14
HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN
BELANGRIJK: laat, wanneer de loopband aan
k
oude temperaturen bloodgesteld is gewesst, de
loopband tot kamertemperatuur komen voordat u
d
e elektriciteit inschakelt. Als u dit niet doet kunt u
het bedieningspaneel of andere elektrische com-
ponenten beschadigen.
Sluit het snoer aan (zie pa-
gina 12). Zoek vervolgens
naar de reset/off stroomon-
derbreker [RESET/OFF] op
het onderstel van de loop-
band bij het snoer. Plaats de
stroomonderbreker in de
reset-positie.
BELANGRIJK: het bedieningspaneel bevat een
demo-instelling die ontworpen is om de loopband
in de winkel te kunnen gebruiken. De demo-instel-
ling is gekozen wanneer de displays gaan branden
zodra het snoer in het stopcontact gestoken wordt
en de stroomonderbreker zich in de reset positie
vindt. Druk, om de demo-instelling uit te schake-
len, een paar seconden op de Stop-toets [STOP].
Raad-pleeg DE INFORMATIEMODUS op pagina 18
om de demo-instelling uit te schakelen wanneer de
displays blijven branden.
Ga op de voetenkussentjes van de loopband staan.
Zoek naar de clip die aan de sleutel vast zit (zie teke-
ning op pagina 13) en maak de clip aan de tailleband
van uw kleding vast. Plaats de sleutel in het bediening-
spaneel. Kort daarna zal de display oplichten. BELAN-
GRIJK: in een noodsituatie kunt u aan de sleutel
van het bedieningspaneel trekken, zodat de loop-
band vertraagt en tot stilstand komt. Test de clip
door voorzichtig een paar stappen achteruit te zet-
ten totdat de sleutel uit het bedieningspaneel wordt
getrokken. Als de sleutel niet uit het bedieningspa-
neel komt, stel dan de lengte van de clip bij.
BELANGRIJK: ls er een doorzichtig stuk plastic op
het bedieningspaneel ligt, verwijder dan het plas-
tic. Draag alleen schone schoenen wanneer u de
loopband gebruikt om beschadiging aan het loop-
platform te voorkomen. De eerste keer dat u de
loopband gebruikt dient u de uitlijning van de loop-
band te bestuderen en het midden van de loop-
band aan te passen indien dit nodig is (zie pagina
24).
Opmerking: Het bedieningspaneel kan de snelheid en
de afstand in kilometers of mijlen weergeven.
Raadpleeg DE INFORMATIE INSTELLING op pagina
18 om te zien welke maateenheid gekozen is of om
van maateenheid te veranderen. Opmerking: om het
e
envoudig te houden worden alle instructies in dit
gedeelte in kilometers aangegeven.
DE HANDMATIGE INSTELLING GEBRUIKEN
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN aan
de linkerkant.
2. Kies de handmatige instelling.
Als u de sleu-
tel invoert,
wordt de
handmatige
instelling
gekozen.
Druk, wan-
neer u voor een oefening kiest, meerdere keren op
de oefening kiezen [WORKOUT SELECT] toetsen
totdat de piste op de display verschijnt.
3. Start de loopband.
Om de loopband opnieuw te starten, druk op de
Starttoets [START], de Snelheidtoenametoets
[SPEED] of een van de genummerde Directe
Snelheidstoetsen [QUICK SPEED].
Als de Starttoets of de Versnellingstoets wordt
ingedrukt dan zal de loopband beginnen te bewe-
gen met een snelheid van 2 Km/u [KM/H]. Als u
een oefening doet, kunt u de snelheid van de loop-
band naar wens aanpassen door de snelheidstoe-
name en afname toetsen in te drukken. Met elke
druk op een van de toetsen zal de snelheid met
0,1 km/u veranderen; de snelheid zal met 0,5 km/u
veranderen wanneer u de toets ingedrukt houdt.
De loopband zal, wanneer u op een van de
genummerde Directe Snelheidstoetsen drukt,
langzaam van snelheid veranderen totdat de
gekozen snelheidsinstelling bereikt is.
Om de loopband te stoppen, druk op de Stoptoets
[STOP]. De tijd zal op de display beginnen op te
flikkeren. Om de loopband opnieuw te starten, druk
op de Starttoets, de Snelheidtoenametoets of een
van de genummerde Directe Snelheidstoetsen.
Piste
Resetten