M
N
Pag. 10 - Handleiding FA00264-NL - ver. 1 - 02/2018 - © Came S.p.A. - De inhoud van deze handleiding kan op elk ogenblik en zonder verplichting tot waarschuwing vooraf worden gewijzigd.
OFFSET TEMPERATUUR JI
Als de terminal niet correct is geïnstalleerd (bijvoorbeeld
dichtbij een warmtebron), kan de temperatuurmeting on-
nauwkeurig zijn of niet overeenkomen met de werkelijkheid.
Om dit probleem te verhelpen kan de lezing met ±2 °C geka-
libreerd worden en kunnen zo het comfortniveau en verbruik
geoptimaliseerd worden.
Stel met de toetsen + – de kalibratiewaarde van de tempe-
ratuur in N.
Als u op het icoon drukt, verschijnt een melding om de
zojuist uitgevoerde instellingen al dan niet op te slaan.
De proportionele integrale regeling heeft als voordeel dat ze meer verschillende installaties kan beheren ten opzichte van de
thermische differentiale regeling. Ze is bijzonder geschikt voor het beheer van vloer- en stralingsverwarming.
De afwijking van de omgevingstemperatuur ten opzichte van de ingestelde temperatuur zal enkele tienden graden zijn, waar-
door een grotere regelingsprecisie wordt gegarandeerd.
Er kunnen vier programma's geselecteerd worden die vooraf zijn ingesteld op basis van het type installatie (PI1, PI2, PI3, PI4),
zoals aangegeven in de tabel.
Programma Cyclusduur Minimale tijd ON Proportionele band Type installatie
PI1 10 minuten 1 minuut 1,5 °C Basisinstallatie met gasbrander, zoneklep-
pen, traditionele thermosifons
PI2 5 minuten 1 minuut 1,5 °C Elektrische thermosifons
PI3 20 minuten 2 minuten 1,5 °C Vloer- of straalinstallaties, koeling
PI4 5 minuten 1 minuut 1,0 °C Ventilatorluchtkoelers
Er kan één van de vier programma's geselecteerd worden die vooraf zijn ingesteld op basis van het type installatie (PI1, PI2,
PI3, PI4), zoals aangegeven in de tabel.
Als u op het icoon drukt, verschijnt een melding om de zojuist uitgevoerde instellingen al dan niet op te slaan.
WoonkamerOffset temperatuur
Woonkamer
Diff
Thermische parameters
Stel met de toetsen + – de gewenste waarde voor de thermodifferentiaal in.
Als u op het icoon drukt, verschijnt een melding om de zojuist uitgevoerde instellingen al dan niet op te slaan.
CONTROLE MET THERMODIFFERENTIAAL M
Dit regelsysteem wordt aanbevolen bij installaties die moeilijk
te controleren zijn met extreme variaties in de buitentempe-
ratuur.
De thermodifferentiaal is regelbaar tussen 0,0 °C en 2,0 °C.
Als er een thermodifferentiaal is ingesteld van 0,2 °C en een
temperatuur van 20 °C, gaat de installatie aan op het moment
dat de thermostaat een temperatuur van 19,8 °C detecteert
en gaat de installatie uit als een temperatuur van 20,2 °C is
bereikt.