Master BV 110-290 E B 230-360 de handleiding

Type
de handleiding
1
NL
INDEX
1. PRESENTATIE VAN PRODUCT
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
2. UITPAKKEN
2. TRANSPORT EN VERPLAATSING
3. INGEBRUIKNAME
3. UITSCHAKELING
3. VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN
3. OVERZICHT VAN DE WERKING
3. PREVENTIEF ONDERHOUD-SPROGRAMMA
4. ELEKTRISCH CIRCUIT
4. IDENTIFICATIE VAN PROBLEMEN
PRESENTATIE VAN PRODUCT
De B-serie omvat warmeluchtgeneratoren met directe verwar-
ming die de aan de omgeving afgegeven warmte met de ver-
brandingsresten mengt. Dit maakt deze generatoren bijzonder
geschikt voor gebruik in open omgevingen en omgevingen waar
met hoge luchtcirculatie, waar verwarming, ontdooiing of dro-
ging nodig is.
De BV-serie omvat daarentegen warmeluchtgeneratoren met
indirecte verwarming die dankzij een warmtewisselaar de ver-
brandingsgasresten kunnen scheiden van de warmte die aan
de omgeving wordt afgegeven. Zo gaat er een schonere war-
meluchtstroom naar de te verwarmen omgeving en worden de
rookgassen afgevoerd.
De B- en BV-serie zijn ontwikkeld op basis van de meest actu-
ele criteria op het gebied van veiligheid, functionaliteit en duur-
zaamheid: veiligheidsvoorzieningen zorgen ervoor dat het ap-
paraat altijd correct functioneert, het geluidsniveau is minimaal
en een zorgvuldige materiaalselectie staat garant voor optimale
betrouwbaarheid.
Dankzij de luchtbanden kunnen de verwarmingsapparaten ge-
makkelijk worden verplaatst. En het hangmodel kan gemakkelijk
aan het plafond worden gehangen. Dankzij de autonome wer-
king en de mogelijkheid tot gebruik op basis van thermostaatre-
geling, biedt dit apparaat bijzonder exibele gebruiksmogelijk-
heden. Aan de hand van een externe indicator kan snel worden
gecontroleerd hoeveel brandstof de tank bevat om te bepalen of
deze moet worden bijgevuld.
VEILIGHEIDSINFORMATIE
WAARSCHUWINGEN
! BELANGRIJK:lees de hele bedieningshandleiding zor-
gvuldig voordat u begint met de montage,ingebruikname
of onderhoud van deze verwarmer. Het gebruik van de
verwarmer kan ernstig of dodelijk letsel veroorzaken
ten gevolge van verbranding, vuur, explosie, elektrische
schokken of koolmonoxidevergiftiging.
! GEVAAR:koolmonoxidevergiftiging kan dodelijk zijn!
Koolmonoxidevergiftiging De eerste symptomen van
koolmonoxidevergiftiging lijken op die van griep:hoofdpijn,
duizeligheid en/of misselijkheid. Dergelijke symptomen kunnen
worden veroorzaakt door een gebrekkige werking van de
verwarmer. Begeef u onmiddellijk in debuitenlucht!
Laat de verwarmer gerepareerd worden. Bepaalde personen
hebben extra te lijden van de effecten van koolmonoxidever-
giftiging:zwangere vrouwen, hart- en longpatiënten, personen
met bloedarmoede, personen onder invloed van alcohol en
bewoners van hooggelegen gebieden. Zorg ervoor dat u alle
waarschuwingen gelezen en begrepen hebt.
Bewaar deze handleiding om deze in de toekomst opnieuw te
kunnenraadplegen:deze dient als gids voor een veilig en correct
gebruik vande verwarmer.
Gebruik uitsluitend eersteklas brandolie om brand- en ex-
plosiegevaar te vermijden. Gebruik nooit benzine, stookolie,
verfoplosmiddelen, alcohol of andere makkelijk ontvlambare
brandstoffen.
Bijvullen
a) Het personeel belast met het bijvullen dient gekwaliceerd
te zijn en volledig vertrouwd te zijn met de instructies van de
fabrikant en de geldende normen met betrekking tot het veilig
bijvullen van verwarmers.
b) Gebruik uitsluitend het type brandstof dat speciek is vermeld
op het identicatieplaatje van de verwarmer.
c) Doof voor het bijvullen eerst alle vlammen, inclusief de
waakvlam, en wacht tot de verwarmer is afgekoeld.
d) Inspecteer tijdens het bijvullen alle brandstoeidingen en
ttingen op eventuele lekken. Eventuele lekken dienen te
worden gerepareerd voordat de verwarmer opnieuw in gebruik
wordt genomen.
e) In geen enkel geval mag men in de buurt van de verwarmer
in hetzelfde gebouw meer brandstof opslaan dan nodig is om
de verwarmer een dag te laten werken. De brandstofreservoirs
moeten zich in een afzonderlijke accommodatie bevinden.
f) Alle brandstoftanks moeten zich minimaal op een afstand van
verwarmers, lasbranders, soldeerapparatuur en soortgelijke
ontstekingsbronnen (met uitzondering van de brandstoftank die
in de verwarmer is ingebouwd).
g) De brandstof dient zo mogelijk te worden opgeslagen in
ruimten met vloerbedekking die het niet mogelijk maakt dat
de brandstof vlammen bereikt waardoor deze in brand kan
vliegen.
h) Bij de opslag van brandstof dienen de geldende normen in
acht te worden gehouden.
Gebruik de verwarmer nooit in ruimten waar benzine,
verfoplosmiddelen of andere zeer ontvlambare dampen
aanwezig zijn.
Neem tijdens het gebruik van de verwarmer alle plaatselijke
verordeningen en geldende normen in acht.
Verwarmers die in de buurt van textiel, gordijnen of ander
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
1. Uitgang voor
warme lucht,
2. Pijptting
(BV),
3. Bovenste
buishelft,
4. Ventilatie
rooster,
5. Tankdop
met
brandstof
peilmeter,
6. Netsnoer,
7. Bediening
spaneel,
8. Onderste
buishelft
Figuur 1
2
NL
vergelijkbaar materiaal worden gebruikt dienen op een veilige
afstand daarvan te worden geplaatst.
Bovendien wordt het gebruik van vuurvast afdekkingsmateriaal
aanbevolen. Dergelijk materiaal dient stevig te worden
vastgezet, om te vermijden dat dit vlam vat en om te
voorkomen dat de wind vat krijgt op de verwarmer.
Gebruik het toesteluitsluitend om ruimten waarin geen
ontvlambare dampen of hoge concentraties stof aanwezig
zijn.
Sluit de verwarmer uitsluitend aan op een voedingsbron met
de spanning, frequentie en polariteit die zijn aangegeven op
het identicatieplaatje.
• Gebruik uitsluitend geaarde driedraads verlengsnoeren.
Plaats een warme of werkende verwarmer op een stabiel en
egaal oppervlak, om brandgevaar te vermijden.
Houd de verwarmer bij verplaatsing of opslag rechtop, om te
voorkomen dat er brandstof uit loopt.
Houd kinderen en dieren uit de buurt van de verwarmer.
Koppel de verwarmer los van de netvoeding wanneer deze
niet wordt gebruikt.
Als de verwarmer op een thermostaat werkt, kan deze op elk
willekeurig moment aanslaan.
Gebruik de verwarmer nooit in drukke ruimten of slaapka-
mers.
Blokkeer nooit de luchtinlaat (achterkant) of de luchtuitlaat
(voorkant) van de verwarmer.
De verwarmer mag nooit verplaatst, aangepast, bijgevuld of
onderhouden worden als de verwarmer warm is.
UITPAKKEN
1. Verwijder al het verpakkingsmateriaal dat is gebruikt ter
verpakking van het verwarmingsapparaat tijdens transport.
2. Verwijder het verpakkingskarton.
3. Verwijder alle materialen waarmee de verwarmer aan de
pallet is bevestigd.
4. Verwijder alle materialen waarmee de schoorsteen aan de
pallet is bevestigd (alleen voor de BV-serie).
5. Sluit de schoorsteen aan op de uitlaat (alleen voor de BV-se-
rie).
6. Haal de verwarmer voorzichtig van het platform af.
7. Verzeker u ervan dat het apparaat tijdens transport geen
schade heeft opgelopen. Als de verwarmer beschadigd lijkt,
waarschuwt u direct de leverancier bij wie u het apparaat hebt
gekocht.
VERPAKKEN EN OPSLAAN
1. Verzeker u ervan dat het apparaat niet is beschadigd
en let daarbij speciaal op brandstoekken. Verwijder de
restbrandstof uit de tank.
2. Plaats het apparaat op de pallet en bevestig dit eraan met
daarvoor geschikte materialen.
3. Verwijder de schoorsteen en bevestig deze aan de pallet
met daarvoor geschikte materialen.
4. Dek het apparaat af met het verpakkingskarton.
5. Bevestig het verpakkingskarton aan de pallet met daarvoor
geschikte materialen.
6. Bewaar het apparaat op een geschikte, droge locatie en
stapel niet meer dan twee apparaten op elkaar.
TRANSPORT EN VERPLAATSING
! WAARSCHUWING Voordat u het toestelverplaatst dient
u: het toestel uit te schakelen volgens de aanwijzingen uit
de voorgaande sectie; de netvoeding uitschakelen door
de stekker uit het stopcontact te verwijderen en te wach-
ten tot de generator is afgekoeld.
Voordat de generator wordt opgetild of verplaatst dient u zich
ervan te verzekeren dat de dop van de tank goed vast zit.
De generator kan als mobiele versie zijn uitgerust met wielen of
als wandversie worden bevestigd aan steunen met verankering
door middel van kabels of kettingen.In het eerste geval kunt u
de generator bij transport simpelweg aan de daarvoor bestemde
steun op de wielen vooruit laten rollen.In het tweede geval dient
het toestel te worden verplaatst met een heftruck of vergelijk-
baar hulpmiddel.
Figuur 2 - Modellen B.
Figuur 3 - Modellen BV.
INGEBRUIKNAME
Voordat de generator in gebruik wordt genomen, en dus
voordat deze op de netvoeding wordt aangesloten, dient u zich
ervan te verzekeren dat de specicaties van de netvoeding
overeenkomen met de specicaties op het identicatieplaatje.
WAARSCHUWING:de elektriciteitskabel van de
generator moet geaard zijn en voorzien zijn van
eenmagnetothermische aardlekschakelaar.De stekkervan
de generator dient in een stopcontact voorzienvan een
stroomonderbreker te worden gestoken.
De generator kan alleen in automatische modus werken als er
een besturingseenheid zoals bijvoorbeeld een thermostaat of
klok op de generator wordt aangesloten door de kabel van deze
eenheid aan te sluiten op contactpunten 2 en 3 van de stekker
2 (Fig. 6) die bij het toestel is geleverd (het elektriciteitssnoer
dat de twee aansluitpunten met elkaar verbindt dient te worden
verwijderd en dient alleen opnieuw aangebracht te worden als u
de generator zonder besturingseenheid wilt laten werken).
Voor het opstarten van het toestel gaat u als volgt te werk:
als er een besturingseenheid is aangesloten, dient u deze
zodanig in te stellen dat het toestel in werking kan treden (de
thermostaat dient bijvoorbeeld op de maximumtemperatuur te
worden ingesteld);
zet de schakelaar 3 (Fig. 6) in de stand met het symbool:
ON de ventilatorslaat aan en na enkele seconden wordt de
verbranding gestart.
Bij de eerste ingebruikname of nadat alle olie uit het circuit
is verwijderd, is de oliestroom uit de straalpijp mogelijk
onvoldoende, zodat de vlamregelaar van het toestel ervoor
zorgt dat de generator wordt uitgeschakeld;in dat geval wacht u
ongeveer een minuut en drukt u vervolgens op de opstartknop 1
(Fig. 6) om het toestel opnieuw op te starten. Als het toestel niet
correct werkt gaat u in eerste instantie als volgt tewerk:
1.Verzeker u ervan dat de tank olie bevat;
2.Druk op de opstartknop 1 (Fig. 6);
3. Als de generator hierna nog niet werkt, raadpleegt u de sectie
”IDENTIFICATIE VAN PROBLEMEN”om na te gaan wat de
oorzaak van het probleem is.
UITSCHAKELING
Om het toestel uit te schakelen dient u schakelaar 3 (Fig.6)
in de stand ”0” te zetten of de besturingseenheid afstellen,
bijvoorbeeld door de thermostaat op een lagere temperatuur
te zetten. De vlam gaatuit en de ventilator blijft werken tot de
verbrandingskamer volledig is afgekoeld.
VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN
De generator is voorzien van een elektronisch instrument ter
besturing van de vlam. Als er zich afwijkingen in de werking
voordoen zorgt dit instrument ervoor dat het toestel wordt
uitgeschakeld en de opstartknop 1 (Fig.6) wordt geactiveerd.
Er wordt een oververhittingsthermostaat geactiveerd die ervoor
zorgt dat de olietoevoer wordt onderbroken als de generator
oververhit raakt:de thermostaat wordt automatisch opnieuw
ingesteld zodra de temperatuur van de verbrandingskamer
tot onder het toegestane maximum is gedaald. Voordat de
generator weer in werking wordt gesteld dient de oorzaak van
de oververhitting na te worden gegaan (bijvoorbeeld blokkering
van de zuigmond en/of luchtstroom of uitschakeling van de
ventilator).Om het toestel opnieuw op te starten drukt u op de
opstartknop 1 (Fig.6) en herhaalt u de instructies uit de sectie
”INGEBRUIKNAME”.
OVERZICHT VAN DE WERKING
PREVENTIEF ONDERHOUD-
SPROGRAMMA
Voor een goede werking van het toestel dienen de
verbrandingskamer, de brander en de ventilator regelmatig te
worden gereinigd.
! WAARSCHUWING Voordat er onderhoud op het toestel
plaatsvindt dient u: het toestel uit te schakelen volgens
de aanwijzingen uit de voorgaande sectie.
Om de 50 gebruiksuren dient u als volgt te werk te gaan:
De ltercassette losmaken, uitnemen en reinigen met schone
olie;
•De externe cilindervormige beschermkap losmaken, de
binnenkant en de schoepen van de ventilator reinigen;
•De staat van de kabels en van de hoogspanningssluitingen op
de elektroden controleren;
•De brander losmaken en de onderdelen ervan reinigen;de
elektroden reinigen en de afstand ertussen instellen op de
waarde die in het afstelschema op wordt aangegeven (Fig. 10).
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
1. Verbrandingskamer, 2. Anti-windrooktting, 3. Brander, 4.
Straalpijp, 5. Elektromagnetische brandstofklep, 6. Verbrand-
ingscircuit, 7. Ventilator, 8. Motor, 9. Oliepomp, 10. Kabelwik-
kelnaaf, 11. Brandstoftank, 12. Bedieningspaneel.
Figuur 4 - Modellen BV.
1.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
Figuur 5 - Modellen B.
3
NL
4
NL
ELEKTRISCH CIRCUIT
RESET
ON
OFF
1.
2.
3.
4.
5.
Figuur 6 - Elektrisch circuit
1. Bouton-poussoir de réarmement, 2. Prise pour thermostat
ambiant, 3. Interrupteur principal, 4. Cordon d’alimentation, 5.
Témoin de tension.
IDENTIFICATIE VAN PROBLEMEN
WAARGENOMEN
PROBLEEM
MOGELIJKE OORZAAK OPLOSSING
De ventilator slaat niet aan
en de vlamgaat niet branden
1 Netvoeding ontbreekt
2 Eventuele besturingseenheid is foutief in-
gesteld
3 Besturingseenheid is defect
4 Wikkeling van de motor is doorgebrand of
gebroken
1a Controleer de specicaties van het elektriciteitsnet
(220-240 V - 1~ - 50 Hz)
1b Controleer de werking en de stand van de schake-
laar
1c Controleer of de zekering intact is
2 Controleer of de instelling van het controleinstru-
ment correct is (de ingestelde temperatuur van de
thermostaat moet bijvoorbeeld hoger zijn dan de
kamertemperatuur)
3 Vervang het controle-instrument
4 Vervang de motor
De ventilator slaat aan,maar
de vlamgaat of blijft niet
branden
1 Ontsteking is defect
2 Vlamcontrole-instrument is defect
3 Detectiecel werkt niet
4 Er komt geen of onvoldoende olie bij de-
brander terecht
5 Elektromagnetische klep werkt niet
1a Controleer de aansluitingen van de ontstekingska-
bels op de elektroden en op de transformator
1b Controleer de positie van de elektr. en hun onderlinge
afstand aan de hand van het schema op pag. 8
1c Verzeker u ervan dat de elektroden schoon zijn
1d Vervang de ontstekingstransformator
2 Vervang het instrument
3 Reinig of vervang de detectiecel
4a Controleer of de pomp/motor-combinatie intact is
4b Verzeker u ervan dat er geen licht in het oliecircuit
terecht is gekomen door de afdichting van de lei-
dingen en van de lterbescherming te controleren
4c Reinig of vervang zonodig de straalpijp
5a Controleer de elektrische aansluiting
5b Controleer de TS-thermostaat (Fig. 12-13)
5c Reinig en vervang eventueel de elektromagnetische
klep
De ventilator slaat aan en
de vlam gaatbranden,maar
produceert rook
1 Te weinig verbrandingslucht
2 Te veel verbrandingslucht
3 Gebruikte olie is vuil of bevat water
4 Er is lucht in het oliecircuit aanwezig
5 Te weinig olie bij de brander
6 Te veel olie bij de brander
1a Verwijder alle mogelijke obstakels van de aanzuig-
leidingen en/of luchtstroom
1b Controleer de positie van de luchtregelring
1c Reinig de verbrandingsschijf
2 Controleer de positie van de luchtregelring
3a Vervang de gebruikte olie door schone olie
3b Reinig het olielter
4 Controleer de afdichting van de buizen en de be-
scherming van het olielter
5a Controleer de waarde van de branstoffen
5b Reinig of vervang de straalpijp
6a Controleer de waarde van de branstoffen
6b Vervang de straalpijp
De generator wordt niet uitge-
schakeld
1 Afdichting elektromagnetische klep is de-
fect
1 Vervang de elektromagnetische klep
De ventilator wordt niet
uitgeschakeld
1 Thermostaat van de ventilator is defect 1 Vervang de TR-thermostaat (Fig. 12-13)
SCHEMA ELETTRICO - ELECTRIC DIAGRAM - ELEKTROSCHALTPLAN - ESQUEMA ALÁMBRICO
- SCHÉMA ÉLECTRIQUE - BEDRADINGSSCHEMA - ESQUEMA ELÉCTRICO - ELEKTRISK SKEMA
- SÄHKÖKAAVIO - OVERSIKT OVER ELEKTRISKE FUNKSJONER - ELSCHEMA - SCHEMAT
ELEKTRYCZNY - ЭЛEKTPOCXEMA - SCHÉMA ELEKTŘINY - VILLAMOS BEKÖTÉSI RAJZ -
ELEKTRIČNA SHEMA - ELEKTRIČNA SHEMA - ELEKTRIK SEMASI - ELEKTRISKEEM - SCHÉMA
ELEKTRICKÉHO ZAPOJENIA - ЕЛЕКТРИЧЕСКА СХЕМА - ЕЛЕКТРИЧНА ДІАГРАМА
1~110 V / 50 Hz
DKO 972
FU= 20 A
FPR= Filtro
pre-riscaldo/
Pre-heating
lter/Preheating/
Precalientamiento/
Pré-aquecimento
1~110V / 50 Hz
Fig. 12
FU= Fusibile/Fuse/Schmelzsicherung/Fusible/Zekering/Fuvel/Sikring/Sulake/Sikring/Säkring/Bezpiecznik topikowy/Прeдохранитeль/Tavpojistka/Olvadóbiztosíték/
Запобіжник
IT=Trasformatore alta tensione/High voltage transformer/Hochspannungstransformator/Transform. alta tensión/Transform. haute tension/Hoogspanningstransformator/
Transform. de alta teno/Højsnding transform./Korkeajännitemuuntaja/Høyspenningstransformator/Transform. hög snning/Transform.o wysokim napięciu/
ансформатор высокого напряжeния/Transform.vysokého na/Nagyfesltség transzformátor/Високовольтний трансформатор
TS=Termostato di sicurezza/Safety therm./Sicherheitsthermostat/Term. de seguridad/Thermostat decuri/Veiligheidsthermostaat/Term. de segurança/Sikkerheds
term./Varotermostaatti/Sikkerhetsterm./Säkerhetsterm.Termostat bezpieczeństwaрeдохранитьный тeрмостат/Bezpeãnostní term./Biztonsági termosztát/Термостат
перегріву
EV=Elettrovalvola/Electric valve/Elektroventil/Electro-válvula/Électrovanne/Elektromagnetische klep/Eletrolvula/hköventtiili/Elventil/Elektrozawór/Элeктрокпан/Elektrick
ventil/Mágnesszelep/Електричний клапан
FO=Fotoresistenza/Photoresistance/Fotozelle/Fotorresistencia/Photosistance/Fotoweerstand/Fotoresistência/Fotomodstand/Valovastus/Fotoresistens/Fotocell/
Fotokorka/Фоторeзистор/Fotoelektrick odpor/Fotoellenáls/Фоторезистор
TR=Termostato ventilatore/Fan thermostat/Ventilatorthermostat/Termostato ventilador/Thermostat ventilateur/Thermostaatventilator/Termostato do ventilador/Blæser
termostat/Tuulettimen termostaatti/Viftetermostat/Termostatäkt/Termostat wentylator/Tмостат втилятора/Termostat ventilátoru/Ventilátor termoszt/Термостат
вентилятора
M=Motore ventilatore/Fan/Ventilatormotor/Motor ventilador/Moteur ventilateur/Motorventilator/Motor do ventilador/Blæser motor/Moottorin tuuletin/Viftemotor/Fläktmotor/
Silnik wentylator/Мотро вeнтилятора/Motor ventilátoru/Ventilátor motor/Вентилятор
ST=Spia tensione/Power indicator/Spannungsanzeige/Luz indicadora tensión/Témoin de tension/Spanningsspion/Sinal de teno elétrica/Spænding kontrollampe/
nnitteen merkkivalo/Varsellampe, trykk/Indikeringslampa spänning/Wskaźnik napięcia/Индикатор напряжeния/Kontrolka napûtí/Feszültség jelzőlámpaндикатор
живлення
IN=Interruttore/Switch/Schalter/Interruptor/Interrupteur/Schakelaar/Kontakt/Katkaisija/Bryter/Brytarkontakt/Wyłącznik/Пeрeключатeль/Spínaã/Megszakító/Перемикач
TA=Presa termostato ambiente/Ambient therm. socket/Steckvorrichtung Raumthermostat/Toma termostato ambiente/Prise therm. ambiant/Aansluiting kamerthermostaat/
Tomada term. ambiente/Indvendig temperatur term. stik/Huoneenlämpötermostaatin pistoke/Kontakt for romtermostaten/Uttag r extern term./Gniazdo termostatu
pokojowegoeтка тмостата вннeй срeды/suvka termostatu pro okolní ovzdí/rnyezeti levegő termoszt csatlakoніздо зовнішнього термостату
R=Re/Relay/Relais/Re/Relæ/Re/Przekaźnik/Peлe
TF 974=Apparecchiatura di controllo/Control equipment/Steuergerät/Dispositivo de control/Appareillage de contrôle/Controle-instrument/Aparelhagem de controle/
Kontrolanordning/Valvontalaite/Kontrollapparat/Styrapparatur/Aparatura kontrolna/Контрoльныe приборы/Kontrolní zaízení/Vezérlő szülékонтрольна панель

Documenttranscriptie

1 NL INDEX 1. PRESENTATIE VAN PRODUCT 1. VEILIGHEIDSINFORMATIE 2. UITPAKKEN 2. TRANSPORT EN VERPLAATSING 3. INGEBRUIKNAME 3. UITSCHAKELING 3. VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN 3. OVERZICHT VAN DE WERKING 3. PREVENTIEF ONDERHOUD-SPROGRAMMA 4. ELEKTRISCH CIRCUIT 4. IDENTIFICATIE VAN PROBLEMEN PRESENTATIE VAN PRODUCT De B-serie omvat warmeluchtgeneratoren met directe verwarming die de aan de omgeving afgegeven warmte met de verbrandingsresten mengt. Dit maakt deze generatoren bijzonder geschikt voor gebruik in open omgevingen en omgevingen waar met hoge luchtcirculatie, waar verwarming, ontdooiing of droging nodig is. De BV-serie omvat daarentegen warmeluchtgeneratoren met indirecte verwarming die dankzij een warmtewisselaar de verbrandingsgasresten kunnen scheiden van de warmte die aan de omgeving wordt afgegeven. Zo gaat er een schonere warmeluchtstroom naar de te verwarmen omgeving en worden de rookgassen afgevoerd. De B- en BV-serie zijn ontwikkeld op basis van de meest actuele criteria op het gebied van veiligheid, functionaliteit en duurzaamheid: veiligheidsvoorzieningen zorgen ervoor dat het apparaat altijd correct functioneert, het geluidsniveau is minimaal en een zorgvuldige materiaalselectie staat garant voor optimale betrouwbaarheid. Dankzij de luchtbanden kunnen de verwarmingsapparaten gemakkelijk worden verplaatst. En het hangmodel kan gemakkelijk aan het plafond worden gehangen. Dankzij de autonome werking en de mogelijkheid tot gebruik op basis van thermostaatregeling, biedt dit apparaat bijzonder flexibele gebruiksmogelijkheden. Aan de hand van een externe indicator kan snel worden gecontroleerd hoeveel brandstof de tank bevat om te bepalen of deze moet worden bijgevuld. 1. 2. 3. 8. 7. 6. Figuur 1 1. Uitgang voor warme lucht, 2. Pijpfitting (BV), 3. Bovenste 4. buishelft, 4. Ventilatie rooster, 5. Tankdop met brandstof peilmeter, 6. Netsnoer, 7. Bediening spaneel, 8. Onderste buishelft 5. VEILIGHEIDSINFORMATIE WAARSCHUWINGEN ! BELANGRIJK:lees de hele bedieningshandleiding zorgvuldig voordat u begint met de montage,ingebruikname of onderhoud van deze verwarmer. Het gebruik van de verwarmer kan ernstig of dodelijk letsel veroorzaken ten gevolge van verbranding, vuur, explosie, elektrische schokken of koolmonoxidevergiftiging. ! GEVAAR:koolmonoxidevergiftiging kan dodelijk zijn! Koolmonoxidevergiftiging De eerste symptomen van koolmonoxidevergiftiging lijken op die van griep:hoofdpijn, duizeligheid en/of misselijkheid. Dergelijke symptomen kunnen worden veroorzaakt door een gebrekkige werking van de verwarmer. Begeef u onmiddellijk in debuitenlucht! Laat de verwarmer gerepareerd worden. Bepaalde personen hebben extra te lijden van de effecten van koolmonoxidevergiftiging:zwangere vrouwen, hart- en longpatiënten, personen met bloedarmoede, personen onder invloed van alcohol en bewoners van hooggelegen gebieden. Zorg ervoor dat u alle waarschuwingen gelezen en begrepen hebt. Bewaar deze handleiding om deze in de toekomst opnieuw te kunnenraadplegen:deze dient als gids voor een veilig en correct gebruik vande verwarmer. • Gebruik uitsluitend eersteklas brandolie om brand- en explosiegevaar te vermijden. Gebruik nooit benzine, stookolie, verfoplosmiddelen, alcohol of andere makkelijk ontvlambare brandstoffen. • Bijvullen a) Het personeel belast met het bijvullen dient gekwalificeerd te zijn en volledig vertrouwd te zijn met de instructies van de fabrikant en de geldende normen met betrekking tot het veilig bijvullen van verwarmers. b) Gebruik uitsluitend het type brandstof dat specifiek is vermeld op het identificatieplaatje van de verwarmer. c) Doof voor het bijvullen eerst alle vlammen, inclusief de waakvlam, en wacht tot de verwarmer is afgekoeld. d) Inspecteer tijdens het bijvullen alle brandstofleidingen en fittingen op eventuele lekken. Eventuele lekken dienen te worden gerepareerd voordat de verwarmer opnieuw in gebruik wordt genomen. e) In geen enkel geval mag men in de buurt van de verwarmer in hetzelfde gebouw meer brandstof opslaan dan nodig is om de verwarmer een dag te laten werken. De brandstofreservoirs moeten zich in een afzonderlijke accommodatie bevinden. f) Alle brandstoftanks moeten zich minimaal op een afstand van verwarmers, lasbranders, soldeerapparatuur en soortgelijke ontstekingsbronnen (met uitzondering van de brandstoftank die in de verwarmer is ingebouwd). g) De brandstof dient zo mogelijk te worden opgeslagen in ruimten met vloerbedekking die het niet mogelijk maakt dat de brandstof vlammen bereikt waardoor deze in brand kan vliegen. h) Bij de opslag van brandstof dienen de geldende normen in acht te worden gehouden. • Gebruik de verwarmer nooit in ruimten waar benzine, verfoplosmiddelen of andere zeer ontvlambare dampen aanwezig zijn. • Neem tijdens het gebruik van de verwarmer alle plaatselijke verordeningen en geldende normen in acht. • Verwarmers die in de buurt van textiel, gordijnen of ander 2 NL vergelijkbaar materiaal worden gebruikt dienen op een veilige afstand daarvan te worden geplaatst. Bovendien wordt het gebruik van vuurvast afdekkingsmateriaal aanbevolen. Dergelijk materiaal dient stevig te worden vastgezet, om te vermijden dat dit vlam vat en om te voorkomen dat de wind vat krijgt op de verwarmer. • Gebruik het toesteluitsluitend om ruimten waarin geen ontvlambare dampen of hoge concentraties stof aanwezig zijn. • Sluit de verwarmer uitsluitend aan op een voedingsbron met de spanning, frequentie en polariteit die zijn aangegeven op het identificatieplaatje. • Gebruik uitsluitend geaarde driedraads verlengsnoeren. • Plaats een warme of werkende verwarmer op een stabiel en egaal oppervlak, om brandgevaar te vermijden. • Houd de verwarmer bij verplaatsing of opslag rechtop, om te voorkomen dat er brandstof uit loopt. • Houd kinderen en dieren uit de buurt van de verwarmer. • Koppel de verwarmer los van de netvoeding wanneer deze niet wordt gebruikt. • Als de verwarmer op een thermostaat werkt, kan deze op elk willekeurig moment aanslaan. • Gebruik de verwarmer nooit in drukke ruimten of slaapkamers. • Blokkeer nooit de luchtinlaat (achterkant) of de luchtuitlaat (voorkant) van de verwarmer. • De verwarmer mag nooit verplaatst, aangepast, bijgevuld of onderhouden worden als de verwarmer warm is. TRANSPORT EN VERPLAATSING ! WAARSCHUWING Voordat u het toestelverplaatst dient u: het toestel uit te schakelen volgens de aanwijzingen uit de voorgaande sectie; de netvoeding uitschakelen door de stekker uit het stopcontact te verwijderen en te wachten tot de generator is afgekoeld. Voordat de generator wordt opgetild of verplaatst dient u zich ervan te verzekeren dat de dop van de tank goed vast zit. De generator kan als mobiele versie zijn uitgerust met wielen of als wandversie worden bevestigd aan steunen met verankering door middel van kabels of kettingen.In het eerste geval kunt u de generator bij transport simpelweg aan de daarvoor bestemde steun op de wielen vooruit laten rollen.In het tweede geval dient het toestel te worden verplaatst met een heftruck of vergelijkbaar hulpmiddel. UITPAKKEN 1. Verwijder al het verpakkingsmateriaal dat is gebruikt ter verpakking van het verwarmingsapparaat tijdens transport. 2. Verwijder het verpakkingskarton. 3. Verwijder alle materialen waarmee de verwarmer aan de pallet is bevestigd. 4. Verwijder alle materialen waarmee de schoorsteen aan de pallet is bevestigd (alleen voor de BV-serie). 5. Sluit de schoorsteen aan op de uitlaat (alleen voor de BV-serie). 6. Haal de verwarmer voorzichtig van het platform af. 7. Verzeker u ervan dat het apparaat tijdens transport geen schade heeft opgelopen. Als de verwarmer beschadigd lijkt, waarschuwt u direct de leverancier bij wie u het apparaat hebt gekocht. Figuur 2 - Modellen B. VERPAKKEN EN OPSLAAN 1. Verzeker u ervan dat het apparaat niet is beschadigd en let daarbij speciaal op brandstoflekken. Verwijder de restbrandstof uit de tank. 2. Plaats het apparaat op de pallet en bevestig dit eraan met daarvoor geschikte materialen. 3. Verwijder de schoorsteen en bevestig deze aan de pallet met daarvoor geschikte materialen. 4. Dek het apparaat af met het verpakkingskarton. 5. Bevestig het verpakkingskarton aan de pallet met daarvoor geschikte materialen. 6. Bewaar het apparaat op een geschikte, droge locatie en stapel niet meer dan twee apparaten op elkaar. Figuur 3 - Modellen BV. 3 NL INGEBRUIKNAME Voordat de generator in gebruik wordt genomen, en dus voordat deze op de netvoeding wordt aangesloten, dient u zich ervan te verzekeren dat de specificaties van de netvoeding overeenkomen met de specificaties op het identificatieplaatje. WAARSCHUWING:de elektriciteitskabel van de generator moet geaard zijn en voorzien zijn van eenmagnetothermische aardlekschakelaar.De stekkervan de generator dient in een stopcontact voorzienvan een stroomonderbreker te worden gestoken. De generator kan alleen in automatische modus werken als er een besturingseenheid zoals bijvoorbeeld een thermostaat of klok op de generator wordt aangesloten door de kabel van deze eenheid aan te sluiten op contactpunten 2 en 3 van de stekker 2 (Fig. 6) die bij het toestel is geleverd (het elektriciteitssnoer dat de twee aansluitpunten met elkaar verbindt dient te worden verwijderd en dient alleen opnieuw aangebracht te worden als u de generator zonder besturingseenheid wilt laten werken). Voor het opstarten van het toestel gaat u als volgt te werk: • als er een besturingseenheid is aangesloten, dient u deze zodanig in te stellen dat het toestel in werking kan treden (de thermostaat dient bijvoorbeeld op de maximumtemperatuur te worden ingesteld); • zet de schakelaar 3 (Fig. 6) in de stand met het symbool: ON de ventilatorslaat aan en na enkele seconden wordt de verbranding gestart. Bij de eerste ingebruikname of nadat alle olie uit het circuit is verwijderd, is de oliestroom uit de straalpijp mogelijk onvoldoende, zodat de vlamregelaar van het toestel ervoor zorgt dat de generator wordt uitgeschakeld;in dat geval wacht u ongeveer een minuut en drukt u vervolgens op de opstartknop 1 (Fig. 6) om het toestel opnieuw op te starten. Als het toestel niet correct werkt gaat u in eerste instantie als volgt tewerk: 1.Verzeker u ervan dat de tank olie bevat; 2.Druk op de opstartknop 1 (Fig. 6); 3. Als de generator hierna nog niet werkt, raadpleegt u de sectie ”IDENTIFICATIE VAN PROBLEMEN”om na te gaan wat de oorzaak van het probleem is. UITSCHAKELING Om het toestel uit te schakelen dient u schakelaar 3 (Fig.6) in de stand ”0” te zetten of de besturingseenheid afstellen, bijvoorbeeld door de thermostaat op een lagere temperatuur te zetten. De vlam gaatuit en de ventilator blijft werken tot de verbrandingskamer volledig is afgekoeld. VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN De generator is voorzien van een elektronisch instrument ter besturing van de vlam. Als er zich afwijkingen in de werking voordoen zorgt dit instrument ervoor dat het toestel wordt uitgeschakeld en de opstartknop 1 (Fig.6) wordt geactiveerd. Er wordt een oververhittingsthermostaat geactiveerd die ervoor zorgt dat de olietoevoer wordt onderbroken als de generator oververhit raakt:de thermostaat wordt automatisch opnieuw ingesteld zodra de temperatuur van de verbrandingskamer tot onder het toegestane maximum is gedaald. Voordat de generator weer in werking wordt gesteld dient de oorzaak van de oververhitting na te worden gegaan (bijvoorbeeld blokkering van de zuigmond en/of luchtstroom of uitschakeling van de ventilator).Om het toestel opnieuw op te starten drukt u op de opstartknop 1 (Fig.6) en herhaalt u de instructies uit de sectie ”INGEBRUIKNAME”. OVERZICHT VAN DE WERKING 1. 3. 2. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 12. 11. Figuur 4 - Modellen BV. 1. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 12. 11. Figuur 5 - Modellen B. 1. Verbrandingskamer, 2. Anti-windrookfitting, 3. Brander, 4. Straalpijp, 5. Elektromagnetische brandstofklep, 6. Verbrandingscircuit, 7. Ventilator, 8. Motor, 9. Oliepomp, 10. Kabelwikkelnaaf, 11. Brandstoftank, 12. Bedieningspaneel. PREVENTIEF ONDERHOUDSPROGRAMMA Voor een goede werking van het toestel dienen de verbrandingskamer, de brander en de ventilator regelmatig te worden gereinigd. ! WAARSCHUWING Voordat er onderhoud op het toestel plaatsvindt dient u: het toestel uit te schakelen volgens de aanwijzingen uit de voorgaande sectie. Om de 50 gebruiksuren dient u als volgt te werk te gaan: •De filtercassette losmaken, uitnemen en reinigen met schone olie; •De externe cilindervormige beschermkap losmaken, de binnenkant en de schoepen van de ventilator reinigen; •De staat van de kabels en van de hoogspanningssluitingen op de elektroden controleren; •De brander losmaken en de onderdelen ervan reinigen;de elektroden reinigen en de afstand ertussen instellen op de waarde die in het afstelschema op wordt aangegeven (Fig. 10). 4 NL ELEKTRISCH CIRCUIT ON 1. Bouton-poussoir de réarmement, 2. Prise pour thermostat ambiant, 3. Interrupteur principal, 4. Cordon d’alimentation, 5. Témoin de tension. OFF RESET 2. 1. Figuur 6 - Elektrisch circuit 3. 4. 5. IDENTIFICATIE VAN PROBLEMEN WAARGENOMEN PROBLEEM MOGELIJKE OORZAAK OPLOSSING De ventilator slaat niet aan en de vlamgaat niet branden 1 Netvoeding ontbreekt 1a Controleer de specificaties van het elektriciteitsnet (220-240 V - 1~ - 50 Hz) 1b Controleer de werking en de stand van de schakelaar 1c Controleer of de zekering intact is 2 Controleer of de instelling van het controleinstrument correct is (de ingestelde temperatuur van de thermostaat moet bijvoorbeeld hoger zijn dan de kamertemperatuur) 3 Vervang het controle-instrument 4 Vervang de motor 2 Eventuele besturingseenheid is foutief ingesteld 3 Besturingseenheid is defect 4 Wikkeling van de motor is doorgebrand of gebroken De ventilator slaat aan,maar de vlamgaat of blijft niet branden 1 Ontsteking is defect 1a Controleer de aansluitingen van de ontstekingskabels op de elektroden en op de transformator 1b Controleer de positie van de elektr. en hun onderlinge afstand aan de hand van het schema op pag. 8 1c Verzeker u ervan dat de elektroden schoon zijn 1d Vervang de ontstekingstransformator 2 Vlamcontrole-instrument is defect 2 Vervang het instrument 3 Detectiecel werkt niet 3 Reinig of vervang de detectiecel 4 Er komt geen of onvoldoende olie bij de- 4a Controleer of de pomp/motor-combinatie intact is brander terecht 4b Verzeker u ervan dat er geen licht in het oliecircuit terecht is gekomen door de afdichting van de leidingen en van de filterbescherming te controleren 4c Reinig of vervang zonodig de straalpijp 5 Elektromagnetische klep werkt niet 5a Controleer de elektrische aansluiting 5b Controleer de TS-thermostaat (Fig. 12-13) 5c Reinig en vervang eventueel de elektromagnetische klep De ventilator slaat aan en de vlam gaatbranden,maar produceert rook 1 Te weinig verbrandingslucht 2 Te veel verbrandingslucht 3 Gebruikte olie is vuil of bevat water 4 Er is lucht in het oliecircuit aanwezig 5 Te weinig olie bij de brander 6 Te veel olie bij de brander 1a Verwijder alle mogelijke obstakels van de aanzuigleidingen en/of luchtstroom 1b Controleer de positie van de luchtregelring 1c Reinig de verbrandingsschijf 2 Controleer de positie van de luchtregelring 3a Vervang de gebruikte olie door schone olie 3b Reinig het oliefilter 4 Controleer de afdichting van de buizen en de bescherming van het oliefilter 5a Controleer de waarde van de branstoffen 5b Reinig of vervang de straalpijp 6a Controleer de waarde van de branstoffen 6b Vervang de straalpijp De generator wordt niet uitge- 1 Afdichting elektromagnetische klep is de- 1 Vervang de elektromagnetische klep schakeld fect De ventilator wordt niet uitgeschakeld 1 Thermostaat van de ventilator is defect 1 Vervang de TR-thermostaat (Fig. 12-13) 1~110V / 50 Hz SCHEMA ELETTRICO - ELECTRIC DIAGRAM - ELEKTROSCHALTPLAN - ESQUEMA ALÁMBRICO - SCHÉMA ÉLECTRIQUE - BEDRADINGSSCHEMA - ESQUEMA ELÉCTRICO - ELEKTRISK SKEMA - SÄHKÖKAAVIO - OVERSIKT OVER ELEKTRISKE FUNKSJONER - ELSCHEMA - SCHEMAT ELEKTRYCZNY - ЭЛEKTPOCXEMA - SCHÉMA ELEKTŘINY - VILLAMOS BEKÖTÉSI RAJZ ELEKTRIČNA SHEMA - ELEKTRIČNA SHEMA - ELEKTRIK SEMASI - ELEKTRISKEEM - SCHÉMA ELEKTRICKÉHO ZAPOJENIA - ЕЛЕКТРИЧЕСКА СХЕМА - ЕЛЕКТРИЧНА ДІАГРАМА 1~110 V / 50 Hz FU= 20 A DKO 972 FPR= Filtro pre-riscaldo/ Pre-heating filter/Preheating/ Precalientamiento/ Pré-aquecimento Fig. 12 FU= Fusibile/Fuse/Schmelzsicherung/Fusible/Zekering/Fusível/Sikring/Sulake/Sikring/Säkring/Bezpiecznik topikowy/Прeдохранитeль/Tavná pojistka/Olvadóbiztosíték/ Запобіжник IT=Trasformatore alta tensione/High voltage transformer/Hochspannungstransformator/Transform. alta tensión/Transform. haute tension/Hoogspanningstransformator/ Transform. de alta tensão/Højspænding transform./Korkeajännitemuuntaja/Høyspenningstransformator/Transform. hög spänning/Transform.o wysokim napięciu/ Tрансформатор высокого напряжeния/Transform.vysokého napûtí/Nagyfeszültség transzformátor/Високовольтний трансформатор TS=Termostato di sicurezza/Safety therm./Sicherheitsthermostat/Term. de seguridad/Thermostat de sécurité/Veiligheidsthermostaat/Term. de segurança/Sikkerheds term./Varotermostaatti/Sikkerhetsterm./Säkerhetsterm.Termostat bezpieczeństwa/Прeдохранитeльный тeрмостат/Bezpeãnostní term./Biztonsági termosztát/Термостат перегріву EV=Elettrovalvola/Electric valve/Elektroventil/Electro-válvula/Électrovanne/Elektromagnetische klep/Eletroválvula/Sähköventtiili/Elventil/Elektrozawór/Элeктрокпан/Elektrick ventil/Mágnesszelep/Електричний клапан FO=Fotoresistenza/Photoresistance/Fotozelle/Fotorresistencia/Photorésistance/Fotoweerstand/Fotoresistência/Fotomodstand/Valovastus/Fotoresistens/Fotocell/ Fotokomórka/Фоторeзистор/Fotoelektrick odpor/Fotoellenállás/Фоторезистор TR=Termostato ventilatore/Fan thermostat/Ventilatorthermostat/Termostato ventilador/Thermostat ventilateur/Thermostaatventilator/Termostato do ventilador/Blæser termostat/Tuulettimen termostaatti/Viftetermostat/Termostat fläkt/Termostat wentylator/Teрмостат вeнтилятора/Termostat ventilátoru/Ventilátor termosztát/Термостат вентилятора M=Motore ventilatore/Fan/Ventilatormotor/Motor ventilador/Moteur ventilateur/Motorventilator/Motor do ventilador/Blæser motor/Moottorin tuuletin/Viftemotor/Fläktmotor/ Silnik wentylator/Мотро вeнтилятора/Motor ventilátoru/Ventilátor motor/Вентилятор ST=Spia tensione/Power indicator/Spannungsanzeige/Luz indicadora tensión/Témoin de tension/Spanningsspion/Sinal de tensão elétrica/Spænding kontrollampe/ Jännitteen merkkivalo/Varsellampe, trykk/Indikeringslampa spänning/Wskaźnik napięcia/Индикатор напряжeния/Kontrolka napûtí/Feszültség jelzőlámpa/Індикатор живлення IN=Interruttore/Switch/Schalter/Interruptor/Interrupteur/Schakelaar/Kontakt/Katkaisija/Bryter/Brytarkontakt/Wyłącznik/Пeрeключатeль/Spínaã/Megszakító/Перемикач TA=Presa termostato ambiente/Ambient therm. socket/Steckvorrichtung Raumthermostat/Toma termostato ambiente/Prise therm. ambiant/Aansluiting kamerthermostaat/ Tomada term. ambiente/Indvendig temperatur term. stik/Huoneenlämpötermostaatin pistoke/Kontakt for romtermostaten/Uttag för extern term./Gniazdo termostatu pokojowego/Рoзeтка тeрмостата внeшнeй срeды/Zásuvka termostatu pro okolní ovzduší/Környezeti levegő termosztát csatlakozó/Гніздо зовнішнього термостату R=Relè/Relay/Relais/Relê/Relæ/Relä/Przekaźnik/Peлe TF 974=Apparecchiatura di controllo/Control equipment/Steuergerät/Dispositivo de control/Appareillage de contrôle/Controle-instrument/Aparelhagem de controle/ Kontrolanordning/Valvontalaite/Kontrollapparat/Styrapparatur/Aparatura kontrolna/Контрoльныe приборы/Kontrolní zafiízení/Vezérlő készülék/Контрольна панель
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112

Master BV 110-290 E B 230-360 de handleiding

Type
de handleiding