Sony DHC-MD5 de handleiding

Categorie
Minidisc-spelers
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

DHCMD5.3-858-047-42.NLI
Gebruiksaanwijzing
Istruzioni per l’uso
3-858-047-42(1)
©1996 by Sony Corporation
DHC-MD5
fT
Mini Hi-Fi
Component
System
NL
I
DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL
2
WAARSCHUWING
Stel het apparaat niet bloot aan regen of
vocht, om gevaar van brand of een
elektrische schok te voorkomen.
Open niet de behuizing, om gevaar van elektrische
schokken te vermijden. Laat reparaties aan de
erkende vakhandel over.
Installeer het apparaat niet in een krappe,
omsloten ruimte zoals een boekenkast of een
inbouwkast.
Amerikaanse en buitenlandse octrooien onder
licentie van Dolby Laboratories Licensing
Corporation.
De laser in dit apparaat is in staat straling uit te
zenden die de toegestane limiet van Klasse 1
overschrijdt. LASER KLASSE 1
Dit waarschu-wingslabel bevindt zich binnenin het
apparaat.
Deze compact disc
speler is geklassificeerd
als een LASER KLASSE
1 produkt.
Het label met de
aanduiding CLASS 1
LASER PRODUCT
bevindt zich aan de
achterkant van het
apparaat.
Bij dit produkt zijn batterijen
geleverd.
Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet
weggooien maar inleveren als KCA.
3
DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL
NL
Inhoudsopgave
Voorbereidingen
Stap 1: Aansluiten van de
stereo-installatie ............................... 4
Stap 2: Gelijkzetten van de klok ........... 5
Stap 3: Vastleggen van uw favoriete
radiozenders ..................................... 6
Aansluiten van externe audio/video-
apparatuur en buitenantennes ....... 7
Basisbediening
Afspelen van een compact disc ............ 9
Opnemen van een compact disc ........ 10
Afspelen van een minidisc .................. 12
Luisteren naar de radio ....................... 13
Opnemen van een radio-uitzending . 14
Compact disc speler
Gebruik van het CD uitleesvenster ... 15
Herhaalde weergave van
muziekstukken op CD .................. 15
Willekeurige weergave van
muziekstukken op CD .................. 16
Programma-weergave van
muziekstukken op CD .................. 17
Repeteerweergave van een
muziekpassage op CD .................. 18
Titels voor uw compact discs
invoeren .......................................... 19
Minidisc-recorder
– Weergave
Gebruik van het minidisc-
uitleesvenster ................................. 20
Herhaalde weergave van muziek
op een minidisc .............................. 21
Willekeurige weergave van muziek
op een minidisc .............................. 22
Programma-weergave van muziek
op een minidisc .............................. 22
– Opname/Montage
Alvorens u begint met opnemen........ 23
Handmatig opnemen op een
minidisc ........................................... 24
Aanbrengen van
muziekstuknummers .................... 25
Wissen van minidisc-opnamen .......... 27
Verplaatsen van opgenomen
muziekstukken ............................... 29
Onderverdelen van opgenomen
muziekstukken ............................... 30
Samenvoegen van opgenomen
muziekstukken ............................... 31
Titels voor uw minidiscs invoeren .... 32
Instellen van de weergave
Bijregelen van het geluid ..................... 33
Gebruik van het akoestiekmenu ........ 34
Andere mogelijkheden
Namen voor uw voorkeurzenders
invoeren .......................................... 34
Gebruik van het Radio Data
Systeem (RDS) ................................ 35
Met muziek in slaap vallen ................. 37
Met muziek gewekt worden ............... 38
Schakelklok-opname van radio-
uitzendingen................................... 39
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen ........................ 41
Beperkingen van het minidisc-
systeem ............................................ 42
Verhelpen van storingen ..................... 44
Technische gegevens............................ 46
Index....................................................... 48
4
DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL
Voorbereidingen
Stap 1: Aansluiten van de stereo-installatie
Volg de onderstaande aanwijzingen van 1 t/m 3 om uw stereo-installatie aan te sluiten met de
bijgeleverde snoeren en ander toebehoren. Voer daarna de stappen 2 en 3 uit om de
voorbereidingen te kompleteren.
1
Sluit de luidsprekers aan.
Sluit de luidsprekersnoeren aan op de
SPEAKER klemmen met dezelfde kleur.
Houd de luidsprekersnoeren uit de
buurt van de antennes en
antennesnoeren, om storing in de
weergave te voorkomen.
AM-kaderantenne
R L
Achterpaneel van
de DHC-MD5
FM-antenne
Rechter luidspreker
Linker luidspreker
Zwart ()
Rood ()
DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL
5
Stap 2: Gelijkzetten
van de klok
Om de schakelklok-funkties te kunnen
gebruiken, zult u eerst de ingebouwde klok
op de juiste tijd moeten instellen.
2
Sluit de FM- en AM-antennes aan.
Zet de kaderantenne in elkaar en sluit
deze aan.
Steek de stekker van het netsnoer in
het stopkontakt.
Plaats twee R6 (AA-formaat)
batterijen in de afstandsbediening
Tip
Bij normaal gebruik zal een stel batterijen ongeveer
zes maanden meegaan. Als de stereo-installatie niet
meer goed op de afstandsbediening reageert,
vervangt u dan beide batterijen door nieuwe.
Opmerking
Wanneer u de afstandsbediening geruime tijd niet
gebruikt, kunt u beter de batterijen eruit
verwijderen, om schade door eventuele
batterijlekkage en corrosie te vermijden.
1 Druk op de TIMER SET toets.
2 Stel met de MULTI JOG draaiknop
in op het juiste uur.
De ingebouwde klok werkt met een
24-uurs cyclus.
3 Druk op de ENTER/YES
invoertoets.
4 Stel met de MULTI JOG draaiknop
in op de juiste minuut.
5 Druk op de ENTER/YES
invoertoets.
De klok gaat nu lopen.
Korrigeren van de ingestelde tijd
1 Druk op de TIMER SET toets.
2 Draai aan de MULTI JOG instelknop tot er
“CLOCK SET?” wordt aangegeven en druk
dan op de ENTER/YES invoertoets.
3 Herhaal de stappen 2 t/m 5.
FM 75
COAXAL
AM
®
·
π§
º
2,4 3,51
]
]
}
}
3
Strek de FM-
draadantenne zover
mogelijk horizontaal uit.
AM-kaderantenne
6
DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL
4 Druk op de EDIT/NO toets en draai
dan aan de MULTI JOG instelknop
tot er “Frq-MEMORY ?” wordt
aangegeven.
5 Druk op de ENTER/YES toets.
6 Draai aan de JOG instelknop om in
te stellen op het gewenste
voorinstelnummer voor de
ontvangen zender.
7 Druk op de ENTER/YES toets.
De zender wordt nu vastgelegd onder
uw gekozen nummer.
8 Herhaal de stappen 1 t/m 7 voor elk
van de voorkeurzenders die u wilt
vastleggen.
Afstemmen op een zender die te
zwak is voor automatische
afstemming
Druk in stap 2 net zovaak op de TUNING
MODE toets tot de aanduiding “MANUAL”
verschijnt en draai dan aan de MULTI JOG
instelknop om op de gewenste zender af te
stemmen.
Vastleggen onder een ander
nummer
Volg de aanwijzingen weer vanaf stap 1.
Tip
De vastgelegde voorkeurzenders zullen na het
verwijderen van de stekker uit het stopkontakt of na
uitvallen van de stroom ongeveer een week lang in
het afstemgeheugen bewaard blijven.
Stap 3: Vastleggen
van uw favoriete
radiozenders
U kunt maximaal 40 favoriete radiozenders
vastleggen, 20 voor de FM, 10 voor de
middengolf en 10 voor de langegolf.
Bij het model voor Duitsland kunt u
maximaal 30 zenders vastleggen, 20 voor de
FM en 10 voor de AM.
1 Druk net zovaak op de TUNER/
BAND toets tot de gewenste
afstemband in het uitleesvenster
wordt aangegeven.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verandert de afstemband als volgt:
Model voor Duitsland:
FM nAM
Overige modellen:
FM n MG n LG
2 Druk net zovaak op de TUNING
MODE toets totdat de aanduiding
“AUTO” in het uitleesvenster
verschijnt.
3 Draai aan de MULTI JOG instelknop.
De tuner begint nu de afstemband te
doorzoeken, om te stoppen wanneer er
op een duidelijk doorkomende zender is
afgestemd. In het uitleesvenster
verschijnt de aanduiding “TUNED” (en
ook “STEREO” als er een FM stereo
radio-uitzending wordt ontvangen).
3,62
5,7
1
4
·
π
§
®
·
π§
º
Voorinstelnummer
DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL
7
2 Schakel de stroom uit, houd de
FUNCTION toets ingedrukt in en schakel
dan de stroom weer in met de POWER
schakelaar.
Om weer terug te schakelen naar “VIDEO”
gaat u net zo te werk vanaf “GAME” in
stap 1.
Betreffende de “VIDEO” en “GAME”
instellingen
Stel in op de stand die het best voldoet met de
apparatuur
aangesloten op de VIDEO/GAME IN
aansluitingen.
Bij aansluiten van een videorecorder, een AM/
FM-tuner of een cassettedeck stelt u in op
“VIDEO”.
Bij aansluiten van een videospel, een
multidiscspeler of een DAT cassettedeck stelt u
in op “GAME”.
Als het geluid vervormd klinkt in de “VIDEO”
stand, schakel dan over op de “GAME” stand.
Aansluiten van audio-
apparatuur
Aansluiten van een cassettedeck
Zorg bij het aansluiten dat u de kleuren van
de stekkers en de aansluitbussen niet
verwisselt.
Tip
Als u het TC-TX5 cassettedeck aansluit op de
DHC-MD5, vergeet dan niet de beide apparaten
onderling te verbinden via de AU-BUS
aansluitingen.
naar de audio-uitgangsaansluitingen van
het videospel of de videorecorder.
Aansluiten van
externe audio/video-
apparatuur en
buitenantennes
Voor een veelzijdig gebruik van uw stereo-
installatie kunt er los verkrijgbare apparatuur
op aansluiten. Zie voor nadere
bijzonderheden tevens de gebruiksaanwijzing
van elk aan te sluiten apparaat.
Aansluiten van een
videospel/videorecorder
Zorg bij het aansluiten dat u de kleuren van
de stekkers en de aansluitbussen niet
verwisselt.
Weergeven van het geluid van de
videorecorder
Druk net zovaak op de FUNCTION
keuzeschakelaar tot de aanduiding “VIDEO”
verschijnt.
Weergeven van het geluid van een
videospel
Druk net zovaak op de FUNCTION
keuzeschakelaar tot de aanduiding “GAME”
verschijnt.
Als u met de FUNCTION keuzeschakelaar
wel kunt instellen op “VIDEO” maar niet op
“GAME”, kunt u deze mogelijkheid
omschakelen op de volgende wijze.
1 Druk net zovaak op de FUNCTION
keuzeschakelaar tot de aanduiding
“VIDEO” verschijnt.
wordt vervolgd
naar de AU-BUS
aansluiting van het
TC-TX5 stereo
cassettedeck.
naar de audio-
uitgangsaansluitingen
van het aan te sluiten
cassettedeck.
naar de audio-
ingangsaansluitingen
van het aan te sluiten
cassettedeck.
8
DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL
Aansluiten van een minidisc-
recorder/DAT cassettedeck
Een minidisc-recorder/DAT cassettedeck met
een vierkante optische aansluitbus kunt u
rechtstreeks aansluiten op de CD DIGITAL
OPTICAL OUT aansluiting. Dan kunt u op de
aangesloten minidisc-recorder of het DAT
cassettedeck digitale opnamen maken van
een CD of een minidisc die u afspeelt op deze
stereo-installatie.
Tip
Als u een platenspeler met een “MM” magnetisch
element aansluit op de VIDEO/GAME IN
aansluitingen, gebruikt u dan voor het aansluiten de
los verkrijgbare MM equalizer-voorversterker EQ-2
en het audio-aansluitsnoer.
Voor het luisteren naar de weergave van de
platenspeler, drukt u dan op de FUNCTION
keuzeschakelaar tot de aanduiding “VIDEO”
verschijnt.
Om storing in de weergave te voorkomen, verbindt
u de y aansluiting met de aardaansluiting van de
platenspeler.
Aansluiten van externe audio/
video-apparatuur en
buitenantennes (vervolg)
Aansluiten van
buitenantennes
Voor de beste radio-ontvangst is het
aanbevolen een of meer buitenantennes aan
te sluiten.
FM-antenne
Sluit een los verkrijgbare FM-buitenantenne
aan. Ook kunt u gebruik maken van een TV-
antenne.
AM-antenne
Sluit een geïsoleerde draad van 6 tot 15 meter
lengte aan op de AM antenne-aansluiting.
Laat de AM-kaderantenne hierbij ook nog
wel aangesloten.
Belangrijk
Bij gebruik van een buitenantenne dient deze
geaard te worden, ter bescherming tegen
blikseminslag. Sluit de aardingsdraad nooit
aan op een gasleiding; gezien de kans op een
gasexplosie is dit uiterst gevaarlijk.
naar de optische digitale
ingangsaansluiting van
een minidisc-recorder/
DAT cassettedeck
Geïsoleerde draad
(niet bijgeleverd)
IEC standaard
antennestekker
(niet bijgeleverd)
FM 75
COAXAL
AM
FM 75
COAXAL
AM
Aardingsdraad
(niet
bijgeleverd)
y
DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL
Basisbediening
9
Basisbediening
Afspelen van een
compact disc
Met deze stereo-installatie kunt u tot drie
compact discs achtereen afspelen.
1 Druk op de § uitschuiftoets
sluittoets en leg een of twee compact
discs in de disc-lade.
Voor het inleggen van een derde
compact disc drukt u op de DISC SKIP
toets om het disc-plateau door te
draaien.
2 Druk op een van de DISC 1 – 3
toetsen. De disc-lade sluit en het
afspelen van de gekozen CD begint.
Als u op de · weergavetoets drukt met
de disc-lade dicht, dan begint het
afspelen vanaf het begin van de CD in de
disc-uitsparing waarvan het nummer
groen oplicht.
Met de
bedrukte label-
kant boven.
Voor het
afspelen van
een 8 cm CD
singletje plaatst
u dit in de
binnenste
uitsparing van
de disc-lade.
Nummer van de
disc-uitsparing
Verstreken
speelduur
Muziekstuknummer
Voor het
Stoppen met
afspelen
Pauzeren
Opzoeken van
een
muziekstuk
Opzoeken van
een punt in
een muziekstuk
Kiezen van
een compact
disc
Afspelen van
alleen de
eerste compact
disc
Afspelen van
alle CD’s
Uitnemen of
verwisselen van
een compact
disc
Verwisselen van
een andere CD
tijdens
weergave
Bijregelen van
de
geluidssterkte
Doet u het volgende
Druk op de π stoptoets.
Druk op de pauzetoets.
Nogmaals drukken om de
weergave te hervatten.
Draai de MULTI JOG knop naar
rechts (om vooruit te gaan) of
naar links (om terug te gaan) en
laat de knop los bij het
gewenste muziekstuk. Ook
kunt u de AMS* +
of =
zoektoets op de
afstandsbediening gebruiken.
Voor het doorzoeken op de
andere CD’s houdt u de MULTI
JOG instelknop langer vast.
Druk op de ) of 0 toets
tijdens weergave en laat de
toets bij het gewenste punt los.
Druk op de DISC SKIP toets (of
de D.SKIP toets op de
afstandsbediening).
Druk net zovaak op de 1/ALL
DISCS toets tot er “1 DISC”
wordt aangegeven.
Druk net zovaak op de 1/ALL
DISCS toets tot er “ALL DISCS”
wordt aangegeven.
Druk op de § uitschuiftoets.
Druk op de EX-CHANGE toets.
Nogmaals drukken om de disc-
lade te sluiten.
Draai aan de VOLUME regelaar
(of druk op de of
toets van de afstandsbediening).
* Automatische Muziek Sensor
wordt vervolgd
21
·
π
§
®
·
π§
º
0/)
1/ALL DISCS MULTI JOG
VOLUME
POWER
π
·
DISC SKIP
EX-CHANGE
DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL
10
Afspelen van een compact disc
(vervolg)
Tips
Bij indrukken van de · toets wanneer de stereo-
installatie nog uit staat, wordt deze automatisch
ingeschakeld en begint het afspelen van de
compact disc, mits er een CD in de disc-lade
aanwezig is (één-toets weergavestart).
U kunt in één handeling overschakelen van een
andere geluidsbron en de weergave van een
compact disc starten, eenvoudig met een druk op
de · toets of een van de DISC 1 – 3 toetsen*
(automatische geluidsbron-keuze).
* Tijdens normale weergave of de “1 DISC
SHUFFLE” weergave werkt indrukken van de
DISC 1-3 toetsen ook voor de automatische
geluidsbron-keuze.
Als er geen CD in de disc-lade aanwezig is,
verschijnt de aanduiding “CD NO DISC”.
Tijdens het afspelen van een disc of wanneer er is
ingeschakeld op een bepaalde disc-uitsparing zal
de DISC 1 – 3 toets van de betreffende disc-
uitsparing groen oplichten.
Opnemen van een
compact disc
— CD synchroon-opname
U kunt de muziek op een compact disc
overnemen op een minidisc op volledig
digitale wijze, waarbij de
muziekstuknummers automatisch op de
minidisc worden vastgelegd in dezelfde
volgorde als op de CD. Hierbij zal een
gloednieuwe, ongebruikte minidisc, of een
minidisc die in één keer volledig gewist is (zie
blz. 28), automatisch worden voorzien van
dezelfde disc-titel (zie blz. 32) als de
opgenomen compact disc. Bij het toevoegen
van nieuwe opnamen op een reeds gebruikte
opname-minidisc zal het opnemen
automatisch beginnen vanaf het eind van de
vorige opnamen.
1 Steek een voor opnemen geschikte
minidisc in de minidisc-recorder.
Met de pijl
naar binnen
toe wijzend.
Met de label-
kant boven.
4213
645
·
π
§
®
·
π§
º
POWER
π
P
(
p6
r
0
)
DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL
Basisbediening
11
2 Druk op de § uitschuiftoets en
plaats een compact disc in de disc-
lade.
De disc-lade blijft open staan.
Voor het inleggen van een derde
compact disc drukt u op de DISC SKIP
toets om het disc-plateau door te
draaien.
Druk nogmaals op de § uitschuiftoets
om de disc-lade te sluiten.
3 Druk net zovaak op de DISC SKIP
toets (of de D.SKIP toets op de
afstandsbediening) tot de DISC 1 – 3
toets van de gewenste disc-
uitsparing groen oplicht.
4 Druk op de CD SYNC toets en draai
dan aan de MULTI JOG instelknop
tot er “NORMAL ?” wordt
aangegeven.
5 Druk op de ENTER/YES toets.
De minidisc-recorder komt dan in
gereedheid voor opname en de compact
disc speler blijft in de weergave/
pauzestand wachten.
6 Druk op de pauzetoets van de
minidisc-recorder.
Nu begint het opnemen van de CD.
Opnemen van alleen het eerste
muziekstuk van elke CD — Hit
Parade
Stel in stap 4 in op “HIT PARADE ?”.
Stoppen met opnemen
Druk op de π stoptoets van de minidisc-
recorder.
Wanneer de aanduiding “TOC”
oplicht of knippert
Stoot dan vooral niet tegen het apparaat en
trek niet de stekker uit het stopkontakt. De
minidisc-recorder is dan bezig de
inhoudsopgave (TOC = Table of Contents) bij
te werken.
Opmerkingen
Bij opnemen met de “HIT PARADE”
opnamefunktie wordt de disc-titel niet op de
minidisc overgenomen.
Als u de minidisc niet kunt uitnemen, drukt u de
minidisc eerst verder naar binnen en dan drukt u
op de § uitschuiftoets van de minidisc-recorder.
Met de
bedrukte label-
kant boven.
Voor het
afspelen van
een 8 cm CD
singletje plaatst
u dit in de
binnenste
uitsparing van
de disc-lade.
DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL
12
Voor het
Stoppen met
afspelen
Pauzeren
Opzoeken
van een
muziekstuk
Opzoeken
van een punt
in een
muziekstuk
Uitnemen
van de
minidisc
Bijregelen
van de
geluidssterkte
Doet u het volgende
Druk op de π stoptoets.
Druk op de pauzetoets.
Nogmaals drukken om de
weergave te hervatten.
Draai de MULTI JOG knop naar
rechts (om vooruit te gaan) of
naar links (om terug te gaan) en
laat de knop los bij het gewenste
muziekstuk. Ook kunt u de AMS
+
of = zoektoets op de
afstandsbediening gebruiken.
Druk op de ) of 0 toets
tijdens weergave en laat de toets
bij het gewenste punt los.
Druk op de § uitschuiftoets.
Draai aan de VOLUME regelaar
(of druk op de of toets
van de afstandsbediening).
Afspelen van een
minidisc
Een minidisc is net zo af te spelen als een
compact disc.
1 Steek een minidisc in de minidisc-
recorder.
2 Druk op de · weergavetoets.
Het afspelen van de minidisc begint.
Met de pijl
naar binnen
toe wijzend.
Met de label-
kant boven.
Verstreken
speelduurMuziekstuknummer
12
·
π
§
®
·
π§
º
§
MULTI JOG
VOLUME
POWER
π
0/)
P
(
p6
r
0
)
Tips
U kunt het afspelen starten vanaf een gewenst
muziekstuk. Alvorens u in stap 2 op de ·
weergavetoets drukt, draait u eerst aan de MULTI
JOG knop tot het gewenste muziekstuk wordt
aangegeven.
Bij indrukken van de · toets wanneer de stereo-
installatie nog uit staat, wordt deze automatisch
ingeschakeld en begint het afspelen van de
minidisc, mits er een minidisc in het apparaat
aanwezig is (één-toets weergavestart).
U kunt in één handeling overschakelen van een
andere geluidsbron en de weergave van een
minidisc starten, eenvoudig met een druk op de
· toets (automatische geluidsbron-keuze).
DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL
Basisbediening
13
Luisteren naar de
radio
Leg eerst uw favoriete radiozenders in het
afstemgeheugen vast (zie blz. 6).
3 Draai aan de MULTI JOG instelknop
om af te stemmen op de gewenste
voorkeurzender.
Luisteren naar radiozenders die
niet zijn vastgelegd
Druk in stap 2 net zovaak op de TUNING
MODE toets tot de aanduiding “MANUAL”
verschijnt en draai dan aan de MULTI JOG
instelknop om op de gewenste zender af te
stemmen.
Tips
Bij indrukken van de TUNER/BAND toets (of de
BAND toets van de afstandsbediening) wanneer
de stereo-installatie nog uit staat, wordt deze
automatisch ingeschakeld en begint de weergave
van de laatst ontvangen radiozender (één-toets
weergavestart).
U kunt in één handeling overschakelen van een
andere geluidsbron naar de tuner en de radio-
ontvangst starten, eenvoudig met een druk op de
TUNER/BAND toets (of de BAND toets van de
afstandsbediening) (automatische geluidsbron-
keuze).
Om de beste radio-ontvangst te vinden kan het
nodig zijn verschillende standen van de
bijgeleverde antennes uit te proberen.
Wanneer een FM stereo radio-uitzending niet
duidelijk doorkomt, drukt u op de STEREO/
MONO toets, zodat de aanduiding “MONO”
oplicht. Het stereo-effekt zal nu verloren gaan,
maar de radio-ontvangst zal helderder klinken.
Druk nogmaals op de toets om weer naar stereo-
geluid te luisteren.
Draai naar links
(of druk op de
PRESET - toets
van de
afstandsbediening)
om af te stemmen
op een lager
genummerde
zender.
Draai naar rechts
(of druk op de
PRESET + toets
van de
afstandsbediening)
om af te stemmen
op een hoger
genummerde
zender.
MULTI JOG
Voor het
Uitschakelen
van de radio
Bijregelen
van de
geluidssterkte
Doet u het volgende
Druk op de POWER schakelaar.
Draai aan de VOLUME regelaar
(of druk op de of toets
van de afstandsbediening).
Zendernaam
Afstemfrekwentie
Voorinstelnummer
1
2
·
π
§
®
·
π§
º
VOLUMESTEREO/MONO
POWER
3
1 Druk net zovaak op de TUNER/
BAND toets (of de BAND toets van
de afstandsbediening) tot de
gewenste afstemband in het
uitleesvenster wordt aangegeven.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verandert de afstemband als volgt:
Model voor Duitsland:
FMn AM
Overige modellen:
FM n MG n LG
2 Druk net zovaak op de TUNING
MODE toets tot de aanduiding
“PRESET” in het uitleesvenster
verschijnt.
n
DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL
14
4 Draai aan de MULTI JOG instelknop
om af te stemmen op de gewenste
voorkeurzender.
5 Druk op de r REC opnametoets.
De minidisc-recorder komt dan in
gereedheid voor opname.
6 Druk op de pauzetoets van de
minidisc-recorder.
Nu begint het opnemen van de radio-
uitzending.
Stoppen met opnemen
Druk op de π stoptoets van de minidisc-
recorder.
Tips
Voor het opnemen van een uitzending van een
radiozender die niet is vastgelegd, drukt u in stap
3 net zovaak op de TUNING MODE toets tot de
aanduiding “MANUAL” verschijnt en dan draait
u aan de MULTI JOG instelknop om op de
gewenste zender af te stemmen.
Als er bij het opnemen van een AM radio-
uitzending storing klinkt, kunt u dit verhelpen
door de AM-kaderantenne in een andere richting
te draaien.
Opnemen van een
radio-uitzending
Na keuze van een vastgelegde
voorkeurzender kunt u een radio-
uitzendingen op een minidisc opnemen.
Als u een opname-minidisc met al eerdere
opnamen gebruikt, zal het opnemen
automatisch beginnen vanaf het eind van de
vorige opnamen.
1 Steek een voor opnemen geschikte
minidisc in de minidisc-recorder.
2 Druk net zovaak op de TUNER/
BAND toets (of de BAND toets van
de afstandsbediening) tot de
gewenste afstemband in het
uitleesvenster wordt aangegeven.
3 Druk net zovaak op de TUNING
MODE toets tot de aanduiding
“PRESET” in het uitleesvenster
verschijnt.
Met de pijl naar
binnen toe
wijzend.
MULTI JOG
Met de label-
kant boven.
Draai naar rechts
(of druk op de
PRESET + toets
van de
afstandsbediening)
om af te
stemmen op een
hoger
genummerde
zender.
Draai naar links
(of druk op de
PRESET – toets
van de
afstandsbediening)
om af te stemmen
op een lager
genummerde
zender.
VoorinstelnummerZendernaam
Afstemfrekwentie
21 5
36
·
π
§
®
·
π§
º
POWER
π
4
P
(
p6
r
0
)
DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL
15
Voor het
herhalen van
Alle
muziekstukken
op de
weergegeven CD
Alle
muziekstukken
op alle compact
discs
Een enkel
muziekstuk*
Gebruik van het CD
uitleesvenster
In het uitleesvenster kunt u de resterende
speelduur van het weergegeven muziekstuk
of de gehele compact disc kontroleren.
Herhaalde weergave
van muziekstukken
op CD
–– REPEAT weergave
Met de herhaalfunktie kunt u een enkele
compact disc of alle CD’s laten herhalen met
normale weergave, willekeurige weergave of
programma-weergave.
Compact disc speler
Druk tijdens CD-weergave enkele malen
op de DISPLAY toets.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verandert de aanduiding in het uitleesvenster
als volgt:
n Verstreken speelduur van het
weergegeven muziekstuk.
µ
Resterende speelduur van het
weergegeven muziekstuk.
µ
Resterende speelduur van de gehele
compact disc.
* Tijdens programma-weergave en willekeurige
weergave wordt de resterende speelduur van de
gehele CD niet aangegeven.
Kontroleren van de totale
speelduur en het aantal
muziekstukken op de CD
Deze gegevens worden aangegeven in de
stopstand bij normale weergave en
willekeurige weergave.
Opmerking
Bij het kontroleren van de resterende speelduur van
muziekstuknummer 21 of hoger, zal het
uitleesvenster slechts “--m--s” aangeven.
Drukt u net zovaak op
de 1/ALL DISCS toets tot het
uitleesvenster “1 DISC”
aangeeft.
de 1/ALL DISCS toets tot het
uitleesvenster “ALL DISCS”
aangeeft.
de REPEAT toets tot het
uitleesvenster “REPEAT 1”
aangeeft, tijdens weergave
van het te herhalen
muziekstuk.
Druk tijdens CD-weergave op de
REPEAT toets tot de aanduiding
“REPEAT” verschijnt.
Dan begint de herhaalde weergave. Volg de
onderstaande aanwijzingen voor het
omschakelen van de herhaalfunktie.
* Tijdens programma-weergave en willekeurige
weergave is herhalen van een enkel muziekstuk
niet mogelijk.
Uitschakelen van de herhaalfunktie
Druk net zovaak op de REPEAT toets totdat
de “REPEAT” of “REPEAT 1” aanduiding in
het uitleesvenster dooft.
®
·
π§
º
DISPLAY
®
·
π§
º
REPEAT
Totaal aantal
muziekstukken
Totale
speelduur
DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL
16
Willekeurige
weergave van
muziekstukken op CD
–– SHUFFLE weergave
Alle muziekstukken van een compact disc of
van alle compact discs kunnen in
willekeurige volgorde worden weergegeven.
4 Druk op de · weergavetoets.
De aanduiding “J” verschijnt en dan
begint het afspelen in willekeurige
volgorde.
Uitschakelen van de willekeurige
weergave
Druk net zovaak op de PLAY MODE toets tot
de aanduiding
“SHUFFLE” in het uitleesvenster dooft.
Tips
Ook tijdens normale weergave kunt u
overschakelen op willekeurige weergave, door te
zorgen dat er “SHUFFLE” in het uitleesvenster
verschijnt.
Om een ongewenst muziekstuk over te slaan,
draait u de MULTI JOG instelknop naar rechts (of
drukt u op de + toets van de
afstandsbediening).
1 Druk net zovaak op de FUNCTION
keuzeschakelaar tot de aanduiding
“CD” verschijnt en leg dan een of
meer compact discs in de disc-lade.
2 Druk net zovaak op de PLAY
MODE toets tot de aanduiding
“SHUFFLE” verschijnt.
3 Druk op de 1/ALL DISCS toets.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verspringt de aanduiding in het
uitleesvenster als volgt:
“ALL DISCS”
(De muziekstukken
van alle CD’s
worden in
willekeurige
volgorde
weergegeven.)
“1 DISC”
(Alle muziekstukken
van de CD waarvoor
de DISC 1 – 3 toets
groen oplicht worden
in willekeurige
volgorde
weergegeven.)
˜
312
4
MULTI JOG
DISC 1-3
·
π
§
®
·
π§
º
DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL
17
Programma-
weergave van
muziekstukken op CD
–– PROGRAM weergave
U kunt uw eigen muziekselektie samenstellen
door maximaal 32 nummers van alle CD’s te
programmeren in de volgorde waarin u de
muziek wilt horen.
5 Druk op de ENTER/YES invoertoets.
Het gekozen muziekstuk is nu in uw
muziekprogramma opgenomen. Het laatst
geprogrammeerde nummer verschijnt,
gevolgd door de totale speelduur.
6 Voor elk muziekstuk dat u aan uw
muziekprogramma wilt toevoegen,
herhaalt u de stappen 3 t/m 5.
Voor het kiezen van een volgend
muziekstuk van dezelfde compact disc
kunt u stap 3 achterwege laten.
7 Druk op de · weergavetoets.
Alle geprogrammeerde muziekstukken
worden dan in de door u gekozen
volgorde afgespeeld.
Kontroleren van het totale aantal
geprogrammeerde muziekstukken
Druk in de stopstand op de DISPLAY toets.
De aanduiding “Step” verschijnt, gevolgd
door het totaal aantal muziekstukken dat u
hebt geprogrammeerd.
1 Druk net zovaak op de FUNCTION
keuzeschakelaar tot de aanduiding
“CD” verschijnt en leg dan een of
meer compact discs in de disc-lade.
2 Druk net zovaak op de PLAY
MODE toets tot de aanduiding
“PROGRAM” verschijnt.
3 Druk op een van de DISC 1 – 3
toetsen om in te stellen op de CD
met het gewenste muziekstuk.
4 Draai aan de MULTI JOG instelknop
tot het gewenste muziekstuk in het
uitleesvenster wordt aangegeven.
Speelduur
Gekozen
muziekstuknummer
Voor het
Uitschakelen van
de programma-
weergave
Toevoegen van een
muziekstuk aan uw
muziekprogramma
(in de stopstand)
Wissen van het
gehele
muziekprogramma
Doet u het volgende
Druk op de π stoptoets en dan
net zovaak op de PLAY
MODE toets tot de aanduiding
“PROGRAM” dooft.
1 Kies de compact disc met de
DISC 1 – 3 toetsen.
2 Kies het muziekstuk met de
MULTI JOG instelknop.
3 Druk op de ENTER/YES
invoertoets.
Druk in de stopstand
nogmaals op de π stoptoets.
Tips
U kunt ook een gehele CD als één nummer in uw
programma opnemen, eenvoudig door stap 4 over
te slaan.
Een eenmaal vastgelegd muziekprogramma blijft
ook na afspelen in het geheugen bewaard. Met een
druk op de · weergavetoets kunt u hetzelfde
programma dus nogmaals weergeven. Na
opnemen van een muziekprogramma met de “HIT
PARADE” opnamefunktie wordt het programma
echter gewist.
De totale speelduur kan niet worden aangegeven
bij keuze van een muziekstuknummer boven de
20 of wanneer de totale speelduur de 100 minuten
overschrijdt.
12
7
54
3
π
·
π
§
®
·
π§
º
DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL
18
Repeteerweergave
van een
muziekpassage op CD
— LOOP weergave
Met de repeteerweergave kunt u een
muziekpassage van een compact disc enkele
malen laten herhalen. Zo kunt u interessante
effekten bereiken voor creatieve eigen
opnamen.
3 Druk op een van de DISC 1 – 3
toetsen.
4 Druk op de LOOP toets bij het punt
waar u de repeteerweergave wilt
starten en houd de toets ingedrukt
totdat u de normale weergave wilt
laten doorgaan.
Het verschil tussen NORMAL en
RHYTHM
De repeteerweergave heeft twee
verschillende manieren om de normale
weergave te hervatten, de NORMAL
terugkeer en de RHYTHM overlapping.
Oorspronkelijke muziek
NORMAL terugkeer
De normale weergave wordt hervat vanaf het
punt waar u de repeteerlus gestart hebt.
RHYTHM overlapping
De normale weergave wordt weer opgepikt
bij het punt waar de repeteerlus eindigt.
: Gedeelte dat door de repeteerlus is
overlapt en dus niet wordt weergegeven.
De lengte van de repeteerlus is te kiezen uit
vijf instellingen, van een kwart tot een volle
sekonde.
1
12,4 3
·
π
§
®
·
π§
º
1 Druk net zovaak op de FUNCTION
keuzeschakelaar tot de aanduiding
“CD” verschijnt en leg dan een of
meer compact discs in de disc-lade.
2 Druk tijdens afspelen of in de
stopstand net zovaak op de LOOP
toets tot de aanduiding “NORMAL
1 – 5” of “RHYTHM 1 – 5”
verschijnt.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verandert de aanduiding in het
uitleesvenster als volgt:
* Zie voor nadere bijzonderheden de
beschrijving onder “Het verschil tussen
NORMAL en RHYTHM”.
NORMAL 1*
RHYTHM 5
NORMAL 5
RHYTHM 1*
Hey, Come on everybody! …
Hey, C… C… C… C’mon everybody! …
n
n
Lengte van de repeteerlus
Hey, C… C… C… erybody! …
nme on ev
n
n
LOOP
indrukken
LOOP loslaten
LOOP
indrukken
LOOP loslaten
˜
n
DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL
19
Titels voor uw compact
discs invoeren
U kunt voor 30 van uw favoriete compact
discs een disc-titel van maximaal 13 letters en
symbolen invoeren. Dan zal bij inleggen van
een dergelijke CD de bijbehorende disc-titel
automatisch in het uitleesvenster verschijnen.
Bovendien zal bij opnemen van een dergelijke
compact disc op een nieuwe, onbespeelde
minidisc automatisch de titel van de CD ook
op de minidisc worden opgenomen.
4 Druk op de ENTER/YES toets.
De cursor voor het invoeren van de
letters gaat knipperen.
5 Druk enkele malen op de
CHARACTER toets om in te stellen
op het gewenste soort letterteken.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verspringt de letter-aanduiding in het
uitleesvenster als volgt:
A (hoofdletters) n a (kleine letters) n 0
(cijfers) n ! (symbolen)* n (spatie)
n A…
*De volgende symbolen zijn
beschikbaar voor gebruik in de disc-
titels:
6 Draai aan de MULTI JOG instelknop
tot het gewenste letterteken in het
uitleesvenster verschijnt.
Het gekozen letterteken gaat knipperen.
Om een spatie in te voeren, drukt u op
de CURSOR n toets terwijl de cursor
knippert.
7 Druk op de CURSOR n toets.
Het in stap 6 gekozen letterteken licht op
en de cursor schuift een plaatsje naar
rechts op.
wordt vervolgd
1
1
25
3,63 4,9
7
N
·
π
§
®
·
π§
º
π
1 Druk net zovaak op de FUNCTION
keuzeschakelaar tot de aanduiding
“CD” verschijnt en leg dan een of
meer compact discs in de disc-lade.
2 Druk net zovaak op de DISC SKIP
toets (of de D.SKIP toets op de
afstandsbediening) tot de DISC 1 – 3
toets van de gewenste disc-
uitsparing groen oplicht.
Zorg dat de compact disc weergave
gestopt is en wacht tot het totale aantal
muziekstukken en de totale speelduur
van de CD in het uitleesvenster
verschijnen.
3 Druk op de EDIT/NO toets en draai
dan aan de MULTI JOG instelknop
tot er “Name in ?” wordt
aangegeven.
!"#$%&'()+,–./:;<=>?@_` (spatie)
Nummer disc-uitsparing
Cursor
DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL
20
8 Herhaal de stappen 5 t/m 7 voor elk
van de volgende lettertekens, tot u
de gehele gewenste titel hebt
ingevoerd.
Als u per ongeluk een verkeerde letter
hebt ingevoerd, drukt u op de CURSOR
N of n toets tot het te korrigeren
letterteken gaat knipperen en herhaal
dan de stappen 5 t/m 7 om het te
vervangen door het juiste letterteken.
Om een letterteken te wissen, drukt u op
de EDIT/NO toets terwijl het letterteken
nog knippert.
9 Druk tenslotte op de ENTER/YES
invoertoets om de titelprocedure af
te ronden.
De ingevoerde disc-titel wordt dan in
zijn geheel aangegeven.
Uitschakelen van de titelinvoer
Druk op de π stoptoets.
Wissen van een disc-titel
1 Druk op de EDIT/NO toets en draai dan
aan de MULTI JOG instelknop tot er
“Name Erase?” wordt aangegeven.
2 Druk op de ENTER/YES toets.
Er verschijnt een disc-titel in het
uitleesvenster.
De aanduiding “No Name” verschijnt als
er nog geen disc-titel is vastgelegd.
3 Draai aan de MULTI JOG instelknop tot de
te wissen disc-titel in het uitleesvenster
wordt aangegeven.
4 Druk nogmaals op de ENTER/YES toets.
De aanduiding “Complete” verschijnt in
het uitleesvenster en de disc-titel wordt uit
het geheugen gewist.
Opmerking
Bij opnemen van een muziekprogramma met de
“HIT PARADE” opnamefunktie wordt de disc-titel
niet op de minidisc opgenomen.
Titels voor uw compact discs
invoeren (vervolg)
Minidisc-recorder
Gebruik van het
minidisc-
uitleesvenster
In het uitleesvenster kunt u de resterende
speelduur van een muziekstuk en de totale
speelduur van de minidisc kontroleren.
Kontroleren van de
resterende speelduur van
het weergegeven
muziekstuk
Druk tijdens minidisc-weergave op de
DISPLAY toets.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verspringt de aanduiding in het
uitleesvenster als volgt:
n Verstreken speelduur en nummer van het
weergegeven muziekstuk.
µ
Resterende speelduur en nummer van het
weergegeven muziekstuk.
µ
Titel van het weergegeven muziekstuk.*
* De aanduiding “No Name” verschijnt als er nog
geen muziekstuk-titel is vastgelegd.
®
·
π§
º
DISPLAY
DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL
21
Kontroleren van de
resterende speelduur van
de minidisc
Druk in de stopstand op de DISPLAY
toets.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verspringt de aanduiding in het
uitleesvenster als volgt:
n Totale speelduur en muziekstuknummers
op de minidisc.
µ
Resterende opnameduur op de minidisc
(alleen voor een opname-minidisc).
Opmerkingen
Het aangeven van de juiste resterende speelduur
kan wel eens onmogelijk zijn, door de vaste
beperkingen van het minidisc-systeem.
Herhaalde weergave
van muziek op een
minidisc
— REPEAT weergave
Met de herhaalfunktie kunt u een enkel
muziekstuk of alle muziekstukken op de
minidisc laten herhalen.
Druk tijdens minidisc-weergave op de
REPEAT toets tot de aanduiding
“REPEAT” (voor herhalen van alle
muziekstukken) of “REPEAT 1*” (voor
een enkel muziekstuk) verschijnt.
Dan begint de herhaalde weergave.
* Tijdens programma-weergave en willekeurige
weergave is herhalen van een enkel muziekstuk
niet mogelijk.
Uitschakelen van de
herhaalfunktie
Druk net zovaak op de REPEAT toets totdat
de “REPEAT” of “REPEAT 1” aanduiding in
het uitleesvenster dooft.
®
·
π§
º
REPEAT
DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL
22
Willekeurige
weergave van muziek
op een minidisc
–– SHUFFLE weergave
Alle muziekstukken van een minidisc kunnen in
willekeurige volgorde worden weergegeven.
Programma-
weergave van muziek
op een minidisc
–– PROGRAM weergave
U kunt uw eigen muziekselektie van
maximaal 25 nummers van een minidisc
programmeren, in de volgorde waarin u de
muziek wilt horen.
1 Druk net zovaak op de FUNCTION
keuzeschakelaar tot de aanduiding
“MD” verschijnt en steek dan een
minidisc in de minidisc-recorder.
2 Druk net zovaak op de PLAY
MODE toets tot de aanduiding
“PROGRAM” verschijnt.
3 Draai aan de MULTI JOG instelknop
tot het gewenste muziekstuknummer
wordt aangegeven.
4 Druk op de ENTER/YES invoertoets.
Het gekozen muziekstuk wordt in uw
muziekprogramma opgenomen. Het laatst
geprogrammeerde nummer verschijnt,
gevolgd door de totale speelduur.
Totale
speelduur
Laatst gekozen
muziekstuknummer
1 Druk net zovaak op de FUNCTION
keuzeschakelaar tot de aanduiding
“MD” verschijnt en steek dan een
minidisc in de minidisc-recorder.
2 Druk net zovaak op de PLAY
MODE toets tot de aanduiding
“SHUFFLE” verschijnt.
3 Druk op de · weergavetoets.
De aanduiding “J” verschijnt en dan
begint het afspelen van de
muziekstukken in willekeurige volgorde.
Uitschakelen van de willekeurige
weergave
Druk eerst op de π stoptoets en dan net
zovaak op de PLAY MODE toets tot de
aanduiding “SHUFFLE” in het uitleesvenster
dooft.
Tip
Om een ongewenst muziekstuk over te slaan, draait
u de MULTI JOG instelknop naar rechts (of drukt u
op de + toets van de afstandsbediening).
2 31 π MULTI JOG
·
π
§
®
·
π§
º
2 61 π 3 4
·
π
§
®
·
π§
º
DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL
23
5 Herhaal de stappen 3 en 4 voor elk
muziekstuk dat u aan uw
muziekprogramma wilt toevoegen.
6 Druk op de · weergavetoets.
Alle geprogrammeerde muziekstukken
worden dan in de door u gekozen
volgorde afgespeeld.
Voor het
Uitschakelen
van de
programma-
weergave
Toevoegen van
een muziekstuk
aan uw
muziekprogramma
(in de
stopstand)
Wissen van het
gehele
muziekprogramma
Doet u het volgende
Druk op de π stoptoets en
dan net zovaak op de PLAY
MODE toets tot de
aanduiding “PROGRAM”
dooft.
1 Kies het muziekstuk met de
MULTI JOG instelknop.
2 Druk op de ENTER/YES
invoertoets.
Druk in de stopstand
nogmaals op de π stoptoets.
Tip
Een eenmaal vastgelegd muziekprogramma blijft
ook na afspelen in het geheugen bewaard. Met een
druk op de · weergavetoets kunt u hetzelfde
programma dus nogmaals weergeven.
Alvorens u begint
met opnemen
Minidiscs (afgekort tot MD) zijn een digitaal
medium, waarop u muziek kunt opnemen en
afspelen met een geluidskwaliteit
vergelijkbaar met die van compact discs. Een
van de handige funkties van minidiscs is de
mogelijkheid muziekstukken te markeren. Dit
stelt u in staat vlot en gemakkelijk een
gewenst punt in de muziek op te zoeken en
om de opgenomen muziekstukken naar
keuze in een andere volgorde te zetten of
anderszins aan te passen. Afhankelijk van de
geluidsbron worden er verschillende
methoden van opnemen gebruikt en worden
de muziekstuknummers ook anders
vastgelegd.
Bij opnemen vanaf:
De compact disc speler van deze
stereo-installatie
Het digitale signaal van de CD-speler
wordt ongewijzigd op de minidisc
opgenomen (volledig digitale opname*)
De muziekstuknummers worden
automatisch overgenomen net als ze op de
oorspronkelijke compact disc staan.
Andere digitale apparatuur
(zoals bijvoorbeeld een DAT cassettedeck)
Het digitale signaal wordt omgezet in een
analoog signaal, dan weer teruggebracht in
digitale vorm en aldus opgenomen**
(analoge opname).
Aan het begin van de opname wordt er in
elk geval automatisch een
muziekstuknummer aangebracht, maar als
u de LEVEL SYNC funktie inschakelt (zie
blz. 26) worden er automatisch
muziekstuknummers aangebracht volgens
het nivo van het inkomend geluidssignaal.
wordt vervolgd
DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL
24
Handmatig opnemen
op een minidisc
Bij het toevoegen van nieuwe opnamen op
een reeds gebruikte opname-minidisc kunt u
automatisch met opnemen beginnen vanaf
het eind van de vorige opnamen.
De tuner van deze stereo-installatie
en andere analoge geluidsapparatuur
(zoals bijvoorbeeld een gewoon
cassettedeck)
Het analoge ingangssignaal wordt omgezet
in digitale vorm en aldus opgenomen**
(analoge opname).
Aan het begin van de opname wordt er in
elk geval automatisch een
muziekstuknummer aangebracht, maar als
u de LEVEL SYNC funktie inschakelt (zie
blz. 26) worden er automatisch
muziekstuknummers aangebracht volgens
het nivo van het inkomend geluidssignaal.
* Zie blz. 42 voor een uitleg over de beperkingen bij
het digitaal opnemen.
**Deze signaalomzetting vindt plaats omdat dit
apparaat niet beschikt over een digitale
ingangsaansluiting.
Muziekstuknummers op minidisc
(“TOC” inhoudsopgave)
Op een minidisc worden de muziekstuknummers
(voor de volgorde) en de informatie betreffende de
begin- en eindpunten van de muziek vastgelegd in
een speciaal hiervoor bestemd gebied, de TOC*
genaamd, afzonderlijk van het muziekgebied. Dit
heeft het voordeel dat u de reeds opgenomen
muziekstukken naar wens kunt aanpassen, door
alleen de informatie in de TOC inhoudsopgave te
veranderen.
* TOC: “Table of Contents” = Inhoudsopgave.
Alvorens u begint met opnemen
(vervolg)
21
34 π
·
π
§
®
·
π§
º
1 Steek een voor opnemen geschikte
minidisc in de minidisc-recorder.
2 Druk op de FUNCTION
keuzeschakelaar om in te stellen op
de geluidsbron (bijvoorbeeld CD)
waarvan u de muziek wilt
opnemen.
3 Druk op de r REC opnametoets.
De minidisc-recorder komt dan in
gereedheid voor opname. Als u bij het
opnemen muziekstuknummers op de
minidisc wilt aanbrengen, lees dan eerst
de volgende paragraaf “Aanbrengen van
muziekstuknummers”. Bij opnemen van
een compact disc worden de
muziekstuknummers echter automatisch
op de minidisc overgenomen.
DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL
25
Aanbrengen van
muziekstuknummers
Bij opnemen vanaf de compact disc speler
van deze stereo-installatie worden de
muziekstuknummers automatisch op de
minidisc aangebracht. Daarnaast kunt u aldus
zelf muziekstuknummers aanbrengen:
Handmatig, op elk gewenst punt, tijdens
opnemen;
Automatisch, tijdens analoge opname.
Handmatig aanbrengen
van een muziekstuk-
nummer op een bepaald
punt tijdens opnemen
Tijdens opnemen kunt u op elk gewenst punt
een muziekstuknummer aanbrengen,
ongeacht de geluidsbron waarvan u opneemt.
Druk tijdens opnemen op de r REC
toets bij het punt waar u een
muziekstuknummer wilt aanbrengen.
De muziekstukken die daarna volgen worden
automatisch hernummerd.
4 Druk op de pauzetoets van de
minidisc-recorder.
Nu begint het opnemen.
5 Start het afspelen van de
geluidsbron die u wilt opnemen.
Stoppen met opnemen
Druk op de π stoptoets van de minidisc-
recorder.
Als de aanduiding “Rec Level
Over” verschijnt
Dit betekent dat er tijdens analoge opname
een te krachtig ingangssignaal is
doorgekomen. Zie onder “Verhelpen van
storingen” op blz. 45.
Als de aanduiding “TOC” in het
uitleesvenster oplicht of knippert
Stoot niet tegen de minidisc-recorder en trek
niet de stekker uit het stopkontakt, als u de
gemaakte opnamen wilt behouden. De
“TOC” aanduiding geeft aan dat de minidisc-
recorder bezig is de inhoudsopgave (Table of
Contents) bij te werken.
Opmerking
Als u de opname pauzeert tijdens het opnemen van
een compact disc, wordt er op dat punt op de
minidisc een (extra) muziekstuknummer
vastgelegd. Daarentegen zullen meerdere
muziekstukken samen een enkel nummer krijgen
toegewezen als:
een bepaald muziekstuk van de CD meer dan
eens op de minidisc wordt opgenomen;
er twee of meer muziekstukken met hetzelfde
nummer van verschillende compact discs
achtereen worden opgenomen.
wordt vervolgd
®
·
π§
º
rREC
DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL
26
Automatisch aanbrengen
van muziekstuknummers
tijdens analoog opnemen
Met de LEVEL SYNC automatische
synchroon-markering wordt er een
muziekstuknummer aangebracht wanneer
het ingangssignaal van de geluidsbron langer
dan twee sekonden zachter dan een bepaald
peil blijft en dan even later dat peil weer
overschrijdt.
Aanbrengen van
muziekstuknummers (vervolg)
1 Druk op de r REC opnametoets.
De minidisc-recorder is dan gereed voor
opname.
2 Druk op de EDIT/NO toets en draai
dan aan de MULTI JOG instelknop
tot er “LEVELSYNC ?” wordt
aangegeven.
3 Druk op de ENTER/YES toets.
Het uitleesvenster geeft nu
“LEVELSYNC ON?” aan.
4 Druk nogmaals op de ENTER/YES
toets.
De “LEVEL-SYNC” aanduiding licht op.
5 Druk op de pauzetoets.
Het opnemen begint.
Uitschakelen van de automatische
synchroon-markering
1 Druk op de EDIT/NO toets en draai dan
aan de MULTI JOG instelknop tot er
“LEVELSYNC ?” wordt aangegeven.
2 Druk op de ENTER/YES toets.
Het uitleesvenster geeft nu “LEVELSYNC
OFF?” aan.
3 Druk nogmaals op de ENTER/YES toets.
De “LEVEL-SYNC” aanduiding dooft.
Nu zal er bij analoog opnemen alleen een
muziekstuknummer worden aangebracht aan
het begin van de opname.
2 13,45
·
π
§
®
·
π§
º
DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL
27
Wissen van minidisc-
opnamen
— ERASE funktie
U kunt eerdere opnamen vlot en gemakkelijk
van een minidisc wissen. U kunt kiezen uit de
volgende drie wismethoden:
Wissen van een enkel muziekstuk
Wissen van alle muziekstukken
Wissen van een deel van een muziekstuk
Opmerking
Als er “SHUFFLE” of “PROGRAM” in het
uitleesvenster wordt aangegeven, drukt u enkele
malen op de PLAY MODE toets tot die aanduiding
verdwijnt.
Wissen van een enkel
muziekstuk
U kunt een muziekstuk wissen door
eenvoudigweg het nummer ervan in te
voeren. Bij het wissen wordt het aantal
muziekstukken op de minidisc met één
verminderd en worden alle muziekstukken
volgend op het gewiste nummer
hernummerd.
Voorbeeld: Wissen van muziekstuk B
1 Draai aan de MULTI JOG instelknop
om in te stellen op het nummer van
het muziekstuk dat u wilt wissen.
2 Druk op de EDIT/NO toets en draai
dan aan de MULTI JOG instelknop
tot er “Erase?” wordt aangegeven.
3 Druk op de ENTER/YES toets.
Ter bevestiging verschijnt er “Erase ??”.
Als u bij nader inzien dit muziekstuk
niet wilt wissen, drukt u nu op de π
stoptoets.
4 Druk nogmaals op de ENTER/YES
toets om het muziekstuk te wissen.
De aanduiding “Complete” verschijnt nu
enkele sekonden lang in het
uitleesvenster en het gekozen
muziekstuk wordt met titel en al van de
minidisc gewist.
Opmerking
De aanduiding “Erase !!?” verschijnt als het
betreffende muziekstuk werd opgenomen of
bewerkt op een andere minidisc-recorder en tegen
wissen is beveiligd. Als u dit muziekstuk
desondanks wilt wissen, druk dan weer op de
ENTER/YES toets terwijl deze “Erase !!?”
aanduiding oplicht.
Nummer van het te wissen
muziekstuk
wordt vervolgd
B wordt gewist.
Muziekstuknummers
Oorspronkelijke
opnamen
2 3,41,2
π
·
π
§
®
·
π§
º
1
ERASE
23
123
4
AB C D
AC D
DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL
28
Wissen van een deel van
een muziekstuk
Door de funkties voor onderverdelen (zie blz.
30), wissen (zie blz. 27) en samenvoegen van
muziekstukken (zie blz. 31) te kombineren,
kunt u een bepaald gedeelte van een
muziekstuk wissen.
Voorbeeld: Wissen van een deel van
muziekstuk A.
Wissen van alle
muziekstukken
U kunt de disc-titel, alle muziekstukken en al
hun titels in één keer van de minidisc wissen.
Wissen van minidisc-opnamen
ERASE funktie (vervolg)
1 Druk met de minidisc-recorder in de
stopstand op de EDIT/NO toets en
draai dan aan de MULTI JOG
instelknop tot er “All Erase?” wordt
aangegeven.
2 Druk op de ENTER/YES toets.
Ter bevestiging verschijnt er “All Erase
??”.
Als u bij nader inzien de minidisc niet
wilt wissen, drukt u nu op de π
stoptoets.
3 Druk nogmaals op de ENTER/YES
toets om de gehele minidisc te
wissen.
De aanduiding “Complete” verschijnt nu
enkele sekonden lang in het
uitleesvenster en alle muziekstukken,
nummers en titels worden van de
minidisc gewist.
123
1234
1234
123
AB
* De muziekstukken krijgen nieuwe nummers.
A(a+c)B
Delen A-a en A-c
samenvoegen.
A-a
BA-c
Wissen
(Erase,
blz. 27)
Deel A-b wissen.
A-a BA-b A-c
Hernummerde
muziekstukken
Muziekstuk A in drie
delen scheiden.*
Deel dat u wilt
wissen
Oorspronkelijke
opnamen
Onderverdelen
(Divide, blz.
30)
Samenvoegen
(Combine, blz.
31)
1
π
2,3
·
π
§
®
·
π§
º
Muziekstuknummers
DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL
29
3 Druk op de ENTER/YES toets.
4 Draai aan de MULTI JOG instelknop
tot de nieuwe plaats voor het
muziekstuk wordt aangegeven.
Als u bij nader inzien dit muziekstuk
niet wilt verplaatsen, drukt u nu op de π
stoptoets.
5 Druk op de ENTER/YES toets om
het muziekstuk te verplaatsen.
De aanduiding “Complete” verschijnt nu
enkele sekonden lang in het
uitleesvenster.
Opmerking
Als er “SHUFFLE” of “PROGRAM” in het
uitleesvenster wordt aangegeven, drukt u enkele
malen op de PLAY MODE toets tot die aanduiding
verdwijnt.
Verplaatsen van
opgenomen
muziekstukken
— MOVE funktie
U kunt de volgorde van de muziekstukken
aanpassen door een muziekstuk op een
andere plaats te zetten. Na het verplaatsen
van een muziekstuk worden alle
muziekstukken tussen de oude en de nieuwe
plaats automatisch hernummerd.
Voorbeeld: Verplaatsen van muziekstuk C
naar plaats nummer 2.
1
MOVE
23
12 34
4
AB
C
D
D
CBA
Muziekstuk C
verplaatsen naar de
tweede plaats.
1 Draai aan de MULTI JOG instelknop
om in te stellen op het nummer van
het muziekstuk dat u wilt
verplaatsen.
2 Druk op de EDIT/NO toets en draai
dan aan de MULTI JOG instelknop
tot er “Move ?” verschijnt.
Nieuw gekozen
positie
Oorspronkelijke
muziekstuknummer
Oorspronkelijke
opnamen
2
π
1,2,4 3,5
·
π
§
®
·
π§
º
Muziekstuknummers
DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL
30
3 Druk op de ENTER/YES toets.
Nu verschijnen om en om de
aanduidingen “Rehearsal” en “Position
ok?” in het uitleesvenster, terwijl het
begin van uw nieuwe muziekstuk
herhaaldelijk wordt weergegeven.
Om het verdeelpunt nauwkeurig in te
stellen:
1 Druk op de EDIT/NO toets.
2 Terwijl u naar de weergave luistert,
draait u aan de MULTI JOG
instelknop om het beginpunt van uw
nieuwe muziekstuk precies goed in te
stellen.
U kunt het beginpunt verplaatsen in
kleine stapjes van elk ongeveer 0,06
sekonde, binnen een bereik van –128
tot +127 stapjes, zoals aangegeven in
het uitleesvenster.
Als u bij nader inzien het muziekstuk
niet wilt onderverdelen, drukt u nu op
de π stoptoets.
4 Druk op de ENTER/YES toets
wanneer de plaats van het
beginpunt naar wens is.
Nu wordt er enkele sekonden lang
“Complete” in het uitleesvenster
aangegeven en begint het afspelen van
het nieuwe muziekstuk.
Tip
Ook tijdens opnemen kunt u de muziekstukken al
onderverdelen. Hiervoor drukt u bij het gewenste
verdeel/beginpunt op de r REC toets.
Opmerkingen
Een door onderverdelen gecreëerd nieuw
muziekstuk heeft nog geen titel, ook al had het
oorspronkelijke muziekstuk er wel een.
Als er “SHUFFLE” of “PROGRAM” in het
uitleesvenster wordt aangegeven, drukt u enkele
malen op de PLAY MODE toets tot die
aanduiding verdwijnt.
Onderverdelen van
opgenomen
muziekstukken
— DIVIDE funktie
Met deze funktie kunt u muziekstuknummers
aanbrengen in een lange opname die ten
onrechte onder een enkel nummer staat.
Bovendien kunt u hiermee naar eigen inzicht
muziekstuknummers aanbrengen na afloop
van het opnemen. Bij een enkele
onderverdeling wordt het aantal nummers op
de minidisc met één verhoogd en worden alle
muziekstukken volgend op het gesplitste
nummer hernummerd.
Voorbeeld: Onderverdelen van muziekstuk 2
om deel B en deel C een eigen
muziekstuknummer te geven.
1
DIVIDE
23
123 4
1 Druk tijdens afspelen van een
minidisc op de pauzetoets.
De minidisc-recorder pauzeert de
weergave.
2 Druk op de EDIT/NO toets en draai
dan aan de MULTI JOG instelknop
tot er “Divide ?” verschijnt.
ADB
C
DAB
C
Muziekstuk 2 verdelen in
muziekstuk B en muziekstuk
C.
Oorspronkelijke
opnamen
Muziekstuknummers
®
·
π§
º
3,41 2
π
DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL
31
Samenvoegen van
opgenomen
muziekstukken
— COMBINE funktie
Met deze funktie kunt u verscheidene
muziekstukken of afzonderlijk opgenomen
passages tot een enkel muziekstuk
samenvoegen. Het totale aantal
muziekstukken op de minidisc wordt met één
verminderd en alle muziekstukken volgend
op de samengevoegde nummers worden
hernummerd.
Voorbeeld: Samenvoegen van muziekstukken
B en C.
1
COMBINE
23
123 4
AB C D
1 Draai aan de MULTI JOG
instelknop om in te stellen op het
tweede van de muziekstukken die u
wilt samenvoegen.
Als u bijvoorbeeld de muziekstukken 3
en 4 tot een enkel nummer wilt
samenvoegen, stelt u in op muziekstuk
nummer 4.
D
AB C
Samenvoegen van B en C
tot één muziekstuk.
Oorspronkelijke
opnamen
Muziekstuknummers
2
π
1,2 3,4
®
·
π§
º
2 Druk op de EDIT/NO toets en draai
dan aan de MULTI JOG instelknop
tot er “Combine ?” verschijnt.
3 Druk op de ENTER/YES toets.
Nu verschijnen om en om de
aanduidingen “Rehearsal” en “Track
ok?” in het uitleesvenster, terwijl het
overgangspunt van de twee
muziekstukken (m.a.w. het eind van het
eerste muziekstuk en het begin van het
tweede muziekstuk) herhaaldelijk
achtereen wordt weergegeven.
Als u bij nader inzien de muziekstukken
niet wilt samenvoegen, drukt u nu op de
π stoptoets.
4 Druk nogmaals op de ENTER/YES
toets wanneer de overgang tussen
de muziekstukken naar wens
verloopt.
Nu wordt er enkele sekonden lang
“Complete” in het uitleesvenster
aangegeven, terwijl de muziekstukken
worden samengevoegd.
Opmerkingen
Als er “SHUFFLE” of “PROGRAM” in het
uitleesvenster wordt aangegeven, drukt u enkele
malen op de PLAY MODE toets tot die
aanduiding verdwijnt.
Als de beide oorspronkelijke muziekstukken elk
een eigen titel hadden, komt de titel van het
tweede bij het samenvoegen te vervallen.
Als er tijdens deze procedure “Sorry” in het
uitleesvenster wordt aangegeven, dan kunnen de
gekozen muziekstukken niet worden
samengevoegd. Dit kan zich wel eens voordoen
als er aan een bepaald muziekstuk al te veel
“gesleuteld” is. Dit hangt samen met de technische
beperkingen van het minidisc-systeem en wijst
niet op een mechanische storing in de minidisc-
recorder.
DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL
32
4 Druk enkele malen op de
CHARACTER toets om in te stellen
op het gewenste soort letterteken.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verspringt de letter-aanduiding in het
uitleesvenster als volgt:
A (hoofdletters) n a (kleine letters) n 0
(cijfers) n ! (symbolen)* n (spatie)
n A…
*De volgende symbolen zijn beschikbaar
voor gebruik in de disc-titels:
5 Draai aan de MULTI JOG instelknop
tot het gewenste letterteken in het
uitleesvenster verschijnt.
Het gekozen letterteken gaat knipperen.
Om een spatie in te voeren, drukt u op
de CURSOR n toets terwijl de cursor
knippert.
6 Druk op de CURSOR n toets om
het letterteken in te voeren.
De cursor schuift een plaatsje naar rechts
op en blijft wachten op invoer van de
volgende letter.
7 Herhaal de stappen 4 t/m 6 voor elk
van de volgende lettertekens, tot u
de gehele gewenste titel hebt
ingevoerd.
Als u per ongeluk een verkeerde letter
hebt ingevoerd, drukt u op de CURSOR
N of n toets tot het te korrigeren
letterteken gaat knipperen en dan
herhaalt u dan de stappen 4 t/m 6 voor
het juiste letterteken.
Om een letterteken te wissen, drukt u op
de EDIT/NO toets terwijl het letterteken
nog knippert.
8 Druk tenslotte op de ENTER/YES
invoertoets om de titelprocedure af
te ronden.
De ingevoerde titels lopen in volgorde
door het uitleesvenster.
Titels voor uw
minidiscs invoeren
U kunt uw opgenomen minidiscs en alle
muziekstukken daarop van zelfgekozen titels
voorzien. Elke titel kan bestaan uit maximaal
80 lettertekens.
!"#$%&'()+,–./:;<=>?@_` (spatie)
1 Als u de gehele minidisc van een
titel wilt voorzien, drukt u op de π
stoptoets zodat het afspelen van de
minidisc stopt.
Om een muziekstuk van een titel te
voorzien, draait u aan de MULTI JOG
instelknop knop tot het gewenste
muziekstuknummer wordt aangegeven.
2 Druk op de EDIT/NO toets en draai
dan aan de MULTI JOG instelknop tot
er “Name in ?” wordt aangegeven.
3 Druk op de ENTER/YES toets.
De cursor voor het invoeren van de
letters gaat knipperen.
SCROLL
Cursor
THet muziekstuk waarvoor
u een titel wilt invoeren.
®
·
π§
º
2
2,5 3,8
1 6 4
N
DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL
33
Instellen van de weergave
Bijregelen van het
geluid
U kunt het weergegeven geluid meer kracht
geven door de bassen of het gehele
klankbeeld extra te versterken.
Uitschakelen van de titelinvoer
Druk op de π stoptoets.
Kontroleren van de titels (alleen
met de afstandsbediening)
Om de titel van de minidisc te kontroleren,
drukt u in de stopstand op de SCROLL
doorlooptoets. Om de titels van de
muziekstukken te zien, drukt u op de
SCROLL doorlooptoets tijdens afspelen. De
titels lopen in volgorde door het
uitleesvenster. Druk weer op de SCROLL
toets om het doorlopen van de titelweergave
te pauzeren en nogmaals wanneer u het
doorlopen wilt hervatten.
Wissen van alle titels
1 Druk op de EDIT/NO toets en draai dan
aan de MULTI JOG instelknop tot er
“Name Erase?” wordt aangegeven.
2 Druk op de ENTER/YES toets.
Ter bevestiging verschijnt er “All Erase ??”.
Als u bij nader inzien de titels niet van de
minidisc wilt wissen, drukt u nu op de π
stoptoets.
3 Druk nogmaals op de ENTER/YES toets.
Alle titels van de muziekstukken en de
disc-titel zelf worden van de minidisc
gewist.
Opmerking
U kunt een weergegeven muziekstuk tijdens
weergave van een titel voorzien, maar dan moet u
wel de gehele titelprocedure voltooien voordat het
muziekstuk eindigt.
Extra versterken van de bassen
Druk op de DBFB (Dynamic Bass Feedback)
basversterkingstoets.
Het lampje van de toets licht op.
Druk nogmaals op de toets om de DBFB
basversterking uit te schakelen.
Extra vermogen voor het
totaalgeluid
Druk op de GROOVE versterkingstoets.
De lampjes van de GROOVE toets en de
DBFB toets lichten beide op.
Het totaalvolume neemt toe en de bassen
komen extra stevig door.
Druk nogmaals op de toets om de GROOVE
versterking uit te schakelen.
Opmerking
Door nogmaals indrukken van de GROOVE toets
wordt de DBFB basversterking nog niet
uitgeschakeld.
Druk tevens op de DBFB toets voor normale
weergave zonder extra basversterking.
®
·
π§
º
GROOVE
DBFB
DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL
34
Andere mogelijkheden
Namen voor uw
voorkeurzenders
invoeren
— Zendernamen
Aan elk van de vastgelegde voorkeurzenders
kunt u een zelf gekozen naam van maximaal 10
letters geven. Bij afstemmen op een voorkeur-
zender zal dan de bijbehorende zendernaam in
het uitleesvenster verschijnen. Wanneer u een
radio-uitzending van een dergelijke
voorkeurzender opneemt via schakelklok-
opname (zie blz. 39) op een nieuwe, onbespeelde
minidisc, zal automatisch ook de zendernaam op
de minidisc worden opgenomen.
Gebruik van het
akoestiekmenu
Met de “Preset Equalizer” menu’s kunt u
kiezen uit 20 akoestiekeffekten om het
klankbeeld aan te passen aan het soort
muziek waar u naar luistert.
1 Druk op de PRESET EQ toets.
2 Draai aan de MULTI JOG instelknop
tot uw gewenste klankbeeld in het
menu wordt aangegeven.
Om het muziekmenu te laten
verdwijnen, drukt u op de EDIT/NO
toets.
3 Druk op de ENTER/YES toets om
uw keuze te bevestigen.
Annuleren van het gekozen
akoestiekeffekt
Stel in stap 2 met de MULTI JOG instelknop
in op “20 FLAT” en druk op de ENTER/YES
toets.
Tip
Bij aflevering van de stereo-installatie is het
akoestiekeffekt reeds in de fabriek ingesteld op
“1 ROCK”.
Het akoestiekeffekt voor weergave is niet van
invloed op de opnamen die u maakt op een
minidisc of cassette.
2 13
·
π
§
®
·
π§
º
1 Druk net zovaak op de TUNER/
BAND toets tot de gewenste
afstemband in het uitleesvenster
wordt aangegeven.
2 Druk enkele malen op de TUNING
MODE toets totdat de aanduiding
“PRESET” verschijnt.
3 Draai aan de MULTI JOG instelknop
om af te stemmen op de
voorkeurzender waarvoor u een
zendernaam wilt invoeren.
4 Druk op de EDIT/NO toets en draai
dan aan de MULTI JOG instelknop tot
er “Name in ?” wordt aangegeven.
4 3,4,7 5,10
86
N
1
2
π
·
π
§
®
·
π§
º
DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL
35
5 Druk op de ENTER/YES toets.
De cursor voor het invoeren van de
letters gaat knipperen.
6 Druk enkele malen op de
CHARACTER toets om in te stellen
op het gewenste soort letterteken.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verspringt de letter-aanduiding in het
uitleesvenster als volgt:
A (hoofdletters) n a (kleine letters) n 0
(cijfers) n ! (symbolen)* n (spatie)
n A…
*De volgende symbolen zijn
beschikbaar voor gebruik in de
zendernamen:
7 Draai aan de MULTI JOG instelknop
tot het gewenste letterteken in het
uitleesvenster verschijnt.
Om een spatie in te voeren, drukt u op
de CURSOR n toets terwijl de cursor
knippert.
8 Druk op de CURSOR n toets.
De cursor schuift een plaatsje naar rechts
op en blijft al knipperend wachten op
invoer van de volgende letter.
9 Herhaal de stappen 6 t/m 8 tot u de
gehele zendernaam hebt ingevoerd.
Als u per ongeluk een verkeerde letter
hebt ingevoerd, drukt u op de
CURSOR N of n toets tot het te
korrigeren letterteken gaat knipperen
en herhaal dan de stappen 6 t/m 8 om
het te vervangen door het juiste
letterteken.
10 Druk tenslotte op de ENTER/YES
invoertoets.
wordt vervolgd
!"#$%&'()+,–./:;<=>?@_` (spatie)
Uitschakelen van de zendernaam-invoer
Druk op de π stoptoets van de minidisc-
recorder.
Wissen van een ingevoerde
zendernaam
Herhaal de stappen 1 t/m 5 en druk dan net
zovaak op de EDIT/NO toets tot alle
lettertekens zijn gewist.
Gebruik van het Radio
Data Systeem (RDS)
Welke mogelijkheden
biedt het RDS
informatiesysteem?
RDS (Radio Data Systeem) is een radio-
informatiesysteem waarmee radiozenders
naast hun gewone uitzendingen allerlei
nuttige informatie kunnen uitzenden. Deze
tuner biedt een aantal handige RDS funkties,
zoals de paraatstand voor nieuwsberichten en
andere uitzendingen en de mogelijkheid
zenders op te zoeken aan de hand van van
het programmatype dat ze uitzenden. De
RDS werkt alleen met FM radiozenders.*
Opmerking
De RDS informatie zal niet altijd goed te ontvangen
zijn als de zender waarop u hebt afgestemd niet
goed doorkomt of als de signaalsterkte onvoldoende
is.
* Niet alle FM zenders verzorgen RDS uitzendingen
en niet alle RDS zenders bieden dezelfde
mogelijkheden. Voor nadere informatie over de
RDS funkties die in uw woongebied beschikbaar
zijn kunt u kontakt opnemen met de plaatselijk
aktieve radiozenders.
Ontvangst van RDS
uitzendingen
Kies eenvoudigweg een radiozender uit
de FM afstemband.
Bij afstemming op een zender die RDS
informatie uitzendt, zal automatisch de
zendernaam in het uitleesvenster
verschijnen.
DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL
36
Gebruik van het Radio Data
Systeem (RDS) (vervolg)
4 Druk op de ENTER/YES toets.
De tuner gaat nu de vooringestelde RDS
radiozenders doorzoeken (hierbij
knipperen de aanduiding “PTY Search”
en het gekozen programmatype om en
om in het uitleesvenster).
Wanneer de tuner een zender vindt die
het gekozen programmatype uitzendt,
gaat het voorkeurzendernummer
knipperen.
5 Draai aan de MULTI JOG instelknop
tot het zendernummer in het
uitleesvenster gaat knipperen.
6 Druk op de ENTER/YES toets
terwijl het zendernummer in het
uitleesvenster nog knippert.
Overzicht van de programmatypes
(PTY)
Affairs (aktualiteiten)
Aktualiteiten-programma’s die op de
achtergronden van het huidige nieuws
ingaan.
Alarm (nooduitzendingen)
Speciale uitzendingen in verband met
natuurrampen e.d.
Culture (cultuur)
Programma’s over nationale en regionale
cultuur, zoals betreffende religieuze en
taalkwesties en sociale vraagstukken.
Drama (toneel)
Hoorspelen en radioseries.
Education (educatie)
Educatieve programma’s, met
wetenswaardigheden, praktische tips en
advies op allerlei gebied.
Information (informatie)
Uitzendingen over consumentenzaken,
medisch advies, weersinformatie, etc.
L. Classical (licht klassiek)
Lichte klassieke muziek voor een breed
publiek: zowel vocale als instrumentale
muziek.
Aangeven van RDS informatie in
het uitleesvenster
Bij een druk op de DISPLAY toets wordt het
ontvangen programmatype enkele sekonden
lang in het uitleesvenster aangegeven.
Opmerking
De aanduiding “No PTY Data” zal verschijnen als
de ontvangen zenders geen programmatype-
informatie uitzenden.
Opzoeken van een
radiozender aan de hand
van het programmatype
U kunt een radiozender van uw keuze
opzoeken door in te stellen op het gewenste
programmatype. De tuner stemt dan af op
een uitzending van het gekozen type,
verzorgd door een van de FM RDS zenders
die zijn vastgelegd in het afstemgeheugen
van de tuner.
1 Druk op de EDIT/NO toets en draai
dan aan de MULTI JOG instelknop
tot er “PTY Search ?” wordt
aangegeven.
2 Druk op de ENTER/YES toets.
3 Draai de MULTI JOG instelknop
naar de + of de – kant om in te
stellen op het gewenste
programmatype. Zie het
onderstaande “Overzicht van de
programmatypes”.
∏
·
π
§
®
∏
·
π §
º
‚
1 1,3,5 2,4,6
DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL
37
Druk op de SLEEP toets van de
afstandsbediening.
Telkens wanneer u op deze toets drukt,
verspringt de minuten-aanduiding (de
sluimerduur of tijd tot het uitschakelen) als
volgt:
90min n 80min n 70min —… n 10min
SLEEP OFF
(sluimerfunktie uitgeschakeld)
Kontroleren van de resterende
sluimertijd
Druk eenmaal op de SLEEP toets.
Wijzigen van de sluimertijd na
inschakelen
Kies weer de gewenste tijd tot het
uitschakelen met de SLEEP toets.
Uitschakelen van de
sluimerfunktie
Druk net zovaak op de SLEEP toets tot de
aanduiding “SLEEP OFF” verschijnt.
M.O.R. Music (achtergrondmuziek)
“Easy listening muziek” (M.O.R.= Middle
of the road).
News (nieuws)
Nieuwsbulletins.
Other Music (andere muziek)
Muziek die niet is onder te brengen in één
van de andere muzikale categorieën, zoals
jazz, rhythm-and-blues, reggae, enz.
Pop Music (popmuziek)
Populaire muziek.
Rock Music (rockmuziek)
Moderne serieuze muziek.
Science (wetenschap)
Programma’s over natuurwetenschappen
en technologie.
S. Classical (serieus klassiek)
Uitvoeringen van klassieke orkestwerken,
kamermuziek, opera, enz.
Sport (sport)
Sportverslagen, uitslagen e.d.
Varied (gevarieerd)
Gevarieerd amusement, zoals interviews
met bekende persoonlijkheden,
quizprogramma’s en komedies.
PTY undefined (onbepaald)
Ieder type uitzending dat niet onder een
van de bovengenoemde categorieën valt.
Opmerking
De aanduiding “PTY not found” zal verschijnen als
er geen zender is die het door u gekozen
programmatype uitzendt.
Met muziek in slaap
vallen
— Sluimerfunktie
U kunt de stereo-installatie na een zelf te
kiezen periode automatisch laten
uitschakelen, zodat u gerust met muziek in
slaap kunt vallen (dit noemen we de
sluimerfunktie). De sluimerduur is instelbaar
in stappen van 10 minuten.
Voor het instellen van deze sluimerfunktie
moet wel eerst de ingebouwde klok op de
juiste tijd zijn ingesteld (zie blz. 5).
SLEEP
N
N
DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL
38
5 Druk op de ENTER/YES toets.
Nu gaan de uren-cijfers voor de
inschakeltijd knipperen.
6 Stel het tijdstip in waarop u door de
stereo-installatie gewekt wilt worden.
Draai aan de MULTI JOG instelknop om
het gewenste uur in te stellen en druk op
de ENTER/YES toets.
Nu gaan de minuten-cijfers voor de
inschakeltijd knipperen.
Draai aan de MULTI JOG instelknop om
de gewenste minuut in te stellen en druk
op de ENTER/YES toets.
Weer gaan de uren-cijfers knipperen, nu
voor de uitschakeltijd.
7 Stel op de dezelfde wijze de tijd in
waarop u de stereo-installatie weer
automatisch wilt laten uitschakelen.
8 Draai aan de MULTI JOG instelknop
om de geluidsbron te kiezen
waarmee u gewekt wilt worden.
De aanduiding van de geluidsbron
verspringt als volgt:
CD PLAY ˜ TUNER ˜ TAPE PLAY*
˜ MD PLAY
* Deze stand kunt u kiezen als u beschikt over
het los verkrijgbare TC-TX5 cassettedeck en
als u met muziek van een cassette gewekt
wilt worden.
9 Druk op de ENTER/YES toets.
In het uitleesvenster verschijnen nu de
door u gekozen inschakeltijd, de
uitschakeltijd, de geluidsbron en de
geluidssterkte, gevolgd door de
oorspronkelijke aanduidingen.
10 Druk op de POWER schakelaar om
de stereo-installatie uit te schakelen.
Met muziek gewekt
worden
— Wekfunktie
U kunt de stereo-installatie automatisch op
een vooraf ingesteld tijdstip laten
inschakelen, zodat u met muziek gewekt
wordt. Voor het instellen van deze
wekfunktie moet wel eerst de ingebouwde
klok op de juiste tijd zijn ingesteld (zie blz. 5).
1 Breng de geluidsbron waarmee u
gewekt wilt worden in gereedheid.
Compact disc: Leg een CD in de disc-
lade. Als u wilt beginnen met een
bepaald muziekstuk, maakt u een
muziekprogramma (zie blz. 17).
Minidisc: Steek een minidisc in de
minidisc-recorder.
Radio: Stem af op de gewenste
voorkeurzender (zie blz. 13).
2 Stel met de VOLUME regelaar de
geluidssterkte voor het wekgeluid
naar wens in.
3 Druk op de TIMER SET toets.
4 Draai aan de MULTI JOG instelknop
tot er “DAILY TIMER” in het
uitleesvenster verschijnt.
®
·
π§
º
4,6,8 23
5,6,9
10
TIMER
SELECT
DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL
39
Kontroleren van de wekfunktie-
instellingen
Druk net zovaak op de TIMER SELECT toets
tot de aanduiding “DAILY TIMER”
verschijnt. Dan verschijnen de door u
gekozen inschakeltijd, uitschakeltijd,
geluidsbron en geluidssterkte, gevolgd door
de oorspronkelijke aanduidingen. Om de
instellingen te wijzigen, volgt u weer de
aanwijzingen vanaf stap 1.
Uitschakelen van de schakelklok-
wekfunktie
Druk net zovaak op de TIMER SELECT toets
tot de aanduiding “TIMER OFF” in het
uitleesvenster verschijnt.
Tip
Als u een cassettedeck met een AU-BUS aansluiting
op de stereo-installatie aansluit, zoals het TC-TX5
cassettedeck, kunt u ook gewekt worden met
muziek van een cassette.
Opmerking
Voor een juiste werking is het aanbevolen de stereo-
installatie niet te bedienen vanaf het moment dat
deze ingeschakeld wordt tot het moment dat de
weergave begint (ongeveer 20 sekonden lang).
Schakelklok-opname
van radio-
uitzendingen
U kunt de schakelklok instellen voor het op
minidisc opnemen van een radio-uitzending
op een bepaalde tijd, maar dan moet de
radiozender wel in het afstemgeheugen zijn
vastgelegd (zie blz. 6) en moet de klok op de
juiste tijd zijn ingesteld (zie blz. 5).
Wanneer u een radio-uitzending opneemt
van een voorkeurzender waarvoor u een
zendernaam hebt vastgelegd (zie blz. 34), dan
zal die zendernaam ook automatisch samen
met de inschakeltijd en de uitschakeltijd op
de minidisc worden opgenomen.
wordt vervolgd
1 Stem af op de voorkeurzender
waarvan u een uitzending wilt
opnemen. (zie blz. 13)
2 Druk op de TIMER SET toets.
3 Draai aan de MULTI JOG instelknop
tot er “REC TIMER” in het
uitleesvenster wordt aangegeven.
4 Druk op de ENTER/YES toets.
In het uitleesvenster gaan de uren-cijfers
voor de inschakeltijd knipperen.
®
·
π§
º
3,5,72
4,5,8
10 9
TIMER
SELECT
DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL
40
5 Stel het tijdstip in waarop u wilt
beginnen met opnemen.
Draai aan de MULTI JOG instelknop om
het gewenste uur in te stellen en druk op
de ENTER/YES toets.
Nu gaan de minuten-cijfers voor de
opname-aanvangstijd knipperen.
Draai aan de MULTI JOG instelknop om
de gewenste minuut in te stellen en druk
op de ENTER/YES toets.
Weer gaan de uren-cijfers knipperen, nu
voor de uitschakeltijd.
6 Stel op de dezelfde wijze de tijd in
waarop u de stereo-installatie weer
automatisch wilt laten stoppen met
opnemen.
7 Draai aan de MULTI JOG instelknop
om in te stellen op “TUNER to MD”
voor opnemen van de radio op een
minidisc.
8 Druk op de ENTER/YES toets.
In het uitleesvenster verschijnen nu de
door u gekozen inschakeltijd, de
uitschakeltijd, het zendernummer en de
geluidsbron, gevolgd door de
oorspronkelijke aanduidingen.
9 Steek een voor opnemen geschikte
minidisc in de minidisc-recorder.
10 Schakel de stereo-installatie uit.
Schakelklok-opname van radio-
uitzendingen (vervolg)
Kontroleren van de
schakelklokopname-instellingen
Druk net zovaak op de TIMER SELECT toets
tot de aanduiding “REC TIMER” verschijnt.
Dan verschijnen de door u gekozen
inschakeltijd, uitschakeltijd en het
voorkeurzendernummer, gevolgd door de
oorspronkelijke aanduidingen. Om de
instellingen te wijzigen, volgt u weer de
aanwijzingen vanaf stap 1.
Uitschakelen van de schakelklok-
funktie
Druk net zovaak op de TIMER SELECT toets
tot de aanduiding “TIMER OFF” in het
uitleesvenster verschijnt.
Tip
Als u een cassettedeck met een AU-BUS aansluiting
op de stereo-installatie aansluit, zoals het TC-TX5
cassettedeck, kunt u dit ook gebruiken voor de
schakelklok-opname.
Opmerkingen
Voor een juiste werking is het aanbevolen de
stereo-installatie niet te bedienen vanaf het
moment dat deze ingeschakeld wordt tot het
moment dat het opnemen begint (ongeveer 20
sekonden lang).
Bij gebruik van een nieuwe, onbespeelde minidisc
voor opname, zal er niets worden opgenomen op
de eerste 15 sekonden van de minidisc.
Als de stereo-installatie op de ingestelde opname-
aanvangstijd reeds ingeschakeld is, zal er geen
opname plaatsvinden.
Tijdens het opnemen wordt de geluidsweergave
automatisch gedempt.
DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL
41
Aanvullende informatie
Betreffende de luidsprekers
Alhoewel deze luidsprekers magnetisch zijn
afgeschermd, kan er in bepaalde gevallen toch
sprake zijn van vervorming in de beeldweergave op
een TV-toestel of computermonitor. Als dit zich
voordoet, schakel de TV of computer dan eenmaal
uit en vervolgens na 15 à 30 minuten weer in. Zorg
bij een computer eerst dat alle gegevens veilig zijn
opgeslagen.
Als er na weer inschakelen geen verbetering
zichtbaar is in de kleurweergave, zet de
luidsprekers en de TV of monitor dan iets verder
van elkaar vandaan. Zorg er bovendien voor dat
voorwerpen waarin magneten worden gebruikt,
zoals een audiorek, een TV-standaard, bepaald soort
speelgoed, etc., niet in de buurt van de TV of de
computer staan, aangezien interaktie tussen de
magneten ervan en deze apparatuur storing in het
beeld kan veroorzaken.
Beveiligen van een opgenomen
minidisc
Om de opnamen op een minidisc te beveiligen tegen
per ongeluk wissen, schuift u het wispreventienokje
in de hoek van de minidisc open, zodat er een
opening ontstaat.
In die stand is opnemen op de minidisc niet meer
mogelijk. Om de minidisc weer geschikt te maken
voor opname, schuift u het wispreventienokje weer
dicht.
Voorzorgsmaatregelen
Stroomvoorziening
Kontroleer, alvorens het cassettedeck in gebruik te
nemen, of de bedrijfsspanning van het apparaat
overeenkomt met de plaatselijke netspanning.
Veiligheid
• Zolang de stekker van het netsnoer in het
stopkontakt steekt, blijft er een geringe
hoeveelheid stroom naar het apparaat lopen, ook
al is het apparaat zelf uitgeschakeld.
• Trek de stekker uit het stopkontakt wanneer u
denkt het apparaat geruime tijd niet te gebruiken.
Pak de stekker vast om deze uit het stopkontakt te
trekken. Trek nooit aan het snoer.
• Mocht er vloeistof of een voorwerp in het
inwendige van het apparaat terechtkomen,
verbreek dan de aansluiting op het stopkontakt en
laat het cassettedeck eerst door een deskundige
nakijken alvorens dit weer in gebruik te nemen.
• Mocht het nodig zijn het netsnoer of de stekker te
vervangen, laat dit dan uitsluitend bij een erkende
vakhandel verrichten.
Opstelling
• Zet de stereo-installatie op een plaats met
voldoende ventilatie om oververhitting van de
inwendige onderdelen te voorkomen, in het
belang van een langdurige betrouwbare werking.
• Zorg dat het apparaat zo goed mogelijk
horizontaal staat.
• Plaats het apparaat niet ergens waar het
blootgesteld wordt aan:
extreme hitte of koude
stof of vuil
erg veel vocht
heftige trillingen
direkte zonnestraling.
Voorkomen van beschadiging
• Als de stereo-installatie rechtstreeks van een
koude in een warme omgeving wordt gebracht of
in een erg vochtige kamer wordt geplaatst, kan op
de lens binnenin de compact disc speler of de
minidisc-recorder vocht uit de lucht kondenseren.
Als dit zich voordoet, zal de stereo-installatie niet
naar behoren funktioneren. In zulke gevallen dient
u de CD of minidisc te verwijderen en het
apparaat ongeveer een uur ingeschakeld maar
ongebruikt aan te laten staan, zodat alle
kondensvocht kan verdampen.
• Voor u de stereo-installatie verplaatst of vervoert,
dient u de compact disc(s) en de minidisc uit het
apparaat te verwijderen.
Mocht u vragen of problemen met uw stereo-
installatie hebben, neemt u dan a.u.b. kontakt op
met uw dichtstbijzijnde Sony handelaar of
onderhoudsdienst.
wordt vervolgd
Wispreventienokje
Schuif het nokje
open.
DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL
42
Beperkingen van het
minidisc-systeem
Het opnamesysteem van uw minidisc-recorder is
gebonden aan een aantal specifieke beperkingen,
waarvan hieronder een overzicht volgt. Deze
beperkingen zijn inherent aan het ontwerp van het
minidisc-systeem en duiden niet op storing in uw
apparatuur.
De “DISC FULL” foutmelding
verschijnt reeds vóór het bereiken
van de maximale opnameduur (60
tot 74 minuten)
Wanneer er 255 nummers op de minidisc
zijn opgenomen, zal de “DISC FULL” foutmelding
verschijnen, ongeacht de feitelijke opnameduur. Een
minidisc kan niet meer dan 255 muziekstukken
bevatten. Om verder te gaan met opnemen, dient u
muziekstukken te wissen of een andere minidisc te
gebruiken.
De “DISC FULL” foutmelding
verschijnt reeds vóór het bereiken
van het maximaal aantal
muziekstukken (255)
In bepaalde gevallen kunnen de zachtere passages
binnen muziekstukken worden opgevat als pauzes
ertussen, zodat het aantal nummers het feitelijk
aantal muziekstukken overschrijdt. Dan zal de
“DISC FULL” foutmelding al gauw verschijnen.
De resterende opnameduur
vermeerdert niet, ook na het
wissen van diverse korte nummers
Nummers van minder dan 12 sekonden lengte tellen
niet mee, zodat het wissen ervan niet tot meer
beschikbare opnameduur zal leiden.
Bepaalde muziekstukken laten
zich niet met andere
samenvoegen
Na montage kunnen bepaalde muziekstukken niet
meer met andere te kombineren zijn.
De totale opgenomen speelduur
plus de resterende beschikbare
opnameduur op de minidisc
komen in totaal niet aan de
nominale speelduur van de disc
(60 tot 74 minuten)
Het opnemen wordt verricht in minimum-eenheden
van 2 sekonden, ongeacht de lengte van het
opgenomen materiaal. Dit kan leiden tot een geringe
afwijking van de nominale speelduur. Daarnaast
kan de speelduur van een minidisc beperkt worden
door krassen en dergelijke.
Betreffende de omgang met
minidiscs
Open nooit het schuifdeksel van de minidisc. Als
het schuifdeksel per ongeluk open schuift, dient u
het onmiddellijk weer te sluiten.
Als de buitenkant van een minidisc vuil is, kunt u
deze schoonvegen met een droog doekje.
Zorg dat uw minidiscs niet worden blootgesteld
aan fel zonlicht of de hitte van een kachel of
verwarmingsradiator; laat minidiscs nooit achter
in een afgesloten auto die in de volle zon
geparkeerd staat.
Betreffende de omgang met
compact discs
Veeg een CD voor het afspelen schoon met een
niet pluizend reinigingsdoekje, vanuit het midden
naar de rand. Berg elke CD na het afspelen weer in
het bijbehorende doosje op.
Gebruik voor het reinigen geen oplosmiddelen als
benzine of thinner, evenmin als
reinigingsvloeistoffen of antistatische spray voor
het reinigen van conventionele
grammofoonplaten.
Zorg dat uw compact discs niet worden
blootgesteld aan fel zonlicht of de hitte van een
kachel of verwarmingsradiator; laat compact discs
nooit achter in een afgesloten auto die in de volle
zon geparkeerd staat.
Reinigen van de behuizing
Maak de buitenkant de apparatuur schoon met een
zacht doekje, droog of licht bevochtigd met wat
milde vloeibare zeep.
Voorzorgsmaatregelen (vervolg)
Schuifdeksel
DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL
43
Tijdens het doorzoeken van
muziekstukken die samen zijn
gemonteerd, kan het geluid af en
toe wegvallen
Muziekstukken die niet rechtstreeks zijn
opgenomen, maar door montage zijn samengesteld,
kunnen nogal over de minidisc verspreid zijn en
dan kan de versnelde weergave het zoeken niet
altijd bijhouden.
De muziekstuknummers kunnen
niet worden vastgelegd
Ook al wordt er tijdens analoog opnemen
“LEVELSYNC ON” (zie blz. 26) in het uitleesvenster
aangegeven, dan nog kunnen de
muziekstuknummers wel eens niet naar behoren
worden vastgelegd aan het begin van elk
muziekstuk:
• als het ingangssignaal minder dan twee sekonden
lang onder het grensnivo blijft;
• als het ingangssignaal midden in een muziekstuk
langer dan twee sekonden onder het grensnivo
blijft.
Overzicht van het één-generatie
kopieersysteem (“Serial Copy
Management System”)
Digitale audio-apparatuur zoals voor compact discs,
minidiscs en DAT cassettes maken het mogelijk om
vrijwel perfekte kopieën te maken van
geluidsmateriaal, want bij het kopiëren van digitale
signalen blijft de kwaliteit intakt.
Ter bescherming van de auteursrechten van
componisten en musici is dit apparaat voorzien van
het “Serial Copy Management System” dat slechts
één generatie aan volledig digitale kopieën toestaat
via digitale aansluitingen.
Via digitale aansluitingen kunt u uitsluitend een
eerste-generatie kopie* maken van digitaal
geluidsmateriaal.
Bijvoorbeeld:
1 U kunt een digitale kopie maken van een in de
handel verkrijgbaar digitaal medium (zoals een
compact disc of een voorbespeelde minidisc),
maar het is niet mogelijk van deze kopie weer een
tweede (generatie) kopie te maken.
2 U kunt een digitale kopie maken van het digitaal
opgenomen geluid van een oorspronkelijk analoge
geluidsbron (zoals een grammofoonplaat of een
muziekcassette) of een opname van een digitale
satelliet-uitzending, maar hiervan kunt u weer
geen tweede kopie maken.
* Een eerste-generatie kopie is een digitale opname
van een digitaal signaal, gemaakt met digitale
geluidsapparatuur. Als u bijvoorbeeld met de
minidisc-recorder van deze stereo-installatie het
geluid van een compact disc opneemt, is dit een
eerste-generatie digitale kopie.
Opmerkingen
Het één-generatie kopieersysteem legt u geen
beperkingen op wanneer u opneemt via analoge
aansluitingen.
Aangezien dit apparaat slechts werkt met een
bemonsteringsfrekwentie van 44,1 kHz, kunt u
geen digitale opname maken van satelliet-
uitzendingen, waarvan de
bemonsteringsfrekwentie 32 kHz of 48 kHz
bedraagt. Voor het digitaal opnemen van
dergelijke satelliet-uitzendingen hebt u een
minidisc-recorder of een DAT cassettedeck nodig
dat geschikt is voor deze frekwenties. Hiervan
kunt u dan wel weer een tweede-generatie kopie
maken.
DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL
44
Verhelpen van storingen
Mocht zich een probleem voordoen met de
stereo-installatie, neemt u dan de volgende
lijst met kontrolepunten door.
Kontroleer echter eerst of het netsnoer stevig
is aangesloten en of alle aansluitingen van de
luidsprekers in orde zijn.
Is het probleem niet zo eenvoudig te
verhelpen, neem dan a.u.b. kontakt op met
uw dichtstbijzijnde Sony handelaar.
Algemeen
Er klinkt geen geluid.
Draai de VOLUME regelaar rechtsom
open.
Wellicht is er een hoofdtelefoon
aangesloten.
Ernstige brom of ander storend geluid.
De stereo-installatie staat te dicht bij een
TV of videorecorder. Zet de stereo-
installatie verder van de TV of
videorecorder vandaan.
Er knippert “0:00” in het uitleesvenster.
De stroomvoorziening is onderbroken
geweest. Stel de klok weer op de juiste
tijd in en leg uw voorkeurzenders
opnieuw in het geheugen vast.
De schakelklok-funkties werken niet naar
behoren.
Stel de klok op de juiste tijd in.
Bij indrukken van de TIMER SET of TIMER
SELECT toets verschijnen er geen
schakelklok-instellingen.
Maak de schakelklok-instellingen
zorgvuldig volgens de aanwijzingen.
De afstandsbediening werkt niet.
Zorg dat er geen obstakels tussen de
afstandsbediening en de stereo-installatie
zijn.
Richt de afstandsbediening, van niet al te
ver, recht op de afstandsbedieningssensor
van de stereo-installatie.
Wellicht zijn de batterijen (bijna) leeg.
Vervang beide batterijen door nieuwe.
Luidsprekers
Geen geluid van één kanaal of
onevenwichtige weergave van links en
rechts.
Kontroleer de luidspreker-aansluitingen
en de opstelling van de luidsprekers.
Compact disc speler
De disc-lade gaat niet dicht.
Er ligt een compact disc niet goed in de
disc-uitsparing.
Het afspelen van de compact disc begint
niet.
Kontroleer of de compact disc vuil is.
Ligt de CD niet ondersteboven in de disc-
lade?
Er is vocht uit de lucht in het apparaat
gekondenseerd. Verwijder de compact
disc(s) en laat de stereo-installatie een uur
lang ongebruikt aan staan, zodat het
kondensvocht kan verdampen.
De weergave begint niet bij het eerste
muziekstuk.
De compact disc speler staat ingesteld op
programma-weergave of weergave in
willekeurige volgorde. Druk enkele
malen op de PLAY MODE toets, zodat de
“PROGRAM” of “SHUFFLE” aanduiding
uit het uitleesvenster verdwijnt.
De aanduiding “OVER” verschijnt in het
uitleesvenster.
Tijdens het snel doorzoeken is het einde
van de compact disc bereikt. Druk op de
0 toets (of de = toets van de
afstandsbediening) om terug te keren
naar het begin van de CD.
Minidisc-recorder
Een gedeeltelijk ingestoken minidisc laat
zich niet verwijderen.
Het automatisch laadsysteem van de
minidisc-recorder heeft de minidisc
gepakt. Druk de minidisc eerst geheel
naar binnen en druk dan op de §
uitschuiftoets van de minidisc-recorder.
De minidisc-recorder reageert niet of
werkt niet goed.
Wellicht is de minidisc beschadigd. (Dan
wordt er “Disc Error” in het
uitleesvenster aangegeven). Vervang de
minidisc door een andere.
DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL
45
De minidisc-recorder begint niet met
afspelen van de minidisc.
Er is vocht uit de lucht in de minidisc-
recorder gekondenseerd. Verwijder de
minidisc en laat de stereo-installatie een
uur lang ongebruikt aan staan, zodat het
kondensvocht kan verdampen.
Steek de minidisc met de label-kant
boven en de pijl naar voren toe in.
Wellicht is er niets op de minidisc
opgenomen.
Het opnemen op de minidisc-recorder
werkt niet met goed.
De minidisc is tegen opnemen en wissen
beveiligd. (Dan verschijnt de aanduiding
“Protected”.) Schuif het
wispreventienokje opzij om de opening af
te sluiten (zie blz. 41).
Kontroleer of de geluidsbron naar
behoren is aangesloten.
Wellicht is de geplaatste minidisc is een
voorbespeelde disc, niet geschikt voor
opnemen. Vervang deze door een
opname-minidisc.
Er is te weinig ruimte voor opnemen op
de minidisc over. Wis enkele
muziekstukken of vervang de disc door
een andere opname-minidisc met meer
ruimte.
Tijdens opnemen is de stroom
weggevallen of de stekker uit het
stopkontakt geraakt. Maak de gewenste
opname opnieuw.
De aanduiding “OVER” verschijnt in het
uitleesvenster.
Het einde van de minidisc bereikt. Druk
op de 0 toets (of de = toets van de
afstandsbediening) om terug te keren
naar het opgenomen gedeelte van de
minidisc.
Tijdens analoge opname verschijnt er “Rec
Level Over” (te krachtig ingangssignaal) in
het uitleesvenster.
1 Druk tijdens het opnemen of in de
opnamepauzestand op de EDIT/NO toets
en draai dan aan de MULTI JOG
instelknop tot er “Attenuate ?” wordt
aangegeven.
2 Druk op de ENTER/YES toets.
Het uitleesvenster geeft nu “Attenuate
ON?” aan.
3 Druk nogmaals op de ENTER/YES toets.
De “Attenuate” verzwakkings-
aanduiding licht op.
Het opnamenivo is nu tot het juiste peil
teruggebracht. Om de
verzwakkingsregeling uit te schakelen,
zorgt u dat er in stap 2 “Attenuate OFF?”
wordt aangegeven.
Tuner
Ernstige brom of andere storing in de
radio-ontvangst (in het uitleesvenster
knippert de “TUNED” of de “STEREO”
aanduiding).
Richt of verstel de antenne.
De ontvangen zender komt te zwak door.
Sluit een buitenantenne aan.
Een stereo FM uitzending wordt niet in
stereo weergegeven.
Druk op de STEREO/MONO toets zodat
er “STEREO” in het uitleesvenster
verschijnt.
Als er zich andere problemen
voordoen, die hierboven niet zijn
beschreven, kunt u de stereo-
installatie als volgt terugstellen in
de uitgangsstand:
1 Trek de stekker uit het stopkontakt.
2 Houd de POWER schakelaar ingedrukt en
steek tegelijk de stekker weer in het
stopkontakt.
Zo zet u de stereo-installatie terug op de
oorspronkelijke fabrieksinstellingen. Alle
door u gemaakte instellingen, zoals de
tijdinstelling, de voorkeurzenders en
schakelklok-instellingen worden hierbij uit
het geheugen gewist. U zult deze instellingen
dus opnieuw moeten maken.
Waarschuwingsaanduidingen
van de minidisc-recorder
Een van de onderstaande foutmeldingen en
waarschuwingen kan in het uitleesvenster
verschijnen of gaan knipperen als er bij de
bediening van de minidisc-recorder iets mis
gaat.
Auto Cut
De minidisc-recorder pauzeert de opname,
omdat er tijdens digitaal opnemen al meer
dan 30 seconden stilte is (die wordt
vervangen door een pauze van 3
seconden).
wordt vervolgd
DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL
46
Verhelpen van storingen (vervolg)
Blank Disc
Er wordt getracht een blanco, onbespeelde
of gewiste minidisc af te spelen.
Cannot Copy
Digitaal opnemen is in dit geval niet
mogelijk. (Zie het “Overzicht van het één-
generatie kopieersysteem” op blz. 43.)
Cannot EDIT
Er is getracht een minidisc op te nemen of
te monteren tijdens geprogrammeerde
weergave of weergave in willekeurige
volgorde.
Disc Error
De minidisc is vuil of beschadigd of de
“TOC” inhoudsopgave ontbreekt.
Disc Full
Er is geen ruimte meer over op de minidisc.
(Zie “Beperkingen van het minidisc-
systeem” op blz. 42.)
Impossible
Er wordt getracht twee nummers samen te
voegen terwijl het eerste muziekstuk wordt
afgespeeld.
Name Full
Het titelgeheugen van de minidisc is vol.
NO DISC
Er bevindt zich geen minidisc in het
apparaat.
No Track
De geplaatste minidisc heeft wel een titel
maar geen genummerde muziekstukken.
OVER
Tijdens het snel doorzoeken is het einde
van de minidisc bereikt.
Protected
De geplaatste minidisc is beveiligd tegen
opnemen en wissen.
Retry
De eerste opname is mislukt vanwege
trillingen of een kras op de minidisc, maar
een tweede poging tot opname is in gang.
Retry Error
Door trillingen waaraan de minidisc-
recorder bloot staat of door krassen op de
minidisc, zijn er verschillende opname-
pogingen gedaan maar die zijn alle
mislukt.
Smart Space
Tijdens digitaal opnemen is er weer een
geluidssignaal doorgekomen na 3 tot 30
sekonden stilte (die wordt vervangen door
een standaard pauze van 3 seconden).
Sorry
Er wordt getracht twee nummers samen te
voegen die niet gekombineerd kunnen
worden.
Versterker-gedeelte
DIN uitgangsvermogen 40 + 40 watt (aan 6 ohm,
bij 1 kHz, DIN)
Continu RMS uitgangsvermogen
50 + 50 watt (aan 6 ohm,
bij 1 kHz, 10 % THV)
Muziekvermogen 160 watt
Ingangen VIDEO/GAME IN
(tulpstekkerbussen)
omschakelbaar:
VIDEO IN:
ingangsspanning 250 mV,
impedantie 47 kOhm
GAME IN:
ingangsspanning 450 mV,
impedantie 47 kOhm
TAPE IN
(tulpstekkerbussen):
ingangsspanning 250 mV,
impedantie 47 kOhm
Uitgangen TAPE OUT
(tulpstekkerbussen):
uitgangsspanning
250mV, impedantie
1 kOhm
PHONES (stereo klinkstekkerbus):
voor hoofdtelefoons van
8 ohm of meer.
SPEAKER: voor luidsprekers met
impedantie van 6 tot 16
ohm.
Compact disc speler
Afspeelsysteem Compact disc digitaal
audiosysteem
Laser Halfgeleider laser
(λ = 780 nm)
Emissieduur: continu
Laser-uitgangsvermogen Maximaal 44,6 µW*
*Deze waarde is gemeten
op een afstand van ca.
200 mm van het
lensoppervlak van het
optisch blok, bij een
diafragma van 7 mm.
Frekwentiebereik 2 Hz – 20 kHz (± 0,5 dB)
CD DIGITAL OPTICAL OUT
aansluiting (vierkante optische aansluitbus,
achterpaneel)
Technische gegevens
DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL
47
Minidisc-recorder
Opname/weergavesysteem
MiniDisc digitaal
audiosysteem
Laser Halfgeleider laser
(λ = 780 nm)
Emissieduur: continu
Laser-uitgangsvermogen Maximaal 44,6 µW*
*Deze waarde is gemeten
op een afstand van ca.
200 mm van het
lensoppervlak van het
optisch blok, bij een
diafragma van 7 mm.
Opnameduur Maximaal 74 minuten
(met MDW-74 minidisc)
Bemonsteringsfrekwentie 44,1 kHz
Frekwentiebereik 5 Hz – 20 kHz
Tuner-gedeelte
FM stereo, FM/AM superheterodyne afstemming
FM afstemtrap
Afstembereik 87,5 – 108,0 MHz (50 kHz
interval)
Antenne FM draadantenne
Antenne-aansluitingen 75 ohm, asymmetrisch
Tussenfrekwentie 10,7 MHz
AM afstemtrap
Afstembereik
Model voor Duitsland:
AM: 522 – 1611 kHz
(met interval ingesteld op
9 kHz)
Overige modellen MG: 522 – 1611 kHz
(met interval ingesteld op
9 kHz)
LG: 144 – 288 kHz
(met interval ingesteld op
3 kHz)
Antenne AM kaderantenne,
Externe antenne-
aansluitingen
Tussenfrekwentie 450 kHz
Luidsprekers
SS-MD5
Luidsprekersysteem 3-wegsysteem, in
basreflexkast
Luidsprekereenheden Lagetonen-luidspreker:
15 cm Ø, conus-type
Hogetonen-luidspreker: 5 cm Ø, conus-type
Superhogetonen-luidspreker:
2 cm Ø, koepel-type
Nominale impedantie 6 ohm
Algemeen
Stroomvoorziening 220 – 230 V wisselstroom,
50/60 Hz
Stroomverbruik 130 watt
Afmetingen
Versterker/Tuner/Minidisc/Compact disc gedeelte:
Ca. 280 × 240 × 360 mm
(b/h/d) inkl. uitstekende
onderdelen en knoppen
(Brits model)
Ca. 280 × 240 × 350 mm
(b/h/d) inkl. uitstekende
onderdelen en knoppen
(overige modellen)
Luidsprekers: Ca. 205 × 325 × 290 mm
(b/h/d) inkl. uitstekende
onderdelen en knoppen
Gewicht
Versterker/Tuner/Minidisc/Compact disc gedeelte:
Ca. 9,4 kg
Luidsprekers: Ca. 4 kg netto per
luidspreker
Bijgeleverd toebehoren: AM kaderantenne (1)
RM-S5MD
afstandsbediening (1)
Sony SUM-3 (NS)
batterijen (2)
FM draadantenne (1)
Luidsprekersnoeren (2)
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
voorbehouden, zonder kennisgeving.
DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL
48
Index
D
DBFB basversterking 33
Digitale opname 23
E
Eén-generatie
kopieersysteem (SCMS)
43
Eén-toets weergavestart 10,
12, 13
F
Foutmeldingen 45
G
Geheugenafstemming 13
Gelijkzetten van de klok 5
Geluidsinstellingen 33
GROOVE versterking 33
H, I, J, K
Herhaalde weergave 15, 21
Hit Parade opnamefunktie
11
L
Luidsprekers 4
M
Muziekstuknummers 25
N
Naamgeving
compact discs 19
minidiscs 32
voorkeurzenders 34
Normale weergave 9
O
Onderverdelen van
muziekstukken 30
Opnemen
compact disc 10
op minidisc 24
radio-uitzending 14
schakelklok-opname 39
A
Aanbrengen van
muziekstuknummers 25
Aanduidingen in het
uitleesvenster 15, 20
Aansluiten
antennes 5, 8
los verkrijgbare
apparatuur 7
stereo-installatie 4
stroomvoorziening 4
Afspelen
compact disc 9
gekozen volgorde
(programma-weergave)
17, 22
herhaalde weergave 15,
21
minidisc 12
willekeurige volgorde
16, 22
Afstemmen op
voorkeurzenders 6, 13
Akoestiekmenu 34
AMS-zoekfunkties 9, 12
Analoge opname 23
Antennes 5, 8
Automatische geluidsbron-
keuze 10, 12, 13
B
Batterijen 5
Beperkingen van het
minidisc-systeem 42
Beveiligen van opnamen 41
Bijregelen
geluidssterkte 9
geluidsweergave 33
volume van de
luidsprekers 9
C
CD synchroon-opname 10
Compact disc speler 9, 15
P, Q
Preset Equalizer menu's 34
Programma-weergave 17, 22
R
Radiozenders
afstemmen 13
voorinstellen 6
RDS informatie-ontvangst 35
S
Samenvoegen van
muziekstukken 31
Schakelklok
gewekt worden met
muziek 38
inslapen met muziek 37
schakelklok-opname 39
Sluimerfunktie 37
T, U
Titelfunkties. Zie
Naamgeving
Terugstellen in
uitgangsstand 45
Tuner 6, 13
V
Vastleggen van
voorkeurzenders 6
Verhelpen van storingen 44
Verplaatsen van
muziekstukken 29
W, X, Y
Wekfunktie 38
Willekeurige weergave 16,
22
Wisfunkties 27
Wispreventienokje 41
Wissen
alle muziekstukken 28
deel van een muziekstuk
28
enkel muziekstuk 27
opnamen 27
zendernaam 35
Z
Zendernaam 34

Documenttranscriptie

3-858-047-42(1) Mini Hi-Fi Component System Gebruiksaanwijzing NL Istruzioni per l’uso I f T DHC-MD5 ©1996 by Sony Corporation DHCMD5.3-858-047-42.NLI WAARSCHUWING Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht, om gevaar van brand of een elektrische schok te voorkomen. Open niet de behuizing, om gevaar van elektrische schokken te vermijden. Laat reparaties aan de erkende vakhandel over. Installeer het apparaat niet in een krappe, omsloten ruimte zoals een boekenkast of een inbouwkast. Amerikaanse en buitenlandse octrooien onder licentie van Dolby Laboratories Licensing Corporation. De laser in dit apparaat is in staat straling uit te zenden die de toegestane limiet van Klasse 1 overschrijdt. LASER KLASSE 1 Deze compact disc speler is geklassificeerd als een LASER KLASSE 1 produkt. Het label met de aanduiding CLASS 1 LASER PRODUCT bevindt zich aan de achterkant van het apparaat. Dit waarschu-wingslabel bevindt zich binnenin het apparaat. Bij dit produkt zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA. 2 DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL Inhoudsopgave Voorbereidingen Stap 1: Aansluiten van de stereo-installatie ............................... 4 Stap 2: Gelijkzetten van de klok ........... 5 Stap 3: Vastleggen van uw favoriete radiozenders ..................................... 6 Aansluiten van externe audio/videoapparatuur en buitenantennes ....... 7 Basisbediening Afspelen van een compact disc ............ 9 Opnemen van een compact disc ........ 10 Afspelen van een minidisc .................. 12 Luisteren naar de radio ....................... 13 Opnemen van een radio-uitzending . 14 Programma-weergave van muziek op een minidisc .............................. 22 – Opname/Montage Alvorens u begint met opnemen ........ 23 Handmatig opnemen op een minidisc ........................................... 24 Aanbrengen van muziekstuknummers .................... 25 Wissen van minidisc-opnamen .......... 27 Verplaatsen van opgenomen muziekstukken ............................... 29 Onderverdelen van opgenomen muziekstukken ............................... 30 Samenvoegen van opgenomen muziekstukken ............................... 31 Titels voor uw minidiscs invoeren .... 32 NL Instellen van de weergave Compact disc speler Gebruik van het CD uitleesvenster ... 15 Herhaalde weergave van muziekstukken op CD .................. 15 Willekeurige weergave van muziekstukken op CD .................. 16 Programma-weergave van muziekstukken op CD .................. 17 Repeteerweergave van een muziekpassage op CD .................. 18 Titels voor uw compact discs invoeren .......................................... 19 Minidisc-recorder – Weergave Gebruik van het minidiscuitleesvenster ................................. 20 Herhaalde weergave van muziek op een minidisc .............................. 21 Willekeurige weergave van muziek op een minidisc .............................. 22 Bijregelen van het geluid ..................... 33 Gebruik van het akoestiekmenu ........ 34 Andere mogelijkheden Namen voor uw voorkeurzenders invoeren .......................................... 34 Gebruik van het Radio Data Systeem (RDS) ................................ 35 Met muziek in slaap vallen ................. 37 Met muziek gewekt worden ............... 38 Schakelklok-opname van radiouitzendingen ................................... 39 Aanvullende informatie Voorzorgsmaatregelen ........................ 41 Beperkingen van het minidiscsysteem ............................................ 42 Verhelpen van storingen ..................... 44 Technische gegevens ............................ 46 Index ....................................................... 48 3 DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL Voorbereidingen Stap 1: Aansluiten van de stereo-installatie Volg de onderstaande aanwijzingen van 1 t/m 3 om uw stereo-installatie aan te sluiten met de bijgeleverde snoeren en ander toebehoren. Voer daarna de stappen 2 en 3 uit om de voorbereidingen te kompleteren. AM-kaderantenne FM-antenne Rechter luidspreker Linker luidspreker Achterpaneel van de DHC-MD5 R 1 Sluit de luidsprekers aan. Sluit de luidsprekersnoeren aan op de SPEAKER klemmen met dezelfde kleur. Houd de luidsprekersnoeren uit de buurt van de antennes en antennesnoeren, om storing in de weergave te voorkomen. 4 DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL Zwart (’) Rood (‘) L 2 Sluit de FM- en AM-antennes aan. Stap 2: Gelijkzetten van de klok Zet de kaderantenne in elkaar en sluit deze aan. Strek de FMAM-kaderantenne draadantenne zover mogelijk horizontaal uit. Om de schakelklok-funkties te kunnen gebruiken, zult u eerst de ingebouwde klok op de juiste tijd moeten instellen. FM CO 75Ω AXA L AM 1 2,4 3,5 º · 3 Steek de stekker van het netsnoer in het stopkontakt. ∏ π ‚ § ® 1 Druk op de TIMER SET toets. 2 Stel met de MULTI JOG draaiknop in op het juiste uur. De ingebouwde klok werkt met een 24-uurs cyclus. Plaats twee R6 (AA-formaat) batterijen in de afstandsbediening ] } ] } 3 Druk op de ENTER/YES invoertoets. 4 Stel met de MULTI JOG draaiknop in op de juiste minuut. 5 Druk op de ENTER/YES invoertoets. Tip Bij normaal gebruik zal een stel batterijen ongeveer zes maanden meegaan. Als de stereo-installatie niet meer goed op de afstandsbediening reageert, vervangt u dan beide batterijen door nieuwe. Opmerking Wanneer u de afstandsbediening geruime tijd niet gebruikt, kunt u beter de batterijen eruit verwijderen, om schade door eventuele batterijlekkage en corrosie te vermijden. De klok gaat nu lopen. Korrigeren van de ingestelde tijd 1 Druk op de TIMER SET toets. 2 Draai aan de MULTI JOG instelknop tot er “CLOCK SET?” wordt aangegeven en druk dan op de ENTER/YES invoertoets. 3 Herhaal de stappen 2 t/m 5. DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL 5 Stap3:Vastleggen van uw favoriete radiozenders U kunt maximaal 40 favoriete radiozenders vastleggen, 20 voor de FM, 10 voor de middengolf en 10 voor de langegolf. Bij het model voor Duitsland kunt u maximaal 30 zenders vastleggen, 20 voor de FM en 10 voor de AM. 2 4 3,6 º · ∏ π 4 Druk op de EDIT/NO toets en draai dan aan de MULTI JOG instelknop tot er “Frq-MEMORY ?” wordt aangegeven. 5 Druk op de ENTER/YES toets. 6 Draai aan de JOG instelknop om in te stellen op het gewenste voorinstelnummer voor de ontvangen zender. ‚ § ® Voorinstelnummer · ∏ π § 7 1 1 5,7 Druk net zovaak op de TUNER/ BAND toets tot de gewenste afstemband in het uitleesvenster wordt aangegeven. Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert de afstemband als volgt: Model voor Duitsland: FM nAM Overige modellen: FM n MG n LG 2 3 6 Druk net zovaak op de TUNING MODE toets totdat de aanduiding “AUTO” in het uitleesvenster verschijnt. Druk op de ENTER/YES toets. De zender wordt nu vastgelegd onder uw gekozen nummer. 8 Herhaal de stappen 1 t/m 7 voor elk van de voorkeurzenders die u wilt vastleggen. Afstemmen op een zender die te zwak is voor automatische afstemming Druk in stap 2 net zovaak op de TUNING MODE toets tot de aanduiding “MANUAL” verschijnt en draai dan aan de MULTI JOG instelknop om op de gewenste zender af te stemmen. Vastleggen onder een ander nummer Volg de aanwijzingen weer vanaf stap 1. Tip Draai aan de MULTI JOG instelknop. De tuner begint nu de afstemband te doorzoeken, om te stoppen wanneer er op een duidelijk doorkomende zender is afgestemd. In het uitleesvenster verschijnt de aanduiding “TUNED” (en ook “STEREO” als er een FM stereo radio-uitzending wordt ontvangen). DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL De vastgelegde voorkeurzenders zullen na het verwijderen van de stekker uit het stopkontakt of na uitvallen van de stroom ongeveer een week lang in het afstemgeheugen bewaard blijven. Aansluitenvan externeaudio/videoapparatuuren buitenantennes Voor een veelzijdig gebruik van uw stereoinstallatie kunt er los verkrijgbare apparatuur op aansluiten. Zie voor nadere bijzonderheden tevens de gebruiksaanwijzing van elk aan te sluiten apparaat. Aansluiten van een videospel/videorecorder Zorg bij het aansluiten dat u de kleuren van de stekkers en de aansluitbussen niet verwisselt. 2 Schakel de stroom uit, houd de FUNCTION toets ingedrukt in en schakel dan de stroom weer in met de POWER schakelaar. Om weer terug te schakelen naar “VIDEO” gaat u net zo te werk vanaf “GAME” in stap 1. Betreffende de “VIDEO” en “GAME” instellingen Stel in op de stand die het best voldoet met de apparatuur aangesloten op de VIDEO/GAME IN aansluitingen. • Bij aansluiten van een videorecorder, een AM/ FM-tuner of een cassettedeck stelt u in op “VIDEO”. • Bij aansluiten van een videospel, een multidiscspeler of een DAT cassettedeck stelt u in op “GAME”. • Als het geluid vervormd klinkt in de “VIDEO” stand, schakel dan over op de “GAME” stand. Aansluiten van audioapparatuur Aansluiten van een cassettedeck Zorg bij het aansluiten dat u de kleuren van de stekkers en de aansluitbussen niet verwisselt. naar de audio-uitgangsaansluitingen van het videospel of de videorecorder. naar de audioingangsaansluitingen van het aan te sluiten cassettedeck. naar de AU-BUS aansluiting van het TC-TX5 stereo cassettedeck. Weergeven van het geluid van de videorecorder Druk net zovaak op de FUNCTION keuzeschakelaar tot de aanduiding “VIDEO” verschijnt. Weergeven van het geluid van een videospel Druk net zovaak op de FUNCTION keuzeschakelaar tot de aanduiding “GAME” verschijnt. Als u met de FUNCTION keuzeschakelaar wel kunt instellen op “VIDEO” maar niet op “GAME”, kunt u deze mogelijkheid omschakelen op de volgende wijze. 1 Druk net zovaak op de FUNCTION keuzeschakelaar tot de aanduiding “VIDEO” verschijnt. naar de audiouitgangsaansluitingen van het aan te sluiten cassettedeck. Tip Als u het TC-TX5 cassettedeck aansluit op de DHC-MD5, vergeet dan niet de beide apparaten onderling te verbinden via de AU-BUS aansluitingen. wordt vervolgd DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL 7 Aansluiten van externe audio/ video-apparatuur en buitenantennes (vervolg) Aansluiten van een minidiscrecorder/DAT cassettedeck Een minidisc-recorder/DAT cassettedeck met een vierkante optische aansluitbus kunt u rechtstreeks aansluiten op de CD DIGITAL OPTICAL OUT aansluiting. Dan kunt u op de aangesloten minidisc-recorder of het DAT cassettedeck digitale opnamen maken van een CD of een minidisc die u afspeelt op deze stereo-installatie. y Aansluiten van buitenantennes Voor de beste radio-ontvangst is het aanbevolen een of meer buitenantennes aan te sluiten. FM-antenne Sluit een los verkrijgbare FM-buitenantenne aan. Ook kunt u gebruik maken van een TVantenne. F M7 CO 5Ω AXA L AM IEC standaard antennestekker (niet bijgeleverd) AM-antenne Sluit een geïsoleerde draad van 6 tot 15 meter lengte aan op de AM antenne-aansluiting. Laat de AM-kaderantenne hierbij ook nog wel aangesloten. Geïsoleerde draad (niet bijgeleverd) naar de optische digitale ingangsaansluiting van een minidisc-recorder/ DAT cassettedeck Aardingsdraad (niet bijgeleverd) FM 7 CO 5Ω AXA L AM Tip Als u een platenspeler met een “MM” magnetisch element aansluit op de VIDEO/GAME IN aansluitingen, gebruikt u dan voor het aansluiten de los verkrijgbare MM equalizer-voorversterker EQ-2 en het audio-aansluitsnoer. Voor het luisteren naar de weergave van de platenspeler, drukt u dan op de FUNCTION keuzeschakelaar tot de aanduiding “VIDEO” verschijnt. Om storing in de weergave te voorkomen, verbindt u de y aansluiting met de aardaansluiting van de platenspeler. 8 DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL Belangrijk Bij gebruik van een buitenantenne dient deze geaard te worden, ter bescherming tegen blikseminslag. Sluit de aardingsdraad nooit aan op een gasleiding; gezien de kans op een gasexplosie is dit uiterst gevaarlijk. Basisbediening Nummer van de disc-uitsparing Afspelenvaneen compactdisc Muziekstuknummer Met deze stereo-installatie kunt u tot drie compact discs achtereen afspelen. 0/) VOLUME POWER 1/ALL DISCS MULTI JOG º · · ∏ ∏ π π 1 § ® Doet u het volgende Stoppen met afspelen Druk op de π stoptoets. Pauzeren Druk op de ∏ pauzetoets. Nogmaals drukken om de weergave te hervatten. Opzoeken van een muziekstuk Draai de MULTI JOG knop naar rechts (om vooruit te gaan) of naar links (om terug te gaan) en laat de knop los bij het gewenste muziekstuk. Ook kunt u de AMS* + of = zoektoets op de afstandsbediening gebruiken. Voor het doorzoeken op de andere CD’s houdt u de MULTI JOG instelknop langer vast. § 1 2 Druk op de § uitschuiftoets sluittoets en leg een of twee compact discs in de disc-lade. Met de bedrukte labelkant boven. Voor het afspelen van een 8 cm CD singletje plaatst u dit in de binnenste uitsparing van de disc-lade. Voor het inleggen van een derde compact disc drukt u op de DISC SKIP toets om het disc-plateau door te draaien. 2 Voor het Druk op een van de DISC 1 – 3 toetsen. De disc-lade sluit en het afspelen van de gekozen CD begint. Als u op de · weergavetoets drukt met de disc-lade dicht, dan begint het afspelen vanaf het begin van de CD in de disc-uitsparing waarvan het nummer groen oplicht. Opzoeken van Druk op de ) of 0 toets een punt in tijdens weergave en laat de een muziekstuk toets bij het gewenste punt los. Kiezen van een compact disc Druk op de DISC SKIP toets (of de D.SKIP toets op de afstandsbediening). Basisbediening · ∏ π EX-CHANGE DISC SKIP ‚ Verstreken speelduur Afspelen van Druk net zovaak op de 1/ALL alleen de DISCS toets tot er “1 DISC” eerste compact wordt aangegeven. disc Afspelen van alle CD’s Druk net zovaak op de 1/ALL DISCS toets tot er “ALL DISCS” wordt aangegeven. Uitnemen of Druk op de § uitschuiftoets. verwisselen van een compact disc Verwisselen van Druk op de EX-CHANGE toets. een andere CD Nogmaals drukken om de disctijdens lade te sluiten. weergave Bijregelen van de geluidssterkte Draai aan de VOLUME regelaar (of druk op de of toets van de afstandsbediening). * Automatische Muziek Sensor wordt vervolgd DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL 9 Afspelen van een compact disc (vervolg) Tips • Bij indrukken van de · toets wanneer de stereoinstallatie nog uit staat, wordt deze automatisch ingeschakeld en begint het afspelen van de compact disc, mits er een CD in de disc-lade aanwezig is (één-toets weergavestart). • U kunt in één handeling overschakelen van een andere geluidsbron en de weergave van een compact disc starten, eenvoudig met een druk op de · toets of een van de DISC 1 – 3 toetsen* (automatische geluidsbron-keuze). * Tijdens normale weergave of de “1 DISC SHUFFLE” weergave werkt indrukken van de DISC 1-3 toetsen ook voor de automatische geluidsbron-keuze. • Als er geen CD in de disc-lade aanwezig is, verschijnt de aanduiding “CD NO DISC”. • Tijdens het afspelen van een disc of wanneer er is ingeschakeld op een bepaalde disc-uitsparing zal de DISC 1 – 3 toets van de betreffende discuitsparing groen oplichten. Opnemenvaneen compactdisc — CD synchroon-opname U kunt de muziek op een compact disc overnemen op een minidisc op volledig digitale wijze, waarbij de muziekstuknummers automatisch op de minidisc worden vastgelegd in dezelfde volgorde als op de CD. Hierbij zal een gloednieuwe, ongebruikte minidisc, of een minidisc die in één keer volledig gewist is (zie blz. 28), automatisch worden voorzien van dezelfde disc-titel (zie blz. 32) als de opgenomen compact disc. Bij het toevoegen van nieuwe opnamen op een reeds gebruikte opname-minidisc zal het opnemen automatisch beginnen vanaf het eind van de vorige opnamen. 6 POWER 4 π ‚ º 3 1 Met de labelkant boven. DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL · ∏ π § · ∏ π § 1 ® 24 Steek een voor opnemen geschikte minidisc in de minidisc-recorder. Met de pijl naar binnen toe wijzend. 10 5 0 ( P p ) 6 r 2 Druk op de § uitschuiftoets en plaats een compact disc in de disclade. De disc-lade blijft open staan. Met de bedrukte labelkant boven. Voor het afspelen van een 8 cm CD singletje plaatst u dit in de binnenste uitsparing van de disc-lade. Voor het inleggen van een derde compact disc drukt u op de DISC SKIP toets om het disc-plateau door te draaien. Druk nogmaals op de § uitschuiftoets om de disc-lade te sluiten. Druk net zovaak op de DISC SKIP toets (of de D.SKIP toets op de afstandsbediening) tot de DISC 1 – 3 toets van de gewenste discuitsparing groen oplicht. 4 Druk op de CD SYNC toets en draai dan aan de MULTI JOG instelknop tot er “NORMAL ?” wordt aangegeven. 5 Druk op de ENTER/YES toets. Stel in stap 4 in op “HIT PARADE ?”. Stoppen met opnemen Druk op de π stoptoets van de minidiscrecorder. Wanneer de aanduiding “TOC” oplicht of knippert Stoot dan vooral niet tegen het apparaat en trek niet de stekker uit het stopkontakt. De minidisc-recorder is dan bezig de inhoudsopgave (TOC = Table of Contents) bij te werken. Opmerkingen • Bij opnemen met de “HIT PARADE” opnamefunktie wordt de disc-titel niet op de minidisc overgenomen. • Als u de minidisc niet kunt uitnemen, drukt u de minidisc eerst verder naar binnen en dan drukt u op de § uitschuiftoets van de minidisc-recorder. Basisbediening 3 Opnemen van alleen het eerste muziekstuk van elke CD — Hit Parade De minidisc-recorder komt dan in gereedheid voor opname en de compact disc speler blijft in de weergave/ pauzestand wachten. 6 Druk op de ∏ pauzetoets van de minidisc-recorder. Nu begint het opnemen van de CD. 11 DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL Afspelenvaneen minidisc Een minidisc is net zo af te spelen als een compact disc. MULTI JOG ∏ 0/) POWER ‚ º · ∏ π § · ∏ π § ® Voor het Doet u het volgende Stoppen met afspelen Druk op de π stoptoets. Pauzeren Druk op de ∏ pauzetoets. Nogmaals drukken om de weergave te hervatten. Opzoeken van een muziekstuk Draai de MULTI JOG knop naar rechts (om vooruit te gaan) of naar links (om terug te gaan) en laat de knop los bij het gewenste muziekstuk. Ook kunt u de AMS + of = zoektoets op de afstandsbediening gebruiken. Opzoeken Druk op de ) of 0 toets van een punt tijdens weergave en laat de toets in een bij het gewenste punt los. muziekstuk Uitnemen van de minidisc Druk op de § uitschuiftoets. Bijregelen Draai aan de VOLUME regelaar van de (of druk op de of toets geluidssterkte van de afstandsbediening). 2 1 1 π VOLUME § Tips Steek een minidisc in de minidiscrecorder. Met de pijl naar binnen toe wijzend. 0 ( P p ) 6 r Met de labelkant boven. 2 Druk op de · weergavetoets. Het afspelen van de minidisc begint. Verstreken Muziekstuknummer speelduur 12 DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL • U kunt het afspelen starten vanaf een gewenst muziekstuk. Alvorens u in stap 2 op de · weergavetoets drukt, draait u eerst aan de MULTI JOG knop tot het gewenste muziekstuk wordt aangegeven. • Bij indrukken van de · toets wanneer de stereoinstallatie nog uit staat, wordt deze automatisch ingeschakeld en begint het afspelen van de minidisc, mits er een minidisc in het apparaat aanwezig is (één-toets weergavestart). • U kunt in één handeling overschakelen van een andere geluidsbron en de weergave van een minidisc starten, eenvoudig met een druk op de · toets (automatische geluidsbron-keuze). 3 Luisteren naar de radio MULTI JOG Leg eerst uw favoriete radiozenders in het afstemgeheugen vast (zie blz. 6). POWER 2 STEREO/MONO ∏ VOLUME ‚ º · π § Draai aan de MULTI JOG instelknop om af te stemmen op de gewenste voorkeurzender. ® Draai naar links (of druk op de PRESET - toets van de afstandsbediening) om af te stemmen op een lager genummerde zender. Draai naar rechts (of druk op de PRESET + toets van de afstandsbediening) om af te stemmen op een hoger genummerde zender. Afstemfrekwentie Zendernaam Voorinstelnummer · ∏ 3 Druk net zovaak op de TUNER/ BAND toets (of de BAND toets van de afstandsbediening) tot de gewenste afstemband in het uitleesvenster wordt aangegeven. Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert de afstemband als volgt: Model voor Duitsland: FMn AM n Overige modellen: FM n MG n LG 2 Druk net zovaak op de TUNING MODE toets tot de aanduiding “PRESET” in het uitleesvenster verschijnt. Voor het Doet u het volgende Uitschakelen van de radio Druk op de POWER schakelaar. Bijregelen van de geluidssterkte Draai aan de VOLUME regelaar (of druk op de of toets van de afstandsbediening). Luisteren naar radiozenders die niet zijn vastgelegd Druk in stap 2 net zovaak op de TUNING MODE toets tot de aanduiding “MANUAL” verschijnt en draai dan aan de MULTI JOG instelknop om op de gewenste zender af te stemmen. Basisbediening 1 1 § π Tips • Bij indrukken van de TUNER/BAND toets (of de BAND toets van de afstandsbediening) wanneer de stereo-installatie nog uit staat, wordt deze automatisch ingeschakeld en begint de weergave van de laatst ontvangen radiozender (één-toets weergavestart). • U kunt in één handeling overschakelen van een andere geluidsbron naar de tuner en de radioontvangst starten, eenvoudig met een druk op de TUNER/BAND toets (of de BAND toets van de afstandsbediening) (automatische geluidsbronkeuze). • Om de beste radio-ontvangst te vinden kan het nodig zijn verschillende standen van de bijgeleverde antennes uit te proberen. • Wanneer een FM stereo radio-uitzending niet duidelijk doorkomt, drukt u op de STEREO/ MONO toets, zodat de aanduiding “MONO” oplicht. Het stereo-effekt zal nu verloren gaan, maar de radio-ontvangst zal helderder klinken. Druk nogmaals op de toets om weer naar stereogeluid te luisteren. DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL 13 4 Opnemenvaneen radio-uitzending Draai aan de MULTI JOG instelknop om af te stemmen op de gewenste voorkeurzender. MULTI JOG Na keuze van een vastgelegde voorkeurzender kunt u een radiouitzendingen op een minidisc opnemen. Als u een opname-minidisc met al eerdere opnamen gebruikt, zal het opnemen automatisch beginnen vanaf het eind van de vorige opnamen. POWER 3 6 4 Draai naar links (of druk op de PRESET – toets van de afstandsbediening) om af te stemmen op een lager genummerde zender. Draai naar rechts (of druk op de PRESET + toets van de afstandsbediening) om af te stemmen op een hoger genummerde zender. Afstemfrekwentie Zendernaam Voorinstelnummer ‚ º · ∏ π § · ∏ π § ® 5 Druk op de r REC opnametoets. De minidisc-recorder komt dan in gereedheid voor opname. 2 1 π 1 5 6 Druk op de ∏ pauzetoets van de minidisc-recorder. Nu begint het opnemen van de radiouitzending. Steek een voor opnemen geschikte minidisc in de minidisc-recorder. Stoppen met opnemen Met de pijl naar binnen toe wijzend. 0 ( P p ) 6 r Druk op de π stoptoets van de minidiscrecorder. Tips Met de labelkant boven. 2 Druk net zovaak op de TUNER/ BAND toets (of de BAND toets van de afstandsbediening) tot de gewenste afstemband in het uitleesvenster wordt aangegeven. 3 Druk net zovaak op de TUNING MODE toets tot de aanduiding “PRESET” in het uitleesvenster verschijnt. 14 DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL • Voor het opnemen van een uitzending van een radiozender die niet is vastgelegd, drukt u in stap 3 net zovaak op de TUNING MODE toets tot de aanduiding “MANUAL” verschijnt en dan draait u aan de MULTI JOG instelknop om op de gewenste zender af te stemmen. • Als er bij het opnemen van een AM radiouitzending storing klinkt, kunt u dit verhelpen door de AM-kaderantenne in een andere richting te draaien. Compact disc speler Gebruik van het CD uitleesvenster In het uitleesvenster kunt u de resterende speelduur van het weergegeven muziekstuk of de gehele compact disc kontroleren. DISPLAY º · ∏ π ‚ § ® Herhaaldeweergave vanmuziekstukken op CD –– REPEAT weergave Met de herhaalfunktie kunt u een enkele compact disc of alle CD’s laten herhalen met normale weergave, willekeurige weergave of programma-weergave. REPEAT º · ∏ π ‚ § ® Druk tijdens CD-weergave enkele malen op de DISPLAY toets. Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert de aanduiding in het uitleesvenster als volgt: n Verstreken speelduur van het weergegeven muziekstuk. µ Resterende speelduur van het weergegeven muziekstuk. µ Resterende speelduur van de gehele compact disc. * Tijdens programma-weergave en willekeurige weergave wordt de resterende speelduur van de gehele CD niet aangegeven. Kontroleren van de totale speelduur en het aantal muziekstukken op de CD Deze gegevens worden aangegeven in de stopstand bij normale weergave en willekeurige weergave. Totaal aantal muziekstukken Totale speelduur Druk tijdens CD-weergave op de REPEAT toets tot de aanduiding “REPEAT” verschijnt. Dan begint de herhaalde weergave. Volg de onderstaande aanwijzingen voor het omschakelen van de herhaalfunktie. Voor het herhalen van Drukt u net zovaak op Alle de 1/ALL DISCS toets tot het muziekstukken uitleesvenster “1 DISC” op de aangeeft. weergegeven CD Alle muziekstukken op alle compact discs de 1/ALL DISCS toets tot het uitleesvenster “ALL DISCS” aangeeft. Een enkel muziekstuk* de REPEAT toets tot het uitleesvenster “REPEAT 1” aangeeft, tijdens weergave van het te herhalen muziekstuk. * Tijdens programma-weergave en willekeurige weergave is herhalen van een enkel muziekstuk niet mogelijk. Uitschakelen van de herhaalfunktie Opmerking Bij het kontroleren van de resterende speelduur van muziekstuknummer 21 of hoger, zal het uitleesvenster slechts “--m--s” aangeven. Druk net zovaak op de REPEAT toets totdat de “REPEAT” of “REPEAT 1” aanduiding in het uitleesvenster dooft. 15 DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL Willekeurige weergavevan muziekstukkenopCD 4 Druk op de · weergavetoets. De aanduiding “J” verschijnt en dan begint het afspelen in willekeurige volgorde. –– SHUFFLE weergave Alle muziekstukken van een compact disc of van alle compact discs kunnen in willekeurige volgorde worden weergegeven. 2 13 Uitschakelen van de willekeurige weergave Druk net zovaak op de PLAY MODE toets tot de aanduiding “SHUFFLE” in het uitleesvenster dooft. MULTI JOG Tips º ‚ · ∏ π § · ∏ π § 4 ® DISC 1-3 1 Druk net zovaak op de FUNCTION keuzeschakelaar tot de aanduiding “CD” verschijnt en leg dan een of meer compact discs in de disc-lade. 2 Druk net zovaak op de PLAY MODE toets tot de aanduiding “SHUFFLE” verschijnt. 3 Druk op de 1/ALL DISCS toets. Telkens wanneer u op deze toets drukt, verspringt de aanduiding in het uitleesvenster als volgt: “ALL DISCS” ˜ “1 DISC” (De muziekstukken van alle CD’s worden in willekeurige volgorde weergegeven.) (Alle muziekstukken van de CD waarvoor de DISC 1 – 3 toets groen oplicht worden in willekeurige volgorde weergegeven.) 16 DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL • Ook tijdens normale weergave kunt u overschakelen op willekeurige weergave, door te zorgen dat er “SHUFFLE” in het uitleesvenster verschijnt. • Om een ongewenst muziekstuk over te slaan, draait u de MULTI JOG instelknop naar rechts (of drukt u op de + toets van de afstandsbediening). Programmaweergavevan muziekstukkenopCD 5 –– PROGRAM weergave 6 Het gekozen muziekstuk is nu in uw muziekprogramma opgenomen. Het laatst geprogrammeerde nummer verschijnt, gevolgd door de totale speelduur. U kunt uw eigen muziekselektie samenstellen door maximaal 32 nummers van alle CD’s te programmeren in de volgorde waarin u de muziek wilt horen. 21 45 º ∏ π § · ∏ π § 7 1 π Voor elk muziekstuk dat u aan uw muziekprogramma wilt toevoegen, herhaalt u de stappen 3 t/m 5. Voor het kiezen van een volgend muziekstuk van dezelfde compact disc kunt u stap 3 achterwege laten. 7 Druk op de · weergavetoets. Alle geprogrammeerde muziekstukken worden dan in de door u gekozen volgorde afgespeeld. ‚ · Druk op de ENTER/YES invoertoets. ® Kontroleren van het totale aantal geprogrammeerde muziekstukken 3 Druk in de stopstand op de DISPLAY toets. De aanduiding “Step” verschijnt, gevolgd door het totaal aantal muziekstukken dat u hebt geprogrammeerd. Druk net zovaak op de FUNCTION keuzeschakelaar tot de aanduiding “CD” verschijnt en leg dan een of meer compact discs in de disc-lade. Voor het Doet u het volgende Uitschakelen van de programmaweergave Druk op de π stoptoets en dan net zovaak op de PLAY MODE toets tot de aanduiding “PROGRAM” dooft. 2 Druk net zovaak op de PLAY MODE toets tot de aanduiding “PROGRAM” verschijnt. 3 Druk op een van de DISC 1 – 3 toetsen om in te stellen op de CD met het gewenste muziekstuk. Toevoegen van een 1 Kies de compact disc met de muziekstuk aan uw DISC 1 – 3 toetsen. muziekprogramma 2 Kies het muziekstuk met de (in de stopstand) MULTI JOG instelknop. 3 Druk op de ENTER/YES invoertoets. 4 Draai aan de MULTI JOG instelknop tot het gewenste muziekstuk in het uitleesvenster wordt aangegeven. Gekozen muziekstuknummer Speelduur Wissen van het Druk in de stopstand gehele nogmaals op de π stoptoets. muziekprogramma Tips • U kunt ook een gehele CD als één nummer in uw programma opnemen, eenvoudig door stap 4 over te slaan. • Een eenmaal vastgelegd muziekprogramma blijft ook na afspelen in het geheugen bewaard. Met een druk op de · weergavetoets kunt u hetzelfde programma dus nogmaals weergeven. Na opnemen van een muziekprogramma met de “HIT PARADE” opnamefunktie wordt het programma echter gewist. • De totale speelduur kan niet worden aangegeven bij keuze van een muziekstuknummer boven de 20 of wanneer de totale speelduur de 100 minuten overschrijdt. DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL 17 Repeteerweergave van een muziekpassageopCD — LOOP weergave Met de repeteerweergave kunt u een muziekpassage van een compact disc enkele malen laten herhalen. Zo kunt u interessante effekten bereiken voor creatieve eigen opnamen. 1 3 Druk op een van de DISC 1 – 3 toetsen. 4 Druk op de LOOP toets bij het punt waar u de repeteerweergave wilt starten en houd de toets ingedrukt totdat u de normale weergave wilt laten doorgaan. Het verschil tussen NORMAL en RHYTHM De repeteerweergave heeft twee verschillende manieren om de normale weergave te hervatten, de NORMAL terugkeer en de RHYTHM overlapping. ‚ º · ∏ π § ® Oorspronkelijke muziek Hey, Come on everybody! … · ∏ § π NORMAL terugkeer De normale weergave wordt hervat vanaf het punt waar u de repeteerlus gestart hebt. Lengte van de repeteerlus Telkens wanneer u op deze toets drukt, verandert de aanduiding in het uitleesvenster als volgt: NORMAL 1* NORMAL 5 RHYTHM 5 RHYTHM 1* * Zie voor nadere bijzonderheden de beschrijving onder “Het verschil tussen NORMAL en RHYTHM”. 18 DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL n LOOP loslaten RHYTHM overlapping De normale weergave wordt weer opgepikt bij het punt waar de repeteerlus eindigt. Hey, C… C… C… nme on ev LOOP indrukken n Druk tijdens afspelen of in de stopstand net zovaak op de LOOP toets tot de aanduiding “NORMAL 1 – 5” of “RHYTHM 1 – 5” verschijnt. LOOP indrukken erybody! … n 2 Druk net zovaak op de FUNCTION keuzeschakelaar tot de aanduiding “CD” verschijnt en leg dan een of meer compact discs in de disc-lade. ˜ Hey, C… C… C… C’mon everybody! … n 1 1 3 n 2,4 LOOP loslaten : Gedeelte dat door de repeteerlus is overlapt en dus niet wordt weergegeven. De lengte van de repeteerlus is te kiezen uit vijf instellingen, van een kwart tot een volle sekonde. Titelsvooruwcompact discsinvoeren U kunt voor 30 van uw favoriete compact discs een disc-titel van maximaal 13 letters en symbolen invoeren. Dan zal bij inleggen van een dergelijke CD de bijbehorende disc-titel automatisch in het uitleesvenster verschijnen. Bovendien zal bij opnemen van een dergelijke compact disc op een nieuwe, onbespeelde minidisc automatisch de titel van de CD ook op de minidisc worden opgenomen. 1 4 Druk op de ENTER/YES toets. De cursor voor het invoeren van de letters gaat knipperen. Nummer disc-uitsparing Cursor 5 3 3,6 4,9 Druk enkele malen op de CHARACTER toets om in te stellen op het gewenste soort letterteken. Telkens wanneer u op deze toets drukt, verspringt de letter-aanduiding in het uitleesvenster als volgt: º · ∏ π ‚ § ® A (hoofdletters) n a (kleine letters) n 0 (cijfers) n ! (symbolen)* n (spatie) n A… · ∏ π § *De volgende symbolen zijn beschikbaar voor gebruik in de disctitels: !"#$%&'()∗+,–./:;<=>?@_` 2 1 2 N 7π 1 5 Druk net zovaak op de FUNCTION keuzeschakelaar tot de aanduiding “CD” verschijnt en leg dan een of meer compact discs in de disc-lade. Druk net zovaak op de DISC SKIP toets (of de D.SKIP toets op de afstandsbediening) tot de DISC 1 – 3 toets van de gewenste discuitsparing groen oplicht. Zorg dat de compact disc weergave gestopt is en wacht tot het totale aantal muziekstukken en de totale speelduur van de CD in het uitleesvenster verschijnen. 3 (spatie) 6 Draai aan de MULTI JOG instelknop tot het gewenste letterteken in het uitleesvenster verschijnt. Het gekozen letterteken gaat knipperen. Om een spatie in te voeren, drukt u op de CURSOR n toets terwijl de cursor knippert. 7 Druk op de CURSOR n toets. Het in stap 6 gekozen letterteken licht op en de cursor schuift een plaatsje naar rechts op. Druk op de EDIT/NO toets en draai dan aan de MULTI JOG instelknop tot er “Name in ?” wordt aangegeven. wordt vervolgd DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL 19 Minidisc-recorder Titels voor uw compact discs invoeren (vervolg) 8 Herhaal de stappen 5 t/m 7 voor elk van de volgende lettertekens, tot u de gehele gewenste titel hebt ingevoerd. Als u per ongeluk een verkeerde letter hebt ingevoerd, drukt u op de CURSOR N of n toets tot het te korrigeren letterteken gaat knipperen en herhaal dan de stappen 5 t/m 7 om het te vervangen door het juiste letterteken. Om een letterteken te wissen, drukt u op de EDIT/NO toets terwijl het letterteken nog knippert. 9 Druk tenslotte op de ENTER/YES invoertoets om de titelprocedure af te ronden. Gebruik van het minidiscuitleesvenster In het uitleesvenster kunt u de resterende speelduur van een muziekstuk en de totale speelduur van de minidisc kontroleren. Kontroleren van de resterende speelduur van het weergegeven muziekstuk DISPLAY º · ∏ π ‚ § ® De ingevoerde disc-titel wordt dan in zijn geheel aangegeven. Uitschakelen van de titelinvoer Druk op de π stoptoets. Wissen van een disc-titel 1 Druk op de EDIT/NO toets en draai dan aan de MULTI JOG instelknop tot er “Name Erase?” wordt aangegeven. 2 Druk op de ENTER/YES toets. Er verschijnt een disc-titel in het uitleesvenster. De aanduiding “No Name” verschijnt als er nog geen disc-titel is vastgelegd. 3 Draai aan de MULTI JOG instelknop tot de te wissen disc-titel in het uitleesvenster wordt aangegeven. 4 Druk nogmaals op de ENTER/YES toets. De aanduiding “Complete” verschijnt in het uitleesvenster en de disc-titel wordt uit het geheugen gewist. Opmerking Bij opnemen van een muziekprogramma met de “HIT PARADE” opnamefunktie wordt de disc-titel niet op de minidisc opgenomen. 20 DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL Druk tijdens minidisc-weergave op de DISPLAY toets. Telkens wanneer u op deze toets drukt, verspringt de aanduiding in het uitleesvenster als volgt: n Verstreken speelduur en nummer van het weergegeven muziekstuk. µ Resterende speelduur en nummer van het weergegeven muziekstuk. µ Titel van het weergegeven muziekstuk.* * De aanduiding “No Name” verschijnt als er nog geen muziekstuk-titel is vastgelegd. Kontroleren van de resterende speelduur van de minidisc Druk in de stopstand op de DISPLAY toets. Telkens wanneer u op deze toets drukt, verspringt de aanduiding in het uitleesvenster als volgt: n Totale speelduur en muziekstuknummers op de minidisc. µ Resterende opnameduur op de minidisc (alleen voor een opname-minidisc). Herhaaldeweergave van muziek op een minidisc — REPEAT weergave Met de herhaalfunktie kunt u een enkel muziekstuk of alle muziekstukken op de minidisc laten herhalen. REPEAT º · ∏ π ‚ § ® Opmerkingen Het aangeven van de juiste resterende speelduur kan wel eens onmogelijk zijn, door de vaste beperkingen van het minidisc-systeem. Druk tijdens minidisc-weergave op de REPEAT toets tot de aanduiding “REPEAT” (voor herhalen van alle muziekstukken) of “REPEAT 1*” (voor een enkel muziekstuk) verschijnt. Dan begint de herhaalde weergave. * Tijdens programma-weergave en willekeurige weergave is herhalen van een enkel muziekstuk niet mogelijk. Uitschakelen van de herhaalfunktie Druk net zovaak op de REPEAT toets totdat de “REPEAT” of “REPEAT 1” aanduiding in het uitleesvenster dooft. 21 DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL Willekeurige weergavevanmuziek op een minidisc Programmaweergavevanmuziek op een minidisc –– SHUFFLE weergave –– PROGRAM weergave Alle muziekstukken van een minidisc kunnen in willekeurige volgorde worden weergegeven. U kunt uw eigen muziekselektie van maximaal 25 nummers van een minidisc programmeren, in de volgorde waarin u de muziek wilt horen. 21 3 π MULTI JOG 21 º · ∏ π 6 34 π ‚ § ® º · 1 2 3 ∏ π Druk net zovaak op de PLAY MODE toets tot de aanduiding “SHUFFLE” verschijnt. π § · ∏ π § ® 1 Druk net zovaak op de FUNCTION keuzeschakelaar tot de aanduiding “MD” verschijnt en steek dan een minidisc in de minidisc-recorder. 2 Druk net zovaak op de PLAY MODE toets tot de aanduiding “PROGRAM” verschijnt. 3 Draai aan de MULTI JOG instelknop tot het gewenste muziekstuknummer wordt aangegeven. 4 Druk op de ENTER/YES invoertoets. Druk op de · weergavetoets. De aanduiding “J” verschijnt en dan begint het afspelen van de muziekstukken in willekeurige volgorde. Uitschakelen van de willekeurige weergave Druk eerst op de π stoptoets en dan net zovaak op de PLAY MODE toets tot de aanduiding “SHUFFLE” in het uitleesvenster dooft. Tip Om een ongewenst muziekstuk over te slaan, draait u de MULTI JOG instelknop naar rechts (of drukt u op de + toets van de afstandsbediening). DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL ∏ § Druk net zovaak op de FUNCTION keuzeschakelaar tot de aanduiding “MD” verschijnt en steek dan een minidisc in de minidisc-recorder. 22 ‚ · Het gekozen muziekstuk wordt in uw muziekprogramma opgenomen. Het laatst geprogrammeerde nummer verschijnt, gevolgd door de totale speelduur. Laatst gekozen Totale muziekstuknummer speelduur 5 Herhaal de stappen 3 en 4 voor elk muziekstuk dat u aan uw muziekprogramma wilt toevoegen. 6 Druk op de · weergavetoets. Alle geprogrammeerde muziekstukken worden dan in de door u gekozen volgorde afgespeeld. Voor het Doet u het volgende Uitschakelen van de programmaweergave Druk op de π stoptoets en dan net zovaak op de PLAY MODE toets tot de aanduiding “PROGRAM” dooft. Toevoegen van 1 Kies het muziekstuk met de een muziekstuk MULTI JOG instelknop. aan uw 2 Druk op de ENTER/YES muziekprogramma invoertoets. (in de stopstand) Wissen van het Druk in de stopstand gehele nogmaals op de π stoptoets. muziekprogramma Tip Een eenmaal vastgelegd muziekprogramma blijft ook na afspelen in het geheugen bewaard. Met een druk op de · weergavetoets kunt u hetzelfde programma dus nogmaals weergeven. Alvorensubegint metopnemen Minidiscs (afgekort tot MD) zijn een digitaal medium, waarop u muziek kunt opnemen en afspelen met een geluidskwaliteit vergelijkbaar met die van compact discs. Een van de handige funkties van minidiscs is de mogelijkheid muziekstukken te markeren. Dit stelt u in staat vlot en gemakkelijk een gewenst punt in de muziek op te zoeken en om de opgenomen muziekstukken naar keuze in een andere volgorde te zetten of anderszins aan te passen. Afhankelijk van de geluidsbron worden er verschillende methoden van opnemen gebruikt en worden de muziekstuknummers ook anders vastgelegd. Bij opnemen vanaf: • De compact disc speler van deze stereo-installatie – Het digitale signaal van de CD-speler wordt ongewijzigd op de minidisc opgenomen (volledig digitale opname*) – De muziekstuknummers worden automatisch overgenomen net als ze op de oorspronkelijke compact disc staan. • Andere digitale apparatuur (zoals bijvoorbeeld een DAT cassettedeck) – Het digitale signaal wordt omgezet in een analoog signaal, dan weer teruggebracht in digitale vorm en aldus opgenomen** (analoge opname). – Aan het begin van de opname wordt er in elk geval automatisch een muziekstuknummer aangebracht, maar als u de LEVEL SYNC funktie inschakelt (zie blz. 26) worden er automatisch muziekstuknummers aangebracht volgens het nivo van het inkomend geluidssignaal. wordt vervolgd DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL 23 Alvorens u begint met opnemen (vervolg) • De tuner van deze stereo-installatie en andere analoge geluidsapparatuur (zoals bijvoorbeeld een gewoon cassettedeck) – Het analoge ingangssignaal wordt omgezet in digitale vorm en aldus opgenomen** (analoge opname). – Aan het begin van de opname wordt er in elk geval automatisch een muziekstuknummer aangebracht, maar als u de LEVEL SYNC funktie inschakelt (zie blz. 26) worden er automatisch muziekstuknummers aangebracht volgens het nivo van het inkomend geluidssignaal. Handmatigopnemen op een minidisc Bij het toevoegen van nieuwe opnamen op een reeds gebruikte opname-minidisc kunt u automatisch met opnemen beginnen vanaf het eind van de vorige opnamen. 4 3 π º * Zie blz. 42 voor een uitleg over de beperkingen bij het digitaal opnemen. **Deze signaalomzetting vindt plaats omdat dit apparaat niet beschikt over een digitale ingangsaansluiting. ‚ · ∏ π § · ∏ π § ® Muziekstuknummers op minidisc (“TOC” inhoudsopgave) Op een minidisc worden de muziekstuknummers (voor de volgorde) en de informatie betreffende de begin- en eindpunten van de muziek vastgelegd in een speciaal hiervoor bestemd gebied, de TOC* genaamd, afzonderlijk van het muziekgebied. Dit heeft het voordeel dat u de reeds opgenomen muziekstukken naar wens kunt aanpassen, door alleen de informatie in de TOC inhoudsopgave te veranderen. * TOC: “Table of Contents” = Inhoudsopgave. 2 1 1 Steek een voor opnemen geschikte minidisc in de minidisc-recorder. 2 Druk op de FUNCTION keuzeschakelaar om in te stellen op de geluidsbron (bijvoorbeeld CD) waarvan u de muziek wilt opnemen. 3 Druk op de r REC opnametoets. De minidisc-recorder komt dan in gereedheid voor opname. Als u bij het opnemen muziekstuknummers op de minidisc wilt aanbrengen, lees dan eerst de volgende paragraaf “Aanbrengen van muziekstuknummers”. Bij opnemen van een compact disc worden de muziekstuknummers echter automatisch op de minidisc overgenomen. 24 DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL 4 Druk op de ∏ pauzetoets van de minidisc-recorder. Nu begint het opnemen. 5 Start het afspelen van de geluidsbron die u wilt opnemen. Stoppen met opnemen Druk op de π stoptoets van de minidiscrecorder. Als de aanduiding “Rec Level Over” verschijnt Dit betekent dat er tijdens analoge opname een te krachtig ingangssignaal is doorgekomen. Zie onder “Verhelpen van storingen” op blz. 45. Als de aanduiding “TOC” in het uitleesvenster oplicht of knippert Stoot niet tegen de minidisc-recorder en trek niet de stekker uit het stopkontakt, als u de gemaakte opnamen wilt behouden. De “TOC” aanduiding geeft aan dat de minidiscrecorder bezig is de inhoudsopgave (Table of Contents) bij te werken. Opmerking Als u de opname pauzeert tijdens het opnemen van een compact disc, wordt er op dat punt op de minidisc een (extra) muziekstuknummer vastgelegd. Daarentegen zullen meerdere muziekstukken samen een enkel nummer krijgen toegewezen als: • een bepaald muziekstuk van de CD meer dan eens op de minidisc wordt opgenomen; • er twee of meer muziekstukken met hetzelfde nummer van verschillende compact discs achtereen worden opgenomen. Aanbrengenvan muziekstuknummers Bij opnemen vanaf de compact disc speler van deze stereo-installatie worden de muziekstuknummers automatisch op de minidisc aangebracht. Daarnaast kunt u aldus zelf muziekstuknummers aanbrengen: • Handmatig, op elk gewenst punt, tijdens opnemen; • Automatisch, tijdens analoge opname. Handmatig aanbrengen van een muziekstuknummer op een bepaald punt tijdens opnemen Tijdens opnemen kunt u op elk gewenst punt een muziekstuknummer aanbrengen, ongeacht de geluidsbron waarvan u opneemt. rREC º · ∏ π ‚ § ® Druk tijdens opnemen op de r REC toets bij het punt waar u een muziekstuknummer wilt aanbrengen. De muziekstukken die daarna volgen worden automatisch hernummerd. wordt vervolgd DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL 25 Aanbrengen van muziekstuknummers (vervolg) Automatisch aanbrengen van muziekstuknummers tijdens analoog opnemen Met de LEVEL SYNC automatische synchroon-markering wordt er een muziekstuknummer aangebracht wanneer het ingangssignaal van de geluidsbron langer dan twee sekonden zachter dan een bepaald peil blijft en dan even later dat peil weer overschrijdt. 5 2 3,4 1 º 1 ‚ · ∏ π § · ∏ π § ® Druk op de r REC opnametoets. De minidisc-recorder is dan gereed voor opname. 2 Druk op de EDIT/NO toets en draai dan aan de MULTI JOG instelknop tot er “LEVELSYNC ?” wordt aangegeven. 3 Druk op de ENTER/YES toets. Het uitleesvenster geeft nu “LEVELSYNC ON?” aan. 4 Druk nogmaals op de ENTER/YES toets. De “LEVEL-SYNC” aanduiding licht op. 5 Druk op de ∏ pauzetoets. Het opnemen begint. 26 DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL Uitschakelen van de automatische synchroon-markering 1 Druk op de EDIT/NO toets en draai dan aan de MULTI JOG instelknop tot er “LEVELSYNC ?” wordt aangegeven. 2 Druk op de ENTER/YES toets. Het uitleesvenster geeft nu “LEVELSYNC OFF?” aan. 3 Druk nogmaals op de ENTER/YES toets. De “LEVEL-SYNC” aanduiding dooft. Nu zal er bij analoog opnemen alleen een muziekstuknummer worden aangebracht aan het begin van de opname. 2 1,2 3,4 Wissenvanminidiscopnamen — ERASE funktie º U kunt eerdere opnamen vlot en gemakkelijk van een minidisc wissen. U kunt kiezen uit de volgende drie wismethoden: • Wissen van een enkel muziekstuk • Wissen van alle muziekstukken • Wissen van een deel van een muziekstuk ∏ π § · ∏ π § ® π 1 Opmerking ‚ · Als er “SHUFFLE” of “PROGRAM” in het uitleesvenster wordt aangegeven, drukt u enkele malen op de PLAY MODE toets tot die aanduiding verdwijnt. Draai aan de MULTI JOG instelknop om in te stellen op het nummer van het muziekstuk dat u wilt wissen. Nummer van het te wissen muziekstuk Wissen van een enkel muziekstuk U kunt een muziekstuk wissen door eenvoudigweg het nummer ervan in te voeren. Bij het wissen wordt het aantal muziekstukken op de minidisc met één verminderd en worden alle muziekstukken volgend op het gewiste nummer hernummerd. Voorbeeld: Wissen van muziekstuk B Muziekstuknummers 1 Oorspronkelijke opnamen 3 Druk op de ENTER/YES toets. Ter bevestiging verschijnt er “Erase ??”. Als u bij nader inzien dit muziekstuk niet wilt wissen, drukt u nu op de π stoptoets. 3 B 4 C D 4 1 ERASE Druk op de EDIT/NO toets en draai dan aan de MULTI JOG instelknop tot er “Erase?” wordt aangegeven. B wordt gewist. 2 A 2 2 A 3 C D Druk nogmaals op de ENTER/YES toets om het muziekstuk te wissen. De aanduiding “Complete” verschijnt nu enkele sekonden lang in het uitleesvenster en het gekozen muziekstuk wordt met titel en al van de minidisc gewist. Opmerking De aanduiding “Erase !!?” verschijnt als het betreffende muziekstuk werd opgenomen of bewerkt op een andere minidisc-recorder en tegen wissen is beveiligd. Als u dit muziekstuk desondanks wilt wissen, druk dan weer op de ENTER/YES toets terwijl deze “Erase !!?” aanduiding oplicht. wordt vervolgd DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL 27 Wissen van minidisc-opnamen ERASE funktie (vervolg) Wissen van alle muziekstukken U kunt de disc-titel, alle muziekstukken en al hun titels in één keer van de minidisc wissen. 1 2,3 Wissen van een deel van een muziekstuk Door de funkties voor onderverdelen (zie blz. 30), wissen (zie blz. 27) en samenvoegen van muziekstukken (zie blz. 31) te kombineren, kunt u een bepaald gedeelte van een muziekstuk wissen. Voorbeeld: Wissen van een deel van muziekstuk A. Deel dat u wilt wissen Muziekstuknummers º · · ∏ ∏ π π 1 ‚ § ® Oorspronkelijke opnamen 2 A 3 B Muziekstuk A in drie delen scheiden.* § Hernummerde muziekstukken 1 π 1 2 Druk met de minidisc-recorder in de stopstand op de EDIT/NO toets en draai dan aan de MULTI JOG instelknop tot er “All Erase?” wordt aangegeven. Druk op de ENTER/YES toets. Ter bevestiging verschijnt er “All Erase ??”. Als u bij nader inzien de minidisc niet wilt wissen, drukt u nu op de π stoptoets. 3 Druk nogmaals op de ENTER/YES toets om de gehele minidisc te wissen. De aanduiding “Complete” verschijnt nu enkele sekonden lang in het uitleesvenster en alle muziekstukken, nummers en titels worden van de minidisc gewist. 28 DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL Onderverdelen (Divide, blz. 30) 2 A-a 3 A-b 4 A-c B Deel A-b wissen. 1 Wissen (Erase, blz. 27) 2 A-a 3 A-c 4 B Delen A-a en A-c samenvoegen. Samenvoegen (Combine, blz. 31) 1 2 A(a+c) 3 B * De muziekstukken krijgen nieuwe nummers. Verplaatsenvan opgenomen muziekstukken 3 Druk op de ENTER/YES toets. 4 Draai aan de MULTI JOG instelknop tot de nieuwe plaats voor het muziekstuk wordt aangegeven. Als u bij nader inzien dit muziekstuk niet wilt verplaatsen, drukt u nu op de π stoptoets. — MOVE funktie U kunt de volgorde van de muziekstukken aanpassen door een muziekstuk op een andere plaats te zetten. Na het verplaatsen van een muziekstuk worden alle muziekstukken tussen de oude en de nieuwe plaats automatisch hernummerd. Voorbeeld: Verplaatsen van muziekstuk C naar plaats nummer 2. Muziekstuk C verplaatsen naar de Muziekstuknummers tweede plaats. 1 Oorspronkelijke opnamen 2 A 1 MOVE 3 4 C B 2 A D 3 C 5 Nieuw gekozen positie Druk op de ENTER/YES toets om het muziekstuk te verplaatsen. De aanduiding “Complete” verschijnt nu enkele sekonden lang in het uitleesvenster. 4 B D 2 1,2,4 3,5 º Oorspronkelijke muziekstuknummer Opmerking Als er “SHUFFLE” of “PROGRAM” in het uitleesvenster wordt aangegeven, drukt u enkele malen op de PLAY MODE toets tot die aanduiding verdwijnt. ‚ · ∏ π § · ∏ π § ® π 1 Draai aan de MULTI JOG instelknop om in te stellen op het nummer van het muziekstuk dat u wilt verplaatsen. 2 Druk op de EDIT/NO toets en draai dan aan de MULTI JOG instelknop tot er “Move ?” verschijnt. 29 DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL Onderverdelenvan opgenomen muziekstukken 3 Nu verschijnen om en om de aanduidingen “Rehearsal” en “Position ok?” in het uitleesvenster, terwijl het begin van uw nieuwe muziekstuk herhaaldelijk wordt weergegeven. • Om het verdeelpunt nauwkeurig in te stellen: 1 Druk op de EDIT/NO toets. 2 Terwijl u naar de weergave luistert, draait u aan de MULTI JOG instelknop om het beginpunt van uw nieuwe muziekstuk precies goed in te stellen. U kunt het beginpunt verplaatsen in kleine stapjes van elk ongeveer 0,06 sekonde, binnen een bereik van –128 tot +127 stapjes, zoals aangegeven in het uitleesvenster. Als u bij nader inzien het muziekstuk niet wilt onderverdelen, drukt u nu op de π stoptoets. — DIVIDE funktie Met deze funktie kunt u muziekstuknummers aanbrengen in een lange opname die ten onrechte onder een enkel nummer staat. Bovendien kunt u hiermee naar eigen inzicht muziekstuknummers aanbrengen na afloop van het opnemen. Bij een enkele onderverdeling wordt het aantal nummers op de minidisc met één verhoogd en worden alle muziekstukken volgend op het gesplitste nummer hernummerd. Voorbeeld: Onderverdelen van muziekstuk 2 om deel B en deel C een eigen muziekstuknummer te geven. Muziekstuknummers 1 Oorspronkelijke opnamen 2 1 DIVIDE C B D Muziekstuk 2 verdelen in muziekstuk B en muziekstuk 3 C. 4 2 A 4 3 A B Druk op de ENTER/YES toets wanneer de plaats van het beginpunt naar wens is. Nu wordt er enkele sekonden lang “Complete” in het uitleesvenster aangegeven en begint het afspelen van het nieuwe muziekstuk. D C Druk op de ENTER/YES toets. 1 2 3,4 Tip º · ∏ π ‚ § ® Ook tijdens opnemen kunt u de muziekstukken al onderverdelen. Hiervoor drukt u bij het gewenste verdeel/beginpunt op de r REC toets. Opmerkingen π 1 Druk tijdens afspelen van een minidisc op de ∏ pauzetoets. De minidisc-recorder pauzeert de weergave. 2 Druk op de EDIT/NO toets en draai dan aan de MULTI JOG instelknop tot er “Divide ?” verschijnt. 30 DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL • Een door onderverdelen gecreëerd nieuw muziekstuk heeft nog geen titel, ook al had het oorspronkelijke muziekstuk er wel een. • Als er “SHUFFLE” of “PROGRAM” in het uitleesvenster wordt aangegeven, drukt u enkele malen op de PLAY MODE toets tot die aanduiding verdwijnt. Samenvoegenvan opgenomen muziekstukken 2 Druk op de EDIT/NO toets en draai dan aan de MULTI JOG instelknop tot er “Combine ?” verschijnt. 3 Druk op de ENTER/YES toets. Nu verschijnen om en om de aanduidingen “Rehearsal” en “Track ok?” in het uitleesvenster, terwijl het overgangspunt van de twee muziekstukken (m.a.w. het eind van het eerste muziekstuk en het begin van het tweede muziekstuk) herhaaldelijk achtereen wordt weergegeven. Als u bij nader inzien de muziekstukken niet wilt samenvoegen, drukt u nu op de π stoptoets. — COMBINE funktie Met deze funktie kunt u verscheidene muziekstukken of afzonderlijk opgenomen passages tot een enkel muziekstuk samenvoegen. Het totale aantal muziekstukken op de minidisc wordt met één verminderd en alle muziekstukken volgend op de samengevoegde nummers worden hernummerd. Voorbeeld: Samenvoegen van muziekstukken B en C. Muziekstuknummers 1 Oorspronkelijke opnamen COMBINE 2 A 1 3 B C 2 A 3 B D Samenvoegen van B en C tot één muziekstuk. 4 C D 2 1,2 3,4 º · ∏ π ‚ § ® π 1 Draai aan de MULTI JOG instelknop om in te stellen op het tweede van de muziekstukken die u wilt samenvoegen. 4 Druk nogmaals op de ENTER/YES toets wanneer de overgang tussen de muziekstukken naar wens verloopt. Nu wordt er enkele sekonden lang “Complete” in het uitleesvenster aangegeven, terwijl de muziekstukken worden samengevoegd. Opmerkingen • Als er “SHUFFLE” of “PROGRAM” in het uitleesvenster wordt aangegeven, drukt u enkele malen op de PLAY MODE toets tot die aanduiding verdwijnt. • Als de beide oorspronkelijke muziekstukken elk een eigen titel hadden, komt de titel van het tweede bij het samenvoegen te vervallen. • Als er tijdens deze procedure “Sorry” in het uitleesvenster wordt aangegeven, dan kunnen de gekozen muziekstukken niet worden samengevoegd. Dit kan zich wel eens voordoen als er aan een bepaald muziekstuk al te veel “gesleuteld” is. Dit hangt samen met de technische beperkingen van het minidisc-systeem en wijst niet op een mechanische storing in de minidiscrecorder. Als u bijvoorbeeld de muziekstukken 3 en 4 tot een enkel nummer wilt samenvoegen, stelt u in op muziekstuk nummer 4. 31 DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL Titels voor uw minidiscsinvoeren 4 Telkens wanneer u op deze toets drukt, verspringt de letter-aanduiding in het uitleesvenster als volgt: U kunt uw opgenomen minidiscs en alle muziekstukken daarop van zelfgekozen titels voorzien. Elke titel kan bestaan uit maximaal 80 lettertekens. N Druk enkele malen op de CHARACTER toets om in te stellen op het gewenste soort letterteken. A (hoofdletters) n a (kleine letters) n 0 (cijfers) n ! (symbolen)* n (spatie) n A… 2 2,5 3,8 *De volgende symbolen zijn beschikbaar voor gebruik in de disc-titels: º · ∏ π ‚ § ® !"#$%&'()∗+,–./:;<=>?@_` 5 ∏ 1 64 (spatie) Draai aan de MULTI JOG instelknop tot het gewenste letterteken in het uitleesvenster verschijnt. Het gekozen letterteken gaat knipperen. Om een spatie in te voeren, drukt u op de CURSOR n toets terwijl de cursor knippert. SCROLL 1 Als u de gehele minidisc van een titel wilt voorzien, drukt u op de π stoptoets zodat het afspelen van de minidisc stopt. 6 De cursor schuift een plaatsje naar rechts op en blijft wachten op invoer van de volgende letter. 7 Om een muziekstuk van een titel te voorzien, draait u aan de MULTI JOG instelknop knop tot het gewenste muziekstuknummer wordt aangegeven. 2 Druk op de EDIT/NO toets en draai dan aan de MULTI JOG instelknop tot er “Name in ?” wordt aangegeven. 3 Druk op de ENTER/YES toets. De cursor voor het invoeren van de letters gaat knipperen. THet muziekstuk waarvoor u een titel wilt invoeren. Cursor Druk op de CURSOR n toets om het letterteken in te voeren. Herhaal de stappen 4 t/m 6 voor elk van de volgende lettertekens, tot u de gehele gewenste titel hebt ingevoerd. Als u per ongeluk een verkeerde letter hebt ingevoerd, drukt u op de CURSOR N of n toets tot het te korrigeren letterteken gaat knipperen en dan herhaalt u dan de stappen 4 t/m 6 voor het juiste letterteken. Om een letterteken te wissen, drukt u op de EDIT/NO toets terwijl het letterteken nog knippert. 8 Druk tenslotte op de ENTER/YES invoertoets om de titelprocedure af te ronden. De ingevoerde titels lopen in volgorde door het uitleesvenster. 32 DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL Instellen van de weergave Uitschakelen van de titelinvoer Druk op de π stoptoets. Kontroleren van de titels (alleen met de afstandsbediening) Om de titel van de minidisc te kontroleren, drukt u in de stopstand op de SCROLL doorlooptoets. Om de titels van de muziekstukken te zien, drukt u op de SCROLL doorlooptoets tijdens afspelen. De titels lopen in volgorde door het uitleesvenster. Druk weer op de SCROLL toets om het doorlopen van de titelweergave te pauzeren en nogmaals wanneer u het doorlopen wilt hervatten. Bijregelen van het geluid U kunt het weergegeven geluid meer kracht geven door de bassen of het gehele klankbeeld extra te versterken. GROOVE º · ∏ π ‚ § ® Wissen van alle titels 1 Druk op de EDIT/NO toets en draai dan aan de MULTI JOG instelknop tot er “Name Erase?” wordt aangegeven. 2 Druk op de ENTER/YES toets. Ter bevestiging verschijnt er “All Erase ??”. Als u bij nader inzien de titels niet van de minidisc wilt wissen, drukt u nu op de π stoptoets. 3 Druk nogmaals op de ENTER/YES toets. Alle titels van de muziekstukken en de disc-titel zelf worden van de minidisc gewist. Opmerking U kunt een weergegeven muziekstuk tijdens weergave van een titel voorzien, maar dan moet u wel de gehele titelprocedure voltooien voordat het muziekstuk eindigt. DBFB Extra versterken van de bassen Druk op de DBFB (Dynamic Bass Feedback) basversterkingstoets. Het lampje van de toets licht op. Druk nogmaals op de toets om de DBFB basversterking uit te schakelen. Extra vermogen voor het totaalgeluid Druk op de GROOVE versterkingstoets. De lampjes van de GROOVE toets en de DBFB toets lichten beide op. Het totaalvolume neemt toe en de bassen komen extra stevig door. Druk nogmaals op de toets om de GROOVE versterking uit te schakelen. Opmerking Door nogmaals indrukken van de GROOVE toets wordt de DBFB basversterking nog niet uitgeschakeld. Druk tevens op de DBFB toets voor normale weergave zonder extra basversterking. 33 DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL Andere mogelijkheden Gebruik van het akoestiekmenu Met de “Preset Equalizer” menu’s kunt u kiezen uit 20 akoestiekeffekten om het klankbeeld aan te passen aan het soort muziek waar u naar luistert. 2 3 1 º ‚ · ∏ π § · ∏ π § ® Namenvooruw voorkeurzenders invoeren — Zendernamen Aan elk van de vastgelegde voorkeurzenders kunt u een zelf gekozen naam van maximaal 10 letters geven. Bij afstemmen op een voorkeurzender zal dan de bijbehorende zendernaam in het uitleesvenster verschijnen. Wanneer u een radio-uitzending van een dergelijke voorkeurzender opneemt via schakelklokopname (zie blz. 39) op een nieuwe, onbespeelde minidisc, zal automatisch ook de zendernaam op de minidisc worden opgenomen. 2 4 3,4,7 5,10 º 1 Druk op de PRESET EQ toets. 2 Draai aan de MULTI JOG instelknop tot uw gewenste klankbeeld in het menu wordt aangegeven. Om het muziekmenu te laten verdwijnen, drukt u op de EDIT/NO toets. 3 1 Stel in stap 2 met de MULTI JOG instelknop in op “20 FLAT” en druk op de ENTER/YES toets. 34 DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL π § · ∏ π § π N ® 8 6 Druk net zovaak op de TUNER/ BAND toets tot de gewenste afstemband in het uitleesvenster wordt aangegeven. 2 Druk enkele malen op de TUNING MODE toets totdat de aanduiding “PRESET” verschijnt. 3 Draai aan de MULTI JOG instelknop om af te stemmen op de voorkeurzender waarvoor u een zendernaam wilt invoeren. 4 Druk op de EDIT/NO toets en draai dan aan de MULTI JOG instelknop tot er “Name in ?” wordt aangegeven. Tip • Bij aflevering van de stereo-installatie is het akoestiekeffekt reeds in de fabriek ingesteld op “1 ROCK”. • Het akoestiekeffekt voor weergave is niet van invloed op de opnamen die u maakt op een minidisc of cassette. ∏ 1 Druk op de ENTER/YES toets om uw keuze te bevestigen. Annuleren van het gekozen akoestiekeffekt ‚ · 5 Druk op de ENTER/YES toets. De cursor voor het invoeren van de letters gaat knipperen. Uitschakelen van de zendernaam-invoer Druk op de π stoptoets van de minidiscrecorder. Wissen van een ingevoerde zendernaam Herhaal de stappen 1 t/m 5 en druk dan net zovaak op de EDIT/NO toets tot alle lettertekens zijn gewist. 6 Druk enkele malen op de CHARACTER toets om in te stellen op het gewenste soort letterteken. Telkens wanneer u op deze toets drukt, verspringt de letter-aanduiding in het uitleesvenster als volgt: A (hoofdletters) n a (kleine letters) n 0 (cijfers) n ! (symbolen)* n (spatie) n A… *De volgende symbolen zijn beschikbaar voor gebruik in de zendernamen: !"#$%&'() ∗+,–./:;<=>?@_` 7 (spatie) Draai aan de MULTI JOG instelknop tot het gewenste letterteken in het uitleesvenster verschijnt. Om een spatie in te voeren, drukt u op de CURSOR n toets terwijl de cursor knippert. 8 Druk op de CURSOR n toets. De cursor schuift een plaatsje naar rechts op en blijft al knipperend wachten op invoer van de volgende letter. 9 Herhaal de stappen 6 t/m 8 tot u de gehele zendernaam hebt ingevoerd. Als u per ongeluk een verkeerde letter hebt ingevoerd, drukt u op de CURSOR N of n toets tot het te korrigeren letterteken gaat knipperen en herhaal dan de stappen 6 t/m 8 om het te vervangen door het juiste letterteken. 10 Druk tenslotte op de ENTER/YES invoertoets. GebruikvanhetRadio DataSysteem(RDS) Welke mogelijkheden biedt het RDS informatiesysteem? RDS (Radio Data Systeem) is een radioinformatiesysteem waarmee radiozenders naast hun gewone uitzendingen allerlei nuttige informatie kunnen uitzenden. Deze tuner biedt een aantal handige RDS funkties, zoals de paraatstand voor nieuwsberichten en andere uitzendingen en de mogelijkheid zenders op te zoeken aan de hand van van het programmatype dat ze uitzenden. De RDS werkt alleen met FM radiozenders.* Opmerking De RDS informatie zal niet altijd goed te ontvangen zijn als de zender waarop u hebt afgestemd niet goed doorkomt of als de signaalsterkte onvoldoende is. * Niet alle FM zenders verzorgen RDS uitzendingen en niet alle RDS zenders bieden dezelfde mogelijkheden. Voor nadere informatie over de RDS funkties die in uw woongebied beschikbaar zijn kunt u kontakt opnemen met de plaatselijk aktieve radiozenders. Ontvangst van RDS uitzendingen Kies eenvoudigweg een radiozender uit de FM afstemband. Bij afstemming op een zender die RDS informatie uitzendt, zal automatisch de zendernaam in het uitleesvenster verschijnen. wordt vervolgd DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL 35 Gebruik van het Radio Data Systeem (RDS) (vervolg) 4 De tuner gaat nu de vooringestelde RDS radiozenders doorzoeken (hierbij knipperen de aanduiding “PTY Search” en het gekozen programmatype om en om in het uitleesvenster). Wanneer de tuner een zender vindt die het gekozen programmatype uitzendt, gaat het voorkeurzendernummer knipperen. Aangeven van RDS informatie in het uitleesvenster Bij een druk op de DISPLAY toets wordt het ontvangen programmatype enkele sekonden lang in het uitleesvenster aangegeven. Opmerking De aanduiding “No PTY Data” zal verschijnen als de ontvangen zenders geen programmatypeinformatie uitzenden. Opzoeken van een radiozender aan de hand van het programmatype U kunt een radiozender van uw keuze opzoeken door in te stellen op het gewenste programmatype. De tuner stemt dan af op een uitzending van het gekozen type, verzorgd door een van de FM RDS zenders die zijn vastgelegd in het afstemgeheugen van de tuner. 1 1,3,5 2,4,6 º · ∏ π ‚ § Druk op de ENTER/YES toets. 5 Draai aan de MULTI JOG instelknop tot het zendernummer in het uitleesvenster gaat knipperen. 6 Druk op de ENTER/YES toets terwijl het zendernummer in het uitleesvenster nog knippert. Overzicht van de programmatypes (PTY) Affairs (aktualiteiten) Aktualiteiten-programma’s die op de achtergronden van het huidige nieuws ingaan. ® Alarm (nooduitzendingen) Speciale uitzendingen in verband met natuurrampen e.d. · ∏ π § Culture (cultuur) Programma’s over nationale en regionale cultuur, zoals betreffende religieuze en taalkwesties en sociale vraagstukken. 1 36 Druk op de EDIT/NO toets en draai dan aan de MULTI JOG instelknop tot er “PTY Search ?” wordt aangegeven. 2 Druk op de ENTER/YES toets. 3 Draai de MULTI JOG instelknop naar de + of de – kant om in te stellen op het gewenste programmatype. Zie het onderstaande “Overzicht van de programmatypes”. DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL Drama (toneel) Hoorspelen en radioseries. Education (educatie) Educatieve programma’s, met wetenswaardigheden, praktische tips en advies op allerlei gebied. Information (informatie) Uitzendingen over consumentenzaken, medisch advies, weersinformatie, etc. L. Classical (licht klassiek) Lichte klassieke muziek voor een breed publiek: zowel vocale als instrumentale muziek. M.O.R. Music (achtergrondmuziek) “Easy listening muziek” (M.O.R.= Middle of the road). News (nieuws) Nieuwsbulletins. Other Music (andere muziek) Muziek die niet is onder te brengen in één van de andere muzikale categorieën, zoals jazz, rhythm-and-blues, reggae, enz. Pop Music (popmuziek) Populaire muziek. Rock Music (rockmuziek) Moderne serieuze muziek. Science (wetenschap) Programma’s over natuurwetenschappen en technologie. Met muziek in slaap vallen — Sluimerfunktie U kunt de stereo-installatie na een zelf te kiezen periode automatisch laten uitschakelen, zodat u gerust met muziek in slaap kunt vallen (dit noemen we de sluimerfunktie). De sluimerduur is instelbaar in stappen van 10 minuten. Voor het instellen van deze sluimerfunktie moet wel eerst de ingebouwde klok op de juiste tijd zijn ingesteld (zie blz. 5). SLEEP S. Classical (serieus klassiek) Uitvoeringen van klassieke orkestwerken, kamermuziek, opera, enz. Sport (sport) Sportverslagen, uitslagen e.d. Varied (gevarieerd) Gevarieerd amusement, zoals interviews met bekende persoonlijkheden, quizprogramma’s en komedies. Opmerking Telkens wanneer u op deze toets drukt, verspringt de minuten-aanduiding (de sluimerduur of tijd tot het uitschakelen) als volgt: 90min n 80min n 70min —… n 10min SLEEP OFF N (sluimerfunktie uitgeschakeld) N PTY undefined (onbepaald) Ieder type uitzending dat niet onder een van de bovengenoemde categorieën valt. Druk op de SLEEP toets van de afstandsbediening. De aanduiding “PTY not found” zal verschijnen als er geen zender is die het door u gekozen programmatype uitzendt. Kontroleren van de resterende sluimertijd Druk eenmaal op de SLEEP toets. Wijzigen van de sluimertijd na inschakelen Kies weer de gewenste tijd tot het uitschakelen met de SLEEP toets. Uitschakelen van de sluimerfunktie Druk net zovaak op de SLEEP toets tot de aanduiding “SLEEP OFF” verschijnt. 37 DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL Metmuziekgewekt worden 5 Druk op de ENTER/YES toets. Nu gaan de uren-cijfers voor de inschakeltijd knipperen. — Wekfunktie U kunt de stereo-installatie automatisch op een vooraf ingesteld tijdstip laten inschakelen, zodat u met muziek gewekt wordt. Voor het instellen van deze wekfunktie moet wel eerst de ingebouwde klok op de juiste tijd zijn ingesteld (zie blz. 5). 6 Draai aan de MULTI JOG instelknop om het gewenste uur in te stellen en druk op de ENTER/YES toets. Nu gaan de minuten-cijfers voor de inschakeltijd knipperen. 3 4,6,8 2 º · 10 1 ∏ π TIMER SELECT ‚ § ® Draai aan de MULTI JOG instelknop om de gewenste minuut in te stellen en druk op de ENTER/YES toets. Weer gaan de uren-cijfers knipperen, nu voor de uitschakeltijd. 5,6,9 Breng de geluidsbron waarmee u gewekt wilt worden in gereedheid. • Compact disc: Leg een CD in de disclade. Als u wilt beginnen met een bepaald muziekstuk, maakt u een muziekprogramma (zie blz. 17). • Minidisc: Steek een minidisc in de minidisc-recorder. • Radio: Stem af op de gewenste voorkeurzender (zie blz. 13). 2 Stel het tijdstip in waarop u door de stereo-installatie gewekt wilt worden. 7 Stel op de dezelfde wijze de tijd in waarop u de stereo-installatie weer automatisch wilt laten uitschakelen. 8 Draai aan de MULTI JOG instelknop om de geluidsbron te kiezen waarmee u gewekt wilt worden. De aanduiding van de geluidsbron verspringt als volgt: CD PLAY ˜ TUNER ˜ TAPE PLAY* ˜ MD PLAY Stel met de VOLUME regelaar de geluidssterkte voor het wekgeluid naar wens in. 3 Druk op de TIMER SET toets. 4 Draai aan de MULTI JOG instelknop tot er “DAILY TIMER” in het uitleesvenster verschijnt. * Deze stand kunt u kiezen als u beschikt over het los verkrijgbare TC-TX5 cassettedeck en als u met muziek van een cassette gewekt wilt worden. 9 Druk op de ENTER/YES toets. In het uitleesvenster verschijnen nu de door u gekozen inschakeltijd, de uitschakeltijd, de geluidsbron en de geluidssterkte, gevolgd door de oorspronkelijke aanduidingen. 10 Druk op de POWER schakelaar om de stereo-installatie uit te schakelen. 38 DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL Kontroleren van de wekfunktieinstellingen Druk net zovaak op de TIMER SELECT toets tot de aanduiding “DAILY TIMER” verschijnt. Dan verschijnen de door u gekozen inschakeltijd, uitschakeltijd, geluidsbron en geluidssterkte, gevolgd door de oorspronkelijke aanduidingen. Om de instellingen te wijzigen, volgt u weer de aanwijzingen vanaf stap 1. Uitschakelen van de schakelklokwekfunktie Druk net zovaak op de TIMER SELECT toets tot de aanduiding “TIMER OFF” in het uitleesvenster verschijnt. Tip Als u een cassettedeck met een AU-BUS aansluiting op de stereo-installatie aansluit, zoals het TC-TX5 cassettedeck, kunt u ook gewekt worden met muziek van een cassette. Schakelklok-opname van radiouitzendingen U kunt de schakelklok instellen voor het op minidisc opnemen van een radio-uitzending op een bepaalde tijd, maar dan moet de radiozender wel in het afstemgeheugen zijn vastgelegd (zie blz. 6) en moet de klok op de juiste tijd zijn ingesteld (zie blz. 5). Wanneer u een radio-uitzending opneemt van een voorkeurzender waarvoor u een zendernaam hebt vastgelegd (zie blz. 34), dan zal die zendernaam ook automatisch samen met de inschakeltijd en de uitschakeltijd op de minidisc worden opgenomen. 2 3,5,7 Opmerking Voor een juiste werking is het aanbevolen de stereoinstallatie niet te bedienen vanaf het moment dat deze ingeschakeld wordt tot het moment dat de weergave begint (ongeveer 20 sekonden lang). º · 10 9 ∏ π TIMER SELECT ‚ § ® 4,5,8 1 Stem af op de voorkeurzender waarvan u een uitzending wilt opnemen. (zie blz. 13) 2 Druk op de TIMER SET toets. 3 Draai aan de MULTI JOG instelknop tot er “REC TIMER” in het uitleesvenster wordt aangegeven. 4 Druk op de ENTER/YES toets. In het uitleesvenster gaan de uren-cijfers voor de inschakeltijd knipperen. wordt vervolgd DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL 39 Schakelklok-opname van radiouitzendingen (vervolg) 5 Stel het tijdstip in waarop u wilt beginnen met opnemen. Draai aan de MULTI JOG instelknop om het gewenste uur in te stellen en druk op de ENTER/YES toets. Nu gaan de minuten-cijfers voor de opname-aanvangstijd knipperen. Draai aan de MULTI JOG instelknop om de gewenste minuut in te stellen en druk op de ENTER/YES toets. Weer gaan de uren-cijfers knipperen, nu voor de uitschakeltijd. 6 Stel op de dezelfde wijze de tijd in waarop u de stereo-installatie weer automatisch wilt laten stoppen met opnemen. 7 Draai aan de MULTI JOG instelknop om in te stellen op “TUNER to MD” voor opnemen van de radio op een minidisc. 8 Druk op de ENTER/YES toets. In het uitleesvenster verschijnen nu de door u gekozen inschakeltijd, de uitschakeltijd, het zendernummer en de geluidsbron, gevolgd door de oorspronkelijke aanduidingen. 9 Steek een voor opnemen geschikte minidisc in de minidisc-recorder. 10 Schakel de stereo-installatie uit. 40 DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL Kontroleren van de schakelklokopname-instellingen Druk net zovaak op de TIMER SELECT toets tot de aanduiding “REC TIMER” verschijnt. Dan verschijnen de door u gekozen inschakeltijd, uitschakeltijd en het voorkeurzendernummer, gevolgd door de oorspronkelijke aanduidingen. Om de instellingen te wijzigen, volgt u weer de aanwijzingen vanaf stap 1. Uitschakelen van de schakelklokfunktie Druk net zovaak op de TIMER SELECT toets tot de aanduiding “TIMER OFF” in het uitleesvenster verschijnt. Tip Als u een cassettedeck met een AU-BUS aansluiting op de stereo-installatie aansluit, zoals het TC-TX5 cassettedeck, kunt u dit ook gebruiken voor de schakelklok-opname. Opmerkingen • Voor een juiste werking is het aanbevolen de stereo-installatie niet te bedienen vanaf het moment dat deze ingeschakeld wordt tot het moment dat het opnemen begint (ongeveer 20 sekonden lang). • Bij gebruik van een nieuwe, onbespeelde minidisc voor opname, zal er niets worden opgenomen op de eerste 15 sekonden van de minidisc. • Als de stereo-installatie op de ingestelde opnameaanvangstijd reeds ingeschakeld is, zal er geen opname plaatsvinden. • Tijdens het opnemen wordt de geluidsweergave automatisch gedempt. Aanvullende informatie Voorzorgsmaatregelen Stroomvoorziening Kontroleer, alvorens het cassettedeck in gebruik te nemen, of de bedrijfsspanning van het apparaat overeenkomt met de plaatselijke netspanning. Veiligheid • Zolang de stekker van het netsnoer in het stopkontakt steekt, blijft er een geringe hoeveelheid stroom naar het apparaat lopen, ook al is het apparaat zelf uitgeschakeld. • Trek de stekker uit het stopkontakt wanneer u denkt het apparaat geruime tijd niet te gebruiken. Pak de stekker vast om deze uit het stopkontakt te trekken. Trek nooit aan het snoer. • Mocht er vloeistof of een voorwerp in het inwendige van het apparaat terechtkomen, verbreek dan de aansluiting op het stopkontakt en laat het cassettedeck eerst door een deskundige nakijken alvorens dit weer in gebruik te nemen. • Mocht het nodig zijn het netsnoer of de stekker te vervangen, laat dit dan uitsluitend bij een erkende vakhandel verrichten. Opstelling • Zet de stereo-installatie op een plaats met voldoende ventilatie om oververhitting van de inwendige onderdelen te voorkomen, in het belang van een langdurige betrouwbare werking. • Zorg dat het apparaat zo goed mogelijk horizontaal staat. • Plaats het apparaat niet ergens waar het blootgesteld wordt aan: – extreme hitte of koude – stof of vuil – erg veel vocht – heftige trillingen – direkte zonnestraling. Betreffende de luidsprekers Alhoewel deze luidsprekers magnetisch zijn afgeschermd, kan er in bepaalde gevallen toch sprake zijn van vervorming in de beeldweergave op een TV-toestel of computermonitor. Als dit zich voordoet, schakel de TV of computer dan eenmaal uit en vervolgens na 15 à 30 minuten weer in. Zorg bij een computer eerst dat alle gegevens veilig zijn opgeslagen. Als er na weer inschakelen geen verbetering zichtbaar is in de kleurweergave, zet de luidsprekers en de TV of monitor dan iets verder van elkaar vandaan. Zorg er bovendien voor dat voorwerpen waarin magneten worden gebruikt, zoals een audiorek, een TV-standaard, bepaald soort speelgoed, etc., niet in de buurt van de TV of de computer staan, aangezien interaktie tussen de magneten ervan en deze apparatuur storing in het beeld kan veroorzaken. Beveiligen van een opgenomen minidisc Om de opnamen op een minidisc te beveiligen tegen per ongeluk wissen, schuift u het wispreventienokje in de hoek van de minidisc open, zodat er een opening ontstaat. In die stand is opnemen op de minidisc niet meer mogelijk. Om de minidisc weer geschikt te maken voor opname, schuift u het wispreventienokje weer dicht. Wispreventienokje Schuif het nokje open. Voorkomen van beschadiging • Als de stereo-installatie rechtstreeks van een koude in een warme omgeving wordt gebracht of in een erg vochtige kamer wordt geplaatst, kan op de lens binnenin de compact disc speler of de minidisc-recorder vocht uit de lucht kondenseren. Als dit zich voordoet, zal de stereo-installatie niet naar behoren funktioneren. In zulke gevallen dient u de CD of minidisc te verwijderen en het apparaat ongeveer een uur ingeschakeld maar ongebruikt aan te laten staan, zodat alle kondensvocht kan verdampen. • Voor u de stereo-installatie verplaatst of vervoert, dient u de compact disc(s) en de minidisc uit het apparaat te verwijderen. Mocht u vragen of problemen met uw stereoinstallatie hebben, neemt u dan a.u.b. kontakt op met uw dichtstbijzijnde Sony handelaar of onderhoudsdienst. wordt vervolgd DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL 41 Voorzorgsmaatregelen (vervolg) Betreffende de omgang met minidiscs • Open nooit het schuifdeksel van de minidisc. Als het schuifdeksel per ongeluk open schuift, dient u het onmiddellijk weer te sluiten. Schuifdeksel • Als de buitenkant van een minidisc vuil is, kunt u deze schoonvegen met een droog doekje. • Zorg dat uw minidiscs niet worden blootgesteld aan fel zonlicht of de hitte van een kachel of verwarmingsradiator; laat minidiscs nooit achter in een afgesloten auto die in de volle zon geparkeerd staat. Betreffende de omgang met compact discs • Veeg een CD voor het afspelen schoon met een niet pluizend reinigingsdoekje, vanuit het midden naar de rand. Berg elke CD na het afspelen weer in het bijbehorende doosje op. • Gebruik voor het reinigen geen oplosmiddelen als benzine of thinner, evenmin als reinigingsvloeistoffen of antistatische spray voor het reinigen van conventionele grammofoonplaten. • Zorg dat uw compact discs niet worden blootgesteld aan fel zonlicht of de hitte van een kachel of verwarmingsradiator; laat compact discs nooit achter in een afgesloten auto die in de volle zon geparkeerd staat. Reinigen van de behuizing Maak de buitenkant de apparatuur schoon met een zacht doekje, droog of licht bevochtigd met wat milde vloeibare zeep. Beperkingenvanhet minidisc-systeem Het opnamesysteem van uw minidisc-recorder is gebonden aan een aantal specifieke beperkingen, waarvan hieronder een overzicht volgt. Deze beperkingen zijn inherent aan het ontwerp van het minidisc-systeem en duiden niet op storing in uw apparatuur. De “DISC FULL” foutmelding verschijnt reeds vóór het bereiken van de maximale opnameduur (60 tot 74 minuten) Wanneer er 255 nummers op de minidisc zijn opgenomen, zal de “DISC FULL” foutmelding verschijnen, ongeacht de feitelijke opnameduur. Een minidisc kan niet meer dan 255 muziekstukken bevatten. Om verder te gaan met opnemen, dient u muziekstukken te wissen of een andere minidisc te gebruiken. De “DISC FULL” foutmelding verschijnt reeds vóór het bereiken van het maximaal aantal muziekstukken (255) In bepaalde gevallen kunnen de zachtere passages binnen muziekstukken worden opgevat als pauzes ertussen, zodat het aantal nummers het feitelijk aantal muziekstukken overschrijdt. Dan zal de “DISC FULL” foutmelding al gauw verschijnen. De resterende opnameduur vermeerdert niet, ook na het wissen van diverse korte nummers Nummers van minder dan 12 sekonden lengte tellen niet mee, zodat het wissen ervan niet tot meer beschikbare opnameduur zal leiden. Bepaalde muziekstukken laten zich niet met andere samenvoegen Na montage kunnen bepaalde muziekstukken niet meer met andere te kombineren zijn. De totale opgenomen speelduur plus de resterende beschikbare opnameduur op de minidisc komen in totaal niet aan de nominale speelduur van de disc (60 tot 74 minuten) Het opnemen wordt verricht in minimum-eenheden van 2 sekonden, ongeacht de lengte van het opgenomen materiaal. Dit kan leiden tot een geringe afwijking van de nominale speelduur. Daarnaast kan de speelduur van een minidisc beperkt worden door krassen en dergelijke. 42 DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL Tijdens het doorzoeken van muziekstukken die samen zijn gemonteerd, kan het geluid af en toe wegvallen Muziekstukken die niet rechtstreeks zijn opgenomen, maar door montage zijn samengesteld, kunnen nogal over de minidisc verspreid zijn en dan kan de versnelde weergave het zoeken niet altijd bijhouden. De muziekstuknummers kunnen niet worden vastgelegd Ook al wordt er tijdens analoog opnemen “LEVELSYNC ON” (zie blz. 26) in het uitleesvenster aangegeven, dan nog kunnen de muziekstuknummers wel eens niet naar behoren worden vastgelegd aan het begin van elk muziekstuk: • als het ingangssignaal minder dan twee sekonden lang onder het grensnivo blijft; • als het ingangssignaal midden in een muziekstuk langer dan twee sekonden onder het grensnivo blijft. Opmerkingen • Het één-generatie kopieersysteem legt u geen beperkingen op wanneer u opneemt via analoge aansluitingen. • Aangezien dit apparaat slechts werkt met een bemonsteringsfrekwentie van 44,1 kHz, kunt u geen digitale opname maken van satellietuitzendingen, waarvan de bemonsteringsfrekwentie 32 kHz of 48 kHz bedraagt. Voor het digitaal opnemen van dergelijke satelliet-uitzendingen hebt u een minidisc-recorder of een DAT cassettedeck nodig dat geschikt is voor deze frekwenties. Hiervan kunt u dan wel weer een tweede-generatie kopie maken. Overzicht van het één-generatie kopieersysteem (“Serial Copy Management System”) Digitale audio-apparatuur zoals voor compact discs, minidiscs en DAT cassettes maken het mogelijk om vrijwel perfekte kopieën te maken van geluidsmateriaal, want bij het kopiëren van digitale signalen blijft de kwaliteit intakt. Ter bescherming van de auteursrechten van componisten en musici is dit apparaat voorzien van het “Serial Copy Management System” dat slechts één generatie aan volledig digitale kopieën toestaat via digitale aansluitingen. Via digitale aansluitingen kunt u uitsluitend een eerste-generatie kopie* maken van digitaal geluidsmateriaal. Bijvoorbeeld: 1 U kunt een digitale kopie maken van een in de handel verkrijgbaar digitaal medium (zoals een compact disc of een voorbespeelde minidisc), maar het is niet mogelijk van deze kopie weer een tweede (generatie) kopie te maken. 2 U kunt een digitale kopie maken van het digitaal opgenomen geluid van een oorspronkelijk analoge geluidsbron (zoals een grammofoonplaat of een muziekcassette) of een opname van een digitale satelliet-uitzending, maar hiervan kunt u weer geen tweede kopie maken. * Een eerste-generatie kopie is een digitale opname van een digitaal signaal, gemaakt met digitale geluidsapparatuur. Als u bijvoorbeeld met de minidisc-recorder van deze stereo-installatie het geluid van een compact disc opneemt, is dit een eerste-generatie digitale kopie. 43 DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL Verhelpenvanstoringen Luidsprekers Mocht zich een probleem voordoen met de stereo-installatie, neemt u dan de volgende lijst met kontrolepunten door. Geen geluid van één kanaal of onevenwichtige weergave van links en rechts. •Kontroleer de luidspreker-aansluitingen en de opstelling van de luidsprekers. Kontroleer echter eerst of het netsnoer stevig is aangesloten en of alle aansluitingen van de luidsprekers in orde zijn. Compact disc speler Is het probleem niet zo eenvoudig te verhelpen, neem dan a.u.b. kontakt op met uw dichtstbijzijnde Sony handelaar. De disc-lade gaat niet dicht. •Er ligt een compact disc niet goed in de disc-uitsparing. Algemeen Het afspelen van de compact disc begint niet. •Kontroleer of de compact disc vuil is. •Ligt de CD niet ondersteboven in de disclade? •Er is vocht uit de lucht in het apparaat gekondenseerd. Verwijder de compact disc(s) en laat de stereo-installatie een uur lang ongebruikt aan staan, zodat het kondensvocht kan verdampen. Er klinkt geen geluid. •Draai de VOLUME regelaar rechtsom open. •Wellicht is er een hoofdtelefoon aangesloten. Ernstige brom of ander storend geluid. •De stereo-installatie staat te dicht bij een TV of videorecorder. Zet de stereoinstallatie verder van de TV of videorecorder vandaan. Er knippert “0:00” in het uitleesvenster. •De stroomvoorziening is onderbroken geweest. Stel de klok weer op de juiste tijd in en leg uw voorkeurzenders opnieuw in het geheugen vast. De schakelklok-funkties werken niet naar behoren. •Stel de klok op de juiste tijd in. Bij indrukken van de TIMER SET of TIMER SELECT toets verschijnen er geen schakelklok-instellingen. •Maak de schakelklok-instellingen zorgvuldig volgens de aanwijzingen. De afstandsbediening werkt niet. •Zorg dat er geen obstakels tussen de afstandsbediening en de stereo-installatie zijn. •Richt de afstandsbediening, van niet al te ver, recht op de afstandsbedieningssensor van de stereo-installatie. •Wellicht zijn de batterijen (bijna) leeg. Vervang beide batterijen door nieuwe. De weergave begint niet bij het eerste muziekstuk. •De compact disc speler staat ingesteld op programma-weergave of weergave in willekeurige volgorde. Druk enkele malen op de PLAY MODE toets, zodat de “PROGRAM” of “SHUFFLE” aanduiding uit het uitleesvenster verdwijnt. De aanduiding “OVER” verschijnt in het uitleesvenster. •Tijdens het snel doorzoeken is het einde van de compact disc bereikt. Druk op de 0 toets (of de = toets van de afstandsbediening) om terug te keren naar het begin van de CD. Minidisc-recorder Een gedeeltelijk ingestoken minidisc laat zich niet verwijderen. •Het automatisch laadsysteem van de minidisc-recorder heeft de minidisc gepakt. Druk de minidisc eerst geheel naar binnen en druk dan op de § uitschuiftoets van de minidisc-recorder. De minidisc-recorder reageert niet of werkt niet goed. •Wellicht is de minidisc beschadigd. (Dan wordt er “Disc Error” in het uitleesvenster aangegeven). Vervang de minidisc door een andere. 44 DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL De minidisc-recorder begint niet met afspelen van de minidisc. • Er is vocht uit de lucht in de minidiscrecorder gekondenseerd. Verwijder de minidisc en laat de stereo-installatie een uur lang ongebruikt aan staan, zodat het kondensvocht kan verdampen. • Steek de minidisc met de label-kant boven en de pijl naar voren toe in. • Wellicht is er niets op de minidisc opgenomen. Het opnemen op de minidisc-recorder werkt niet met goed. • De minidisc is tegen opnemen en wissen beveiligd. (Dan verschijnt de aanduiding “Protected”.) Schuif het wispreventienokje opzij om de opening af te sluiten (zie blz. 41). • Kontroleer of de geluidsbron naar behoren is aangesloten. • Wellicht is de geplaatste minidisc is een voorbespeelde disc, niet geschikt voor opnemen. Vervang deze door een opname-minidisc. • Er is te weinig ruimte voor opnemen op de minidisc over. Wis enkele muziekstukken of vervang de disc door een andere opname-minidisc met meer ruimte. • Tijdens opnemen is de stroom weggevallen of de stekker uit het stopkontakt geraakt. Maak de gewenste opname opnieuw. De aanduiding “OVER” verschijnt in het uitleesvenster. • Het einde van de minidisc bereikt. Druk op de 0 toets (of de = toets van de afstandsbediening) om terug te keren naar het opgenomen gedeelte van de minidisc. Tijdens analoge opname verschijnt er “Rec Level Over” (te krachtig ingangssignaal) in het uitleesvenster. 1 Druk tijdens het opnemen of in de opnamepauzestand op de EDIT/NO toets en draai dan aan de MULTI JOG instelknop tot er “Attenuate ?” wordt aangegeven. 2 Druk op de ENTER/YES toets. Het uitleesvenster geeft nu “Attenuate ON?” aan. 3 Druk nogmaals op de ENTER/YES toets. De “Attenuate” verzwakkingsaanduiding licht op. Het opnamenivo is nu tot het juiste peil teruggebracht. Om de verzwakkingsregeling uit te schakelen, zorgt u dat er in stap 2 “Attenuate OFF?” wordt aangegeven. Tuner Ernstige brom of andere storing in de radio-ontvangst (in het uitleesvenster knippert de “TUNED” of de “STEREO” aanduiding). •Richt of verstel de antenne. •De ontvangen zender komt te zwak door. Sluit een buitenantenne aan. Een stereo FM uitzending wordt niet in stereo weergegeven. •Druk op de STEREO/MONO toets zodat er “STEREO” in het uitleesvenster verschijnt. Als er zich andere problemen voordoen, die hierboven niet zijn beschreven, kunt u de stereoinstallatie als volgt terugstellen in de uitgangsstand: 1 Trek de stekker uit het stopkontakt. 2 Houd de POWER schakelaar ingedrukt en steek tegelijk de stekker weer in het stopkontakt. Zo zet u de stereo-installatie terug op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen. Alle door u gemaakte instellingen, zoals de tijdinstelling, de voorkeurzenders en schakelklok-instellingen worden hierbij uit het geheugen gewist. U zult deze instellingen dus opnieuw moeten maken. Waarschuwingsaanduidingen van de minidisc-recorder Een van de onderstaande foutmeldingen en waarschuwingen kan in het uitleesvenster verschijnen of gaan knipperen als er bij de bediening van de minidisc-recorder iets mis gaat. Auto Cut De minidisc-recorder pauzeert de opname, omdat er tijdens digitaal opnemen al meer dan 30 seconden stilte is (die wordt vervangen door een pauze van 3 seconden). wordt vervolgd DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL 45 Verhelpen van storingen (vervolg) Blank Disc Er wordt getracht een blanco, onbespeelde of gewiste minidisc af te spelen. Smart Space Tijdens digitaal opnemen is er weer een geluidssignaal doorgekomen na 3 tot 30 sekonden stilte (die wordt vervangen door een standaard pauze van 3 seconden). Cannot Copy Digitaal opnemen is in dit geval niet mogelijk. (Zie het “Overzicht van het ééngeneratie kopieersysteem” op blz. 43.) Sorry Er wordt getracht twee nummers samen te voegen die niet gekombineerd kunnen worden. Cannot EDIT Er is getracht een minidisc op te nemen of te monteren tijdens geprogrammeerde weergave of weergave in willekeurige volgorde. Disc Error De minidisc is vuil of beschadigd of de “TOC” inhoudsopgave ontbreekt. Disc Full Er is geen ruimte meer over op de minidisc. (Zie “Beperkingen van het minidiscsysteem” op blz. 42.) Impossible Er wordt getracht twee nummers samen te voegen terwijl het eerste muziekstuk wordt afgespeeld. Name Full Het titelgeheugen van de minidisc is vol. NO DISC Er bevindt zich geen minidisc in het apparaat. No Track De geplaatste minidisc heeft wel een titel maar geen genummerde muziekstukken. OVER Tijdens het snel doorzoeken is het einde van de minidisc bereikt. Protected De geplaatste minidisc is beveiligd tegen opnemen en wissen. Retry De eerste opname is mislukt vanwege trillingen of een kras op de minidisc, maar een tweede poging tot opname is in gang. Retry Error Door trillingen waaraan de minidiscrecorder bloot staat of door krassen op de minidisc, zijn er verschillende opnamepogingen gedaan maar die zijn alle mislukt. 46 DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL Technischegegevens Versterker-gedeelte DIN uitgangsvermogen 40 + 40 watt (aan 6 ohm, bij 1 kHz, DIN) Continu RMS uitgangsvermogen 50 + 50 watt (aan 6 ohm, bij 1 kHz, 10 % THV) Muziekvermogen 160 watt Ingangen VIDEO/GAME IN (tulpstekkerbussen) omschakelbaar: VIDEO IN: ingangsspanning 250 mV, impedantie 47 kOhm GAME IN: ingangsspanning 450 mV, impedantie 47 kOhm TAPE IN (tulpstekkerbussen): ingangsspanning 250 mV, impedantie 47 kOhm Uitgangen TAPE OUT (tulpstekkerbussen): uitgangsspanning 250mV, impedantie 1 kOhm PHONES (stereo klinkstekkerbus): voor hoofdtelefoons van 8 ohm of meer. SPEAKER: voor luidsprekers met impedantie van 6 tot 16 ohm. Compact disc speler Afspeelsysteem Compact disc digitaal audiosysteem Laser Halfgeleider laser (λ = 780 nm) Emissieduur: continu Laser-uitgangsvermogen Maximaal 44,6 µW* *Deze waarde is gemeten op een afstand van ca. 200 mm van het lensoppervlak van het optisch blok, bij een diafragma van 7 mm. Frekwentiebereik 2 Hz – 20 kHz (± 0,5 dB) CD DIGITAL OPTICAL OUT aansluiting (vierkante optische aansluitbus, achterpaneel) Minidisc-recorder Algemeen Opname/weergavesysteem MiniDisc digitaal audiosysteem Laser Halfgeleider laser (λ = 780 nm) Emissieduur: continu Laser-uitgangsvermogen Maximaal 44,6 µW* *Deze waarde is gemeten op een afstand van ca. 200 mm van het lensoppervlak van het optisch blok, bij een diafragma van 7 mm. Opnameduur Maximaal 74 minuten (met MDW-74 minidisc) Bemonsteringsfrekwentie 44,1 kHz Frekwentiebereik 5 Hz – 20 kHz Stroomvoorziening Tuner-gedeelte FM stereo, FM/AM superheterodyne afstemming FM afstemtrap Afstembereik Antenne Antenne-aansluitingen Tussenfrekwentie 87,5 – 108,0 MHz (50 kHz interval) FM draadantenne 75 ohm, asymmetrisch 10,7 MHz Overige modellen Antenne Tussenfrekwentie Stroomverbruik Afmetingen Versterker/Tuner/Minidisc/Compact disc gedeelte: Ca. 280 × 240 × 360 mm (b/h/d) inkl. uitstekende onderdelen en knoppen (Brits model) Ca. 280 × 240 × 350 mm (b/h/d) inkl. uitstekende onderdelen en knoppen (overige modellen) Luidsprekers: Ca. 205 × 325 × 290 mm (b/h/d) inkl. uitstekende onderdelen en knoppen Gewicht Versterker/Tuner/Minidisc/Compact disc gedeelte: Ca. 9,4 kg Luidsprekers: Ca. 4 kg netto per luidspreker Bijgeleverd toebehoren: AM kaderantenne (1) RM-S5MD afstandsbediening (1) Sony SUM-3 (NS) batterijen (2) FM draadantenne (1) Luidsprekersnoeren (2) Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens voorbehouden, zonder kennisgeving. AM afstemtrap Afstembereik Model voor Duitsland: AM: 220 – 230 V wisselstroom, 50/60 Hz 130 watt 522 – 1611 kHz (met interval ingesteld op 9 kHz) MG: 522 – 1611 kHz (met interval ingesteld op 9 kHz) LG: 144 – 288 kHz (met interval ingesteld op 3 kHz) AM kaderantenne, Externe antenneaansluitingen 450 kHz Luidsprekers SS-MD5 Luidsprekersysteem 3-wegsysteem, in basreflexkast Luidsprekereenheden Lagetonen-luidspreker: 15 cm Ø, conus-type Hogetonen-luidspreker: 5 cm Ø, conus-type Superhogetonen-luidspreker: 2 cm Ø, koepel-type Nominale impedantie 6 ohm 47 DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL Index A Aanbrengen van muziekstuknummers 25 Aanduidingen in het uitleesvenster 15, 20 Aansluiten antennes 5, 8 los verkrijgbare apparatuur 7 stereo-installatie 4 stroomvoorziening 4 Afspelen compact disc 9 gekozen volgorde (programma-weergave) 17, 22 herhaalde weergave 15, 21 minidisc 12 willekeurige volgorde 16, 22 Afstemmen op voorkeurzenders 6, 13 Akoestiekmenu 34 AMS-zoekfunkties 9, 12 Analoge opname 23 Antennes 5, 8 Automatische geluidsbronkeuze 10, 12, 13 B Batterijen 5 Beperkingen van het minidisc-systeem 42 Beveiligen van opnamen 41 Bijregelen geluidssterkte 9 geluidsweergave 33 volume van de luidsprekers 9 C CD synchroon-opname 10 Compact disc speler 9, 15 D DBFB basversterking 33 Digitale opname 23 E Eén-generatie kopieersysteem (SCMS) 43 Eén-toets weergavestart 10, 12, 13 F Foutmeldingen 45 G Geheugenafstemming 13 Gelijkzetten van de klok 5 Geluidsinstellingen 33 GROOVE versterking 33 H, I, J, K Herhaalde weergave 15, 21 Hit Parade opnamefunktie 11 L P, Q Preset Equalizer menu's 34 Programma-weergave 17, 22 R Radiozenders afstemmen 13 voorinstellen 6 RDS informatie-ontvangst 35 S Samenvoegen van muziekstukken 31 Schakelklok gewekt worden met muziek 38 inslapen met muziek 37 schakelklok-opname 39 Sluimerfunktie 37 T, U Titelfunkties. Zie Naamgeving Terugstellen in uitgangsstand 45 Tuner 6, 13 Luidsprekers 4 V M Muziekstuknummers 25 N Naamgeving compact discs 19 minidiscs 32 voorkeurzenders 34 Normale weergave 9 O Onderverdelen van muziekstukken 30 Opnemen compact disc 10 op minidisc 24 radio-uitzending 14 schakelklok-opname 39 Vastleggen van voorkeurzenders 6 Verhelpen van storingen 44 Verplaatsen van muziekstukken 29 W, X, Y Wekfunktie 38 Willekeurige weergave 16, 22 Wisfunkties 27 Wispreventienokje 41 Wissen alle muziekstukken 28 deel van een muziekstuk 28 enkel muziekstuk 27 opnamen 27 zendernaam 35 Z Zendernaam 34 48 DHCMD5 3-858-047-42 (1)NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95

Sony DHC-MD5 de handleiding

Categorie
Minidisc-spelers
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor

in andere talen