• Voor het inschakelen van de machine en
na botsingen, controleert u de machine op
zichtbare slijtage of beschadigingen en laat u
noodzakelijke reparaties uitvoeren.
3. Kabels
• Werk met veiligheidskabels. Voor de
aansluiting mogen alleen kabels worden
gebruikt die niet lichter zijn dan de
rubberkabels HO7 RN-F meteen minimum
diameter van 3x1,5 mm².
•
Ze moeten beveiligd zijn tegen opspattend water.
•
Gebruik een aardlekbeveiliging (RCD) met een
lekstroom van maximaal 30 mA.
•
Bevestig de aansluitkabel aan de
kabelontlasting. Laat de kabel niet tegen randen,
puntige of scherpe voorwerpen aan schuren.
Klem de kabel niet tussen deuropeningen of
raamkieren. Schakelvoorzieningen mogen
niet worden verwijderd of overbrugd (bijv.
schakelhefboom verbinden met de duwstang).
4. Bij gebruik
• Houdt altijd uw handen en voeten van de
snijvoorziening weg, vooral wanneer u de
motor inschakelt.
• Vermijd enig letsel aan elke voorziening, die
dient voor het afsnijden van de draadlengte.
Na het uittrekken van een nieuwe draad houdt
u de machine altijd in de normale werkpositie,
voordat deze wordt ingeschakeld.
• De draadmaaier bij gebruik parallel aan het
gazon houden om verwondingsgevaar te
voorkomen.
• Altijd een veilige afstand van de draaiende
draad innemen.
• Ogen beschermen!
• Draag geschikte kleding; geen kleding die
gemakkelijk beschadigd kan worden. Draag
stevige schoenen en bescherm uw benen
door het dragen van een lange broek.
• Bij het lopen van de ene naar de andere
werkplek dient de motor uitgeschakeld te zijn.
• Wees vooral voorzichtig bij achteruitlopen.
Veiligheidsvoorschriften
• Houdt de verlengkabel uit de buurt van de
maaikop.
• Als de aansluitkabel gedurende het gebruik
wordt beschadigd, moet deze onmiddellijk
van het net worden gescheiden. Kabel niet
aanraken voordat deze van het gescheiden is.
• Het apparaat bij rustpauzes niet onbeheerd
laten liggen. Berg het veilig op.
• De in het apparaat geinstalleerde schakelaars
mogen niet verwijderd worden of door middel
van omleidingen uitgeschakeld worden.
• De draadcassette niet tegen de bodem of
de muur laten stoten. Als de draadcassette
eenmaal is beschadigd, dan voelt u dit
aan vibratie in de handgreep. Wanneer
dit het geval is, dan dient de draadmaaier
gekontroleerd te worden.
5. Na het gebruik
• Verwijder na het gebruik de voedingsstekker
en controleer de machine op beschadigingen.
• Let op bij het uitschakelen, want de motor
loopt nog even door.
• Wachten tot de motor stilstaat.
• Het onderhoud en het reinigen van het
apparaat mag alleen met een stilstaande
motor gebeuren en indien het apparaat niet
meer op de elektriciteit is geschakeld. Let
op, alleen originele WOLF draadcassettes
gebruiken. Montage-aanwijzigingen opvolgen.
•
De draadmaaier mag niet met stromend water en
vooral niet onder hoge druk gereinigd worden.
• Reparaties mogen alleen door de WOLF offi
ciele werkplaatsen worden uitgevoerd.
• Let erop, dat luchtopeningen niet zijn verstopt.
• Berg de machine niet op binnen handbereik
van kinderen.
6. Afvalverwijdering
• Afgedankte elektrische apparatuur
mag niet met het huishoudelijk
afval meegegeven worden. Recycle
apparatuur, accessoires en verpakking
op milieuvriendelijke wijze.