Genius Amicode 868 Handleiding

Categorie
Numerieke toetsenborden
Type
Handleiding
16
NEDERLANDS
RADIO-TOETSENBORD AMICODE 868
1. BESCHRIJVING
Met het radio-toetsenbord AMICODE 868 kunnen elektronische apparaten vanaf afstand wor-
den bestuurd.
Het toetsenbord heeft vier verschillende kanalen die corresponderen met de toetsen 1, 3, A en
B. Hiermee kunnen evenzoveel apparaten worden geactiveerd. De kanalen 1, 3 en A worden
beschermd door een activeringscode, een PIN-code bestaande uit vijf cijfers, die moet worden
ingevoerd om de transmissie mogelijk te maken. Het vierde kanaal, dat correspondeert met de
toets B, wordt niet beschermd door een PIN-code.
Nadat de PIN-code is ingevoerd laat het toetsenbord een lange pieptoon horen als de code
correct is. Het is dan mogelijk een van de drie beschermde kanalen (1, 3, en A) te gebruiken,
elk van de drie kanalen zal 3 seconden actief zijn.
Als er een onjuiste code is begonnen, kan op een willekeurig moment de juiste PIN-code worden
ingevoerd, zonder dat er hierdoor een fout ontstaat. Het systeem staat maximaal 3 pogingen
(15 keer indrukken van een toets) toe, alvorens een 10 seconden durende bescherming te
activeren. Gedurende deze tijd kunnen er geen codes worden ingevoerd, en elke druk op het
toetsenbord zal een foutsignaal geven (4 achtereenvolgende pieptonen). Na deze 10 seconden
kan de juiste PIN-code worden ingevoerd.
Om toegang te krijgen tot de programmering van het toetsenbord is er een tweede veiligheidscode, die WACHTWOORD wordt ge-
noemd.
2. TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN
Zendfrequentie 868.35 MHz ± 200KHz
Type codering Zelfgeleerde, versleutelde rolling codes
Voeding Alkalinebatterij 9V
Batterijduur (twee activeringen per dag) ~ 2 jaar
Stroomopname in stand-by < 2 µA
Beschermingsgraad IP54
Afmetingen Zie Fig.1
Bedrijfstemperatuur -20°C ÷ +55°C
Backlight toetsenbord met leds
Geluidssignaal bij indrukken van de toetsen
Drie kanalen beschermd door een uit vijf cijfers bestaande toegangscode (PIN)
Een direct kanaal
Exclusief gebruik opening poort
Product in overeenstemming met de Richtlijn 99/05/EEG
Product waarvan kennisgeving is gedaan in alle landen van de EU
3. PROGRAMMERING
• Het toetsenbord mag beslist niet worden opengemaakt
• Het toetsenbord moet worden geprogrammeerd alvorens het te installeren.
Het toetsenbord wordt geleverd met een “basisconfiguratie” waarbij de PIN-code en het WACHTWOORD gelijk zijn voor alle toet-
senborden.
PIN: 12345
WACHTWOORD: 12345
U krijgt toegang tot de verschillende programmeerfasen door het gelijktijdig indrukken van twee toetsen, die ingedrukt moeten blijven
totdat het toetsenbord een geluidssignaal geeft als bevestiging. Wanneer de toetsen voor het eerst worden ingedrukt, licht het toet-
senbord op. Als u tijdens de programmeerfase fouten heeft gemaakt, kunt u deze fase verlaten door het toetsenbord eenvoudig uit
te schakelen. De wijzigingen worden alleen opgeslagen als alle stappen van de gewenste programmering zijn uitgevoerd.
Alvorens het toetsenbord te gaan gebruiken is het BELANGRIJK dat eerst het nieuwe WACHTWOORD voor de programmering wor-
dt ingevoerd, en daarna de nieuwe PIN-code. De PIN-code en het WACHTWOORD moeten van elkaar verschillen. Het wordt
geadviseerd de nieuwe codes hieronder te noteren.
3.1. Invoer nieuw WACHTWOORD
Om het WACHTWOORD voor programmering in te voeren of te wijzigen, moet het onderstaande schema worden gevolgd:
Fig. 1Fig. 1
Toetsen
1+3
3 pieptonen
Toetsen
7+8
3 pieptonen
Toetsen
8+9
3 pieptonen
Voer het oude
wachtwoord voor
programmering in
1 lange
pieptoon
Voer het nieuwe
wachtwoord in
2 pieptonen
Voer het nieuwe
wachtwoord op-
nieuw in
1 lange
pieptoon
Afsluiten van de
programmering
(toetsenbord uit)
17
NEDERLANDS
3.2. Invoer nieuwe PIN-code
Om de PIN-code in te voeren of te wijzigen, moet het onderstaande schema worden gevolgd:
Toetsen
1+3
3 pieptonen
Toetsen
4+6
3 pieptonen
Voer het wa-
chtwoord voor
programmering in
1 lange pieptoon
Voer de nieuwe
pin-code in
2 pieptonen
Voer de nieuwe
pin-code op-
nieuw in
1 lange pieptoon
Afsluiten van de
programmering
(toetsenbord uit)
3.3. Transmissie installatiecode
Deze handeling is alleen mogelijk als het toetsenbord geconfigureerd is als MASTER (standaard instelling). Is dat niet het geval,
dan wordt er een foutsignaal gegeven (4 achtereenvolgende pieptonen).
De installatiecode van de vier kanalen kan vanaf het toetsenbord worden verzonden naar de ontvangerkaart Amigo, naar de afstan-
dsbedieningen Amigo 868, of naar een tweede toetsenbord. Ga te werk volgens onderstaand schema om de code te verzenden:
Toetsen
1+3
3 pieptonen
Toetsen
1+2
3 pieptonen
Voer het wa-
chtwoord voor
programmering in
1 lange pieptoon
Houd de toets van het kanaal dat u wilt verzen-
den ingedrukt, en zie de onderstaande instructies
al naargelang het apparaat dat de code moet
ontvangen
Afsluiten van de
programmering
(toetsenbord uit)
Transmissie naar de ontvangerkaart Amigo: Houd de knop ingedrukt die bij het kanaal hoort waarop u de installatiecode wilt op-
slaan. Controleer of de led op de ontvanger enkele seconden blijft branden, hetgeen bevestigt dat de code in het geheugen is
opgeslagen.
Om het kanaal definitief in het geheugen op te slaan moet de pincode worden ingevoerd, en twee keer achter elkaar op de
knop worden gedrukt waarop de installatiecode is opgeslagen.
Transmissie naar een Amigo afstandsbediening: Houd de knop waarop u de installatiecode wilt kopiëren ingedrukt, terwijl u de twee
apparaten met elkaar in contact brengt. Controleer of de led van de afstandsbediening een paar keer knippert voordat hij uitgaat,
hetgeen bevestigt dat de code in het geheugen is opgeslagen.
Transmissie naar een tweede toetsenbord: Typ de PIN-code op het toetsenbord dat de installatiecode moet leren in, houd de knop
ingedrukt die bij het kanaal hoort waarop u de code wilt opslaan. Controleer of het toetsenbord dat de installatiecode ontvangen
heeft een lange pieptoon laat horen, hetgeen bevestigt dat de code in het geheugen is opgeslagen. Om het kanaal definitief in
het geheugen op te slaan, moet de PIN-code worden ingevoerd en moet de toets waarop de installatiecode opgeslagen is, twee
maal achtereen worden ingedrukt.
De gecodeerde toetsenborden worden automatisch in het geheugen van de ontvanger RP opgeslagen door simpelweg het
kanaal van het toetsenbord binnen max. 5 seconden twee keer achter elkaar in te drukken.
3.4. Wissen / reset
Het is op elk gewenst moment mogelijk terug te keren naar de aanvankelijke instellingen, door het toetsenbord te resetten.
Door deze handeling worden de PIN-code, het WACHTWOORD voor programmering en alle installatiecodes die opgeslagen zijn
gewist, en wordt het toetsenbord teruggebracht in de conditie zoals die was bij het verlaten van de fabriek.
Ga te werk volgens onderstaand schema, om het toetsenbord te resetten:
Toetsen
1+3
3 pieptonen
Toetsen
7+8
3 pieptonen
Toetsen
2+0
3 pieptonen
Voer het wa-
chtwoord voor
programmering in
1 lange pieptoon
Wissen voltooid
Afsluiten van de
programmering
(toetsenbord uit)
3.5. Transformatie in SLAVE
Met deze procedure wordt verhinderd dat het toetsenbord de installatiecodes kan verzenden of ontvangen. Bovendien is het niet
mogelijk meer de programmeerfase op te roepen om de PIN-code of het WACHTWOORD voor programmering te wijzigen.
Deze handeling kan niet ongedaan gemaakt worden: als het toetsenbord eenmaal is omgezet in SLAVE, kan hij geen MASTER
meer worden.
Ga als volgt te werk om het toetsenbord om te zetten in SLAVE:
Toetsen 1+3
3 pieptonen
Toetsen 7+9
3 pieptonen
Voer het wachtwoord
voor programmering in
1 lange pieptoon
Transformatie voltooid
Afsluiten van de
programmering
(toetsenbord uit)
3.6. Leren van de installatiecode via de Amigo radio-afstandsbediening
ÈHet is mogelijk de installatiecode naar het toetsenbord te verzenden vanaf een Amigo radio-afstandsbediening die de code al in
zijn geheugen heeft. Hiervoor moet de radio-afstandsbediening zijn ingesteld als MASTER.
Ga als volgt te werk om de installatiecode van de radio-afstandsbediening naar het toetsenbord te verzenden:
Zet de radio-afstandsbediening in de leermodus (zie de desbetreffende instructies).
Houd de toets van de radio-afstandsbediening met de code die verzonden moet worden, ingedrukt.
Typ de PIN-code op het toetsenbord in.
Houd de knop ingedrukt die hoort bij het kanaal waarop de installatiecode moet worden gekopieerd, terwijl u de twee apparaten
met elkaar in contact brengt.
Als de installatiecode correct is opgeslagen, laat het toetsenbord een lange pieptoon horen om te bevestigen dat de opslag heeft
plaatsgevonden.
De gecodeerde toetsenborden worden automatisch in het geheugen van de ontvanger RP opgeslagen door simpelweg het
kanaal van het toetsenbord binnen max. 5 seconden twee keer achter elkaar in te drukken.
1.
2.
3.
4.
5.
18
NEDERLANDS
4. INSTALLATIE
• Het toetsenbord mag beslist niet worden opengemaakt.
• Voer de installatie van het toetsenbord pas uit nadat de
programmering is uitgevoerd.
Ga als volgt te werk om het toetsenbord te installeren:
AHoud het toetsenbord op de plaats waar hij bevestigd moet
worden, en laat hem 5 ÷ 10 mm zakken om het gat voor de
bevestigingsschroef aan de bovenzijde in het midden van het
toetsenbord af te tekenen.
Boor het gat en draai de schroef vast, waarbij u 3 ÷ 4 mm ruimte
onder de kop van de schroef laat.
Plaats het toetsenbord op de schroef aan de bovenzijde en
teken het bevestigingspunt aan de onderkant af (fig.2).
Boor het gat en bevestig het toetsenbord.
Plaats de batterij (fig.3, ref. A) weer, en neem hierbij de po-
lariteit in acht die wordt aangegeven op de bodem van het
toetsenbord (fig.3).
Sluit het deksel (fig.3, ref. B) door de twee bijgeleverde schroe-
ven aan te halen (fig. 3, ref. C).
1.
2.
3.
4.
5.
6.
5. BESCHRIJVING ETIKET
Naam van de producent
Identificatie code van het model
identificatienummer van de productiepartij
Lees de instructies
Verweiijder het afgedankte product volgens de geldende
richtliijnen
Referentie aangemelde instantie (notified body)
Fig. 2Fig. 2
Fig. 3Fig. 3
ATENCION! Es sumamente importante para la seguridad de
las personas seguir atentamente las presentes instrucciones.
Una instalación incorrecta o un uso impropio del producto
puede causar graves daños a las personas.
Lean detenidamente las instrucciones antes de instalar el producto.
Los materiales del embalaje (plástico, poliestireno, etc.) no deben dejarse al alcance
de los niños, ya que constituyen fuentes potenciales de peligro.
Guarden las instrucciones para futuras consultas.
Este producto ha sido proyectado y fabricado exclusivamente para la utilización
indicada en el presente manual. Cualquier uso diverso del previsto podría perjudicar
el funcionamiento del producto y/o representar fuente de peligro.
GENIUS declina cualquier responsabilidad derivada de un uso impropio o diverso
del previsto.
No instalen el aparato en atmósfera explosiva: la presencia de gas o humos inflamables
constituye un grave peligro para la seguridad.
Los elementos constructivos mecánicos deben estar de acuerdo con lo establecido
en las Normas EN 12604 y EN 12605.
Para los países no pertenecientes a la CEE, además de las referencias normativas
nacionales, para obtener un nivel de seguridad adecuado, deben seguirse las Nor-
mas arriba indicadas.
GENIUS no es responsable del incumplimiento de las buenas técnicas de fabricación
de los cierres que se han de motorizar, así como de las deformaciones que pudieran
intervenir en la utilización.
La instalación debe ser realizada de conformidad con las Normas EN 12453 y EN
12445. El nivel de seguridad de la automación debe ser C+D.
Quiten la alimentación eléctrica y desconecten las baterías antes de efectuar cual-
quier intervención en la instalación.
Coloquen en la red de alimentación de la automación un interruptor omnipolar con
distancia de apertura de los contactos igual o superior a 3 mm. Se aconseja usar un
magnetotérmico de 6A con interrupción omnipolar.
Comprueben que la instalación disponga línea arriba de un interruptor diferencial
con umbral de 0,03 A.
Verifiquen que la instalación de tierra esté correctamente realizada y conecten las
partes metálicas del cierre.
La automación dispone de un dispositivo de seguridad antiaplastamiento constituido
por un control de par. No obstante, es necesario comprobar el umbral de intervención
según lo previsto en las Normas indicadas en el punto 10.
Los dispositivos de seguridad (norma EN 12978) permiten proteger posibles áreas de
peligro de Riesgos mecánicos de movimiento, como por ej. aplastamiento, arrastre,
corte.
Para cada equipo se aconseja usar por lo menos una señalización luminosa así como
un cartel de señalización adecuadamente fijado a la estructura del bastidor, además
de los dispositivos indicados en el “16”.
GENIUS declina toda responsabilidad relativa a la seguridad y al buen funciona-
miento de la automación si se utilizan componentes de la instalación que no sean
de producción GENIUS.
Para el mantenimiento utilicen exclusivamente piezas originales GENIUS
No efectúen ninguna modificación en los componentes que forman parte del sistema
de automación.
El instalador debe proporcionar todas las informaciones relativas al funcionamiento
del sistema en caso de emergencia y entregar al usuario del equipo el manual de
advertencias que se adjunta al producto.
No permitan que niños o personas se detengan en proximidad del producto durante
su funcionamiento.
La aplicación no puede ser utilizada por niños, personas con reducida capacidad
física, mental, sensorial o personas sin experiencia o la necesaria formación.
Mantengan lejos del alcance los niños los telemandos o cualquier otro emisor de
impulso, para evitar que la automación pueda ser accionada involuntariamente.
Sólo puede transitarse entre las hojas si la cancela está completamente abierta.
El usuario debe abstenerse de intentar reparar o de intervenir directamente, y debe
dirigirse exclusivamente a personal cualificado GENIUS o a centros de asistencia
GENIUS.
Todo lo que no esté previsto expresamente en las presentes instrucciones debe en-
tenderse como no permitido
DEUTSCH
HINWEISE FÜR DEN INSTALLATIONSTECHNIKER
ALLGEMEINE SICHERHEITSVORSCHRIFTEN
ACHTUNG! Um die Sicherheit von Personen zu gewährleisten,
sollte die Anleitung aufmerksam befolgt werden. Eine fal-
sche Installation oder ein fehlerhafter Betrieb des Produktes
können zu schwerwiegenden Personenschäden führen.
Bevor mit der Installation des Produktes begonnen wird, sollten die Anleitungen auf-
merksam gelesen werden.
Das Verpackungsmaterial (Kunststoff, Styropor, usw.) sollte nicht in Reichweite von
Kindern aufbewahrt werden, da es eine potentielle Gefahrenquelle darstellt.
Die Anleitung sollte aufbewahrt werden, um auch in Zukunft Bezug auf sie nehmen
zu können.
Dieses Produkt wurde ausschließlich für den in diesen Unterlagen angegebenen Ge-
brauch entwickelt und hergestellt. Jeder andere Gebrauch, der nicht ausdrücklich
angegeben ist, könnte die Unversehrtheit des Produktes beeinträchtigen und/oder
eine Gefahrenquelle darstellen.
Die Firma GENIUS lehnt jede Haftung für Schäden, die durch unsachgemäßen oder
nicht bestimmungsgemäßen Gebrauch der Automatik verursacht werden, ab.
Das Gerät sollte nicht in explosionsgefährdeten Umgebungen installiert werden: das
Vorhandensein von entflammbaren Gasen oder Rauch stellt ein schwerwiegendes
Sicherheitsrisiko dar.
Die mechanischen Bauelemente müssen den Anforderungen der Normen EN 12604
und EN 12605 entsprechen.
Für Länder, die nicht der Europäischen Union angehören, sind für die Gewährleistung
eines entsprechenden Sicherheitsniveaus neben den nationalen gesetzlichen Bezug-
svorschriften die oben aufgeführten Normen zu beachten.
Die Firma GENIUS übernimmt keine Haftung im Falle von nicht fachgerechten Au-
sführungen bei der Herstellung der anzutreibenden Schließvorrichtungen sowie bei
Deformationen, die eventuell beim Betrieb entstehen.
Die Installation muß unter Beachtung der Normen EN 12453 und EN 12445 erfolgen.
Die Sicherheitsstufe der Automatik sollte C+D sein.
Vor der Ausführung jeglicher Eingriffe auf der Anlage sind die elektrische Versorgung
und die Batterie abzunehmen.
Auf dem Versorgungsnetz der Automatik ist ein omnipolarer Schalter mit Öffnungsab-
stand der Kontakte von über oder gleich 3 mm einzubauen. Darüber hinaus wird der
Einsatz eines Magnetschutzschalters mit 6A mit omnipolarer Abschaltung empfohlen.
Es sollte überprüft werden, ob vor der Anlage ein Differentialschalter mit einer Auslö-
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
21.
22.
23.
24.
25.
26.
27.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
seschwelle von 0,03 A zwischengeschaltet ist.
Es sollte überprüft werden, ob die Erdungsanlage fachgerecht augeführt wurde. Die
Metallteile der Schließung sollten an diese Anlage angeschlossen werden.
Die Automation verfügt über eine eingebaute Sicherheitsvorrichtung für den Quetsch-
schutz, die aus einer Drehmomentkontrolle besteht. Es ist in jedem Falle erforderlich,
deren Eingriffsschwelle gemäß der Vorgaben der unter Punkt 10 angegebenen Vor-
schriften zu überprüfen.
Die Sicherheitsvorrichtungen (Norm EN 12978) ermöglichen den Schutz eventueller Ge-
fahrenbereiche vor mechanischen Bewegungsrisiken, wie zum Beispiel Quetschungen,
Mitschleifen oder Schnittverletzungen.
Für jede Anlage wird der Einsatz von mindestens einem Leuchtsignal empfohlen sowie
eines Hinweisschildes, das über eine entsprechende Befestigung mit dem Aufbau des
Tors verbunden wird. Darüber hinaus sind die unter Punkt “16” erwähnten Vorrichtun-
gen einzusetzen.
Die Firma GENIUS lehnt jede Haftung hinsichtlich der Sicherheit und des störungsfreien
Betriebs der Automatik ab, soweit Komponenten auf der Anlage eingesetzt werden,
die nicht im Hause GENIUS hergestellt urden.
Bei der Instandhaltung sollten ausschließlich Originalteile der Firma GENIUS verwendet
werden.
Auf den Komponenten, die Teil des Automationssystems sind, sollten keine Verände-
rungen vorgenommen werden.
Der Installateur sollte alle Informationen hinsichtlich des manuellen Betriebs des Systems
in Notfällen liefern und dem Betreiber der Anlage das Anleitungsbuch, das dem Produkt
beigelegt ist, übergeben.
Weder Kinder noch Erwachsene sollten sich während des Betriebs in der unmittelbaren
Nähe der Automation aufhalten.
Die Anwendung darf nicht von Kindern, von Personen mit verminderter körperlicher,
geistiger, sensorieller Fähigkeit oder Personen ohne Erfahrungen oder der erforderlichen
Ausbildung verwendet werden.
Die Funksteuerungen und alle anderen Impulsgeber sollten außerhalb der Reichweite
von Kindern aufbewahrt werden, um ein versehentliches Aktivieren der Automation
zu vermeiden.
Der Durchgang oder die Durchfahrt zwischen den Flügeln darf lediglich bei vollständig
geöffnetem Tor erfolgen.
Der Benutzer darf direkt keine Versuche für Reparaturen oder Arbeiten vornehmen und
hat sich ausschließlich an qualifiziertes Fachpersonal GENIUS oder an Kundendienst-
zentren GENIUS zu wenden.
Alle Vorgehensweisen, die nicht ausdrücklich in der vorliegenden Anleitung vorgesehen
sind, sind nicht zulässig
NEDERLANDS
WAARSCHUWINGEN VOOR DE INSTALLATEUR
ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
LET OP! Het is belangrijk voor de veiligheid dat deze hele in-
structie zorgvuldig wordt opgevolgd. Een onjuiste installatie
of foutief gebruik van het product kunnen ernstig persoonlijk
letsel veroorzaken.
Lees de instructies aandachtig door alvorens te beginnen met de installatie van het
product.
De verpakkingsmaterialen (plastic, polystyreen, enz.) mogen niet binnen het bereik van
kinderen worden gelaten, want zij vormen een mogelijke bron van gevaar.
Bewaar de instructies voor raadpleging in de toekomst.
Dit product is uitsluitend ontworpen en gebouwd voor het doel dat in deze documen-
tatie wordt aangegeven. Elk ander gebruik, dat niet uitdrukkelijk wordt vermeld, zou het
product kunnen beschadigen en/of een bron van gevaar kunnen vormen.
GENIUS aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade die ontstaat uit
oneigenlijk gebruik of ander gebruik dan waarvoor het automatische systeem is
bedoeld.
Installeer het apparaat niet in een explosiegevaarlijke omgeving: de aanwezigheid van
ontvlambare gassen of dampen vormt een ernstig gevaar voor de veiligheid.
De mechanische bouwelementen moeten in overeenstemming zijn met de bepalingen
van de normen EN 12604 en EN 12605.
Voor niet-EEG landen moeten, om een goed veiligheidsniveau te bereiken, behalve de
nationale voorschriften ook de bovenstaande normen in acht worden genomen.
GENIUS is niet aansprakelijk als de regels der goede techniek niet in acht genomen zijn
bij de bouw van het sluitwerk dat gemotoriseerd moet worden, noch voor vervormingen
die zouden kunnen ontstaan bij het gebruik.
De installatie dient te geschieden in overeenstemming met de normen EN 12453 en EN
12445. Het veiligheidsniveau van het automatische systeem moet C+D zijn.
Alvorens ingrepen te gaan verrichten op de installatie moet de elektrische voeding
worden weggenomen en moeten de batterijen worden afgekoppeld.
Zorg op het voedingsnet van het automatische systeem voor een meerpolige
schakelaar met een opening tussen de contacten van 3 mm of meer. Het wordt gea-
dviseerd een magnetothermische schakelaar van 6A te gebruiken met meerpolige
onderbreking.
Controleer of er bovenstrooms van de installatie een differentieelschakelaar is geplaatst
met een limiet van 0,03 A.
Controleer of de aardingsinstallatie vakkundig is aangelegd en sluit er de metalen
delen van het sluitsysteem op aan.
Het automatische systeem beschikt over een intrinsieke beveiliging tegen inklemming,
bestaande uit een controle van het koppel. De inschakellimiet hiervan dient echter te
worden gecontroleerd volgens de bepalingen van de normen die worden vermeld
onder punt 10.
De veiligheidsvoorzieningen (norm EN 12978) maken het mogelijk eventuele gevaar-
lijke gebieden te beschermen tegen Mechanische gevaren door beweging, zoals
bijvoorbeeld inklemming, meesleuren of amputatie.
Het wordt voor elke installatie geadviseerd minstens één lichtsignaal te gebruiken
alsook een waarschuwingsbord dat goed op de constructie van het hang- en slui-
twerk dient te worden bevestigd, afgezien nog van de voorzieningen die genoemd
zijn onder punt “16”.
GENIUS aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor wat betreft de veiligheid en de
goede werking van het automatische systeem, als er in de installatie gebruik gemaakt
wordt van componenten die niet door GENIUS zijn geproduceerd.
Gebruik voor het onderhoud uitsluitend originele GENIUS-onderdelen.
Verricht geen wijzigingen op componenten die deel uitmaken van het automatische
systeem.
De installateur dient alle informatie te verstrekken over de handbediening van het
systeem in noodgevallen, en moet de gebruiker van de installatie het bij het product
geleverde boekje met aanwijzingen overhandigen.
De toepassing mag niet worden gebruikt door kinderen, personen met lichamelijke,
geestelijke en sensoriele beperkingen, of door personen zonder ervaring of de be-
nodigde training.
Sta het niet toe dat kinderen of volwassenen zich ophouden in de buurt van het
product terwijl dit in werking is.
Houd radio-afstandsbedieningen of alle andere impulsgevers buiten het bereik van
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
21.
22.
23.
24.
25.
26.
27.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
21.
22.
23.
24.

Documenttranscriptie

RADIO-TOETSENBORD AMICODE 868 1. BESCHRIJVING Met het radio-toetsenbord AMICODE 868 kunnen elektronische apparaten vanaf afstand worden bestuurd. Het toetsenbord heeft vier verschillende kanalen die corresponderen met de toetsen 1, 3, A en B. Hiermee kunnen evenzoveel apparaten worden geactiveerd. De kanalen 1, 3 en A worden beschermd door een activeringscode, een PIN-code bestaande uit vijf cijfers, die moet worden ingevoerd om de transmissie mogelijk te maken. Het vierde kanaal, dat correspondeert met de toets B, wordt niet beschermd door een PIN-code. Nadat de PIN-code is ingevoerd laat het toetsenbord een lange pieptoon horen als de code correct is. Het is dan mogelijk een van de drie beschermde kanalen (1, 3, en A) te gebruiken, elk van de drie kanalen zal 3 seconden actief zijn. Als er een onjuiste code is begonnen, kan op een willekeurig moment de juiste PIN-code worden ingevoerd, zonder dat er hierdoor een fout ontstaat. Het systeem staat maximaal 3 pogingen (15 keer indrukken van een toets) toe, alvorens een 10 seconden durende bescherming te activeren. Gedurende deze tijd kunnen er geen codes worden ingevoerd, en elke druk op het Fig. 1 toetsenbord zal een foutsignaal geven (4 achtereenvolgende pieptonen). Na deze 10 seconden kan de juiste PIN-code worden ingevoerd. Om toegang te krijgen tot de programmering van het toetsenbord is er een tweede veiligheidscode, die WACHTWOORD wordt genoemd. 2. TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN Zendfrequentie 868.35 MHz ± 200KHz Type codering Zelfgeleerde, versleutelde rolling codes Voeding Alkalinebatterij 9V Batterijduur (twee activeringen per dag) ~ 2 jaar Stroomopname in stand-by < 2 µA Beschermingsgraad IP54 Afmetingen Zie Fig.1 Bedrijfstemperatuur -20°C ÷ +55°C Backlight toetsenbord met leds Geluidssignaal bij indrukken van de toetsen Drie kanalen beschermd door een uit vijf cijfers bestaande toegangscode (PIN) Een direct kanaal Exclusief gebruik opening poort Product in overeenstemming met de Richtlijn 99/05/EEG Product waarvan kennisgeving is gedaan in alle landen van de EU 3. PROGRAMMERING • Het toetsenbord mag beslist niet worden opengemaakt • Het toetsenbord moet worden geprogrammeerd alvorens het te installeren. Het toetsenbord wordt geleverd met een “basisconfiguratie” waarbij de PIN-code en het WACHTWOORD gelijk zijn voor alle toetsenborden. PIN: 12345 WACHTWOORD: 12345 U krijgt toegang tot de verschillende programmeerfasen door het gelijktijdig indrukken van twee toetsen, die ingedrukt moeten blijven totdat het toetsenbord een geluidssignaal geeft als bevestiging. Wanneer de toetsen voor het eerst worden ingedrukt, licht het toetsenbord op. Als u tijdens de programmeerfase fouten heeft gemaakt, kunt u deze fase verlaten door het toetsenbord eenvoudig uit te schakelen. De wijzigingen worden alleen opgeslagen als alle stappen van de gewenste programmering zijn uitgevoerd. Alvorens het toetsenbord te gaan gebruiken is het BELANGRIJK dat eerst het nieuwe WACHTWOORD voor de programmering wordt ingevoerd, en daarna de nieuwe PIN-code. De PIN-code en het WACHTWOORD moeten van elkaar verschillen. Het wordt geadviseerd de nieuwe codes hieronder te noteren. NEDERLANDS 3.1. Invoer nieuw WACHTWOORD Om het WACHTWOORD voor programmering in te voeren of te wijzigen, moet het onderstaande schema worden gevolgd: 3 pieptonen Toetsen 1+3 3 pieptonen Toetsen 7+8 3 pieptonen Toetsen 8+9 1 lange Voer het oude wachtwoord voor programmering in 2 pieptonen Voer het nieuwe wachtwoord in pieptoon Voer het nieuwe wachtwoord opnieuw in 1 lange pieptoon Afsluiten van de programmering (toetsenbord uit) 16 3.2. Invoer nieuwe PIN-code Om de PIN-code in te voeren of te wijzigen, moet het onderstaande schema worden gevolgd: 3 pieptonen Toetsen 1+3 3 pieptonen Toetsen 4+6 2 pieptonen 1 lange pieptoon Voer het wachtwoord voor programmering in 1 lange pieptoon Voer de nieuwe pin-code opnieuw in Voer de nieuwe pin-code in Afsluiten van de programmering (toetsenbord uit) 3.3. Transmissie installatiecode Deze handeling is alleen mogelijk als het toetsenbord geconfigureerd is als MASTER (standaard instelling). Is dat niet het geval, dan wordt er een foutsignaal gegeven (4 achtereenvolgende pieptonen). De installatiecode van de vier kanalen kan vanaf het toetsenbord worden verzonden naar de ontvangerkaart Amigo, naar de afstandsbedieningen Amigo 868, of naar een tweede toetsenbord. Ga te werk volgens onderstaand schema om de code te verzenden: 3 pieptonen Toetsen 1+3 3 pieptonen Toetsen 1+2 1 lange pieptoon Houd de toets van het kanaal dat u wilt verzenden ingedrukt, en zie de onderstaande instructies al naargelang het apparaat dat de code moet ontvangen Voer het wachtwoord voor programmering in Afsluiten van de programmering (toetsenbord uit) • Transmissie naar de ontvangerkaart Amigo: Houd de knop ingedrukt die bij het kanaal hoort waarop u de installatiecode wilt opslaan. Controleer of de led op de ontvanger enkele seconden blijft branden, hetgeen bevestigt dat de code in het geheugen is opgeslagen. Om het kanaal definitief in het geheugen op te slaan moet de pincode worden ingevoerd, en twee keer achter elkaar op de knop worden gedrukt waarop de installatiecode is opgeslagen. • Transmissie naar een Amigo afstandsbediening: Houd de knop waarop u de installatiecode wilt kopiëren ingedrukt, terwijl u de twee apparaten met elkaar in contact brengt. Controleer of de led van de afstandsbediening een paar keer knippert voordat hij uitgaat, hetgeen bevestigt dat de code in het geheugen is opgeslagen. • Transmissie naar een tweede toetsenbord: Typ de PIN-code op het toetsenbord dat de installatiecode moet leren in, houd de knop ingedrukt die bij het kanaal hoort waarop u de code wilt opslaan. Controleer of het toetsenbord dat de installatiecode ontvangen heeft een lange pieptoon laat horen, hetgeen bevestigt dat de code in het geheugen is opgeslagen. Om het kanaal definitief in het geheugen op te slaan, moet de PIN-code worden ingevoerd en moet de toets waarop de installatiecode opgeslagen is, twee maal achtereen worden ingedrukt. De gecodeerde toetsenborden worden automatisch in het geheugen van de ontvanger RP opgeslagen door simpelweg het kanaal van het toetsenbord binnen max. 5 seconden twee keer achter elkaar in te drukken. 3.4. Wissen / reset Het is op elk gewenst moment mogelijk terug te keren naar de aanvankelijke instellingen, door het toetsenbord te resetten. Door deze handeling worden de PIN-code, het WACHTWOORD voor programmering en alle installatiecodes die opgeslagen zijn gewist, en wordt het toetsenbord teruggebracht in de conditie zoals die was bij het verlaten van de fabriek. Ga te werk volgens onderstaand schema, om het toetsenbord te resetten: 3 pieptonen Toetsen 1+3 3 pieptonen Toetsen 7+8 3 pieptonen Toetsen 2+0 1 lange pieptoon Voer het wachtwoord voor programmering in Wissen voltooid Afsluiten van de programmering (toetsenbord uit) 3.5. Transformatie in SLAVE Met deze procedure wordt verhinderd dat het toetsenbord de installatiecodes kan verzenden of ontvangen. Bovendien is het niet mogelijk meer de programmeerfase op te roepen om de PIN-code of het WACHTWOORD voor programmering te wijzigen. Deze handeling kan niet ongedaan gemaakt worden: als het toetsenbord eenmaal is omgezet in SLAVE, kan hij geen MASTER meer worden. Ga als volgt te werk om het toetsenbord om te zetten in SLAVE: 3 pieptonen Toetsen 1+3 Toetsen 7+9 3 pieptonen 1 lange pieptoon Voer het wachtwoord voor programmering in Transformatie voltooid Afsluiten van de programmering (toetsenbord uit) De gecodeerde toetsenborden worden automatisch in het geheugen van de ontvanger RP opgeslagen door simpelweg het kanaal van het toetsenbord binnen max. 5 seconden twee keer achter elkaar in te drukken. 17 NEDERLANDS 3.6. Leren van de installatiecode via de Amigo radio-afstandsbediening ÈHet is mogelijk de installatiecode naar het toetsenbord te verzenden vanaf een Amigo radio-afstandsbediening die de code al in zijn geheugen heeft. Hiervoor moet de radio-afstandsbediening zijn ingesteld als MASTER. Ga als volgt te werk om de installatiecode van de radio-afstandsbediening naar het toetsenbord te verzenden: 1. Zet de radio-afstandsbediening in de leermodus (zie de desbetreffende instructies). 2. Houd de toets van de radio-afstandsbediening met de code die verzonden moet worden, ingedrukt. 3. Typ de PIN-code op het toetsenbord in. 4. Houd de knop ingedrukt die hoort bij het kanaal waarop de installatiecode moet worden gekopieerd, terwijl u de twee apparaten met elkaar in contact brengt. 5. Als de installatiecode correct is opgeslagen, laat het toetsenbord een lange pieptoon horen om te bevestigen dat de opslag heeft plaatsgevonden. 4. INSTALLATIE 5. BESCHRIJVING ETIKET • Het toetsenbord mag beslist niet worden opengemaakt. • Voer de installatie van het toetsenbord pas uit nadat de programmering is uitgevoerd. Ga als volgt te werk om het toetsenbord te installeren: 1. AHoud het toetsenbord op de plaats waar hij bevestigd moet worden, en laat hem 5 ÷ 10 mm zakken om het gat voor de bevestigingsschroef aan de bovenzijde in het midden van het toetsenbord af te tekenen. 2. Boor het gat en draai de schroef vast, waarbij u 3 ÷ 4 mm ruimte onder de kop van de schroef laat. 3. Plaats het toetsenbord op de schroef aan de bovenzijde en teken het bevestigingspunt aan de onderkant af (fig.2). 4. Boor het gat en bevestig het toetsenbord. 5. Plaats de batterij (fig.3, ref. A) weer, en neem hierbij de polariteit in acht die wordt aangegeven op de bodem van het toetsenbord (fig.3). 6. Sluit het deksel (fig.3, ref. B) door de twee bijgeleverde schroeven aan te halen (fig. 3, ref. C). Naam van de producent Identificatie code van het model identificatienummer van de productiepartij Lees de instructies Verweiijder het afgedankte product volgens de geldende 햶 richtliijnen 햷 Referentie aangemelde instantie (notified body) 햲 햳 햴 햵 NEDERLANDS Fig. 2 Fig. 3 18 ATENCION! Es sumamente importante para la seguridad de las personas seguir atentamente las presentes instrucciones. Una instalación incorrecta o un uso impropio del producto puede causar graves daños a las personas. 1. Lean detenidamente las instrucciones antes de instalar el producto. 2. Los materiales del embalaje (plástico, poliestireno, etc.) no deben dejarse al alcance de los niños, ya que constituyen fuentes potenciales de peligro. 3. Guarden las instrucciones para futuras consultas. 4. Este producto ha sido proyectado y fabricado exclusivamente para la utilización indicada en el presente manual. Cualquier uso diverso del previsto podría perjudicar el funcionamiento del producto y/o representar fuente de peligro. 5. GENIUS declina cualquier responsabilidad derivada de un uso impropio o diverso del previsto. 6. No instalen el aparato en atmósfera explosiva: la presencia de gas o humos inflamables constituye un grave peligro para la seguridad. 7. Los elementos constructivos mecánicos deben estar de acuerdo con lo establecido en las Normas EN 12604 y EN 12605. 8. Para los países no pertenecientes a la CEE, además de las referencias normativas nacionales, para obtener un nivel de seguridad adecuado, deben seguirse las Normas arriba indicadas. 9. GENIUS no es responsable del incumplimiento de las buenas técnicas de fabricación de los cierres que se han de motorizar, así como de las deformaciones que pudieran intervenir en la utilización. 10. La instalación debe ser realizada de conformidad con las Normas EN 12453 y EN 12445. El nivel de seguridad de la automación debe ser C+D. 11. Quiten la alimentación eléctrica y desconecten las baterías antes de efectuar cualquier intervención en la instalación. 12. Coloquen en la red de alimentación de la automación un interruptor omnipolar con distancia de apertura de los contactos igual o superior a 3 mm. Se aconseja usar un magnetotérmico de 6A con interrupción omnipolar. 13. Comprueben que la instalación disponga línea arriba de un interruptor diferencial con umbral de 0,03 A. 14. Verifiquen que la instalación de tierra esté correctamente realizada y conecten las partes metálicas del cierre. 15. La automación dispone de un dispositivo de seguridad antiaplastamiento constituido por un control de par. No obstante, es necesario comprobar el umbral de intervención según lo previsto en las Normas indicadas en el punto 10. 16. Los dispositivos de seguridad (norma EN 12978) permiten proteger posibles áreas de peligro de Riesgos mecánicos de movimiento, como por ej. aplastamiento, arrastre, corte. 17. Para cada equipo se aconseja usar por lo menos una señalización luminosa así como un cartel de señalización adecuadamente fijado a la estructura del bastidor, además de los dispositivos indicados en el “16”. 18. GENIUS declina toda responsabilidad relativa a la seguridad y al buen funcionamiento de la automación si se utilizan componentes de la instalación que no sean de producción GENIUS. 19. Para el mantenimiento utilicen exclusivamente piezas originales GENIUS 20. No efectúen ninguna modificación en los componentes que forman parte del sistema de automación. 21. El instalador debe proporcionar todas las informaciones relativas al funcionamiento del sistema en caso de emergencia y entregar al usuario del equipo el manual de advertencias que se adjunta al producto. 22. No permitan que niños o personas se detengan en proximidad del producto durante su funcionamiento. 23. La aplicación no puede ser utilizada por niños, personas con reducida capacidad física, mental, sensorial o personas sin experiencia o la necesaria formación. 24. Mantengan lejos del alcance los niños los telemandos o cualquier otro emisor de impulso, para evitar que la automación pueda ser accionada involuntariamente. 25. Sólo puede transitarse entre las hojas si la cancela está completamente abierta. 26. El usuario debe abstenerse de intentar reparar o de intervenir directamente, y debe dirigirse exclusivamente a personal cualificado GENIUS o a centros de asistencia GENIUS. 27. Todo lo que no esté previsto expresamente en las presentes instrucciones debe entenderse como no permitido DEUTSCH HINWEISE FÜR DEN INSTALLATIONSTECHNIKER ALLGEMEINE SICHERHEITSVORSCHRIFTEN ACHTUNG! Um die Sicherheit von Personen zu gewährleisten, sollte die Anleitung aufmerksam befolgt werden. Eine falsche Installation oder ein fehlerhafter Betrieb des Produktes können zu schwerwiegenden Personenschäden führen. 1. Bevor mit der Installation des Produktes begonnen wird, sollten die Anleitungen aufmerksam gelesen werden. 2. Das Verpackungsmaterial (Kunststoff, Styropor, usw.) sollte nicht in Reichweite von Kindern aufbewahrt werden, da es eine potentielle Gefahrenquelle darstellt. 3. Die Anleitung sollte aufbewahrt werden, um auch in Zukunft Bezug auf sie nehmen zu können. 4. Dieses Produkt wurde ausschließlich für den in diesen Unterlagen angegebenen Gebrauch entwickelt und hergestellt. Jeder andere Gebrauch, der nicht ausdrücklich angegeben ist, könnte die Unversehrtheit des Produktes beeinträchtigen und/oder eine Gefahrenquelle darstellen. 5. Die Firma GENIUS lehnt jede Haftung für Schäden, die durch unsachgemäßen oder nicht bestimmungsgemäßen Gebrauch der Automatik verursacht werden, ab. 6. Das Gerät sollte nicht in explosionsgefährdeten Umgebungen installiert werden: das Vorhandensein von entflammbaren Gasen oder Rauch stellt ein schwerwiegendes Sicherheitsrisiko dar. 7. Die mechanischen Bauelemente müssen den Anforderungen der Normen EN 12604 und EN 12605 entsprechen. 8. Für Länder, die nicht der Europäischen Union angehören, sind für die Gewährleistung eines entsprechenden Sicherheitsniveaus neben den nationalen gesetzlichen Bezugsvorschriften die oben aufgeführten Normen zu beachten. 9. Die Firma GENIUS übernimmt keine Haftung im Falle von nicht fachgerechten Ausführungen bei der Herstellung der anzutreibenden Schließvorrichtungen sowie bei Deformationen, die eventuell beim Betrieb entstehen. 10. Die Installation muß unter Beachtung der Normen EN 12453 und EN 12445 erfolgen. Die Sicherheitsstufe der Automatik sollte C+D sein. 11. Vor der Ausführung jeglicher Eingriffe auf der Anlage sind die elektrische Versorgung und die Batterie abzunehmen. 12. Auf dem Versorgungsnetz der Automatik ist ein omnipolarer Schalter mit Öffnungsabstand der Kontakte von über oder gleich 3 mm einzubauen. Darüber hinaus wird der Einsatz eines Magnetschutzschalters mit 6A mit omnipolarer Abschaltung empfohlen. 13. Es sollte überprüft werden, ob vor der Anlage ein Differentialschalter mit einer Auslö- seschwelle von 0,03 A zwischengeschaltet ist. 14. Es sollte überprüft werden, ob die Erdungsanlage fachgerecht augeführt wurde. Die Metallteile der Schließung sollten an diese Anlage angeschlossen werden. 15. Die Automation verfügt über eine eingebaute Sicherheitsvorrichtung für den Quetschschutz, die aus einer Drehmomentkontrolle besteht. Es ist in jedem Falle erforderlich, deren Eingriffsschwelle gemäß der Vorgaben der unter Punkt 10 angegebenen Vorschriften zu überprüfen. 16. Die Sicherheitsvorrichtungen (Norm EN 12978) ermöglichen den Schutz eventueller Gefahrenbereiche vor mechanischen Bewegungsrisiken, wie zum Beispiel Quetschungen, Mitschleifen oder Schnittverletzungen. 17. Für jede Anlage wird der Einsatz von mindestens einem Leuchtsignal empfohlen sowie eines Hinweisschildes, das über eine entsprechende Befestigung mit dem Aufbau des Tors verbunden wird. Darüber hinaus sind die unter Punkt “16” erwähnten Vorrichtungen einzusetzen. 18. Die Firma GENIUS lehnt jede Haftung hinsichtlich der Sicherheit und des störungsfreien Betriebs der Automatik ab, soweit Komponenten auf der Anlage eingesetzt werden, die nicht im Hause GENIUS hergestellt urden. 19. Bei der Instandhaltung sollten ausschließlich Originalteile der Firma GENIUS verwendet werden. 20. Auf den Komponenten, die Teil des Automationssystems sind, sollten keine Veränderungen vorgenommen werden. 21. Der Installateur sollte alle Informationen hinsichtlich des manuellen Betriebs des Systems in Notfällen liefern und dem Betreiber der Anlage das Anleitungsbuch, das dem Produkt beigelegt ist, übergeben. 22. Weder Kinder noch Erwachsene sollten sich während des Betriebs in der unmittelbaren Nähe der Automation aufhalten. 23. Die Anwendung darf nicht von Kindern, von Personen mit verminderter körperlicher, geistiger, sensorieller Fähigkeit oder Personen ohne Erfahrungen oder der erforderlichen Ausbildung verwendet werden. 24. Die Funksteuerungen und alle anderen Impulsgeber sollten außerhalb der Reichweite von Kindern aufbewahrt werden, um ein versehentliches Aktivieren der Automation zu vermeiden. 25. Der Durchgang oder die Durchfahrt zwischen den Flügeln darf lediglich bei vollständig geöffnetem Tor erfolgen. 26. Der Benutzer darf direkt keine Versuche für Reparaturen oder Arbeiten vornehmen und hat sich ausschließlich an qualifiziertes Fachpersonal GENIUS oder an Kundendienstzentren GENIUS zu wenden. 27. Alle Vorgehensweisen, die nicht ausdrücklich in der vorliegenden Anleitung vorgesehen sind, sind nicht zulässig NEDERLANDS WAARSCHUWINGEN VOOR DE INSTALLATEUR ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN LET OP! Het is belangrijk voor de veiligheid dat deze hele instructie zorgvuldig wordt opgevolgd. Een onjuiste installatie of foutief gebruik van het product kunnen ernstig persoonlijk letsel veroorzaken. 1. Lees de instructies aandachtig door alvorens te beginnen met de installatie van het product. 2. De verpakkingsmaterialen (plastic, polystyreen, enz.) mogen niet binnen het bereik van kinderen worden gelaten, want zij vormen een mogelijke bron van gevaar. 3. Bewaar de instructies voor raadpleging in de toekomst. 4. Dit product is uitsluitend ontworpen en gebouwd voor het doel dat in deze documentatie wordt aangegeven. Elk ander gebruik, dat niet uitdrukkelijk wordt vermeld, zou het product kunnen beschadigen en/of een bron van gevaar kunnen vormen. 5. GENIUS aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade die ontstaat uit oneigenlijk gebruik of ander gebruik dan waarvoor het automatische systeem is bedoeld. 6. Installeer het apparaat niet in een explosiegevaarlijke omgeving: de aanwezigheid van ontvlambare gassen of dampen vormt een ernstig gevaar voor de veiligheid. 7. De mechanische bouwelementen moeten in overeenstemming zijn met de bepalingen van de normen EN 12604 en EN 12605. 8. Voor niet-EEG landen moeten, om een goed veiligheidsniveau te bereiken, behalve de nationale voorschriften ook de bovenstaande normen in acht worden genomen. 9. GENIUS is niet aansprakelijk als de regels der goede techniek niet in acht genomen zijn bij de bouw van het sluitwerk dat gemotoriseerd moet worden, noch voor vervormingen die zouden kunnen ontstaan bij het gebruik. 10. De installatie dient te geschieden in overeenstemming met de normen EN 12453 en EN 12445. Het veiligheidsniveau van het automatische systeem moet C+D zijn. 11. Alvorens ingrepen te gaan verrichten op de installatie moet de elektrische voeding worden weggenomen en moeten de batterijen worden afgekoppeld. 12. Zorg op het voedingsnet van het automatische systeem voor een meerpolige schakelaar met een opening tussen de contacten van 3 mm of meer. Het wordt geadviseerd een magnetothermische schakelaar van 6A te gebruiken met meerpolige onderbreking. 13. Controleer of er bovenstrooms van de installatie een differentieelschakelaar is geplaatst met een limiet van 0,03 A. 14. Controleer of de aardingsinstallatie vakkundig is aangelegd en sluit er de metalen delen van het sluitsysteem op aan. 15. Het automatische systeem beschikt over een intrinsieke beveiliging tegen inklemming, bestaande uit een controle van het koppel. De inschakellimiet hiervan dient echter te worden gecontroleerd volgens de bepalingen van de normen die worden vermeld onder punt 10. 16. De veiligheidsvoorzieningen (norm EN 12978) maken het mogelijk eventuele gevaarlijke gebieden te beschermen tegen Mechanische gevaren door beweging, zoals bijvoorbeeld inklemming, meesleuren of amputatie. 17. Het wordt voor elke installatie geadviseerd minstens één lichtsignaal te gebruiken alsook een waarschuwingsbord dat goed op de constructie van het hang- en sluitwerk dient te worden bevestigd, afgezien nog van de voorzieningen die genoemd zijn onder punt “16”. 18. GENIUS aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor wat betreft de veiligheid en de goede werking van het automatische systeem, als er in de installatie gebruik gemaakt wordt van componenten die niet door GENIUS zijn geproduceerd. 19. Gebruik voor het onderhoud uitsluitend originele GENIUS-onderdelen. 20. Verricht geen wijzigingen op componenten die deel uitmaken van het automatische systeem. 21. De installateur dient alle informatie te verstrekken over de handbediening van het systeem in noodgevallen, en moet de gebruiker van de installatie het bij het product geleverde boekje met aanwijzingen overhandigen. 22. De toepassing mag niet worden gebruikt door kinderen, personen met lichamelijke, geestelijke en sensoriele beperkingen, of door personen zonder ervaring of de benodigde training. 23. Sta het niet toe dat kinderen of volwassenen zich ophouden in de buurt van het product terwijl dit in werking is. 24. Houd radio-afstandsbedieningen of alle andere impulsgevers buiten het bereik van
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24

Genius Amicode 868 Handleiding

Categorie
Numerieke toetsenborden
Type
Handleiding