aflezen van de vereiste bandlengte
(bandlengte-montage) 17
Opnemen van een compact disc: Instellen van de totale speelduur
(tijdmontage) 17
Opnemen van een compact disc: Kiezen van gewenste muziekstukken
(programma-montage) 19
Opnemen van radio-uitzendingen 19
Kopiëren van bandopnamen (dubbing) 20
Hoofdstuk 5: Geluidsinstelling
Bijregelen van het geluid 22
Kiezen van een akoestiek-instelling 22
Bijregelen van de akoestiek-instelling 23
Vastleggen van uw eigen akoestiek-instellingen (PERSONAL FILE) 24
Hoofdstuk 6: Extra funkties
In slaap vallen met muziek 25
Gewekt worden met muziek 25
Schakelklok-opname van radio-uitzendingen 26
Mengen met een mikrofoon 27
Karaoke: Meezingen met muziek 27
Aansluiten van los verkrijgbare apparatuur 28
Overige informatie
Voorzorgsmaatregelen 30
Verhelpen van storingen 30
Onderhoud 31
Technische gegevens 32
Overzicht van de bedieningsorganen 33
Index 34
Inhouds-
opgave
4
Hoofdstuk 1: Installeren
NL
Aansluiten van de
antennes
AM kaderantenne (bijgeleverd)
FM draadantenne* (bijgeleverd)
*Opgelet: Zover mogelijk horizontaal
Aansluiten van de AM kaderantenne
Sluit de bijgeleverde kaderantenne aan op
de AM en de y aard-aansluiting.
Verbeteren van de FM ontvangst
Sluit, in plaats van de bijgeleverde antenne,
een FM buitenantenne aan op de FM 75
aansluiting, met behulp van een 75-ohm
koaxiaalkabel en een IEC standaard
antennestekker.
Aansluiten van de
stereo-installatie
Maak de aansluitingen voor de stereo-
installatie zoals in de onderstaande
afbeeldingen wordt getoond.
Zie “Aansluiten van los verkrijgbare
apparatuur” in hoofdstuk 6 voor het
aansluiten van de los verkrijgbare
komponenten.
Als u de apparaten op elkaar plaatst
In dit geval moet de versterker/tuner altijd
bovenop de CD-speler/cassettedeck
worden geplaatst.
Aansluiten van de
platte snoeren
Sluit de bijgeleverde platte snoeren aan op
de SYSTEM CONTROL aansluitingen met
dezelfde kleur. Druk tegen het midden van
de stekker totdat deze vastklikt.
Losmaken van de platte snoeren
Druk de zijkanten van de stekker in elkaar
en trek de stekker los. Trek niet aan het
snoer zelf.
Aansluiten van de
luidsprekers
Sluit de rechter luidspreker aan op de R
luidsprekerklemmen en de linker
luidspreker op de L luidsprekerklemmen.
Zie de gebruiksaanwijzing van de
luidsprekers voor nadere bijzonderheden
betreffende het aansluiten.
L
R
+
AM
FM 75
COAXIAL
STAP 1
AM
FM 75
COAXIAL
75-ohm koaxiaalkabel
(niet bijgeleverd)
Hoofdstuk 1:
Instal-
leren
Aansluiten van de stereo-
installatie
Batterij-inleg
Gelijkzetten van de klok
STAP 2
STAP 3
5
Hoofdstuk 1: Installeren
NL
Aansluiten van de
stroom
Sluit het netsnoer pas op een stopkontakt
aan nadat alle bovenvermelde
aansluitingen zijn gemaakt.
Demonstratiefunktie
Bij het aansluiten van het netsnoer
verschijnen de aanduidingen van de
demonstratiefunktie in het
uitleesvenster. De demonstratiefunktie
wordt uitgeschakeld zodra u de klok
instelt (zie “Gelijkzetten van de klok”).
Linker
luidspreker
naar een
stopkontakt
Rechter
luidspreker
AM kaderantenne
(bijgeleverd)
Verbeteren van de AM ontvangst
Sluit eerst de AM kaderantenne aan en dan
sluit dan tevens een geïsoleerde draad van
6 tot 15 meter lengte aan op de AM
aansluiting. Verbind de y aard-aansluiting
met een goed aardingspunt.
Belangrijk
Bij gebruik van een buitenantenne dient de
y aansluiting met aarde te worden
verbonden, ter bescherming tegen
blikseminslag. Sluit de aardingsdraad nooit
aan op een gasleiding. Gezien de kans op
een gasexplosie is dit uiterst gevaarlijk.
/
naar een
stopkontakt
Versterker/
tuner
CD-speler/
cassettedeck
AM
FM 75
COAXIAL
Geïsoleerde draad
(niet bijgeleverd)
Aardingsdraad
(niet bijgeleverd)
STAP 4
STAP 2
STAP 3
STAP 1
Maak deze aansluiting als laatste!
STAP 4
FM draadantenne
(bijgeleverd)
6
Hoofdstuk 1: Installeren
NL
Gelijkzetten van de
klok
De ingebouwde klok geeft de tijd aan in het
uitleesvenster, ook wanneer de installatie is
uitgeschakeld. Stel de juiste tijd op de klok
in om gebruik te kunnen maken van de
mogelijkheden die de schakelklok biedt.
Gebruik voor de onderstaande
bedieningshandelingen de toetsen op het
apparaat zelf.
Opmerking
Nadat u de tijd op de klok heeft ingesteld,
komt de demonstratiefunktie, welke
normaal geaktiveerd wordt wanneer de
installatie wordt uitgeschakeld,
automatisch te vervallen.
1Druk op de TIMER toets.
De kloktijd/schakelklok-funktie wordt
ingeschakeld.
2Druk op de CLOCK SET toets.
De uur-aanduiding begint te knipperen.
3Stel het uur in door de JOG draaiknop te
verdraaien tot het juiste uur wordt
aangegeven.
4Druk op de ENTER/NEXT toets.
De minuten-aanduiding begint te
knipperen.
Batterij-inleg
Plaats twee R6 (AA-formaat) batterijen in
de bijgeleverde afstandsbediening.
1 Schuif het deksel open en verwijder het
deksel.
2 Steek twee R6 (AA-formaat) batterijen in
het batterijvak. Let op dat de (+) en (–)
polen overeenkomen met de
aanduidingen in het batterijvak.
3 Sluit het deksel.
Levensduur batterijen
Bij normaal gebruik kan van een stel Sony
SUM-3(NS) batterijen een gebruiksduur
van ongeveer een half jaar verwacht
worden. Als de batterijen uitgeput zijn, is
het niet meer mogelijk de installatie met de
afstandsbediening te bedienen. Vervang in
dit geval beide batterijen door nieuwe.
Voorkomen van batterijlekkage
Haal de batterijen uit de afstandsbediening
als u deze geruime tijd niet gebruikt. Dit
om schade als gevolg van batterijlekkage en
corrosie te voorkomen.
knippert
5 Stel de minuten in door de JOG
draaiknop te verdraaien tot de juiste
minuut wordt aangegeven.
6 Druk op de ENTER/NEXT toets.
De klok begint te lopen en het bovenste
puntje knippert. Voor nauwkeurig
instellen drukt u de toets in op het
moment dat het tijdssignaal van de
radio of telefoon klinkt.
Het bovenste puntje knippert gedurende
de eerste helft van de minuut (0 - 29
sekonden) en het onderste puntje
gedurende de tweede helft (30 - 59
sekonden).
Kontroleren van de tijd terwijl de
installatie is ingeschakeld
Druk een paar maal op de DISPLAY toets.
De huidige tijd wordt dan 8 sekonden lang
in het uitleesvenster aangegeven.
Korrigeren van de tijdsaanduiding
Herhaal de stappen 1 t/m 6.
knippert
knippert
knippert
SYSTEM
POWER m ON
DISPLAY
2
4,6
1
3,5
knippert
7
Hoofdstuk 2: De compact disc speler
NL
Afspelen van com-
pact discs (normale
weergave)
Met de CD-speler van deze installatie kunt
u automatisch de muziekstukken van in
totaal drie compact discs in de normale
volgorde achter elkaar afspelen.
Alvorens een compact disc af te spelen,
draait u de VOLUME regelaar geheel naar
links, om schade aan de luidsprekers te
voorkomen.
1Druk op de § OPEN/CLOSE/
EX-CHANGE toets en plaats twee
compact discs (met de labelzijde naar
boven gekeerd) in de disc-lade.
2Druk op de DISC SKIP toets als u nog
een derde disc in de disc-lade wilt
steken.
Het disc-plateau draait dan rond en u
kunt nog een andere disc plaatsen.
Hoofdstuk 2:
De compact
disc speler
Afspelen van compact discs
(normale weergave)
Afspelen van
muziekstukken in
willekeurige volgorde
(SHUFFLE weergave)
Afspelen van
muziekstukken in de
gewenste volgorde
(PROGRAM weergave)
Herhaald afspelen van
muziekstukken (REPEAT
weergave)
Groeperen van
muziekstukken (CLIP
muziekselektiefunktie)
SYSTEM
POWER m ON
DISPLAY
»
rP
p
0)
Æ
»
Æ
p
0)
P »
p
5
1,
3
p
2
=/+
9(p
0)
(
Pp
(
Pp
=+
0)
0/)
=/+
4
»
rP
p
0)
Æ
»
Æ
p
0)
P »
p
3 Druk op de § OPEN/CLOSE/
EX-CHANGE toets om de disc-lade te
sluiten.
4 Druk op de 1/ALL DISCS toets en kies
“1 DISC” of “ALL DISCS”.
5 Druk op de ·P toets (of op de CD (
toets van de afstandsbediening).
Het afspelen begint bij de compact disc
die in de disc-houder is waarvan de
bijbehorende toets groen oplicht.
Afspeelfunktie
Enkel de gekozen compact
disc wordt afgespeeld.
De compact discs worden
in de genummerde
volgorde afgespeeld. Lege
disc-houders in de disc-
lade worden overgeslagen.
Instelling
1 DISC
ALL DISCS
A
DOLBY NR B OFF
VOLUME
CD
ALL DISCS
63 125 250 500 1k 2k 4k 8k 16k(Hz)
DBFB
1
2345
678
A
DOLBY NR B OFF
VOLUME
CD
ALL DISCS
63 125 250 500 1k 2k 4k 8k 16k(Hz)
DBFB
1
2345
678
Muziekkalender
Nummer van
weergegeven
muziekstuk
Speelduur
U wilt
Stoppen met
afspelen
Pauzeren
De weergave
hervatten
Doorgaan
naar een
volgend
muziekstuk
Teruggaan
naar een
vorig
muziekstuk
Een bepaalde
disc kiezen
Een disc
uitnemen of
verwisselen*
5
Druk op
p
·P (P*
1
)
·P ((*
1
of P*
1
)
Draai tijdens afspelen of in
de pauzestand de JOG
draaiknop rechtsom. Laat de
knop los zodra het gewenste
muziekstuk wordt bereikt.*
2
U kunt ook de AMS*
3
+
toets op de
afstandsbediening
gebruiken.
Draai tijdens afspelen of in
de pauzestand de JOG
draaiknop linksom. Laat de
knop los zodra het gewenste
muziekstuk wordt bereikt.*
2
U kunt ook de AMS*
3
=
toets op de
afstandsbediening
gebruiken.
Druk op de bijbehorende
DISC (1 - 3) toets*
4
of druk
herhaaldelijk op de DISC
SKIP toets
§ OPEN/CLOSE/
EX-CHANGE
Lees verder op de volgende bladzijde
Hoofdstuk 2: De compact disc speler
8
NL
vervolg
*
1
Afstandsbediening
*
2
Met de JOG draaiknop kunt u snel de
muziekstukken op de discs doorlopen
(multi-disc snelzoekfunktie).
*
3
Automatische Muziek Sensor
*
4
Als er in de betreffende disc-houder
geen disc is, zal de disc-lade naar buiten
geschoven worden.
*
5
U kunt ook tijdens het afspelen van een
compact disc een disc uitnemen of
verwisselen.
Opzoeken van een bepaald punt in
een muziekstuk
Tijdens afspelen of in de pauzestand kunt u
elk gewenst punt op de disc opzoeken.
Gebruik voor de bediening van deze
zoekfunktie de toetsen op de
afstandsbediening.
Kontroleren van de resterende
speelduur tijdens het afspelen van
de compact disc
Druk zovaak als nodig op de DISPLAY
toets.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verspringt de aanduiding in het
uitleesvenster als volgt:
mVerstreken speelduur van het huidige
muziekstuk
µ
Resterende speelduur van het huidige
muziekstuk
µ
Resterende speelduur van de huidige
compact disc* of “Play” weergave-
aanduiding**
µ
Kloktijd (blijft acht sekonden lang
zichtbaar)
µ
Naam van akoestiekeffekt (of P FILE)
* 1 DISC stand
** ALL DISCS stand
Kontroleren van de totale speelduur
en het totale aantal muziekstukken
Druk op de DISPLAY toets terwijl de CD-
speler in de stopstand staat. Wanneer u
nogmaals op de DISPLAY toets drukt,
wordt de kloktijd vier sekonden in het
uitleesvenster getoond waarna de vorige
aanduiding weer verschijnt.
Opmerkingen
Het is niet mogelijk om de totale
speelduur te kontroleren tijdens
programma-weergave.
Het disc-nummer, de totale speelduur en
het totale aantal muziekstukken
verschijnen ook in het uitleesvenster
nadat de § OPEN/CLOSE/EX-CHANGE
toets is ingedrukt om de disc-lade te
sluiten.
“--.--” verschijnt in het uitleesvenster als
de totale speelduur langer is dan 100
minuten.
Bediening met slechts één druk op een
toets
Druk op de ·P toets van de CD-speler
wanneer het apparaat is uitgeschakeld. Als
er een disc in de CD-speler aanwezig is,
kunt u zo de weergave starten met slechts
één druk op een enkele toets.
De muziekkalender
De muziekkalender toont de nummers van
de muziekstukken op de compact disc.
Telkens nadat een muziekstuk is
afgespeeld, dooft het bijbehorende
nummer. Muziekstukken met een nummer
hoger dan 20 kunnen niet worden
aangegeven.
Betekenis van de groene en oranje
indikators in de DISC toetsen
De DISC (1 - 3) toetsen zijn voorzien van
indikators (groen en oranje) die de
volgende betekenis hebben:
Wanneer de groene indikator oplicht, wil
dit zeggen dat de betreffende disc-houder
is gekozen (tijdens afspelen, pauze
(standby) of wanneer de disc-lade open
staat), ook als er geen disc in die disc-
houder is.
Wanneer de oranje indikator oplicht, wil
dit zeggen dat er een disc in de
betreffende disc-houder is, maar dat die
houder op het moment niet is gekozen.
Wanneer de groene en oranje indikator
niet oplichten, is er geen disc in de disc-
houder en is de disc-houder ook niet
gekozen.
Automatische geluidsbron-keuze
Als de CD-speler voorheen in de normale
weergavestand stond, kan op CD-weergave
overgeschakeld worden door op de ·P
toets of op de DISC 1 - 3 toets te drukken.
Als de CD-speler voorheen in de
programma- of willekeurige
weergavestand stond, kan alleen de ·P
toets gebruikt worden.
U wilt
Snel
vooruitzoeken
binnen een
muziekstuk
Snel
terugzoeken
binnen een
muziekstuk
Snel zoeken
(naar een
tellerstand)
zonder te
luisteren
Bediening
Houd de ) toets op de
afstandsbediening
ingedrukt en laat deze bij
het gewenste punt los.
Houd de 0 toets op de
afstandsbediening
ingedrukt en laat deze bij
het gewenste punt los.
Druk op de P toets en
houd vervolgens de 0
of ) toets op de
afstandsbediening
ingedrukt. Druk na het
bereiken van het gewenste
punt nogmaals op de (
of P toets.
Als er geen compact disc in de CD-speler is
In het uitleesvenster verschijnt de
aanduiding “NO DISC”. Druk op de ·P
toets (of op de CD ( toets van de
afstandsbediening) terwijl deze aanduiding
oplicht om de disc-lade te openen.
Afspelen van
muziekstukken in
willekeurige
volgorde (SHUFFLE
weergave)
Alle muziekstukken van één of alle
compact discs kunnen in willekeurige
volgorde weergegeven worden.
Gebruik voor de bediening van deze
funktie de toetsen op het apparaat zelf.
1Druk net zovaak op de FUNCTION
toets tot de aanduiding “CD” oplicht in
het uitleesvenster.
2Leg de compact disc(s) in de disc-lade.
3Druk op de 1/ALL DISCS toets en kies
“1 DISC” of “ALL DISCS”.
4Druk net zovaak op de PLAY MODE
toets tot de aanduiding “SHUFFLE”
oplicht in het uitleesvenster.
5Druk op de ·P toets.
De aanduiding “J” verschijnt in het
uitleesvenster en alle muziekstukken
worden nu in willekeurige volgorde
weergegeven.
SYSTEM
POWER m ON
DISPLAY
3
1
»
rP
p
0)
Æ
»
Æ
p
0)
P »
p
5
2
p
4
DISC 1-3
=/+
A
DOLBY NR B OFF
VOLUME
CD
SHUFFLE
63 125 250 500 1k 2k 4k 8k 16k(Hz)
DBFB
1
2345
678
9
Hoofdstuk 2: De compact disc speler
NL
Stoppen van de willekeurige
weergave
Druk op de p toets.
Uitschakelen van de willekeurige
weergave
Druk net zovaak op de PLAY MODE toets
tot de aanduiding “SHUFFLE” of “PRO-
GRAM” verdwijnt uit het uitleesvenster. De
muziekstukken zullen verder in de normale
volgorde, zoals ze op de discs staan,
worden afgespeeld.
Kiezen van een gewenste compact
disc
Druk tijdens willekeurige weergave op de
DISC 1 - 3 toets.
Overslaan van de rest van een
ongewenst muziekstuk
Draai de JOG knop naar rechts (of druk op
de + toets van de afstandsbediening).
Afspelen van
muziekstukken in de
gewenste volgorde
(PROGRAM weergave)
U kunt uw eigen muziekprogramma van
maximaal 32 nummers van alle compact
discs samenstellen, in de volgorde waarin u
de muziek wilt horen.
U wilt
Het muziek-
programma
kontroleren
Een pauze in
het programma
inlassen
Stoppen met
afspelen
De
programma-
weergave
uitschakelen
Het laatste
muziekstuk in
het programma
wissen
Een bepaald
muziekstuk in
het programma
wissen
Het hele
muziek-
programma
wissen
Bediening
Druk herhaaldelijk op de
CHECK toets*
1
P*
2
p
Druk net zovaak op de
PLAY MODE toets tot de
“PROGRAM” of
“SHUFFLE” aanduiding
verdwijnt.*
3
Druk in de stopstand op
de CLEAR toets van de
afstandsbediening.
Druk net zovaak op de
CHECK toets van de
afstandsbediening tot het
nummer van het
muziekstuk oplicht en
druk vervolgens op de
CLEAR toets van de
afstandsbediening.
Druk éénmaal (in de
stopstand) of tweemaal
(tijdens afspelen) op de p
toets.
*
1
Nadat het laatste muziekstuk in het
uitleesvenster is aangegeven, verschijnt
de aanduiding “CHECK END”.
*
2
“P” verschijnt in het uitleesvenster en de
totale speelduur komt op “0.00” te staan.
*
3
Het muziekprogramma wordt gewist.
Wijzigen van de volgorde van de
geprogrammeerde muziekstukken
Voor het veranderen van de
afspeelvolgorde dient u eerst het gehele
programma te wissen, om dan een nieuw
programma samen te stellen.
Opmerkingen
De geprogrammeerde afspeelvolgorde
blijft in het geheugen van de CD-speler
bewaard, ook nadat het
muziekstukprogramma is weergegeven.
Druk op de ·P toets om de
muziekstukken opnieuw in deze volgorde
af te spelen.
Als tijdens programmeren in plaats van
de totale speelduur “--.--” verschijnt,
betekent dit dat:
- u een muziekstuknummer groter dan 20
heeft geprogrammeerd, of dat
- de totale geprogrammeerde speelduur
meer bedraagt dan 100 minuten.
SYSTEM
POWER m ON
DISPLAY
3
1
»
rP
p
0)
Æ
»
Æ
p
0)
P »
p
7
2
p
4
5
9(p
0)
(
Pp
(
Pp
=+
0)
0/)
=/+
CHECK
CLEAR
1 Druk net zovaak op de FUNCTION
toets tot de aanduiding “CD” oplicht in
het uitleesvenster.
2 Leg de compact disc(s) in de disc-lade.
3 Druk net zovaak op de PLAY MODE
toets tot de aanduidingen “PROGRAM”
en “DISC” oplichten in het
uitleesvenster.
4 Draai aan de JOG knop om een
muziekstuk te kiezen. Het
muziekstuknummer en de totale
speelduur verschijnen in het
uitleesvenster.
5 Druk op de ENTER/NEXT toets.
Het gekozen muziekstuknummer licht
nu op in de muziekkalender. Als het
muziekstuknummer uit het
uitleesvenster verdwijnt voordat u op de
ENTER/NEXT toets heeft kunnen
drukken, gaat u terug naar stap 4.
6 Herhaal de stappen 4 en 5 om verdere
muziekstukken in uw programma op te
nemen.
7 Druk op de ·P toets.
Alle geprogrammeerde muziekstukken
worden nu in de door u gekozen
volgorde afgespeeld.
A
DOLBY NR B OFF
VOLUME
CD
DISC
63 125 250 500 1k 2k 4k 8k 16k(Hz)
DBFB
PROGRAM
Muziekstuknummer
A
DOLBY NR B OFF
VOLUME
CD
DISC
63 125 250 500 1k 2k 4k 8k 16k(Hz)
DBFB
8
PROGRAM
Totale speelduur
Hoofdstuk 2: De compact disc speler
10
NL
Herhaald afspelen
van muziekstukken
(REPEAT weergave)
Met de herhaalfunktie kan de normale
weergave, willekeurige weergave of
programma-weergave van één compact
disc of alle discs herhaaldelijk worden
uitgevoerd.
Gebruik voor de bediening van deze
funktie de toetsen op het apparaat zelf.
Herhalen van alle muziekstukken
1 Druk net zovaak op de REPEAT toets tot
de aanduiding “REPEAT” oplicht in het
uitleesvenster.
2 Druk op de ·P toets.
Uitschakelen van de herhaalfunktie
Druk op de REPEAT toets totdat de
“REPEAT” of de “REPEAT 1” aanduiding
in het uitleesvenster dooft.
Groeperen van
muziekstukken (CLIP
muziekselektiefunktie)
Met de muziekselektiefunktie kunt u de
gewenste muziekstukken op uw compact
discs in drie groepen onderbrengen. U kunt
bijvoorbeeld in de CLIP A groep de
muziekstukken vastleggen waarnaar u
graag ‘s morgens luistert, in de CLIP B
groep de muziekstukken waarvan u samen
met uw vrienden wilt genieten en in de
CLIP C groep de muziekstukken voor
‘s avonds bij het lezen van een boek e.d.
Nadat de muziekstukken in een groep zijn
vastgelegd, is deze muziekselektie steeds
beschikbaar wanneer de betreffende
compact disc wordt weergegeven.
Vastleggen van
muziekstukken in een
muziekselektie
1 Geef het gewenste muziekstuk weer of
(wanneer de CD-speler in de stopstand
staat) gebruik de JOG knop om het
muziekstuk te kiezen.
2 Druk op de CLIP toets (A, B of C).
In het uitleesvenster verschijnt de
aanduiding “CLIP FILE” en de indikator
van de gekozen CLIP groep (A, B of C).
De normale weergave wordt vervolgd.
3 Herhaal de stappen 1 en 2 om verdere
muziekstukken in de gekozen
muziekselektie of in een andere
muziekselektie op te nemen.
Wanneer het geheugen vol is
Bij het vastleggen van een nieuw
muziekstuk komt het oudste muziekstuk te
vervallen.
SYSTEM
POWER m ON
REPEAT
U wilt
Alle
muziekstukken op
de huidige
compact disc
herhaaldelijk
afspelen
Alle
muziekstukken op
alle compact discs
herhaaldelijk
afspelen
Een bepaald
muziekstuk
herhaaldelijk
afspelen
Bediening
Druk net zovaak op
de 1/ALL DISCS
toets tot “1 DISC”
verschijnt in het
uitleesvenster.
Druk net zovaak op
de 1/ALL DISCS
toets tot “ALL
DISCS” verschijnt in
het uitleesvenster.
Druk, tijdens afspelen
van het muziekstuk
dat u wilt herhalen,
net zovaak op de
REPEAT toets tot
“REPEAT 1”
verschijnt in het
uitleesvenster.
SYSTEM
POWER m ON
2
A
DOLBY NR B OFF
VOLUME
CD
ALL DISCS
63 125 250 500 1k 2k 4k 8k 16k(Hz)
DBFB
1
2345
678
Opmerkingen
In de muziekselekties kunnen geen
muziekstukken met een nummer hoger
dan 20 worden vastgelegd.
In de stopstand kunt u geen
muziekstukken in de muziekselektie
vastleggen als de aanduiding
“PROGRAM” in het uitleesvenster
oplicht.
Weergeven van de
muziekstukken in een
muziekselektie (CLIP PLAY
weergave)
De CLIP indikator(s) licht(en) in het
uitleesvenster op om u te laten weten dat er
muziekselekties voor de betreffende
compact disc zijn vastgelegd.
1 Druk op de CLIP PLAY toets.
2 Druk op de CLIP toets (A, B of C).
In het uitleesvenster verschijnt de
aanduiding “CLIP PLAY” en de
indikator van de gekozen
muziekselektie licht op.
De CD-speler begint met de weergave
van de muziekstukken in de gekozen
muziekselektie.
Uitschakelen van de muziekselektie-
weergave
Druk op de p toets.
Opmerkingen
In de 1 DISC stand worden alle in de
muziekselektie vastgelegde
muziekstukken van de gekozen compact
disc eenmaal weergegeven, waarna de
muziekselektie-weergave wordt
uitgeschakeld.
In de ALL DISCS stand worden alle in de
muziekselektie vastgelegde
muziekstukken van de geplaatste
compact discs eenmaal weergegeven,
waarna de muziekselektie-weergave
wordt uitgeschakeld.
SYSTEM
POWER m ON
2
1
11
Hoofdstuk 2: De compact disc speler
NL
Wissen van muziekstukken
uit een muziekselektie
Wissen van één muziekstuk
1 Druk op de CLIP PLAY toets.
2 Druk op de CLIP toets (A, B of C) van de
muziekselektie waarin het muziekstuk is
dat u wilt wissen.
3 Kies met de JOG knop het muziekstuk
dat u wilt wissen.
4 Druk op de CLIP ERASE toets.
De aanduidingen “ERASE A - C” en
“TRACK” verschijnen afwisselend in het
uitleesvenster.
5 Druk op de CLIP toets (A, B of C) die u
in stap 2 heeft ingedrukt om het
muziekstuk te wissen.
Wissen van alle muziekstukken
Alle muziekstukken in de gekozen
muziekselektie worden gewist
1 Druk in de stopstand op de CLIP
ERASE toets.
De aanduidingen “ERASE A - C” en
“ALL” verschijnen afwisselend in het
uitleesvenster.
2 Druk op de CLIP toets (A, B of C) om de
muziekselektie te kiezen die u wilt
wissen.
Vastleggen van een
akoestiek-instelling in de
muziekselektie
U kunt in iedere muziekselektie een
bijpassende akoestiek-instelling vastleggen.
Wanneer u de muziekselektie weergeeft,
zal deze akoestiek-instelling automatisch
ingeschakeld worden, ook als de EFFECT
ON/OFF toets in de “OFF” stand staat.
1 Gebruik de grafiek-toonregeling en de
ruimtelijke rondom-funkties om het
geluid naar wens bij te regelen (zie
“Geluidsinstelling”).
2 Druk de gewenste CLIP toets (A, B of C)
in en houd deze ingedrukt om de
akoestiek-instelling in de betreffende
muziekselektie vast te leggen.
De aanduiding “LINK (A, B of C)”
verschijnt in het uitleesvenster en de
akoestiek-instelling is in de
muziekselektie vastgelegd.
Veranderen van de akoestiek-instelling
Bij het vastleggen van een nieuwe
akoestiek-instelling komt de vorige
instelling automatisch te vervallen.
Wissen van de akoestiek-instelling
uit de muziekselektie
1 Houd de CLIP ERASE toets ingedrukt.
De aanduidingen “SELECT A - C” en
“LINK OFF” verschijnen afwisselend in
het uitleesvenster.
2 Druk op de CLIP toets (A, B of C) van de
muziekselektie waarvan u het
akoestiekeffekt wilt laten vervallen.
De aanduiding “LINK (A, B of C) OFF”
verschijnt in het uitleesvenster en het
akoestiekeffekt is gewist uit de
muziekselektie.
SYSTEM
POWER m ON
»
rP
p
0)
Æ
»
Æ
p
0)
P »
p
p
CLIP ERASE
CLIP A,B,C
=/+
A
DOLBY NR B OFF
VOLUME
CD
ALL DISCS
63 125 250 500 1k 2k 4k 8k 16k(Hz)
DBFB
1
2345
678
SYSTEM
POWER m ON
CLIP ERASE
2
Hoofdstuk 3: De radio
12
NL
Luisteren naar de
radio
Als u naar de radio wilt luisteren, kunt u de
tuner automatisch de beschikbare
radiozenders laten doorlopen, om af te
stemmen op de zenders met een krachtig
signaal. Met deze funktie kunt u moeiteloos
en zonder tijdsverlies een radiozender met
een krachtig signaal opzoeken. Bij gebruik
van de automatische afstemming worden
de zenders met een zwak signaal echter
overgeslagen. Wilt u op een zwakker
doorkomende zender afstemmen, gebruik
dan de handmatige afstemming.
1 Druk net zovaak op de TUNER/BAND
toets (of op de BAND toets van de
afstandsbediening) tot de gewenste
afstemband in het uitleesvenster wordt
aangegeven.
Telkens wanneer u op de TUNER/
BAND toets drukt, verandert de
afstemband als volgt:
Duitse en Italiaanse modellen:
FM ˜ AM
Overige modellen:
FM n MW n LW
2 Druk net zovaak op de TUNING MODE
toets tot de aanduiding “AUTO” in het
uitleesvenster verschijnt.
SYSTEM
POWER m ON
3
1
2
9(p
0)
(
Pp
(
Pp
=+
0)
BAND
STEREO/MONO
n
VOLUME
TUNER
63 125 250 500 1k 2k 4k 8k 16k(Hz)
MHz
PRESET
DBFB
3Draai de JOG knop naar rechts als u een
radiozender met een hogere
afstemfrekwentie wilt opzoeken. Voor
afstemmen op een zender met een lagere
frekwentie draait u de JOG knop naar
links.
De tuner begint de afstemband te
doorzoeken, om te stoppen wanneer er
op een krachtig doorkomende zender is
afgestemd.
De aanduiding “TUNED” verschijnt in
het uitleesvenster. Als er een FM stereo
radio-uitzending wordt ontvangen, zal
tevens de aanduiding “STEREO”
oplichten.
4Is de gevonden radiozender niet de
gewenste, draai dan weer aan de JOG
knop om het doorzoeken van de
afstemband te hervatten.
Als de tuner een RDS radiozender
vindt
In dit geval verschijnt in plaats van de
frekwentie de naam van de zender in het
uitleesvenster.
Als het apparaat de gewenste zender
niet vindt
Wellicht is het signaal van de zender niet
krachtig genoeg voor automatische
afstemming. Stem op de zender af met
handmatige afstemming.
1 Druk net zovaak op de TUNING MODE
toets tot de aanduiding “MANUAL” in
het uitleesvenster verschijnt.
2 Draai aan de JOG knop tot u de
gewenste radiozender duidelijk
ontvangt.
Verbeteren van de MG/LG/AM radio-
ontvangst
Verstel de bijgeleverde AM kaderantenne
voor MG/LG/AM.
Als FM radio-uitzendingen niet duidelijk
doorkomen
Druk op de STEREO/MONO toets zodat in
het uitleesvenster de aanduiding “MONO”
oplicht. Het stereo-effekt zal nu verloren
gaan, maar de radio-ontvangst zal
helderder klinken. Om weer naar stereo-
geluid te luisteren, drukt u nogmaals op de
STEREO/MONO toets.
Bediening met slechts één druk op een
toets
Druk op de TUNER/BAND toets wanneer
het apparaat is uitgeschakeld.
U kunt dan onmiddellijk naar de laatst
ontvangen radiozender luisteren, zonder
verder een andere toets te hoeven
indrukken.
VOLUME
TUNER
63 125 250 500 1k 2k 4k 8k 16k(Hz)
MHz
DBFB
TUNED STEREO
AUTO
MG/LG/AM
Hoofdstuk 3:
De radio
Luisteren naar de radio
Voorinstellen van
radiozenders
Afstemmen op
vooringestelde zenders
Afstemmen op een bepaald
programmatype (PTY)
13
Hoofdstuk 3: De radio
NL
Opmerking
Als u op de TUNER/BAND toets drukt
terwijl u naar een andere geluidsbron
luistert, wordt er automatisch
overgeschakeld op radio-ontvangst
(Automatische geluidsbron-keuze).
Voorinstellen van
radiozenders
Met deze installatie kunt u de
zendfrekwenties van uw favoriete
radiozenders in het afstemgeheugen
vastleggen, zodat u later deze vastgelegde
radiozenders snel kunt oproepen. U kunt
maximaal 20 FM-zenders, 10 MG-zenders
en 10 LG-zenders (voor de Duitse en
Italiaanse modellen: 20 FM-zenders en 10
AM-zenders) in iedere gewenste volgorde
in het geheugen vastleggen.
Gebruik voor het vastleggen van zenders
de toetsen op het apparaat zelf.
1Stem af op de radiozender die u wilt
vastleggen.
2Druk op de TUNER MEMORY toets.
De aanduiding “MEMORY” verschijnt
in het uitleesvenster, samen met een
nummer voor uw voorkeurzender.
3Draai aan de JOG knop tot het gewenste
voorinstelnummer wordt aangegeven.
4Druk op de ENTER/NEXT toets.
De radiozender wordt nu vastgelegd
onder uw gekozen voorinstelnummer.
5Herhaal de stappen 1 t/m 4 voor elk van
de radiozenders die u in het
afstemgeheugen wilt vastleggen.
Wissen van een vastgelegde
radiozender
Leg een nieuwe zender vast onder het
voorinstelnummer van de zender die u wilt
wissen. De oude zender wordt dan uit het
geheugen gewist en de nieuwe zender
vastgelegd onder het betreffende nummer.
Als de zender een RDS radiozender is
In dit geval verschijnt in plaats van de
frekwentie de naam van de zender in het
uitleesvenster.
Afstemmen op een
bepaald
programmatype
(PTY)
Met de programmatype-funktie (PTY) van
deze tuner kunt u automatisch afstemmen
op vooringestelde zenders die een bepaald
type programma uitzenden.
Bij gebruik van deze funktie kan enkel op
vooringestelde zenders worden afgestemd.
Zorg er daarom voor dat de gewenste
zenders in het afstemgeheugen zijn
vastgelegd.
1 Druk op de TUNER/BAND toets en
kies de FM afstemband.
2 Druk op de PTY toets.
In het uitleesvenster verschijnt de
aanduiding “SELECT”.
3 Kies met de JOG draaiknop het
gewenste programmatype (PTY).
(Zie de kolom hiernaast voor de diverse
programmatypen.)
4 Druk op de ENTER/NEXT toets.
De tuner doorzoekt de vooringestelde
zenders om een zender te vinden die een
programma uitzendt van het gekozen
type.
Wanneer een zender wordt
gevonden die een programma van
het gekozen type uitzendt
Het voorinstelnummer van de zender
knippert in het uitleesvenster en de tuner
stemt op de betreffende zender af.
SYSTEM
POWER m ON
3
4
2
Voorinstelnummer voor de
voorkeurzender
VOLUME
TUNER
63 125 250 500 1k 2k 4k 8k 16k(Hz)
MHz
DBFB
1
TUNED STEREO
AUTO
Als het vastleggen van een zendfrekwentie
niet lukt
Herhaal de stappen 1 t/m 5.
Afstemmen op
vooringestelde
zenders
Als u de voorkeurzenders eenmaal heeft
vastgelegd, kunt u de JOG knop gebruiken
om snel op de gewenste zender af te
stemmen.
1Druk net zovaak op de TUNER/BAND
toets tot de gewenste afstemband in het
uitleesvenster wordt aangegeven.
Duitse en Italiaanse modellen:
FM ˜ AM
Overige modellen:
FM n MW n LW
2Druk net zovaak op de TUNING MODE
toets tot de aanduiding “PRESET” in het
uitleesvenster verschijnt.
3Draai aan de JOG knop (of druk op de
PRESET (–/+) toetsen van de
afstandsbediening) om af te stemmen op
de gewenste zender.
De afstemfrekwentie van de zender
verschijnt in het uitleesvenster en de
radio-ontvangst begint.
SYSTEM
POWER m ON
3
1
2
9(p
0)
(
Pp
(
Pp
=+
0)
PRESET (–/+)
VOLUME
TUNER
63 125 250 500 1k 2k 4k 8k 16k(Hz)
MHz
PRESET
DBFB
n
SYSTEM
POWER m ON
3
4
2
1
VOLUME
63 125 250 500 1k 2k 4k 8k 16k(Hz)
DBFB
TUNER
Naam van programmatype (PTY)
Lees verder op de volgende bladzijde
Hoofdstuk 3: De radio
14
NL
vervolg
Als er meerdere zender-
voorinstelnummers in het
uitleesvenster knipperen
Dit betekent dat er meerdere zenders zijn
gevonden die een programma uitzenden
van het gekozen type.
Kies de gewenste zender met de JOG
draaiknop en druk vervolgens op de
ENTER/NEXT toets, terwijl de nummers in
het uitleesvenster nog knipperen.
Kontroleren van de informatie van
het RDS systeem
Telkens wanneer u op de DISPLAY toets
drukt, verspringt de aanduiding in het
uitleesvenster als volgt:
m Zendernaam
µ
Frekwentie
µ
Programmatype
µ
Kloktijd
µ
Naam van akoestiekeffekt
Opmerking
Als er geen vooringestelde zender wordt
gevonden die een programma uitzendt van
het gekozen type, verschijnt in het
uitleesvenster de aanduiding “NO PTY” en
stemt de tuner weer af op de zender die
voorheen werd ontvangen.
Programma-
type
NEWS
AFFAIRS
INFO
SPORT
EDUCATE
DRAMA
CULTURE
SCIENCE
VARIED
POP M
ROCK M
M-O-R M
LIGHT M
CLASSICS
OTHER M
ALARM
NONE
U luistert naar
Nieuwsberichten
Actualiteitsprogramma’s
over onderwerpen die
recentelijk in het nieuws
zijn.
Algemene informatie en
advies, inklusief het weer,
programma’s betreffende
consumentenzaken,
medisch advies enz.
Sportuitzendingen
Educatieve programma’s en
uitzendingen met advies op
verschillende gebieden
Hoorspelen en radioseries
Programma’s betreffende
nationale en regionale
kultuur-evenementen, met
inbegrip van zaken als
godsdienst, taal en sociale
vraagstukken
Programma’s over
natuurwetenschappen en
techniek
Gevarieerd amusement
zoals interviews met
bekende persoonlijkheden,
quizprogramma’s en
komedies
Populaire muziek
Rockmuziek
“Easy listening” muziek
(M-O-R = Middle of the
road)
Lichte klassieke muziek,
zowel instrumentaal als
vokaal
Uitvoeringen van grote
orkesten, symfonieën,
kamermuziek, operamuziek
enz.
Muziek die niet is onder te
brengen in een van de
bovenstaande muzikale
categorieën, bijv. jazz en
rhythm-and-blues.
Nooduitzendingen.
Alle andere uitzendingen
die niet onder een van
bovengenoemde
categorieën vallen.
U kunt kiezen uit de volgende
programmatypen:
15
Hoofdstuk 4: Het cassettedeck
NL
Afspelen van een
cassette
De cassettedecks zijn geschikt voor
weergave van TYPE I (normaalband), TYPE
II (chroomband) en TYPE IV (metaalband)
cassettes. Bij plaatsen van een cassette
neemt het deck automatisch de bandsoort
waar en stelt daarop in.
1 Druk op de § EJECT toets om de
cassettehouder te openen.
Plaats in deck A of B een bespeelde
cassette met de bandzijde naar beneden
gericht en de weer te geven kant naar
voren. Druk het deurtje van de
cassettehouder dicht.
2 Druk op de · toets (voor afspelen van
de voorkant) of de ª toets (voor
afspelen van de achterkant).
Nu begint de weergave van de cassette.
* Nadat beide cassettekanten vijfmaal zijn
afgespeeld, komt het deck automatisch
in de stopstand te staan.
** Zie “Opeenvolgend afspelen vanaf deck
A naar deck B (kontinu-weergave)”.
»
rP
p
0)
Æ
»
Æ
p
0)
P »
p
SYSTEM
POWER m ON
»
rP
p
0)
Æ
»
Æ
p
0)
P »
p
2
p
1
2
p
1
DOLBY NR
0/)0/)
DIRECTION MODE
U wilt
Eén kant van de
cassette afspelen
Beide kanten
afspelen*
Beide decks
achtereen afspelen**
Instelling van de
DIRECTION MODE
schakelaar
A
ß
RELAY
U wilt
Stoppen met
afspelen
Pauzeren
De weergave
hervatten
Vooruitspoelen
Terugspoelen
De cassette
uitnemen
Druk op
p
P PAUSE
P PAUSE, ª of ·
) voor de voorkant,
0 voor de achterkant
0 voor de voorkant,
) voor de achterkant
§ EJECT
Gebruik van de afstandsbediening
1 Druk op de A-DECK of B-DECK toets
om het deck te kiezen dat u wilt
bedienen (in het uitleesvenster
verschijnt een aanduiding die het
gekozen deck aangeeft).
2 Druk op de gewenste
bandtransporttoets.
Opeenvolgend afspelen vanaf deck A
naar deck B (kontinu-weergave)
Met deze funktie wordt altijd de
onderstaande volgorde doorlopen,
ongeacht waar u de weergave start. Nadat
de weergave van de achterkant van de
cassette in deck B voltooid is, wordt de
onderstaande volgorde nog viermaal
doorlopen.
Deck A Deck A
(voorkant) (achterkant)
Deck B Deck B
(achterkant) (voorkant)
1 Druk op de § EJECT toets en plaats in
beide decks een bespeelde cassette.
2 Druk net zovaak op de DIRECTION
MODE schakelaar tot in het
uitleesvenster “RELAY” verschijnt.
3 Druk op de ª of · toets van een van
de decks.
Druk op de p toets om te stoppen met
de kontinu-weergave.
Uitschakelen van de kontinu-
weergave
Druk net zovaak op de DIRECTION MODE
schakelaar tot in het uitleesvenster de
aanduiding “A” of “ß” verschijnt.
Luisteren naar een cassette die is
opgenomen met Dolby* B
ruisonderdrukking
Druk op de DOLBY NR schakelaar tot in
het uitleesvenster “DOLBY NR B”
verschijnt.
De instelling van deze schakelaar geldt
voor beide decks. Het Dolby
ruisonderdrukkingssysteem onderdrukt
bandruis in de hogere frekwenties bij
minder krachtige muzieksignalen.
Hoofdstuk 4:
Het
cassettedeck
Afspelen van een cassette
Opnemen van een compact
disc
Opnemen van een compact
disc: Aflezen van de
vereiste bandlengte
(bandlengte-montage)
Opnemen van een compact
disc: Instellen van de
totale speelduur
(tijdmontage)
Opnemen van een compact
disc: Kiezen van
gewenste muziekstukken
(programma-montage)
Opnemen van radio-
uitzendingen
Kopiëren van
bandopnamen (dubbing)
n
N
n
n
Lees verder op de volgende bladzijde
Hoofdstuk 4: Het cassettedeck
16
NL
vervolg
* Dolby ruisonderdrukking geproduceerd
onder licentie van: Dolby Laboratories
Licensing Corporation.
DOLBY en het dubbel D symbool a
zijn handelsmerken van: Dolby
Laboratories Licensing Corporation.
Bediening met slechts één druk op een
toets
Druk op de · of ª toets wanneer het
apparaat is uitgeschakeld.
Als er een cassette in het deck aanwezig is,
zal de weergave hiervan onmiddellijk
worden gestart, zonder dat u op enige
andere toets hoeft te drukken.
Als er geen cassette in het deck aanwezig is,
zal de installatie alleen worden
ingeschakeld.
Opnemen van een
compact disc
Met deze installatie kunt u muziek van
compact discs op cassette opnemen. Voor
opnemen van compact discs kunt u TYPE I
(normaalband) of TYPE II (chroomband)
cassettes gebruiken. Gebruik geen TYPE IV
(metaalband) cassettes voor uw
bandopnamen.
Tijdens het opnemen kunt u niet naar een
andere geluidsbron luisteren; daarvoor zult
u eerst moeten stoppen met opnemen.
Automatisch opnemen van
compact discs
Met behulp van de CD SYNCHRO toets
kunt u een compact disc snel en
doeltreffend op de band opnemen. Gebruik
voor de bediening de toetsen op het
apparaat zelf.
1 Druk op de § EJECT toets en plaats een
voor opnemen geschikte cassette in deck
B, met de kant voor opname naar u toe
gericht.
Het opnemen zal beginnen aan de
voorkant van de cassette, tenzij u vóór
het opnemen de bandlooprichting
wijzigt.
Let op dat voor de kant(en) waarop u
wilt opnemen het wispreventienokje
intakt is.
2 Druk op de § OPEN/CLOSE/
EX-CHANGE toets en plaats een
compact disc. Druk dan nogmaals op de
§ OPEN/CLOSE/EX-CHANGE toets
om de disc-lade te sluiten.
Als de toets voor de disc-houder waarin
de disc is die u wilt opnemen niet groen
oplicht, druk dan net zovaak op de
DISC SKIP toets tot de betreffende toets
groen oplicht.
3 Stel in op opnemen op één cassettekant
of op beide kanten.
* Het opnemen stopt altijd aan het einde
van de achterkant van de cassette. Voor
opnemen op beide cassettekanten dient
u de opname te starten vanaf de
voorkant.
4 Druk op de CD SYNCHRO toets.
Deck B komt in de opnamepauzestand
te staan.
5 Druk op de P PAUSE toets om de
opnamepauzestand uit te schakelen. Het
opnemen begint dan.
Na ongeveer 10 sekonden zal ook het
afspelen van de compact disc beginnen.
Stoppen met opnemen
Druk op de p toets van het cassettedeck of
de CD-speler.
Inschakelen van de Dolby NR
ruisonderdrukking
Om storende bandruis in zacht
doorkomende hoge frekwenties te
onderdrukken, drukt u na stap 3 op de
DOLBY NR schakelaar tot in het
uitleesvenster “DOLBY NR B” verschijnt.
Opnemen met een ruimtelijk rondom-effekt
Druk op de SURROUND toets zodat
“SUR ” verschijnt in het
uitleesvenster.
Handmatig opnemen van
een compact disc
Ga als volgt te werk als u slechts enkele
muziekstukken van een CD wilt opnemen
of middenin een cassettekant met opnemen
wilt beginnen.
1Druk op de § EJECT toets en plaats een
voor opnemen geschikte cassette in deck
B, met de kant voor opname naar u toe
gericht.
Het opnemen zal beginnen aan de
voorkant van de cassette, tenzij u vóór
het opnemen de bandlooprichting
wijzigt.
Let op dat voor de kant(en) waarop u
wilt opnemen het wispreventienokje
intakt is.
2Druk op de § OPEN/CLOSE/
EX-CHANGE toets en plaats een
compact disc. Druk dan nogmaals op de
§ OPEN/CLOSE/EX-CHANGE toets
om de disc-lade te sluiten.
Als de toets voor de disc-houder waarin
de disc is die u wilt opnemen niet groen
oplicht, druk dan net zovaak op de
DISC SKIP toets tot de betreffende toets
groen oplicht.
3Druk op de FUNCTION toets om de
CD-speler te kiezen als geluidsbron.
4Stel in op opnemen op één cassettekant
of op beide kanten.
U wilt
Op één cassettekant
opnemen
Op beide
cassettekanten
opnemen*
Instelling van de
DIRECTION MODE
schakelaar
A
ß of RELAY
SYSTEM
POWER m ON
»
rP
p
0)
Æ
»
Æ
p
0)
P »
p
p
5 1
DOLBY NR
34
2
U wilt
Op één cassettekant
opnemen
Op beide
cassettekanten
opnemen*
Instelling van de
DIRECTION MODE
schakelaar
A
ß of RELAY
SYSTEM
POWER m ON
3
»
rP
p
0)
Æ
»
Æ
p
0)
P »
p
p
7 1 46
2
p
5
8
17
Hoofdstuk 4: Het cassettedeck
NL
De CD-speler kan echter geen passende
cassette bepalen voor compact discs met
meer dan 20 muziekstukken.
1 Druk net zovaak op de FUNCTION
toets tot de aanduiding “CD” oplicht in
het uitleesvenster.
2 Druk op de § OPEN/CLOSE/
EX-CHANGE toets en plaats een
compact disc. Druk dan nogmaals op de
§ OPEN/CLOSE/EX-CHANGE toets
om de disc-lade te sluiten.
Als de toets voor de disc-houder waarin
de disc is die u wilt opnemen niet groen
oplicht, druk dan net zovaak op de
DISC SKIP toets tot de betreffende toets
groen oplicht.
3 Druk op de EDIT toets.
De aanduiding “TAPE SELECT”
verschijnt in het uitleesvenster en de
CD-speler verdeelt nu automatisch de
muziekstukken zo dat ze het best op een
cassette passen.
De aanduiding in het uitleesvenster
verandert als volgt:
4 Plaats een voor opnemen geschikte
cassette met de aangegeven bandlengte
(of langer) in deck B.
* Het opnemen stopt altijd aan het einde
van de achterkant van de cassette. Voor
opnemen op beide cassettekanten dient
u de opname te starten vanaf de
voorkant.
5Om storende bandruis in zacht
doorkomende hoge frekwenties te
onderdrukken, drukt u op de DOLBY
NR schakelaar tot in het uitleesvenster
“DOLBY NR B” verschijnt.
6Druk op de r REC toets.
Deck B komt in de opnamepauzestand
te staan.
7Druk op de P PAUSE toets om de
opnamepauzestand uit te schakelen. Het
opnemen begint dan.
8Druk op de ·P toets van de CD-
speler.
Het afspelen van de compact disc
begint.
Opnemen van een
compact disc:
Aflezen van de
vereiste bandlengte
(bandlengte-mon-
tage)
U kunt de CD-speler de geschikte
bandlengte voor het opnemen van de
compact disc laten bepalen en aangeven,
zodat u de disc automatisch op een
passende cassette kunt opnemen.
SYSTEM
POWER m ON
3
»
rP
p
0)
Æ
»
Æ
p
0)
P »
p
p
7 56
2
p
4
1
Vereiste bandlengte
A
DOLBY NR B OFF
VOLUME
CD
ALL DISCS
63 125 250 500 1k 2k 4k 8k 16k(Hz)
DBFB
1
2345
678
A
DOLBY NR B OFF
VOLUME
CD
ALL DISCS
63 125 250 500 1k 2k 4k 8k 16k(Hz)
DBFB
1
2345
678
U wilt
Stoppen met
opnemen
Het opnemen
kortstondig
onderbreken
Stoppen met de
CD-weergave
Pauzeren van de
CD-weergave
Druk op
p van het
cassettedeck
P PAUSE
p van de CD-speler
·P van de CD-
speler
5 Stel in op opnemen op één cassettekant
of op beide kanten.
* Het opnemen stopt altijd aan het einde
van de achterkant van de cassette. Voor
opnemen op beide cassettekanten dient
u de opname te starten vanaf de
voorkant.
6 Druk op de CD SYNCHRO toets.
Deck B komt in de opnamepauzestand
te staan.
7 Druk op de P PAUSE toets om de
opnamepauzestand uit te schakelen. Het
opnemen begint dan.
Na ongeveer 10 sekonden zal ook het
afspelen van de compact disc beginnen.
Opnemen van een
compact disc:
Instellen van de
totale speelduur
(tijdmontage)
U kunt de stereo-installatie een
muziekselektie laten samenstellen die
binnen de ingestelde speelduur van de
cassette past. Bij gebruik van bijvoorbeeld
een 40-minuten cassette voor het opnemen
van een compact disc met 46 minuten
muziek, zal de CD-speler automatisch die
muziekstukken kiezen met een maximale
speelduur van 40 minuten, waarbij de
cassette zo volledig mogelijk wordt
opgevuld. De CD-speler kan geen
muziekstukken met een hoger nummer dan
20 kiezen.
U wilt
Op één cassettekant
opnemen
Op beide
cassettekanten
opnemen*
Instelling van de
DIRECTION MODE
schakelaar
A
ß of RELAY
Lees verder op de volgende bladzijde
Hoofdstuk 4: Het cassettedeck
18
NL
vervolg
Voor de bediening kunt u zowel de toetsen
op het apparaat zelf als die op de
afstandsbediening gebruiken.
1 Druk net zovaak op de FUNCTION
toets tot de aanduiding “CD” oplicht in
het uitleesvenster.
2 Druk op de § OPEN/CLOSE/
EX-CHANGE toets en plaats een
compact disc. Druk dan nogmaals op de
§ OPEN/CLOSE/EX-CHANGE toets
om de disc-lade te sluiten.
Als de toets voor de disc-houder waarin
de disc is die u wilt opnemen niet groen
oplicht, druk dan net zovaak op de DISC
SKIP toets tot de betreffende toets groen
oplicht.
3 Druk tweemaal op de EDIT toets.
In het uitleesvenster verschijnt eerst de
aanduiding “TAPE SELECT” en daarna
“TIME EDIT”.
4 Gebruik de JOG draaiknop (of druk op
de = of + toets van de
afstandsbediening) om de bandlengte
van de cassette (in minuten) in te stellen.
De aanduiding in het uitleesvenster
verspringt als volgt:
Stel in op “HALF” als u slechts de halve
speelduur van de compact disc wilt
opnemen. De stand “HALF” is niet
beschikbaar voor compact discs met
meer dan 20 nummers.
5 Druk nogmaals op de EDIT toets.
De CD-speler kiest nu automatisch de
muziekstukken voor opname op kant A
van de cassette.
6 Wilt u opnemen op beide
cassettekanten, druk dan nu nogmaals
op de EDIT toets. De CD-speler kiest
dan automatisch de muziekstukken
voor opname op cassettekant B.
Wilt u alleen op kant A opnemen, dan
drukt u nu op de p toets van de CD-
speler. De aanduiding stopt met
knipperen.
7 Druk op de § EJECT toets en plaats een
voor opnemen geschikte cassette in deck
B, met de kant voor opname naar u toe
gericht.
Het opnemen zal beginnen aan de
voorkant van de cassette, tenzij u vóór
het opnemen de bandlooprichting
wijzigt.
Let op dat voor de kant(en) waarop u
wilt opnemen het wispreventienokje
intakt is.
8 Stel in op opnemen op één cassettekant
of op beide kanten.
* Het opnemen stopt altijd aan het einde
van de achterkant van de cassette. Voor
opnemen op beide cassettekanten dient
u de opname te starten vanaf de
voorkant.
9Druk op de CD SYNCHRO toets.
Deck B komt in de opnamepauzestand
te staan.
10 Druk op de P PAUSE toets om de
opnamepauzestand uit te schakelen. Het
opnemen begint dan.
Na ongeveer 10 sekonden zal het
afspelen van de compact disc beginnen.
Stoppen met opnemen
Druk op de p toets van het cassettedeck of
de CD-speler.
Kontroleren van de op te nemen
muziekstukken
Druk meermalen op de CHECK toets van
de afstandsbediening.
Telkens wanneer u op de CHECK toets
drukt, geeft het uitleesvenster het volgende
op te nemen muziekstuk aan.
Uitschakelen van de tijdmontage
Druk op de p toets van de CD-speler en
vervolgens op de PLAY MODE toets.
Vooraf kiezen van uw favoriete
muziekstukken voor opname
De mogelijkheid bestaat om vooraf
bepaalde favoriete muziekstukken
voorrang te verlenen bij het samenstellen
van een programma voor cassette-opname
(maximaal 20 nummers). Zie “Afspelen van
muziekstukken in de gewenste volgorde
(PROGRAM weergave)”.
Inschakelen van de Dolby NR
ruisonderdrukking
Om storende bandruis in zacht
doorkomende hoge frekwenties te
onderdrukken, drukt u na stap 8 op de
DOLBY NR schakelaar tot in het
uitleesvenster “DOLBY NR B” verschijnt.
A
DOLBY NR B OFF
VOLUME
CD
DISC PROGRAM
63 125 250 500 1k 2k 4k 8k 16k(Hz)
DBFB
123 5
6
Muziekstukken voor opname op
cassettekant A
Totale speelduur van
cassettekant A
U wilt
Op één cassettekant
opnemen
Op beide
cassettekanten
opnemen*
Instelling van de
DIRECTION MODE
schakelaar
A
ß of RELAY
SYSTEM
POWER m ON
3,
5,
6
1
»
rP
p
0)
Æ
»
Æ
p
0)
P »
p
p
10 7
DOLBY NR
89
2
p
4
9(p
0)
(
Pp
(
Pp
=+
0)
=/+
CHECK
HALF C-46 C-54
(27.00)
C-90 C-74 C-60
(45.00) (37.00) (30.00)
(23.00)
A
DOLBY NR B OFF
VOLUME
CD
DISC PROGRAM
63 125 250 500 1k 2k 4k 8k 16k(Hz)
DBFB
12345
678910
11
19
Hoofdstuk 4: Het cassettedeck
NL
3Druk net zovaak op de PLAY MODE
toets tot de aanduiding “PROGRAM”
oplicht in het uitleesvenster.
4Draai aan de JOG knop (of druk op de
= of + toetsen van de
afstandsbediening) om het nummer van
een muziekstuk te kiezen.
5Druk op de ENTER/NEXT toets.
Het gekozen muziekstuknummer licht
op in de muziekkalender en is tevens in
het geheugen vastgelegd. Als het
muziekstuknummer verdwijnt voordat
u op de ENTER/NEXT toets heeft
gedrukt, gaat u terug naar stap 4.
6Herhaal de stappen 4 en 5 voor elk van
de muziekstukken in uw programma
voor cassettekant A, in de volgorde
waarin u deze wilt opnemen.
7Druk op de P toets van de
afstandsbediening om een pauze aan het
eind van cassettekant A in te voegen. In
het uitleesvenster verschijnt een “P”. De
totale speelduur komt weer op “0.00” te
staan.
8Herhaal de stappen 4 en 5 voor elk van
de muziekstukken in uw programma
voor cassettekant B, in de volgorde
waarin u deze wilt opnemen.
9Druk op de § EJECT toets en plaats een
voor opnemen geschikte cassette in deck
B, met de kant voor opname naar u toe
gericht.
Het opnemen zal beginnen aan de
voorkant van de cassette, tenzij u vóór
het opnemen de bandlooprichting
wijzigt.
Let op dat voor de kant(en) waarop u
wilt opnemen het wispreventienokje
intakt is.
10 Stel in op opnemen op één
cassettekant of op beide kanten.
* Het opnemen stopt altijd aan het einde
van de achterkant van de cassette. Voor
opnemen op beide cassettekanten dient
u de opname te starten vanaf de
voorkant.
11 Druk op de CD SYNCHRO toets.
Deck B komt in de opnamepauzestand
te staan.
12 Druk op de P PAUSE toets om de
opnamepauzestand uit te schakelen. Het
opnemen begint dan.
Na ongeveer 10 sekonden zal het
afspelen van de compact disc beginnen.
Stoppen met opnemen
Druk op de p toets van het cassettedeck of
de CD-speler.
Kontroleren van de op te nemen
muziekstukken
Druk meermalen op de CHECK toets.
Telkens wanneer u op de CHECK toets
drukt, geeft het uitleesvenster het volgende
op te nemen muziekstuk aan.
Uitschakelen van de programma-
montage
Druk net zovaak op de PLAY MODE toets
tot de aanduiding “PROGRAM” of
“SHUFFLE” verdwijnt uit het
uitleesvenster.
Inschakelen van de Dolby NR
ruisonderdrukking
Om storende bandruis in zacht
doorkomende hoge frekwenties te
onderdrukken, drukt u na stap 10 op de
DOLBY NR schakelaar tot in het
uitleesvenster “DOLBY NR B” verschijnt.
Opnemen van radio-
uitzendingen
U kunt via de ingebouwde tuner radio-
uitzendingen op cassette opnemen. Gebruik
hiervoor TYPE I (normaalband) of TYPE II
(CrO2-band) cassettes.
Opnemen van een
compact disc: Kiezen
van gewenste
muziekstukken
(programma-mon-
tage)
U kunt zelf de muziekstukken kiezen voor
opname op een cassette, die binnen de
resterende bandlengte passen.
1Druk net zovaak op de FUNCTION
toets tot de aanduiding “CD” oplicht in
het uitleesvenster.
2Druk op de § OPEN/CLOSE/
EX-CHANGE toets en plaats een
compact disc. Druk dan nogmaals op de
§ OPEN/CLOSE/EX-CHANGE toets
om de disc-lade te sluiten.
Als de toets voor de disc-houder waarin
de disc is die u wilt opnemen niet groen
oplicht, druk dan net zovaak op de
DISC SKIP toets tot de betreffende toets
groen oplicht.
SYSTEM
POWER m ON
3
1
»
rP
p
0)
Æ
»
Æ
p
0)
P »
p
p
12 9
DOLBY NR
1011
2
p
4
5
9(p
0)
(
Pp
(
Pp
=+
0)
=/+
7
U wilt
Op één cassettekant
opnemen
Op beide
cassettekanten
opnemen*
Instelling van de
DIRECTION MODE
schakelaar
A
ß of RELAY
Lees verder op de volgende bladzijde
SYSTEM
POWER m ON
2
»
rP
p
0)
Æ
»
Æ
p
0)
P »
p
p
6 1
DOLBY NR
45
Hoofdstuk 4: Het cassettedeck
20
NL
Kopiëren van
bandopnamen (dub-
bing)
Automatisch kopiëren van
bandopnamen
U kunt het apparaat automatisch een hele
cassette laten kopiëren, met behulp van de
snelkopieerfunktie. Gebruik voor het
opnemen een TYPE I (normaalband) of
TYPE II (CrO2-band) cassette. Voor de
bediening gebruikt u de toetsen op het
apparaat zelf.
1 Druk op de § EJECT toets en plaats een
bespeelde cassette in deck A, met de af
te spelen kant naar u toe gericht.
Plaats een voor opnemen geschikte
cassette in deck B, met de kant voor
opname naar u toe gericht.
Het opnemen en afspelen zal beginnen
aan de voorkant van de cassette, tenzij u
vóór het opnemen de bandlooprichting
wijzigt.
Let op dat voor de kant(en) waarop u
wilt opnemen het wispreventienokje
intakt is.
2 Zet de DIRECTION MODE schakelaar
in de gewenste stand om te bepalen hoe
de cassette zal worden opgenomen.
vervolg
1 Druk op de § EJECT toets en plaats een
voor opnemen geschikte cassette in deck
B, met de kant voor opname naar u toe
gericht.
Het opnemen zal beginnen aan de
voorkant van de cassette, tenzij u vóór
het opnemen de bandlooprichting
wijzigt.
Let op dat voor de kant(en) waarop u
wilt opnemen het wispreventienokje
intakt is.
2 Druk enkele malen op de TUNER/
BAND toets tot de gewenste afstemband
in het uitleesvenster verschijnt.
3 Stem af op de gewenste
voorkeurzender. (Zie “Luisteren naar de
radio” en “Afstemmen op
vooringestelde zenders” voor nadere
bijzonderheden.)
4 Stel in op opnemen op één cassettekant
of op beide kanten.
* Het opnemen stopt altijd aan het einde
van de achterkant van de cassette. Voor
opnemen op beide cassettekanten dient
u de opname te starten vanaf de
voorkant.
5 Druk op de r REC toets.
Deck B komt in de opnamepauzestand
te staan.
6 Druk op de P PAUSE toets om de
opnamepauzestand uit te schakelen. Het
opnemen begint dan.
Stoppen met opnemen
Druk op de p toets van het cassettedeck.
Onderdrukken van bijgeluiden bij
het opnemen van een AM radio-
uitzending
Als tijdens het opnemen een storende
fluittoon klinkt, kunt u de AM
kaderantenne verstellen om de beste
ontvangst te vinden.
Inschakelen van de Dolby NR
ruisonderdrukking
Om storende bandruis in zacht
doorkomende hoge frekwenties te
onderdrukken, drukt u na stap 4 op de
DOLBY NR schakelaar tot in het
uitleesvenster “DOLBY NR B” verschijnt.
U wilt
Op één cassettekant
opnemen
Op beide
cassettekanten
opnemen*
Instelling van de
DIRECTION MODE
schakelaar
A
ß of RELAY
Verloop van het opnemen
schakelaar
Het kopiëren stopt aan het
einde van de eerste
cassettekant.
Wanneer het einde van de
voorkant wordt bereikt, zal
het kopiëren aan de
achterkant van de cassette
direkt doorgaan, ongeacht de
bandloop van de
oorspronkelijke cassette, die
in het andere deck wordt
afgespeeld.
Als bij één van de cassettes
het einde van de eerste
cassettekant wordt bereikt,
wordt de bandloop stilgezet,
dan wordt er gewacht tot de
andere cassette het einde
bereikt en dan wordt de
bandloop voor beide cassettes
tegelijkertijd omgekeerd.
Stand van
schakelaar
A
ß
RELAY
3Druk op de HIGH SPEED DUBBING
toets.
Deck B komt in de opnamepauzestand
te staan.
4Druk op de P PAUSE toets.
Het kopiëren op hoge snelheid begint.
Als u met kopiëren begint aan de
achterkant van de cassette, stopt de
bandloop aan het eind van die kant, ook
als u de DIRECTION MODE schakelaar
heeft ingesteld op “RELAY” of “ß ”.
Stoppen met kopiëren
Druk op de p toets.
Instellen van de DOLBY NR schakelaar is bij
kopiëren niet nodig
De cassette in deck B wordt automatisch
net zo opgenomen als de voorbespeelde
cassette in deck A.
SYSTEM
POWER m ON
»
rP
p
0)
Æ
»
Æ
p
0)
P »
p
p
1 1 23 4
21
Hoofdstuk 4: Het cassettedeck
NL
U wilt
Op één cassettekant
opnemen
Op beide
cassettekanten
opnemen*
Instelling van de
DIRECTION MODE
schakelaar
A
ß of RELAY
Handmatig kopiëren van
bandopnamen
Als u slechts een deel van een cassette op
een andere wilt overnemen, kopieert u de
gewenste muziekstukken dan handmatig
met normale snelheid. Gebruik voor het
opnemen een TYPE I (normaalband) of
TYPE II (CrO2-band) cassette.
1 Druk op de § EJECT toets en plaats een
bespeelde cassette in deck A, met de af
te spelen kant naar u toe gericht.
Plaats een voor opnemen geschikte
cassette in deck B, met de kant voor
opname naar u toe gericht.
Het opnemen en afspelen zal beginnen
aan de voorkant van de cassette, tenzij u
vóór het opnemen de bandlooprichting
wijzigt.
Let op dat voor de kant(en) waarop u
wilt opnemen het wispreventienokje
intakt is.
2 Druk op de FUNCTION toets tot de
aanduiding “TAPE” in het
uitleesvenster oplicht.
3 Stel in op opnemen op één cassettekant
of op beide kanten.
* Het opnemen stopt altijd aan het einde
van de achterkant van de cassette. Voor
opnemen op beide cassettekanten dient
u de opname te starten vanaf de
voorkant.
SYSTEM
POWER m ON
2
»
rP
p
0)
Æ
»
Æ
p
0)
P »
p
p
5 1
DOLBY NR
341
6
p
4 Druk op de r REC toets.
Deck B komt in de opnamepauzestand
te staan.
5 Druk op de P PAUSE toets om de
opnamepauzestand uit te schakelen. Het
opnemen begint dan.
6 Druk op de · of ª toets van deck A
om te beginnen met afspelen van de
cassette.
Stoppen met opnemen
Druk op de p toets van deck A en B.
Opmerkingen
Bij het kopiëren van een Dolby-B
gekodeerde cassette zal de kopie-cassette
eveneens Dolby-B gekodeerd zijn.
Als u een Dolby-B gekodeerde kopie wilt
maken van een cassette die niet met
Dolby-B is opgenomen, dient u alvorens
te beginnen met opnemen op de DOLBY
NR schakelaar te drukken zodat in het
uitleesvenster “DOLBY NR B” verschijnt.
Hoofdstuk 5: Geluidsinstelling
22
NL
Opmerking
Bij het uitschakelen van de GROOVE
funktie komen de DBFB instelling en de
wijziging van de grafiek-toonregelcurve
niet te vervallen.
Om de DBFB instelling te laten vervallen,
drukt u net zovaak op de DBFB toets tot
de “DBFB ” of “DBFB
aanduiding verdwijnt uit het
uitleesvenster.
Om de wijziging van de grafiek-
toonregelcurve ongedaan te maken, dient
u opnieuw de gewenste instellingen te
maken.
Luisteren via een hoofdtelefoon
Sluit een hoofdtelefoon aan op de PHONES
aansluiting. Wanneer de hoofdtelefoon is
aangesloten, zal er geen geluid via de
luidsprekers te horen zijn.
Kiezen van een
akoestiek-instelling
Bij deze stereo-installatie heeft u de keuze
uit 20 verschillende akoestiekeffekten
(akoestiek-menu), die in de fabriek zijn
vooringesteld. Deze effekten zijn gecreëerd
met behulp van de grafiek-toonregeling en
de ruimtelijke rondom-funkties.
Met behulp van een druk op de toets kunt u
de meest geschikte akoestiek-instelling
kiezen voor het soort muziek waarnaar u
wilt luisteren. U kunt ook zelf gemaakte
akoestiek-instellingen in het geheugen
vastleggen (zie “Vastleggen van uw eigen
akoestiek-instellingen (PERSONAL FILE)”).
1Druk op een van de MENU toetsen.
Zie de “Akoestiek-menu” tabel op de
volgende bladzijde. Het laatst gekozen
akoestiekeffekt van het betreffende
menu wordt in het uitleesvenster
aangegeven.
2Draai aan de JOG knop om het gewenste
effekt te kiezen.
De naam van het akoestiekeffekt
verschijnt in het uitleesvenster.
3Druk op de ENTER/NEXT toets.
Bijregelen van het
geluid
Om ten volle te genieten van het geluid van
de stereo-installatie, kunt u het geluid als
volgt bijregelen. In de paragrafen hieronder
wordt uitgelegd hoe u diverse
geluidsinstellingen kunt maken.
Aanpassen van de geluidssterkte
Draai aan de VOLUME regelaar of druk op
de VOL (+/–) toetsen van de
afstandsbediening.
Extra versterken van de bassen
Druk enkele malen op de DBFB* toets, tot
de aanduiding “DBFB ” of “DBFB
” in het uitleesvenster verschijnt.
De aanduiding in het uitleesvenster
verandert als volgt:
Geen n DBFB n DBFB
aanduiding
Bij de stand “DBFB ” zullen de bassen
meer versterkt worden dan in de
“DBFB ” stand.
* DBFB = Dynamic Bass Feedback
(basversterking)
Als de DBFB basversterkingsfunktie in
kombinatie met de grafiek-toonregeling
wordt gebruikt
Wanneer de bassen te sterk zijn, zal de
muziek vervormd klinken. Stel de bassen
langzaam af terwijl u naar de muziek
luistert, zodat de beste instelling wordt
verkregen.
Voor een krachtig geluid (GROOVE
funktie)
Druk op de GROOVE toets.
De geluidssterkte wordt verhoogd, de
DBFB basversterkingsfunktie komt op volle
sterkte te staan, de instelling van de
grafiek-toonregeling verandert en de
“GROOVE” toets licht op. Druk nogmaals
op de GROOVE toets om weer terug te
keren naar de oorspronkelijke
geluidssterkte.
Hoofdstuk 5:
Geluids
instelling
Bijregelen van het geluid
Kiezen van een akoestiek-
instelling
Bijregelen van de
akoestiek-instelling
Vastleggen van uw eigen
akoestiek-instellingen
(PERSONAL FILE)
SYSTEM
POWER m ON
PHONES
SURROUND
DBFB
VOLUME
GROOVE
n
SYSTEM
POWER m ON
EFFECT ON/OFF
2
3
1
DISPLAY
23
Hoofdstuk 5: Geluidsinstelling
NL
Bijregelen van de
akoestiek-instelling
U kunt de akoestiek-instelling met behulp
van de volgende twee funkties bijregelen:
Grafiek-toonregeling
Ruimtelijk rondom-effekt
Bijregelen van de klank
(grafiek-toonregeling)
Met de grafiek-toonregeling kan het nivo
van de diverse frekwentiebanden naar
wens verhoogd of verlaagd worden.
Alvorens te beginnen, kiest u een bepaalde
akoestiek-instelling die gebruikt wordt als
basis voor de bijregeling van de klank.
1 Druk op de FREQUENCY + of – toets
om de frekwentieband te kiezen.
2 Stel het nivo in met de JOG draaiknop.
3 Herhaal de stappen 1 en 2.
4 Druk op de SURROUND toets als u een
ruimtelijk rondom-effekt wilt toevoegen.
De aanduiding “SUR ” verschijnt
in het uitleesvenster.
Druk nogmaals op de toets als u het
effekt wilt laten vervallen.
5 Druk op de ENTER/NEXT toets nadat u
de gewenste afstellingen heeft gemaakt.
De grafiek-toonregelcurve verdwijnt uit
het uitleesvenster, maar het geluid
wordt nu weergegeven met de
bijgeregelde klank.
Opmerking
Als u een andere akoestiek-instelling kiest
uit het menu, komt de gemaakte
bijregeling te vervallen (dit is niet het
geval als “EFFECT OFF” wordt gekozen).
Wilt u de instellingen bewaren voor
toekomstig gebruik, leg deze dan vast in
het geheugen van de stereo-installatie.
(Zie “Vastleggen van uw eigen akoestiek-
instellingen (PERSONAL FILE)”.)
Inschakelen van het
ruimtelijk rondom-effekt
(surroundfunktie)
Ook als er geen akoestiekluidsprekers zijn
aangesloten, heeft u toch de beschikking
over het ruimtelijk rondom-effekt.
Alvorens te beginnen, kiest u een bepaalde
akoestiek-instelling die gebruikt wordt als
basis voor de bijregeling van het geluid.
Inschakelen van het rondom-effekt
Druk op de SURROUND toets.
De aanduiding “SUR ” verschijnt in
het uitleesvenster.
Uitschakelen van het rondom-effekt
Druk nogmaals op de SURROUND toets.
De aanduiding “SUR ” verdwijnt uit
het uitleesvenster.
Annuleren van het akoestiekeffekt
Druk op de EFFECT ON/OFF toets zodat
de aanduiding “EFFECT OFF” in het
uitleesvenster verschijnt.
Akoestiek-menu
De aanduiding “SUR ” verschijnt als
u een akoestiek-instelling kiest met
ruimtelijk rondom-effekt.
Veranderen van de akoestiek-
aanduidingen
Telkens wanneer u de DISPLAY toets
enkele sekonden lang ingedrukt houdt,
veranderen de akoestiek-aanduidingen in
het uitleesvenster zoals hierna aangegeven.
MENU
toets
MENU 1
MENU 2
MENU 3
MENU 4
Voor
Standaard
muziek-
bronnen
Speciale
luister-
atmosfeer
Speciale
luister-
situatie
Effekt
ROCK
POPS
JAZZ
CLASSIC
DANCE
SALSA
REGGAE
BALLADE
OLDIES
SOUL
MORNING
DAY
EVENING
NIGHT
RELAX
GAME
COCKTAIL
PARTY
CHEEK
MOVIE
63 125 250 500 1k 2k 4k 8k 16k(Hz)
63 125 250 500 1k 2k 4k 8k 16k(Hz)
63 125 250 500 1k 2k 4k 8k 16k(Hz)
63 125 250 500 1k 2k 4k 8k 16k(Hz)
Spectrum-analyzer 1
Spectrum-analyzer 2
Spectrum-analyzer 3
Grafiek-toonregelcurve
SYSTEM
POWER m ON
2
5
1
4
SYSTEM
POWER m ON
SURROUND
Hoofdstuk 5: Geluidsinstelling
24
NL
Vastleggen van uw
eigen akoestiek-
instellingen
(PERSONAL FILE)
Na het samenstellen van uw eigen
akoestiek-instellingen kunt u deze in het
geheugen van de stereo-installatie
vastleggen. Dit biedt u de mogelijkheid
telkens voor de weergave van een favoriete
radio-uitzending, cassette of compact disc
het bijbehorende akoestiekpatroon op te
roepen, om de muziek precies naar wens te
laten klinken. U kunt vijf zelfgemaakte
akoestiek-instellingen als “PERSONAL
FILE” vastleggen.
Alvorens te beginnen, kiest u een bepaalde
akoestiek-instelling die gebruikt wordt als
basis voor de bijregeling van het geluid.
1 Regel de akoestiek-instelling bij met
behulp van de grafiek-toonregeling en
het ruimtelijk rondom-effekt.
2 Druk op de MEMORY toets terwijl de
grafiek-toonregelcurve knippert.
Er verschijnt een nummer voor het
akoestiekpatroon in het uitleesvenster.
3 Kies het gewenste nummer (P FILE)
voor het akoestiekpatroon met de JOG
draaiknop.
4 Druk op de ENTER/NEXT toets.
Het bijgeregelde akoestiekeffekt is nu
vastgelegd onder het gekozen nummer.
Het voorheen op deze plaats
vastgelegde akoestiekpatroon wordt
gewist en vervangen door de nieuwe
instellingen.
SYSTEM
POWER m ON
3
4
2
VOLUME
63 125 250 500 1k 2k 4k 8k 16k(Hz)
MHz
DBFB
TUNED STEREO
AUTO
Oproepen van een zelfgemaakt
akoestiekpatroon
1 Druk op de P FILE toets.
Het laatst gekozen akoestiekpatroon
verschijnt in het uitleesvenster.
2 Draai aan de JOG knop om het gewenste
akoestiekpatroon te kiezen.
3 Druk op de ENTER/NEXT toets.
Nummer voor akoestiekpatroon
25
Hoofdstuk 6: Extra funkties
NL
In slaap vallen met
muziek
U kunt de stereo-installatie automatisch
laten uitschakelen, zodat u gerust met
muziek in slaap kunt vallen
(sluimerfunktie).
Voor het instellen van de sluimerfunktie
moet de klok wel eerst op de juiste tijd zijn
ingesteld.
De sluimerfunktie kan in kombinatie met
de schakelklok-wekfunktie gebruikt
worden.
1Start de weergave van de gewenste
geluidsbron (een cassette, compact disc
of de radio).
2Druk herhaaldelijk op de SLEEP toets
voor het instellen van de gewenste
sluimerduur.
De aanduiding in het uitleesvenster
verloopt als volgt:
AUTO n 90 n 80 ... 10 n OFF
Telkens wanneer u op de SLEEP toets
drukt, nemen de minuten met 10 tegelijk
af, van 90 tot 10. De aanduiding toont de
tijd waarna de installatie wordt
uitgeschakeld.
Als de “AUTO” stand wordt gekozen
In dit geval wordt de installatie
uitgeschakeld zodra de huidige compact
disc of cassette (kant 1) is afgespeeld
(maximaal na 100 minuten). De installatie
zal ook worden uitgeschakeld als bij
vooruit- of terugspoelen het einde van de
band wordt bereikt.
Uitschakelen van de sluimerfunktie
Druk net zovaak op de SLEEP toets van de
afstandsbediening tot de aanduiding “OFF”
in het uitleesvenster verschijnt.
Kontroleren van de resterende
sluimertijd voordat deze is
verstreken
Druk eenmaal op de SLEEP toets.
Het resterend aantal minuten van de
sluimertijd zal dan enkele sekonden lang in
het uitleesvenster worden aangegeven.
Wijzigen van de sluimertijd terwijl
de sluimerfunktie ingeschakeld is
Druk net zovaak op de SLEEP toets tot
weer de gewenste sluimertijd wordt
aangegeven.
Uitschakelen van de installatie
voordat deze door de sluimerfunktie
wordt uitgeschakeld
Druk op de SYSTEM POWER schakelaar.
Opmerking
Zolang de sluimerfunktie ingeschakeld is,
zullen de andere schakelklok-funkties, voor
eenmalige of dagelijkse opname, niet
werken.
Gewekt worden met
muziek
U kunt de stereo-installatie automatisch op
een vooraf ingesteld tijdstip laten
inschakelen, zodat u door muziek gewekt
kunt worden. Hiervoor hoeft u de
schakelklok slechts eenmaal in te stellen.
Als u de CD-speler kiest als geluidsbron,
kunt u de muziekstukken op de compact
disc op de gewenste wijze weergeven
(normale weergave, willekeurige weergave
of programma-weergave). Voor het
instellen van deze wekfunktie moet de klok
wel eerst op de juiste tijd zijn ingesteld.
1 Zet de geluidsbron gereed voor de
wekfunktie.
Gewekt worden door de radio
Stem af op de gewenste (vastgelegde)
voorkeurzender.
Gewekt worden met muziek van een
compact disc
Plaats een CD in de disc-lade. Als u met
een bepaald muziekstuk gewekt wilt
worden, dient u tevens de instellingen te
maken voor geprogrammeerde CD
weergave. (Zie “Afspelen van
muziekstukken in de gewenste volgorde
(PROGRAM weergave)”.)
Hoofdstuk 6:
Extra
funkties
In slaap vallen met muziek
Gewekt worden met
muziek
Schakelklok-opname van
radio-uitzendingen
Mengen met een
mikrofoon
Karaoke: Meezingen met
muziek
Aansluiten van los
verkrijgbare apparatuur
SYSTEM
POWER m ON
SLEEP
n
SYSTEM
POWER m ON
3
4
5,6,7,8
5,
6,
7,
9
2
Lees verder op de volgende bladzijde
Hoofdstuk 6: Extra funkties
26
NL
Let ook op of de klok op de juiste tijd staat
ingesteld.
1Druk net zovaak op de TUNER/BAND
toets tot de gewenste afstemband in het
uitleesvenster wordt aangegeven.
2Druk net zovaak op de TUNING MODE
toets tot de aanduiding “PRESET” in het
uitleesvenster verschijnt.
3Draai aan de JOG knop om af te
stemmen op een (vastgelegde)
voorkeurzender.
4Druk op de TIMER toets.
5Druk op de TIMER SET toets.
6Draai aan de JOG knop en kies “REC”.
Druk vervolgens op de ENTER/NEXT
toets.
De aanduiding “ON” licht op en de uur-
cijfers beginnen te knipperen.
7Draai aan de JOG knop om in te stellen
op het uur van de opname-begintijd en
druk dan op de ENTER/NEXT toets.
Stel de minuten op dezelfde wijze in.
De aanduiding “OFF” licht op en de
uur-cijfers gaan weer knipperen.
8Draai aan de JOG knop om in te stellen
op het uur van de opname-eindtijd en
druk weer op de ENTER/NEXT toets.
Stel de minuten op dezelfde wijze in.
10 Druk op de SYSTEM POWER
schakelaar om de stereo-installatie uit te
schakelen.
Op de vooringestelde tijd zal de
installatie worden ingeschakeld en zal
de muziek gaan spelen. Op de
ingestelde uitschakeltijd wordt de
stereo-installatie weer automatisch
uitgeschakeld.
Wijzigen van de schakelklok-
instellingen
Herhaal de bovenstaande aanwijzingen
vanaf stap 1.
Kontroleren van de schakelklok-
instellingen
1 Druk op de TIMER toets.
2 Druk op de TIMER SELECT toets en
gebruik dan de JOG knop om de
schakelklok-wekfunktie te kiezen
waarvan u de instellingen wilt
kontroleren.
3 Druk op de ENTER/NEXT toets.
De vooringestelde punten verschijnen
nu één-voor-één in het uitleesvenster,
waarna de vorige aanduidingen weer in
het uitleesvenster worden aangegeven.
Overschakelen op de andere
schakelklok-wekfunktie
Kies de gewenste wekfunktie in stap 2 van
“Kontroleren van de schakelklok-
instellingen”.
Uitschakelen van de schakelklok-
wekfunktie
1 Druk op de TIMER toets.
2 Druk op de TIMER SELECT toets en
draai dan aan de JOG knop tot de
aanduiding “TIMER OFF” verschijnt in
het uitleesvenster.
3 Druk op de ENTER/NEXT toets.
Wanneer u de betreffende wekfunktie
(DAILY 1 of DAILY 2) opnieuw wilt
gebruiken, kies deze dan weer in
bovenstaande stap 2 en druk dan op de
ENTER/NEXT toets.
Schakelklok-opname
van radio-
uitzendingen
U kunt de schakelklok vooraf instellen voor
het opnemen van een radio-uitzending op
een bepaalde tijd. Deze instelling geldt voor
slechts een enkele opname. De
geluidssterkte wordt automatisch in de
minimumstand (MIN) gezet.
Indien gewenst, kunt u de opname maken
met een Sony minidisc-recorder voorzien
van een AU BUS aansluiting.
De minidisc-recorder dient in dit geval met
de AU BUS aansluiting van dit apparaat te
worden verbonden.
vervolg
Gewekt worden met muziek van een
cassette
Plaats een cassette in het cassettedeck,
met de af te spelen kant naar u toe
gericht. Als er in beide decks een
cassette aanwezig is, zult u alleen het
geluid van deck A horen.
2 Draai aan de VOLUME regelaar om de
geluidssterkte naar wens in te stellen.
3 Druk op de TIMER toets.
4 Druk op de TIMER SET toets.
5 Draai aan de JOG knop en kies “DAILY
1” of “DAILY 2”. Druk vervolgens op de
ENTER/NEXT toets.
De aanduiding “ON” licht op en de uur-
cijfers beginnen te knipperen.
6 Draai aan de JOG knop om in te stellen
op het uur van de tijd dat u met muziek
gewekt wilt worden en druk dan op de
ENTER/NEXT toets.
Stel de minuten op dezelfde wijze in.
De aanduiding “OFF” licht op en de
uur-cijfers gaan weer knipperen.
7 Draai aan de JOG knop om in te stellen
op het uur van de tijd dat u de muziek
wilt laten stoppen en druk weer op de
ENTER/NEXT toets.
Stel de minuten op dezelfde wijze in.
8 Draai aan de JOG knop om de gewenste
geluidsbron te kiezen.
De aanduiding in het uitleesvenster
verloopt als volgt:
n TUNER ˜ TAPE PLAY N
n CD PLAY ˜ MD PLAYN
9 Druk op de ENTER/NEXT toets.
De vooringestelde punten verschijnen
nu één-voor-één in het uitleesvenster.
TIMER
REC
VOLUME
63 125 250 500 1k 2k 4k 8k 16k(Hz)
DBFB
12345
678910
11 12 13 14 15
16 17 18 19 20
knippert
SYSTEM
POWER m ON
3,6,7,8,9
6,
7,
8,
10
4
5
1
2
TIMER
VOLUME
63 125 250 500 1k 2k 4k 8k 16k(Hz)
DBFB
12345
678910
11 12 13 14 15
16 17 18 19 20
REC
TIMER
VOLUME
63 125 250 500 1k 2k 4k 8k 16k(Hz)
DBFB
12345
678910
11 12 13 14 15
16 17 18 19 20
REC
knippert
.
knippert
TIMER
DAILY 1
VOLUME
63 125 250 500 1k 2k 4k 8k 16k(Hz)
DBFB
12345
678910
11 12 13 14 15
16 17 18 19 20
knippert
TIMER
DAILY 1
VOLUME
63 125 250 500 1k 2k 4k 8k 16k(Hz)
DBFB
12345
678910
11 12 13 14 15
16 17 18 19 20
TIMER
DAILY 1
VOLUME
63 125 250 500 1k 2k 4k 8k 16k(Hz)
DBFB
12345
678910
11 12 13 14 15
16 17 18 19 20
.
knippert
knippert
TIMER
DAILY 1
VOLUME
63 125 250 500 1k 2k 4k 8k 16k(Hz)
DBFB
12345
678910
11 12 13 14 15
16 17 18 19 20
27
Hoofdstuk 6: Extra funkties
NL
6 Stel de VOLUME regelaar naar wens in.
Als er een hinderlijke fluittoon gaat
“rondzingen” door akoestische
terugkoppeling, dient u de mikrofoon in
een andere richting te houden of wat
verder van de luidsprekers vandaan te
zetten.
7 Wilt u het gemengde geluid op de band
opnemen, plaats dan een cassette in
deck B en begin met opnemen.
Opnemen van alleen
mikrofoongeluid
1 Druk enkele malen op de FUNCTION
toets, tot de aanduiding “CD” in het
uitleesvenster verschijnt. Als al een
compact disc werd afgespeeld, drukt u
op de p toets van de CD-speler om het
afspelen stop te zetten.
2 Start de opname.
3 Zing of spreek in de mikrofoon.
Na afloop van het mengen met de
mikrofoon
Draai de MIC LEVEL regelaar naar de
“MIN” stand om het mikrofoon-nivo te
verminderen en maak de mikrofoon los.
Karaoke: Meezingen
met muziek
Onderdrukken van de zang
op een compact disc of
cassette (KARAOKE PON)
Bij het afspelen van een compact disc of
cassette die in stereo is opgenomen bestaat
de mogelijkheid de stem van de zanger te
onderdrukken, zodat u zelf met de muziek
kunt meezingen. Voor het opnemen van het
geluid van de compact disc of cassette
samen met uw stem, volgt u de
hiernauolgende aanwijzingen en daarna de
aanwijzingen onder “Mengen met een
mikrofoon”.
3 Druk op de ENTER/NEXT toets.
De schakelklok-aanduidingen
verdwijnen uit het uitleesvenster.
Als er een stroomonderbreking optreedt
die langer duurt dan een halve dag
De kloktijd en schakelklok-instellingen
worden gewist. Nadat de
stroomvoorziening is hersteld, knippert de
aanduiding “0:00” in het uitleesvenster.
Als de stereo-installatie op de ingestelde
opnametijd al aanstaat
De geluidsbron wordt dan automatisch
overgeschakeld naar de tuner, maar het
opnemen van de radio-uitzending zal niet
beginnen.
Opmerking
Een schakelklok-instelling waarbij de
inschakeltijd en de uitschakeltijd gelijk
zijn is niet mogelijk.
Mengen met een
mikrofoon
Deze funktie stelt u in staat een mikrofoon
(niet bijgeleverd) te gebruiken om mee te
zingen met weergegeven muziek, ofwel uw
stem te “mengen” met de weergave van een
geluidsbron. Het gemengde geluid kan ook
op cassette worden opgenomen.
1Draai de MIC LEVEL regelaar naar de
“MIN” stand om het mikrofoon-nivo te
verminderen.
2Sluit een mikrofoon aan op de MIX MIC
mikrofooningang.
3Druk enkele malen op de FUNCTION
toets om de gewenste geluidsbron te
kiezen en start de weergave hiervan.
4Zing of spreek in de mikrofoon.
5Stel het volume van het
mikrofoongeluid in met de MIC LEVEL
regelaar.
9Draai aan de JOG knop om het gewenste
opname-apparaat te kiezen.
De aanduiding in het uitleesvenster
verloopt als volgt:
TAPE REC ˜ MD REC
10 Druk op de ENTER/NEXT toets.
De vooringestelde punten verschijnen
nu één-voor-één in het uitleesvenster.
11 Maak het opname-apparaat klaar
voor het maken van een opname.
Opnemen met het cassettedeck
Steek een cassette in deck B.
Kies de gewenste bandlooprichting en
Dolby NR instelling.
Opnemen met de minidisc-
recorder
Steek een minidisc in de minidisc-
recorder.
12 Druk op de SYSTEM POWER
schakelaar om de stereo-installatie uit te
schakelen.
15 sekonden voordat de ingestelde tijd
wordt bereikt, zal de installatie worden
ingeschakeld. De geluidssterkte wordt
in de minimumstand (MIN) gezet.
Opmerking
De werking van de schakelklok begint
dus eigenlijk 15 sekonden voordat de
ingestelde inschakeltijd wordt bereikt. Als
u gedurende deze 15 sekonden een
andere bediening uitvoert, is het mogelijk
dat de schakelklok niet juist funktioneert.
Kontroleren van de schakelklok-
instellingen
1 Druk op de TIMER toets.
2 Druk op de TIMER SELECT toets en
draai dan aan de JOG knop tot de
aanduiding “REC” verschijnt in het
uitleesvenster.
3 Druk op de ENTER/NEXT toets.
De vooringestelde punten verschijnen
nu één-voor-één in het uitleesvenster,
waarna de vorige aanduidingen weer in
het uitleesvenster worden aangegeven.
Wijzigen van de schakelklok-
instellingen
Herhaal de bovenstaande aanwijzingen
vanaf stap 1.
Uitschakelen van de schakelklok-
opnamefunktie
1 Druk op de TIMER toets.
2 Druk op de TIMER SELECT toets en
draai dan aan de JOG knop tot de
aanduiding “TIMER OFF” verschijnt in
het uitleesvenster.
TIMER
REC
VOLUME
63 125 250 500 1k 2k 4k 8k 16k(Hz)
DBFB
12345
678910
11 12 13 14 15
16 17 18 19 20
SYSTEM
POWER m ON
3
2
1,5
6
SYSTEM
POWER m ON
KARAOKE PON/MPX
Lees verder op de volgende bladzijde
Hoofdstuk 6: Extra funkties
28
NL
vervolg
Om zangstemmen te onderdrukken
Druk op de KARAOKE PON/MPX toets
zodat de aanduiding “h PON” verschijnt
in het uitleesvenster.
Het akoestiekeffekt (grafiek-toonregeling
en ruimtelijke rondom-funktie) wordt
uitgeschakeld en de zangstemmen worden
onderdrukt.
Om de zangstem-onderdrukking
weer uit te schakelen
Druk net zovaak op de KARAOKE PON/
MPX toets tot de aanduiding “hPON”
verdwijnt uit het uitleesvenster.
De zangstemmen zijn weer hoorbaar en het
akoestiekeffekt wordt opnieuw
ingeschakeld.
Als u op de EFFECT ON/OFF toets drukt of
een andere akoestiek-instelling oproept
met de MENU toetsen
De karaoke-funktie wordt automatisch
uitgeschakeld.
Opmerkingen betreffende zangstem-
onderdrukking
In de volgende gevallen kan het gebeuren
dat de zangstemmen niet volledig worden
onderdrukt:
Bij weergave van mono-opnamen (hierbij
zullen niet alleen de zangstemmen maar
ook bepaalde instrumenten worden
onderdrukt).
Bij stereo-opnamen met slechts weinig
instrumenten.
Bij weergave van een duet.
Bij muziek met veel echo of koorzang.
Bij muziek waar de zangstem niet in het
midden, maar grotendeels op één kanaal
is opgenomen.
Bij muziek waar de zangstem een hoge
sopraan of tenor is.
Meezingen met de muziek
van multiplex compact
discs of cassettes
U kunt ook met de mikrofoon meezingen
met de muziek van een multiplex compact
disc of cassette.
Druk net zovaak op de KARAOKE PON/
MPX toets tot de aanduiding “h MPX L”
of “h MPX R” verschijnt in het
uitleesvenster (kies links (L) of rechts (R)
afhankelijk van de kodering van uw MPX
materiaal).
U hoort nu uw eigen stem en het geluid van
de instrumenten via de luidsprekers. Het
voorheen ingestelde akoestiekeffekt
(grafiek-toonregeling) blijft ingeschakeld.
Voor weergave van beide kanalen
(de instrumenten en de stem van de
zanger)
Druk op de KARAOKE PON/MPX toets
tot de aanduiding “h MPX” verdwijnt uit
het uitleesvenster.
Als u op de EFFECT ON/OFF toets drukt of
een andere akoestiek-instelling oproept
met de MENU toetsen
De karaoke-funktie wordt automatisch
uitgeschakeld.
Aansluiten van los
verkrijgbare
apparatuur
Voor allerlei toepassingen en luisterplezier
kunt u deze stereo-installatie in kombinatie
met andere geluidsapparatuur gebruiken.
Zo kunt u het volgende aansluiten:
een minidisc-recorder
een DAT-deck
een mikrofoon
een hoofdtelefoon
akoestiek-achterluidsprekers
een platenspeler
Aansluiten van een
minidisc-recorder of een
DAT-deck
Kies een van de volgende twee
aansluitmethoden, afhankelijk van de
gebruikte apparatuur en de wijze van
opnemen (digitaal of analoog).
een minidisc-recorder of een DAT-deck
voor het maken van digitale opnamen
een minidisc-recorder of een DAT-deck
voor het maken van analoge opnamen
Aansluiten van een minidisc-recorder
of een DAT-deck voor het maken van
digitale opnamen
Bij deze aansluitmethode kunt u digitale
opnamen maken van compact discs.
Achterpaneel
Aansluiten van een minidisc-recorder
of een DAT-deck voor het maken van
analoge opnamen
U kunt ook met de minidisc-recorder of het
DAT-deck een analoge opname maken van
het geluid van deze stereo-installatie.
Het is tevens mogelijk om het geluid van de
minidisc-recorder of het DAT-deck via deze
installatie weer te geven. Druk hiervoor op
de FUNCTION toets totdat de aanduiding
“MD” in het uitleesvenster verschijnt.
Achterpaneel
Gebruik audiosnoeren voor het maken van
de aansluitingen en steek de stekkers in de
aansluitbussen met dezelfde kleur.
Gebruik de FUNCTION toets voor het
kiezen van de geluidsbronnen.
Aansluiten van apparatuur voorzien
van een AU BUS aansluiting
U kunt ook Sony apparatuur voorzien van
een AU BUS aansluiting op deze installatie
aansluiten.
Achterpaneel
* Automatische geluidsbron-keuze,
synchroon-opname en schakelklok-
opname zijn nu mogelijk. Bij sommige
modellen kan het voorkomen dat niet alle
drie deze funkties beschikbaar zijn.
Verbind
Digitale IN
aansluiting van
minidisc-recorder
of DAT-deck
Met
CD OPTICAL DIGITAL
OUT aansluiting met
behulp van een
optische kabel
Met
MD OUT
aansluitingen
MD IN
aansluitingen
Verbind
LINE IN aansluiting van
minidisc-recorder of
DAT-deck
LINE OUT aansluiting
van minidisc-recorder of
DAT-deck
Minidisc-recorder
of DAT-deck
Andere Sony
apparatuur
29
Hoofdstuk 6: Extra funkties
NL
Aansluiten van een
mikrofoon of
hoofdtelefoon
Sluit de mikrofoon (met klinkstekker) aan
op de MIX MIC aansluiting.
Sluit de hoofdtelefoon (met stereo
klinkstekker) aan op de PHONES
aansluiting.
Voorpaneel
Aansluiten van akoestiek-
achterluidsprekers
Op de SURROUND SPEAKER
aansluitbussen kan een stel
akoestiekluidsprekers worden aangesloten.
Druk op de SURROUND toets zodat de
aanduiding “SUR ” verschijnt in het
uitleesvenster.
Met de akoestiekluidsprekers kunt u
genieten van een natuurgetrouw concert- of
bioskoopzaal-effekt.
Achterpaneel
Aansluiten van een
platenspeler
Sluit de platenspeler aan op de MD IN
aansluitingen. Kontroleer welk type
platenspeler u heeft voordat u deze
aansluit.
Achterpaneel
PHONES
MIX MIC
Is de platenspeler
uitgerust met
een phono-
equalizer?
Ja
Nee
Aansluiten op
MD IN aansluitingen
MD IN aansluitingen
met behulp van een
MM-element
equalizer en een
aansluitsnoer (niet
bijgeleverd)
Platenspeler
Akoestiek-achterluidspreker
(links)
Akoestiek-achterluidspreker
(rechts)
Overige informatie
30
NL
Bij gebruik van TYPE II (CrO2-band) of
TYPE IV (metaalband) cassettes dient u
erop te letten dat de bandsoortopeningen
voor het automatische bandsoort-
detektiesysteem niet afgedekt worden.
Als er storingen optreden in de
kleuren van het TV-beeld
De luidsprekers zijn magnetisch
afgeschermd en mogen in de buurt van het
TV-toestel worden geplaatst. Afhankelijk
van het type TV blijft het echter mogelijk
dat er storingen optreden in de kleuren.
Bij storing in de kleuren...
Schakel het TV-toestel uit en schakel het
toestel dan na 15 tot 30 minuten weer in.
Indien de storing opnieuw
optreedt...
Plaats de luidsprekers verder van het TV-
toestel vandaan.
Verhelpen van
storingen
Mocht u een probleem ondervinden met de
stereo-installatie, neem dan de
onderstaande lijst van kontrolepunten even
door. Kontroleer echter eerst het volgende:
Is het netsnoer goed aangesloten?
Zijn de luidsprekers stevig en op de juiste
wijze aangesloten?
Mocht u aan de hand van het onderstaande
de storing niet kunnen verhelpen, neem
dan a.u.b. kontakt op met uw
dichtstbijzijnde Sony handelaar.
Tuner
De aanduiding “TUNED” knippert in
het uitleesvenster.
Richt de antenne.
De aanduiding “STEREO” knippert in
het uitleesvenster.
Richt de antenne.
Ernstige brom of andere
stoorgeluiden.
Richt de antenne.
De ontvangen zender komt te zwak
door. Sluit een buitenantenne aan.
Sluit de aardingsdraad aan.
Stereo FM-uitzendingen worden niet
in stereo ontvangen.
Druk op de STEREO/MONO toets
zodat de “STEREO” aanduiding
verschijnt.
Voorzorgsmaatregelen
Mocht u vragen of problemen betreffende
deze stereo-installatie hebben, aarzel dan
niet kontakt op te nemen met uw
dichtstbijzijnde Sony handelaar.
Veiligheid
Zolang het netsnoer op het stopkontakt
aangesloten is, blijft de
stroomvoorziening naar de stereo-
installatie intakt, ook al is de installatie
zelf uitgeschakeld.
Trek de stekker van het netsnoer uit het
stopkontakt, wanneer u denkt de
installatie geruime tijd niet te gebruiken.
Trek hiervoor alleen aan de stekker, nooit
aan het snoer zelf.
Mocht er vloeistof of een klein voorwerp
in een van de komponenten
terechtkomen, trek dan de stekker uit het
stopkontakt en laat de betreffende
komponent eerst door een bevoegd
deskundige nakijken alvorens het
apparaat weer in gebruik te nemen.
Mocht het nodig zijn het netsnoer te
vervangen, laat dit dan uitsluitend door
een erkende onderhoudsdienst verrichten.
Opstelling
Zet de stereo-installatie op een plaats met
voldoende ventilatie om oververhitting van
de inwendige onderdelen te voorkomen.
Betreffende kondensvocht in de CD-
speler
Wanneer de compact disc speler
rechtstreeks van een koude in een warme
omgeving wordt gebracht, of als deze in
een erg vochtige kamer wordt geplaatst,
kan op de lens binnenin het apparaat vocht
uit de lucht kondenseren. Als dit zich
voordoet, zal de compact disc speler niet
funktioneren. In zulke gevallen dient u de
disc te verwijderen en het apparaat
ongeveer een uur aan te laten staan, zodat
alle kondens verdwijnt.
Beschermen van uw bandopnamen
tegen per ongeluk wissen
Om een cassette tegen abusievelijk wissen
te beschermen, breekt u het
wispreventienokje uit voor cassettekant A
of B waarvan u de opnamen wilt
beveiligen, zoals in de afbeelding is
aangegeven. Als u een aldus beveiligde
cassette later weer voor opname geschikt
wilt maken, kunt u de ontstane opening(en)
met een stukje plakband afdekken.
Overige
informatie
Voorzorgsmaatregelen
Verhelpen van storingen
Onderhoud
Technische gegevens
Overzicht van de
bedieningsorganen
Index
Bandsoortopeningen
31
Overige informatie
NL
De RDS zendernaam van een
radiozender verschijnt niet in het
uitleesvenster.
De radiozender waarop u heeft
afgestemd, verzorgt geen RDS
uitzendingen of er is op het
moment geen RDS uitzending.
Neem kontakt op met de
radiozender voor nadere
informatie.
Cassettedeck
Opnemen is niet mogelijk.
Er is geen cassette in de houder
aanwezig.
Het wispreventienokje van de
cassette is verwijderd.
De band is geheel naar één kant
opgespoeld.
Het is niet mogelijk op te nemen of
weer te geven of het geluidsvolume
neemt af.
Vuile bandkoppen. Reinig de
koppen.*
Restmagnetisme op de opname/
weergavekoppen.*
Teveel snelheidsfluktuaties of het
geluid valt weg.
Vuil op de capstan-assen of
aandrukrollen.*
Eerdere opnamen worden
onvoldoende gewist.
Restmagnetisme op de opname/
weergavekoppen.*
Veel ruis of wissen van de hoge
frekwenties.
Restmagnetisme op de opname/
weergavekoppen.*
* Zie “Onderhoud”.
Compact disc speler
De disc-lade sluit niet.
De compact disc ligt niet goed in de
disc-lade.
De weergave begint niet.
De compact disc is vuil.
De disc ligt met de bedrukte of
labelkant naar beneden in de disc-
lade.
De CD-speler staat in de
pauzestand.
Er is vocht in de compact disc
speler gekondenseerd.
Laat het apparaat ongeveer een uur
lang ongebruikt aanstaan totdat alle
kondens verdampt is.
NO DISC” wordt getoond in het
uitleesvenster.
Er is geen compact disc in de CD-
speler.
Het afspelen begint niet bij het
eerste muziekstuk.
De programma-weergave of
willekeurige weergave is
ingeschakeld. Druk net zovaak op
de PLAY MODE toets tot de
“PROGRAM” of “SHUFFLE”
aanduiding verdwijnt.
Algemeen
Er klinkt geen geluid.
Draai de VOLUME regelaar
rechtsom.
Er is een hoofdtelefoon
aangesloten. Verbreek de
aansluiting.
Geen geluid van één kanaal of
onevenwichtige weergave van links
en rechts.
Kontroleer de luidspreker-
aansluiting van het niet-werkende
kanaal.
Het geluid van links en rechts is
verwisseld.
Kontroleer de aansluitingen op de
luidsprekers en de plaats van de
luidsprekers.
Te weinig lage tonen of onduidelijke
plaatsing van de
muziekinstrumenten
Kontroleer of de luidsprekers in
fase zijn aangesloten, d.w.z. of de +
en – niet zijn verwisseld.
Krachtige brom of storing
De TV of videorecorder staat te
dicht in de buurt van de stereo-
installatie. Plaats de apparaten wat
verder uit elkaar.
In plaats van de tijd knippert in het
uitleesvenster “0:00” of de
demonstratie-aanduiding.
Er heeft een stroomonderbreking
plaatsgevonden. Maak de
instellingen voor de juiste tijd en
eventuele schakelklok-instellingen
opnieuw.
De afstandsbediening werkt niet.
De batterijen zijn leeg. Vervang
beide batterijen door nieuwe.
Er is een obstakel tussen de
afstandsbediening en de stereo-
installatie. Verwijder het obstakel.
Oproepen van de
fabrieksinstellingen
1 Druk op de SYSTEM POWER schakelaar
om de stereo-installatie uit te schakelen.
2 Houd de FUNCTION en de ENTER/
NEXT toets gelijktijdig ingedrukt en laat
de toetsen los.
3 Druk binnen twee sekonden na het
loslaten van de FUNCTION en de
ENTER/NEXT toets op de MENU 3
toets.
Onderhoud
Reinigen van de koppen en het
bandloopwerk
Vervuilde koppen veroorzaken een
mindere geluidskwaliteit bij opnemen en
wegvallen van het geluid bij weergeven.
Het wordt daarom aanbevolen de koppen
en het bandloopwerk na iedere 10
gebruiksuren schoon te maken.
Open de cassettehouder en veeg de
koppen, de aandrukrollen en de capstan-
assen schoon met een wattenstaafje dat licht
is bevochtigd met speciale
reinigingsvloeistof of alkohol (spiritus).
Veeg de in de afbeelding aangegeven
onderdelen schoon.
Wacht met het insteken van een cassette
totdat alle gereinigde delen geheel zijn
opgedroogd.
Weergavekop
Deck A
Wiskop
Deck B
Wattenstaafje
Capstan-
assen
Wattenstaafje
Opname/
weergavekop
Capstan-
assen
Aandrukrollen
Aandrukrollen
Overige informatie
32
NL
Demagnetiseren van de koppen
Na 20 tot 30 gebruiksuren zal er zich op de
koppen restmagnetisme hebben
opgebouwd, hetgeen kan resulteren in
wegvallen van de hoge tonen en bandruis.
Om het restmagnetisme te verwijderen,
dient u de koppen en alle metalen
onderdelen van het bandloopwerk te
demagnetiseren met een in de handel
verkrijgbaar demagnetiseer-apparaat. Volg
de gebruiksaanwijzingen van het
demagnetiseer-apparaat.
Reinigen van de ombouw
Veeg de behuizing van de apparatuur
schoon met een zachte doek, licht
bevochtigd met een mild
schoonmaakmiddel.
Reinigen van compact discs
Maak een vuile compact disc schoon met
een reinigingsdoekje. Veeg de disc schoon
vanuit het midden naar de rand.
Opmerkingen betreffende compact discs
Gebruik voor het reinigen van compact
discs nooit oplosmiddelen (benzine,
aceton e.d.), reinigingsmiddelen of anti-
statische spray bestemd voor
grammofoonplaten.
Krassen, vuil of vingerafdrukken op de
compact disc kunnen sporingsfouten
veroorzaken.
Technische gegevens
Compact disc speler gedeelte
Systeem Compact disc digitaal
audiosysteem
Laser Halfgeleider laser
(λ = 780 nm)
Stralingsduur: kontinu
Laser-uitgangsvermogen
Max. 44,6 µW*
*Dit vermogen is de
waarde gemeten op
een afstand van 200
mm vanaf de voorzijde
van de objektief-lens
op het optische
pickup-blok, met een 7
mm diafragma-
opening.
Golflengte 780 – 790 nm
Frekwentiebereik 2 Hz – 20 kHz (±0,5 dB)
Signaal/ruisverhouding
Meer dan 90 dB
Dynamisch bereik Meer dan 90 dB
CD OPTICAL DIGITAL OUT aansluiting
(Vierkante optische aansluitbus,
achterpaneel)
Golflengte 600 nm
Uitgangssnivo –18 dBm
Tuner-gedeelte
FM-stereo, FM/AM superheterodyne tuner
FM afstemtrap
Afstembereik 87,5 – 108,0 MHz
(afsteminterval 50 kHz)
Antenne FM draadantenne
Antenne-aansluitingen
75 ohm, asymmetrisch
Tussenfrekwentie 10,7 MHz
AM afstemtrap
Afstembereik
Duitse en Italiaanse modellen
AM: 531 – 1602 kHz
(afsteminterval
ingesteld op 9 kHz)
Overige modellen
MG: 531 – 1602 kHz
(afsteminterval
ingesteld op 9 kHz)
LG: 153 – 279 kHz
(afsteminterval
ingesteld op 3 kHz)
Antenne AM kaderantenne
Aansluitingen voor een
buitenantenne
Tussenfrekwentie 450 kHz
Versterker-gedeelte
DIN uitgangsvermogen
50 watt + 50 watt
(6 ohm bij 1 kHz, DIN)
Kontinu RMS uitgangsvermogen
60 watt + 60 watt
(6 ohm bij 1 kHz, 10%
THV)
Muziekvermogen 210 watt (6 ohm bij
1 kHz, 10% THV)
Ingangen
MD IN (tulpstekkerbussen):
Gevoeligheid 450 mV,
impedantie 47 kOhm
MIX MIC (klinkstekkerbus):
Gevoeligheid 1 mV,
impedantie 10 kOhm
Uitgangen
MD OUT (tulpstekkerbussen):
Uitgangsnivo 250 mV,
impedantie 1 kOhm
PHONES (stereo klinkstekkerbus):
Voor het aansluiten van
hoofdtelefoons met een impedantie
van 8 ohm of meer.
FRONT SPEAKER:
Voor het aansluiten van
luidsprekers met een impedantie
van 6 t/m 16 ohm.
SURROUND SPEAKER:
Voor het aansluiten van
luidsprekers met een impedantie
van 16 ohm.
Cassettedeck-gedeelte
Bandopnamesysteem
4 sporen, 2 kanalen stereo
Frekwentiebereik
(zonder Dolby ruisonderdrukking)
40 Hz – 13.000 Hz (±3 dB),
met Sony TYPE I cassette
40 Hz – 14.000 Hz (±3 dB),
met Sony TYPE II cassette
40 Hz – 15.000 Hz (±3 dB),
met Sony TYPE IV cassette
Snelheidsfluktuaties
0,1% WRMS ±0,3% (DIN)
Luidsprekers
SS-EX55D
Luidsprekersysteem
3-weg systeem,
basreflex
Luidsprekers
Lagetonen-eenheid:
17 cm diameter,
konustype
Hogetonen-eenheid:
2,5 cm diameter,
koepeltype
Superhogetonen-eenheid:
2 cm diameter,
koepeltype
Nominale impedantie
6 ohm
Bijgeleverd toebehoren
AM kaderantenne (1)
Afstandsbediening RM-SW55 (1)
Sony SUM-3(NS) batterijen (2)
FM draadantenne (1)
Platte snoeren (2)
Luidsprekersnoeren (2)
Verloopstekker (1)
Algemeen
Stroomvoorziening
220 – 230 V wisselstroom, 50/60 Hz
Stroomverbruik 160 watt
Afmetingen
Versterker/tuner-gedeelte:
Ca. 280 x 205 x 345 mm (b/h/d),
inkl. uitstekende delen en
bedieningsorganen
Cassettedeck/CD-speler gedeelte:
Ca. 280 x 205 x 350 mm (b/h/d),
inkl. uitstekende delen en
bedieningsorganen
Gewicht
Versterker/tuner-gedeelte:
Ca. 5,5 kg
Cassettedeck/CD-speler gedeelte:
Ca. 4,4 kg
Wijzigingen in ontwerp en technische
gegevens voorbehouden, zonder
kennisgeving.
33
Overige informatie
NL
2 Muziekselektie-weergavetoets (CLIP
PLAY) (10)
3 Muziekselektie-wistoets (CLIP ERASE)
(11)
4 1-disc/alle-discs keuzetoets 1/ALL
DISCS (7)
5 Afspeelfunktie-keuzetoets (PLAY
MODE) (8)
6 Disc-keuzetoetsen (DISC 1 - 3) (7)
7 Disc-wisselaartoets (DISC SKIP) (7)
8 Disc-lade (7)
9=/+ Vooruitspring/terugspring-
draaiknop (JOG) (7)
0 Montagetoets (EDIT) (18)
Herhaaltoets (REPEAT) (10)
!™ § Open/sluittoets (OPEN/CLOSE/
EX-CHANGE) (7)
·P Weergave/pauzetoets* (7)
p Stoptoets (7)
Achterpaneel
Versterker/tuner
1 Antenne-aansluitingen (ANTENNA) (4)
2 Bedieningsaansluiting 2 (SYSTEM
CONTROL 2) (4)
3 Bedieningsaansluiting 1 (SYSTEM
CONTROL 1) (4)
4 Minidisc in/uitgangsaansluitingen (MD
IN/OUT) (28)
5 Aansluitingen voor voorluidsprekers
(FRONT SPEAKER) (4)
6 Aansluitingen voor
akoestiekluidsprekers (SURROUND
SPEAKER) (29)
Cassettedeck/CD-speler
1 Bedieningsaansluiting 1 (SYSTEM
CONTROL 1) (4)
2 AU BUS aansluiting (28)
3 Bedieningsaansluiting 2 (SYSTEM
CONTROL 2) (4)
4 CD optische digitaal-uitgang (CD
OPTICAL DIGITAL OUT) (28)
@Hoofdtelefoonaansluiting (PHONES)
(22, 29)
@£Geluidssterkteregelaar (VOLUME) (22)
@¢Basversterkingstoets (DBFB) (22)
@ Algehele muziekversterkingstoets
(GROOVE) (22)
@§Instelknop (JOG) (6, 11, 18, 22, 26)
@Frekwentieband-toetsen (FREQUENCY
+/–) (23)
Cassettedeck
1 DECK A (15)
2 ª/· Voorkant/achterkant-
weergavetoetsen* (15)
3p Stoptoets (15)
40/) Vooruit/terugspoeltoetsen (15)
Uitwerptoets (EJECT) (15)
6 CD-synchroonopnametoets (CD
SYNCHRO) (16)
7 Snelkopieertoets (HIGH SPEED
DUBBING) (20)
8r Opnametoets (REC)* (17)
9 DECK B (15)
0 Omkeerfunktieschakelaar (DIRECTION
MODE) (15)
Dolby ruisonderdrukkingschakelaar
(DOLBY NR) (15)
!™ P Pauzetoets (PAUSE)* (15)
CD-speler
1 Muziekselektie-keuzetoetsen (CLIP A-C)
(10)
Overzicht van de
bedieningsorganen
Zie voor nadere bijzonderheden de
bladzijden die tussen de haakjes staan
aangegeven.
De bedieningsorganen voorzien van een
sterretje hebben een indikatorlampje.
Voorpaneel
Versterker/tuner
1 Aan/uit-schakelaar (SYSTEM POWER)
(7)
2 Akoestiektoetsen (MENU 1 - 4) (22)
3 Akoestiekeffekt in/uitschakeltoets
(EFFECT ON/OFF) (23)
4 Schakelkloktoets (TIMER) (6, 26)
5 Programmatypetoets (PTY) (14)
6 Sluimertoets (SLEEP) (25)
7 Meezing/multiplex-toets (KARAOKE
PON/MPX) (28)
8 Tunergeheugentoets (TUNER
MEMORY)* (13)
9 Kloktijd-insteltoets (CLOCK SET)* (6)
0 Schakelklok-insteltoets (TIMER SET)*
(26)
Schakelklokfunktie-keuzetoets (TIMER
SELECT)* (26)
!™ Afstemfunktietoets (TUNING MODE)*
(12)
Eigen akoestiekpatroontoets (P FILE)
(24)
Geheugentoets (MEMORY) (24)
! Toets voor ruimtelijk rondomeffekt
(SURROUND) (16, 23)
Afstemband-keuzetoets (TUNER/
BAND) (12)
Aanduidingskeuzetoets (DISPLAY)
(6, 8)
!•Geluidsbron-keuzetoets (FUNCTION)
(8, 16)
Invoer/vervolgtoets (ENTER/NEXT)*
(6, 9, 13, 22, 26)
Mikrofoon-nivoregelaar (MIC LEVEL)
(27)
Mikrofoonaansluiting (MIX MIC)
(27, 29)
»
rP
p
0)
Æ
»
Æ
p
0)
P »
p
1
3
4
2
3
4
2
5
!`
0
5
6
7
8
!“
9
»
rP
p
0)
Æ
»
Æ
p
0)
P »
p
6
7
8
!“
1
4
3
5
9
2
0
!`
3
5
2
4
1
6
1
2
3
4
1
2
3
4
9
8
0
!“
!`
!⁄
!
@`
@…
@“
@
@⁄
6
7
5
Overige informatie
34
NL
Uitleesvenster
1 Disc-houder aanduidingen (7)
2 Muziekkalender (7, 13)
3 CD/radio-aanduiding (CD/TUNER) (7,
12)
4 Grafiek-toonregeling aanduiding (23)
5 Muziekselektie-aanduidingen (10)
6 Aanduidingen voor CD-afspeelfunkties
(7)
7 Multifunktie-display (7, 12, 17, 24, 26)
8 Dolby-ruisonderdrukking aanduiding
(DOLBY NR) (15)
9 Schakelklok-aanduidingen (26)
0 Bandlooprichtingsaanduidingen (15)
Radio-ontvangst aanduidingen (12)
!™ Geluidssterkte-aanduiding (VOLUME)
Meezing/multiplex-aanduidingen
(PON/MPX) (28)
Tuner-afstemaanduidingen (12)
! Aanduiding voor CD-synchroonopname
(SYNC REC)
Aanduiding voor
basversterkingsfunktie/ruimtelijk
rondom-effekt (DBFB/SUR) (16, 22, 23)
Afstandsbediening
1 Sluimertoets (SLEEP) (25)
2 Geluidsbron-keuzetoets (FUNCTION)
(8, 16)
3 Cassettedeck-keuzetoetsen (TAPE
DECK SELECT A/B) (15)
4 Bandlooptoetsen
9 Achterkant-weergavetoets (15)
( Voorkant-weergavetoets (15)
p Stoptoets (15)
0/)Vooruit/terugspoeltoetsen
(15)
5 Radio-bedieningstoetsen
Afstemband-keuzetoets (BAND) (12)
–/+ Voorinsteltoetsen (PRESET) (13)
6 Minidisc-bedieningstoetsen
( Weergavetoets
P Pauzetoets
p Stoptoets
7 CD-bedieningstoetsen
( Weergavetoets (7)
P Pauzetoets (7)
p Stoptoets (7)
=/+Springtoetsen (AMS) (7)
0/)Snelzoektoetsen (8)
Disc-wisselaartoets (DISC SKIP) (7)
Kontroletoets (CHECK) (9)
Wistoets (CLEAR) (9)
8 Aan/uit-schakelaar (SYSTEM POWER)
9 Aanduidingskeuzetoets (DISPLAY) (6,
8)
0 Stereo/mono-toets (STEREO/MONO)
(13)
Geluidssterktetoetsen (VOL +/–)
Index
Aansluiten
antennes 4
los verkrijgbare apparatuur 28
luidsprekers 4
stereo-installatie 4
stroom 5
Afspelen
cassette 15
compact discs (CLIP weergave) 10
compact discs (normale weergave) 7
muziekstukken herhaaldelijk afspelen
(REPEAT) 10
muziekstukken in willekeurige
volgorde afspelen (SHUFFLE) 8
muziekstukken in zelf gekozen
volgorde afspelen (PROGRAM) 9
Afstemmen op vooringestelde zenders 13
Akoestiek-instellingen 22
Antennes 4
Automatische Muziek Sensor (AMS) 7
Batterijen 6
Bedieningsorganen, overzicht 33
Beide cassettes achtereen afspelen (RELAY)
15
Beschermen van bandopnamen tegen per
ongeluk wissen 30
Bijgeleverd toebehoren 32
Bijregeling van geluid 22
Cassettedeck 15
CD-speler 7
314
890!`!
657
! !⁄
2
CD TUNER
ALL 1 DISC S PROGRAM
SHUFFLE REPEAT 1
CLIP A B C
63 125 250 500 1k 2k 4k 8k 16k(Hz)
12345
678910
11 12 13 14 15
16 17 18 19 20
TIMER
DALY 12 REC SLEEP
RELAY ( A )
DOLBY NR B OFF
TUNED STEREO MONO
VOLUME
250 500 1k 2k 4k 8k 16k(Hz)
STEP
kHz
MHz
AUTO
MANUAL
PRESET
SYNC
REC
MPX
PONLR
SUR 123
DBFB
h
CLIP weergave 10
Dolby NR (ruisonderdrukking) 15
Eén-toets geluidsbron-keuze 8, 13, 16
Geluidssterkte instellen 22
Fabrieksinstellingen, oproepen 31
Grafiek-toonregeling 23
Herhaalde weergave 10
Karaoke (meezingen) 27
Klank instellen 22
Klok, gelijkzetten 6
Kopiëren van bandopnamen
automatisch 20
handmatig 21
Luidsprekers 4
Montagefunkties voor CD-opname
bandlengte-montage 17
programma-montage 19
tijdmontage 17
Mikrofoon, mengen met andere muziek 27
Multiplex CD’s en cassettes 28
Muziekkalender 7, 8, 13
Normale weergave 7
Onderhoud 31
Opnemen
automatische CD-opname 16
bandopnamen kopiëren 20
compact disc (bandlengte-montage)
17
compact disc (programma-montage)
19
compact disc (tijdmontage) 17
handmatige CD-opname 16
met de schakelklok 26
radio-uitzendingen 19
Programma-weergave 9
PTY programmatype-afstemming 13
Radiozenders
afstemming 12
voorkeurzenders 13
Schakelklok
opname 26
sluimerfunktie: inslapen met muziek
25
wekfunktie: gewekt worden met
muziek 25
Synchroonopname van CD’s 16
Technische gegevens 32
Tuner 12
Verhelpen van storingen 30
Voorzorgsmaatregelen 30
Willekeurige weergave 8
9(p
0)
(
Pp
(
Pp
=+
0)
1
2 8
9
0
3
4
5
6
7
!`

Documenttranscriptie

Nederlands WAARSCHUWING Welkom! Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht, om gevaar voor brand of een elektrische schok te voorkomen. Om gevaar voor elektrische schokken te vermijden, dient u de behuizing van het apparaat nooit te openen. Laat onderhoud en eventuele reparatie over aan bevoegd vakpersoneel. Plaats het apparaat niet in een gesloten ruimte, zoals een boekenrek of ingebouwde kast. Let op De CD-speler/cassettedeck mag nooit op de versterker/tuner worden geplaatst. De laser in dit apparaat is in staat om straling uit te zenden die de limiet van klasse 1 overschrijdt. CLASS 1 LASER PRODUCT LUOKAN 1 LASERLAITE KLASS 1 LASERAPPARAT CAUTION ; ADVARSEL ; VARO! VARNING ; ; ADVARSEL ; Dit apparaat is geklassificeerd als een KLASSE 1 LASER produkt. De aanduiding CLASS 1 LASER PRODUCT bevindt zich aan de achterkant van het apparaat. INVISIBLE LASER RADIATION WHEN OPEN. AVOID EXPOSURE TO BEAM. USYNLIG LASERSTRÅLING VED ÅBNING NÅR SIKKERHEDSAFBRYDERE ER UDE AF FUNKTION. UNDGÅ UDS ÆTTELSE FOR STRÅLING. AVATTAESSA JA SUOJALUKITUS OHITETTAESSA DLET ALTTIINA LASERSÄTEILYLLE. Binnenin het apparaat bevindt zich het nevenstaande waarschuwingslabel. LASERSTRÅLING NÄR DENNA DEL ÄR OPPNÅD OCH SPÄRREN ÄR URXOPPLAD. USYNLIG LASERSTRÅLING NÅR DEKSEL ÅPNES UNNGÅ EKSPONERING FOR STRÅLEN. Bij dit produkt zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA. Hartelijk dank voor uw aankoop van dit Sony Mini Hi-Fi Component System. Deze installatie bevat allerlei handige funkties. Een kleine greep daaruit: •Het DBFB dynamisch basversterkingssysteem zorgt voor versterking van de lage tonen, hetgeen een machtig basgeluid oplevert. •Een zender-opslagfunktie voor het vastleggen en oproepen van in totaal 40 van uw favoriete radiozenders (30 zenders voor de Duitse en Italiaanse modellen). •Een RDS tuner met PTY programmatype-zoekfunktie voor het automatisch opzoeken van de zenders die een bepaald type programma uitzenden. •Een versterker met akoestiekfunktie om het geluid bij te regelen overeenkomstig de diverse muzieksoorten en luisteromgevingen. •Een schakelklok voor het laten in- en uitschakelen van de compact disc speler, het cassettedeck of de radio op een vooraf ingesteld tijdstip. •Een dubbel cassettedeck stelt u in staat op te nemen vanaf de radio of de compact disc speler, of bandopnamen van het ene deck op het andere over te nemen of doorlopend met beide decks af te spelen. •Een CD-speler met 3-disc carrouselwisselaar voor het automatisch achter elkaar afspelen van 3 compact discs en het probleemloos doorlopen (in voor- en achterwaartse richting) van alle muziekstukken op de drie discs. •Een muziekselektiefunktie waarmee u uw favoriete muziekstukken van de compact disc in groepen kunt onderbrengen zodat de gewenste muziekselektie steeds snel beschikbaar is. •Een afstandsbediening waarmee u de gehele stereo-installatie vanuit uw luie stoel kunt bedienen. De MHC-W55 bestaat uit de volgende apparaten: - Versterker/tuner: STR-W55 - CD-speler/stereo cassettedeck: HCD-W55 - Luidsprekers: SS-EX55D - Afstandsbediening: RM-SW55 NL 2 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Installeren Aansluiten van de stereo-installatie 4 Batterij-inleg 6 Gelijkzetten van de klok 6 Hoofdstuk 2: De compact disc speler Afspelen van compact discs (normale weergave) 7 Afspelen van muziekstukken in willekeurige volgorde (SHUFFLE weergave) 8 Afspelen van muziekstukken in de gewenste volgorde (PROGRAM weergave) 9 Herhaald afspelen van muziekstukken (REPEAT weergave) 10 Groeperen van muziekstukken (CLIP muziekselektiefunktie) 10 Hoofdstuk 3: De radio Luisteren naar de radio 12 Voorinstellen van radiozenders 13 Afstemmen op vooringestelde zenders 13 Afstemmen op een bepaald programmatype (PTY) 13 Hoofdstuk 4: Het cassettedeck Afspelen van een cassette 15 Opnemen van een compact disc 16 Opnemen van een compact disc: Aflezen van de vereiste bandlengte (bandlengte-montage) 17 Opnemen van een compact disc: Instellen van de totale speelduur (tijdmontage) 17 Opnemen van een compact disc: Kiezen van gewenste muziekstukken (programma-montage) 19 Opnemen van radio-uitzendingen 19 Kopiëren van bandopnamen (dubbing) 20 Hoofdstuk 5: Geluidsinstelling Bijregelen van het geluid 22 Kiezen van een akoestiek-instelling 22 Bijregelen van de akoestiek-instelling 23 Vastleggen van uw eigen akoestiek-instellingen (PERSONAL FILE) 24 Hoofdstuk 6: Extra funkties In slaap vallen met muziek 25 Gewekt worden met muziek 25 Schakelklok-opname van radio-uitzendingen 26 Mengen met een mikrofoon 27 Karaoke: Meezingen met muziek 27 Aansluiten van los verkrijgbare apparatuur 28 Overige informatie Voorzorgsmaatregelen 30 Verhelpen van storingen 30 Onderhoud 31 Technische gegevens 32 Overzicht van de bedieningsorganen 33 Index 34 NL 3 Hoofdstuk 1: Installeren Aansluiten van de stereoinstallatie Aansluiten van de stereo-installatie STAP 3 Aansluiten van de antennes AM kaderantenne (bijgeleverd) Maak de aansluitingen voor de stereoinstallatie zoals in de onderstaande afbeeldingen wordt getoond. Zie “Aansluiten van los verkrijgbare apparatuur” in hoofdstuk 6 voor het aansluiten van de los verkrijgbare komponenten. AM FM 7 CO 5 AXIA L Als u de apparaten op elkaar plaatst In dit geval moet de versterker/tuner altijd bovenop de CD-speler/cassettedeck worden geplaatst. Batterij-inleg FM draadantenne* (bijgeleverd) *Opgelet: Zover mogelijk horizontaal Gelijkzetten van de klok STAP 1 Aansluiten van de platte snoeren Sluit de bijgeleverde platte snoeren aan op de SYSTEM CONTROL aansluitingen met dezelfde kleur. Druk tegen het midden van de stekker totdat deze vastklikt. Aansluiten van de AM kaderantenne Sluit de bijgeleverde kaderantenne aan op de AM en de y aard-aansluiting. NL Losmaken van de platte snoeren Druk de zijkanten van de stekker in elkaar en trek de stekker los. Trek niet aan het snoer zelf. Verbeteren van de FM ontvangst Sluit, in plaats van de bijgeleverde antenne, een FM buitenantenne aan op de FM 75Ω aansluiting, met behulp van een 75-ohm koaxiaalkabel en een IEC standaard antennestekker. AM FM 7 CO 5 AXIA L 75-ohm koaxiaalkabel (niet bijgeleverd) STAP 2 Aansluiten van de luidsprekers Sluit de rechter luidspreker aan op de R luidsprekerklemmen en de linker luidspreker op de L luidsprekerklemmen. Zie de gebruiksaanwijzing van de luidsprekers voor nadere bijzonderheden betreffende het aansluiten. + – R L Hoofdstuk 1: Installeren 4 AM kaderantenne (bijgeleverd) Rechter luidspreker FM draadantenne (bijgeleverd) STAP 3 Linker luidspreker CD-speler/ cassettedeck STAP 1 Versterker/ tuner STAP 4 STAP 2 Maak deze aansluiting als laatste! Verbeteren van de AM ontvangst Sluit eerst de AM kaderantenne aan en dan sluit dan tevens een geïsoleerde draad van 6 tot 15 meter lengte aan op de AM aansluiting. Verbind de y aard-aansluiting met een goed aardingspunt. naar een stopkontakt STAP 4 Aansluiten van de stroom Sluit het netsnoer pas op een stopkontakt aan nadat alle bovenvermelde aansluitingen zijn gemaakt. Belangrijk Bij gebruik van een buitenantenne dient de y aansluiting met aarde te worden verbonden, ter bescherming tegen blikseminslag. Sluit de aardingsdraad nooit aan op een gasleiding. Gezien de kans op een gasexplosie is dit uiterst gevaarlijk. Geïsoleerde draad (niet bijgeleverd) / naar een stopkontakt AM FM 7 CO 5 AXIA L Demonstratiefunktie Bij het aansluiten van het netsnoer verschijnen de aanduidingen van de demonstratiefunktie in het uitleesvenster. De demonstratiefunktie wordt uitgeschakeld zodra u de klok instelt (zie “Gelijkzetten van de klok”). Aardingsdraad (niet bijgeleverd) Hoofdstuk 1: Installeren NL 5 Batterij-inleg Plaats twee R6 (AA-formaat) batterijen in de bijgeleverde afstandsbediening. 1 Schuif het deksel open en verwijder het deksel. 2 Steek twee R6 (AA-formaat) batterijen in het batterijvak. Let op dat de (+) en (–) polen overeenkomen met de aanduidingen in het batterijvak. Gelijkzetten van de klok De ingebouwde klok geeft de tijd aan in het uitleesvenster, ook wanneer de installatie is uitgeschakeld. Stel de juiste tijd op de klok in om gebruik te kunnen maken van de mogelijkheden die de schakelklok biedt. Gebruik voor de onderstaande bedieningshandelingen de toetsen op het apparaat zelf. Opmerking Nadat u de tijd op de klok heeft ingesteld, komt de demonstratiefunktie, welke normaal geaktiveerd wordt wanneer de installatie wordt uitgeschakeld, automatisch te vervallen. SYSTEM POWER m ON Bij normaal gebruik kan van een stel Sony SUM-3(NS) batterijen een gebruiksduur van ongeveer een half jaar verwacht worden. Als de batterijen uitgeput zijn, is het niet meer mogelijk de installatie met de afstandsbediening te bedienen. Vervang in dit geval beide batterijen door nieuwe. Voorkomen van batterijlekkage Haal de batterijen uit de afstandsbediening als u deze geruime tijd niet gebruikt. Dit om schade als gevolg van batterijlekkage en corrosie te voorkomen. draaiknop te verdraaien tot de juiste minuut wordt aangegeven. knippert 6 Druk op de ENTER/NEXT toets. De klok begint te lopen en het bovenste puntje knippert. Voor nauwkeurig instellen drukt u de toets in op het moment dat het tijdssignaal van de radio of telefoon klinkt. Het bovenste puntje knippert gedurende de eerste helft van de minuut (0 - 29 sekonden) en het onderste puntje gedurende de tweede helft (30 - 59 sekonden). DISPLAY 3 Sluit het deksel. Levensduur batterijen 5 Stel de minuten in door de JOG 4,6 1 2 3,5 1 Druk op de TIMER toets. De kloktijd/schakelklok-funktie wordt ingeschakeld. 2 Druk op de CLOCK SET toets. knippert Kontroleren van de tijd terwijl de installatie is ingeschakeld Druk een paar maal op de DISPLAY toets. De huidige tijd wordt dan 8 sekonden lang in het uitleesvenster aangegeven. Korrigeren van de tijdsaanduiding Herhaal de stappen 1 t/m 6. De uur-aanduiding begint te knipperen. knippert 3 Stel het uur in door de JOG draaiknop te verdraaien tot het juiste uur wordt aangegeven. knippert 4 Druk op de ENTER/NEXT toets. De minuten-aanduiding begint te knipperen. knippert Hoofdstuk 1: Installeren NL 6 Hoofdstuk 2: De compact disc speler Afspelen van compact discs (normale weergave) 3 Druk op de § OPEN/CLOSE/ Afspelen van compact discs (normale weergave) 4 Druk op de 1/ALL DISCS toets en kies “1 DISC” of “ALL DISCS”. Met de CD-speler van deze installatie kunt u automatisch de muziekstukken van in totaal drie compact discs in de normale volgorde achter elkaar afspelen. Alvorens een compact disc af te spelen, draait u de VOLUME regelaar geheel naar links, om schade aan de luidsprekers te voorkomen. SYSTEM POWER m ON Afspelen van muziekstukken in willekeurige volgorde (SHUFFLE weergave) Afspelen van muziekstukken in de gewenste volgorde (PROGRAM weergave) EX-CHANGE toets om de disc-lade te sluiten. Instelling Afspeelfunktie 1 DISC Enkel de gekozen compact disc wordt afgespeeld. ALL DISCS De compact discs worden in de genummerde volgorde afgespeeld. Lege disc-houders in de disclade worden overgeslagen. CD DISPLAY =/+ 1 2 3 6 7 8 4 5 A DOLBY NR B OFF 63 125 250 500 1k 2k 4k 8k VOLUME 16k(Hz) DBFB ALL DISCS 5 Druk op de ·P toets (of op de CD ( toets van de afstandsbediening). Het afspelen begint bij de compact disc die in de disc-houder is waarvan de bijbehorende toets groen oplicht. 4 Muziekkalender 2 5 »P ⁄ p CD Æ » Æ » p 0 p ) 0 r ) 1, 3 p ) p P 0/) P ( + ( ) = A DOLBY NR B OFF 125 250 500 1k 2k 4k 8k VOLUME 16k(Hz) DBFB U wilt Druk op Stoppen met afspelen p Pauzeren ·P Speelduur ( P * 1) Doorgaan naar een volgend muziekstuk Draai tijdens afspelen of in de pauzestand de JOG draaiknop rechtsom. Laat de knop los zodra het gewenste muziekstuk wordt bereikt.*2 U kunt ook de AMS*3 + toets op de afstandsbediening gebruiken. Teruggaan naar een vorig muziekstuk Draai tijdens afspelen of in de pauzestand de JOG draaiknop linksom. Laat de knop los zodra het gewenste muziekstuk wordt bereikt.*2 U kunt ook de AMS* 3 = toets op de afstandsbediening gebruiken. 0 =/+ 1 Druk op de § OPEN/CLOSE/ EX-CHANGE toets en plaats twee compact discs (met de labelzijde naar boven gekeerd) in de disc-lade. »P ⁄ p Æ » » Æ p p ) 0 r ⁄ 5 p 0 0 4 De weergave · P (( * 1 o f P * 1 ) hervatten ( 9 8 Nummer van weergegeven muziekstuk ⁄ Groeperen van muziekstukken (CLIP muziekselektiefunktie) 3 7 ALL DISCS P ⁄ 2 6 63 p Herhaald afspelen van muziekstukken (REPEAT weergave) 1 ) Een bepaalde Druk op de bijbehorende disc kiezen DISC (1 - 3) toets*4 of druk herhaaldelijk op de DISC SKIP toets P ⁄ 2 Druk op de DISC SKIP toets als u nog een derde disc in de disc-lade wilt steken. Het disc-plateau draait dan rond en u kunt nog een andere disc plaatsen. Een disc § OPEN/CLOSE/ uitnemen of EX-CHANGE verwisselen*5 Lees verder op de volgende bladzijde ➔ Hoofdstuk 2: De compact disc speler NL 7 ➔ vervolg *1 Afstandsbediening *2 Met de JOG draaiknop kunt u snel de muziekstukken op de discs doorlopen (multi-disc snelzoekfunktie). *3 Automatische Muziek Sensor *4 Als er in de betreffende disc-houder geen disc is, zal de disc-lade naar buiten geschoven worden. *5 U kunt ook tijdens het afspelen van een compact disc een disc uitnemen of verwisselen. Opzoeken van een bepaald punt in een muziekstuk Tijdens afspelen of in de pauzestand kunt u elk gewenst punt op de disc opzoeken. Gebruik voor de bediening van deze zoekfunktie de toetsen op de afstandsbediening. NL 8 U wilt Bediening Snel vooruitzoeken binnen een muziekstuk Houd de ) toets op de afstandsbediening ingedrukt en laat deze bij het gewenste punt los. Snel terugzoeken binnen een muziekstuk Houd de 0 toets op de afstandsbediening ingedrukt en laat deze bij het gewenste punt los. Snel zoeken (naar een tellerstand) zonder te luisteren Druk op de P toets en houd vervolgens de 0 of ) toets op de afstandsbediening ingedrukt. Druk na het bereiken van het gewenste punt nogmaals op de ( of P toets. Kontroleren van de resterende speelduur tijdens het afspelen van de compact disc Druk zovaak als nodig op de DISPLAY toets. Telkens wanneer u op deze toets drukt, verspringt de aanduiding in het uitleesvenster als volgt: mVerstreken speelduur van het huidige muziekstuk µ Resterende speelduur van het huidige muziekstuk µ Resterende speelduur van de huidige compact disc* of “Play” weergaveaanduiding** µ Kloktijd (blijft acht sekonden lang zichtbaar) µ Naam van akoestiekeffekt (of P FILE) * 1 DISC stand ** ALL DISCS stand Hoofdstuk 2: De compact disc speler Kontroleren van de totale speelduur en het totale aantal muziekstukken Druk op de DISPLAY toets terwijl de CDspeler in de stopstand staat. Wanneer u nogmaals op de DISPLAY toets drukt, wordt de kloktijd vier sekonden in het uitleesvenster getoond waarna de vorige aanduiding weer verschijnt. Als er geen compact disc in de CD-speler is Opmerkingen Afspelen van muziekstukken in willekeurige volgorde (SHUFFLE weergave) •Het is niet mogelijk om de totale speelduur te kontroleren tijdens programma-weergave. •Het disc-nummer, de totale speelduur en het totale aantal muziekstukken verschijnen ook in het uitleesvenster nadat de § OPEN/CLOSE/EX-CHANGE toets is ingedrukt om de disc-lade te sluiten. •“--.--” verschijnt in het uitleesvenster als de totale speelduur langer is dan 100 minuten. In het uitleesvenster verschijnt de aanduiding “NO DISC”. Druk op de ·P toets (of op de CD ( toets van de afstandsbediening) terwijl deze aanduiding oplicht om de disc-lade te openen. Alle muziekstukken van één of alle compact discs kunnen in willekeurige volgorde weergegeven worden. Gebruik voor de bediening van deze funktie de toetsen op het apparaat zelf. Bediening met slechts één druk op een toets SYSTEM POWER m ON =/+ Druk op de ·P toets van de CD-speler wanneer het apparaat is uitgeschakeld. Als er een disc in de CD-speler aanwezig is, kunt u zo de weergave starten met slechts één druk op een enkele toets. DISPLAY 1 De muziekkalender De muziekkalender toont de nummers van de muziekstukken op de compact disc. Telkens nadat een muziekstuk is afgespeeld, dooft het bijbehorende nummer. Muziekstukken met een nummer hoger dan 20 kunnen niet worden aangegeven. 3 4 p p Æ Betekenis van de groene en oranje indikators in de DISC toetsen De DISC (1 - 3) toetsen zijn voorzien van indikators (groen en oranje) die de volgende betekenis hebben: •Wanneer de groene indikator oplicht, wil dit zeggen dat de betreffende disc-houder is gekozen (tijdens afspelen, pauze (standby) of wanneer de disc-lade open staat), ook als er geen disc in die dischouder is. •Wanneer de oranje indikator oplicht, wil dit zeggen dat er een disc in de betreffende disc-houder is, maar dat die houder op het moment niet is gekozen. •Wanneer de groene en oranje indikator niet oplichten, is er geen disc in de dischouder en is de disc-houder ook niet gekozen. 5 »P ⁄ » Æ p p 0 2 » ) 0 r ) P ⁄ ⁄ DISC 1-3 1 Druk net zovaak op de FUNCTION toets tot de aanduiding “CD” oplicht in het uitleesvenster. 2 Leg de compact disc(s) in de disc-lade. 3 Druk op de 1/ALL DISCS toets en kies “1 DISC” of “ALL DISCS”. 4 Druk net zovaak op de PLAY MODE toets tot de aanduiding “SHUFFLE” oplicht in het uitleesvenster. CD Automatische geluidsbron-keuze Als de CD-speler voorheen in de normale weergavestand stond, kan op CD-weergave overgeschakeld worden door op de ·P toets of op de DISC 1 - 3 toets te drukken. Als de CD-speler voorheen in de programma- of willekeurige weergavestand stond, kan alleen de ·P toets gebruikt worden. 1 2 3 6 7 8 4 5 A DOLBY NR B OFF 63 125 250 500 1k 2k 4k 8k VOLUME 16k(Hz) DBFB SHUFFLE 5 Druk op de ·P toets. De aanduiding “J” verschijnt in het uitleesvenster en alle muziekstukken worden nu in willekeurige volgorde weergegeven. Stoppen van de willekeurige weergave Druk op de p toets. 1 Druk net zovaak op de FUNCTION Uitschakelen van de willekeurige weergave Druk net zovaak op de PLAY MODE toets tot de aanduiding “SHUFFLE” of “PROGRAM” verdwijnt uit het uitleesvenster. De muziekstukken zullen verder in de normale volgorde, zoals ze op de discs staan, worden afgespeeld. 2 Leg de compact disc(s) in de disc-lade. 3 Druk net zovaak op de PLAY MODE toets tot de aanduiding “CD” oplicht in het uitleesvenster. toets tot de aanduidingen “PROGRAM” en “DISC” oplichten in het uitleesvenster. CD A DOLBY NR B OFF 63 Kiezen van een gewenste compact disc Druk tijdens willekeurige weergave op de DISC 1 - 3 toets. Overslaan van de rest van een ongewenst muziekstuk Draai de JOG knop naar rechts (of druk op de + toets van de afstandsbediening). 125 250 500 1k 2k 4k 8k VOLUME 16k(Hz) DBFB DISC PROGRAM 4 Draai aan de JOG knop om een Muziekstuknummer CD A DOLBY NR B OFF 63 125 250 500 1k 2k 4k 8k VOLUME 16k(Hz) U kunt uw eigen muziekprogramma van maximaal 32 nummers van alle compact discs samenstellen, in de volgorde waarin u de muziek wilt horen. SYSTEM POWER m ON DISPLAY 5 Druk op de ENTER/NEXT toets. Het gekozen muziekstuknummer licht nu op in de muziekkalender. Als het muziekstuknummer uit het uitleesvenster verdwijnt voordat u op de ENTER/NEXT toets heeft kunnen drukken, gaat u terug naar stap 4. 6 Herhaal de stappen 4 en 5 om verdere muziekstukken in uw programma op te nemen. Alle geprogrammeerde muziekstukken worden nu in de door u gekozen volgorde afgespeeld. 1 Een pauze in P *2 het programma inlassen Stoppen met afspelen p De programmaweergave uitschakelen Druk net zovaak op de PLAY MODE toets tot de “PROGRAM” of “SHUFFLE” aanduiding verdwijnt.*3 Een bepaald muziekstuk in het programma wissen Druk net zovaak op de CHECK toets van de afstandsbediening tot het nummer van het muziekstuk oplicht en druk vervolgens op de CLEAR toets van de afstandsbediening. Het hele muziekprogramma wissen Druk éénmaal (in de stopstand) of tweemaal (tijdens afspelen) op de p toets. Totale speelduur 7 Druk op de ·P toets. 5 3 4 Druk herhaaldelijk op de CHECK toets*1 DBFB DISC PROGRAM Afspelen van muziekstukken in de gewenste volgorde (PROGRAM weergave) Bediening Het muziekprogramma kontroleren Het laatste Druk in de stopstand op muziekstuk in de CLEAR toets van de het programma afstandsbediening. wissen muziekstuk te kiezen. Het muziekstuknummer en de totale speelduur verschijnen in het uitleesvenster. 8 U wilt *1 Nadat het laatste muziekstuk in het uitleesvenster is aangegeven, verschijnt de aanduiding “CHECK END”. *2 “P” verschijnt in het uitleesvenster en de totale speelduur komt op “0.00” te staan. *3 Het muziekprogramma wordt gewist. Wijzigen van de volgorde van de geprogrammeerde muziekstukken Voor het veranderen van de afspeelvolgorde dient u eerst het gehele programma te wissen, om dan een nieuw programma samen te stellen. Opmerkingen 7 »P ⁄ p p Æ 2 » Æ » p 0 p ) 0 r ) P ⁄ ⁄ p ( •De geprogrammeerde afspeelvolgorde blijft in het geheugen van de CD-speler bewaard, ook nadat het muziekstukprogramma is weergegeven. Druk op de ·P toets om de muziekstukken opnieuw in deze volgorde af te spelen. •Als tijdens programmeren in plaats van de totale speelduur “--.--” verschijnt, betekent dit dat: - u een muziekstuknummer groter dan 20 heeft geprogrammeerd, of dat - de totale geprogrammeerde speelduur meer bedraagt dan 100 minuten. ) 9 p 0 p P 0/) P ( + ( ) = 0 =/+ CHECK CLEAR Hoofdstuk 2: De compact disc speler NL 9 Opmerkingen Herhaald afspelen van muziekstukken (REPEAT weergave) Groeperen van muziekstukken (CLIP muziekselektiefunktie) Met de herhaalfunktie kan de normale weergave, willekeurige weergave of programma-weergave van één compact disc of alle discs herhaaldelijk worden uitgevoerd. Gebruik voor de bediening van deze funktie de toetsen op het apparaat zelf. Met de muziekselektiefunktie kunt u de gewenste muziekstukken op uw compact discs in drie groepen onderbrengen. U kunt bijvoorbeeld in de CLIP A groep de muziekstukken vastleggen waarnaar u graag ‘s morgens luistert, in de CLIP B groep de muziekstukken waarvan u samen met uw vrienden wilt genieten en in de CLIP C groep de muziekstukken voor ‘s avonds bij het lezen van een boek e.d. Nadat de muziekstukken in een groep zijn vastgelegd, is deze muziekselektie steeds beschikbaar wanneer de betreffende compact disc wordt weergegeven. SYSTEM POWER m ON REPEAT NL 10 Bediening Alle muziekstukken op de huidige compact disc herhaaldelijk afspelen Druk net zovaak op de 1/ALL DISCS toets tot “1 DISC” verschijnt in het uitleesvenster. Alle muziekstukken op alle compact discs herhaaldelijk afspelen Druk net zovaak op de 1/ALL DISCS toets tot “ALL DISCS” verschijnt in het uitleesvenster. Een bepaald muziekstuk herhaaldelijk afspelen Druk, tijdens afspelen van het muziekstuk dat u wilt herhalen, net zovaak op de REPEAT toets tot “REPEAT 1” verschijnt in het uitleesvenster. SYSTEM POWER m ON 2 1 1 Druk op de CLIP PLAY toets. 2 Druk op de CLIP toets (A, B of C). 2 (wanneer de CD-speler in de stopstand staat) gebruik de JOG knop om het muziekstuk te kiezen. 2 Druk op de CLIP toets (A, B of C). In het uitleesvenster verschijnt de aanduiding “CLIP FILE” en de indikator van de gekozen CLIP groep (A, B of C). De normale weergave wordt vervolgd. CD 1 2 3 6 7 8 4 5 A DOLBY NR B OFF 63 125 250 500 1k 2k 4k 8k VOLUME 16k(Hz) ALL DISCS DBFB 3 Herhaal de stappen 1 en 2 om verdere muziekstukken in de gekozen muziekselektie of in een andere muziekselektie op te nemen. Wanneer het geheugen vol is Bij het vastleggen van een nieuw muziekstuk komt het oudste muziekstuk te vervallen. Hoofdstuk 2: De compact disc speler De CLIP indikator(s) licht(en) in het uitleesvenster op om u te laten weten dat er muziekselekties voor de betreffende compact disc zijn vastgelegd. SYSTEM POWER m ON 1 Geef het gewenste muziekstuk weer of Uitschakelen van de herhaalfunktie Druk op de REPEAT toets totdat de “REPEAT” of de “REPEAT 1” aanduiding in het uitleesvenster dooft. Weergeven van de muziekstukken in een muziekselektie (CLIP PLAY weergave) Vastleggen van muziekstukken in een muziekselektie Herhalen van alle muziekstukken 1 Druk net zovaak op de REPEAT toets tot de aanduiding “REPEAT” oplicht in het uitleesvenster. 2 Druk op de ·P toets. U wilt •In de muziekselekties kunnen geen muziekstukken met een nummer hoger dan 20 worden vastgelegd. •In de stopstand kunt u geen muziekstukken in de muziekselektie vastleggen als de aanduiding “PROGRAM” in het uitleesvenster oplicht. In het uitleesvenster verschijnt de aanduiding “CLIP PLAY” en de indikator van de gekozen muziekselektie licht op. De CD-speler begint met de weergave van de muziekstukken in de gekozen muziekselektie. Uitschakelen van de muziekselektieweergave Druk op de p toets. Opmerkingen •In de 1 DISC stand worden alle in de muziekselektie vastgelegde muziekstukken van de gekozen compact disc eenmaal weergegeven, waarna de muziekselektie-weergave wordt uitgeschakeld. •In de ALL DISCS stand worden alle in de muziekselektie vastgelegde muziekstukken van de geplaatste compact discs eenmaal weergegeven, waarna de muziekselektie-weergave wordt uitgeschakeld. Wissen van muziekstukken uit een muziekselektie SYSTEM POWER m ON Vastleggen van een akoestiek-instelling in de muziekselektie U kunt in iedere muziekselektie een bijpassende akoestiek-instelling vastleggen. Wanneer u de muziekselektie weergeeft, zal deze akoestiek-instelling automatisch ingeschakeld worden, ook als de EFFECT ON/OFF toets in de “OFF” stand staat. CLIP A,B,C =/+ SYSTEM POWER m ON »P ⁄ p p Æ » » Æ p p 0 ) 0 r ⁄ ) 2 P ⁄ CLIP ERASE Wissen van één muziekstuk 1 Druk op de CLIP PLAY toets. 2 Druk op de CLIP toets (A, B of C) van de muziekselektie waarin het muziekstuk is dat u wilt wissen. 3 Kies met de JOG knop het muziekstuk dat u wilt wissen. 4 Druk op de CLIP ERASE toets. De aanduidingen “ERASE A - C” en “TRACK” verschijnen afwisselend in het uitleesvenster. 5 Druk op de CLIP toets (A, B of C) die u in stap 2 heeft ingedrukt om het muziekstuk te wissen. CLIP ERASE 1 Gebruik de grafiek-toonregeling en de ruimtelijke rondom-funkties om het geluid naar wens bij te regelen (zie “Geluidsinstelling”). NL 2 Druk de gewenste CLIP toets (A, B of C) 11 in en houd deze ingedrukt om de akoestiek-instelling in de betreffende muziekselektie vast te leggen. De aanduiding “LINK (A, B of C)” verschijnt in het uitleesvenster en de akoestiek-instelling is in de muziekselektie vastgelegd. CD Wissen van alle muziekstukken Alle muziekstukken in de gekozen muziekselektie worden gewist 1 Druk in de stopstand op de CLIP ERASE toets. De aanduidingen “ERASE A - C” en “ALL” verschijnen afwisselend in het uitleesvenster. 2 Druk op de CLIP toets (A, B of C) om de muziekselektie te kiezen die u wilt wissen. 1 2 3 6 7 8 4 5 A DOLBY NR B OFF 63 125 250 500 1k 2k 4k 8k VOLUME 16k(Hz) ALL DISCS DBFB Veranderen van de akoestiek-instelling Bij het vastleggen van een nieuwe akoestiek-instelling komt de vorige instelling automatisch te vervallen. Wissen van de akoestiek-instelling uit de muziekselektie 1 Houd de CLIP ERASE toets ingedrukt. De aanduidingen “SELECT A - C” en “LINK OFF” verschijnen afwisselend in het uitleesvenster. 2 Druk op de CLIP toets (A, B of C) van de muziekselektie waarvan u het akoestiekeffekt wilt laten vervallen. De aanduiding “LINK (A, B of C) OFF” verschijnt in het uitleesvenster en het akoestiekeffekt is gewist uit de muziekselektie. Hoofdstuk 2: De compact disc speler Hoofdstuk 3: De radio Luisteren naar de radio Voorinstellen van radiozenders 3 Draai de JOG knop naar rechts als u een Luisteren naar de radio Als u naar de radio wilt luisteren, kunt u de tuner automatisch de beschikbare radiozenders laten doorlopen, om af te stemmen op de zenders met een krachtig signaal. Met deze funktie kunt u moeiteloos en zonder tijdsverlies een radiozender met een krachtig signaal opzoeken. Bij gebruik van de automatische afstemming worden de zenders met een zwak signaal echter overgeslagen. Wilt u op een zwakker doorkomende zender afstemmen, gebruik dan de handmatige afstemming. radiozender met een hogere afstemfrekwentie wilt opzoeken. Voor afstemmen op een zender met een lagere frekwentie draait u de JOG knop naar links. De tuner begint de afstemband te doorzoeken, om te stoppen wanneer er op een krachtig doorkomende zender is afgestemd. De aanduiding “TUNED” verschijnt in het uitleesvenster. Als er een FM stereo radio-uitzending wordt ontvangen, zal tevens de aanduiding “STEREO” oplichten. TUNER VOLUME 63 125 250 500 1k 2k 4k 8k 16k(Hz) TUNED STEREO AUTO DBFB MHz SYSTEM POWER m ON Afstemmen op vooringestelde zenders 4 Is de gevonden radiozender niet de 1 Afstemmen op een bepaald programmatype (PTY) gewenste, draai dan weer aan de JOG knop om het doorzoeken van de afstemband te hervatten. Als de tuner een RDS radiozender vindt In dit geval verschijnt in plaats van de frekwentie de naam van de zender in het uitleesvenster. 2 3 Als het apparaat de gewenste zender niet vindt Wellicht is het signaal van de zender niet krachtig genoeg voor automatische afstemming. Stem op de zender af met handmatige afstemming. 1 Druk net zovaak op de TUNING MODE toets tot de aanduiding “MANUAL” in het uitleesvenster verschijnt. 2 Draai aan de JOG knop tot u de gewenste radiozender duidelijk ontvangt. NL STEREO/MONO 12 p ( ) 9 p 0 p P P ( BAND + ( ) = 0 1 Druk net zovaak op de TUNER/BAND toets (of op de BAND toets van de afstandsbediening) tot de gewenste afstemband in het uitleesvenster wordt aangegeven. Telkens wanneer u op de TUNER/ BAND toets drukt, verandert de afstemband als volgt: Verbeteren van de MG/LG/AM radioontvangst Verstel de bijgeleverde AM kaderantenne voor MG/LG/AM. MG/LG/AM Als FM radio-uitzendingen niet duidelijk doorkomen Duitse en Italiaanse modellen: FM ˜ AM Druk op de STEREO/MONO toets zodat in het uitleesvenster de aanduiding “MONO” oplicht. Het stereo-effekt zal nu verloren gaan, maar de radio-ontvangst zal helderder klinken. Om weer naar stereogeluid te luisteren, drukt u nogmaals op de STEREO/MONO toets. n Overige modellen: FM n MW n LW TUNER VOLUME 63 125 250 500 1k 2k 4k 8k 16k(Hz) DBFB MHz PRESET 2 Druk net zovaak op de TUNING MODE toets tot de aanduiding “AUTO” in het uitleesvenster verschijnt. Hoofdstuk 3: De radio Bediening met slechts één druk op een toets Druk op de TUNER/BAND toets wanneer het apparaat is uitgeschakeld. U kunt dan onmiddellijk naar de laatst ontvangen radiozender luisteren, zonder verder een andere toets te hoeven indrukken. Opmerking Als het vastleggen van een zendfrekwentie niet lukt •Als u op de TUNER/BAND toets drukt terwijl u naar een andere geluidsbron luistert, wordt er automatisch overgeschakeld op radio-ontvangst (Automatische geluidsbron-keuze). Herhaal de stappen 1 t/m 5. Afstemmen op vooringestelde zenders Voorinstellen van radiozenders Met deze installatie kunt u de zendfrekwenties van uw favoriete radiozenders in het afstemgeheugen vastleggen, zodat u later deze vastgelegde radiozenders snel kunt oproepen. U kunt maximaal 20 FM-zenders, 10 MG-zenders en 10 LG-zenders (voor de Duitse en Italiaanse modellen: 20 FM-zenders en 10 AM-zenders) in iedere gewenste volgorde in het geheugen vastleggen. Gebruik voor het vastleggen van zenders de toetsen op het apparaat zelf. SYSTEM POWER m ON Als u de voorkeurzenders eenmaal heeft vastgelegd, kunt u de JOG knop gebruiken om snel op de gewenste zender af te stemmen. SYSTEM POWER m ON 1 Als de zender een RDS radiozender is In dit geval verschijnt in plaats van de frekwentie de naam van de zender in het uitleesvenster. Afstemmen op een bepaald programmatype (PTY) Met de programmatype-funktie (PTY) van deze tuner kunt u automatisch afstemmen op vooringestelde zenders die een bepaald type programma uitzenden. Bij gebruik van deze funktie kan enkel op vooringestelde zenders worden afgestemd. Zorg er daarom voor dat de gewenste zenders in het afstemgeheugen zijn vastgelegd. 2 3 SYSTEM POWER m ON 1 PRESET (–/+) p 4 2 3 ) 9 p 0 p P 4 2 3 ( P ( + ( 1 Stem af op de radiozender die u wilt 1 Druk op de TUNER/BAND toets en ) = kies de FM afstemband. 0 vastleggen. 2 Druk op de PTY toets. 2 Druk op de TUNER MEMORY toets. De aanduiding “MEMORY” verschijnt in het uitleesvenster, samen met een nummer voor uw voorkeurzender. 1 Druk net zovaak op de TUNER/BAND toets tot de gewenste afstemband in het uitleesvenster wordt aangegeven. TUNER 1 VOLUME 63 125 250 500 1k 2k 4k 8k 16k(Hz) TUNED STEREO AUTO DBFB MHz Duitse en Italiaanse modellen: FM ˜ AM In het uitleesvenster verschijnt de aanduiding “SELECT”. 3 Kies met de JOG draaiknop het gewenste programmatype (PTY). (Zie de kolom hiernaast voor de diverse programmatypen.) TUNER 3 Draai aan de JOG knop tot het gewenste voorinstelnummer wordt aangegeven. 4 Druk op de ENTER/NEXT toets. De radiozender wordt nu vastgelegd onder uw gekozen voorinstelnummer. Overige modellen: FM n MW n LW VOLUME 63 de radiozenders die u in het afstemgeheugen wilt vastleggen. Wissen van een vastgelegde radiozender Leg een nieuwe zender vast onder het voorinstelnummer van de zender die u wilt wissen. De oude zender wordt dan uit het geheugen gewist en de nieuwe zender vastgelegd onder het betreffende nummer. 250 500 1k 2k 4k 8k 16k(Hz) DBFB 2 Druk net zovaak op de TUNING MODE toets tot de aanduiding “PRESET” in het uitleesvenster verschijnt. TUNER VOLUME 5 Herhaal de stappen 1 t/m 4 voor elk van 125 n Voorinstelnummer voor de voorkeurzender 63 125 250 500 1k 2k 4k 8k 16k(Hz) DBFB MHz PRESET 3 Draai aan de JOG knop (of druk op de PRESET (–/+) toetsen van de afstandsbediening) om af te stemmen op de gewenste zender. De afstemfrekwentie van de zender verschijnt in het uitleesvenster en de radio-ontvangst begint. Naam van programmatype (PTY) 4 Druk op de ENTER/NEXT toets. De tuner doorzoekt de vooringestelde zenders om een zender te vinden die een programma uitzendt van het gekozen type. Wanneer een zender wordt gevonden die een programma van het gekozen type uitzendt Het voorinstelnummer van de zender knippert in het uitleesvenster en de tuner stemt op de betreffende zender af. Lees verder op de volgende bladzijde ➔ Hoofdstuk 3: De radio NL 13 ➔ vervolg Als er meerdere zendervoorinstelnummers in het uitleesvenster knipperen Dit betekent dat er meerdere zenders zijn gevonden die een programma uitzenden van het gekozen type. Kies de gewenste zender met de JOG draaiknop en druk vervolgens op de ENTER/NEXT toets, terwijl de nummers in het uitleesvenster nog knipperen. Kontroleren van de informatie van het RDS systeem Telkens wanneer u op de DISPLAY toets drukt, verspringt de aanduiding in het uitleesvenster als volgt: m Zendernaam µ Frekwentie µ Programmatype µ Kloktijd µ Naam van akoestiekeffekt U kunt kiezen uit de volgende programmatypen: Programmatype U luistert naar NEWS Nieuwsberichten AFFAIRS Actualiteitsprogramma’s over onderwerpen die recentelijk in het nieuws zijn. INFO Algemene informatie en advies, inklusief het weer, programma’s betreffende consumentenzaken, medisch advies enz. SPORT Sportuitzendingen EDUCATE Educatieve programma’s en uitzendingen met advies op verschillende gebieden DRAMA Hoorspelen en radioseries CULTURE Programma’s betreffende nationale en regionale kultuur-evenementen, met inbegrip van zaken als godsdienst, taal en sociale vraagstukken SCIENCE Programma’s over natuurwetenschappen en techniek VARIED Gevarieerd amusement zoals interviews met bekende persoonlijkheden, quizprogramma’s en komedies POP M Populaire muziek ROCK M Rockmuziek M-O-R M “Easy listening” muziek (M-O-R = Middle of the road) LIGHT M Lichte klassieke muziek, zowel instrumentaal als vokaal CLASSICS Uitvoeringen van grote orkesten, symfonieën, kamermuziek, operamuziek enz. OTHER M Muziek die niet is onder te brengen in een van de bovenstaande muzikale categorieën, bijv. jazz en rhythm-and-blues. ALARM Nooduitzendingen. NONE Alle andere uitzendingen die niet onder een van bovengenoemde categorieën vallen. Opmerking NL 14 Als er geen vooringestelde zender wordt gevonden die een programma uitzendt van het gekozen type, verschijnt in het uitleesvenster de aanduiding “NO PTY” en stemt de tuner weer af op de zender die voorheen werd ontvangen. Hoofdstuk 3: De radio Het cassettedeck Afspelen van een cassette De cassettedecks zijn geschikt voor weergave van TYPE I (normaalband), TYPE II (chroomband) en TYPE IV (metaalband) cassettes. Bij plaatsen van een cassette neemt het deck automatisch de bandsoort waar en stelt daarop in. SYSTEM POWER m ON Afspelen van een cassette Opnemen van een compact disc »P ⁄ Opnemen van een compact disc: Aflezen van de vereiste bandlengte (bandlengte-montage) 2 p Æ p Æ p 0 ) 0 r Opnemen van een compact disc: Kiezen van gewenste muziekstukken (programma-montage) ) p P ⁄ Opnemen van een compact disc: Instellen van de totale speelduur (tijdmontage) 2 » » p ⁄ 1 0/) 1 0/) DOLBY NR DIRECTION MODE 1 Druk op de § EJECT toets om de Opnemen van radiouitzendingen Druk op Stoppen met afspelen p Pauzeren P PAUSE De weergave hervatten P PAUSE, ª of · Vooruitspoelen ) voor de voorkant, 0 voor de achterkant Terugspoelen 0 voor de voorkant, ) voor de achterkant De cassette uitnemen § EJECT Gebruik van de afstandsbediening 1 Druk op de A-DECK of B-DECK toets om het deck te kiezen dat u wilt bedienen (in het uitleesvenster verschijnt een aanduiding die het gekozen deck aangeeft). 2 Druk op de gewenste bandtransporttoets. Opeenvolgend afspelen vanaf deck A naar deck B (kontinu-weergave) Met deze funktie wordt altijd de onderstaande volgorde doorlopen, ongeacht waar u de weergave start. Nadat de weergave van de achterkant van de cassette in deck B voltooid is, wordt de onderstaande volgorde nog viermaal doorlopen. n Deck A (achterkant) Deck B (achterkant) N Deck B (voorkant) »P ⁄ p Kopiëren van bandopnamen (dubbing) Æ » Æ » p 0 p ) 0 r ) P ⁄ ⁄ 2 Druk op de · toets (voor afspelen van de voorkant) of de ª toets (voor afspelen van de achterkant). Nu begint de weergave van de cassette. U wilt Instelling van de DIRECTION MODE schakelaar Eén kant van de cassette afspelen A Beide kanten afspelen* ß Beide decks RELAY achtereen afspelen** * Nadat beide cassettekanten vijfmaal zijn afgespeeld, komt het deck automatisch in de stopstand te staan. ** Zie “Opeenvolgend afspelen vanaf deck A naar deck B (kontinu-weergave)”. NL 15 Deck A (voorkant) n cassettehouder te openen. Plaats in deck A of B een bespeelde cassette met de bandzijde naar beneden gericht en de weer te geven kant naar voren. Druk het deurtje van de cassettehouder dicht. U wilt n Hoofdstuk 4: 1 Druk op de § EJECT toets en plaats in beide decks een bespeelde cassette. 2 Druk net zovaak op de DIRECTION MODE schakelaar tot in het uitleesvenster “RELAY” verschijnt. 3 Druk op de ª of · toets van een van de decks. Druk op de p toets om te stoppen met de kontinu-weergave. Uitschakelen van de kontinuweergave Druk net zovaak op de DIRECTION MODE schakelaar tot in het uitleesvenster de aanduiding “A” of “ß” verschijnt. Luisteren naar een cassette die is opgenomen met Dolby* B ruisonderdrukking Druk op de DOLBY NR schakelaar tot in het uitleesvenster “DOLBY NR B” verschijnt. De instelling van deze schakelaar geldt voor beide decks. Het Dolby ruisonderdrukkingssysteem onderdrukt bandruis in de hogere frekwenties bij minder krachtige muzieksignalen. Lees verder op de volgende bladzijde ➔ Hoofdstuk 4: Het cassettedeck 1 Druk op de § EJECT toets en plaats een ➔ vervolg * voor opnemen geschikte cassette in deck B, met de kant voor opname naar u toe gericht. Het opnemen zal beginnen aan de voorkant van de cassette, tenzij u vóór het opnemen de bandlooprichting wijzigt. Let op dat voor de kant(en) waarop u wilt opnemen het wispreventienokje intakt is. Dolby ruisonderdrukking geproduceerd onder licentie van: Dolby Laboratories Licensing Corporation. DOLBY en het dubbel D symbool a zijn handelsmerken van: Dolby Laboratories Licensing Corporation. Bediening met slechts één druk op een toets Druk op de · of ª toets wanneer het apparaat is uitgeschakeld. Als er een cassette in het deck aanwezig is, zal de weergave hiervan onmiddellijk worden gestart, zonder dat u op enige andere toets hoeft te drukken. Als er geen cassette in het deck aanwezig is, zal de installatie alleen worden ingeschakeld. Handmatig opnemen van een compact disc Ga als volgt te werk als u slechts enkele muziekstukken van een CD wilt opnemen of middenin een cassettekant met opnemen wilt beginnen. SYSTEM POWER m ON 2 Druk op de § OPEN/CLOSE/ EX-CHANGE toets en plaats een compact disc. Druk dan nogmaals op de § OPEN/CLOSE/EX-CHANGE toets om de disc-lade te sluiten. Als de toets voor de disc-houder waarin de disc is die u wilt opnemen niet groen oplicht, druk dan net zovaak op de DISC SKIP toets tot de betreffende toets groen oplicht. 3 p 8 2 »P ⁄ p 3 Stel in op opnemen op één cassettekant of op beide kanten. Opnemen van een compact disc NL 16 U wilt Met deze installatie kunt u muziek van compact discs op cassette opnemen. Voor opnemen van compact discs kunt u TYPE I (normaalband) of TYPE II (chroomband) cassettes gebruiken. Gebruik geen TYPE IV (metaalband) cassettes voor uw bandopnamen. Tijdens het opnemen kunt u niet naar een andere geluidsbron luisteren; daarvoor zult u eerst moeten stoppen met opnemen. Automatisch opnemen van compact discs Met behulp van de CD SYNCHRO toets kunt u een compact disc snel en doeltreffend op de band opnemen. Gebruik voor de bediening de toetsen op het apparaat zelf. Æ Op één cassettekant opnemen A Op beide cassettekanten opnemen* ß of RELAY * Het opnemen stopt altijd aan het einde van de achterkant van de cassette. Voor opnemen op beide cassettekanten dient u de opname te starten vanaf de voorkant. 4 Druk op de CD SYNCHRO toets. Deck B komt in de opnamepauzestand te staan. 5 Druk op de P PAUSE toets om de opnamepauzestand uit te schakelen. Het opnemen begint dan. Na ongeveer 10 sekonden zal ook het afspelen van de compact disc beginnen. Stoppen met opnemen Druk op de p toets van het cassettedeck of de CD-speler. SYSTEM POWER m ON Inschakelen van de Dolby NR ruisonderdrukking 2 Om storende bandruis in zacht doorkomende hoge frekwenties te onderdrukken, drukt u na stap 3 op de DOLBY NR schakelaar tot in het uitleesvenster “DOLBY NR B” verschijnt. p Opnemen met een ruimtelijk rondom-effekt »P ⁄ p Æ ) 0 r Æ » p ) 0 r ) P ⁄ ⁄ 4 5 1 3 DOLBY NR Hoofdstuk 4: Het cassettedeck Druk op de SURROUND toets zodat “SUR ” verschijnt in het uitleesvenster. p ) P ⁄ ⁄ 67 51 4 1 Druk op de § EJECT toets en plaats een voor opnemen geschikte cassette in deck B, met de kant voor opname naar u toe gericht. Het opnemen zal beginnen aan de voorkant van de cassette, tenzij u vóór het opnemen de bandlooprichting wijzigt. Let op dat voor de kant(en) waarop u wilt opnemen het wispreventienokje intakt is. 2 Druk op de § OPEN/CLOSE/ EX-CHANGE toets en plaats een compact disc. Druk dan nogmaals op de § OPEN/CLOSE/EX-CHANGE toets om de disc-lade te sluiten. Als de toets voor de disc-houder waarin de disc is die u wilt opnemen niet groen oplicht, druk dan net zovaak op de DISC SKIP toets tot de betreffende toets groen oplicht. 3 Druk op de FUNCTION toets om de CD-speler te kiezen als geluidsbron. 4 Stel in op opnemen op één cassettekant of op beide kanten. U wilt Instelling van de DIRECTION MODE schakelaar Op één cassettekant opnemen A Op beide cassettekanten opnemen* ß of RELAY » p 0 Æ p 0 Instelling van de DIRECTION MODE schakelaar » » p * Het opnemen stopt altijd aan het einde van de achterkant van de cassette. Voor opnemen op beide cassettekanten dient u de opname te starten vanaf de voorkant. 5 Stel in op opnemen op één cassettekant De CD-speler kan echter geen passende cassette bepalen voor compact discs met meer dan 20 muziekstukken. of op beide kanten. doorkomende hoge frekwenties te onderdrukken, drukt u op de DOLBY NR schakelaar tot in het uitleesvenster “DOLBY NR B” verschijnt. Deck B komt in de opnamepauzestand te staan. 1 3 p »P ⁄ p opnamepauzestand uit te schakelen. Het opnemen begint dan. 2 Æ 8 Druk op de ·P toets van de CD- Druk op Stoppen met opnemen p van het cassettedeck Het opnemen kortstondig onderbreken P PAUSE Stoppen met de CD-weergave p van de CD-speler Pauzeren van de CD-weergave ·P van de CDspeler Opnemen van een compact disc: Aflezen van de vereiste bandlengte (bandlengte-montage) » » Æ p p 0 U wilt ) 0 r p ) A Op beide cassettekanten opnemen* ß of RELAY 6 Druk op de CD SYNCHRO toets. Deck B komt in de opnamepauzestand te staan. 7 Druk op de P PAUSE toets om de ⁄ 6 Het opnemen stopt altijd aan het einde van de achterkant van de cassette. Voor opnemen op beide cassettekanten dient u de opname te starten vanaf de voorkant. P ⁄ 7 opnamepauzestand uit te schakelen. Het opnemen begint dan. Na ongeveer 10 sekonden zal ook het afspelen van de compact disc beginnen. 4 5 1 Druk net zovaak op de FUNCTION toets tot de aanduiding “CD” oplicht in het uitleesvenster. 2 Druk op de § OPEN/CLOSE/ EX-CHANGE toets en plaats een compact disc. Druk dan nogmaals op de § OPEN/CLOSE/EX-CHANGE toets om de disc-lade te sluiten. Als de toets voor de disc-houder waarin de disc is die u wilt opnemen niet groen oplicht, druk dan net zovaak op de DISC SKIP toets tot de betreffende toets groen oplicht. 3 Druk op de EDIT toets. De aanduiding “TAPE SELECT” verschijnt in het uitleesvenster en de CD-speler verdeelt nu automatisch de muziekstukken zo dat ze het best op een cassette passen. De aanduiding in het uitleesvenster verandert als volgt: CD U kunt de CD-speler de geschikte bandlengte voor het opnemen van de compact disc laten bepalen en aangeven, zodat u de disc automatisch op een passende cassette kunt opnemen. Op één cassettekant opnemen * 7 Druk op de P PAUSE toets om de speler. Het afspelen van de compact disc begint. Instelling van de DIRECTION MODE schakelaar SYSTEM POWER m ON 5 Om storende bandruis in zacht 6 Druk op de r REC toets. U wilt 1 2 3 6 7 8 4 5 A DOLBY NR B OFF 63 125 250 500 1k 2k 4k 8k VOLUME 16k(Hz) DBFB ALL DISCS Vereiste bandlengte 2 3 6 7 8 4 Opnemen van een compact disc: Instellen van de totale speelduur (tijdmontage) U kunt de stereo-installatie een muziekselektie laten samenstellen die binnen de ingestelde speelduur van de cassette past. Bij gebruik van bijvoorbeeld een 40-minuten cassette voor het opnemen van een compact disc met 46 minuten muziek, zal de CD-speler automatisch die muziekstukken kiezen met een maximale speelduur van 40 minuten, waarbij de cassette zo volledig mogelijk wordt opgevuld. De CD-speler kan geen muziekstukken met een hoger nummer dan 20 kiezen. Lees verder op de volgende bladzijde ➔ CD 1 NL 5 A DOLBY NR B OFF 63 125 250 500 1k 2k 4k 8k VOLUME 16k(Hz) ALL DISCS DBFB 4 Plaats een voor opnemen geschikte cassette met de aangegeven bandlengte (of langer) in deck B. Hoofdstuk 4: Het cassettedeck 17 ➔ vervolg * Het opnemen stopt altijd aan het einde van de achterkant van de cassette. Voor opnemen op beide cassettekanten dient u de opname te starten vanaf de voorkant. De aanduiding in het uitleesvenster verspringt als volgt: Voor de bediening kunt u zowel de toetsen op het apparaat zelf als die op de afstandsbediening gebruiken. HALF ↔ C-46 ↔ C-54 (23.00) (27.00) C-90 ↔ C-74 ↔ C-60 9 Druk op de CD SYNCHRO toets. (45.00) (37.00) (30.00) SYSTEM POWER m ON Deck B komt in de opnamepauzestand te staan. CD 1 6 2 3 4 7 8 9 10 5 A DOLBY NR B OFF 11 63 125 250 500 1k 2k 4k 8k 1 3, 5, 6 4 p VOLUME 16k(Hz) DBFB DISC PROGRAM Stel in op “HALF” als u slechts de halve speelduur van de compact disc wilt opnemen. De stand “HALF” is niet beschikbaar voor compact discs met meer dan 20 nummers. »P ⁄ p 2 Æ » » Æ p 0 p p ) 0 r ) 5 Druk nogmaals op de EDIT toets. De CD-speler kiest nu automatisch de muziekstukken voor opname op kant A van de cassette. P ⁄ ⁄ 9 10 Muziekstukken voor opname op cassettekant A 7 8 2 3 A DOLBY NR B OFF 63 125 250 500 1k 2k 4k 8k DBFB p 6 Wilt u opnemen op beide ) p 0 p P P ( + ( ) = 0 =/+ CHECK 1 Druk net zovaak op de FUNCTION toets tot de aanduiding “CD” oplicht in het uitleesvenster. 2 Druk op de § OPEN/CLOSE/ EX-CHANGE toets en plaats een compact disc. Druk dan nogmaals op de § OPEN/CLOSE/EX-CHANGE toets om de disc-lade te sluiten. Als de toets voor de disc-houder waarin de disc is die u wilt opnemen niet groen oplicht, druk dan net zovaak op de DISC SKIP toets tot de betreffende toets groen oplicht. 3 Druk tweemaal op de EDIT toets. In het uitleesvenster verschijnt eerst de aanduiding “TAPE SELECT” en daarna “TIME EDIT”. 4 Gebruik de JOG draaiknop (of druk op de = of + toets van de afstandsbediening) om de bandlengte van de cassette (in minuten) in te stellen. Hoofdstuk 4: Het cassettedeck Kontroleren van de op te nemen muziekstukken Druk meermalen op de CHECK toets van de afstandsbediening. Telkens wanneer u op de CHECK toets drukt, geeft het uitleesvenster het volgende op te nemen muziekstuk aan. VOLUME 16k(Hz) Totale speelduur van cassettekant A NL 9 Stoppen met opnemen Druk op de p toets van het cassettedeck of de CD-speler. 5 6 DISC PROGRAM 18 opnamepauzestand uit te schakelen. Het opnemen begint dan. Na ongeveer 10 sekonden zal het afspelen van de compact disc beginnen. CD 1 DOLBY NR ( 10 Druk op de P PAUSE toets om de cassettekanten, druk dan nu nogmaals op de EDIT toets. De CD-speler kiest dan automatisch de muziekstukken voor opname op cassettekant B. Wilt u alleen op kant A opnemen, dan drukt u nu op de p toets van de CDspeler. De aanduiding stopt met knipperen. 7 Druk op de § EJECT toets en plaats een voor opnemen geschikte cassette in deck B, met de kant voor opname naar u toe gericht. Het opnemen zal beginnen aan de voorkant van de cassette, tenzij u vóór het opnemen de bandlooprichting wijzigt. Let op dat voor de kant(en) waarop u wilt opnemen het wispreventienokje intakt is. 8 Stel in op opnemen op één cassettekant of op beide kanten. U wilt Instelling van de DIRECTION MODE schakelaar Op één cassettekant opnemen A Op beide cassettekanten opnemen* ß of RELAY Uitschakelen van de tijdmontage Druk op de p toets van de CD-speler en vervolgens op de PLAY MODE toets. Vooraf kiezen van uw favoriete muziekstukken voor opname De mogelijkheid bestaat om vooraf bepaalde favoriete muziekstukken voorrang te verlenen bij het samenstellen van een programma voor cassette-opname (maximaal 20 nummers). Zie “Afspelen van muziekstukken in de gewenste volgorde (PROGRAM weergave)”. Inschakelen van de Dolby NR ruisonderdrukking Om storende bandruis in zacht doorkomende hoge frekwenties te onderdrukken, drukt u na stap 8 op de DOLBY NR schakelaar tot in het uitleesvenster “DOLBY NR B” verschijnt. 3 Druk net zovaak op de PLAY MODE Opnemen van een compact disc: Kiezen van gewenste muziekstukken (programma-montage) U kunt zelf de muziekstukken kiezen voor opname op een cassette, die binnen de resterende bandlengte passen. SYSTEM POWER m ON toets tot de aanduiding “PROGRAM” oplicht in het uitleesvenster. 4 Draai aan de JOG knop (of druk op de = of + toetsen van de afstandsbediening) om het nummer van een muziekstuk te kiezen. 5 Druk op de ENTER/NEXT toets. Het gekozen muziekstuknummer licht op in de muziekkalender en is tevens in het geheugen vastgelegd. Als het muziekstuknummer verdwijnt voordat u op de ENTER/NEXT toets heeft gedrukt, gaat u terug naar stap 4. 6 Herhaal de stappen 4 en 5 voor elk van de muziekstukken in uw programma voor cassettekant A, in de volgorde waarin u deze wilt opnemen. 1 5 3 4 p »P ⁄ Æ » Æ » p p p ) 0 r afstandsbediening om een pauze aan het eind van cassettekant A in te voegen. In het uitleesvenster verschijnt een “P”. De totale speelduur komt weer op “0.00” te staan. p 2 0 7 Druk op de P toets van de ) 8 Herhaal de stappen 4 en 5 voor elk van de muziekstukken in uw programma voor cassettekant B, in de volgorde waarin u deze wilt opnemen. 12 Druk op de P PAUSE toets om de opnamepauzestand uit te schakelen. Het opnemen begint dan. Na ongeveer 10 sekonden zal het afspelen van de compact disc beginnen. Stoppen met opnemen Druk op de p toets van het cassettedeck of de CD-speler. Kontroleren van de op te nemen muziekstukken Druk meermalen op de CHECK toets. Telkens wanneer u op de CHECK toets drukt, geeft het uitleesvenster het volgende op te nemen muziekstuk aan. Uitschakelen van de programmamontage Druk net zovaak op de PLAY MODE toets tot de aanduiding “PROGRAM” of “SHUFFLE” verdwijnt uit het uitleesvenster. Inschakelen van de Dolby NR ruisonderdrukking Om storende bandruis in zacht doorkomende hoge frekwenties te onderdrukken, drukt u na stap 10 op de DOLBY NR schakelaar tot in het uitleesvenster “DOLBY NR B” verschijnt. NL 19 P ⁄ ⁄ 9 Druk op de § EJECT toets en plaats een 11 12 9 10 DOLBY NR p ( ) 9 7 p 0 p P 10 Stel in op opnemen op één P ( voor opnemen geschikte cassette in deck B, met de kant voor opname naar u toe gericht. Het opnemen zal beginnen aan de voorkant van de cassette, tenzij u vóór het opnemen de bandlooprichting wijzigt. Let op dat voor de kant(en) waarop u wilt opnemen het wispreventienokje intakt is. + ( ) = 0 toets tot de aanduiding “CD” oplicht in het uitleesvenster. 2 Druk op de § OPEN/CLOSE/ EX-CHANGE toets en plaats een compact disc. Druk dan nogmaals op de § OPEN/CLOSE/EX-CHANGE toets om de disc-lade te sluiten. Als de toets voor de disc-houder waarin de disc is die u wilt opnemen niet groen oplicht, druk dan net zovaak op de DISC SKIP toets tot de betreffende toets groen oplicht. U kunt via de ingebouwde tuner radiouitzendingen op cassette opnemen. Gebruik hiervoor TYPE I (normaalband) of TYPE II (CrO2-band) cassettes. SYSTEM POWER m ON cassettekant of op beide kanten. U wilt Instelling van de DIRECTION MODE schakelaar Op één cassettekant opnemen A Op beide cassettekanten opnemen* ß of RELAY =/+ 1 Druk net zovaak op de FUNCTION Opnemen van radiouitzendingen * Het opnemen stopt altijd aan het einde van de achterkant van de cassette. Voor opnemen op beide cassettekanten dient u de opname te starten vanaf de voorkant. 11 Druk op de CD SYNCHRO toets. Deck B komt in de opnamepauzestand te staan. 2 »P ⁄ p Æ » » Æ p p 0 ) 0 r p ) P ⁄ ⁄ 56 1 4 DOLBY NR Lees verder op de volgende bladzijde ➔ Hoofdstuk 4: Het cassettedeck ➔ vervolg 1 Druk op de § EJECT toets en plaats een voor opnemen geschikte cassette in deck B, met de kant voor opname naar u toe gericht. Het opnemen zal beginnen aan de voorkant van de cassette, tenzij u vóór het opnemen de bandlooprichting wijzigt. Let op dat voor de kant(en) waarop u wilt opnemen het wispreventienokje intakt is. 2 Druk enkele malen op de TUNER/ BAND toets tot de gewenste afstemband in het uitleesvenster verschijnt. 3 Stem af op de gewenste voorkeurzender. (Zie “Luisteren naar de radio” en “Afstemmen op vooringestelde zenders” voor nadere bijzonderheden.) Kopiëren van bandopnamen (dubbing) U kunt het apparaat automatisch een hele cassette laten kopiëren, met behulp van de snelkopieerfunktie. Gebruik voor het opnemen een TYPE I (normaalband) of TYPE II (CrO2-band) cassette. Voor de bediening gebruikt u de toetsen op het apparaat zelf. SYSTEM POWER m ON of op beide kanten. NL 20 Op één cassettekant opnemen Op beide cassettekanten opnemen* * Verloop van het opnemen schakelaar A Het kopiëren stopt aan het einde van de eerste cassettekant. ß Wanneer het einde van de voorkant wordt bereikt, zal het kopiëren aan de achterkant van de cassette direkt doorgaan, ongeacht de bandloop van de oorspronkelijke cassette, die in het andere deck wordt afgespeeld. RELAY Als bij één van de cassettes het einde van de eerste cassettekant wordt bereikt, wordt de bandloop stilgezet, dan wordt er gewacht tot de andere cassette het einde bereikt en dan wordt de bandloop voor beide cassettes tegelijkertijd omgekeerd. Automatisch kopiëren van bandopnamen 4 Stel in op opnemen op één cassettekant U wilt Stand van schakelaar 3 Druk op de HIGH SPEED DUBBING Instelling van de DIRECTION MODE schakelaar toets. Deck B komt in de opnamepauzestand te staan. »P ⁄ p A Æ ß of RELAY Het opnemen stopt altijd aan het einde van de achterkant van de cassette. Voor opnemen op beide cassettekanten dient u de opname te starten vanaf de voorkant. 5 Druk op de r REC toets. Deck B komt in de opnamepauzestand te staan. 6 Druk op de P PAUSE toets om de opnamepauzestand uit te schakelen. Het opnemen begint dan. Stoppen met opnemen Druk op de p toets van het cassettedeck. Onderdrukken van bijgeluiden bij het opnemen van een AM radiouitzending Als tijdens het opnemen een storende fluittoon klinkt, kunt u de AM kaderantenne verstellen om de beste ontvangst te vinden. Inschakelen van de Dolby NR ruisonderdrukking Om storende bandruis in zacht doorkomende hoge frekwenties te onderdrukken, drukt u na stap 4 op de DOLBY NR schakelaar tot in het uitleesvenster “DOLBY NR B” verschijnt. Hoofdstuk 4: Het cassettedeck Æ p 0 ) 0 r p ) P ⁄ 1 4 Druk op de P PAUSE toets. » » p ⁄ 3 4 1 2 1 Druk op de § EJECT toets en plaats een bespeelde cassette in deck A, met de af te spelen kant naar u toe gericht. Plaats een voor opnemen geschikte cassette in deck B, met de kant voor opname naar u toe gericht. Het opnemen en afspelen zal beginnen aan de voorkant van de cassette, tenzij u vóór het opnemen de bandlooprichting wijzigt. Let op dat voor de kant(en) waarop u wilt opnemen het wispreventienokje intakt is. 2 Zet de DIRECTION MODE schakelaar in de gewenste stand om te bepalen hoe de cassette zal worden opgenomen. Het kopiëren op hoge snelheid begint. Als u met kopiëren begint aan de achterkant van de cassette, stopt de bandloop aan het eind van die kant, ook als u de DIRECTION MODE schakelaar heeft ingesteld op “RELAY” of “ß ”. Stoppen met kopiëren Druk op de p toets. Instellen van de DOLBY NR schakelaar is bij kopiëren niet nodig De cassette in deck B wordt automatisch net zo opgenomen als de voorbespeelde cassette in deck A. 4 Druk op de r REC toets. Handmatig kopiëren van bandopnamen Deck B komt in de opnamepauzestand te staan. Als u slechts een deel van een cassette op een andere wilt overnemen, kopieert u de gewenste muziekstukken dan handmatig met normale snelheid. Gebruik voor het opnemen een TYPE I (normaalband) of TYPE II (CrO2-band) cassette. SYSTEM POWER m ON 5 Druk op de P PAUSE toets om de opnamepauzestand uit te schakelen. Het opnemen begint dan. 6 Druk op de · of ª toets van deck A om te beginnen met afspelen van de cassette. Stoppen met opnemen Druk op de p toets van deck A en B. Opmerkingen 2 »P ⁄ 6 p Æ p » » Æ p p 0 •Bij het kopiëren van een Dolby-B gekodeerde cassette zal de kopie-cassette eveneens Dolby-B gekodeerd zijn. •Als u een Dolby-B gekodeerde kopie wilt maken van een cassette die niet met Dolby-B is opgenomen, dient u alvorens te beginnen met opnemen op de DOLBY NR schakelaar te drukken zodat in het uitleesvenster “DOLBY NR B” verschijnt. ) 0 r ⁄ 1 p ) P ⁄ 45 NL 1 3 21 DOLBY NR 1 Druk op de § EJECT toets en plaats een bespeelde cassette in deck A, met de af te spelen kant naar u toe gericht. Plaats een voor opnemen geschikte cassette in deck B, met de kant voor opname naar u toe gericht. Het opnemen en afspelen zal beginnen aan de voorkant van de cassette, tenzij u vóór het opnemen de bandlooprichting wijzigt. Let op dat voor de kant(en) waarop u wilt opnemen het wispreventienokje intakt is. 2 Druk op de FUNCTION toets tot de aanduiding “TAPE” in het uitleesvenster oplicht. 3 Stel in op opnemen op één cassettekant of op beide kanten. U wilt Instelling van de DIRECTION MODE schakelaar Op één cassettekant opnemen A Op beide cassettekanten opnemen* ß of RELAY * Het opnemen stopt altijd aan het einde van de achterkant van de cassette. Voor opnemen op beide cassettekanten dient u de opname te starten vanaf de voorkant. Hoofdstuk 4: Het cassettedeck Hoofdstuk 5: Geluids instelling Opmerking Bijregelen van het geluid Om ten volle te genieten van het geluid van de stereo-installatie, kunt u het geluid als volgt bijregelen. In de paragrafen hieronder wordt uitgelegd hoe u diverse geluidsinstellingen kunt maken. SYSTEM POWER m ON SURROUND Bijregelen van het geluid •Bij het uitschakelen van de GROOVE funktie komen de DBFB instelling en de wijziging van de grafiek-toonregelcurve niet te vervallen. Om de DBFB instelling te laten vervallen, drukt u net zovaak op de DBFB toets tot de “DBFB ” of “DBFB ” aanduiding verdwijnt uit het uitleesvenster. Om de wijziging van de grafiektoonregelcurve ongedaan te maken, dient u opnieuw de gewenste instellingen te maken. Luisteren via een hoofdtelefoon Sluit een hoofdtelefoon aan op de PHONES aansluiting. Wanneer de hoofdtelefoon is aangesloten, zal er geen geluid via de luidsprekers te horen zijn. Kiezen van een akoestiekinstelling Bijregelen van de akoestiek-instelling DBFB Vastleggen van uw eigen akoestiek-instellingen (PERSONAL FILE) PHONES VOLUME GROOVE Aanpassen van de geluidssterkte Draai aan de VOLUME regelaar of druk op de VOL (+/–) toetsen van de afstandsbediening. NL 22 Extra versterken van de bassen Druk enkele malen op de DBFB* toets, tot de aanduiding “DBFB ” of “DBFB ” in het uitleesvenster verschijnt. De aanduiding in het uitleesvenster verandert als volgt: n DBFB n DBFB Bij deze stereo-installatie heeft u de keuze uit 20 verschillende akoestiekeffekten (akoestiek-menu), die in de fabriek zijn vooringesteld. Deze effekten zijn gecreëerd met behulp van de grafiek-toonregeling en de ruimtelijke rondom-funkties. Met behulp van een druk op de toets kunt u de meest geschikte akoestiek-instelling kiezen voor het soort muziek waarnaar u wilt luisteren. U kunt ook zelf gemaakte akoestiek-instellingen in het geheugen vastleggen (zie “Vastleggen van uw eigen akoestiek-instellingen (PERSONAL FILE)”). n Geen aanduiding Kiezen van een akoestiek-instelling Bij de stand “DBFB ” zullen de bassen meer versterkt worden dan in de “DBFB ” stand. * SYSTEM POWER m ON DISPLAY DBFB = Dynamic Bass Feedback (basversterking) 1 3 Als de DBFB basversterkingsfunktie in kombinatie met de grafiek-toonregeling wordt gebruikt Wanneer de bassen te sterk zijn, zal de muziek vervormd klinken. Stel de bassen langzaam af terwijl u naar de muziek luistert, zodat de beste instelling wordt verkregen. Voor een krachtig geluid (GROOVE funktie) Druk op de GROOVE toets. De geluidssterkte wordt verhoogd, de DBFB basversterkingsfunktie komt op volle sterkte te staan, de instelling van de grafiek-toonregeling verandert en de “GROOVE” toets licht op. Druk nogmaals op de GROOVE toets om weer terug te keren naar de oorspronkelijke geluidssterkte. Hoofdstuk 5: Geluidsinstelling 2 EFFECT ON/OFF 1 Druk op een van de MENU toetsen. Zie de “Akoestiek-menu” tabel op de volgende bladzijde. Het laatst gekozen akoestiekeffekt van het betreffende menu wordt in het uitleesvenster aangegeven. 2 Draai aan de JOG knop om het gewenste effekt te kiezen. De naam van het akoestiekeffekt verschijnt in het uitleesvenster. 3 Druk op de ENTER/NEXT toets. Annuleren van het akoestiekeffekt Druk op de EFFECT ON/OFF toets zodat de aanduiding “EFFECT OFF” in het uitleesvenster verschijnt. Bijregelen van de akoestiek-instelling Akoestiek-menu De aanduiding “SUR ” verschijnt als u een akoestiek-instelling kiest met ruimtelijk rondom-effekt. U kunt de akoestiek-instelling met behulp van de volgende twee funkties bijregelen: •Grafiek-toonregeling •Ruimtelijk rondom-effekt MENU toets Effekt Voor MENU 1 ROCK POPS JAZZ CLASSIC DANCE Standaard muziekbronnen MENU 3 MORNING DAY EVENING NIGHT RELAX Speciale luisteratmosfeer MENU 4 GAME COCKTAIL PARTY CHEEK MOVIE Speciale luistersituatie Veranderen van de akoestiekaanduidingen Telkens wanneer u de DISPLAY toets enkele sekonden lang ingedrukt houdt, veranderen de akoestiek-aanduidingen in het uitleesvenster zoals hierna aangegeven. Spectrum-analyzer 1 125 250 500 1k 2k 4k 8k 16k(Hz) 125 250 500 1k 2k 4k 8k 16k(Hz) 125 250 500 1k 2k 4k 8k 16k(Hz) Grafiek-toonregelcurve 63 125 250 500 1k SURROUND 2k 4k SYSTEM POWER m ON 5 4 1 2 Inschakelen van het rondom-effekt Druk op de SURROUND toets. De aanduiding “SUR ” verschijnt in het uitleesvenster. Uitschakelen van het rondom-effekt Druk nogmaals op de SURROUND toets. De aanduiding “SUR ” verdwijnt uit het uitleesvenster. 1 Druk op de FREQUENCY + of – toets om de frekwentieband te kiezen. 2 Stel het nivo in met de JOG draaiknop. 3 Herhaal de stappen 1 en 2. 4 Druk op de SURROUND toets als u een ruimtelijk rondom-effekt wilt toevoegen. De aanduiding “SUR ” verschijnt in het uitleesvenster. Druk nogmaals op de toets als u het effekt wilt laten vervallen. de gewenste afstellingen heeft gemaakt. De grafiek-toonregelcurve verdwijnt uit het uitleesvenster, maar het geluid wordt nu weergegeven met de bijgeregelde klank. Opmerking Spectrum-analyzer 3 63 SYSTEM POWER m ON 5 Druk op de ENTER/NEXT toets nadat u Spectrum-analyzer 2 63 Ook als er geen akoestiekluidsprekers zijn aangesloten, heeft u toch de beschikking over het ruimtelijk rondom-effekt. Alvorens te beginnen, kiest u een bepaalde akoestiek-instelling die gebruikt wordt als basis voor de bijregeling van het geluid. Met de grafiek-toonregeling kan het nivo van de diverse frekwentiebanden naar wens verhoogd of verlaagd worden. Alvorens te beginnen, kiest u een bepaalde akoestiek-instelling die gebruikt wordt als basis voor de bijregeling van de klank. MENU 2 SALSA REGGAE BALLADE OLDIES SOUL 63 Bijregelen van de klank (grafiek-toonregeling) Inschakelen van het ruimtelijk rondom-effekt (surroundfunktie) 8k •Als u een andere akoestiek-instelling kiest uit het menu, komt de gemaakte bijregeling te vervallen (dit is niet het geval als “EFFECT OFF” wordt gekozen). Wilt u de instellingen bewaren voor toekomstig gebruik, leg deze dan vast in het geheugen van de stereo-installatie. (Zie “Vastleggen van uw eigen akoestiekinstellingen (PERSONAL FILE)”.) 16k(Hz) Hoofdstuk 5: Geluidsinstelling NL 23 Oproepen van een zelfgemaakt akoestiekpatroon 1 Druk op de P FILE toets. Het laatst gekozen akoestiekpatroon verschijnt in het uitleesvenster. 2 Draai aan de JOG knop om het gewenste akoestiekpatroon te kiezen. 3 Druk op de ENTER/NEXT toets. Vastleggen van uw eigen akoestiekinstellingen (PERSONAL FILE) Na het samenstellen van uw eigen akoestiek-instellingen kunt u deze in het geheugen van de stereo-installatie vastleggen. Dit biedt u de mogelijkheid telkens voor de weergave van een favoriete radio-uitzending, cassette of compact disc het bijbehorende akoestiekpatroon op te roepen, om de muziek precies naar wens te laten klinken. U kunt vijf zelfgemaakte akoestiek-instellingen als “PERSONAL FILE” vastleggen. Alvorens te beginnen, kiest u een bepaalde akoestiek-instelling die gebruikt wordt als basis voor de bijregeling van het geluid. SYSTEM POWER m ON NL 2 4 24 3 1 Regel de akoestiek-instelling bij met behulp van de grafiek-toonregeling en het ruimtelijk rondom-effekt. 2 Druk op de MEMORY toets terwijl de grafiek-toonregelcurve knippert. Er verschijnt een nummer voor het akoestiekpatroon in het uitleesvenster. VOLUME 63 125 250 500 1k 2k 4k 8k 16k(Hz) TUNED STEREO AUTO DBFB MHz Nummer voor akoestiekpatroon 3 Kies het gewenste nummer (P FILE) voor het akoestiekpatroon met de JOG draaiknop. 4 Druk op de ENTER/NEXT toets. Het bijgeregelde akoestiekeffekt is nu vastgelegd onder het gekozen nummer. Het voorheen op deze plaats vastgelegde akoestiekpatroon wordt gewist en vervangen door de nieuwe instellingen. Hoofdstuk 5: Geluidsinstelling Hoofdstuk 6: Extra funkties In slaap vallen met muziek Gewekt worden met muziek In slaap vallen met muziek U kunt de stereo-installatie automatisch laten uitschakelen, zodat u gerust met muziek in slaap kunt vallen (sluimerfunktie). Voor het instellen van de sluimerfunktie moet de klok wel eerst op de juiste tijd zijn ingesteld. De sluimerfunktie kan in kombinatie met de schakelklok-wekfunktie gebruikt worden. Opmerking Zolang de sluimerfunktie ingeschakeld is, zullen de andere schakelklok-funkties, voor eenmalige of dagelijkse opname, niet werken. Gewekt worden met muziek Mengen met een mikrofoon SLEEP 1 Start de weergave van de gewenste geluidsbron (een cassette, compact disc of de radio). 2 Druk herhaaldelijk op de SLEEP toets voor het instellen van de gewenste sluimerduur. De aanduiding in het uitleesvenster verloopt als volgt: U kunt de stereo-installatie automatisch op een vooraf ingesteld tijdstip laten inschakelen, zodat u door muziek gewekt kunt worden. Hiervoor hoeft u de schakelklok slechts eenmaal in te stellen. Als u de CD-speler kiest als geluidsbron, kunt u de muziekstukken op de compact disc op de gewenste wijze weergeven (normale weergave, willekeurige weergave of programma-weergave). Voor het instellen van deze wekfunktie moet de klok wel eerst op de juiste tijd zijn ingesteld. SYSTEM POWER m ON AUTO n 90 n 80 ... 10 n OFF n Aansluiten van los verkrijgbare apparatuur Uitschakelen van de installatie voordat deze door de sluimerfunktie wordt uitgeschakeld Druk op de SYSTEM POWER schakelaar. SYSTEM POWER m ON Schakelklok-opname van radio-uitzendingen Karaoke: Meezingen met muziek Wijzigen van de sluimertijd terwijl de sluimerfunktie ingeschakeld is Druk net zovaak op de SLEEP toets tot weer de gewenste sluimertijd wordt aangegeven. Telkens wanneer u op de SLEEP toets drukt, nemen de minuten met 10 tegelijk af, van 90 tot 10. De aanduiding toont de tijd waarna de installatie wordt uitgeschakeld. Als de “AUTO” stand wordt gekozen In dit geval wordt de installatie uitgeschakeld zodra de huidige compact disc of cassette (kant 1) is afgespeeld (maximaal na 100 minuten). De installatie zal ook worden uitgeschakeld als bij vooruit- of terugspoelen het einde van de band wordt bereikt. Uitschakelen van de sluimerfunktie Druk net zovaak op de SLEEP toets van de afstandsbediening tot de aanduiding “OFF” in het uitleesvenster verschijnt. Kontroleren van de resterende sluimertijd voordat deze is verstreken Druk eenmaal op de SLEEP toets. Het resterend aantal minuten van de sluimertijd zal dan enkele sekonden lang in het uitleesvenster worden aangegeven. 3 4 5,6,7,8 2 5, 6, 7, 9 1 Zet de geluidsbron gereed voor de wekfunktie. Gewekt worden door de radio Stem af op de gewenste (vastgelegde) voorkeurzender. Gewekt worden met muziek van een compact disc Plaats een CD in de disc-lade. Als u met een bepaald muziekstuk gewekt wilt worden, dient u tevens de instellingen te maken voor geprogrammeerde CD weergave. (Zie “Afspelen van muziekstukken in de gewenste volgorde (PROGRAM weergave)”.) Lees verder op de volgende bladzijde ➔ Hoofdstuk 6: Extra funkties NL 25 10 ➔ vervolg Druk op de SYSTEM POWER schakelaar om de stereo-installatie uit te schakelen. Op de vooringestelde tijd zal de installatie worden ingeschakeld en zal de muziek gaan spelen. Op de ingestelde uitschakeltijd wordt de stereo-installatie weer automatisch uitgeschakeld. Gewekt worden met muziek van een cassette Plaats een cassette in het cassettedeck, met de af te spelen kant naar u toe gericht. Als er in beide decks een cassette aanwezig is, zult u alleen het geluid van deck A horen. 2 Draai aan de VOLUME regelaar om de geluidssterkte naar wens in te stellen. 3 Druk op de TIMER toets. 4 Druk op de TIMER SET toets. 5 Draai aan de JOG knop en kies “DAILY 1” of “DAILY 2”. Druk vervolgens op de ENTER/NEXT toets. De aanduiding “ON” licht op en de uurcijfers beginnen te knipperen. 1 2 3 4 6 7 8 9 10 TIMER DAILY 1 5 VOLUME 11 12 13 14 15 63 125 250 500 1k 2k 4k 8k 16k(Hz) 16 17 18 19 20 DBFB knippert 6 Draai aan de JOG knop om in te stellen NL 26 op het uur van de tijd dat u met muziek gewekt wilt worden en druk dan op de ENTER/NEXT toets. Stel de minuten op dezelfde wijze in. De aanduiding “OFF” licht op en de uur-cijfers gaan weer knipperen. 1 2 3 4 6 7 8 9 10 TIMER DAILY 1 5 VOLUME 11 12 13 14 15 63 125 250 500 1k 2k 4k 8k 16k(Hz) 16 17 18 19 20 DBFB knippert . 1 2 3 4 6 7 8 9 10 TIMER DAILY 1 5 VOLUME 11 12 13 14 15 63 125 250 500 1k 2k 4k 8k 16k(Hz) 16 17 18 19 20 DBFB knippert Wijzigen van de schakelklokinstellingen Herhaal de bovenstaande aanwijzingen vanaf stap 1. Kontroleren van de schakelklokinstellingen 1 Druk op de TIMER toets. 2 Druk op de TIMER SELECT toets en gebruik dan de JOG knop om de schakelklok-wekfunktie te kiezen waarvan u de instellingen wilt kontroleren. 3 Druk op de ENTER/NEXT toets. De vooringestelde punten verschijnen nu één-voor-één in het uitleesvenster, waarna de vorige aanduidingen weer in het uitleesvenster worden aangegeven. Overschakelen op de andere schakelklok-wekfunktie Kies de gewenste wekfunktie in stap 2 van “Kontroleren van de schakelklokinstellingen”. Uitschakelen van de schakelklokwekfunktie 1 Druk op de TIMER toets. 2 Druk op de TIMER SELECT toets en draai dan aan de JOG knop tot de aanduiding “TIMER OFF” verschijnt in het uitleesvenster. 3 Druk op de ENTER/NEXT toets. Wanneer u de betreffende wekfunktie (DAILY 1 of DAILY 2) opnieuw wilt gebruiken, kies deze dan weer in bovenstaande stap 2 en druk dan op de ENTER/NEXT toets. 7 Draai aan de JOG knop om in te stellen op het uur van de tijd dat u de muziek wilt laten stoppen en druk weer op de ENTER/NEXT toets. Stel de minuten op dezelfde wijze in. 8 Draai aan de JOG knop om de gewenste geluidsbron te kiezen. De aanduiding in het uitleesvenster verloopt als volgt: n n 1 2 3 4 6 7 8 9 10 TIMER DAILY 1 5 VOLUME 63 125 250 500 1k 2k 4k 8k 16k(Hz) 16 17 18 19 20 DBFB 9 Druk op de ENTER/NEXT toets. De vooringestelde punten verschijnen nu één-voor-één in het uitleesvenster. Hoofdstuk 6: Extra funkties SYSTEM POWER m ON 1 4 2 5 6, 7, 8, 10 3,6,7,8,9 1 Druk net zovaak op de TUNER/BAND toets tot de gewenste afstemband in het uitleesvenster wordt aangegeven. 2 Druk net zovaak op de TUNING MODE toets tot de aanduiding “PRESET” in het uitleesvenster verschijnt. 3 Draai aan de JOG knop om af te stemmen op een (vastgelegde) voorkeurzender. 4 Druk op de TIMER toets. 5 Druk op de TIMER SET toets. 6 Draai aan de JOG knop en kies “REC”. Druk vervolgens op de ENTER/NEXT toets. De aanduiding “ON” licht op en de uurcijfers beginnen te knipperen. 1 2 3 4 6 7 8 9 10 TIMER REC 5 11 12 13 14 15 VOLUME 63 125 250 500 1k 2k 4k 8k 16k(Hz) 16 17 18 19 20 DBFB knippert 7 Draai aan de JOG knop om in te stellen op het uur van de opname-begintijd en druk dan op de ENTER/NEXT toets. Stel de minuten op dezelfde wijze in. De aanduiding “OFF” licht op en de uur-cijfers gaan weer knipperen. 1 2 3 4 6 7 8 9 10 TIMER REC 5 11 12 13 14 15 VOLUME 63 125 250 500 1k 2k 4k 8k 16k(Hz) 16 17 18 19 20 DBFB knippert TUNER ˜ TAPE PLAY N CD PLAY ˜ MD PLAYN 11 12 13 14 15 Schakelklok-opname van radiouitzendingen Let ook op of de klok op de juiste tijd staat ingesteld. U kunt de schakelklok vooraf instellen voor het opnemen van een radio-uitzending op een bepaalde tijd. Deze instelling geldt voor slechts een enkele opname. De geluidssterkte wordt automatisch in de minimumstand (MIN) gezet. Indien gewenst, kunt u de opname maken met een Sony minidisc-recorder voorzien van een AU BUS aansluiting. De minidisc-recorder dient in dit geval met de AU BUS aansluiting van dit apparaat te worden verbonden. . 1 2 3 4 6 7 8 9 10 TIMER REC 5 11 12 13 14 15 VOLUME 63 125 250 500 1k 2k 4k 8k 16k(Hz) 16 17 18 19 20 DBFB knippert 8 Draai aan de JOG knop om in te stellen op het uur van de opname-eindtijd en druk weer op de ENTER/NEXT toets. Stel de minuten op dezelfde wijze in. 9 Draai aan de JOG knop om het gewenste opname-apparaat te kiezen. De aanduiding in het uitleesvenster verloopt als volgt: Als er een stroomonderbreking optreedt die langer duurt dan een halve dag TAPE REC ˜ MD REC 1 2 3 4 6 7 8 9 10 TIMER REC 5 11 12 13 14 15 VOLUME 63 125 250 500 1k 2k 4k 8k 6 Stel de VOLUME regelaar naar wens in. 3 Druk op de ENTER/NEXT toets. De schakelklok-aanduidingen verdwijnen uit het uitleesvenster. 16k(Hz) 16 17 18 19 20 DBFB 10 Druk op de ENTER/NEXT toets. De vooringestelde punten verschijnen nu één-voor-één in het uitleesvenster. 11 Maak het opname-apparaat klaar voor het maken van een opname. Opnemen met het cassettedeck Steek een cassette in deck B. Kies de gewenste bandlooprichting en Dolby NR instelling. Opnemen met de minidiscrecorder Steek een minidisc in de minidiscrecorder. 12 Druk op de SYSTEM POWER schakelaar om de stereo-installatie uit te schakelen. 15 sekonden voordat de ingestelde tijd wordt bereikt, zal de installatie worden ingeschakeld. De geluidssterkte wordt in de minimumstand (MIN) gezet. De kloktijd en schakelklok-instellingen worden gewist. Nadat de stroomvoorziening is hersteld, knippert de aanduiding “0:00” in het uitleesvenster. Als de stereo-installatie op de ingestelde opnametijd al aanstaat De geluidsbron wordt dan automatisch overgeschakeld naar de tuner, maar het opnemen van de radio-uitzending zal niet beginnen. Opmerking •Een schakelklok-instelling waarbij de inschakeltijd en de uitschakeltijd gelijk zijn is niet mogelijk. Als er een hinderlijke fluittoon gaat “rondzingen” door akoestische terugkoppeling, dient u de mikrofoon in een andere richting te houden of wat verder van de luidsprekers vandaan te zetten. 7 Wilt u het gemengde geluid op de band opnemen, plaats dan een cassette in deck B en begin met opnemen. Opnemen van alleen mikrofoongeluid 1 Druk enkele malen op de FUNCTION toets, tot de aanduiding “CD” in het uitleesvenster verschijnt. Als al een compact disc werd afgespeeld, drukt u op de p toets van de CD-speler om het afspelen stop te zetten. 2 Start de opname. 3 Zing of spreek in de mikrofoon. Na afloop van het mengen met de mikrofoon Draai de MIC LEVEL regelaar naar de “MIN” stand om het mikrofoon-nivo te verminderen en maak de mikrofoon los. Mengen met een mikrofoon Deze funktie stelt u in staat een mikrofoon (niet bijgeleverd) te gebruiken om mee te zingen met weergegeven muziek, ofwel uw stem te “mengen” met de weergave van een geluidsbron. Het gemengde geluid kan ook op cassette worden opgenomen. NL Karaoke: Meezingen met muziek Opmerking •De werking van de schakelklok begint dus eigenlijk 15 sekonden voordat de ingestelde inschakeltijd wordt bereikt. Als u gedurende deze 15 sekonden een andere bediening uitvoert, is het mogelijk dat de schakelklok niet juist funktioneert. Kontroleren van de schakelklokinstellingen 1 Druk op de TIMER toets. 2 Druk op de TIMER SELECT toets en draai dan aan de JOG knop tot de aanduiding “REC” verschijnt in het uitleesvenster. 3 Druk op de ENTER/NEXT toets. De vooringestelde punten verschijnen nu één-voor-één in het uitleesvenster, waarna de vorige aanduidingen weer in het uitleesvenster worden aangegeven. Wijzigen van de schakelklokinstellingen Herhaal de bovenstaande aanwijzingen vanaf stap 1. Uitschakelen van de schakelklokopnamefunktie 1 Druk op de TIMER toets. 2 Druk op de TIMER SELECT toets en draai dan aan de JOG knop tot de aanduiding “TIMER OFF” verschijnt in het uitleesvenster. SYSTEM POWER m ON SYSTEM POWER m ON 3 2 6 1,5 1 Draai de MIC LEVEL regelaar naar de “MIN” stand om het mikrofoon-nivo te verminderen. 2 Sluit een mikrofoon aan op de MIX MIC mikrofooningang. 3 Druk enkele malen op de FUNCTION toets om de gewenste geluidsbron te kiezen en start de weergave hiervan. 4 Zing of spreek in de mikrofoon. 5 Stel het volume van het mikrofoongeluid in met de MIC LEVEL regelaar. KARAOKE PON/MPX Onderdrukken van de zang op een compact disc of cassette (KARAOKE PON) Bij het afspelen van een compact disc of cassette die in stereo is opgenomen bestaat de mogelijkheid de stem van de zanger te onderdrukken, zodat u zelf met de muziek kunt meezingen. Voor het opnemen van het geluid van de compact disc of cassette samen met uw stem, volgt u de hiernauolgende aanwijzingen en daarna de aanwijzingen onder “Mengen met een mikrofoon”. Lees verder op de volgende bladzijde ➔ Hoofdstuk 6: Extra funkties 27 ➔ vervolg Om zangstemmen te onderdrukken Druk op de KARAOKE PON/MPX toets zodat de aanduiding “h PON” verschijnt in het uitleesvenster. Het akoestiekeffekt (grafiek-toonregeling en ruimtelijke rondom-funktie) wordt uitgeschakeld en de zangstemmen worden onderdrukt. Om de zangstem-onderdrukking weer uit te schakelen Druk net zovaak op de KARAOKE PON/ MPX toets tot de aanduiding “hPON” verdwijnt uit het uitleesvenster. De zangstemmen zijn weer hoorbaar en het akoestiekeffekt wordt opnieuw ingeschakeld. Als u op de EFFECT ON/OFF toets drukt of een andere akoestiek-instelling oproept met de MENU toetsen De karaoke-funktie wordt automatisch uitgeschakeld. Opmerkingen betreffende zangstemonderdrukking NL 28 In de volgende gevallen kan het gebeuren dat de zangstemmen niet volledig worden onderdrukt: •Bij weergave van mono-opnamen (hierbij zullen niet alleen de zangstemmen maar ook bepaalde instrumenten worden onderdrukt). •Bij stereo-opnamen met slechts weinig instrumenten. •Bij weergave van een duet. •Bij muziek met veel echo of koorzang. •Bij muziek waar de zangstem niet in het midden, maar grotendeels op één kanaal is opgenomen. •Bij muziek waar de zangstem een hoge sopraan of tenor is. Meezingen met de muziek van multiplex compact discs of cassettes U kunt ook met de mikrofoon meezingen met de muziek van een multiplex compact disc of cassette. Druk net zovaak op de KARAOKE PON/ MPX toets tot de aanduiding “h MPX L” of “h MPX R” verschijnt in het uitleesvenster (kies links (L) of rechts (R) afhankelijk van de kodering van uw MPX materiaal). U hoort nu uw eigen stem en het geluid van de instrumenten via de luidsprekers. Het voorheen ingestelde akoestiekeffekt (grafiek-toonregeling) blijft ingeschakeld. Hoofdstuk 6: Extra funkties Voor weergave van beide kanalen (de instrumenten en de stem van de zanger) Druk op de KARAOKE PON/MPX toets tot de aanduiding “h MPX” verdwijnt uit het uitleesvenster. Als u op de EFFECT ON/OFF toets drukt of een andere akoestiek-instelling oproept met de MENU toetsen De karaoke-funktie wordt automatisch uitgeschakeld. Aansluiten van een minidisc-recorder of een DAT-deck voor het maken van analoge opnamen U kunt ook met de minidisc-recorder of het DAT-deck een analoge opname maken van het geluid van deze stereo-installatie. Het is tevens mogelijk om het geluid van de minidisc-recorder of het DAT-deck via deze installatie weer te geven. Druk hiervoor op de FUNCTION toets totdat de aanduiding “MD” in het uitleesvenster verschijnt. Achterpaneel Minidisc-recorder of DAT-deck Aansluiten van los verkrijgbare apparatuur Voor allerlei toepassingen en luisterplezier kunt u deze stereo-installatie in kombinatie met andere geluidsapparatuur gebruiken. Zo kunt u het volgende aansluiten: • een minidisc-recorder • een DAT-deck • een mikrofoon • een hoofdtelefoon • akoestiek-achterluidsprekers • een platenspeler Aansluiten van een minidisc-recorder of een DAT-deck Kies een van de volgende twee aansluitmethoden, afhankelijk van de gebruikte apparatuur en de wijze van opnemen (digitaal of analoog). • een minidisc-recorder of een DAT-deck voor het maken van digitale opnamen • een minidisc-recorder of een DAT-deck voor het maken van analoge opnamen Verbind Met LINE IN aansluiting van minidisc-recorder of DAT-deck MD OUT aansluitingen LINE OUT aansluiting van minidisc-recorder of DAT-deck MD IN aansluitingen Gebruik audiosnoeren voor het maken van de aansluitingen en steek de stekkers in de aansluitbussen met dezelfde kleur. Gebruik de FUNCTION toets voor het kiezen van de geluidsbronnen. Aansluiten van apparatuur voorzien van een AU BUS aansluiting U kunt ook Sony apparatuur voorzien van een AU BUS aansluiting op deze installatie aansluiten. Achterpaneel Andere Sony apparatuur Aansluiten van een minidisc-recorder of een DAT-deck voor het maken van digitale opnamen Bij deze aansluitmethode kunt u digitale opnamen maken van compact discs. Achterpaneel Minidisc-recorder of DAT-deck * Automatische geluidsbron-keuze, synchroon-opname en schakelklokopname zijn nu mogelijk. Bij sommige modellen kan het voorkomen dat niet alle drie deze funkties beschikbaar zijn. Verbind Met Digitale IN aansluiting van minidisc-recorder of DAT-deck CD OPTICAL DIGITAL OUT aansluiting met behulp van een optische kabel Aansluiten van een mikrofoon of hoofdtelefoon Sluit de mikrofoon (met klinkstekker) aan op de MIX MIC aansluiting. Sluit de hoofdtelefoon (met stereo klinkstekker) aan op de PHONES aansluiting. Aansluiten van een platenspeler Sluit de platenspeler aan op de MD IN aansluitingen. Kontroleer welk type platenspeler u heeft voordat u deze aansluit. Achterpaneel Voorpaneel PHONES MIX MIC Aansluiten van akoestiekachterluidsprekers Op de SURROUND SPEAKER aansluitbussen kan een stel akoestiekluidsprekers worden aangesloten. Druk op de SURROUND toets zodat de aanduiding “SUR ” verschijnt in het uitleesvenster. Met de akoestiekluidsprekers kunt u genieten van een natuurgetrouw concert- of bioskoopzaal-effekt. Platenspeler Is de platenspeler Aansluiten op uitgerust met een phonoequalizer? Ja MD IN aansluitingen Nee MD IN aansluitingen met behulp van een MM-element equalizer en een aansluitsnoer (niet bijgeleverd) NL 29 Achterpaneel Akoestiek-achterluidspreker (links) Akoestiek-achterluidspreker (rechts) Hoofdstuk 6: Extra funkties Overige informatie Voorzorgsmaatregelen Verhelpen van storingen Onderhoud Technische gegevens Overzicht van de bedieningsorganen Index NL 30 Voorzorgsmaatregelen Mocht u vragen of problemen betreffende deze stereo-installatie hebben, aarzel dan niet kontakt op te nemen met uw dichtstbijzijnde Sony handelaar. Veiligheid • Zolang het netsnoer op het stopkontakt aangesloten is, blijft de stroomvoorziening naar de stereoinstallatie intakt, ook al is de installatie zelf uitgeschakeld. • Trek de stekker van het netsnoer uit het stopkontakt, wanneer u denkt de installatie geruime tijd niet te gebruiken. Trek hiervoor alleen aan de stekker, nooit aan het snoer zelf. • Mocht er vloeistof of een klein voorwerp in een van de komponenten terechtkomen, trek dan de stekker uit het stopkontakt en laat de betreffende komponent eerst door een bevoegd deskundige nakijken alvorens het apparaat weer in gebruik te nemen. • Mocht het nodig zijn het netsnoer te vervangen, laat dit dan uitsluitend door een erkende onderhoudsdienst verrichten. Bij gebruik van TYPE II (CrO2-band) of TYPE IV (metaalband) cassettes dient u erop te letten dat de bandsoortopeningen voor het automatische bandsoortdetektiesysteem niet afgedekt worden. Bandsoortopeningen Als er storingen optreden in de kleuren van het TV-beeld De luidsprekers zijn magnetisch afgeschermd en mogen in de buurt van het TV-toestel worden geplaatst. Afhankelijk van het type TV blijft het echter mogelijk dat er storingen optreden in de kleuren. Bij storing in de kleuren... Schakel het TV-toestel uit en schakel het toestel dan na 15 tot 30 minuten weer in. Indien de storing opnieuw optreedt... Plaats de luidsprekers verder van het TVtoestel vandaan. Opstelling Zet de stereo-installatie op een plaats met voldoende ventilatie om oververhitting van de inwendige onderdelen te voorkomen. Verhelpen van storingen Betreffende kondensvocht in de CDspeler Wanneer de compact disc speler rechtstreeks van een koude in een warme omgeving wordt gebracht, of als deze in een erg vochtige kamer wordt geplaatst, kan op de lens binnenin het apparaat vocht uit de lucht kondenseren. Als dit zich voordoet, zal de compact disc speler niet funktioneren. In zulke gevallen dient u de disc te verwijderen en het apparaat ongeveer een uur aan te laten staan, zodat alle kondens verdwijnt. Mocht u een probleem ondervinden met de stereo-installatie, neem dan de onderstaande lijst van kontrolepunten even door. Kontroleer echter eerst het volgende: •Is het netsnoer goed aangesloten? •Zijn de luidsprekers stevig en op de juiste wijze aangesloten? Mocht u aan de hand van het onderstaande de storing niet kunnen verhelpen, neem dan a.u.b. kontakt op met uw dichtstbijzijnde Sony handelaar. Beschermen van uw bandopnamen tegen per ongeluk wissen Om een cassette tegen abusievelijk wissen te beschermen, breekt u het wispreventienokje uit voor cassettekant A of B waarvan u de opnamen wilt beveiligen, zoals in de afbeelding is aangegeven. Als u een aldus beveiligde cassette later weer voor opname geschikt wilt maken, kunt u de ontstane opening(en) met een stukje plakband afdekken. Tuner De aanduiding “TUNED” knippert in het uitleesvenster. ➔ Richt de antenne. De aanduiding “STEREO” knippert in het uitleesvenster. ➔ Richt de antenne. Ernstige brom of andere stoorgeluiden. ➔ Richt de antenne. ➔ De ontvangen zender komt te zwak door. Sluit een buitenantenne aan. ➔ Sluit de aardingsdraad aan. Stereo FM-uitzendingen worden niet in stereo ontvangen. ➔ Druk op de STEREO/MONO toets zodat de “STEREO” aanduiding verschijnt. Overige informatie De RDS zendernaam van een radiozender verschijnt niet in het uitleesvenster. ➔ De radiozender waarop u heeft afgestemd, verzorgt geen RDS uitzendingen of er is op het moment geen RDS uitzending. Neem kontakt op met de radiozender voor nadere informatie. Cassettedeck Opnemen is niet mogelijk. ➔ Er is geen cassette in de houder aanwezig. ➔ Het wispreventienokje van de cassette is verwijderd. ➔ De band is geheel naar één kant opgespoeld. Het is niet mogelijk op te nemen of weer te geven of het geluidsvolume neemt af. ➔ Vuile bandkoppen. Reinig de koppen.* ➔ Restmagnetisme op de opname/ weergavekoppen.* Teveel snelheidsfluktuaties of het geluid valt weg. ➔ Vuil op de capstan-assen of aandrukrollen.* Eerdere opnamen worden onvoldoende gewist. ➔ Restmagnetisme op de opname/ weergavekoppen.* Veel ruis of wissen van de hoge frekwenties. ➔ Restmagnetisme op de opname/ weergavekoppen.* * Zie “Onderhoud”. Compact disc speler De disc-lade sluit niet. ➔ De compact disc ligt niet goed in de disc-lade. De weergave begint niet. ➔ De compact disc is vuil. ➔ De disc ligt met de bedrukte of labelkant naar beneden in de disclade. ➔ De CD-speler staat in de pauzestand. ➔ Er is vocht in de compact disc speler gekondenseerd. Laat het apparaat ongeveer een uur lang ongebruikt aanstaan totdat alle kondens verdampt is. “NO DISC” wordt getoond in het uitleesvenster. ➔ Er is geen compact disc in de CDspeler. Oproepen van de fabrieksinstellingen Het afspelen begint niet bij het eerste muziekstuk. ➔ De programma-weergave of willekeurige weergave is ingeschakeld. Druk net zovaak op de PLAY MODE toets tot de “PROGRAM” of “SHUFFLE” aanduiding verdwijnt. 1 Druk op de SYSTEM POWER schakelaar om de stereo-installatie uit te schakelen. 2 Houd de FUNCTION en de ENTER/ NEXT toets gelijktijdig ingedrukt en laat de toetsen los. 3 Druk binnen twee sekonden na het loslaten van de FUNCTION en de ENTER/NEXT toets op de MENU 3 toets. Algemeen Er klinkt geen geluid. ➔ Draai de VOLUME regelaar rechtsom. ➔ Er is een hoofdtelefoon aangesloten. Verbreek de aansluiting. Geen geluid van één kanaal of onevenwichtige weergave van links en rechts. ➔ Kontroleer de luidsprekeraansluiting van het niet-werkende kanaal. Het geluid van links en rechts is verwisseld. ➔ Kontroleer de aansluitingen op de luidsprekers en de plaats van de luidsprekers. Onderhoud Reinigen van de koppen en het bandloopwerk Vervuilde koppen veroorzaken een mindere geluidskwaliteit bij opnemen en wegvallen van het geluid bij weergeven. Het wordt daarom aanbevolen de koppen en het bandloopwerk na iedere 10 gebruiksuren schoon te maken. Open de cassettehouder en veeg de koppen, de aandrukrollen en de capstanassen schoon met een wattenstaafje dat licht is bevochtigd met speciale reinigingsvloeistof of alkohol (spiritus). Veeg de in de afbeelding aangegeven onderdelen schoon. Deck A Capstan- Wattenstaafje assen Weergavekop Te weinig lage tonen of onduidelijke plaatsing van de muziekinstrumenten ➔ Kontroleer of de luidsprekers in fase zijn aangesloten, d.w.z. of de + en – niet zijn verwisseld. Krachtige brom of storing ➔ De TV of videorecorder staat te dicht in de buurt van de stereoinstallatie. Plaats de apparaten wat verder uit elkaar. In plaats van de tijd knippert in het uitleesvenster “0:00” of de demonstratie-aanduiding. ➔ Er heeft een stroomonderbreking plaatsgevonden. Maak de instellingen voor de juiste tijd en eventuele schakelklok-instellingen opnieuw. De afstandsbediening werkt niet. ➔ De batterijen zijn leeg. Vervang beide batterijen door nieuwe. ➔ Er is een obstakel tussen de afstandsbediening en de stereoinstallatie. Verwijder het obstakel. Aandrukrollen Deck B Capstan- Wattenstaafje assen Opname/ weergavekop Wiskop Aandrukrollen Wacht met het insteken van een cassette totdat alle gereinigde delen geheel zijn opgedroogd. Overige informatie NL 31 Demagnetiseren van de koppen Na 20 tot 30 gebruiksuren zal er zich op de koppen restmagnetisme hebben opgebouwd, hetgeen kan resulteren in wegvallen van de hoge tonen en bandruis. Om het restmagnetisme te verwijderen, dient u de koppen en alle metalen onderdelen van het bandloopwerk te demagnetiseren met een in de handel verkrijgbaar demagnetiseer-apparaat. Volg de gebruiksaanwijzingen van het demagnetiseer-apparaat. Reinigen van de ombouw Veeg de behuizing van de apparatuur schoon met een zachte doek, licht bevochtigd met een mild schoonmaakmiddel. Reinigen van compact discs Maak een vuile compact disc schoon met een reinigingsdoekje. Veeg de disc schoon vanuit het midden naar de rand. Opmerkingen betreffende compact discs NL •Gebruik voor het reinigen van compact discs nooit oplosmiddelen (benzine, aceton e.d.), reinigingsmiddelen of antistatische spray bestemd voor grammofoonplaten. •Krassen, vuil of vingerafdrukken op de compact disc kunnen sporingsfouten veroorzaken. 32 Technische gegevens Compact disc speler gedeelte Systeem Compact disc digitaal audiosysteem Laser Halfgeleider laser (λ = 780 nm) Stralingsduur: kontinu Laser-uitgangsvermogen Max. 44,6 µW* *Dit vermogen is de waarde gemeten op een afstand van 200 mm vanaf de voorzijde van de objektief-lens op het optische pickup-blok, met een 7 mm diafragmaopening. Golflengte 780 – 790 nm Frekwentiebereik 2 Hz – 20 kHz (±0,5 dB) Signaal/ruisverhouding Meer dan 90 dB Dynamisch bereik Meer dan 90 dB CD OPTICAL DIGITAL OUT aansluiting (Vierkante optische aansluitbus, achterpaneel) Golflengte 600 nm Uitgangssnivo –18 dBm Overige informatie Tuner-gedeelte FM-stereo, FM/AM superheterodyne tuner FM afstemtrap Afstembereik 87,5 – 108,0 MHz (afsteminterval 50 kHz) Antenne FM draadantenne Antenne-aansluitingen 75 ohm, asymmetrisch Tussenfrekwentie 10,7 MHz AM afstemtrap Afstembereik Duitse en Italiaanse modellen AM: 531 – 1602 kHz (afsteminterval ingesteld op 9 kHz) Overige modellen MG: 531 – 1602 kHz (afsteminterval ingesteld op 9 kHz) LG: 153 – 279 kHz (afsteminterval ingesteld op 3 kHz) Antenne AM kaderantenne Aansluitingen voor een buitenantenne Tussenfrekwentie 450 kHz Versterker-gedeelte DIN uitgangsvermogen 50 watt + 50 watt (6 ohm bij 1 kHz, DIN) Kontinu RMS uitgangsvermogen 60 watt + 60 watt (6 ohm bij 1 kHz, 10% THV) Muziekvermogen 210 watt (6 ohm bij 1 kHz, 10% THV) Ingangen MD IN (tulpstekkerbussen): Gevoeligheid 450 mV, impedantie 47 kOhm MIX MIC (klinkstekkerbus): Gevoeligheid 1 mV, impedantie 10 kOhm Uitgangen MD OUT (tulpstekkerbussen): Uitgangsnivo 250 mV, impedantie 1 kOhm PHONES (stereo klinkstekkerbus): Voor het aansluiten van hoofdtelefoons met een impedantie van 8 ohm of meer. FRONT SPEAKER: Voor het aansluiten van luidsprekers met een impedantie van 6 t/m 16 ohm. SURROUND SPEAKER: Voor het aansluiten van luidsprekers met een impedantie van 16 ohm. Cassettedeck-gedeelte Bandopnamesysteem 4 sporen, 2 kanalen stereo Frekwentiebereik (zonder Dolby ruisonderdrukking) 40 Hz – 13.000 Hz (±3 dB), met Sony TYPE I cassette 40 Hz – 14.000 Hz (±3 dB), met Sony TYPE II cassette 40 Hz – 15.000 Hz (±3 dB), met Sony TYPE IV cassette Snelheidsfluktuaties 0,1% WRMS ±0,3% (DIN) Luidsprekers SS-EX55D Luidsprekersysteem 3-weg systeem, basreflex Luidsprekers Lagetonen-eenheid: 17 cm diameter, konustype Hogetonen-eenheid: 2,5 cm diameter, koepeltype Superhogetonen-eenheid: 2 cm diameter, koepeltype Nominale impedantie 6 ohm Bijgeleverd toebehoren AM kaderantenne (1) Afstandsbediening RM-SW55 (1) Sony SUM-3(NS) batterijen (2) FM draadantenne (1) Platte snoeren (2) Luidsprekersnoeren (2) Verloopstekker (1) Algemeen Stroomvoorziening 220 – 230 V wisselstroom, 50/60 Hz Stroomverbruik 160 watt Afmetingen Versterker/tuner-gedeelte: Ca. 280 x 205 x 345 mm (b/h/d), inkl. uitstekende delen en bedieningsorganen Cassettedeck/CD-speler gedeelte: Ca. 280 x 205 x 350 mm (b/h/d), inkl. uitstekende delen en bedieningsorganen Gewicht Versterker/tuner-gedeelte: Ca. 5,5 kg Cassettedeck/CD-speler gedeelte: Ca. 4,4 kg Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens voorbehouden, zonder kennisgeving. @ ™ Hoofdtelefoonaansluiting (PHONES) (22, 29) @£ Geluidssterkteregelaar (VOLUME) (22) @¢ Basversterkingstoets (DBFB) (22) @ Algehele muziekversterkingstoets (GROOVE) (22) @§ Instelknop (JOG) (6, 11, 18, 22, 26) @¶ Frekwentieband-toetsen (FREQUENCY +/–) (23) Overzicht van de bedieningsorganen Zie voor nadere bijzonderheden de bladzijden die tussen de haakjes staan aangegeven. De bedieningsorganen voorzien van een sterretje hebben een indikatorlampje. Cassettedeck Voorpaneel »P ⁄ p Versterker/tuner 1 2 3 4 5 6 7 8 9 0 !` !“ !£ !¢ ! !⁄ !ƒ !¥ !» @… @` @“ @£ @¢ @ @⁄ @ƒ 1 Aan/uit-schakelaar (SYSTEM POWER) (7) 2 Akoestiektoetsen (MENU 1 - 4) (22) 3 Akoestiekeffekt in/uitschakeltoets (EFFECT ON/OFF) (23) 4 Schakelkloktoets (TIMER) (6, 26) 5 Programmatypetoets (PTY) (14) 6 Sluimertoets (SLEEP) (25) 7 Meezing/multiplex-toets (KARAOKE PON/MPX) (28) 8 Tunergeheugentoets (TUNER MEMORY)* (13) 9 Kloktijd-insteltoets (CLOCK SET)* (6) 0 Schakelklok-insteltoets (TIMER SET)* (26) ! ¡ Schakelklokfunktie-keuzetoets (TIMER SELECT)* (26) !™ Afstemfunktietoets (TUNING MODE)* (12) ! £ Eigen akoestiekpatroontoets (P FILE) (24) ! ¢ Geheugentoets (MEMORY) (24) ! Toets voor ruimtelijk rondomeffekt (SURROUND) (16, 23) ! § Afstemband-keuzetoets (TUNER/ BAND) (12) ! ¶ Aanduidingskeuzetoets (DISPLAY) (6, 8) ! • Geluidsbron-keuzetoets (FUNCTION) (8, 16) ! ª Invoer/vervolgtoets (ENTER/NEXT)* (6, 9, 13, 22, 26) @º Mikrofoon-nivoregelaar (MIC LEVEL) (27) @¡ Mikrofoonaansluiting (MIX MIC) (27, 29) 1 2 3 4 9 Æ » » Æ p p 0 ) 0 r 5 6 7 8 ) P ⁄ ⁄ 2 3 4 0 5 !` !“ 1 DECK A (15) 2 ª / · Voorkant/achterkantweergavetoetsen* (15) 3 p Stoptoets (15) 4 0/) Vooruit/terugspoeltoetsen (15) 5 § Uitwerptoets (EJECT) (15) 6 CD-synchroonopnametoets (CD SYNCHRO) (16) 7 Snelkopieertoets (HIGH SPEED DUBBING) (20) 8 r Opnametoets (REC)* (17) 9 DECK B (15) 0 Omkeerfunktieschakelaar (DIRECTION MODE) (15) ! ¡ Dolby ruisonderdrukkingschakelaar (DOLBY NR) (15) !™ P Pauzetoets (PAUSE)* (15) CD-speler 2 Muziekselektie-weergavetoets (CLIP PLAY) (10) 3 Muziekselektie-wistoets (CLIP ERASE) (11) 4 1-disc/alle-discs keuzetoets 1/ALL DISCS (7) 5 Afspeelfunktie-keuzetoets (PLAY MODE) (8) 6 Disc-keuzetoetsen (DISC 1 - 3) (7) 7 Disc-wisselaartoets (DISC SKIP) (7) 8 Disc-lade (7) 9 = /+ Vooruitspring/terugspringdraaiknop (JOG) (7) 0 Montagetoets (EDIT) (18) ! ¡ Herhaaltoets (REPEAT) (10) !™ § Open/sluittoets (OPEN/CLOSE/ EX-CHANGE) (7) ! £ ·P Weergave/pauzetoets* (7) ! ¢ p Stoptoets (7) Achterpaneel Versterker/tuner 1 2 3 4 NL 5 33 6 1 Antenne-aansluitingen (ANTENNA) (4) 2 Bedieningsaansluiting 2 (SYSTEM CONTROL 2) (4) 3 Bedieningsaansluiting 1 (SYSTEM CONTROL 1) (4) 4 Minidisc in/uitgangsaansluitingen (MD IN/OUT) (28) 5 Aansluitingen voor voorluidsprekers (FRONT SPEAKER) (4) 6 Aansluitingen voor akoestiekluidsprekers (SURROUND SPEAKER) (29) Cassettedeck/CD-speler 9 1 2 3 4 5 0 !` 6 7 8 !“ !£ !¢ »P ⁄ p Æ Æ p p ) 0 r ⁄ 2 3 4 » » 0 1 ) P ⁄ 1 Muziekselektie-keuzetoetsen (CLIP A-C) (10) 1 Bedieningsaansluiting 1 (SYSTEM CONTROL 1) (4) 2 AU BUS aansluiting (28) 3 Bedieningsaansluiting 2 (SYSTEM CONTROL 2) (4) 4 CD optische digitaal-uitgang (CD OPTICAL DIGITAL OUT) (28) Overige informatie Uitleesvenster 1 2 3 4 CD TUNER 1 2 3 4 6 7 8 9 10 5 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 CLIP A B C 63 125 250 500 1k 2k 5 6 9 1k 2k 4k 8k !¢ ! 34 VOLUME (A) DOLBY NR B OFF TUNEDSTEREOMONO 16k(Hz) STEP AUTO kHz MANUAL SYNC MHz PRESET REC NL 16k(Hz) 0 !` !“ !£ TIMER DALY 12 REC SLEEP RELAY 500 8k 7 8 250 4k ALL 1 DISC S PROGRAM SHUFFLE REPEAT 1 h SUR 123 MPX PONLR DBFB !⁄ 1 Disc-houder aanduidingen (7) 2 Muziekkalender (7, 13) 3 CD/radio-aanduiding (CD/TUNER) (7, 12) 4 Grafiek-toonregeling aanduiding (23) 5 Muziekselektie-aanduidingen (10) 6 Aanduidingen voor CD-afspeelfunkties (7) 7 Multifunktie-display (7, 12, 17, 24, 26) 8 Dolby-ruisonderdrukking aanduiding (DOLBY NR) (15) 9 Schakelklok-aanduidingen (26) 0 Bandlooprichtingsaanduidingen (15) ! ¡ Radio-ontvangst aanduidingen (12) !™ Geluidssterkte-aanduiding (VOLUME) ! £ Meezing/multiplex-aanduidingen (PON/MPX) (28) ! ¢ Tuner-afstemaanduidingen (12) ! Aanduiding voor CD-synchroonopname (SYNC REC) ! § Aanduiding voor basversterkingsfunktie/ruimtelijk rondom-effekt (DBFB/SUR) (16, 22, 23) Afstandsbediening 1 2 3 4 8 9 9 ( 0 ) p 0 5 6 7 ( P p ( P p = + 0 ) !` Overige informatie 1 Sluimertoets (SLEEP) (25) 2 Geluidsbron-keuzetoets (FUNCTION) (8, 16) 3 Cassettedeck-keuzetoetsen (TAPE DECK SELECT A/B) (15) 4 Bandlooptoetsen 9 Achterkant-weergavetoets (15) ( Voorkant-weergavetoets (15) p Stoptoets (15) 0 / ) Vooruit/terugspoeltoetsen (15) 5 Radio-bedieningstoetsen Afstemband-keuzetoets (BAND) (12) –/+ Voorinsteltoetsen (PRESET) (13) 6 Minidisc-bedieningstoetsen ( Weergavetoets P Pauzetoets p Stoptoets 7 CD-bedieningstoetsen ( Weergavetoets (7) P Pauzetoets (7) p Stoptoets (7) = / + Springtoetsen (AMS) (7) 0 / ) Snelzoektoetsen (8) Disc-wisselaartoets (DISC SKIP) (7) Kontroletoets (CHECK) (9) Wistoets (CLEAR) (9) 8 Aan/uit-schakelaar (SYSTEM POWER) 9 Aanduidingskeuzetoets (DISPLAY) (6, 8) 0 Stereo/mono-toets (STEREO/MONO) (13) ! ¡ Geluidssterktetoetsen (VOL +/–) Index Aansluiten antennes 4 los verkrijgbare apparatuur 28 luidsprekers 4 stereo-installatie 4 stroom 5 Afspelen cassette 15 compact discs (CLIP weergave) 10 compact discs (normale weergave) 7 muziekstukken herhaaldelijk afspelen (REPEAT) 10 muziekstukken in willekeurige volgorde afspelen (SHUFFLE) 8 muziekstukken in zelf gekozen volgorde afspelen (PROGRAM) 9 Afstemmen op vooringestelde zenders 13 Akoestiek-instellingen 22 Antennes 4 Automatische Muziek Sensor (AMS) 7 Batterijen 6 Bedieningsorganen, overzicht 33 Beide cassettes achtereen afspelen (RELAY) 15 Beschermen van bandopnamen tegen per ongeluk wissen 30 Bijgeleverd toebehoren 32 Bijregeling van geluid 22 Cassettedeck 15 CD-speler 7 CLIP weergave 10 Dolby NR (ruisonderdrukking) 15 Eén-toets geluidsbron-keuze 8, 13, 16 Geluidssterkte instellen 22 Fabrieksinstellingen, oproepen 31 Grafiek-toonregeling 23 Herhaalde weergave 10 Karaoke (meezingen) 27 Klank instellen 22 Klok, gelijkzetten 6 Kopiëren van bandopnamen automatisch 20 handmatig 21 Luidsprekers 4 Montagefunkties voor CD-opname bandlengte-montage 17 programma-montage 19 tijdmontage 17 Mikrofoon, mengen met andere muziek 27 Multiplex CD’s en cassettes 28 Muziekkalender 7, 8, 13 Normale weergave 7 Onderhoud 31 Opnemen automatische CD-opname 16 bandopnamen kopiëren 20 compact disc (bandlengte-montage) 17 compact disc (programma-montage) 19 compact disc (tijdmontage) 17 handmatige CD-opname 16 met de schakelklok 26 radio-uitzendingen 19 Programma-weergave 9 PTY programmatype-afstemming 13 Radiozenders afstemming 12 voorkeurzenders 13 Schakelklok opname 26 sluimerfunktie: inslapen met muziek 25 wekfunktie: gewekt worden met muziek 25 Synchroonopname van CD’s 16 Technische gegevens 32 Tuner 12 Verhelpen van storingen 30 Voorzorgsmaatregelen 30 Willekeurige weergave 8
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98

Sony MHC-W55 de handleiding

Categorie
CD spelers
Type
de handleiding