Documenttranscriptie
4-227-681-61(2)
Micro HiFi
Component
System
Gebruiksaanwijzing
NL
Istruzioni per l’uso
IT
Manual de instruções
PT
CMT-CP11
©2000 Sony Corporation
WAARSCHUWING
Stel het apparaat niet bloot aan regen of
vocht, om gevaar voor brand of een
elektrische schok te voorkomen.
Open de behuizing niet, om een elektrische schok te
vermijden. Laat eventuele reparaties over aan
bevoegd vakpersoneel.
Plaats het apparaat niet in een gesloten ruimte,
zoals een boekenrek of ingebouwde kast.
Dit apparaat is geclassificeerd
als een KLASSE 1 LASER
product. Een label met de
aanduiding CLASS 1 LASER
PRODUCT bevindt zich aan
de achterkant van het
apparaat.
Dit apparaat is uitgerust met Dolby* B-type
ruisonderdrukking.
* Dolby ruisonderdrukking geproduceerd onder
licentie van: Dolby Laboratories Licensing
Corporation.
DOLBY en het dubbel D symbool ; zijn
handelsmerken van: Dolby Laboratories Licensing
Corporation.
Voor de klanten in Nederland
Bij dit product zijn batterijen
geleverd. Wanneer deze leeg zijn,
moet u ze niet weggooien maar
inleveren als KCA.
2 NL
Inhoudsopgave
Voorbereidingen
Stap 1: Aansluiten van de
stereo-installatie .................................. 4
Stap 2: Gelijkzetten van de klok ............... 6
Stap 3: Vastleggen van uw favoriete
radiozenders — Zenderopslag ............ 7
Aansluiten van los verkrijgbare
apparatuur ........................................... 8
Basisbediening
Afspelen van een compact disc
— Normale CD-weergave ................ 11
Opnemen van een compact disc
— CD synchroon-opname ................ 12
Luisteren naar de radio
— Geheugenafstemming .................. 13
Opnemen van een radio-uitzending ........ 15
Afspelen van een cassette ....................... 16
Andere mogelijkheden
De klank bijregelen ................................. 23
Gebruik van het Radio Data Systeem
(RDS)* .............................................. 24
In slaap vallen met muziek
— SLEEP timer ................................ 24
Gewekt worden met muziek
— DAILY timer wekfunctie ............ 25
Schakelklokopname van radio-uitzendingen
— REC timer .................................... 26
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen ............................ 28
Verhelpen van storingen ......................... 29
Technische gegevens ............................... 31
Afstandsbedieningstoetsen en hun
functies ............................................. 33
Index ........................................................ 34
NL
* Alleen voor het Europese model
Compact disc speler
Controleren van de resterende speelduur op
de CD ................................................ 18
Muziekstukken op een CD herhalen
— REPEAT weergave ...................... 18
Muziekstukken op een CD in willekeurige
volgorde horen
— SHUFFLE weergave ................... 19
Favoriete muziekstukken op een CD in
gekozen volgorde afspelen
— PROGRAM weergave ................. 20
Cassettedeck
Handmatig opnemen op een cassette ...... 21
Opnemen van de favoriete muziekstukken
van een CD
— Programma-montage ................... 22
3 NL
Voorbereidingen
Stap 1: Aansluiten van de stereo-installatie
Volg de onderstaande aanwijzingen van 1 t/m 4 om uw stereo-installatie aan te sluiten met de
bijgeleverde snoeren en ander toebehoren.
AM-kaderantenne
FM-antenne
Rechter luidspreker
2
1
Linker luidspreker
3
4
1 Sluit de luidsprekers aan.
Sluit de rechter en linker luidsprekersnoeren
aan op de SPEAKER klemmen met dezelfde
kleur.
2 Sluit de FM- en AM-antennes aan.
Zet de kaderantenne in elkaar alvorens deze
aan te sluiten.
Aansluiting type A
3 R#
Alleen dit gestripte
# L 3 deel insteken
Strek de FMdraadantenne
zover mogelijk
horizontaal uit.
A
ENN
ANT
Gestreept (#)
FM
Eenkleurig (3)
Opmerking
Houd de luidsprekersnoeren uit de buurt van de
antennes en antennesnoeren, om storing in de
weergave te voorkomen.
4 NL
U
AM
75Ω
AMkaderantenne
Aansluiting type B
Strek de FMdraadantenne
zover mogelijk AMhorizontaal uit. kaderantenne
NA
FM
e
E
e
E
75Ω
U
AM
U
Tip
Bij normaal gebruik zal een stel batterijen ongeveer
zes maanden meegaan. Als de stereo-installatie niet
meer goed op de afstandsbediening reageert, vervangt
u dan beide batterijen door nieuwe.
3 Bij de modellen met een
spanningskiezer, stelt u deze
VOLTAGE SELECTOR schakelaar in
op het voltage van het plaatselijk
lichtnet.
VOLTAGE
SELECTOR
110V~120V
220V~240V
4 Steek de stekker van het netsnoer in het
stopcontact.
Als de bijgeleverde verloopstekker niet in het
stopcontact past, verwijdert u deze en
gebruikt u de vaste netstekker (alleen voor de
modellen met verloopstekker).
Voorbereidingen
EN
ANT
Plaats twee AA-formaat (R6)
batterijen in de
afstandsbediening
Betreffende de batterijen
• Let bij het inleggen van de batterijen op de juiste
polariteit van plus en min.
• Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door
elkaar.
• Gebruik geen batterijen van verschillende typen
door elkaar.
• Wanneer u de afstandsbediening geruime tijd niet
gebruikt, kunt u beter de batterijen eruit
verwijderen, om schade door eventuele
batterijlekkage en corrosie te vermijden.
• Een batterij die lekt, mag u niet meer gebruiken.
• Als er een batterij heeft gelekt, maakt u het
batterijvak dan grondig schoon en vervangt u beide
batterijen.
• Leg de afstandsbediening niet op een plaats met
hitte of veel vocht.
• Zorg dat er geen direct zonlicht of fel lamplicht op
de afstandsbedieningssensor valt. Dit zou storing in
de werking kunnen veroorzaken.
5 NL
Stap 2: Gelijkzetten van
de klok
3
De minuten-cijfers gaan knipperen.
1300
Om de schakelklokfuncties te kunnen gebruiken,
moet u eerst de ingebouwde klok op de juiste tijd
instellen.
Bij het Europese model wordt de tijd aangegeven
in een 24-uurs cyclus, bij andere modellen volgens
een 12-uurs cyclus.
4
De afbeeldingen tonen het model met 24-uurs
tijdsaanduiding.
2,4
Druk op de ENTER toets.
Druk enkele malen op de l/L
toetsen om de juiste minuut in te stellen.
1310
5
Druk op de ENTER toets.
Nu gaat de klok lopen.
Corrigeren van de tijdinstelling
De ingebouwde klok is eenvoudig gelijk te zetten,
ongeacht of het apparaat aan of uit staat.
1
3,5
1
1 Druk op de TIMER SET toets.
2 Druk enkele malen op de l/L toetsen tot
de aanduiding “SET CLOCK” verschijnt en
druk dan op de ENTER toets.
3 Stel de juiste tijd in volgens de stappen 2 t/m 5
onder “Stap 2: Gelijkzetten van de klok”.
Druk op de TIMER SET toets.
De uren-cijfers gaan knipperen.
000
2
Druk enkele malen op de l/L
toetsen om het juiste uur in te stellen.
1300
6 NL
Tip
Bij een vergissing dient u de instelling over te doen
vanaf stap 1.
2
Druk op de TUNER BAND toets om te
kiezen voor de FM of AM afstemband.
3
Druk enkele malen op de
TUNING MODE toets totdat de
aanduiding “AUTO” in het
uitleesvenster verschijnt.
4
Druk op de TUNING +/– toets.
— Zenderopslag
In het afstemgeheugen kunt u in totaal 30
favoriete radiozenders vastleggen (20 voor de FM
en 10 voor de AM afstemband). Hieronder wordt
beschreven hoe u op de radiozender afstemt en
hoe u ze in het geheugen vastlegt.
1
De frequentie-aanduiding verandert terwijl
de tuner de afstemband doorzoekt. Het
zoeken stopt wanneer er op een duidelijk
doorkomende zender is afgestemd. Dan
verschijnt in het uitleesvenster de aanduiding
“TUNED” (en ook “STEREO” als er een
stereo radio-uitzending wordt ontvangen).
2
Voorbereidingen
Stap 3: Vastleggen van
uw favoriete
radiozenders
Z
bB
x
m
M
X
z
AUTO
FM1005
5
+
–
x
.
>
m
M
STEREO
1FM1005
TUNED
MHz
4
6
6
5
STEREO
3FM1005
7
TUNED
MHz
Druk op de ENTER toets van de
afstandsbediening.
De zender wordt nu vastgelegd onder uw
gekozen nummer.
8
Druk op de TUNER toets.
Druk enkele malen op de l/L
toets van de afstandsbediening om het
gewenste zendernummer voor de
ontvangen zender te kiezen.
PRESET
7
1
MHz
Druk op de MEMORY toets van de
afstandsbediening.
PRESET
3
TUNED
In het uitleesvenster gaat een
voorinstelnummer knipperen.
Z
u
STEREO
Herhaal de stappen 2 t/m 7 voor elk van
de voorkeurzenders die u wilt
vastleggen.
De aanduiding “TUNER” verschijnt.
wordt vervolgd
7 NL
Stap 3: Vastleggen van uw
favoriete radiozenders (vervolg)
Afstemmen op een zender die te
zwak doorkomt voor
automatische afstemming
Druk in stap 3 net zovaak op de TUNING MODE
toets totdat de aanduidingen “AUTO” en
“PRESET” verdwijnen en druk dan enkele malen
op de TUNING +/– toets om op de gewenste
zender af te stemmen.
Vastleggen onder een ander
zendernummer
Aansluiten van los
verkrijgbare apparatuur
Voor een veelzijdig gebruik van uw stereoinstallatie kunt u er los verkrijgbare apparatuur op
aansluiten. Zie voor nadere bijzonderheden tevens
de gebruiksaanwijzing van elk aan te sluiten
apparaat.
Aansluiten van audioapparatuur
Volg de aanwijzingen weer vanaf stap 2.
Tip
De vastgelegde voorkeurzenders zullen na het
verwijderen van de stekker uit het stopcontact of na
uitvallen van de stroom ongeveer twee dagen in het
afstemgeheugen bewaard blijven.
Omschakelen van het AM
afsteminterval (niet van
toepassing op de modellen voor
Europa en het Midden-Oosten)
Aansluiten van een minidiscrecorder voor analoge opname
Sluit de minidisc-recorder aan met gewone audioaansluitsnoeren. Zorg bij het aansluiten dat u de
kleuren van de stekkers en de aansluitbussen niet
verwisselt. Om te luisteren naar de weergave van
een minidisc drukt u net zovaak op de MD/
VIDEO toets tot het uitleesvenster “MD”
aangeeft.
naar de audio-ingangen van de
minidisc-recorder
Het afsteminterval voor de AM ontvangst is in de
fabriek ingesteld op 9 kHz (voor het NoordAmerikaanse model 10 kHz). Om dit AM
afsteminterval om te schakelen, stemt u eerst af op
een willekeurige AM zender en dan schakelt u het
apparaat uit. Houd vervolgens de TUNING + toets
ingedrukt en schakel zo de stroom weer in. Bij
omschakelen van het afsteminterval verdwijnen alle
vastgelegde AM voorkeurzenders uit het
afstemgeheugen. Om het afsteminterval weer terug te
schakelen, stemt u eerst af op een AM zender en
schakelt u het apparaat uit. Dan houdt u de
TUNING – toets ingedrukt en schakelt u het apparaat
weer in.
naar de audio-uitgangen van de
minidisc-recorder
8 NL
Aansluiten van een minidiscrecorder voor digitale opname
Een hoofdtelefoon kunt u aansluiten op de
PHONES stekkerbus.
naar de digitale ingangsaansluiting van
de minidisc-recorder
+
–
Z
u
x
.
>
m
M
Voorbereidingen
Door aansluiten van een minidisc-recorder via een
optische aansluitkabel kunt u de muziek van uw
CD’s digitaal opnemen op minidiscs.
Aansluiten van een
hoofdtelefoon
PHONES hoofdtelefoon-aansluiting
Aansluiten van
buitenantennes
Voor de beste radio-ontvangst is het aanbevolen
een of meer buitenantennes aan te sluiten.
Aansluiten van een
videorecorder
Sluit de videorecorder aan met gewone audioaansluitsnoeren. Zorg bij het aansluiten dat u de
kleuren van de stekkers en de aansluitbussen niet
verwisselt. Om te luisteren naar het geluid van de
aangesloten videorecorder, drukt u net zovaak op
de MD/VIDEO toets tot het uitleesvenster
“VIDEO” aangeeft.
FM-antenne
Sluit een los verkrijgbare FM-buitenantenne aan
op de FM ANTENNA aansluiting(en), zoals
hieronder aangegeven. Ook kunt u gebruik maken
van een TV-antenne.
Aansluiting type A
IEC standaard
antennestekker
(niet bijgeleverd)
ANT
ENN
A
FM
75Ω
U
AM
wordt vervolgd
naar de audio-uitgangen van de
videorecorder
9 NL
Aansluiten van los verkrijgbare
apparatuur (vervolg)
Aansluiting type B
75-ohm coaxiaalkabel
(niet bijgeleverd)
ANT
ENN
A
75Ω
FM
U
U
AM
AM-antenne
Sluit het ene uiteinde van een geïsoleerde draad
van 6 tot 15 meter lengte aan op de
AM ANTENNA aansluitingen zoals hieronder
aangegeven en strek het andere uiteinde
horizontaal uit. Laat de bijgeleverde AMkaderantenne in elk geval ook aangesloten.
Aansluiting type A
Geïsoleerde draad
(niet bijgeleverd)
A
ENN
ANT
FM
75Ω
U
AM
Aansluiting type B
Geïsoleerde draad
(niet bijgeleverd)
A
ENN
ANT
75Ω
FM
U
AM
10 NL
U
Basisbediening
4
Afspelen van een
compact disc
Druk op de CD u toets.
Het afspelen van de compact disc begint.
— Normale CD-weergave
1
Muziekstuknummer
Zet de stereo-installatie aan met een druk op de
?/1 aan/uit-schakelaar.
?/1
(aan/uit-schakelaar)
Voor het
Verstreken speelduur
Doet u het volgende
Stoppen met afspelen Druk op de CD x stoptoets.
3
1,2
VOLUME
Pauzeren
Druk op de CD u toets.
Nogmaals drukken om de
weergave te hervatten.
Opzoeken van een
muziekstuk
Druk tijdens weergave of in
de pauzestand enkele malen
op de CD . toets of de
CD > toets tot u het
gewenste muziekstuk bereikt.
Opzoeken van een
punt in een
muziekstuk
Houd tijdens weergave de
CD m toets of de CD M
toets ingedrukt en laat deze
los wanneer u de gewenste
muziekpassage bereikt.
Uitnemen van de
compact disc
Druk op de CD EJECT Z
uitschuiftoets.
Instellen van de
geluidssterkte
Draai aan de VOLUME
regelaar.
Z
bB
x
m
M
X
z
+
–
Z
4
1
u
x
.
>
m
M
CD x
CD ./>
m /M
Druk op de CD EJECT Z uitschuiftoets
om een compact disc in de CD-lade te
plaatsen.
De disc-lade wordt uitgeschoven.
Met de
bedrukte labelkant boven.
Voor het
afspelen van
een 8-cm CD
singletje plaatst
u dit in de
binnenste
uitsparing van
de disc-lade.
Y
STANDB
?/1
MD/VIDEO
CD
TAPE
TUNER
+
G MODE
TUNIN
–
EJECT
CD
A
x
u
>
.
M
m
PLAY MODE
2
Druk nogmaals op de CD EJECT Z
toets om de disc-lade te sluiten.
3
Druk op de CD toets.
Het uitleesvenster geeft “CD” aan.
REPEAT
Voorbereidingen/Basisbediening
Basisbediening
Volg de onderstaande aanwijzingen om een
compact disc af te spelen vanaf het eerste
muziekstuk.
005
Tips
• Bij indrukken van de CD u toets terwijl de
stereo-installatie nog uit staat, wordt deze
automatisch ingeschakeld en begint de CDweergave, mits er een compact disc in de disc-lade
ligt (één-toets weergavestart).
• Ook van het afspelen van een andere geluidsbron
kunt u rechtstreeks overschakelen op CD-weergave,
met een enkele druk op de CD u toets. Dan wordt
de compact disc weergegeven (automatische
geluidsbron-keuze).
• Als er geen compact disc in de disc-lade ligt,
verschijnt de aanduiding “NO DISC”.
11 NL
1
Opnemen van een
compact disc
— CD synchroon-opname
Druk op de TAPE EJECT Z cassetteuitneemtoets en plaats een voor
opnemen geschikte cassette in de
cassettehouder.
Met de kant voor opnemen naar
u toe gericht
De CD synchroon-opnamefunctie maakt het
opnemen van een compact disc op cassette uiterst
eenvoudig. Hiervoor kunt u naar keuze TYPE I
(normaalband) of TYPE II (CrO2-band) cassettes
gebruiken. Voor het opnemen van alleen de
gewenste muziekstukken kunt u beter de
Programma-montagefunctie gebruiken (zie blz.
22).
Z
bB
x
m
M
X
z
Zet de stereo-installatie aan met een druk op de
?/1 aan/uit-schakelaar.
?/1
(aan/uit-schakelaar)
4
TAPE
nN
1
TAPE x
2
Druk op de CD EJECT Z uitschuiftoets
en leg een compact disc in de disc-lade.
Z
Y
STANDB
bB
x
m
M
X
z
Met de
bedrukte labelkant boven.
Voor het
afspelen van
een 8-cm CD
singletje plaatst
u dit in de
binnenste
uitsparing van
de disc-lade.
+
–
Z
u
x
.
>
m
M
7 2,3
5
?/1
MD/VIDEO
CD
TAPE
TUNER
+
G MODE
TUNIN
x
>
12 NL
M
m
PLAY MODE
3
Druk nogmaals op de CD EJECT Z
toets om de disc-lade te sluiten.
4
Druk op de CD toets.
5
DOLBY NR
CD
A
u
.
Het uitleesvenster geeft “CD” aan.
6
–
EJECT
Druk op de CD SYNC toets.
Het cassettedeck komt in de
opnamepauzestand en de CD-speler in
gereedheid voor weergave.
De aanduidingen “ ” en “B” (of “b”)
verschijnen en het CD SYNC
indicatorlampje licht op.
REPEAT
6
Druk op de TAPE X toets.
Dan begint het opnemen.
Stoppen met opnemen
Druk op de TAPE x toets.
Luisteren naar de radio
— Geheugenafstemming
Op de radiozenders die u hebt vastgelegd in het
afstemgeheugen kunt u vlot en gemakkelijk
afstemmen (zie “Stap 3: Vastleggen van uw
favoriete radiozenders” op blz. 7).
Zet de stereo-installatie aan met een druk op de
?/1 aan/uit-schakelaar.
?/1
(aan/uit-schakelaar)
1
3
2
Tips
• Voor opnemen met Dolby ruisonderdrukking drukt
u vóór stap 7 op de DOLBY NR toets van de
afstandsbediening. De aanduiding “;” licht op.
• Om te beginnen met opnemen op de van u af
gerichte cassettekant, drukt u na stap 5 eerst op de
TAPE nN toets zodat er in plaats van “
” nu
” wordt aangegeven.
“
Basisbediening
7
Druk enkele malen op de DIR MODE
toets van de afstandsbediening om in te
stellen op “ ” voor opnemen op één
” voor
cassettekant of op “ ” of “
opnemen op beide kanten.
Z
bB
x
m
M
X
z
+
–
Opmerking
Tijdens de CD synchroon-opname kunt u niet naar
een andere geluidsbron luisteren.
Z
VOLUME
u
x
.
>
m
M
4
STEREO/
MONO
wordt vervolgd
13 NL
Luisteren naar de radio (vervolg)
1
Druk op de TUNER toets.
De aanduiding “TUNER” verschijnt.
2
Druk op de TUNER BAND toets om te
kiezen voor de FM of AM afstemband.
3
Druk enkele malen op de
TUNING MODE toets totdat de
aanduiding “PRESET” in het
uitleesvenster verschijnt.
4
Druk enkele malen op de TUNING +/–
toets om het nummer te kiezen van de
zender die u wilt beluisteren.
PRESET
STEREO
3FM1005
Voorinstelnummer
TUNED
MHz
Afstemfrequentie
Voor het
Uitschakelen van de
radio
Doet u het volgende
Druk op de ?/1 aan/uitschakelaar.
Bijregelen van de
geluidssterkte
Draai aan de VOLUME
regelaar.
Luisteren naar radiozenders die
niet zijn vastgelegd
Druk in stap 3 net zovaak op de TUNING MODE
toets totdat de aanduidingen “AUTO” en
“PRESET” verdwijnen en druk dan enkele malen
op de TUNING +/– toets om op de gewenste
zender af te stemmen (Handmatig afstemmen).
14 NL
Tips
• Bij indrukken van de TUNER BAND toets wanneer
de stereo-installatie nog uit staat, wordt deze
automatisch ingeschakeld en begint de weergave
van de laatst ontvangen radiozender (één-toets
weergavestart).
• U kunt in één handeling overschakelen van een
andere geluidsbron naar radio-ontvangst, eenvoudig
met een druk op de TUNER BAND toets
(automatische geluidsbron-keuze).
• Wanneer een FM stereo radio-uitzending niet
duidelijk doorkomt, drukt u net zovaak op de
STEREO/MONO toets van de afstandsbediening,
tot de aanduiding “MONO” oplicht. Nadat de
“MONO” aanduiding over het scherm is gerold,
verschijnt de afstemfrequentie. De radio-ontvangst
zal niet meer in stereo zijn, maar wel beter klinken.
Druk nogmaals op de toets om weer naar stereogeluid te luisteren.
• Voor de beste radio-ontvangst kunt u de
bijgeleverde antennes bijstellen of een
buitenantenne aansluiten (zie “Aansluiten van
buitenantennes” op blz. 9).
Opnemen van een radiouitzending
Druk op de TUNER BAND toets om te
kiezen voor de FM of AM afstemband.
3
Druk enkele malen op de
TUNING MODE toets totdat de
aanduiding “PRESET” in het
uitleesvenster verschijnt.
4
Druk enkele malen op de TUNING +/–
toets om het nummer te kiezen van de
zender die u wilt beluisteren.
Zet de stereo-installatie aan met een druk op de
?/1 aan/uit-schakelaar.
TAPE x
?/1
(aan/uit-schakelaar)
8
TAPE
nN
5
PRESET
STEREO
3FM1005
6
Voorinstelnummer
TUNED
Basisbediening
Ga als volgt te werk om af te stemmen op een
voorkeurzender (zie blz. 13) en een radiouitzending op cassette op te nemen. Voor het
opnemen kunt u naar keuze TYPE I
(normaalband) of TYPE II (CrO2-band) cassettes
gebruiken.
2
MHz
Afstemfrequentie
Z
bB
x
m
M
X
z
5
+
Druk op de TAPE EJECT Z cassetteuitneemtoets en plaats een voor
opnemen geschikte cassette in de
cassettehouder.
Met de kant voor opnemen naar
u toe gericht
–
Z
u
x
.
>
m
M
Z
1 2 3
x
m
M
X
z
4
6
7
bB
Druk op de REC z opnametoets.
Het cassettedeck komt in de
opnamepauzestand.
De aanduidingen “ ” en “B” (of “b”)
verschijnen.
DOLBY NR
7
Druk enkele malen op de DIR MODE
toets van de afstandsbediening om in te
stellen op “ ” voor opnemen op één
cassettekant of op “ ” of “
” voor
opnemen op beide kanten.
wordt vervolgd
1
Druk op de TUNER toets.
De aanduiding “TUNER” verschijnt.
15 NL
Opnemen van een radiouitzending (vervolg)
8
Druk op de TAPE X toets.
Dan begint het opnemen.
Stoppen met opnemen
Druk op de TAPE x toets.
Tips
• Voor opnemen van een zender die nog niet is
vastgelegd, drukt u in stap 3 net zovaak op de
TUNING MODE toets totdat de aanduidingen
“AUTO” en “PRESET” verdwijnen en dan drukt u
enkele malen op de TUNING +/– toets om op de
gewenste zender af te stemmen.
• Voor opnemen met Dolby ruisonderdrukking drukt
u vóór stap 8 op de DOLBY NR toets van de
afstandsbediening. De aanduiding “;” licht op.
• Om te beginnen met opnemen op de van u af
gerichte cassettekant, drukt u na stap 6 eerst op de
TAPE nN toets zodat er in plaats van “
” nu
” wordt aangegeven.
“
• Als er storende bijgeluiden klinken bij het opnemen
van een AM radio-uitzending, verstelt u de AMantenne om de ontvangst te verbeteren.
Afspelen van een
cassette
Het cassettedeck is geschikt voor weergave van
TYPE I (normaalband), TYPE II (CrO2-band) en
TYPE IV (metaalband) cassettes. Het deck stelt
automatisch in op de bandsoort van de geplaatste
cassette.
Zet de stereo-installatie aan met een druk op de
?/1 aan/uit-schakelaar.
?/1
(aan/uitschakelaar) TAPE X
Z
bB
x
m
M
X
z
+
–
Z
2
3
16 NL
4 1 TAPE x
VOLUME
u
x
.
>
m
M
TAPE m/M
DOLBY NR
1
Druk op TAPE EJECT Z cassetteuitneemtoets en plaats een bespeelde
cassette in de cassettehouder.
Met de kant voor afspelen naar
u toe gericht
x
m
M
X
z
Doet u het volgende
Stoppen met afspelen Druk op de TAPE x toets.
Pauzeren
Druk op de TAPE X toets.
Nogmaals drukken om de
weergave te hervatten.
Snel vooruit- of
terugspoelen
Druk in de stopstand op de
TAPE M vooruitspoeltoets,
resp. de TAPE m
terugspoeltoets.
Uitnemen van de
cassette
Druk op de TAPE EJECT Z
toets.
Bijregelen van de
geluidssterkte
Draai aan de VOLUME
regelaar.
Basisbediening
Z
bB
Voor het
Tips
2
Druk op de TAPE toets.
De aanduiding “TAPE” verschijnt.
3
Druk enkele malen op de DIR MODE
toets van de afstandsbediening om in te
stellen op “ ” voor afspelen van één
cassettekant, op “ ” voor het eenmaal
afspelen van beide kanten, of op
“
”* voor het doorlopend afspelen
van beide kanten.
* De cassette-weergave zal automatisch stoppen
nadat beide cassettekanten vijfmaal achtereen
zijn weergegeven.
4
• Als u op de TAPE nN toets drukt terwijl de
stereo-installatie nog uit staat, wordt deze
automatisch ingeschakeld en begint de cassetteweergave, mits er een cassette in de houder
aanwezig is (één-toets weergavestart).
• Om van een andere geluidsbron rechtstreeks over te
schakelen op cassette-weergave, drukt u op de
TAPE nN toets terwijl er een cassette in de
stopstand aanwezig is. Dan begint automatisch de
cassette-weergave (automatische geluidsbronkeuze).
• Voor het afspelen van een cassette die is
opgenomen met Dolby ruisonderdrukking, drukt u
vóór stap 4 op de DOLBY NR toets van de
afstandsbediening. De aanduiding “;” licht op.
Druk op de TAPE nN toets.
Het afspelen van de cassette begint.
Om van richting te veranderen, drukt u
nogmaals op de TAPE nN toets. Dan
wordt de andere kant van de cassette
weergegeven.
17 NL
Compact disc speler
Controleren van de
resterende speelduur op
de CD
Muziekstukken op een
CD herhalen
Volg de onderstaande aanwijzingen om de
resterende speelduur van het weergegeven
muziekstuk of de gehele compact disc te zien.
Met de herhaalfuncties kunt u een muziekstuk of
een volledige compact disc laten herhalen met
normale weergave. U kunt de herhaalfuncties ook
gebruiken tijdens willekeurige weergave en
programma-weergave.
— REPEAT weergave
DISPLAY
+
–
Z
u
x
.
>
m
M
, Druk op de DISPLAY toets.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verspringt de aanduiding in het uitleesvenster
als volgt:
Tijdens CD-weergave
t Nummer en verstreken speelduur van het
weergegeven muziekstuk
r
Nummer en resterende speelduur van het
weergegeven muziekstuk
r
Resterende speelduur van de gehele compact
disc
r
Klok-tijdsaanduiding
Tip
Telkens wanneer u op de DISPLAY toets drukt
terwijl de CD (of de cassette) gestopt is, verspringt de
aanduiding als volgt:
t Totale speelduur
r
Klok-tijdsaanduiding
r
Gekozen geluidsbron
Opmerking
Als een CD wel 25 of meer muziekstukken bevat, zal
er voor de resterende speelduur van elk muziekstuk
vanaf nummer 25 slechts “- - - . - -” worden
aangegeven.
18 NL
REPEAT
, Druk tijdens weergave enkele malen op
de REPEAT toets totdat er “REPEAT”
wordt aangegeven.
Dan begint de herhaalde weergave. Het
volgende schema toont de twee
herhaalfuncties.
Voor het herhalen Drukt u enkele malen op
van
Alle muziekstukken
op de CD
de REPEAT toets totdat er
“REPEAT” verschijnt.
Alleen het nu
weergegeven
muziekstuk
de REPEAT toets totdat er
“REPEAT 1” verschijnt.
Uitschakelen van de
herhaalfunctie
Druk net zovaak op de REPEAT toets totdat de
“REPEAT” of “REPEAT 1” aanduiding dooft.
Muziekstukken op een
CD in willekeurige
volgorde horen
Druk net zovaak op de PLAY MODE toets tot de
aanduiding “SHUFFLE” uit het uitleesvenster
verdwijnt.
Tips
— SHUFFLE weergave
3
• Tijdens normale weergave kunt u overschakelen op
willekeurige weergave, door enkele malen op de
PLAY MODE toets te drukken tot de aanduiding
“SHUFFLE” verschijnt.
• Om een ongewenst muziekstuk over te slaan en
onmiddellijk door te gaan naar een volgend
muziekstuk, drukt u op de CD > toets.
Opmerking
Het is niet mogelijk om met de CD . toets terug te
keren naar een eerder muziekstuk.
Z
bB
x
m
M
X
z
Compact disc speler
Hiermee kunnen alle muziekstukken van een
compact disc in willekeurige volgorde worden
weergegeven.
1
Uitschakelen van de
willekeurige weergave
+
–
Z
u
x
.
>
m
M
2
1
CD >
Druk op de CD toets.
De aanduiding “CD” licht op.
2
Druk enkele malen op de PLAY MODE
toets totdat de aanduiding “SHUFFLE”
verschijnt.
3
Druk op de CD u toets.
Het afspelen in willekeurige volgorde begint.
De aanduiding “;” verschijnt en alle
muziekstukken worden in willekeurige
volgorde weergegeven.
19 NL
Favoriete
muziekstukken op een
CD in gekozen volgorde
afspelen
4
Het gekozen muziekstuk wordt dan
geprogrammeerd. De aanduiding “STEP”
verschijnt, gevolgd door het nummer van het
zojuist geprogrammeerde muziekstuk.
5
Om nog andere muziekstukken te
programmeren, herhaalt u de stappen 3
en 4.
6
Druk op de CD u toets.
— PROGRAM weergave
U kunt uw eigen muziekselectie van maximaal 24
nummers van de CD samenstellen, in de volgorde
waarin u de muziek wilt horen. Na dit
programmeren van nummers kunt u ook een
synchroon-opname maken van de gekozen
muziekstukken (zie blz. 22).
1
6
CD x
Z
bB
x
m
M
X
z
+
–
Z
u
x
.
>
m
M
Druk op de PLAY MODE toets.
De programma-weergave begint. Alle
geprogrammeerde muziekstukken worden
afgespeeld in de door u gekozen volgorde.
Uitschakelen van de programmaweergave
Druk net zovaak op de PLAY MODE toets tot de
aanduiding “PGM” uit het uitleesvenster
verdwijnt.
Voor het
Doet u het volgende
Toevoegen van een
nummer aan het
programma
Volg de aanwijzingen 3 en 4
terwijl de programmaweergave gestopt is.
Wissen van het
gehele
muziekprogramma
Druk op de CD x stoptoets
terwijl de programmaweergave gestopt is.
Tips
3 2,4
1
Druk op de CD toets.
De aanduiding “CD” licht op.
2
Druk enkele malen op de PLAY MODE
toets totdat de aanduiding “PGM”
verschijnt.
3
Druk enkele malen op de CD . toets
of de CD > toets totdat het nummer
van het gewenste muziekstuk wordt
aangegeven.
PGM
3
20
243
NL
Muziekstuknummer
Totale speelduur
• Een eenmaal vastgelegd muziekprogramma blijft
ook na afspelen in het geheugen bewaard. Na afloop
kunt u met een druk op de CD u toets hetzelfde
programma nogmaals weergeven.
• Als de totale speelduur de 100 minuten overschrijdt,
verschijnen er in plaats van de totale speelduur
alleen “- - . - -” streepjes in het uitleesvenster.
• Als u probeert meer dan 24 muziekstukken te
programmeren, verschijnt de aanduiding
“PGM FULL” in het uitleesvenster.
Cassettedeck
Handmatig opnemen op
een cassette
Volg de onderstaande aanwijzingen om een
bepaalde geluidsbron handmatig op cassette op te
nemen. Hiermee kunt u precies de gewenste
bandopnamen maken van de radio, van een CD of
van een andere aangesloten geluidsbron. Zo kunt u
in plaats van een gehele CD alleen de gewenste
muziekstukken op cassette opnemen.
1
Druk op de TAPE EJECT Z cassetteuitneemtoets en plaats een voor
opnemen geschikte cassette in de
cassettehouder.
2
Druk op de toets voor de geluidsbron
die u wilt opnemen.
• CD: Voor het opnemen van een compact
disc
• TUNER: Voor het opnemen van de radio
• MD/VIDEO: Voor het opnemen van een
andere aangesloten geluidsbron.
TAPE x
3
bB
x
m
M
X
z
+
4
Druk enkele malen op de DIR MODE
toets van de afstandsbediening om in te
stellen op “ ” voor opnemen op één
” voor
cassettekant of op “ ” of “
opnemen op beide kanten.
5
Druk op de TAPE X toets.
–
Z
u
x
.
>
m
M
Druk op de REC z opnametoets.
Het cassettedeck komt in de
opnamepauzestand.
De aanduidingen “ ” en “B” (of “b”)
verschijnen.
Z
Dan begint het opnemen.
2
4
5
3
DOLBY NR
6
Compact disc speler/Cassettedeck
Cassettedeck
TAPE
nN
1
Start de weergave van de geluidsbron
die u wilt opnemen.
Voor het
Drukt u op de
Stoppen met opnemen
TAPE x toets.
Pauzeren van de
opname
TAPE X toets.
Tips
• Voor opnemen met Dolby ruisonderdrukking drukt
u vóór stap 5 op de DOLBY NR toets van de
afstandsbediening. De aanduiding “;” licht op.
• Om te beginnen met opnemen op de van u af
gerichte cassettekant, drukt u na stap 3 eerst op de
TAPE nN toets zodat er in plaats van “
” nu
“
” wordt aangegeven.
21 NL
Opnemen van de
favoriete muziekstukken
van een CD
— Programma-montage
Met de programma-montagefunctie kunt u alleen
de gewenste muziekstukken van een CD opnemen
door de nummers te programmeren als eerder
beschreven, om dan uw muziekprogramma met de
CD synchroon-opname op cassette op te nemen.
1
Druk op de CD EJECT Z uitschuiftoets
en leg een compact disc in de disc-lade.
2
Druk nogmaals op de CD EJECT Z
toets om de disc-lade te sluiten.
3
Druk op de TAPE EJECT Z cassetteuitneemtoets en plaats een voor
opnemen geschikte cassette in de
cassettehouder.
4
Druk op de CD toets.
Het uitleesvenster geeft “CD” aan.
TAPE
nN
4 11 13
3
TAPE x
5
Druk enkele malen op de PLAY MODE
toets totdat de aanduiding “PGM”
verschijnt.
6
Druk enkele malen op de CD . toets
of de CD > toets totdat het nummer
van het gewenste muziekstuk wordt
aangegeven.
Z
bB
x
m
M
X
z
+
–
PGM
3
Z
u
x
.
>
m
M
Muziekstuknummer
1,2 5,7
6
DOLBY NR
Totale speelduur
7
Druk op de PLAY MODE toets om het
nummer te programmeren.
8
Herhaal de stappen 6 en 7 voor elk van
de muziekstukken die u verder nog wilt
programmeren.
9
Druk op de S pauzetoets van de
afstandsbediening bij het punt waar u op
de andere cassettekant wilt doorgaan
met opnemen.
9
12
243
Wanneer de stereo-installatie deze opdracht
ontvangt, pauzeert de CD-speler, de band
verandert van richting en dan wordt het
volgende geprogrammeerde muziekstuk van
de CD opgenomen op de tweede
cassettekant, die van u af gericht is.
22 NL
Andere mogelijkheden
10 Herhaal de stappen 6 en 7 voor elk van
de muziekstukken die u wilt
programmeren op de tweede
cassettekant.
11 Druk op de CD SYNC toets.
Het cassettedeck komt in de
opnamepauzestand en de CD-speler in
gereedheid voor weergave.
De aanduidingen “ ” en “B” (of “b”)
verschijnen en het CD SYNC
indicatorlampje licht op.
De klank bijregelen
Naast het bijregelen van de hoge en lage tonen
kunt u tevens via de Dynamic Sound Generator
(DSG) zorgen voor een grotere dynamiek in de
weergave, zodat uw muziek krachtiger klinkt.
BASS
DSG
TREBLE
Z
bB
x
m
M
X
z
toets van de afstandsbediening om in te
stellen op “ ” voor opnemen op één
” voor
cassettekant of op “ ” of “
opnemen op beide kanten.
+
–
Z
u
x
.
>
m
M
13 Druk op de TAPE X toets.
Dan begint het opnemen.
Stoppen met opnemen
Druk op de TAPE x toets.
Uitschakelen van de programmamontage
Druk enkele malen op de PLAY MODE toets
totdat de aanduiding “PGM” verdwijnt.
Tips
• Voor opnemen met Dolby ruisonderdrukking drukt
u voor stap 13 op de DOLBY NR toets van de
afstandsbediening. De aanduiding “;” licht op.
• Om te beginnen met opnemen op de van u af
gerichte cassettekant, drukt u na stap 11 eerst op de
TAPE nN toets zodat er in plaats van “
” nu
“
” wordt aangegeven.
Voor een meer dynamisch
geluid
, Druk op de DSG toets.
Uitschakelen van de DSG
versterking
Cassettedeck
Cassettedeck/Andere mogelijkheden
12 Druk enkele malen op de DIR MODE
Druk nogmaals op de DSG toets.
Bijregelen van de lage tonen
, Draai aan de BASS regelaar.
U kunt de lage tonen instellen op een van 7
standen (+3 ~ 0 ~ –3).
Bijregelen van de hoge tonen
, Draai aan de TREBLE regelaar.
U kunt de hoge tonen instellen op een van 7
standen (+3 ~ 0 ~ –3).
23 NL
Gebruik van het Radio
Data Systeem (RDS)
(Alleen voor het Europese model)
Wat is het Radio Data
Systeem?
In slaap vallen met
muziek — SLEEP timer
Met de SLEEP timer kunt u de tijd kiezen waarna
u de stereo-installatie automatisch wilt laten
uitschakelen. Met deze sluimerfunctie kunt u dus
gerust met muziek in slaap vallen.
Het Radio Data Systeem (kortweg RDS)* is een
speciale radio-informatiedienst waarmee FMradiozenders naast de gewone radio-uitzendingen
allerlei nuttige informatie kunnen uitzenden.
Opmerking
SLEEP
De RDS informatie zal niet altijd goed te ontvangen
zijn, als de zender waarop u hebt afgestemd niet goed
doorkomt of als de signaalsterkte onvoldoende is.
* Niet alle FM-radiozenders geven RDS informatie
door, en de zenders die dit wel doen bieden niet alle
dezelfde soorten informatie. Voor nadere
bijzonderheden omtrent de in uw woongebied
beschikbare RDS informatie kunt u het best contact
opnemen met de plaatselijk actieve radiozenders.
Ontvangst van RDS radiouitzendingen
, Kies eenvoudigweg een radiozender uit
de FM afstemband.
Bij ontvangst van een zender die RDS
informatie uitzendt, zal automatisch de
zendernaam in het uitleesvenster verschijnen.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verspringt de aanduiding voor de sluimertijd
als volgt:
AUTO t 90MIN t 80MIN t 70MIN
R
r
OFF T 10MIN .... T 60MIN
Als u de “AUTO” stand kiest
Dan wordt de stereo-installatie uitgeschakeld
wanneer de weergegeven compact disc of cassette
afgelopen is (tot maximaal 100 minuten). Of het
apparaat wordt automatisch uitgeschakeld als u de
weergave van de CD of cassette eerder stopt.
Controleren van de RDS
informatie
Controleren van de resterende
sluimertijd
Telkens wanneer u op de DISPLAY toets drukt,
verspringt de aanduiding in het uitleesvenster als
volgt:
Druk eenmaal op de SLEEP toets.
t Zendernaam*
r
Afstemfrequentie
r
Tijdsaanduiding
* Als de RDS uitzending niet duidelijk genoeg
ontvangen wordt, kan de zendernaam niet in het
uitleesvenster worden aangegeven.
24 NL
, Druk op de SLEEP toets.
Wijzigen van de sluimertijd na
inschakelen
Kies weer de gewenste tijd tot het uitschakelen
met de SLEEP toets.
Uitschakelen van de
sluimerfunctie
Druk net zovaak op de SLEEP toets tot de
aanduiding “OFF” verschijnt.
Gewekt worden met
muziek
4
De aanduiding “SET DAILY” rolt door en de
aanduiding “c DAILY” verschijnt in het
uitleesvenster.
— DAILY timer wekfunctie
Met de DAILY timer kunt u de stereo-installatie
op een vooraf ingesteld tijdstip automatisch laten
inschakelen, zodat u met muziek ontwaakt. Voor
deze wekfunctie moet wel eerst de klok op de
juiste tijd zijn ingesteld (zie “Stap 2: Gelijkzetten
van de klok” op blz. 6).
Druk enkele malen op de l of L
toets totdat er “SET DAILY” in het
uitleesvenster verschijnt.
5
Druk op de ENTER toets.
De aanduiding “ON TIME” verschijnt en dan
gaat het uren-cijfer knipperen.
000
c DAILY
4,6,
7,8
5,6,
7,9
3
6
Druk enkele malen op de l of L toets
om het juiste uur in te stellen en druk op de
ENTER toets.
Nu gaan de minuten-cijfers voor de
inschakeltijd knipperen.
2
700
TIMER
SELECT
1
3
c DAILY
Druk enkele malen op de l of L toets
om de juiste minuut in te stellen en druk op
de ENTER toets.
De aanduiding “OFF TIME” verschijnt en
weer gaat het uren-cijfer knipperen.
Breng de geluidsbron waarmee u
gewekt wilt worden in gereedheid.
• Compact disc: Leg een CD in de disc-lade.
Als u wilt beginnen met een bepaald
muziekstuk, maakt u een
muziekprogramma (zie “Favoriete
muziekstukken op een CD in gekozen
volgorde afspelen” op blz. 20).
• Cassette: Plaats een cassette in de houder,
met de kant voor afspelen naar u toe
gericht.
• Radio: Stem af op de gewenste
voorkeurzender (zie “Luisteren naar de
radio” op blz. 13).
2
Stel de wektijd of inschakeltijd in.
Druk enkele malen op de VOL +/–
toetsen om de geluidssterkte naar wens
in te stellen.
Andere mogelijkheden
10
7
Stel de uitschakeltijd in op dezelfde
manier als bij stap 6.
8
Druk enkele malen op de l of L
toets om de geluidsbron te kiezen
waarmee u gewekt wilt worden.
Telkens wanneer u op deze toetsen drukt,
verspringt de aanduiding van de geluidsbron
als volgt:
t TUNER Tt CD T
t TAPE T
wordt vervolgd
Druk op de TIMER SET toets.
25 NL
Gewekt worden met muziek
(vervolg)
9
Druk op de ENTER toets.
Nu verschijnen de door u gekozen
inschakeltijd, de uitschakeltijd en de
geluidsbron, gevolgd door de oorspronkelijke
aanduidingen.
10 Druk op de ?/1 aan/uit-schakelaar om
de stereo-installatie uit te zetten.
Controleren van de instellingen
Schakelklokopname van
radio-uitzendingen
— REC timer
Met de REC timer schakelklokopnamefunctie kunt
u de stereo-installatie op een vooraf ingesteld
tijdstip een radio-uitzending van een
voorkeurzender laten opnemen (zie “Stap 3:
Vastleggen van uw favoriete radiozenders” op blz.
7). Voor deze schakelklok-opname moet wel eerst
de klok op de juiste tijd zijn ingesteld (zie “Stap 2:
Gelijkzetten van de klok” op blz. 6)
Druk enkele malen op de TIMER SELECT toets
totdat de aanduiding “c DAILY” in het
uitleesvenster verschijnt.
8
Daarna worden de gekozen instellingen
beurtelings aangegeven.
4,6,
7
Uitschakelen van de DAILY timer
wekfunctie
Druk net zovaak op de TIMER SELECT toets
totdat de aanduiding “c DAILY” verdwijnt. Om
de wekfunctie weer te gebruiken, drukt u weer
enkele malen op de TIMER SELECT toets totdat
de aanduiding “c DAILY” verschijnt en dan
drukt u op de ?/1 toets om de stereo-installatie uit
te schakelen.
5,6,
7
3
TIMER
SELECT
Tip
Als u de DAILY timer wekfunctie eenmaal hebt
ingesteld, zullen de gekozen instellingen in het
geheugen bewaard blijven tot u ze zelf wijzigt, ook al
schakelt u de stereo-installatie uit of annuleert u de
wekfunctie. De laatst gemaakte instellingen zullen
weer precies zo gelden, de volgende keer dat u de
wekfunctie inschakelt.
Opmerkingen
• De stereo-installatie zal ongeveer 15 seconden vóór
de gekozen wektijd worden ingeschakeld.
• De wekfunctie zal niet werken als u de inschakeltijd
en de uitschakeltijd op precies hetzelfde tijdstip
instelt.
• Wanneer u de sluimerfunctie hebt ingeschakeld, kan
de wekfunctie niet in werking treden zolang de
sluimerfunctie (en de stereo-installatie) niet is
uitgeschakeld.
• Het is niet mogelijk de DAILY timer wekfunctie en
de REC timer schakelklokopname (zie deze blz.)
tegelijk te gebruiken.
26 NL
1
Stem af op de voorkeurzender waarvan
u een uitzending wilt opnemen (zie
“Luisteren naar de radio” op blz. 13).
2
Plaats een voor opnemen geschikte
cassette in de cassettehouder met de
kant voor opnemen naar u toe gericht.
3
Druk op de TIMER SET toets.
4
Druk enkele malen op de l of L
toets totdat er “SET REC” in het
uitleesvenster verschijnt.
De aanduiding “SET REC” rolt door en de
aanduiding “c REC” verschijnt in het
uitleesvenster.
5
Druk op de ENTER toets.
De aanduiding “ON TIME” verschijnt en dan
gaat het uren-cijfer knipperen.
000
c REC
600
c REC
Druk enkele malen op de l of L toets
om de juiste minuut in te stellen en druk op
de ENTER toets.
De aanduiding “OFF TIME” verschijnt en
weer gaat het uren-cijfer knipperen.
Stel de opname-eindtijd in op dezelfde
manier als bij stap 6.
Nu verschijnen de door u gekozen
inschakeltijd, de uitschakeltijd, de
aanduiding “TUNER” en het
voorkeurzendernummer, gevolgd door de
oorspronkelijke aanduidingen.
8
Daarna worden de gekozen instellingen
beurtelings aangegeven.
Annuleren van de REC timer
schakelklok-opname
Druk net zovaak op de TIMER SELECT toets
totdat de aanduiding “c REC” verdwijnt. Om de
schakelklokopname-instelling weer geldig te
maken, drukt u weer enkele malen op de
TIMER SELECT toets totdat de aanduiding
“c REC” verschijnt en dan drukt u op de ?/1
toets om de stereo-installatie uit te schakelen.
Tip
Stel de opname-begintijd in.
Druk enkele malen op de l of L toets
om het juiste uur in te stellen en druk op de
ENTER toets.
Nu gaan de minuten-cijfers voor de
inschakeltijd knipperen.
7
Druk enkele malen op de TIMER SELECT toets
totdat de aanduiding “c REC” in het
uitleesvenster verschijnt.
Als u de REC timer voor schakelklok-opname
eenmaal hebt ingesteld, zullen de gekozen
instellingen in het geheugen bewaard blijven tot u ze
zelf wijzigt, ook al schakelt u de stereo-installatie uit
of annuleert u de schakelklok-opname. De laatst
gemaakte instellingen zullen weer precies zo gelden,
de volgende keer dat u de schakelklok-opnamefunctie
inschakelt.
Opmerkingen
• De stereo-installatie zal ongeveer 15 seconden vóór
de gekozen opname-begintijd worden ingeschakeld.
• Als de stereo-installatie op de gekozen opnamebegintijd nog staat ingeschakeld, zal de
schakelklok-opname niet plaatsvinden.
• De schakelklok-opname zal niet plaatsvinden als u
de inschakeltijd en de uitschakeltijd op precies
hetzelfde tijdstip instelt.
• Wanneer u de sluimerfunctie hebt ingeschakeld, kan
de REC schakelklok-opnamefunctie niet in werking
treden zolang de sluimerfunctie (en de stereoinstallatie) niet is uitgeschakeld.
• Het is niet mogelijk de DAILY timer wekfunctie en
de REC timer schakelklokopname tegelijk te
gebruiken.
Andere mogelijkheden
6
Controleren van de instellingen
Druk op de ?/1 aan/uit-schakelaar om
de stereo-installatie uit te zetten.
Wanneer het opnemen begint, wordt de
geluidssterkte automatisch in de
minimumstand gezet.
27 NL
Aanvullende
informatie
Voorzorgsmaatregelen
Stroomvoorziening
Controleer, alvorens de stereo-installatie in gebruik te
nemen, of de bedrijfsspanning van het apparaat
overeenkomt met de plaatselijke netspanning.
Veiligheid
• Zolang de stekker van het netsnoer in het
stopcontact zit, blijft er een geringe hoeveelheid
stroom naar het apparaat lopen, ook al is het
apparaat zelf uitgeschakeld.
• Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u denkt
het apparaat geruime tijd niet te gebruiken. Pak de
stekker vast om deze uit het stopcontact te trekken.
Trek nooit aan het snoer.
• Mocht er vloeistof of een voorwerp in het
inwendige van het apparaat terechtkomen, verbreek
dan de aansluiting op het stopcontact en laat de
stereo-installatie eerst door een deskundige nakijken
alvorens deze weer in gebruik te nemen.
• Mocht het nodig zijn het netsnoer of de stekker te
vervangen, laat dit dan uitsluitend bij een erkende
vakhandel verrichten.
Opstelling
• Zet de stereo-installatie op een plaats met
voldoende ventilatie om oververhitting van de
inwendige onderdelen te voorkomen, in het belang
van een langdurige betrouwbare werking.
• Zorg dat het apparaat zo goed mogelijk horizontaal
staat.
• Plaats het apparaat ergens waar het niet blootgesteld
wordt aan:
— extreme hitte of koude
— stof of vuil
— erg veel vocht
— heftige trillingen
— directe zonnestraling.
Voorkomen van beschadiging
• Als de stereo-installatie rechtstreeks van een koude
in een warme omgeving wordt gebracht of in een
erg vochtige kamer wordt geplaatst, kan op de lens
binnenin de compact disc speler vocht uit de lucht
condenseren. Als dit zich voordoet, zal de stereoinstallatie niet naar behoren functioneren. In zulke
gevallen dient u de compact disc te verwijderen en
het apparaat ongeveer een uur ingeschakeld maar
ongebruikt aan te laten staan, zodat alle
condensvocht kan verdampen.
• Voor u de stereo-installatie verplaatst of vervoert,
dient u de compact disc uit het apparaat te
verwijderen.
28 NL
Mocht u vragen of problemen met uw stereoinstallatie hebben, aarzel dan niet contact op te nemen
met de dichtstbijzijnde Sony handelaar.
Juiste omgang met compact
discs
• Veeg een compact disc voor het afspelen schoon
met een niet pluizend reinigingsdoekje, vanuit het
midden naar de rand.
• Plak geen etiketten e.d. op compact discs, want
daardoor kan de CD-speler beschadigd worden.
• Gebruik voor het reinigen geen oplosmiddelen als
benzine of thinner, evenmin als
reinigingsvloeistoffen of antistatische spray voor
het reinigen van conventionele grammofoonplaten.
• Zorg dat uw compact discs niet worden blootgesteld
aan fel zonlicht of de hitte van een kachel of
verwarmingsradiator; laat compact discs nooit
achter in een afgesloten auto die in de volle zon
geparkeerd staat.
Beveiligen van waardevolle
bandopnamen
Om een cassette tegen per ongeluk wissen of
abusievelijk opnemen te beveiligen, breekt u het
wispreventienokje uit voor cassettekant A of B, zoals
in de afbeelding is aangegeven.
Bandsoortuitsparingen
Wispreventienokje
voor kant B
Wispreventienokje
voor kant A
Kant A
Breek het
wispreventienokje
uit om kant A te
beveiligen.
Als u een aldus beveiligde cassette later weer voor
opname geschikt wilt maken, kunt u de ontstane
opening(en) met een stukje plakband afdekken.
Let hierbij echter op dat u de bandsoortuitsparingen
niet afplakt, anders kan de automatische
bandsoortinstelling van het cassettedeck
het type band niet naar behoren aflezen.
Bandsoort:
CrO2/metaalband
Bandsoortuitsparing
Normaalband
Alvorens u een cassette in het
deck plaatst
Zorg dat eventuele lussen in de band zijn
strakgetrokken. Anders zou de band in het
mechanisme verwikkeld kunnen raken, met kans op
beschadiging.
Betreffende cassettes langer
dan 90 minuten
De uiterst dunne band in deze cassettes kan
gemakkelijk uitrekken. Bij gebruik van een dergelijke
cassette mag u de band niet te vaak snelspoelen,
stoppen en weer starten. Hierdoor zou de band in het
bandloopwerk verstrikt kunnen raken.
Reinigen van de bandkoppen
Demagnetiseren van de
bandkoppen
Na 20 tot 30 gebruiksuren, of bij een hoorbaar verlies
aan hoge tonen of toename van ruis, dient u de
bandkoppen en alle metalen onderdelen van het
bandloopwerk te demagnetiseren met een in de
audiohandel verkrijgbare demagnetiseercassette. Zie
voor nadere bijzonderheden de gebruiksaanwijzing
van de demagnetiseercassette.
Reinigen van de behuizing
Maak de ombouw, het paneel en bedieningsorganen
schoon met een zachte doek, licht bevochtigd met wat
milde vloeibare huishoudzeep. Gebruik geen
schuurspons, schuurpoeder of oplosmiddelen zoals
alcohol of benzine.
Mocht zich een probleem voordoen met de stereoinstallatie, ga dan als volgt te werk:
1 Controleer eerst of het netsnoer en de
luidsprekersnoeren juist zijn aangesloten en
stevig vastzitten.
2 Neem de volgende lijst met controlepunten
door en volg de aanwijzingen om het probleem
op te lossen.
Is het probleem niet zo eenvoudig te verhelpen,
neem dan a.u.b. contact op met uw dichtstbijzijnde
Sony handelaar.
Algemeen
De luidsprekers geven geen geluid.
• Draai de VOLUME knop naar rechts.
• Controleer of er geen hoofdtelefoon is
aangesloten.
• Controleer of de luidspreker-aansluitingen in
orde zijn.
Ernstige brom of andere storende
geluiden.
• Het apparaat staat te dicht bij een TV of
videorecorder. Zet de stereo-installatie verder
van de TV of videorecorder vandaan.
Er knippert “0:00” (of “AM 12:00”) in het
uitleesvenster.
• De stroomvoorziening is onderbroken
geweest. Stel de klok op de juiste tijd in (zie
blz. 6) en maak de gewenste schakelklokinstellingen opnieuw (zie blz. 25 en 26).
Aanvullende informatie
Het verdient aanbeveling de bandkoppen na iedere 10
gebruiksuren te reinigen. Verontreinigde bandkoppen
leiden tot:
— vervorming in de weergave
— verminderde geluidssterkte
— af en toe wegvallend geluid
— onvolledig wissen van de band
— tegenvallende opnameresultaten.
Maak de bandkoppen in elk geval even schoon vóór
het maken van een belangrijke bandopname, evenals
na het afspelen van een oude cassette. Reinig de
bandkoppen met een in de audiohandel verkrijgbare
reinigingscassette, van het droge of het vloeistof-type.
Zie voor nadere bijzonderheden de
gebruiksaanwijzing van de reinigingscassette.
Verhelpen van storingen
De schakelklok-functies werken niet naar
behoren.
• Stel de klok op de juiste tijd in (zie blz. 6).
De aanduidingen “c DAILY” en “c REC”
verschijnen niet in het uitleesvenster
wanneer u de TIMER SELECT toets van de
afstandsbediening indrukt.
• Controleer of de schakelklok-instellingen juist
zijn gemaakt (zie blz. 25 en 26).
• Controleer of de klok op de juiste tijd is
ingesteld (zie blz. 6).
Er verschijnen vreemde kleuren op het TVscherm.
• Zet de luidsprekers verder van het TV-toestel
vandaan.
wordt vervolgd
29 NL
Verhelpen van storingen
(vervolg)
Het apparaat reageert niet op de
afstandsbediening.
• Zorg dat er geen obstakels tussen de
afstandsbediening en de stereo-installatie zijn.
• Richt de afstandsbediening van iets dichterbij
recht op de afstandsbedieningssensor van de
stereo-installatie.
• Wellicht zijn de batterijen (bijna) leeg.
Vervang beide batterijen door nieuwe.
• Controleer of de batterijen niet verkeerd-om
zijn ingelegd.
Luidsprekers
Een van de luidsprekers geen geen geluid
of de weergave van links en rechts klinkt
onevenwichtig.
• Controleer de luidspreker-aansluitingen en de
opstelling van de luidsprekers.
Compact disc speler
Het afspelen van de compact disc begint
niet.
• Misschien is de compact disc vuil.
• Er kunnen krassen op de compact disc zijn.
Probeer of een andere CD wel goed wordt
afgespeeld.
• Misschien is de CD ondersteboven ingelegd,
met de label-kant onder.
• Er kan vocht uit de lucht in het apparaat zijn
gecondenseerd. Verwijder de compact disc en
laat de stereo-installatie een uur lang
ongebruikt aan staan, zodat het condensvocht
kan verdampen.
De weergave begint niet bij het eerste
muziekstuk.
• De compact disc speler staat ingesteld op
programma-weergave of weergave in
willekeurige volgorde. Druk enkele malen op
de PLAY MODE toets zodat de “PGM” en
“SHUFFLE” aanduidingen uit het
uitleesvenster verdwijnen.
30 NL
Cassettedeck
Het opnemen lukt niet.
• Misschien is er geen cassette in de houder
aanwezig.
• Het wispreventienokje van de cassette is
verwijderd (zie blz. 28).
• De band is geheel naar het einde
doorgespoeld.
Het is niet mogelijk op te nemen of weer te
geven of het geluid klinkt maar heel zacht.
• Wellicht zijn de bandkoppen vuil. Reinig de
koppen (zie blz. 29).
• De opname/weergavekoppen zijn
gemagnetiseerd. Demagnetiseer de
bandkoppen (zie blz. 29).
Eerdere opnamen worden onvoldoende
gewist.
• De opname/weergavekoppen zijn
gemagnetiseerd. Demagnetiseer de
bandkoppen (zie blz. 29).
Teveel snelheidsfluctuaties of soms
wegvallend geluid.
• Vuil op de capstan-assen of aandrukrollen.
Reinig de koppen en het bandloopwerk (zie
blz. 29).
Teveel ruis of wegvallende hoge tonen.
• De opname/weergavekoppen zijn
gemagnetiseerd. Demagnetiseer de
bandkoppen (zie blz. 29).
Radio-ontvangst (tuner)
Ernstige brom of andere storing in de
radio-ontvangst (in het uitleesvenster
knippert de “TUNED” of de “STEREO”
aanduiding).
• Richt of verstel de antenne.
• De ontvangen zender komt te zwak door. Sluit
een buitenantenne aan (zie blz. 9).
• Zorg dat de antennes juist zijn aangesloten.
• Let op dat de antennedraad niet is opgerold of
opgevouwen.
• Misschien is de dubbele FM-antennedraad te
ver uiteen getrokken. Repareer de antenne of
vervang deze door een nieuwe.
• Controleer of de AM-antennedraad te ver van
de standaard is losgeraakt.
De stereo-installatie terugstellen
in de uitgangsstand
1 Trek de stekker uit het stopcontact.
2 Houd de ?/1 aan/uit-schakelaar ingedrukt en
steek tegelijk de stekker weer in het
stopcontact.
Zo zet u de stereo-installatie terug op de
oorspronkelijke fabrieksinstellingen. Alle door u
gemaakte instellingen, zoals de tijdinstelling, de
voorkeurzenders en schakelklok-instellingen
worden hierbij uit het geheugen gewist. U zult
deze instellingen dus opnieuw moeten maken.
Versterker-gedeelte
Europees model:
DIN uitgangsvermogen (nominaal):
30 + 30 watt
(aan 6 ohm, bij 1 kHz, DIN)
Continu RMS uitgangsvermogen (referentie):
35 + 35 watt
(aan 6 ohm, bij 1 kHz, 10% THV)
Muziekvermogen (referentie):
85 + 85 watt
Overige modellen:
De volgende metingen zijn verricht bij 230 V
wisselstroom, 60 Hz.
DIN uitgangsvermogen (nominaal):
30 + 30 watt
(aan 6 ohm, bij 1 kHz, DIN)
Continu RMS uitgangsvermogen (referentie):
35 + 35 watt
(aan 6 ohm, bij 1 kHz, 10% THV)
De volgende metingen zijn verricht bij 220 V
wisselstroom, 60 Hz.
DIN uitgangsvermogen (nominaal):
24 + 24 watt
(aan 6 ohm, bij 1 kHz, DIN)
Continu RMS uitgangsvermogen (referentie):
27 + 27 watt
(aan 6 ohm, bij 1 kHz, 10% THV)
Ingangen
MD IN (tulpstekkerbussen):
Gevoeligheid 500 mV, impedantie
47 kOhm
VIDEO IN (tulpstekkerbussen):
Gevoeligheid 250 mV, impedantie
47 kOhm
Uitgangen
LINE OUT (tulpstekkerbussen):
Gevoeligheid 250 mV, impedantie
1 kOhm
OPTICAL DIGITAL OUT (CD):
Optische stekkerbus
PHONES (stereo klinkstekkerbus):
Voor aansluiten van een
hoofdtelefoon met een impedantie
van 8 ohm of meer
SPEAKER:
Voor een stel actieve luidsprekers,
impedantie 6 ohm
Aanvullende informatie
Een FM-stereo uitzending wordt niet in
stereo weergegeven.
• Druk op de STEREO/MONO toets zodat er
“STEREO” in het uitleesvenster verschijnt.
Technische gegevens
wordt vervolgd
31 NL
Technische gegevens (vervolg)
Luidsprekers
Luidsprekersysteem
Luidsprekereenheden
Compact disc speler
Afspeelsysteem
Compact disc digitaal
audiosysteem
Laser
Halfgeleider laser
(λ = 780 nm) Emissieduur: continu
Laser-uitgangsvermogen Maximaal 44,6 µW*
* Deze waarde is gemeten op
een afstand van ca. 200 mm
van het lensoppervlak van
het optisch blok, bij een
diafragma van 7 mm.
Golflengte
780 - 790 nm
Frequentiebereik
2 Hz - 20 kHz (± 0,5 dB)
Nominale impedantie
Afmetingen (b/h/d)
Gewicht
Algemeen
Stroomvoorziening
Europees model:
Overige modellen:
Cassettedeck
230 V wisselstroom, 50/60 Hz
110 - 120 V of 220 - 240 V
wisselstroom, 50/60 Hz
Omschakelbaar met
spanningskiezer
Stroomverbruik
70 watt
Afmetingen (b/h/d)
Ca. 190 × 252 × 330 mm, incl.
uitstekende onderdelen en knoppen
Gewicht
Ca. 5,6 kg
Bijgeleverd toebehoren:
Afstandsbediening (1)
AM-kaderantenne (1)
FM-draadantenne (1)
Batterijen (2)
Opname/weergavesysteem 4 sporen, 2 kanalen stereo
Frequentiebereik (DOLBY NR OFF)
50 - 13000 Hz (± 3 dB) met Sony
TYPE I normaalband-cassette
50 - 14000 Hz (± 3 dB) met Sony
TYPE II CrO2-cassette
Snelheidsfluctuaties
± 0,15% Gewogen piekniveau
(IEC)
0,1% Gewogen R.M.S. (NAB)
± 0,2% Gewogen piekniveau
(DIN)
Tuner-gedeelte
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
voorbehouden, zonder kennisgeving.
FM stereo, FM/AM superheterodyne afstemming
FM afstemtrap
Afstembereik
Antenne
Antenne-aansluitingen
Tussenfrequentie
AM afstemtrap
Afstembereik
Europees model:
Overige modellen:
Antenne
Tussenfrequentie
32 NL
2-wegsysteem, in basreflexkast
Lagetonen-luidspreker, conus
12 cm
Hogetonen-luidspreker, koepel
2,5 cm
6 ohm
Ca. 150 × 252 × 255 mm
Ca. 2,6 kg per luidspreker-box
87,5 - 108,0 MHz
(afsteminterval 50 kHz)
FM-draadantenne
75 ohm, asymmetrisch
10,7 MHz
531 - 1602 kHz
(met afsteminterval ingesteld op
9 kHz)
530 - 1710 kHz
(met afsteminterval ingesteld op
10 kHz)
531 - 1602 kHz
(met afsteminterval ingesteld op
9 kHz)
AM-kaderantenne, externe
antenne-aansluitingen
450 kHz
Afstandsbedieningstoetsen
en hun functies
U kunt deze stereo-installatie ook bedienen met de
bijgeleverde afstandsbediening.
De met een “*” sterretje gemerkte toetsen zijn
alleen op de afstandsbediening beschikbaar.
TUNER voor radio-ontvangst
Afstandsbedienings- Functie
toets(en)
TUNER/BAND
Voor keuze van de FM of
AM afstemband.
TUNING MODE
Voor keuze van de
“AUTO”, “PRESET” of
“MANUAL” afstemming.
Voor het vastleggen van
een radiozender.
STEREO/MONO*
Voor keuze van
“STEREO” of “MONO”
weergave.
l/L
Voor het kiezen van een
voorkeurzendernummer.
j/J
Voor het opzoeken van een
gewenste radiozender of
keuze van een
voorkeurzender.
Afstandsbedienings- Functie
toets(en)
TAPE hH
Voor het starten van de
cassetteweergave. Telkens
wanneer u op deze toets
drukt, verandert de band
van richting.
s
Voor het stoppen van de
cassetteweergave.
S
Voor het pauzeren van de
cassetteweergave.
j/J
Voor het snel vooruit- of
terugspoelen van de band.
z REC
Voor het opnemen van
muziek op cassette.
DIR MODE*
Voor keuze van de “ ”,
“
” of “
” bandomkeerfunctie.
DOLBY NR*
Voor het in- en
uitschakelen van de Dolby
ruisonderdrukking.
TIMER voor schakelklok-functies
Afstandsbedienings- Functie
toets(en)
SLEEP*
Voor keuze van de
sluimertijd.
TIMER SET*
Voor het instellen van de
juiste tijd, de wektijd of de
REC schakelklokopnametijd.
TIMER SELECT*
Voor het controleren van
de schakelklok-instellingen
en het in- en uitschakelen
van de schakelklok.
CD voor compact discs
Afstandsbedienings- Functie
toets(en)
CD H
Voor het starten van de
CD-weergave.
s
Voor het stoppen van de
CD-weergave.
S
Voor het pauzeren van de
CD-weergave.
l/L
Voor keuze van een
muziekstuk (AMS:
Automatische Muziek
Sensor).
j/J
Voor het opzoeken van een
gewenst punt in een
muziekstuk.
CD REPEAT
Voor herhaalde weergave.
PLAY MODE
Voor keuze van
willekeurige weergave,
programma-weergave of
normale weergave.
DISPLAY*
Voor het omschakelen van
de aanduidingen in het
uitleesvenster.
Aanvullende informatie
MEMORY*
TAPE voor cassettes
OVERIGE
Afstandsbedienings- Functie
toets(en)
?/1
Voor het in- en
uitschakelen van de stereoinstallatie.
VOL +/–
Voor het regelen van de
geluidssterkte.
DSG
Voor een meer dynamische
klank.
33 NL
Index
A
Aanduidingen in het
uitleesvenster 18
Aansluiten
antennes 4, 9, 10
los verkrijgbare apparatuur
8
stereo-installatie 4
stroomvoorziening 5
Afspelen
cassette 16
compact disc 11
herhaalde weergave
(REPEAT) 18
muziekstukken in gekozen
volgorde (PROGRAM)
20
muziekstukken in
willekeurige volgorde
(SHUFFLE) 19
Antennes 4, 9, 10
Automatische geluidsbronkeuze 11, 14, 17
B
Batterijen 5
Beveiligen van bandopnamen
28
Bijregelen
geluidssterkte 11, 14, 17
hoge tonen 23
lage tonen 23
E, F
Eén-toets weergavestart 11, 14,
17
G
Geheugenafstemming 13
Geluidssterkte regelen 11, 14,
17
H, I, J
Herhaalde weergave 18
K
Klok gelijkzetten 6
L, M
D
DAILY timer wekfunctie 25
DSG voor dynamische
geluidsweergave 23
34 NL
Schakelklok
in slaap vallen met muziek
24
ontwaken met muziek 25
schakelklok-opname 26
SHUFFLE willekeurige
weergave 19
SLEEP timer sluimerfunctie 24
Storingzoeken 29
T
Terugstellen in uitgangsstand
31
Tijdinstelling 6
Tuner 7, 13, 15
U
Luidsprekers 4
Uitleesvenster 18
N
V
Normale weergave 11
O
Opnemen
compact disc 12
handmatig, op cassette 21
muziekstukken in gewenste
volgorde 22
radio-uitzending 15
schakelklok-opname 26
P, Q
Programma-montage 22
Programma-weergave 20
C
Cassettedeck 12, 15, 16, 21, 26
Compact disc speler 11, 12, 18
S
R
Radio Data Systeem 24
Radio-ontvangst 7, 13, 15
Radiozenders
afstemmen 13
voorinstellen 7
Verhelpen van storingen 29
Voorinstellen van
voorkeurzenders 7
Voorkeurzenders vastleggen 7
W, X, Y, Z
Wekfunctie (DAILY timer) 25
Wispreventienokje 28