Canon PowerShot N100 Handleiding

Type
Handleiding
1
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Gebruikershandleiding
NEDERLANDS
© CANON INC. 2014 CEL-SV4LA280
Klik op de knoppen rechtsonder om andere pagina´s te
openen.
: Volgende pagina
: Vorige pagina
: Pagina voordat u op een koppeling klikte
Als u naar het begin van een hoofdstuk wilt gaan, klikt
u op de hoofdstuktitel aan de rechterkant.
Vanuit de pagina´s met een hoofdstuktitel kunt u naar
onderwerpen gaan door op de titels ervan te klikken.
Zorg dat u deze handleiding leest, inclusief het gedeelte
“Veiligheidsmaatregelen” (=
8), voordat u de camera
in gebruik neemt.
Door deze handleiding te lezen, leert u de camera
correct te gebruiken.
Bewaar deze handleiding goed zodat u deze in de
toekomst kunt raadplegen.
2
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Inhoud van de verpakking
Controleer, voordat u de camera in gebruik neemt, of de verpakking de
onderstaande onderdelen bevat.
Indien er iets ontbreekt, kunt u contact opnemen met uw leverancier.
Camera Batterij
NB-12L
Batterijlader
CB-2LG/CB-2LGE
Polsriem Introductiehandleiding Canon
garantiesysteemboekje
Een geheugenkaart is niet bijgesloten (=
2).
Compatibele geheugenkaarten
De volgende geheugenkaarten (afzonderlijk verkrijgbaar) kunnen, ongeacht
de capaciteit, worden gebruikt.
SD-geheugenkaarten*
1
SDHC-geheugenkaarten*
1
*
2
SDXC-geheugenkaarten*
1
*
2
*1 Kaarten die voldoen aan de SD-normen. Niet voor alle geheugenkaarten is de
werking in deze camera geverifieerd.
*2 UHS-I-geheugenkaarten worden ook ondersteund.
Opmerkingen vooraf en wettelijke
informatie
Maak enkele proefopnamen en bekijk deze om te controleren of de
beelden goed zijn opgenomen. Canon Inc., dochterondernemingen
van Canon en andere aangesloten bedrijven en distributeurs zijn niet
aansprakelijk voor welke gevolgschade dan ook die voortvloeit uit enige
fout in de werking van een camera of accessoire, inclusief kaarten, die
ertoe leidt dat een opname niet kan worden gemaakt of niet kan worden
gelezen door apparaten.
De beelden die met deze camera worden opgenomen, zijn bedoeld voor
persoonlijk gebruik. Zie af van het onbevoegd maken van opnamen
dat een overtreding is van het auteursrecht, en denk eraan dat, ook
al is de opname gemaakt voor persoonlijk gebruik, het fotograferen
in strijd kan zijn met het auteursrecht of andere wettelijke rechten op
bepaalde voorstellingen of tentoonstellingen, of in bepaalde commerciële
omstandigheden.
Meer informatie over de garantie voor uw camera vindt u in de garantie-
informatie die bij uw camera wordt geleverd. Raadpleeg voor de Canon
Klantenservice de contactgegevens in de garantie-informatie.
Hoewel de LCD-monitor onder productieomstandigheden voor
uitzonderlijk hoge precisie is vervaardigd en meer dan 99,99% van de
pixels voldoet aan de ontwerpspecificaties, kunnen pixels in zeldzame
gevallen gebreken vertonen, of als rode en zwarte punten zichtbaar zijn.
Dit is geen teken van beschadiging van de camera en heeft geen invloed
op de opgenomen beelden.
Er zit mogelijk een dunne plastic laag over de LCD-monitor om deze
te beschermen tegen krassen tijdens het vervoer. Verwijder deze laag
voordat u de camera gaat gebruiken.
De camera kan warm worden als deze gedurende langere tijd wordt
gebruikt. Dit is geen teken van beschadiging.
3
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Namen van onderdelen en conventies
die in deze handleiding worden
gebruikt
Riembevestigingspunt
Zoomknop
Opnamen maken: <i (telelens)> /
<j (groothoek)>
Afspelen: <k (
vergroten
)> /
<g (index)>
Lampje
Lens
Filmknop
Ontspanknop
ON/OFF-knop
Microfoon
Flitser
<h (Flitser)>-schakelaar
(N-teken)*
1
Knop < (Mobiele
apparaatverbinding)>
Aansluiting statief
Klepje van geheugenkaart/
batterijhouder
Antenne voor Wi-Fi
Kabelpoort gelijkstroomkoppeling
Story camera (naar de gebruiker
gerichte camera)
Scherm (LCD-monitor)*
2
Indicator
Knop < (Story Highlights)>
Modusschakelaar
Luidspreker
Knop < (Favoriet)>
AV OUT (audio/video-uitgang) /
DIGITAL-aansluiting
HDMI
TM
-aansluiting
Knop <1 (Afspelen)>
Knop <n>
Knop <b (Belichtingscompensatie)> /
<
(Wi-Fi)> / Omhoog
Knop <e (macro)> / Links
FUNC./SET-knop
Knop <h (Flitser)> / Rechts
Knop <l (Weergave)> / Omlaag
*1 Gebruikt met NFC-functies (=
124).
*2 Tikken op het scherm worden mogelijk minder goed gedetecteerd wanneer u gebruik
maakt van een schermbescherming. Verhoog in dit geval de gevoeligheid van het
aanraakscherm (=
158).
4
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
In deze handleiding worden pictogrammen gebruikt om de bijbehorende
cameraknoppen en bedieningselementen, waarop de pictogrammen zijn
afgebeeld of die er op lijken, aan te duiden.
De onderstaande cameraknoppen en bedieningselementen worden met
de volgende pictogrammen aangeduid:
<o> Knop omhoog
aan de achterkant
<q> Knop links aan de achterkant
<r> Knop rechts aan de achterkant
<p> Knop omlaag aan de achterkant
Opnamemodi en pictogrammen en tekst op het scherm worden tussen
haakjes weergegeven.
: Wat u beslist moet weten
: Opmerkingen en tips voor deskundig cameragebruik
: Geeft handelingen op het aanraakscherm aan
=xx: Pagina’s met verwante informatie (in dit voorbeeld staat “xx” voor
een paginanummer)
De instructies in deze handleiding gelden voor een camera die op de
standaardinstellingen is ingesteld.
Voor het gemak verwijst “de geheugenkaart” naar alle ondersteunde
geheugenkaarten.
De tabbladen boven namen geven aan of de functie wordt gebruikt voor
foto’
s, films of voor beide.
Foto’s
: Geeft aan dat de functie wordt gebruikt bij het
nemen of bekijken van foto’s.
Films
: Geeft aan dat de functie wordt gebruikt bij het
maken of bekijken van films.
5
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
P-modus .....................................71
Opnamen maken met
programma automatische
belichting ([P]-modus) ..................72
Helderheid van het beeld
(Belichting) ...................................72
Beeldkleuren ................................75
Opnamebereik en
scherpstellen ................................ 77
Flitser ...........................................83
Overige instellingen .....................84
Afspeelmodus ............................86
Bekijken .......................................87
Door beelden bladeren
en beelden filteren .......................91
Gezichts-ID-gegevens
bewerken .....................................94
Opties voor het
weergeven van foto’s
...................95
Beelden beveiligen
......................98
Beelden wissen ..........................101
Beelden roteren .........................103
Beelden markeren
als favoriet
..................................104
Handige bediening:
Touch-acties ............................... 106
Foto's bewerken
.........................107
Films bewerken
.......................... 112
Albums bekijken
(Story Highlights)
....................... 114
Wi-Fi-functies ........................... 117
Wat u kunt doen met Wi-Fi ........118
Webservices registreren ............120
CameraWindow installeren op
een Smartphone
........................124
Voorbereidingen voor het
registreren van een computer ....125
Het Wi-Fi-menu openen .............128
Verbinding maken via een
toegangspunt .............................129
Verbinding maken zonder een
toegangspunt .............................135
Verbinding maken met een
andere camera
...........................138
Beelden verzenden ....................139
Beelden opslaan op een
computer ....................................142
De knop <
> gebruiken ............143
Beelden automatisch verzenden
(beeldsynchronisatie) ................. 145
Beelden op de camera
geotaggen ..................................147
Wi-Fi-instellingen bewerken of
wissen ........................................149
Menu Instellingen ....................151
Basisfuncties van de camera
aanpassen .................................152
Inhoud van de verpakking ..............2
Compatibele geheugenkaarten ......2
Opmerkingen vooraf en wettelijke
informatie .......................................2
Namen van onderdelen
en conventies die in deze
handleiding worden gebruikt ..........3
Inhoudsopgave ..............................5
Algemene bediening camera .........7
Veiligheidsmaatregelen ..................8
Basishandleiding............ 11
Voordat u begint ...........................12
De interne oplaadbare
lithiumbatterij recyclen .................17
De camera testen ........................18
Handleiding voor
gevorderden ................... 22
Basishandelingen van
de camera ...................................22
Aan/Uit .........................................23
Ontspanknop ...............................24
Opties opnameweergave .............24
Het menu FUNC. .........................25
Menu‘s gebruiken ........................26
Toetsenbord op het scherm .........27
Indicatorweergave .......................28
Klok ..............................................29
Auto-modus ...............................30
Opnamen maken met door de
camera bepaalde instellingen ......31
Algemene, handige functies ........36
Gezichts-ID gebruiken .................41
Functies voor de
beeldaanpassing .......................... 47
Handige opnamefuncties .............50
De camerabewerkingen
aanpassen ...................................51
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname ........................54
Opnamen maken in de modus
Hybride automatisch ....................55
Uw eigen reacties toevoegen
terwijl u opnamen maakt
(Dubbele opname)
.......................57
Andere opnamemodi .................59
Specifieke scènes ........................60
Speciale effecten toepassen ........61
Speciale modi voor andere
doeleinden ...................................66
Verschillende films opnemen .......70
Inhoudsopgave
6
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Accessoires .............................160
Systeemoverzicht.......................161
Optionele accessoires ...............162
Optionele accessoires
gebruiken ...................................163
De software gebruiken ...............169
Beelden afdrukken .....................171
Bijlage .......................................182
Problemen oplossen ..................183
Berichten op het scherm ............188
Informatie op het scherm ...........191
Functies en menutabellen ..........194
Voorzorgsmaatregelen ...............201
Specificaties ............................... 202
Index ..........................................206
Voorzorgsmaatregelen
voor Wi-Fi (draadloos LAN)
.......208
7
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Algemene bediening camera
4 Een opname maken
z Door de camera bepaalde instellingen gebruiken
(Auto-modus, modus Hybride automatisch) ................................... 31, 55
z Verschillende effecten bekijken die zijn toegepast
op elke opname met behulp van door de camera
bepaalde instellingen (modus Creatieve opname) ............................... 62
Goede opnamen van mensen maken
IP
Portretten
(=
60)
In de sneeuw
(=
60)
Specifieke scènes afstemmen
t
Nachtscènes
(=
60)
Vuurwerk
(=
60)
Speciale effecten toepassen
Levendige kleuren
(=
61)
Poster-effect
(=
61)
Fisheye-effect
(=
63)
Miniatuureffect
(=
63)
Speels effect
(=
64)
Achtergrond vervagen
(=
65)
Soft focus
(=
65)
Monochroom
(=
66)
z Scherpstellen op gezichten ...................................................... 31, 60, 79
z Zonder gebruik van de flitser (Flitser Uit) ............................................. 83
z Een foto maken met uzelf erbij (zelfontspanner) ........................... 37, 68
z Een datumstempel toevoegen ............................................................. 39
z Gezichts-ID gebruiken ................................................................... 41, 91
z Filmclips en foto's combineren (Filmsynopsis) ..................................... 55
8
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
1 Een opname bekijken
z Beelden bekijken (afspeelmodus) ........................................................ 87
z Automatisch afspelen (Diavoorstelling) ................................................ 96
z Op een tv............................................................................................ 163
z Op een computer ............................................................................... 169
z Snel door beelden bladeren ................................................................. 91
z Beelden wissen .................................................................................. 101
E Films opnemen/bekijken
z Films opnemen............................................................................... 31, 70
z Films bekijken (afspeelmodus) ............................................................ 87
c Afdrukken
z Foto's afdrukken ................................................................................. 171
Opslaan
z Beelden opslaan op een computer via een kabel .............................. 170
z Beelden opslaan op een computer .................................................... 170
Wi-Fi-functies gebruiken
z Beelden naar een smartphone verzenden ..........................................119
z Beelden online delen ......................................................................... 120
z Beelden naar een computer verzenden ............................................. 145
Veiligheidsmaatregelen
Lees de volgende veiligheidsmaatregelen goed door, voordat u het
product gebruikt. Gebruik het product altijd op de juiste wijze.
De veiligheidsmaatregelen in dit gedeelte dienen om te voorkomen dat
u en anderen persoonlijk letsel of materiële schade oplopen.
Lees ook altijd de handleidingen van alle afzonderlijk aangeschafte
accessoires die u gebruikt.
Waarschuwing
Hiermee wordt gewezen op het risico
van ernstig letsel of levensgevaar.
Gebruik de flitser niet dicht bij de ogen van mensen.
Blootstelling aan het sterke licht van de flitser kan het gezichtsvermogen
aantasten. Houd vooral bij kleine kinderen ten minste één meter afstand
wanneer u de flitser gebruikt.
Berg de apparatuur op buiten het bereik van kinderen.
Een draagriem rond de nek van een kind wikkelen kan leiden tot verstikking.
Als uw product een netsnoer heeft en dit per ongeluk rond de nek van een
kind terechtkomt, kan dit leiden tot verstikking.
Gebruik alleen de aanbevolen energiebronnen voor
stroomvoorziening.
Demonteer het product niet, pas het niet aan en verwarm het niet.
Laat het product niet vallen en voorkom harde schokken of stoten.
Raak de binnenkant van het product niet aan als dit is gevallen of op
een andere wijze is beschadigd.
Stop onmiddellijk met het gebruik van het product als dit rook of een
vreemde geur afgeeft of andere vreemde verschijnselen vertoont.
Gebruik geen organische oplosmiddelen zoals alcohol, wasbenzine
of thinner om het product schoon te maken.
Vermijd blootstelling aan vloeistoffen en zorg dat er geen
vloeistoffen of vreemde voorwerpen in het product terechtkomen.
Dit kan leiden tot een elektrische schok of brand.
Als het product nat raakt of als er vloeistof of vreemde voorwerpen in
terechtkomen, dient u onmiddellijk de batterij(en) te verwijderen of het
netsnoer uit het stopcontact te halen.
9
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Kijk niet door de zoeker (als uw model een zoeker heeft) naar een
sterke lichtbron, zoals de zon op een heldere dag of een sterke lamp.
Dit kan uw gezichtsvermogen aantasten.
Raak het product tijdens een onweersbui niet aan als het op het
stopcontact is aangesloten.
Dit kan leiden tot een elektrische schok of brand. Stop onmiddellijk met het
gebruik van het product en neem er afstand van.
Gebruik alleen de aanbevolen batterij/batterijen.
Plaats de batterij/batterijen niet in de buurt van of in open vuur.
Hierdoor kan/kunnen de batterij(en) exploderen of gaan lekken, wat kan
leiden tot een elektrische schok, brand of letsel.
Als uw ogen, mond, huid
of kleding in aanraking komen met gelekte batterijvloeistof, moet u deze
onmiddellijk afspoelen met water.
Als het product een batterijlader gebruikt, dient u de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht te nemen.
- V
erwijder het netsnoer regelmatig en veeg het stof en vuil dat zich
heeft opgehoopt op de stekker
, de buitenkant van het stopcontact
en het gebied eromheen weg met een droge doek.
- Steek of trek de stekker niet in of uit het stopcontact met natte
handen.
- Gebruik de apparatuur niet op een manier waarbij de nominale
capaciteit van het stopcontact of de kabelaccessoires wordt
overschreden. Gebruik de apparatuur niet als de stekker
is beschadigd of als deze niet volledig in het stopcontact
is ingebracht.
- Zorg ervoor dat stof of metalen objecten (zoals spelden of sleutels)
niet in contact komen met de contactpunten of stekker
.
- Snijd, beschadig of wijzig het netsnoer niet als uw model een
netsnoer gebruikt. Plaats geen zware voorwerpen op het netsnoer
.
Dit kan leiden tot een elektrische schok of brand.
Zet de camera uit op plaatsen waar het gebruik van een camera niet
is toegestaan.
De elektromagnetische golven uit de camera hinderen de werking van
elektronische instrumenten en andere apparatuur
. Denk goed na voordat
u het product gebruikt op plaatsen waar het gebruik van elektronische
apparatuur verboden is, zoals in vliegtuigen en medische instellingen.
Voorzichtig
Hiermee wordt gewezen op het risico
van letsel.
Zorg dat het product niet tegen voorwerpen stoot, wordt blootgesteld
aan schokken en stoten of achter voorwerpen blijft haken wanneer
u het aan de polsriem draagt.
Zorg dat u niet tegen de lens stoot of drukt.
Dit kan verwondingen veroorzaken of de camera beschadigen.
Zorg dat het scherm niet aan schokken wordt blootgesteld.
Als het scherm barst, kunnen de splinters letsel veroorzaken.
Zorg dat u de flitser niet per ongeluk met uw vingers of een
kledingstuk bedekt wanneer u een foto maakt.
Dit kan brandwonden of schade aan de flitser tot gevolg hebben.
Gebruik, plaats of bewaar het product niet op de volgende plaatsen:
- plaatsen die aan direct zonlicht blootstaan;
- plaatsen die blootstaan aan temperaturen boven 40 °C;
- vochtige of stoffige plaatsen.
Hierdoor kan lekkage of oververhitting ontstaan of kan/kunnen de
batterij(en) ontploffen, wat kan leiden tot elektrische schokken, brand,
brandwonden of ander letsel.
Oververhitting en schade kunnen resulteren in elektrische schokken, brand,
brandwonden of ander letsel.
Door langdurig naar overgangen voor een diavoorstelling te kijken,
kunt u zich onprettig gaan voelen.
Wanneer u optionele lenzen, lensfilters of filteradapters (indien van
toepassing) gebruikt, dient u ervoor te zorgen dat deze accessoires
goed vastzitten.
Als het lensaccessoire losraakt en valt, kan het barsten, waarna de
glassplinters snijwonden kunnen veroorzaken.
10
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Bij gebruik van een product waarop de flitser automatisch wordt
in- en opgeklapt, dient u voorzichtig te zijn dat uw vingers niet klem
raken als u de flitser inklapt.
Dit kan letsel veroorzaken.
Voorzichtig
Hiermee wordt gewezen op het risico van
materiële schade.
Richt de camera niet op een sterke lichtbron, zoals de zon op een
heldere dag of een sterke lamp.
Hierdoor kunnen de beeldsensor of andere interne onderdelen beschadigd
raken.
Als u de camera gebruikt op een strand of op een winderige
plek, moet u erop letten dat er geen zand of stof in het apparaat
terechtkomt.
Druk de flitser niet omlaag en forceer deze niet open bij producten
die automatisch de flitser in- en opklappen.
Dit kan de werking van het product negatief beïnvloeden.
Als er stof, vuil of ander materiaal op de flitser zit, verwijdert u dit
met een wattenstaafje of doek.
De warmte die de flitser produceert, kan ervoor zorgen dat stof
fen die niet
op de flitser thuishoren rook afgeven. Ook kan de werking van het product
verstoord raken.
Verwijder de batterij(en) en berg deze op wanneer u het product niet
gebruikt.
Als een batterij lek raakt, kan het product beschadigd raken.
Breng, voordat u de batterij/batterijen weggooit, tape of ander
isolatiemateriaal aan over de polen van de batterij/batterijen.
Contact met andere metalen kan leiden tot brand of een explosie.
Als u een batterijlader voor uw product heeft, haal deze dan uit het
stopcontact wanneer er geen gebruikt van wordt gemaakt. Bedek de
batterijlader tijdens gebruik niet met een doek of andere voorwerpen.
Als u de lader gedurende een lange periode in het stopcontact laat,
kan deze oververhit en beschadigd raken, waardoor brand kan ontstaan.
Laat batterijen niet in de buurt van huisdieren liggen.
Als huisdieren op de batterij kauwen kan dit leiden tot lekkage,
oververhitting of een explosie, met productschade of brand als gevolg.
Als uw product meerdere batterijen gebruikt, dient u geen
combinatie van batterijen te gebruiken met verschillende
spanningsniveaus. Gebruik verder geen oude en nieuwe batterijen
samen. Let er bij het plaatsen van de batterijen op dat u de + en –
pool niet verwisselt.
Dit kan de werking van het product negatief beïnvloeden.
Ga niet zitten terwijl u de camera in uw broekzak hebt.
Dit kan leiden tot storingen of schade aan het scherm.
Let erop dat harde voorwerpen niet in contact komen met het scherm
als u de camera in uw tas stopt. Doe ook het scherm dicht (zodat het
naar het lichaam is gericht), als uw product een scherm heeft dat
ingeklapt kan worden.
Bevestig geen harde voorwerpen aan het product.
Dit kan leiden tot storingen of schade aan het scherm.
11
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Basishandleiding
Algemene informatie en instructies, van de eerste voorbereidingen tot opnamen maken en afspelen
Voordat u begint ............................................... 12
De riem bevestigen ............................................... 12
De camera vasthouden ......................................... 12
De batterij opladen ................................................ 12
De batterij en geheugenkaart plaatsen ................. 13
De datum en tijd instellen ......................................15
Weergavetaal ........................................................16
De interne oplaadbare
lithiumbatterij recyclen .................................. 17
De camera testen ............................................. 18
Opnamen maken (Smart Auto) .............................18
Bekijken ................................................................. 20
12
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Voordat u begint
Tref de volgende voorbereidingen voordat u opnamen maakt.
De riem bevestigen
Bevestig de riem.
z Steek het uiteinde van de riem door de
opening van de riem (
) en haal het
andere uiteinde van de riem door het oog
aan het draadeinde (
).
z De riem kan ook aan de linkerkant van de
camera worden bevestigd.
De camera vasthouden
z Doe de riem om uw pols.
z Houd bij het maken van opnamen uw
armen tegen uw lichaam gedrukt en houd
de camera stevig vast om te voorkomen
dat deze beweegt. Laat uw vingers niet
op de uitgeklapte flitser rusten.
De batterij opladen
Laad voor gebruik de batterij op met de meegeleverde oplader. Bij aankoop
van de camera is de batterij niet opgeladen. Zorg er daarom voor dat u de
batterij eerst oplaadt.
1 Plaats de batterij.
z Zorg eerst dat de markering op de
batterij overeenkomt met die op de
oplader en plaats dan de batterij door
deze naar binnen (
) en naar beneden
(
) te drukken.
2 Laad de batterij op.
z CB-2LG: kantel de stekker naar
buiten (
) en steek de oplader in een
stopcontact (
).
z CB-2LGE: sluit het netsnoer aan op de
oplader en steek het andere uiteinde in
een stopcontact.
z Het oplaadlampje gaat oranje branden en
het opladen begint.
z Wanneer het opladen is voltooid, wordt
het lampje groen.
3 Verwijder de batterij.
z Haal het netsnoer van de batterijlader uit
het stopcontact en verwijder de batterij
door deze naar binnen (
) en omhoog
(
) te drukken.
CB-2LGE
CB-2LG
13
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Laad de batterij niet langer dan 24 uur achtereen op, om de batterij
te beschermen en in goede staat te houden.
Bij batterijladers die gebruik maken van een netsnoer mag u de
lader of het snoer niet op andere voorwerpen aansluiten. Dit kan
defect of schade aan het product tot gevolg hebben.
Zie “Aantal opnamen/opnametijd, afspeeltijd” (=
203) voor meer informatie
over de oplaadduur, het aantal opnamen en de opnametijd met een volledig
opgeladen batterij.
Opgeladen batterijen verliezen geleidelijk hun lading, ook als ze niet worden
gebruikt. Laad de batterij op de dag dat u deze wilt gebruiken op, of vlak
daarvoor
.
De lader kan worden gebruikt in gebieden met een wisselspanning van
100 – 240 V (50/60 Hz). Als de stekker niet in het stopcontact past, moet u een
geschikte stekkeradapter gebruiken. Gebruik geen elektrische transformator
die is bedoeld voor op reis, omdat deze de batterij kan beschadigen.
De batterij en geheugenkaart plaatsen
Plaats de meegeleverde batterij en een geheugenkaart (afzonderlijk
verkrijgbaar).
Denk eraan dat u, voordat u een nieuwe geheugenkaart (of een
geheugenkaart die in een ander apparaat is geformatteerd) gaat gebruiken,
de geheugenkaart met deze camera moet formatteren (=
156).
1 Open het klepje.
z Schuif het klepje naar buiten ( ) en open
het (
).
2 Plaats de batterij.
z Duw de batterijvergrendeling in de
richting van de pijl en plaats de batterij in
de getoonde richting totdat hij vastklikt en
is vergrendeld.
z Als u de batterij verkeerd om plaatst,
kan deze niet in de juiste positie worden
vergrendeld. Controleer altijd of de
batterij in de juiste richting is geplaatst en
wordt vergrendeld.
Aansluitpunten Batterijvergren-
deling
14
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
3 Controleer het lipje voor
schrijfbeveiliging van de kaart
en plaats de geheugenkaart.
z Bij geheugenkaarten met een lipje
voor schrijfbeveiliging kunt u geen
opnamen maken als het lipje is ingesteld
op vergrendeld. Schuif het lipje in de
ontgrendelde positie.
z Plaats de geheugenkaart in de getoonde
richting totdat deze vastklikt en is
vergrendeld.
z Controleer altijd of de geheugenkaart in
de juiste richting geplaatst wordt. Als u de
geheugenkaart in de verkeerde richting
probeert te plaatsen, kunt u de camera
beschadigen.
4 Sluit het klepje.
z Sluit het klepje ( ) en duw het lichtjes
aan terwijl u het naar binnen schuift,
totdat het vastklikt (
).
Zie “Aantal 4:3-opnamen per geheugenkaart” (=
203) voor richtlijnen over
hoeveel foto‘s of uren aan opnamen op één geheugenkaart passen.
Aansluitpunten
De batterij en geheugenkaart verwijderen
Verwijder de batterij.
z Open het klepje en duw de
batterijvergrendeling in de richting
van de pijl.
z De batterij wipt nu omhoog.
Verwijder de geheugenkaart.
z Duw de geheugenkaart naar binnen
tot u een klik hoort en laat de kaart
langzaam los.
z De geheugenkaart wipt nu omhoog.
15
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
De datum en tijd instellen
Stel de datum en tijd als volgt in als het [Datum/Tijd] verschijnt wanneer u de
camera aanzet. Informatie die u op deze manier opgeeft, wordt opgeslagen in
de beeldeigenschappen wanneer u een foto maakt en wordt gebruikt bij het
beheer van uw foto's of wanneer u foto's afdrukt met de datum erop.
Desgewenst kunt u ook een datumstempel aan uw foto's toevoegen
(=
39).
1 Schakel de camera in.
z Druk op de ON/OFF-knop.
z Het scherm [Datum/Tijd] verschijnt.
2 Stel de datum en tijd in.
z Druk op de knoppen <q><r> om een
optie te selecteren.
z Druk op de knoppen <o><p> om de
datum en tijd op te geven.
z Als u klaar bent, drukt u op de
knop <m>.
3 Stel de tijdzone thuis in.
z Druk op de knoppen <q><r> om de
tijdzone thuis te selecteren.
4 Voltooi de instellingsprocedure.
z Als u klaar bent, drukt u op
de knop <m>. Nadat een
bevestigingsbericht is weergegeven,
wordt het instellingenscherm niet meer
weergegeven.
z Druk op de ON/OFF-knop om de camera
uit te schakelen.
Het scherm [Datum/Tijd] verschijnt telkens wanneer u de camera
inschakelt, tenzij u de datum, tijd en tijdzone al hebt ingesteld.
Geef de juiste informatie op.
Om de zomertijd in te stellen (normale tijd plus 1 uur), kiest u [ ] in stap 2 en
vervolgens kiest u [
] door op de knoppen <o><p> te drukken.
U kunt de datum en tijd ook instellen door op de gewenste optie op het scherm
in stap 2 te tikken en vervolgens op [o][p] te tikken, gevolgd door [
].
Op dezelfde manier kunt u uw tijdzone thuis instellen door in stap 3 op [q][r]
op het scherm te tikken, gevolgd door [
].
16
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Dankzij de ingebouwde datum/tijd-batterij (reservebatterij) kunnen de datum-
en tijdinstellingen ongeveer 3 weken behouden blijven nadat de batterij is
verwijderd.
De datum/tijd-batterij wordt in ongeveer 4 uur opgeladen nadat u een
opgeladen batterij hebt geplaatst of de camera hebt aangesloten op een
voedingsadapterset (afzonderlijk verkrijgbaar
, =
162), zelfs als de camera is
uitgeschakeld.
Zodra de datum/tijd-batterij leeg is, verschijnt het scherm [Datum/Tijd] als u de
camera inschakelt. Stel de juiste datum en tijd in zoals beschreven bij “De
datum en tijd instellen” (=
15).
Weergavetaal
U kunt de weergavetaal desgewenst wijzigen.
1 Open de afspeelmodus.
z Druk op de knop <1>.
2 Open het instellingenscherm.
z Houd de knop <m> ingedrukt en druk
direct op de knop <n>.
De datum en tijd wijzigen
Wijzig de datum en tijd als volgt.
1 Open het cameramenu.
z Druk op de knop <n>.
2 Kies [Datum/Tijd].
z Beweeg de zoomknop om het
tabblad [3] te selecteren.
z Druk op de knoppen <o><p> om
[Datum/Tijd] te selecteren en druk
vervolgens op de knop <m>.
3 Wijzig de datum en tijd.
z Volg stap 2 bij “De datum en tijd instellen”
(=
15) om de instellingen aan te
passen.
z Druk op de knop <n> om het menu
te sluiten.
17
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
3
Stel de taal van het LCD-scherm in.
z Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om een taal te selecteren en druk
vervolgens op de knop <m>.
z Nadat u de taal van het LCD-scherm hebt
ingesteld, wordt het instellingenscherm
niet langer weergegeven.
De huidige tijd verschijnt als u in stap 2, nadat u op de knop
<m> hebt
gedrukt, te lang wacht voordat u op de knop <n> drukt. Druk in dat geval
op
<m> om de tijdweergave te verwijderen en herhaal stap 2.
U kunt de weergavetaal ook wijzigen door op de knop <n> te drukken en
[T
aal
] te selecteren op het tabblad [3].
U kunt de taal van het LCD-scherm ook instellen door in stap 3 op een taal op
het scherm te tikken en vervolgens nogmaals hierop te tikken.
De interne oplaadbare lithiumbatterij
recyclen
Als u uw camera afdankt, moet u eerst de interne oplaadbare lithiumbatterij
verwijderen voor recycling volgens de lokale voorschriften.
1 Open de LCD-monitor en draai
de schroeven van de behuizing
aan de achterkant, de zijkanten
en de onderkant los.
2 Verwijder de klep van de
achterkant.
3 Verwijder de batterij.
Verwijder nooit de camerabehuizing om een andere reden dan om de interne
oplaadbare lithiumbatterij te verwijderen voor recycling, wanneer u de camera afdankt.
18
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Foto’s Films
De camera testen
Volg deze instructies om de camera in te schakelen, foto- of filmopnamen te
maken en deze daarna te bekijken.
Opnamen maken (Smart Auto)
Laat de camera het onderwerp en de opnameomstandigheden bepalen
voor volledig automatische selectie van de optimale instellingen voor
specifieke composities.
1 Schakel de camera in.
z Druk op de ON/OFF-knop.
z Het opstartscherm wordt weergegeven.
2 Open de modus [ ].
z Stel de modusschakelaar in op [4].
z Richt de camera op het onderwerp.
Terwijl de camera de compositie bepaalt,
maakt deze een licht klikkend geluid.
z De pictogrammen die de modus voor
composities en de beeldstabilisatiemodus
aanduiden worden linksboven in het
scherm weergegeven.
z Kaders rond gedetecteerde onderwerpen
geven aan dat de camera daarop is
scherpgesteld.
3 Kies de compositie.
z Om in te zoomen en het onderwerp te
vergroten, duwt u de zoomknop naar
<i> (telelens) en om uit te zoomen
duwt u de knop naar <j> (groothoek).
4 Maak de opname.
Foto’s maken
Stel scherp.
z Druk de ontspanknop half in. Nadat
is scherpgesteld hoort u tweemaal
een pieptoon en worden AF-kaders
weergegeven om aan te geven op welke
beeldgebieden is scherpgesteld.
19
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
z Als [Flitser Opklappen] op het scherm
verschijnt, verschuift u de schakelaar
<h> om de flitser uit te klappen. De flitser
flitst wanneer u een opname maakt.
Als u liever geen flitser gebruikt, drukt
u de flitser met uw vinger omlaag.
Maak de opname.
z Druk de ontspanknop helemaal naar
beneden.
z Wanneer de camera de opname maakt,
hoort u het sluitergeluid en wanneer er
weinig licht is, gaat de flitser, als u deze
hebt uitgeklapt, automatisch af.
z Houd de camera stil tot het sluitergeluid
stopt.
z Nadat de opname is weergegeven,
schakelt de camera weer over naar het
opnamescherm.
z Zelfs wanneer de foto nog op het scherm
staat, kunt u al op de ontspanknop
drukken om een volgende foto te maken.
Films opnemen
Start met opnemen.
z Druk op de filmknop. Zodra de camera
met opnemen begint, hoort u één
pieptoon en verschijnen [
REC] en de
verstreken tijd op het scherm.
z Er verschijnen zwarte balken aan de
boven- en onderkant van het scherm
en het onderwerp wordt iets vergroot.
De zwarte balken geven beeldgebieden
aan die niet worden vastgelegd.
z Kaders rond gedetecteerde gezichten
geven aan dat de camera daarop is
scherpgesteld.
z Zodra de opname is begonnen, haalt
u uw vinger van de filmknop.
Voltooi de opname.
z Druk nogmaals op de filmknop om het
opnemen te stoppen. De camera piept
tweemaal als de opname stopt.
U kunt een korte film van een dag (digest-film) maken door foto’s te maken.
Wanneer de modusschakelaar op [
] is ingesteld, neemt de camera vlak
voor elke opname automatisch een filmclip uit de scène op (Modus Hybride
automatisch (=
55)).
Verstreken tijd
20
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Bekijken
Na het maken van foto's of het opnemen van films kunt u deze, zoals
hieronder is beschreven, op het scherm bekijken.
1 Open de afspeelmodus.
z Druk op de knop <1>.
z Uw laatste opname wordt weergegeven.
2 Blader door uw beelden.
z Om het vorige beeld te bekijken, drukt
u op de knop <q>. Om het volgende
beeld te bekijken, drukt u op de
knop <r>.
z Voor toegang tot de modus Beeld scrollen
houdt u de knoppen <q><r> gedurende
ten minste één seconde ingedrukt. Druk
in deze modus op de knoppen <q><r>
om door uw beelden te bladeren.
z Druk op de knop <m> om terug te keren
naar de enkelvoudige weergave.
z Films zijn herkenbaar aan het pictogram
[
]. Ga naar stap 3 als u films wilt
afspelen.
3 Speel films af.
z Druk op de knop <m>, druk op de
knoppen <o><p> om [
] te selecteren
en druk vervolgens opnieuw op de
knop <m>.
z Het afspelen begint en na de film
verschijnt [
].
z Om het volume aan te passen, drukt u op
de knoppen <o><p>.
Volume
21
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Bediening via het aanraakscherm
z
Als u het volgende beeld wilt bekijken, veegt
u met uw vinger naar links op het scherm in
stap 2 en voor het vorige beeld veegt u naar
rechts met uw vinger.
z
Als u de modus Beeld scrollen wilt openen,
veegt u met uw vinger herhaaldelijk snel naar
links of rechts.
z
Selecteer een film en tik op [ ] om het
afspelen te starten.
z
Als u het volume wilt aanpassen tijdens het
afspelen van een film, sleept u met uw vinger
snel omhoog of omlaag op het scherm.
Beelden wissen
U kunt beelden die u niet meer nodig hebt één voor één selecteren en wissen.
Wees voorzichtig bij het wissen van beelden, want ze kunnen niet worden hersteld.
1 Selecteer het beeld dat u wilt
wissen.
z Druk op de knoppen <q><r> om een
beeld te selecteren.
2 Wis het beeld.
z Druk op de knop <m>, druk op de
knoppen <o><p> om [a] te selecteren
en druk nogmaals op de knop <m>.
z Als [Wissen ?] verschijnt, drukt u op
de knoppen <q><r> om [Wissen] te
selecteren en vervolgens drukt u op
de knop <m>.
z Het huidige beeld wordt nu gewist.
z Als u het wissen wilt annuleren, drukt
u op de knoppen <q><r> om [Annuleer]
te kiezen en drukt u vervolgens op
de knop <m>.
U kunt ook alle beelden tegelijk wissen (=
101).
U kunt het huidige beeld ook wissen door in stap 2 op [Wissen] op het scherm
te tikken.
U kunt beelden ook wissen door Touch-acties te gebruiken (=
106).
22
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Aan/Uit ............................................................... 23
Spaarstandfuncties (Automatisch Uit) ...................23
Ontspanknop .................................................... 24
Opties opnameweergave ................................. 24
Het menu FUNC. ............................................... 25
Menu‘s gebruiken ............................................. 26
Toetsenbord op het scherm ............................ 27
Indicatorweergave ............................................ 28
Klok ................................................................... 29
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Overige basishandelingen en meer manieren om van de camera te genieten, inclusief opties voor opnemen en
afspelen
23
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Aan/Uit
Opnamemodus
z Druk op de ON/OFF-knop om de camera
in te schakelen en gereed te maken om
op te nemen.
z Druk opnieuw op de ON/OFF-knop om de
camera uit te schakelen.
Afspeelmodus
z Druk op de knop <1> om de camera in
te schakelen en uw foto's te bekijken.
z Om de camera uit te schakelen drukt
u opnieuw op de knop <1>.
Om van de opnamemodus naar de afspeelmodus te gaan, drukt u op
de knop <1>.
Om vanuit de afspeelmodus naar de opnamemodus te gaan, drukt u de
ontspanknop half in (=
24).
Als de camera in de afspeelmodus is, wordt ongeveer na één minuut de lens
ingetrokken. U kunt de camera uitschakelen terwijl de lens is ingetrokken door
nogmaals op de knop <1> te drukken.
Spaarstandfuncties (Automatisch Uit)
Om de batterij te sparen worden het scherm (scherm uit) en de camera
automatisch uitgeschakeld na een bepaalde inactieve periode.
Spaarstand in de opnamemodus
Het scherm wordt automatisch uitgeschakeld nadat het ongeveer één
minuut inactief is geweest. Ongeveer na nog 2 minuten wordt de lens
ingetrokken en de camera uitgeschakeld. Als het scherm is uitgeschakeld
maar de lens nog niet is ingetrokken, kunt u het scherm weer inschakelen
en gereedmaken voor het maken van opnamen door de ontspanknop half in
te drukken (=
24).
Spaarstand in de afspeelmodus
De camera wordt na ongeveer 5 minuten inactiviteit automatisch
uitgeschakeld.
U kunt desgewenst Automatisch Uit uitschakelen en de timing van Display uit
aanpassen (=
155).
De spaarstand is niet actief wanneer de camera via Wi-Fi op andere apparaten
is aangesloten (=
117) of als deze is aangesloten op een computer
(=
170).
24
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Ontspanknop
Om de scherpte van uw foto´s te waarborgen, houdt u de ontspanknop altijd
eerst half ingedrukt. Zodra het onderwerp is scherpgesteld, drukt u de knop
helemaal in om de foto te maken.
In deze handleiding wordt de bediening van de ontspanknop omschreven
als de knop half of helemaal indrukken.
1 Druk half in. (Licht indrukken
om scherp te stellen.)
z Druk de ontspanknop half in. De camera
piept twee keer en er worden AF-kaders
weergegeven rond de beeldgebieden
waarop is scherpgesteld.
2 Druk helemaal in. (Druk, vanaf
de positie halverwege, helemaal
in om de opname te maken.)
z De camera maakt de opname en er klinkt
een sluitergeluid.
z Houd de camera stil tot het sluitergeluid
stopt.
De beelden worden mogelijk onscherp als u de opname maakt
zonder eerst de ontspanknop half in te drukken.
Het geluid van de sluiter kan korter of langer duren, afhankelijk
van de tijd die nodig is om de opname te maken. Bij sommige
opnamecomposities kan het langer duren en de beelden worden
vaag als u de camera beweegt (of als het onderwerp beweegt)
voordat het geluid van de sluiter stopt.
Opties opnameweergave
Druk op de knop <p> om andere informatie weer te geven op het scherm
of om de informatie te verbergen. Zie “Informatie op het scherm” (=
191)
voor meer informatie over de weergegeven gegevens.
Informatie wordt weergegeven Geen informatie weergegeven
Als u in een omgeving met weinig licht opnamen maakt, wordt met de
nachtschermfunctie de helderheid van het scherm automatisch verhoogd.
Zo kunt u de compositie van uw opnamen gemakkelijker controleren. Mogelijk
komen de beeldhelderheid op het scherm en de helderheid van uw foto's niet
overeen. V
ervorming van het beeld op het scherm of schokkerige bewegingen
van het onderwerp hebben geen invloed op vastgelegde beelden.
Zie “Schakelen tussen weergavemodi” (=
89) voor weergaveopties.
25
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Het menu FUNC.
Configureer veelgebruikte functies als volgt via het menu FUNC.
Menu-items en -opties zijn afhankelijk van de opnamemodus
(=
195196) of afspeelmodus (=
201).
1 Open het Menu FUNC.
z Druk op de knop <m>.
2 Selecteer een menu-item.
z Druk op de knoppen <o><p> om
een menu-item te selecteren en druk
vervolgens op de knop <m> of <r>.
z Afhankelijk van het menu-item
kunnen functies eenvoudig worden
opgegeven door op de knop <m> of
<r> te drukken, of er wordt een ander
scherm weergegeven om de functie te
configureren.
3 Selecteer een optie.
z Druk op de knoppen <o><p> om een
menu-item te selecteren.
z Opties met het pictogram [ ] kunnen
worden geconfigureerd door op de knop
<n> te drukken.
z Druk op de knop <q> om terug te gaan
naar de menu-items.
Opties
Menu-items
4 Voltooi de instellingsprocedure.
z Druk op de knop <m>.
z Het scherm voordat u in stap 1 op
de knop <m> drukte, wordt opnieuw
weergegeven en toont de optie die u hebt
geconfigureerd.
Als u per ongeluk een instelling hebt gewijzigd, kunt u dat ongedaan maken
door de standaardinstellingen van de camera te herstellen (=
159).
Bediening via het aanraakscherm gebruiken om
instellingen te configureren
z Open het menu FUNC. door op de knop
<m> te drukken en sleep het menu
omhoog of omlaag om erin te bladeren
of tik op een menu-item om het te
selecteren.
z Tik op een optie om deze te selecteren.
Tik nogmaals op de optie om uw keuze
te bevestigen en terug te keren naar het
scherm dat getoond werd voordat u op
de knop <m> drukte.
z U kunt het scherm voor opties die worden
aangeduid met het pictogram [
]
openen door op [
] te tikken.
Opties
Menu-items
26
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Menu‘s gebruiken
Configureer verschillende camerafuncties als volgt via overige menu’s.
De menu-items zijn op tabbladen per doel gegroepeerd, zoals opnamen
maken [4], afspelen [
1
] enzovoort. De beschikbare menu-items
verschillen afhankelijk van de geselecteerde opname- of afspeelstand
(=
197201).
1 Open het menu.
z Druk op de knop <n>.
2 Selecteer een tabblad.
z Beweeg de zoomknop om een tabblad te
selecteren.
z Nadat u eerst op de knoppen <o><p>
hebt gedrukt om een tabblad te
selecteren, kunt u met de knoppen
<q><r> schakelen tussen tabbladen.
3 Selecteer een menu-item.
z Druk op de knoppen <o><p> om een
menu-item te selecteren.
z Bij menu-items met opties die niet
worden weergegeven, drukt u eerst op
de knop <m> of <r> om van scherm
te wisselen en daarna drukt u op de
knoppen <o><p> om het menu-item te
selecteren.
z Druk op de knop <n> om terug te
keren naar het vorige scherm.
4 Selecteer een optie.
z Druk op de knoppen <q><r> om een
optie te selecteren.
5 Voltooi de instellingsprocedure.
z Druk op de knop <n> om terug
te gaan naar het scherm dat werd
weergegeven voordat u in stap 1 op de
knop <n> drukte.
Als u per ongeluk een instelling hebt gewijzigd, kunt u dat ongedaan maken
door de standaardinstellingen van de camera te herstellen (=
159).
27
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Bediening via het aanraakscherm
U opent tabbladen door te drukken op de knop <n> om het menu te
openen en vervolgens te tikken op het gewenste tabblad.
Sleep de menu-items omhoog of omlaag om erdoor te bladeren of tik op
een menu-item als u dit wilt selecteren.
Tik op een optie om deze te selecteren. Opties waarnaast de
pictogrammen [
q
][
r
] worden weergegeven, kunnen ook worden
geconfigureerd door op deze pictogrammen te tikken.
Bij menu-items met een balk ter aanduiding van het niveau tikt u op de
gewenste positie op de balk.
Als u menu-items wilt configureren waarvoor geen opties worden
weergegeven, tikt u eerst op het menu-item om het instellingenscherm
te openen. Op het instellingenscherm sleept of tikt u om het menu-item
te selecteren. Tik vervolgens om de optie te selecteren.
Tik op [ ] om
terug te keren naar het vorige scherm.
U kunt ook op invoerelementen (zoals selectievakjes of tekstvelden)
tikken om deze te selecteren en u kunt tekst opgeven door op het
schermtoetsenbord te tikken.
Wanneer [ ] wordt weergegeven, kunt u desgewenst op [ ] tikken
in plaats van op de knop <m> te drukken.
Wanneer [ ] wordt weergegeven, kunt u desgewenst op [ ] tikken
in plaats van op de knop <n> te drukken.
Druk nogmaals op de knop <n> om het menu te sluiten.
Toetsenbord op het scherm
Gebruik het schermtoetsenbord om informatie in te voeren voor Gezichts-ID
(=
42), Wi-Fi-verbindingen (=
128), enzovoort. De lengte en het soort
informatie dat u in kunt voeren hangt af van de functie die u gebruikt.
Tekens invoeren
z Tik op tekens om ze in te voeren.
z De hoeveelheid informatie die u in
kunt voeren hangt af van de functie die
u gebruikt.
Cursor verplaatsen
z Tik op [ ] of [ ].
Regeleindes invoeren
z Tik op [ ].
Van invoerstand wisselen
z Als u wilt overschakelen naar cijfers of
symbolen, tikt u op [
].
z Tik op [ ] om hoofdletters in te voeren.
z De beschikbare invoermethodes zijn
afhankelijk van de functie die u gebruikt.
Aantal beschikbare tekens
28
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Tekens verwijderen
z Tik op [ ] om het vorige teken te
verwijderen.
Invoer bevestigen en terugkeren
naar het vorige scherm
z Druk op de knop <n>.
Indicatorweergave
De indicator op de achterkant van de camera (=
3) brandt of knippert
afhankelijk van de status van de camera.
Kleur Indicatorstatus Camerastatus
Groen
Aan
Aangesloten op een computer (=
170) of het scherm
is uitgeschakeld (=
23, 154, 155)
Knippert
Bezig met opstarten, opnemen/lezen/verzenden van
beelden, het maken van opnamen met lange sluitertijd
(=
69) of verbonden met/verzenden via Wi-Fi
Wanneer de indicator groen knippert, moet u geen van de volgende
dingen doen. Dat kan namelijk beelden beschadigen of de camera
of de geheugenkaart beschadigen.
- Schakel de camera uit
- Schud of schok de camera
- Open het klepje van geheugenkaart/batterijhouder
29
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Klok
U kunt kijken hoe laat het is.
z Houd de knop <m> ingedrukt.
z De huidige tijd verschijnt.
z Als u de camera verticaal houdt wanneer
u de klokfunctie gebruik, schakelt het
scherm over naar verticale weergave.
Druk op de knoppen <q><r> om de
weergavekleur aan te passen.
z Druk nogmaals op <m> om de
klokweergave te annuleren.
Als de camera is uitgeschakeld, houdt u de knop <m> ingedrukt en drukt u op
de ON/OFF-knop om de klok weer te geven.
30
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Auto-modus
Handige modus voor eenvoudige opnamen met een betere controle bij het maken van opnamen.
Opnamen maken met door de camera
bepaalde instellingen ..................................... 31
Opnamen maken (Smart Auto) .............................31
Compositiepictogrammen ..................................... 34
Pictogrammen voor beeldstabilisatie .................... 35
Kaders op het scherm ........................................... 36
Algemene, handige functies ........................... 36
Nader inzoomen op het onderwerp
(Digitale Zoom) ...................................................... 36
De zelfontspanner gebruiken ................................ 37
Opnamen maken door het scherm aan te raken
(Touch Shutter) ...................................................... 39
Een datumstempel toevoegen
.............................. 39
Continu-opnamen maken ......................................40
Gezichts-ID gebruiken ..................................... 41
Gezichts-ID-gegevens registreren ........................ 42
Opnamen maken ................................................... 43
Geregistreerde gegevens controleren
en bewerken .......................................................... 44
Functies voor de beeldaanpassing ................ 47
De verhouding wijzigen ......................................... 47
De beeldresolutie wijzigen (grootte) ......................47
Rode-ogencorrectie ............................................... 48
Groenige beeldgebieden door kwiklampen
corrigeren .............................................................. 49
Beeldkwaliteit van films wijzigen ........................... 49
Handige opnamefuncties ................................ 50
Raster weergeven ................................................. 50
Het gebied waarop wordt scherpgesteld
vergroten ............................................................... 50
Controleren op gesloten ogen ...............................51
De camerabewerkingen aanpassen ............... 51
Het AF-hulplicht uitschakelen ................................ 51
Het lampje voor rode-ogenreductie
uitschakelen ..........................................................52
De weergavestijl van het beeld na
opnamen wijzigen ................................................. 52
31
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
3 Kies de compositie.
z Om in te zoomen en het onderwerp te
vergroten, duwt u de zoomknop naar
<i> (telelens) en om uit te zoomen
duwt u de knop naar <j> (groothoek).
(Op het scherm verschijnt de zoombalk,
die de zoompositie aangeeft.)
4 Maak de opname.
Foto’s maken
Stel scherp.
z Druk de ontspanknop half in. Nadat
is scherpgesteld hoort u tweemaal
een pieptoon en worden AF-kaders
weergegeven om aan te geven op welke
beeldgebieden is scherpgesteld.
z Wanneer op meer dan één gebied
is scherpgesteld, worden meerdere
AF-kaders weergegeven.
Zoombalk
Opnamen maken met door de camera
bepaalde instellingen
Laat de camera het onderwerp en de opnameomstandigheden bepalen
voor volledig automatische selectie van de optimale instellingen voor
specifieke composities.
Foto’s Films
Opnamen maken (Smart Auto)
1 Schakel de camera in.
z Druk op de ON/OFF-knop.
z Het opstartscherm wordt weergegeven.
2 Open de modus [ ].
z Stel de modusschakelaar in op [4].
z Druk op de knop <m>, druk op de
knoppen <o><p> om [
] te
selecteren en druk vervolgens opnieuw
op de knop <m>.
z Druk op de knoppen <o><p> om
[
] te selecteren en druk vervolgens
op de knop <m>.
z Richt de camera op het onderwerp.
Terwijl de camera de compositie bepaalt,
maakt deze een licht klikkend geluid.
z De pictogrammen die de modus voor
composities en de beeldstabilisatiemodus
aanduiden worden linksboven in het
scherm weergegeven (=
34, 35).
z Kaders rond gedetecteerde onderwerpen
geven aan dat de camera daarop is
scherpgesteld.
32
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
z
Als [Flitser Opklappen] op het scherm
verschijnt, verschuift u de schakelaar <h>
om de flitser uit te klappen. De flitser flitst
wanneer u een opname maakt. Als u liever
geen flitser gebruikt, drukt u de flitser met uw
vinger omlaag.
Maak de opname.
z
Druk de ontspanknop helemaal naar
beneden.
z
Wanneer de camera de opname maakt, hoort
u het sluitergeluid en wanneer er weinig licht
is, gaat de flitser, als u deze hebt uitgeklapt,
automatisch af.
z
Houd de camera stil tot het sluitergeluid stopt.
z
Nadat de opname is weergegeven,
schakelt de camera weer over naar het
opnamescherm.
Films opnemen
Start met opnemen.
z
Druk op de filmknop. Zodra de camera met
opnemen begint, hoort u één pieptoon en
verschijnen [ REC] en de verstreken tijd
op het scherm.
z
Er verschijnen zwarte balken aan de
boven- en onderkant van het scherm en het
onderwerp wordt iets vergroot. De zwarte
balken geven beeldgebieden aan die niet
worden vastgelegd.
z
Kaders rond gedetecteerde gezichten geven
aan dat de camera daarop is scherpgesteld.
z
Zodra de opname is begonnen, haalt u uw
vinger van de filmknop.
Verstreken tijd
Pas de grootte van het
onderwerp aan en wijzig zo nodig
de compositie van de opname.
z Om de grootte van het onderwerp te
wijzigen, herhaalt u de bewerkingen
in stap 3 (=
31). Het geluid van
de camerahandelingen wordt echter
opgenomen en films die worden
opgenomen met de zoomfactor in blauw
zien er korrelig uit.
z Als u tijdens de opname de compositie
wijzigt, worden de focus, helderheid en
kleurtoon automatisch aangepast.
Voltooi de opname.
z Druk nogmaals op de filmknop om het
opnemen te stoppen. De camera piept
tweemaal als de opname stopt.
z De camera stopt automatisch met
opnemen zodra de geheugenkaart vol
raakt.
Wanneer de flitser tijdens de opname afgaat, geeft dat aan dat de camera
automatisch heeft geprobeerd te zorgen voor optimale kleuren in het
hoofdonderwerp en de achtergrond (Witbalans voor meerdere gebieden).
33
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Foto’s/films
Als de camera wordt ingeschakeld terwijl de knop <p> wordt ingedrukt,
maakt de camera geen geluid. U geeft geluiden opnieuw weer door op
de knop <n> te drukken en [mute] te kiezen op het tabblad [3].
Druk vervolgens op de knoppen <q><r> om [Uit] te kiezen.
Foto’s
Een knipperend [ ]-pictogram is een waarschuwing dat de beelden
mogelijk onscherp worden door camerabewegingen. Bevestig in dat
geval de camera op een statief of neem andere maatregelen om de
camera stil te houden.
Zijn uw opnamen te donker, ondanks dat er is geflitst, ga dan dichter
naar het onderwerp toe. Zie “Flitsbereik” (=
204)
voor meer informatie
over het flitsbereik.
Het onderwerp is mogelijk te dichtbij als de camera maar één keer piept
wanneer u de ontspanknop half ingedrukt houdt. Zie “Opnamebereik”
(=
204)
voor meer informatie over het scherpstelbereik
(opnamebereik).
Om rode ogen te corrigeren en om het scherpstellen te
vergemakkelijken, kan het lampje worden ingeschakeld bij opnamen in
een omgeving met weinig licht.
Als een knipperend pictogram [h] wordt weergegeven wanneer u een
opname probeert te maken, dan geeft dat aan dat u pas een opname
kunt maken als de flitser klaar is met opladen. U kunt weer opnemen
zodra de flitser gereed is. U kunt nu de ontspanknop helemaal indrukken
en wachten, of u laat de knop los en drukt de ontspanknop opnieuw in.
Het geluid van de sluiter is niet te horen wanneer de pictogrammen voor
Slapen en Baby’s (Slapen)
(=
34)
worden weergegeven.
Hoewel u nog een opname kunt maken voordat het opnamescherm
wordt weergegeven, worden de gebruikte focus, helderheid en kleuren
mogelijk bepaald door uw vorige opname.
U kunt wijzigen hoe lang beelden worden weergeven na opnamen (=
52).
Films
De camerabehuizing kan warm worden wanneer u herhaaldelijk
gedurende langere tijd films opneemt. Dit is geen teken van
beschadiging.
Kom tijdens het opnemen van films
niet met uw vingers aan de microfoon.
Het blokkeren van de microfoon kan
verhinderen dat het geluid wordt
opgenomen of het opgenomen geluid
klinkt daardoor gedempt.
Vermijd tijdens het opnemen van een film om andere
camerabediening dan de filmknoppen aan te raken, omdat de
geluiden van de camera ook worden opgenomen.
Wanneer de filmopname begint, verandert het beeldgebied
en worden onderwerpen vergroot om te zorgen dat sterke
camerabewegingen worden gecorrigeerd. Als u onderwerpen wilt
filmen met hetzelfde formaat als waarop ze vóór het filmen worden
weergegeven, wijzigt u de instelling voor beeldstabilisatie (=
85).
Het geluid wordt in stereo opgenomen.
De vervorming van het geluid door opnemen bij harde wind kan worden
beperkt. Als er geen wind is, kan het opgenomen geluid bij gebruik van deze
optie echter onnatuurlijk gaan klinken. Als er geen harde wind staat, kiest
u MENU (
=
26) > [4] tabblad > [Wind Filter] > [Uit] (=
26).
Microfoon
34
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Foto’s Films
Compositiepictogrammen
In de modus [ ] geeft de camera een pictogram weer voor de vastgestelde
compositie. De bijbehorende instellingen voor optimale scherpstelling, helderheid
en kleur van het onderwerp worden automatisch geselecteerd. Afhankelijk van
de compositie worden er mogelijk continu beelden vastgelegd
(=
35).
Achtergrond
Onderwerp
Normaal Tegenlicht Donker*
Zonson-
dergangen
Spotlights
Mensen
In beweging
–––
Schaduwen op gezicht
––––
Glimlach
–––
Slapen
–––
Baby's
–––
Glimlach
–––
Slapen
–––
Kinderen (In beweging)
–––
Overige onderwerpen
In beweging
–––
Dichtbij
––
* Met statief
De achtergrondkleur van pictogrammen is lichtblauw wanneer de achtergrond
een blauwe lucht is, donkerblauw wanneer de achtergrond donker is en grijs bij
alle overige achtergronden.
De achtergrondkleur van pictogrammen is lichtblauw wanneer de achtergrond
een blauwe lucht is en grijs bij alle overige achtergronden.
De achtergrondkleur van [ ], [ ], [ ], [ ], en [ ] is donkerblauw en de
achtergrondkleur van [
] is oranje.
Tijdens filmopnames worden alleen de pictogrammen Personen, Overige
onderwerpen en Dichtbij weergegeven.
Tijdens opnames met de zelfontspanner worden de pictogrammen Personen
(In beweging), Glimlach, Slapen, Baby's (Glimlach), Baby's (Slapen), Kinderen,
Overige onderwerpen (In beweging) niet weergegeven.
De volgende pictogrammen worden niet weergegeven in andere transportmodi dan
[
] (=
35, 40), en wanneer [Hg lampcorr.] op [Aan] is ingesteld en composities
automatisch worden gecorrigeerd (=
49): Glimlach, Slapen, Baby's (Glimlach),
Baby's (Slapen) en Kinderen.
Als de flitser is ingesteld op [
], worden de Tegenlichtpictogrammen voor Glimlach
en Kinderen niet weergegeven.
De pictogrammen Baby's, Baby's (Glimlach), Baby's (Slapen) en Kinderen worden
weergegeven wanneer [Gezichts-ID] is ingesteld op [Aan] en het gezicht van een
geregistreerde baby (jonger dan twee jaar) of kind (van twee tot twaalf jaar) wordt
gedetecteerd (=
42). Controleer vooraf of de datum en tijd correct zijn ingesteld
(=
15).
Probeer op te nemen in de modus [G] (=
71) als het
compositiepictogram niet bij de huidige opnameomstandigheden
past of als het niet mogelijk is om een opname te maken met het
effect, de kleur of de helderheid die of dat u verwacht.
35
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Scènes voor continu-opname
Als u een foto neemt wanneer de volgende compositiepictogrammen
worden weergegeven, neemt de camera continu-opnamen. Als u de
ontspanknop half indrukt wanneer een van de pictogrammen in
onderstaande tabel wordt weergegeven, wordt een van de volgende
pictogrammen weergegeven om u te laten weten dat de camera continu
beelden zal opnemen: [ ], [ ] of [W].
Glimlach (inclusief Baby's)
: Opeenvolgende beelden worden vastgelegd, en de
camera analyseert details, zoals gezichtsexpressie,
om de beste foto te kunnen opslaan.
Slapen (inclusief Baby's)
: Mooie opnamen van slapende gezichten doordat
opeenvolgende foto’s worden gecombineerd om
camerabeweging en beeldruis te verminderen.
Het AF-hulplicht gaat niet branden, de flitser gaat
niet af en het sluitergeluid klinkt niet.
Kinderen
W
: De camera legt voor elke opname drie
opeenvolgende beelden vast, zodat u geen fraaie
foto van bewegende kinderen hoeft te missen.
In sommige scènes worden de verwachte beelden mogelijk niet
opgeslagen en kunnen beelden er anders uitzien dan verwacht.
Focus, beeldhelderheid en kleur worden bij de eerste opname
vastgesteld.
Als u alleen losse foto's wilt maken, drukt u op de knop <m> en selecteert
u [
] in het menu. Selecteer vervolgens [ ].
Foto’s Films
Pictogrammen voor beeldstabilisatie
Optimale beeldstabilisatie voor de opnameomstandigheden wordt
automatisch toegepast (Intelligent IS). Daarnaast worden in de modus
[ ] de volgende pictogrammen weergegeven.
Beeldstabilisatie voor foto’s
(Normaal)
Beeldstabilisatie voor films,
vermindering van sterke
camerabeweging, zoals
wanneer u lopend opneemt
(Dynamisch)
Beeldstabilisatie voor foto’s
tijdens pannen* (Pannen)
Beeldstabilisatie voor subtiele
camerabeweging, zoals bij
het opnemen van films met de
telelens (Powered)
Beeldstabilisatie voor macro-
opnamen (Hybrid IS)
Tijdens het opnemen van films
wordt [
] weergegeven en
wordt beeldstabilisatie voor
macrofilmopnamen gebruikt.
Geen beeldstabilisatie, omdat
de camera op een statief is
bevestigd of op een andere
manier stil wordt gehouden.
Tijdens het opnemen van films
wordt echter [
] weergegeven
en wordt gebruikgemaakt
van beeldstabilisatie om het
effect van wind of andere
trillingsbronnen te verminderen
(Tripod IS).
* Wordt weergegeven tijdens panning, terwijl u met de camera bewegende
onderwerpen volgt. Wanneer u een onderwerp volgt dat zich horizontaal verplaatst,
heft beeldstabilisatie alleen het effect van verticale camerabeweging op en stopt de
horizontale beeldstabilisatie. Op dezelfde wijze wordt, wanneer u een onderwerp volgt
dat zich verticaal verplaatst, alleen het effect van horizontale camerabeweging door
beeldstabilisatie opgeheven en stopt de verticale beeldstabilisatie.
Om de beeldstabilisatie te annuleren stelt u [IS modus] in op [Uit] (=
85).
In dat geval wordt het IS-pictogram niet weergegeven.
36
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Foto’s Films
Kaders op het scherm
Zodra de camera onderwerpen waarop u de camera richt, waarneemt,
worden verschillende kaders weergegeven.
Rond het onderwerp (of het gezicht) dat door de camera als
hoofdonderwerp wordt vastgesteld, wordt een wit kader weergegeven
en om andere gezichten die zijn herkend worden grijze kaders
weergegeven. De kaders volgen bewegende onderwerpen binnen een
bepaald bereik om de camera er steeds op scherpgesteld te houden.
Als de camera beweging van het onderwerp detecteert terwijl u de
ontspanknop half indrukt, dan wordt een blauw kader weergegeven en
worden de focus en helderheid voortdurend aangepast (Servo AF).
Probeer in de modus [G] (=
71) op te nemen als er geen
kaders worden weergegeven, als er geen kaders om de gewenste
onderwerpen worden weergegeven, of als kaders worden
weergegeven op de achtergrond of dergelijke gebieden.
Om onderwerpen te selecteren waarop u wilt scherpstellen, tikt u op het
gewenste onderwerp op het scherm. [
] wordt weergegeven en de modus
Touch AF wordt geactiveerd op de camera. Als u de ontspanknop half indrukt,
verschijnt er een blauw AF-kader en blijft de camera scherpstellen op het
onderwerp en de helderheid aanpassen (Servo AF).
Touch AF is niet beschikbaar voor het opnemen van films.
Algemene, handige functies
Foto’s Films
Nader inzoomen op het onderwerp
(Digitale Zoom)
Als onderwerpen te ver weg zijn om met behulp van de optische zoom te
vergroten, gebruikt u de digitale zoom om tot 20x te vergroten.
1 Duw de zoomknop naar <i>.
z Houd de zoomknop vast totdat het
zoomen stopt.
z Het inzoomen stopt wanneer de grootst
mogelijke zoomfactor is bereikt (voordat
het beeld merkbaar korrelig wordt).
Dit wordt weergegeven op het scherm.
2 Duw de zoomknop nogmaals
naar <i>.
z De camera zoomt nog verder in op het
onderwerp.
Zoomfactor
37
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Als u de zoomknop tijdens de opname beweegt, wordt de zoombalk
weergegeven (die de zoompositie aangeeft). De kleur van de
zoombalk verandert afhankelijk van het zoombereik.
- Witbereik: optisch zoombereik waarbij het beeld niet korrelig oogt.
- Geelbereik: digitaal zoombereik waarbij het beeld niet merkbaar
korrelig wordt (ZoomPlus).
- Blauwbereik: digitaal zoombereik waarbij het beeld korrelig oogt.
Omdat het blauwe bereik bij bepaalde resolutie-instellingen
(=
47) niet beschikbaar is, kunt u de maximale zoomfactor
bereiken door stap 1 te volgen.
Als u de digitale zoomfunctie wilt uitschakelen, kiest u MENU (=
26) >
[4] tabblad > [Digitale Zoom] > [Uit] (=
26).
Foto’s Films
De zelfontspanner gebruiken
Met de zelfontspanner kunt u een groepsfoto maken waar u zelf ook
op staat. De camera maakt de foto ongeveer 10 seconden nadat u de
ontspanknop indrukt.
1 Configureer de instelling.
z Druk op de knop <m>, kies [ ] in
het menu en kies daarna de optie []]
(=
25).
z Als de instelling is voltooid, wordt []]
weergegeven.
2 Maak de opname.
z Voor foto’s: druk de ontspanknop half in
om scherp te stellen op het onderwerp
en druk de knop daarna helemaal naar
beneden.
z Voor films: Druk op de filmknop.
38
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
z Zodra u de zelfontspanner start, gaat het
lampje knipperen en speelt de camera
het geluid van de zelfontspanner af.
z Twee seconden voor de opname
versnellen het knipperen en het geluid.
(In het geval dat de flitser afgaat, blijft de
lamp branden.)
z Als u het maken van opnamen met de
zelfontspanner wilt annuleren nadat
u deze hebt ingesteld, drukt u op de knop
<n>.
z Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, selecteert
u [
] bij stap 1.
Foto’s Films
Camerabeweging vermijden met de zelfontspanner
Met deze optie reageert de sluiter nadat u de ontspanknop indrukt met een
vertraging van ongeveer twee seconden. Zou de camera dan bewegen
terwijl u de ontspanknop indrukt, dan heeft dat geen invloed op uw opname.
z Voer stap 1 in “De zelfontspanner
gebruiken” (=
37) uit en kies [[].
z Als de instelling is voltooid, wordt [[]
weergegeven.
z Voer stap 2 uit in “De zelfontspanner
gebruiken” (=
37) om de opname te
maken.
Foto’s Films
De zelfontspanner aanpassen
U kunt de vertraging (0 – 30 seconden) en het aantal opnamen
(1 – 10 opnamen) aangeven.
1 Selecteer [$].
z Voer stap 1 in “De zelfontspanner
gebruiken” (=
37) uit, kies [$] en druk
op de knop <n>.
2 Configureer de instelling.
z Druk op de knoppen <o><p> om
[Vertraging] of [Beelden] te selecteren.
z Druk op de knoppen <q><r> om een
waarde te selecteren en druk vervolgens
op de knop <m>.
z Als de instelling is voltooid, wordt [$]
weergegeven.
z Voer stap 2 uit in “De zelfontspanner
gebruiken” (=
37) om de opname te
maken.
Voor films die worden opgenomen met behulp van de
zelfontspanner, geeft [Vertraging] de vertraging aan voordat het
opnemen begint, maar de instelling van [Beelden] heeft geen ef
fect.
Wanneer u meerdere opnamen opgeeft, worden de beeldhelderheid en
witbalans bij de eerste opname vastgesteld. Tussen de opnamen in is meer
tijd nodig als de flitser afgaat of als u hebt opgegeven dat u veel opnamen wilt
maken. De camera stopt automatisch met opnemen zodra de geheugenkaart
vol raakt.
Als u een vertraging van meer dan twee seconden instelt, versnellen het geluid
en het lampje van de zelfontspanner twee seconden voor de opname. (In het
geval dat de flitser afgaat, blijft de lamp branden.)
39
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Foto’s
Opnamen maken door het scherm aan te
raken (Touch Shutter)
Met deze optie kunt u gewoon het scherm aanraken en uw vinger
wegnemen om de opname te maken, in plaats van de ontspanknop in te
drukken. De camera stelt automatisch scherp op onderwerpen en past
automatisch de beeldhelderheid aan.
1 Schakel de Touch Shutter-
functie in.
z Druk op de knop <n>, kies
[Touch Shutter] op het tabblad [4] en
kies [Aan] (=
26).
2 Maak de opname.
z Tik op het onderwerp op het scherm en
haal uw vinger meteen weer van het
scherm.
z De camera maakt de opname en er klinkt
een sluitergeluid.
z Kies [Uit] in stap 1 om de Touch Shutter
te annuleren.
Zelfs wanneer de opname nog wordt weergegeven, kunt u door te
tikken op [^] voorbereidingen treffen voor de volgende opname.
Foto’s
Een datumstempel toevoegen
De camera kan de opnamedatum aan beelden toevoegen, rechtsonder in
het beeld.
Datumstempels kunnen echter niet worden bewerkt of verwijderd. Zorg er
dus voor dat datum en tijd correct zijn ingesteld (=
15).
1 Configureer de instelling.
z Druk op de knop <n>, kies
[Datumstemp.
] op het tabblad [4] en
kies de gewenste optie (=
26).
z Zodra de instelling is voltooid, wordt [ ]
weergegeven.
2 Maak de opname.
z Wanneer u opnamen maakt, voegt de
camera de opnamedatum of -tijd in de
rechterbenedenhoek van een beeld toe.
z Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, selecteert
u [Uit] in stap 1.
Datumstempels kunnen niet worden bewerkt of verwijderd.
40
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Opnamen die zonder datumstempel zijn gemaakt, kunnen als volgt met stempel
worden afgedrukt.
Als u echter een datumstempel toevoegt aan beelden die al van deze informatie
zijn voorzien, kan het gevolg zijn dat deze tweemaal wordt afgedrukt.
- Gebruik de printerfuncties om af te drukken (=
171)
- Gebruik de DPOF-afdrukinstellingen (=
177) van uw camera om af te
drukken
- Om af te drukken gebruikt u de software die kan worden gedownload van de
Canon-website (=
169)
Foto’s
Continu-opnamen maken
Houdt de ontspanknop in de modus [ ] volledig ingedrukt om continu-
opnamen te maken.
Zie “Snelheid continu-opnamen” (=
205) voor meer informatie over de
snelheid van continu-opnamen.
1 Configureer de instelling.
z Druk op de knop <m>, kies [ ] in het
menu en kies vervolgens [W] (=
25).
z Als de instelling is voltooid, wordt [W]
weergegeven.
2 Maak de opname.
z Houdt de ontspanknop volledig ingedrukt
om continu-opnamen te maken.
Tijdens continu-opnamen zijn de focus en belichting vergrendeld
op de positie/het niveau die/dat wordt vastgesteld wanneer u de
ontspanknop half indrukt.
Kan niet worden gebruikt met de zelfontspanner (=
37).
Opnamen maken kan tijdelijk stoppen of continu-opnamen maken
kan langzamer worden, afhankelijk van de opnameomstandigheden,
camera-instellingen en zoompositie.
Opnamen maken kan langzamer worden wanneer meer opnamen
worden gemaakt.
Als u flitst, kan de opnamesnelheid afnemen.
Witbalans voor meerdere gebieden (=
32) is niet beschikbaar.
[Hg lampcorr.] (=
49) is op [Uit] ingesteld en kan niet worden
gewijzigd.
Bij gebruik van Touch Shutter (=
39) maakt de camera continu-
opnamen zolang u het scherm aanraakt. Tijdens continu-opnamen
blijven de focus en belichting constant nadat ze voor de eerste
opname zijn bepaald.
Beeldweergave tijdens het afspelen
Elke set met doorlopende beelden wordt behandeld als één groep,
en alleen het eerste beeld dat is opgenomen in de groep wordt
weergegeven. Om aan te geven dat het beeld onderdeel is van een groep,
wordt [ ] weergegeven linksboven in het scherm.
Als u een gegroepeerd beeld wist (=
101), worden alle andere
beelden in de groep ook gewist. Pas op bij het wissen van beelden.
41
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Gegroepeerde beelden kunnen afzonderlijk (=
93) en niet-gegroepeerd
(=
93) worden afgespeeld.
Als u een gegroepeerd beeld beveiligt (=
98), worden alle beelden in de
groep beveiligd.
Als u gegroepeerde beelden afspeelt met Beeld zoeken (=
92) of Smart
Shuffle (=
97), kunnen beelden afzonderlijk worden bekeken. In dit geval
worden beelden tijdelijk niet gegroepeerd.
De volgende acties zijn niet beschikbaar voor gegroepeerde beelden:
gezichts-ID-gegevens bewerken (=
94), vergroten (=
95), als favoriet
markeren (=
104), bewerken (=
107111), afdrukken (=
171),
afzonderlijk beelden afdrukken instellen (=
178) of aan een fotoboek
toevoegen (=
180). Speel de gegroepeerde beelden afzonderlijk af
(=
93) of annuleer de groepering (=
93) om deze bewerkingen uit te
voeren.
Gezichts-ID gebruiken
Als u van tevoren een persoon had geregistreerd, zal de camera bij
het maken van foto's het gezicht van die persoon detecteren en de
scherpstelling, helderheid en kleur voor die persoon instellen. In modus
[ ] kan de camera baby's en kinderen waarnemen op basis van
geregistreerde verjaardagen. Zo kunt u met de optimale instellingen
opnamen van hen maken.
Deze functie is ook nuttig wanneer u in een groot aantal foto's naar een
specifieke geregistreerde persoon zoekt (=
92).
Registreer ook de gebruiker voor u aan de slag gaat; zijn/haar gezicht wordt
gedetecteerd in Story camera-opnamen.
Persoonlijke gegevens
Gegevens zoals beelden van een gezicht (gezichtsinfo) die middels
de gezichts-ID zijn geregistreerd en persoonlijke gegevens (naam,
verjaardag) worden op de camera opgeslagen. Wanneer er
geregistreerde personen worden gedetecteerd, worden hun namen
bovendien in de foto's vastgelegd. Wees bij het gebruik van de functie
Gezichts-ID voorzichtig als u de camera of beelden met anderen deelt en
als u beelden online plaatst waar vele anderen ze kunnen bekijken.
Wanneer u de camera afdankt of aan een andere persoon overdraagt
nadat u Gezichts-ID hebt gebruikt, zorg dan dat u alle gegevens
(geregistreerde gezichten, namen en verjaardagen) van de camera wist
(=
46).
42
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Gezichts-ID-gegevens registreren
U kunt voor maximaal twaalf personen gegevens (gezichtsinfo, namen,
verjaardagen) registreren voor gebruik met Gezichts-ID.
1 Open het instellingenscherm.
z Druk op de knop <n>, kies [Inst.
gezichts-ID] op het tabblad [4] en druk
vervolgens op de knop <m> (=
26).
z Druk op de knop <o><p> om
[Toev. regst.] te kiezen en druk op de
knop <m>.
z Druk op de knoppen <o><p> om
[Nieuw gezicht toev.] te selecteren en
druk vervolgens op de knop <m>.
2 Registreer de gezichtsgegevens.
z Richt de camera zodanig dat het gezicht
van de persoon die u wilt registreren zich
binnen het grijze kader midden op het
scherm bevindt.
z Een wit kader over het gezicht van
de persoon geeft aan dat het gezicht
is herkend. Zorg dat er een wit kader
rond het gezicht van de persoon wordt
weergegeven en maak een foto.
z Als het gezicht niet wordt herkend, kunt
u geen gezichtsgegevens registreren.
z Als [Registreren?] verschijnt, drukt
u op de knoppen <q><r> om [OK]
te selecteren. Druk daarna op de
knop <m>.
z Het scherm [Profiel bew.] wordt
weergegeven.
3 Registreer de naam en
verjaardag van de persoon.
z Druk op de knop <m> om het
toetsenbord te openen en voer
vervolgens de naam in (=
27).
43
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
z Als u een verjaardag wilt registreren,
drukt u in het scherm [Profiel bew.] op
de knoppen <o><p> om [Verjrdag]
te kiezen en drukt u vervolgens op de
knop <m>.
z Druk op de knoppen <q><r> om een
optie te selecteren.
z Druk op de knoppen <o><p> om de
datum op te geven.
z Als u klaar bent, drukt u op de
knop <m>.
4 Sla de instellingen op.
z Druk op de knoppen <o><p> om
[Opslaan] te kiezen en druk op de
knop <m>.
z Nadat een bericht wordt weergegeven,
drukt u op de knoppen <q><r> om [Ja]
te selecteren en vervolgens drukt u op de
knop <m>.
5 Ga door met het registreren van
gezichtsgegevens.
z Voor het registreren van maximaal vier
extra punten met gezichtsinformatie
(uitdrukkingen of hoeken) herhaalt
u stap 2.
z
Geregistreerde gezichten worden sneller
herkend als u diverse gezichtsgegevens
toevoegt. Voeg naast een rechte
invalshoek bijvoorbeeld een enigszins
schuine hoek, een opname van een
glimlach en binnen- en buitenopnames toe.
De flitser gaat niet af wanneer u stap 2 volgt.
Als u bij stap 3 geen verjaardag registreert, worden de
pictogrammen Baby´s of Kinderen (=
34) niet weergegeven in
de modus [ ].
Story camera-opnamen kunnen niet worden gebruikt om
gezichtsgegevens te registreren.
U kunt geregistreerde gezichtsinformatie overschrijven of deze later toevoegen
als u nog niet alle 5 velden met gezichtsinfo hebt ingevuld (=
45).
Opnamen maken
Als u een persoon van tevoren registreert, zal de camera bij het maken
van foto's het gezicht van die persoon detecteren en de scherpstelling,
helderheid en kleur voor die persoon instellen.
z Als u de camera op een onderwerp richt,
worden de namen van maximaal drie
geregistreerde personen weergegeven
wanneer zij worden gedetecteerd.
z Maak de opname.
z De weergegeven namen worden in
de foto's vastgelegd. Zelfs wanneer er
personen worden gedetecteerd maar
hun namen niet worden weergegeven,
worden de namen (maximaal vijf
personen) in de foto vastgelegd.
Het is mogelijk dat andere dan de geregistreerde personen als de
geregistreerd persoon worden gedetecteerd indien zij vergelijkbare
gezichtskenmerken hebben.
De gezichts-ID-gegevens van de gebruiker worden niet
weergegeven in het subvenster van het opnamescherm (=
55),
zelfs als zijn/haar gezicht wordt herkend in Story camera-opnamen.
44
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Geregistreerde personen worden mogelijk niet correct gedetecteerd als het
vastgelegde beeld of de compositie aanzienlijk afwijkt van de geregistreerde
gezichtsgegevens.
Als een geregistreerd gezicht niet wordt gedetecteerd, of niet snel wordt
gedetecteerd, overschrijft u de geregistreerde gegevens met de nieuwe
gezichtsgegevens. Door voorafgaand aan het maken van foto's de gezichtsinfo
te registreren, worden geregistreerde gezichten sneller gedetecteerd.
Als een persoon onterecht als een andere persoon wordt gedetecteerd en
u gaat door met het maken van foto's, kunt u de in het beeld vastgelegde
naam tijdens het afspelen van het beeld wijzigen of wissen (=
94).
Omdat gezichten van baby's of kinderen snel veranderen naarmate ze
opgroeien, moet u hun gezichtsgegevens regelmatig bijwerken (=
45).
Wanneer informatieweergave is uitgeschakeld (=
24), worden er geen
namen weergegeven maar worden de namen wel in het beeld vastgelegd.
Als u geen namen in foto's wilt vastleggen, selecteert u [Inst. gezichts-ID] op
het tabblad [4], selecteert u [Gezichts-ID] en vervolgens [Uit].
U kunt de in de beelden vastgelegde namen controleren bij het afspelen (korte
informatieweergave) (=
89).
Namen die in continu-opnamen worden vastgelegd (=
40, 82), worden
consistent op dezelfde positie als voor de eerste opname vastgelegd, zelfs als
onderwerpen bewegen.
Geregistreerde gegevens controleren en
bewerken
1 Open het scherm [Info cntr./
bew.].
z Voer stap 1 uit in “Gezichts-ID-gegevens
registreren” (=
42), kies [Info cntr./bew.]
en druk op de knop <m>.
2 Selecteer de persoon die u wilt
controleren of bewerken.
z Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om de persoon te kiezen die u wilt
controleren of bewerken. Druk vervolgens
op de knop <m>.
45
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
3 Controleer of bewerk
desgewenst de geregistreerde
gegevens.
z Als u een naam of verjaardag wilt
controleren, kiest u [Profiel bew.] door
op de knoppen <o><p> te drukken.
Druk vervolgens op de knop <m>. In het
weergegeven scherm kunt u namen
of verjaardagen bewerken zoals wordt
beschreven in stap 3 in “Gezichts-ID-
gegevens registreren” (=
42).
z Als u gezichtsgegevens wilt controleren,
drukt u op de knoppen <o><p>
om [Gezicht info lijst] te kiezen en
drukt u daarna op de knop <m>.
Als u gezichtsinformatie wilt wissen, drukt
u op de knop <m> op het scherm, drukt
u op de knoppen <o><p><q><r>
om te kiezen welke gezichtsinformatie
moet worden gewist en drukt u op de
knop <m>. Als [Wissen ?] verschijnt,
drukt u op de knoppen <q><r> om
[OK] te selecteren. Druk daarna op de
knop <m>.
Zelfs als u namen in [Profiel bew.] wijzigt, blijven de namen die in
eerdere opnames werden vastgelegd ongewijzigd.
U kunt de software (=
169) gebruiken om geregistreerde namen te
bewerken. Mogelijk worden bepaalde tekens die met de software zijn
ingevoerd niet weergegeven. Deze worden echter wel correct in de beelden
vastgelegd.
Gezichtsgegevens overschrijven en toevoegen
U kunt bestaande gezichtsgegevens met nieuwe overschrijven. Omdat
gezichten van met name baby's of kinderen snel veranderen naarmate ze
opgroeien, moet u gezichtsgegevens regelmatig bijwerken.
U kunt ook gezichtsgegevens toevoegen wanneer nog niet alle vijf
gezichtsinfovelden zijn ingevuld.
1 Open het scherm [Gezichtsinfo
toevoegen].
z Voer stap 1 uit in “Gezichts-ID-gegevens
registreren” (=
42), kies [Gezichtsinfo
toevoegen] en druk op de knop <m>.
2 Selecteer de naam van
de persoon die u wilt
overschrijven.
z Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om de naam van een persoon te
kiezen wiens gezichtsinformatie u wilt
overschrijven en druk op de knop <m>.
z Wanneer u al gezichtsgegevens voor vijf
personen hebt geregistreerd, wordt er
een bericht weergegeven. Kies [OK] door
op de knoppen <q><r> te drukken en
druk vervolgens op de knop <m>.
z Als er minder dan vijf items met
gezichtsinfo zijn geregistreerd, voert
u stap 4 uit om gezichtsinformatie toe te
voegen.
46
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
3 Selecteer de te overschrijven
gezichtsinfo.
z Druk op de knoppen <o><p><q><r>
en selecteer de te overschrijven
gezichtsinfo, en druk vervolgens op de
knop <m>.
4 Registreer gezichtsgegevens.
z Volg stap 2 in “Gezichts-ID-gegevens
registreren” (=
42)
om foto's te
maken en registreer daarna de nieuwe
gezichtsgegevens.
z
Geregistreerde gezichten worden sneller
herkend als u diverse gezichtsgegevens
toevoegt. Voeg naast een rechte
invalshoek bijvoorbeeld een enigszins
schuine hoek, een opname van een
glimlach en binnen- en buitenopnames toe.
U kunt geen gezichtsgegevens toevoegen als alle vijf gezichtsinfovelden
zijn ingevuld. Volg de bovenstaande stappen om de gezichtsgegevens te
overschrijven.
U kunt de bovenstaande stappen volgen om nieuwe gezichtsgegevens
te registeren wanneer er ten minste één veld ongebruikt is, maar u kunt
geen gezichtsgegevens overschrijven. In plaats van gezichtsinformatie te
overschrijven, wist u eerst de ongewenste bestaande informatie (=
46).
Vervolgens kunt u nieuwe gezichtsinformatie registreren (=
42).
Geregistreerde gegevens wissen
U kunt informatie (gezichtsinfo, namen, verjaardagen) wissen die met
Gezichts-ID is vastgelegd. Namen die in eerder genomen beelden zijn
vastgelegd, worden echter niet gewist.
1 Open het scherm [Info wissen].
z Voer stap 1 uit in “Gezichts-ID-
gegevens registreren” (=
42) en kies
[Info wissen].
2 Selecteer de naam van de
persoon wiens gegevens u wilt
wissen.
z Druk op de knoppen <o><p><q><r>
en selecteer de naam van een persoon
die u wilt wissen, en druk vervolgens op
de knop <m>.
z Als [Wissen ?] verschijnt, drukt u op de
knoppen <q><r> om [OK] te selecteren.
Druk daarna op de knop <m>.
Als u de gegevens van een geregistreerde persoon wist, is het niet
mogelijk om hun naam weer te geven (=
91), hun gegevens te
overschrijven (=
94) of naar beelden van die personen te zoeken
(=
92).
U kunt ook alleen namen in beeldgegevens wissen (=
94).
47
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Functies voor de beeldaanpassing
Foto’s
De verhouding wijzigen
Wijzig de verhouding (breedte-hoogteverhouding) als volgt:
z Druk op de knop <m>, kies [ ] in het
menu en kies vervolgens de gewenste
optie (=
25).
z Zodra de instelling is voltooid, wordt de
verhouding van het scherm gewijzigd.
z Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [
].
Wordt gebruikt voor de weergave op breedbeeld hdtv’s of vergelijkbare
weergaveapparatuur.
Dezelfde verhouding als 35-mm film, die wordt gebruikt voor het afdrukken van
beelden op 130 x 180 mm of briefkaartformaat.
Normale verhouding van het camerascherm, die ook wordt gebruikt voor
standard definition-televisies of vergelijkbare weergaveapparatuur, of voor het
afdrukken van afbeeldingen op 90 x 130 mm of diverse A-papierformaten.
Vierkante verhouding.
Foto’s
De beeldresolutie wijzigen (grootte)
Kies als volgt uit 4 niveaus voor beeldresolutie. Zie “Aantal 4:3-opnamen
per geheugenkaart” (=
203) voor richtlijnen over hoeveel opnamen bij
elke resolutie-instelling op een geheugenkaart passen.
z Druk op de knop <m>, kies [ ] in het
menu en kies vervolgens de gewenste
optie (=
25).
z De optie die u hebt ingesteld, wordt nu
weergegeven.
z Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [
].
48
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Richtlijnen voor het kiezen van de resolutie op basis van
het papierformaat (voor 4:3-beelden)
z [ ]: Voor het verzenden van beelden per
e-mail.
Foto’s
Rode-ogencorrectie
Rode ogen op beelden die met de flitser zijn gemaakt, kunnen als volgt
automatisch worden gecorrigeerd.
1 Open het scherm [Flits
Instellingen].
z Druk op de knop <n>, selecteer
[Flits Instellingen] op het tabblad [4] en
druk op
de knop <m> (=
26).
A2 (420 x 594 mm)
A3 – A5 (297 x 420
- 148 x 210 mm)
130 x 180 mm
Briefkaart
90 x 130 mm
2 Configureer de instelling.
z Kies [Rode-Ogen] en kies vervolgens
[Aan] (=
26).
z Als de instelling is voltooid, wordt [
R
]
weergegeven.
z Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [Uit].
Rode-ogencorrectie kan ook op andere beeldgebieden dan ogen
worden toegepast (bijvoorbeeld als de camera rode oogmake-up
voor pupillen aanziet).
U kunt ook bestaande beelden corrigeren (=
111).
U kunt het scherm bij stap 2 ook openen als de flitser is uitgeklapt. Daartoe
drukt u op de knop <r> en direct daarna op de knop <n>.
U kunt het scherm ook in stap 2 openen als de flitser is uitgeklapt. Druk op de
knop <r> en raak [
] aan.
49
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Foto’s
Groenige beeldgebieden door kwiklampen
corrigeren
In opnamen van avondscènes met onderwerpen die door kwiklampen
worden verlicht, kunnen de onderwerpen of de achtergrond een groenige
zweem vertonen. Deze groenige zweem kan automatisch worden
gecorrigeerd door opnamen te maken met behulp van Witbalans voor
meerdere gebieden.
z Druk op de knop <n>, kies
[Hg lampcorr.] op het tabblad [4] en kies
vervolgens [Aan] (=
26).
z Zodra de instelling is voltooid, wordt [ ]
weergegeven.
z Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [Uit].
Nadat u het opnemen onder kwiklampen hebt voltooid, moet
u [Hg lampcorr
.] weer op [Uit] zetten. Anders worden groene
tinten die niet door kwiklampen zijn veroorzaakt, per vergissing
gecorrigeerd.
Probeer eerst een aantal testopnamen te maken om er zeker van te zijn dat
u het gewenste resultaat verkrijgt.
Deze instelling is tijdens het maken van continu-opnamen (=
40) op [Uit]
ingesteld en kan niet worden gewijzigd.
Films
Beeldkwaliteit van films wijzigen
Er zijn 3 instellingen voor beeldkwaliteit beschikbaar. Zie “Opnametijd per
geheugenkaart” (=
204) voor richtlijnen voor de maximale filmlengte die
bij elk beeldkwaliteitsniveau op een geheugenkaart past.
z Druk op de knop <m>, kies
[
] in het menu en kies vervolgens
de gewenste optie (=
25).
z De optie die u hebt ingesteld, wordt nu
weergegeven.
z Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [
].
Beeldkwaliteit Resolutie Framesnelheid Details
1920 x 1080*
1
30 fps
Voor opnamen in Full-HD-
kwaliteit
1280 x 720 30 fps Voor opnamen in HD
640 x 480 30 fps Voor opnamen in SD-kwaliteit
*1 Fine Detail Movie Processing (Deze functie verwerkt in korte tijd een grote
hoeveelheid gegevens, zodat zelfs de fijnere details in films kunnen worden
vastgelegd.)
In de modi [
] en [ ] geven zwarte balken aan de boven- en
onderkant van het scherm aan welke gebieden niet worden vastgelegd.
50
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Handige opnamefuncties
Foto’s Films
Raster weergeven
Als verticale en horizontale referentie tijdens het opnemen kunnen op het
scherm rasterlijnen worden weergegeven.
z Druk op de knop <n>, kies [Raster]
op het tabblad [4] en kies [Aan]
(=
26).
z Zodra de instelling is voltooid, wordt het
raster op het scherm weergegeven.
z Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [Uit].
Rasterlijnen worden niet opgeslagen bij de opname.
Foto’s
Het gebied waarop wordt scherpgesteld
vergroten
U kunt de scherpstelling controleren door de ontspanknop half in te
drukken, waardoor het gedeelte van het beeld waarop is scherpgesteld in
het AF-kader wordt vergroot.
1 Configureer de instelling.
z
Druk op de knop <n>, selecteer
[AF-Punt Zoom] op het tabblad [4] en
kies [Aan]
(=
26).
2 Controleer de scherpstelling.
z
Druk de ontspanknop half in. Het gezicht dat
als hoofdonderwerp gedetecteerd is, wordt
nu uitvergroot.
z
Als u wilt terugkeren naar de oorspronkelijke
instelling, selecteert u [Uit] in stap 1.
Het gebied waarop wordt scherpgesteld, wordt in de volgende gevallen niet
vergroot wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt.
- Als geen gezicht is gedetecteerd, als de persoon zich te dicht bij de camera
bevindt en zijn gezicht te groot is voor het scherm, of als de camera een
bewegend object waarneemt
- Wanneer digitale zoom wordt gebruikt (=
36)
- Wanneer een tv als beeldscherm wordt gebruikt (=
163)
51
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Foto’s
Controleren op gesloten ogen
[ ] wordt weergegeven als de camera detecteert dat personen misschien
hun ogen dicht hebben.
1 Configureer de instelling.
z Druk op de knop <n>, selecteer
vervolgens [Knipperdetectie] op het
tabblad [4] en selecteer daarna [Aan]
(=
26).
2 Maak de opname.
z [ ] knippert wanneer de camera iemand
waarneemt die zijn/haar ogen dicht heeft.
z Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, selecteert
u [Uit] in stap 1.
Wanneer u meerdere opnamen hebt ingesteld in de modus [$], dan is deze
functie alleen beschikbaar voor de laatste opname.
Als u [2 sec.], [4 sec.], [8 sec.] of [Vastzetten] hebt geselecteerd bij
[Weergavetijd] (=
52) worden personen van wie de ogen zijn gesloten in
een kader weergegeven.
Deze functie is niet beschikbaar tijdens continue opname in de modus [
]
(=
35).
Deze functie is niet beschikbaar tijdens continue opname in de modus voor
continue-opnamen (=
40, 82).
De camerabewerkingen aanpassen
Pas de opnamefuncties als volgt aan op het tabblad MENU [4].
Zie “Menu‘s gebruiken” (=
26) voor instructies over menufuncties.
Foto’s
Het AF-hulplicht uitschakelen
U kunt de lamp, die normaal als u de ontspanknop half indrukt gaat
branden ls hulp bij het scherpstellen, uitschakelen in omstandigheden met
weinig licht.
z Druk op de knop <n>, kies
[AF-hulplicht] op het tabblad [4] en
kies [Uit] (=
26).
z Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [Aan].
52
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Foto’s
Het lampje voor rode-ogenreductie
uitschakelen
U kunt het lampje voor rode-ogenreductie uitschakelen, dat gaat branden
om het effect van rode ogen te verminderen dat optreedt wanneer
u opnamen maakt met de flitser in een omgeving met weinig licht.
1 Open het scherm [Flits
Instellingen].
z Druk op de knop <n>, selecteer
[Flits Instellingen] op het tabblad [4] en
druk op de knop <m>(=
26).
2 Configureer de instelling.
z Kies [Lamp Aan] en kies vervolgens [Uit]
(=
26).
z Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [Aan].
Foto’s
De weergavestijl van het beeld na opnamen
wijzigen
U kunt instellen hoe lang na de opname beelden worden weergegeven en
welke informatie wordt weergegeven.
De weergaveduur van het beeld na opnamen wijzigen
1 Open het scherm
[Afbeelding direct bekijken].
z Druk op de knop <n>, kies
[Afbeelding direct bekijken] op het
tabblad [4] en druk vervolgens op de
knop <m> (=
26).
2 Configureer de instelling.
z Druk op de knoppen <o><p> om
[Weergavetijd] te kiezen. Druk op de
knoppen <q><r> om de gewenste optie
te selecteren.
z Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [Snel].
Snel Geeft beelden alleen weer totdat u weer kunt fotograferen.
2 sec.,
4 sec.,
8 sec.
Beelden worden gedurende de opgegeven tijd weergegeven. Zelfs
wanneer de foto nog op het scherm staat, kunt u de ontspanknop al half
indrukken om een volgende foto te maken.
Vastzetten Beelden worden weergegeven totdat u de ontspanknop half indrukt.
Uit Na de opname worden geen beelden weergegeven.
53
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Het weergegeven scherm na de opname wijzigen
Wijzig als volgt de manier waarop beelden na de opname worden
weergegeven.
1 Stel [Weergavetijd] in op
[2 sec.], [4 sec.], [8 sec.] of
[Vastzetten] (=
52).
2 Configureer de instelling.
z Druk op de knop <o><p> om
[Scherminfo] te kiezen. Druk op de
knoppen <q><r> om de gewenste optie
te selecteren.
z Als u wilt terugkeren naar de
oorspronkelijke instelling, herhaalt u deze
procedure, maar selecteert u [Uit].
Uit Geeft alleen het beeld weer.
details Geeft details van de opname weer (=
192).
Wanneer [Weergavetijd] (=
52) is ingesteld op [Uit] of [Snel], is
[Scherminfo] ingesteld op [Uit]. Dit kan niet worden gewijzigd.
Door op de knop <l> te drukken terwijl een afbeelding wordt
weergegeven na de opname, kunt u de weergegeven informatie op het scherm
veranderen. De instellingen van [Scherminfo] worden niet gewijzigd. Door op
de knop <m> te drukken, kunt u de volgende handelingen uitvoeren.
- Beveiligen (=
98)
- Wissen (=
101)
54
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Modus Hybride automatisch / Dubbele opname
Voeg uw eigen reacties aan opnamen toe met de Story camera.
Opnamen maken in de modus Hybride
automatisch ..................................................... 55
De positie en het formaat van het subvenster
wijzigen .................................................................56
Story camera uitschakelen ....................................57
Uw eigen reacties toevoegen terwijl
u opnamen maakt (Dubbele opname) ........... 57
55
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
3 Kies de compositie.
z Volg stap 3 - 4 bij “Opnamen maken
(Smart Auto)” (=
31) om de compositie
te kiezen en scherp te stellen.
z Voor indrukwekkendere digest-films richt
u de camera ongeveer vier seconden op
onderwerpen voordat u foto's maakt.
4 Maak de opname.
z Volg stap 4 bij “Opnamen maken
(Smart Auto)” (=
31) om een foto te
maken.
z Na het klinken van het sluitergeluid wordt
het beeld weergegeven, waarna een
2 seconden durende film met de reactie
van de gebruiker wordt opgenomen.
z Elke clip die bij een opname wordt
vastgelegd, is een digest-filmhoofdstuk
dat u afzonderlijk kunt afspelen (=
90)
of bewerken (=
113).
Beelden in het subvenster worden niet aan foto's toegevoegd.
Hoewel namen niet worden weergegeven op het opnamescherm als
u gezichts-ID-gegevens hebt geregistreerd, wordt de informatie wel
aan de beelden toegevoegd.
Geluid en trillingen veroorzaakt door de bediening van de camera
worden opgenomen in digest-films.
De batterij gaat in deze modus minder lang mee dan in de
modus [
], omdat er voor iedere opname digest-films worden
opgenomen.
Foto’s Films
Opnamen maken in de modus Hybride
automatisch
U kunt een korte film van een dag maken door foto’s te maken. Deze
digest-films bevatten elke opname, clips vóór de opnamen, en de reacties
van de gebruiker vóór en na het opnemen, zoals vastgelegd met Story
camera.
U kunt albums (=
114) met digest-films leuker maken door de gezichts-
ID-gegevens van onderwerpen te registreren (=
41) voordat u opnamen
maakt.
1 Registreer gezichts-ID-
gegevens.
z Volg de stappen in “Gezichts-
ID-gegevens registreren” (=
42
43) om gezichts-ID-gegevens
te registreren voor de gebruiker en
onderwerpen.
2 Open de modus [ ].
z Volg stap 2 bij “Opnamen maken
(Smart Auto)” (=
31) en kies [ ]
z Uw gezicht, zoals vastgelegd met Story
camera, wordt weergegeven in het
subvenster.
Subvenste
r
56
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
De kwaliteit van digest-films is [ ] en kan niet worden gewijzigd.
Er worden geen geluiden afgespeeld wanneer u de ontspanknop half indrukt
of de zelfontspanner instelt (=
152).
In de volgende gevallen worden digest-films opgeslagen als aparte
filmbestanden, zelfs als ze op dezelfde dag zijn gemaakt met de modus [
].
- Het digest-filmbestand is ongeveer 4 GB groot of er is in totaal ongeveer
13 minuten en 20 seconden lang opgenomen.
- De digest-film is beveiligd (=
98).
- De instellingen voor zomertijd (=
15) of tijdzone (=
153) worden
gewijzigd.
- Er wordt een nieuwe map gemaakt (=
158).
Opgenomen sluitergeluiden kunnen niet worden aangepast of gewist.
De verschillende hoofdstukken kunnen worden bewerkt (=
113).
Beelden in het subvenster worden omgekeerd weergegeven en worden op die
manier (als spiegelbeelden) vastgelegd. Als u beelden liever niet gespiegeld
wilt weergeven en opnemen, kiest u MENU (=
26) > tabblad [4] >
[Story cam. inst.] > [Niet-gespgld].
Er wordt een compositiepictogram weergegeven (=
34). Alleen de
pictogrammen voor Personen, Schaduwen op gezicht, Overige onderwerpen
en Dichtbij worden echter weergegeven.
Er wordt een pictogram voor beeldstabilisatie weergegeven (=
35).
Het pictogram [
] wordt echter niet weergegeven.
Digest-film afspelen
Geef een foto weer in de modus [ ] om een digest-film af te spelen of geef
de datum op van de digest-film die u wilt afspelen (=
90).
Films opnemen
Films die worden opgenomen wanneer u op de filmknop drukt, kunnen de
reacties van de gebruiker omvatten, zoals weergeven in het subvenster.
Foto’s Films
De positie en het formaat van het subvenster
wijzigen
U kunt de positie en het formaat van het subvenster wijzigen met behulp
van het aanraakscherm.
1 Tik op het subvenster (=
55).
z Het vensterkader verandert van wit
in oranje.
2 Verplaats het subvenster.
z Haal uw vinger van het scherm,
tik nogmaals op het subvenster en
sleep het naar een van de lichtgrijs
gemarkeerde posities. Til uw vinger op
wanneer het subvenster op de juiste
positie staat.
3 Wijzig het formaat van het
subvenster.
z Wanneer het subvenster is geselecteerd
zoals in stap 1, kunt u er meermaals
op tikken om het respectievelijk klein,
middelgroot en groot te maken.
z Na enige tijd wordt het opnamescherm
opnieuw weergegeven.
U kunt het subvenster ook verplaatsen door het te verslepen wanneer het
vensterkader van wit in oranje verandert nadat u er in stap 1 op hebt getikt.
57
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Foto’s Films
Story camera uitschakelen
z Volg stap 1 in “De positie en het formaat
van het subvenster wijzigen” om het
scherm weer te geven zoals in de
afbeelding links te zien is.
z Verberg het subvenster door op het
pictogram [
] in de rechterbovenhoek
te tikken. Rechtsonder in het scherm
verschijnt het pictogram [
].
z Tik op [ ] als u de oorspronkelijke
weergave wilt herstellen.
U kunt deze instelling ook configureren door MENU (=
26) > tabblad [4] >
[Story camera] te kiezen.
U kunt ook digest-films zonder foto's opnemen wanneer Story camera
uitgeschakeld is. Kies MENU (=
26) > tabblad [4] > [Digest-type] >
[Geen foto‘s].
Foto’s Films
Uw eigen reacties toevoegen terwijl
u opnamen maakt (Dubbele opname)
U kunt de reacties van de gebruiker als een clip aan de opnamen
toevoegen door de volgende stappen uit te voeren.
1 Open de modus [ ].
z Stel de modusschakelaar in op [ ].
2 Maak de opname.
Foto’s maken
z Volg stap 4 bij “Opnamen maken
(Smart Auto)” (=
31) om een foto te
maken.
z Er wordt een foto met de gebruiker
genomen.
Films opnemen
z Volg stap 4 bij “Opnamen maken
(Smart Auto)” (=
31) om een film op
te nemen.
z Er wordt een film met de gebruiker
opgenomen.
58
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
De positie en het formaat van het subvenster kunnen worden gewijzigd
(=
56).
De beeldresolutie is [
] en kan niet worden gewijzigd.
De filmkwaliteit is [
] en kan niet worden gewijzigd.
Het subvenster staat op een andere plaats dan in de modus [
].
Beelden in het subvenster worden omgekeerd weergegeven en worden op die
manier (als spiegelbeelden) vastgelegd. Als u beelden liever niet gespiegeld
wilt weergeven en opnemen, kiest u MENU (=
26) > tabblad [4] >
[Story cam. inst.] > [Niet-gespgld].
De instellingen voor Story camera worden automatisch geconfigureerd.
Wijzigingen in opname-instellingen zijn niet van toepassing op deze beelden.
59
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Specifieke scènes ............................................ 60
Speciale effecten toepassen ........................... 61
Genieten van diverse beelden van elke opname
(Creatieve opname) .............................................. 62
Opnamen maken met het effect van
een visooglens (Fisheye-effect) ............................ 63
Foto’
s die lijken op een
miniatuurmodel (Miniatuureffect) ........................... 63
Opnamen maken met een speels
effect (Speels effect)
.............................................64
Onderwerpen eruit laten springen
(Achtergrondvervaging) ......................................... 65
Opnamen met een soft-focuseffect ....................... 65
Opnamen maken in monochroom .........................66
Speciale modi voor andere doeleinden ......... 66
Automatisch opnamen maken na
gezichtsdetectie (Smart Shutter) ...........................66
Opnamen met lange sluitertijd maken
(Lange sluiter) ....................................................... 69
Verschillende films opnemen .......................... 70
iFrame-films opnemen .......................................... 70
Andere opnamemodi
Maak effectiever opnamen in verschillende composities en maak betere opnamen met unieke beeldeffecten of
vastgelegd met speciale functies
60
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Specifieke scènes
Kies een modus die past bij de opnamelocatie en de camera maakt
automatisch de instellingen voor optimale foto’s.
1 Open de modus [4].
z Stel de modusschakelaar in op [4].
2 Selecteer een opnamemodus.
z Druk op de knop <m>, kies
[
] in het menu en kies vervolgens
een opnamemodus (=
25).
3 Maak de opname.
Foto’s Films
I Portretopnamen maken (Portret)
z Mensen fotograferen met een
verzachtend effect.
Foto’s
Avondcomposities maken
zonder statief (Nachtscene
handm)
z Fraaie opnamen van composities of
portretten in avondlicht, zonder dat u de
camera heel stil hoeft te houden (zoals
met een statief).
z Eén beeld wordt gemaakt door
opeenvolgende foto’s te combineren,
waardoor camerabeweging en beeldruis
worden verminderd.
Foto’s Films
P Opnamen maken in
sneeuwlandschappen (Sneeuw)
z Heldere foto’s met natuurlijke kleuren
van mensen tegen een besneeuwde
achtergrond.
Foto’s Films
t Vuurwerk fotograferen
(Vuurwerk)
z Levendige foto’s van vuurwerk.
61
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Onderwerpen lijken in de modus [ ] groter dan in andere modi.
In de modus [ ] kunnen de beelden korrelig lijken omdat
de ISO-waarde (=
74) wordt verhoogd om bij de
opnameomstandigheden te passen.
Stabiliseer de camera aangezien deze in de modus [ ] continu-
opnamen maakt.
In de modus [ ] kunnen overmatige onscherpte door beweging of
bepaalde opnameomstandigheden ervoor zorgen dat u mogelijk niet
het verwachte resultaat verkrijgt.
Plaats de camera op een statief of neem andere maatregelen om
de camera stil te houden en camerabeweging te voorkomen in de
modus [
t
]. Stel daarnaast [IS modus] in op [Uit] als u opnamen
maakt met een statief of een ander middel gebruikt om de camera
stil te houden (=
85).
Wanneer u een statief gebruikt voor avondscènes, krijgt u betere resultaten als
u opnamen maakt in de modus [
] in plaats van de modus [ ] (=
31).
In de modus [
t
] wordt de optimale scherpstelling bepaald, hoewel er geen
kaders worden weergegeven als u de ontspanknop half indrukt.
Speciale effecten toepassen
Diverse effecten toevoegen aan uw opnamen.
1 Selecteer een opnamemodus.
z Voer de stappen 1–2 in “Specifieke
scènes” (=
60) uit om een
opnamemodus te kiezen.
2 Maak de opname.
Foto’s Films
Opnamen maken in levendige
kleuren (Extra levendig)
z Opnamen met rijke, levendige kleuren.
Foto’s Films
Foto's met postereffect
(Poster-effect)
z Foto’s die lijken op oude posters of
illustraties.
In de modi [
] en [ ] moet u eerst een aantal testopnamen maken
om zeker te zijn dat u het gewenste resultaat zult verkrijgen.
62
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Foto’s
Genieten van diverse beelden van elke
opname (Creatieve opname)
De camera bepaalt het onderwerp en de opnameomstandigheden. Daarbij
worden automatisch speciale effecten toegepast en de compositie van de
opname aangepast om het onderwerp te benadrukken. Voor elke opnamen
worden zes foto's opgeslagen. U kunt meerdere foto's met effecten
vastleggen met door de camera bepaalde instellingen.
1 Open de modus [ ].
z Voer de stappen 1–2 in “Specifieke
scènes” (=
60) uit en kies [ ].
2 Maak de opname.
z Druk de ontspanknop helemaal naar
beneden. Terwijl u de opname maakt,
hoort u driemaal het sluitergeluid.
z Nadat de zes beelden achter elkaar zijn
weergegeven, worden ze gedurende
circa twee seconden tegelijkertijd
weergegeven.
z Druk op de knop <m> om te zorgen
dat de beelden zichtbaar blijven totdat
u de ontspanknop half indrukt. Als u een
beeld in deze modus schermvullend wilt
weergeven, kiest u het beeld door op de
knoppen <o><p><q><r> te drukken,
en drukt u vervolgens op de knop <m>.
z Druk op de knop <n> om terug te
gaan naar het oorspronkelijke scherm.
De zes beelden worden samen als een groep beheerd (=
93).
Gelijktijdige weergave van de zes beelden, zoals getoond bij stap 2, is alleen
beschikbaar direct na de opname.
Het maken van opnamen duurt enige tijd wanneer de flitser flitst, maar u dient
de camera stil te houden totdat u het sluitergeluid driemaal hoort.
Foto’s
Effecten kiezen
U kunt effecten kiezen voor beelden die in de modus [ ] zijn vastgelegd.
z Kies de modus [ ] en druk op de
knop <p>.
z Druk op de knoppen <q><r> om het
effect te selecteren en druk vervolgens
op de knop <m>.
Automatisch
Alle effecten
Retro
Beelden lijken op oude foto's
Monochroom
Beelden worden in één kleur gegenereerd
Speciaal
Scherpe, opvallende beelden
Natuurlijk
Ingetogen, natuurlijk ogende beelden
63
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Foto’s
Opnamen maken met het effect van een
visooglens (Fisheye-effect)
Opnamen maken met het vervormende effect van een visooglens.
1 Selecteer [ ].
z Voer de stappen 1–2 in “Specifieke
scènes” (=
60) uit en kies [ ].
2 Kies een effectniveau.
z Druk op de knop <p>, druk op de
knoppen <q><r> om een effectniveau
te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
z U ziet een voorbeeld van uw foto waarop
het effect is toegepast.
3 Maak de opname.
Probeer eerst een aantal testopnamen te maken om zeker te zijn
dat u het gewenste resultaat verkrijgt.
Foto’s Films
Foto’s die lijken op een miniatuurmodel
(Miniatuureffect)
Geeft het effect van een miniatuurmodel door beeldgebieden boven en
onder uw geselecteerde gebied te vervagen.
U kunt ook films maken die lijken op scènes in miniatuurmodellen door
de afspeelsnelheid te kiezen voordat de film wordt opgenomen. Mensen
en onderwerpen in de scène zullen tijdens het afspelen snel bewegen.
Het geluid wordt niet opgenomen.
1 Selecteer [ ].
z Voer de stappen 1–2 in “Specifieke
scènes” (=
60) uit en kies [ ].
z Op het scherm verschijnt een wit kader
dat het beeldgebied aangeeft dat scherp
blijft.
2 Kies het gebied waarop u wilt
scherpstellen.
z Druk op de knop <p>.
z Beweeg de zoomknop om de afmetingen
van het kader te wijzigen en druk op
de knoppen <o><p> om het kader te
verplaatsen.
3 Selecteer voor films de
afspeelsnelheid van de film.
z Druk op de knop <n> en druk op
de knoppen <q><r> om de snelheid te
kiezen.
64
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
4 Ga terug naar het
opnamescherm en maak de
opname.
z Druk op de knop <n> om terug te
keren naar het opnamescherm en maak
de opname.
Afspeelsnelheid en geschatte afspeeltijd (voor clips van
één minuut)
Snelheid Afspeeltijd
Circa 12 sec.
Circa 6 sec.
Circa 3 sec.
De zoomfunctie is niet beschikbaar voor het opnemen van films.
Stel de zoomfunctie in voordat u de opname start.
Probeer eerst een aantal testopnamen te maken om zeker te zijn
dat u het gewenste resultaat verkrijgt.
Als u in stap 2 op de knoppen <q><r> drukt, schakelt u naar de verticale
richting van het kader. Om de richting van het kader weer horizontaal te zetten,
drukt u op de knoppen <o><p>.
Als u het kader wilt verplaatsen terwijl het in de horizontale richting staat, drukt
u op de knoppen <o><p>, en als u het kader wilt verplaatsen wanneer het in
de verticale richting staat, drukt u op de knoppen <q><r>.
Houd de camera verticaal om de richting van het kader te wijzigen.
De beeldkwaliteit van films is [
] bij een verhouding van [ ] en [ ] bij een
verhouding van [
] (=
47). Deze kwaliteitsinstellingen kunnen niet worden
gewijzigd.
U kunt het kader ook verplaatsen door op het kader te tikken of dit over het
scherm te slepen.
Foto’s
Opnamen maken met een speels effect
(Speels effect)
Met dit effect lijkt het alsof het beeld is gemaakt met een speelgoedcamera
doordat vignetvorming optreedt (donkerder, vage hoeken) en de algehele
kleur wordt aangepast.
1 Selecteer [ ].
z Voer de stappen 1–2 in “Specifieke
scènes” (=
60) uit en kies [ ].
2 Selecteer een kleurtoon.
z Druk op de knop <p>, druk op de
knoppen <q><r> om een kleurtoon
te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
z U ziet een voorbeeld van uw foto waarop
het effect is toegepast.
3 Maak de opname.
Standaard Foto’s die lijken op opnamen die zijn gemaakt met een speelgoedcamera.
Warm Beelden hebben een warmere tint dan met [Standaard].
Koel Beelden hebben een koelere tint dan met [Standaard].
Probeer eerst een aantal testopnamen te maken om zeker te zijn
dat u het gewenste resultaat verkrijgt.
65
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Foto’s
Onderwerpen eruit laten springen
(Achtergrondvervaging)
U kunt zorgen dat de onderwerpen in uw opnamen afsteken tegen de
achtergrond. Twee opeenvolgende beelden worden vastgelegd, en de
camera bepaalt of de achtergrond moet worden vervaagd door middel
van lenseffecten (al naar gelang de compositie) of door middel van
beeldverwerking.
1 Selecteer [ ].
z Voer de stappen 1–2 in “Specifieke
scènes” (=
60) uit en kies [ ].
2 Maak de opname.
z Houd de camera stil terwijl u een opname
maakt. Er worden twee opeenvolgende
beelden vastgelegd wanneer u de
ontspanknop volledig indrukt.
z Een knipperend [ ]-pictogram geeft aan
dat de afbeeldingen niet kunnen worden
verwerkt.
Overmatige onscherpte door beweging of bepaalde
opnameomstandigheden kunnen ervoor zorgen dat u mogelijk niet
het verwachte resultaat verkrijgt.
Voor de beste resultaten met dit effect probeert u een opname te maken dicht
in de buurt van het onderwerp. Zorg ervoor dat er voldoende afstand is tussen
het onderwerp en de achtergrond.
Na het maken van de opnamen kan een vertraging optreden voordat
u opnieuw opnamen kunt maken.
Foto’s
Opnamen met een soft-focuseffect
Met deze functie kunt u opnamen maken alsof er een soft-focusfilter op de
camera is gemonteerd. U kunt het effectniveau naar wens instellen.
1 Selecteer [ ].
z Voer de stappen 1–2 in “Specifieke
scènes” (=
60) uit en kies [ ].
2 Kies een effectniveau.
z Druk op de knop <p>, druk op de
knoppen <q><r> om een effectniveau
te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
z U ziet een voorbeeld van uw foto waarop
het effect is toegepast.
3 Maak de opname.
Probeer eerst een aantal testopnamen te maken om zeker te zijn
dat u het gewenste resultaat verkrijgt.
66
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Foto’s Films
Opnamen maken in monochroom
Opnamen maken in zwart-wit, sepia of blauw en wit.
1 Selecteer [ ].
z Voer de stappen 1–2 in “Specifieke
scènes” (=
60) uit en kies [ ].
2 Selecteer een kleurtoon.
z Druk op de knop <p>, druk op de
knoppen <q><r> om een kleurtoon
te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
z U ziet een voorbeeld van uw foto waarop
het effect is toegepast.
3 Maak de opname.
Zwart/wit Zwart-witfoto’s.
Sepia Sepiakleurige foto’s.
Blauw Foto’s in blauw en wit.
Speciale modi voor andere doeleinden
Foto’s
Automatisch opnamen maken na
gezichtsdetectie (Smart Shutter)
Automatisch opnemen na glimlachdetectie
Als de camera een glimlach detecteert, wordt automatisch een opname
gemaakt, zelfs wanneer u niet op de ontspanknop drukt.
1 Selecteer [ ].
z Voer de stappen 1–2 in “Specifieke
scènes” (=
60) uit en kies [ ]. Druk
daarna op de knop <p>.
z Druk op de knoppen <q><r> om [ ]
te selecteren en druk vervolgens op de
knop <m>.
z De camera gaat nu in stand-by voor
opname en op het scherm verschijnt
[Lachdetectie aan].
67
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
2 Richt de camera op een
persoon.
z Elke keer als de camera een glimlach
detecteert, gaat het lampje branden en
wordt een foto gemaakt.
z Druk op de knop <q> om de lachdetectie
te pauzeren. Druk nogmaals op de knop
<q> om de detectie te hervatten.
Selecteer een andere modus als u klaar bent, anders blijft de
camera opnamen maken van elke gedetecteerde glimlach.
U kunt ook foto’s maken zoals gebruikelijk door gewoon de ontspanknop in te
drukken.
Een glimlach wordt sneller gedetecteerd als het gezicht naar de camera is
gericht en als de mond een beetje geopend is zodat de tanden zichtbaar zijn.
Als u het aantal foto’s wilt wijzigen, drukt u op de knoppen <o><p>
nadat u [
] in stap 1 hebt gekozen. [Knipperdetectie] (=
51) is alleen
beschikbaar voor de laatste opname.
U kunt de opnamemodus ook selecteren door [
] te kiezen in de
stappen 1–2 in “Specifieke scènes” (=
60), op [ ] te tikken om het
instellingenscherm te openen, op [
] te tikken en vervolgens op dezelfde
optie of [
] te tikken.
A
antal opnamen, schakelen
tussen modi (=
67, 68)
Foto’s
De knipoogdetectie gebruiken
Richt de camera op een persoon en druk de ontspanknop helemaal naar
beneden. De camera maakt de foto ongeveer twee seconden nadat een
knipoog wordt gedetecteerd.
1 Selecteer [ ].
z Voer de stappen 1–2 in “Specifieke
scènes” (=
60) uit en kies [ ]. Druk
daarna op de knop <p>.
z Druk op de knoppen <q><r> om [ ]
te selecteren en druk vervolgens op de
knop <m>.
2 Kies de compositie en druk de
ontspanknop half in.
z Tik op een gezicht op het scherm om de
persoon te selecteren die de knipoog
gaat geven (Touch AF) en druk de
ontspanknop vervolgens half in.
z Controleer of een groen kader wordt
weergegeven rond het gezicht van de
persoon die gaat knipogen.
3 Druk de ontspanknop helemaal
naar beneden.
z De camera gaat nu in de stand-bystand
voor opname en op het scherm verschijnt
[Glimlach voor foto].
z Het lampje knippert en u hoort het geluid
van de zelfontspanner.
68
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
4 Kijk naar de camera en knipoog.
z Ongeveer twee seconden nadat een
knipoog wordt gedetecteerd, maakt de
camera een foto van de persoon wiens
gezicht in het kader valt.
z Als u het maken van opnamen met de
zelfontspanner wilt annuleren nadat
u deze hebt ingesteld, drukt u op de
knop <n>.
Als de knipoog niet wordt gedetecteerd, knipoog dan nogmaals langzaam en
opzettelijk.
Knipogen is moeilijker te herkennen als de ogen zijn bedekt door haren, een
hoed of een bril.
Als beide ogen tegelijk worden gesloten en geopend, wordt dit ook
gedetecteerd als een knipoog.
Wanneer geen knipoog wordt gedetecteerd, maakt de camera ongeveer
15 seconden later een foto.
Als u het aantal foto’s wilt wijzigen, drukt u op de knoppen <o><p>
nadat u [
] in stap 1 hebt gekozen. [Knipperdetectie] (=
51) is alleen
beschikbaar voor de laatste opname.
Als er geen personen aanwezig zijn in het opnamegebied wanneer de
ontspanknop volledig wordt ingedrukt, wordt de foto gemaakt nadat een
persoon in het opnamegebied komt en knipoogt.
U kunt de opnamemodus ook selecteren door [
] te kiezen in de
stappen 1–2 in “Specifieke scènes” (=
60), op [ ] te tikken om het
instellingenscherm te openen, op [
] te tikken en vervolgens op dezelfde
optie of [
] te tikken.
Foto’s
De gezicht-zelfontspanner gebruiken
De camera maakt de foto ongeveer twee seconden nadat het gezicht
van een andere persoon (zoals de fotograaf) het opnamegebied betreedt
(=
79). Dit is handig wanneer u zelf ook op een groepsfoto of een
vergelijkbare foto wilt staan.
1 Selecteer [ ].
z Voer de stappen 1–2 in “Specifieke
scènes” (=
60) uit en kies [ ]. Druk
daarna op de knop <p>.
z Druk op de knoppen <q><r> om [ ]
te selecteren en druk vervolgens op de
knop <m>.
2 Kies de compositie en druk de
ontspanknop half in.
z Controleer of een groen kader wordt
weergegeven rond het gezicht waarop
is scherpgesteld en of er witte kaders
rond de andere gezichten worden
weergegeven.
3 Druk de ontspanknop helemaal
naar beneden.
z De camera gaat nu in stand-bystand voor
de opname en op het scherm verschijnt
[Kijk recht naar camera om aftellen
te starten].
z Het lampje knippert en u hoort het geluid
van de zelfontspanner.
69
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
4 Ga bij de anderen staan in het
opnamegebied en kijk naar de
camera.
z Nadat de camera een nieuw gezicht
detecteert, knippert het lampje en het
geluid van de zelfontspanner versnelt.
(Wanneer de flitser afgaat, blijft de lamp
branden.) Ongeveer twee seconden later
maakt de camera een foto.
z Als u het maken van opnamen met de
zelfontspanner wilt annuleren nadat
u deze hebt ingesteld, drukt u op de
knop <n>.
Ook als uw gezicht niet wordt gedetecteerd nadat u bij de anderen bent gaan
staan, maakt de camera na ongeveer 15 seconden een opname.
Als u het aantal foto’s wilt wijzigen, drukt u op de knoppen <o><p>
nadat u [
] in stap 1 hebt gekozen. [Knipperdetectie] (=
51) is alleen
beschikbaar voor de laatste opname.
U kunt de opnamemodus ook selecteren door [
] te kiezen in de
stappen 1–2 in “Specifieke scènes” (=
60), op [ ] te tikken om het
instellingenscherm te openen, op [
] te tikken en vervolgens op dezelfde
optie of [
] te tikken.
Foto’s
Opnamen met lange sluitertijd maken (Lange
sluiter)
Geef een sluitertijd van 1–15 seconden op om opnamen met een lange
sluitertijd maken. Plaats in dit geval de camera op een statief of neem
andere maatregelen om de camera stil te houden en camerabeweging te
voorkomen.
1 Selecteer [N].
z Voer de stappen 1–2 in “Specifieke
scènes” (=
60) uit en kies [N].
2 Selecteer de sluitertijd.
z Druk op de knop <o>, druk op de
knoppen <q><r> om de sluitertijd
te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
3 Controleer de belichting.
z Druk de ontspanknop half in om de
belichting voor de door u geselecteerde
sluitertijd te bekijken.
4 Maak de opname.
70
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
De helderheid van het beeld kan afwijken van de helderheid van het
scherm bij stap 3 toen de ontspanknop half werd ingedrukt.
Als u een sluitertijd van 1,3 seconde of een langere sluitertijd
gebruikt, treedt een vertraging op voordat u opnieuw een foto
kunt maken, omdat de camera de beelden verwerkt om ruis te
voorkomen.
Stel [IS modus] in op [Uit] als u opnamen maakt met een statief of
een andere manier om de camera stil te houden (=
85).
Als de flitser afgaat, kan uw foto overbelicht raken. Als dit gebeurt, stelt u de
flitser in op [!] en maakt u een nieuwe opname (=
83).
Films
Verschillende films opnemen
Films
iFrame-films opnemen
Maak filmopnamen die kunnen worden bewerkt met software of apparaten
die compatibel zijn met iFrame. Met de software (=
169) kunt u snel uw
iFrame-films bewerken, opslaan en beheren.
1 Selecteer [ ].
z Voer de stappen 1–2 in “Specifieke
scènes” (=
60) uit en kies [ ].
z Er verschijnen zwarte balken aan de
boven- en onderkant van het scherm en
het onderwerp wordt iets vergroot. De
zwarte balken geven beeldgebieden aan
die niet worden vastgelegd.
2 Maak de opname.
z Druk op de filmknop.
z Druk nogmaals op de filmknop om de
filmopname te stoppen.
De resolutie is [ ] (=
49) en kan niet worden gewijzigd.
iFrame is een videoformaat dat ontwikkeld is door Apple Inc.
71
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Opnamen maken met programma
automatische belichting ([P]-modus) ........... 72
Helderheid van het beeld (Belichting) ............ 72
De helderheid van het beeld aanpassen
(Belichtingscompensatie) ...................................... 72
Belichting en helderheid van beeld
vergrendelen (AE lock) .......................................... 73
De meetmethode wijzigen .....................................73
De ISO-waarde wijzigen ........................................ 74
De helderheid corrigeren (i-Contrast) .................... 74
Beeldkleuren ..................................................... 75
De witbalans aanpassen ....................................... 75
De kleurtoon van een beeld wijzigen
(My Colors) ............................................................ 76
Opnamebereik en scherpstellen ..................... 77
Close-ups maken (macro) .....................................77
Opnamen maken van onderwerpen
op grote afstand (Oneindig) .................................. 78
Digitale telelens .....................................................78
De modus
AF Frame wijzigen ............................... 78
De focusinstelling veranderen ...............................80
Onderwerpen kiezen om op scherp
te stellen (T
ouch AF)
.............................................81
Opnamen maken met AF lock ............................... 82
Continu-opnamen maken terwijl de camera
op het onderwerp blijft scherpstellen ..................... 82
Flitser ................................................................ 83
Flitsermodus wijzigen ............................................83
Opnamen maken met FE-lock .............................. 84
Overige instellingen ......................................... 84
De compressieverhouding wijzigen
(Beeldkwaliteit) ......................................................84
Instellingen van de IS-modus wijzigen .................. 85
P-modus
Meer veeleisende foto’s in de opnamestijl van uw voorkeur
In dit hoofdstuk wordt verondersteld dat de camera is ingesteld op de modus [G], met de modusschakelaar ingesteld op <4>.
[G]: Programma automatische belichting; Automatische belichting: Automatische belichting
V
oordat u een in dit hoofdstuk beschreven functie gebruikt in een andere modus dan [G], moet u controleren of de functie in die modus beschikbaar is
(=
194199).
72
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Foto’s Films
Opnamen maken met programma
automatische belichting ([P]-modus)
U kunt tal van functie-instellingen aanpassen aan uw favoriete opnamestijl.
1 Open de modus [G].
z Voer de stappen 1–2 in “Specifieke
scènes” (=
60) uit en kies [G].
2 Pas de instellingen naar wens
aan (=
7285) en maak
een opname.
Als er geen correcte belichting kan worden verkregen wanneer u de
ontspanknop half indrukt, worden de sluitertijd en de diafragmawaarden in
oranje weergegeven. Probeer in dit geval de ISO-waarde aan te passen
(=
74) of de flitser te activeren (bij donkere onderwerpen, =
83) om zo
de juiste belichting te verkrijgen.
U kunt ook films opnemen in de modus [G] door op de filmknop te drukken.
Sommige instellingen voor FUNC. (=
25) en MENU (=
26) worden
mogelijk automatisch aangepast voor het opnemen van films.
Zie [G] voor meer informatie over het opnamebereik in de modus
“Opnamebereik” (=
204).
Helderheid van het beeld (Belichting)
Foto’s Films
De helderheid van het beeld aanpassen
(Belichtingscompensatie)
U kunt de standaardbelichting die door de camera wordt ingesteld,
aanpassen in stappen van 1/3 in een bereik van –2 tot +2.
z Druk op de knop <o>. Kijk naar het
scherm en druk op de knoppen <q><r>
om de helderheid aan te passen. Druk
daarna op de knop <m>.
z Het correctieniveau dat u hebt opgegeven
wordt nu weergegeven.
z Wanneer u films opneemt, moet de
belichtingscompensatiebalk worden
weergegeven.
U kunt ook foto's maken met de belichtingscompensatiebalk weergegeven.
Wanneer u een film maakt, wordt [&] weergegeven en wordt de belichting
vergrendeld.
U kunt de helderheid ook aanpassen door op de knop <o> te drukken en
vervolgens op de balk te tikken of deze te verslepen.
73
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Foto’s Films
Belichting en helderheid van beeld
vergrendelen (AE lock)
Voordat u een opname maakt, kunt u de belichting vergrendelen, of u kunt
de focus en belichting afzonderlijk instellen.
1 Schakel de flitser uit (=
83).
2 Vergrendel de belichting.
z Richt de camera met vergrendelde
belichting op het onderwerp waarvan
u een opname wilt maken. Houd de
ontspanknop half ingedrukt en druk op de
knop <o>.
z [&] wordt weergegeven en de belichting
wordt vergrendeld.
z Om AE te ontgrendelen, laat u de
ontspanknop los en drukt u opnieuw op
de knop <o>. In dit geval wordt [&] niet
meer weergegeven.
3 Kies de compositie en maak een
opname.
AE: Automatische belichting
Foto’s
De meetmethode wijzigen
U kunt op de volgende manier de meetmethode (functie voor meten van
helderheid) aanpassen aan de opnameomstandigheden.
z Druk op de knop <m>, kies [ ] in het
menu en kies vervolgens de gewenste
optie (=
25).
z De optie die u hebt ingesteld, wordt nu
weergegeven.
Deelmeting
Voor standaardomstandigheden, inclusief onderwerpen die
van achteren worden belicht. De belichting wordt automatisch
aangepast aan de opnameomstandigheden.
Gem. centrum
meeting
Bepaalt de gemiddelde helderheid van het gehele beeldgebied.
Dit wordt berekend door de helderheid in het centrumgebied als
het belangrijkste te behandelen.
Spot
Meting wordt beperkt tot het [
] (spotmetingpuntkader) dat
wordt weergegeven in het midden van het scherm. Wanneer
het AF-kader is ingesteld op [1-punts] (=
78), wordt het
spotmetingpuntkader gekoppeld aan het AF-kader.
74
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Foto’s
De ISO-waarde wijzigen
z Druk op de knop <m>, kies [ ] in het
menu en kies vervolgens de gewenste
optie (=
25).
z De optie die u hebt ingesteld, wordt nu
weergegeven.
AUTO
Hiermee wordt de ISO-waarde automatisch
aangepast aan de opnamemodus en –
omstandigheden.
80, 100, 200
Laag
Hoog
Voor opnamen buitenshuis bij mooi weer.
400, 800
Voor opnamen bij bewolkt weer of in de
schemering.
1600, 3200, 6400
Voor opnamen bij nacht of binnenshuis in
donkere kamers.
Druk de ontspanknop half in als u de automatisch bepaalde ISO-waarde wilt
bekijken wanneer de ISO-waarde is ingesteld op [AUT
O].
Kiezen voor een lagere ISO-waarde levert wel scherpere beelden, maar
onder bepaalde opnameomstandigheden neemt de kans op een onscherp
onderwerp en bewogen beelden toe.
De keuze voor een hogere ISO-waarde zal de sluitertijd verhogen, wat
onscherpe en bewogen onderwerpen vermindert en het flitserbereik vergroot.
Foto’
s kunnen er echter wel korrelig uitzien.
Foto’s
De helderheid corrigeren (i-Contrast)
Voordat u een opname maakt, kunnen extreem heldere of donkere
gebieden (zoals gezichten of achtergronden) worden gedetecteerd en
automatisch worden aangepast aan de optimale helderheid. Als het
gehele beeld niet genoeg contrast heeft, kan dat ook automatisch worden
gecorrigeerd, zodat onderwerpen beter opvallen.
z Druk op de knop <n>, kies
[i-Contrast] op het tabblad [4] en kies
vervolgens [Automatisch] (=
26).
z Als de instelling is voltooid, wordt [
@
]
weergegeven.
In sommige opnameomstandigheden kan de correctie
onnauwkeurig zijn of korrelige beelden veroorzaken.
U kunt ook bestaande beelden corrigeren (=
110).
75
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Beeldkleuren
Foto’s Films
De witbalans aanpassen
Door de witbalans aan te passen kunt u beeldkleuren natuurlijker laten
lijken voor de compositie waarvan u een opname maakt.
z Druk op de knop <m>, kies [ ] in het
menu en kies vervolgens de gewenste
optie (=
25).
z De optie die u hebt ingesteld, wordt nu
weergegeven.
Automatisch
Hiermee wordt de optimale witbalans automatisch ingesteld
voor de opnameomstandigheden.
Dag Licht Voor opnamen buitenshuis bij mooi weer.
Bewolkt
Voor opnamen bij bewolkt weer, in de schaduw of in de
schemering.
Lamplicht
Voor opnamen bij normaal lamplicht (gloeilampen) en dezelfde
kleur TL-verlichting.
TL licht
Voor opnamen bij warmwit (of dezelfde kleur) of koelwit
TL-verlichting.
TL licht H
Voor opnamen bij daglicht TL-verlichting an dezelfde kleur
TL-verlichting.
Custom
Voor handmatig instellen van een aangepaste witbalans
(=
75).
Foto’s Films
Aangepaste witbalans
Pas de witbalans aan de lichtbron aan terwijl u opnamen maakt voor
beeldkleuren die natuurlijk lijken in het licht van uw opname. Stel de
witbalans in onder dezelfde lichtbron die uw opname zal verlichten.
z Voer de stappen in “De witbalans
aanpassen” (=
75) uit om [ ] te
selecteren.
z Richt de camera op een effen wit
onderwerp, zodat het hele scherm wit is.
Druk op de knop <n>.
z De schermtint verandert nadat de
witbalansgegevens zijn vastgelegd.
Kleuren kunnen onnatuurlijk lijken wanneer u de camera-instellingen
wijzigt nadat de witbalansgegevens zijn vastgelegd.
U kunt de witbalansgegevens op het bovenstaande scherm ook vastleggen
door op [
] te tikken.
76
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Foto’s Films
De kleurtoon van een beeld wijzigen (My Colors)
U kunt naar wens de kleurtonen van het beeld wijzigen, zoals beelden
converteren naar sepia of zwart-wit.
z Druk op de knop <m>, kies [ ] in het
menu en kies vervolgens de gewenste
optie (=
25).
z De optie die u hebt ingesteld, wordt nu
weergegeven.
My Colors uit
Levendig
De nadruk komt te liggen op contrast en kleurverzadiging,
voor scherpere beelden.
Neutraal
Hiermee worden het contrast en de kleurverzadiging
afgevlakt, voor zachte beelden.
Sepia Hiermee maakt u sepiakleurige beelden.
Zwart/wit Hiermee maakt u zwart-witfoto’s
Positief Film
Hiermee worden de effecten van Levendig Blauw, Levendig
Groen en Levendig Rood gecombineerd om intense maar
natuurlijke kleuren te krijgen, zoals de kleuren van dia’s.
Lichtere huidtint Hiermee maakt u huidtinten lichter.
Donkerder huidtint Hiermee maakt u huidtinten donkerder.
Levendig Blauw
Legt de nadruk op blauwe tinten in beelden. Hierdoor worden
blauwe onderwerpen, zoals de lucht of de zee, levendiger.
Levendig Groen
Legt de nadruk op groene tinten in beelden. Hierdoor worden
groene onderwerpen, zoals bergen en flora, levendiger.
Levendig Rood
Legt de nadruk op rode tinten in beelden. Hierdoor worden
rode onderwerpen levendiger.
Custom Kleur
U kunt het contrast, de scherpte, kleurverzadiging, enzovoort
aanpassen aan uw voorkeur (=
77).
U kunt de witbalans (=
75) niet instellen in de modi [ ] en [ ].
Met de modi [ ] en [ ] kunnen mogelijk andere kleuren dan
huidtinten worden gewijzigd. Deze instellingen geven mogelijk niet
het verwachte resultaat met sommige huidtinten.
77
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Foto’s Films
Custom Kleur
Kies het gewenste niveau voor beeldcontrast, scherpte, kleurverzadiging en
rode, groene, blauwe en huidkleurige tinten uit een bereik van 1–5.
1 Open het instellingenscherm.
z Voer de stappen bij “De kleurtoon van
een beeld wijzigen (My Colors)” (=
76)
uit om [
] te selecteren. Druk vervolgens
op de knop <n>.
2 Configureer de instelling.
z Druk op de knoppen <o><p> om een
optie te selecteren en geef de waarde op
door te drukken op de knoppen <q><r>.
z Pas de waarde naar rechts aan
voor sterkere/intensere effecten
(of donkerdere huidtinten), en pas de
waarde naar links aan voor zwakkere/
lichtere effecten (of lichtere huidtinten).
z Druk op de knop <n> om de
instelling te voltooien.
U kunt ook een waarde opgeven door op de balk te tikken of deze te slepen.
Opnamebereik en scherpstellen
Foto’s
Close-ups maken (macro)
Stel de camera in op [
e
] om de scherpte te beperken tot onderwerpen die
zich dichtbij bevinden. Zie “Opnamebereik” (=
204) voor meer informatie
over het scherpstelbereik.
z Druk op de knop <q>, druk op de
knoppen <q><r> om [e] te selecteren
en druk vervolgens op de knop <m>.
z Als de instelling is voltooid, wordt [
e
]
weergegeven.
Als u flitst, kan vignetvorming optreden.
Met het AF-kader ingesteld op [Gezichts-AiAf], wordt de camera
opnieuw ingesteld op [
] als u de Touch Shutter gebruikt.
Om camerabeweging te voorkomen plaatst u de camera op een statief en
maakt u opnamen met de camera ingesteld op [[] (=
38).
U kunt deze instelling ook configureren door op de knop <q> te drukken,
op [e] te tikken en vervolgens nogmaals hierop te tikken.
78
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Foto’s
Opnamen maken van onderwerpen op grote
afstand (Oneindig)
Stel de camera in op [u] om de scherpte te beperken tot onderwerpen die
zich veraf bevinden. Zie “Opnamebereik” (=
204) voor meer informatie
over het scherpstelbereik.
z Druk op de knop <q>, druk op de
knoppen <q><r> om [u] te selecteren
en druk vervolgens op de knop <m>.
z Als de instelling is voltooid, wordt [u]
weergegeven.
Foto’s Films
Digitale telelens
De brandpuntsafstand van de lens kan worden vergroot met ongeveer
1,5x of 2,0x. Dit kan camerabeweging verminderen doordat de sluitertijd
hoger is dan wanneer u zou zoomen (inclusief het gebruik van digitale
zoom) in dezelfde zoomfactor.
z Druk op de knop <n>, kies [Digitale
Zoom] op het tabblad [4] en kies de
gewenste optie (=
26).
z Het beeld wordt vergroot en de
zoomfactor verschijnt op het scherm.
De digitale telelens kan niet worden gebruikt met digitale zoom
(=
36) of AF-puntzoom (=
50).
De sluitertijd kan equivalent zijn wanneer u de zoomknop helemaal naar <i>
duwt voor een maximale telelensinstelling, en wanneer u inzoomt om het
onderwerp te vergroten tot hetzelfde formaat door stap 2 in “Nader inzoomen
op het onderwerp (Digitale Zoom)” uit te voeren (=
36).
Foto’s Films
De modus AF Frame wijzigen
Pas de modus AF Frame (automatisch scherpstellen) als volgt aan de
opnameomstandigheden aan.
z Druk op de knop <n>, kies [AF
Frame] op het tabblad [4] en kies
daarna de gewenste optie (=
26).
Foto’s Films
1-punts
Eén AF-kader wordt weergegeven. Effectief voor betrouwbaar
scherpstellen. U kunt het kader ook verplaatsen door op het scherm te
tikken (=
81)
Een geel AF-kader wordt weergegeven met [
] als de camera niet
kan scherpstellen wanneer u de ontspanknop half indrukt.
79
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Druk op de knop <n> en stel [AF kader afm.] op het tabblad [4] in op
[Klein] (=
26) om de afmeting van het AF-kader te verkleinen.
Om composities te maken met de onderwerpen aan de rand of in een hoek,
richt u de camera eerst zo dat u het onderwerp in het AF kader ziet en
vervolgens houdt u de ontspanknop half ingedrukt. T
erwijl u de ontspanknop
half ingedrukt blijft houden, creëert u de gewenste compositie en vervolgens
drukt u de ontspanknop helemaal in ( Focusvergrendeling).
De positie van het AF-kader wordt vergroot wanneer u de ontspanknop half
indrukt en [AF-Punt Zoom] (=
50) is ingesteld op [Aan].
Foto’s Films
Gezichts-AiAf
Hiermee kan de camera gezichten detecteren en erop scherpstellen, en
de belichting (alleen deelmeting) en witbalans (alleen [ ]) instellen.
Nadat u de camera op het onderwerp hebt gericht, wordt een wit
kader weergegeven rondom het gezicht, dat door de camera als
hoofdonderwerp wordt vastgesteld. Maximaal twee grijze kaders worden
weergegeven rond andere gedetecteerde gezichten.
Wanneer de camera beweging detecteert, volgen de kaders de
bewegende onderwerpen binnen een bepaald bereik.
Als u de ontspanknop half indrukt, worden er maximaal negen groene
kaders weergegeven rond de gezichten waarop de camera scherpstelt.
Als er geen gezichten worden gedetecteerd of wanneer er alleen
grijze kaders (zonder wit kader) worden weergegeven, worden
maximaal negen groene kaders weergegeven in de scherpgestelde
gebieden wanneer u de ontspanknop half indrukt.
Wanneer geen gezichten worden gedetecteerd wanneer Servo AF
(=
80) is ingesteld op [Aan], verschijnt het AF-kader in het
midden van het scherm als u de ontspanknop half indrukt.
Voorbeelden van gezichten die niet kunnen worden gedetecteerd:
- Onderwerpen die ver weg zijn of extreem dichtbij
- Onderwerpen die donker of licht zijn
- Gezichten en profil, vanuit een hoek of gedeeltelijk verborgen
De camera kan niet-menselijke onderwerpen identificeren als
gezichten.
Als de camera niet kan scherpstellen wanneer u de ontspanknop
half indrukt, worden er geen AF-kaders weergegeven.
80
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Foto’s
Opnamen maken met Servo AF
Deze modus helpt u om te voorkomen dat u foto’s mist van bewegende
onderwerpen, omdat de camera blijft scherpstellen op het onderwerp en de
belichting aanpast zolang u de ontspanknop half ingedrukt houdt.
1 Configureer de instelling.
z Druk op de knop <n>, kies [Servo
AF] op het tabblad [4] en kies [Aan]
(=
26).
2 Stel scherp.
z De focus en belichting blijven behouden
als het blauwe AF-kader wordt
weergegeven wanneer u de ontspanknop
half indrukt.
In sommige opnameomstandigheden kan de camera mogelijk niet
scherpstellen.
In omstandigheden met weinig licht worden de AF-kaders mogelijk
niet geactiveerd (en worden mogelijk niet blauw) wanneer u de
ontspanknop half indrukt. In dat geval worden de focus en belichting
ingesteld overeenkomstig de opgegeven modus voor
AF Frame.
Als er geen passende belichting kan worden gemaakt, worden
de sluitertijden en de diafragmawaarden in oranje weergegeven.
Laat de ontspanknop los en druk deze opnieuw half in.
Opnamen maken met AF lock is niet beschikbaar
.
[AF-Punt Zoom] op het tabblad [4] (=
26) is niet beschikbaar.
Niet beschikbaar als u de zelfontspanner gebruikt (=
37).
Foto’s
De focusinstelling veranderen
U kunt de standaardwaarden van de camera zo instellen dat deze constant
scherpstelt op de onderwerpen waarop deze wordt gericht, zelfs wanneer
de ontspanknop niet wordt ingedrukt. U kunt in plaats hiervan de camera
beperken tot scherpstellen op het moment waarop u de ontspanknop half
indrukt.
z Druk op de knop <n>, kies
[Continu] op het tabblad [4] en kies [Uit]
(=
26).
Aan
Helpt te voorkomen dat u onverwachte fotokansen mist, doordat de camera
continu scherpstelt op onderwerpen totdat u de ontspanknop half indrukt.
Uit De camera stelt niet continu scherp, zodat de batterij minder snel leeg is.
81
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Foto’s Films
Onderwerpen kiezen om op scherp te stellen
( Touch AF)
U kunt een opname maken nadat u een gezicht of ander onderwerp hebt
geselecteerd waarop moet worden scherpgesteld.
1 Stel het AF-kader in op
[Gezichts-AiAf] (=
79).
2 Selecteer een gezicht of ander
onderwerp waarop moet worden
scherpgesteld.
z Tik op het onderwerp of de persoon op
het scherm.
z De camera piept en [ ] verschijnt zodra
het onderwerp is gedetecteerd. De focus
blijft behouden, zelfs als het onderwerp
beweegt.
z Tik op [^] om Touch AF te annuleren.
3 Maak de opname.
z Druk de ontspanknop half in. Nadat de
camera heeft scherpgesteld, verandert
[ ] in een groen [ ].
z Druk de ontspanknop helemaal naar
beneden om de opname te maken.
Als u niet wilt dat de camera een opname maakt wanneer u op het
scherm tikt, moet u ervoor zorgen dat de modus [Touch Shutter] is
uitgeschakeld. Druk op de knop <n>, kies [Touch Shutter] op
het tabblad [4] en kies [Uit] (=
26).
Mogelijk kan de camera het onderwerp niet volgen als dit te klein
is, te snel beweegt of als het contrast tussen het onderwerp en de
achtergrond te klein is.
Zelfs als u opnamen maakt in de modus [e] (=
77), keert de
camera terug naar de modus [
] als u op het scherm tikt om aan te
geven waar u wilt scherpstellen.
Als [Gezichts-ID] is ingesteld op [Aan], worden namen niet
weergegeven wanneer er geregistreerde personen worden
gedetecteerd, maar de namen worden wel in de foto's vastgelegd
(=
41). Als het onderwerp waarop wordt scherpgesteld echter
hetzelfde is als een persoon die is gedetecteerd met Gezichts-ID,
wordt er een naam weergegeven.
82
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Foto’s Films
Opnamen maken met AF lock
U kunt de focus vergrendelen. Als de focus is vergrendeld, wordt de
focuspositie niet gewijzigd, zelfs niet als u de ontspanknop loslaat.
1 Vergrendel de focus.
z Houd de ontspanknop half ingedrukt en
druk op de knop <q>.
z De focus is nu vergrendeld en [%] wordt
weergegeven.
z Om de focus te ontgrendelen laat u de
ontspanknop los en drukt u opnieuw op
de knop <q>. In dit geval wordt [%] niet
meer weergegeven.
2 Kies de compositie en maak een
opname.
Kan niet worden gebruikt met Touch Shutter (=
39).
Foto’s
Continu-opnamen maken terwijl de camera
op het onderwerp blijft scherpstellen
Maak continu-opnamen terwijl de camera op het onderwerp blijft
scherpstellen. Zie “Snelheid continu-opnamen” (=
205) voor meer
informatie over de snelheid van continu-opnamen.
1 Configureer de instelling.
z Druk op de knop <m>, selecteer [ ] in
het menu en selecteer vervolgens [
]
(=
25).
z Zodra de instelling is voltooid, wordt [ ]
weergegeven.
2 Maak de opname.
z Houdt de ontspanknop volledig ingedrukt
om continu-opnamen te maken.
z De beelden worden samen als een groep
beheerd (=
93).
In de modus [
t
] (=
60) of AF lock (=
82) verandert [ ]
in [ ].
Kan niet worden gebruikt met de zelfontspanner (=
37).
Opnamen maken kan tijdelijk stoppen of continu-opnamen maken
kan langzamer worden, afhankelijk van de opnameomstandigheden,
camera-instellingen en zoompositie.
Opnamen maken kan langzamer worden wanneer meer opnamen
worden gemaakt.
Als u flitst, kan de opnamesnelheid afnemen.
Bij gebruik van Touch Shutter (=
39) maakt de camera continu-
opnamen zolang u het scherm aanraakt.
83
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Flitser
Foto’s
Flitsermodus wijzigen
U kunt de flitsermodus wijzigen en aanpassen aan de opnamecompositie.
Zie “Flitsbereik” (=
204) voor meer informatie over het flitsbereik.
1 Klap de flitser uit.
z Verschuif de schakelaar <h>.
2 Configureer de instelling.
z Druk op de knop <r>, druk op de
knoppen <q><r> om een flitsermodus
te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
z De optie die u hebt ingesteld, wordt nu
weergegeven.
Als de flitser is ingeklapt, kan het instellingenscherm niet worden
geopend door op de knop <r> te drukken. Verschuif de schakelaar
<h
> om de flitser uit te klappen en configureer de instelling.
[ ] Automatisch
Als er weinig licht is, wordt er automatisch geflitst.
[h] Aan
Er wordt bij elke opname geflitst.
[Z] Slow sync
Er wordt geflitst om de helderheid van het hoofdonderwerp (zoals mensen)
te verbeteren terwijl er opnamen gemaakt worden met een langere
sluitertijd, zodat de achtergrond buiten het flitsbereik verlicht wordt.
Plaats de camera op een statief of neem andere maatregelen om
de camera stil te houden en camerabeweging te voorkomen in de
modus [Z]. Stel daarnaast [IS modus] in op [Uit] als u opnamen
maakt met een statief of een ander middel gebruikt om de camera
stil te houden (=
85).
In de modus [Z] mag het hoofdonderwerp niet bewegen totdat het
geluid van de ontspanknop stopt, zelfs nadat de flitser geflitst heeft.
[
!
] Uit
Voor het maken van opnamen zonder flitser.
Als bij omstandigheden die ervoor zorgen dat de camera bewogen
wordt of bij situaties met weinig licht een knipperend pictogram [
]
wordt weergegeven wanneer u de ontspanknop half indrukt, plaatst
u de camera op een statief of neemt u andere maatregelen om de
camera stil te houden.
Aanpassen is ook mogelijk door op de knop <r> te drukken, op de gewenste
optie te tikken en nogmaals hierop te tikken.
84
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Foto’s
Opnamen maken met FE-lock
Net als met de AE lock (=
73) kunt u de belichting vergrendelen voor het
maken van opnamen met de flitser.
1 Klap de flitser uit en stel deze in
op [h] (=
83).
2 Vergrendel de flitsbelichting.
z Richt de camera met vergrendelde
belichting op het onderwerp waarvan
u een opname wilt maken. Houd de
ontspanknop half ingedrukt en druk op de
knop <o>.
z De flitser gaat af en wanneer [(] wordt
weergegeven, blijft het flitsuitvoerniveau
behouden.
z Om FE te ontgrendelen laat u de
ontspanknop los en drukt u opnieuw op
de knop <o>. In dit geval wordt [(] niet
meer weergegeven.
3 Kies de compositie en maak een
opname.
FE: Flitsbelichting
Overige instellingen
Foto’s
De compressieverhouding wijzigen
(Beeldkwaliteit)
Selecteer als volgt een van de twee compressieverhoudingen,
[ ] (Superfijn) en [ ] (Fijn): Zie “Aantal 4:3-opnamen per
geheugenkaart” (=
203) voor richtlijnen over hoeveel opnamen bij elke
compressieverhouding op een geheugenkaart passen.
z Druk op de knop <
m
>, kies [ ] in het
menu en kies vervolgens de gewenste
optie (=
25).
85
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Films
Filmen met onderwerpen op hetzelfde formaat als
waarop ze voor het filmen worden weergegeven
Wanneer de filmopname begint, verandert het beeldgebied doorgaans en
worden onderwerpen vergroot om te zorgen dat sterke camerabewegingen
worden gecorrigeerd. Als u onderwerpen wilt filmen op hetzelfde formaat als
waarop ze vóór het filmen worden weergegeven, kunt u ervoor kiezen om
sterke camerabewegingen niet te verminderen.
z Voer de stappen bij “Instellingen van de
IS-modus wijzigen” (=
85) uit om het
scherm [IS-instellingen] te openen.
z Kies [Dynamic IS] en kies [2] (=
26).
U kunt ook [IS modus] op [Uit] zetten, zodat onderwerpen op hetzelfde formaat
worden opgenomen als waarop ze voor het filmen worden weergegeven.
Foto’s Films
Instellingen van de IS-modus wijzigen
1 Open het instellingenscherm.
z Druk op de knop <n> en kies
[IS-instellingen] op het tabblad [4]
en druk vervolgens op de knop <m>
(=
26).
2 Configureer de instelling.
z Kies [IS modus] en kies vervolgens de
gewenste optie (=
26).
Continu
Optimale beeldstabilisatie voor de opnameomstandigheden wordt
automatisch toegepast (Intelligent IS) (=
35).
Opname* Beeldstabilisatie is alleen actief op het moment van de opname.
Uit Schakelt de beeldstabilisatie uit.
* De instelling wordt gewijzigd in [Continu] voor filmopnamen.
Wanneer beeldstabilisatie camerabeweging niet kan voorkomen,
plaatst u de camera op een statief of neemt u andere maatregelen
om de camera stil te houden. In dit geval is de [IS modus] ingesteld
op [Uit].
86
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Bekijken ............................................................ 87
Schakelen tussen weergavemodi ......................... 89
Korte films bekijken die zijn gemaakt bij het
nemen van foto’s (digest-films) ............................. 90
Personen controleren die met Gezichts-ID zijn
gedetecteerd .........................................................91
Door beelden bladeren en beelden filteren ... 91
Bladeren door beelden in een index ..................... 91
Beelden zoeken die voldoen aan opgegeven
voorwaarden .........................................................92
Afzonderlijke beelden in een groep weergeven .... 93
Gezichts-ID-gegevens bewerken .................... 94
Opties voor het weergeven van foto’s ........... 95
Beelden vergroten .................................................95
Diavoorstellingen bekijken .................................... 96
Vergelijkbare beelden automatisch
afspelen (Smart Shuffle) ....................................... 97
Beelden beveiligen ........................................... 98
Via het menu ......................................................... 98
Afzonderlijke beelden selecteren .......................... 98
Een reeks selecteren ............................................ 99
Alle beelden in één keer opgeven ....................... 100
Beelden wissen .............................................. 101
Meerdere beelden tegelijk wissen .......................101
Beelden roteren .............................................. 103
Via het menu ....................................................... 103
Automatisch draaien uitschakelen ...................... 104
Beelden markeren als favoriet ...................... 104
Via het menu ....................................................... 105
Handige bediening: Touch-acties ................. 106
Een functie gebruiken die is
toegewezen aan [
] ..........................................106
Functies voor Touch-acties wijzigen .................... 106
Foto's bewerken ............................................. 107
Het formaat van beelden wijzigen ....................... 107
Bijsnijden .............................................................108
De kleurtoon van een beeld wijzigen
(My Colors) .......................................................... 109
De helderheid corrigeren (i-Contrast) .................. 110
Rode ogen corrigeren ..........................................111
Films bewerken .............................................. 112
Bestandsgroottes verkleinen ............................... 113
Digest-films bewerken ......................................... 113
Albums bekijken (Story Highlights) ............. 114
Afspeelmodus
Veel plezier bij het bekijken van uw opnamen. U kunt ze op tal van manieren doorbladeren en bewerken.
Druk op de knop <1> om de afspeelmodus te openen en de camera voor te bereiden op deze handelingen.
Beelden die zijn bewerkt op een computer, beelden waarvan de bestandsnaam is gewijzigd en beelden die met een andere camera zijn gemaakt,
kunnen mogelijk niet worden afgespeeld of bewerkt.
87
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Foto’s Films
Bekijken
Na het maken van foto's of het opnemen van films kunt u deze, zoals
hieronder is beschreven, op het scherm bekijken.
1 Open de afspeelmodus.
z Druk op de knop <1>.
z Uw laatste opname wordt weergegeven.
2 Blader door uw beelden.
z Om het vorige beeld te bekijken, drukt
u op de knop <q>. Om het volgende beeld
te bekijken, drukt u op de knop <r>.
z Voor toegang tot de modus Beeld scrollen
houdt u de knoppen <q><r> gedurende
ten minste één seconde ingedrukt. Druk
in deze modus op de knoppen <q><r>
om door uw beelden te bladeren.
z Druk op de knop <m> om terug te keren
naar de enkelvoudige weergave.
z Druk in de modus Beeld scrollen op de
knoppen <o><p> om door beelden
te bladeren in de groepen van elke
opnamedatum.
z Films zijn herkenbaar aan het pictogram
[
]. Ga naar stap 3 als u films wilt
afspelen.
3 Speel films af.
z Druk op de knop <m>, druk op de
knoppen <o><p> om [
] te kiezen
en druk vervolgens nogmaals op de
knop <m>.
4 Pas het volume aan.
z Om het volume aan te passen, drukt u op
de knoppen <o><p>.
z Om het volume aan te passen wanneer
de volumeaanduiding niet langer
wordt weergegeven, drukt u op de
knoppen <o><p>.
5 Onderbreek het afspelen.
z Druk op de knop <m> als u het afspelen
wilt onderbreken of hervatten.
z Na de film verschijnt [ ].
Volume-indicator
88
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Om vanuit de afspeelmodus naar de opnamemodus te gaan, drukt u de
ontspanknop half in.
Als u Beeld scrollen wilt uitschakelen, kiest u MENU (=
26) > tabblad [
1
] >
[Beeld scrollen] > [Uit].
Als u de meest recente opname wilt weergeven wanneer de afspeelmodus
geopend wordt, kiest u MENU (=
26) > tabblad [
1
] > [Ga verder] >
[Laatste f.].
Om de weergegeven overgang tussen beelden te wijzigen, opent u MENU
(=
26) en vervolgens kiest u het gewenste effect op het tabblad [
1
] >
[Overgangseff.].
Bediening via het aanraakscherm
z Als u het volgende beeld wilt bekijken,
veegt u met uw vinger naar links op het
scherm en voor het vorige beeld veegt
u naar rechts met uw vinger.
z Als u de modus Beeld scrollen wilt
openen, veegt u met uw vinger
herhaaldelijk snel naar links of rechts.
z U kunt ook beelden in de modus Beeld
scrollen selecteren door met uw vinger
naar links of rechts te vegen.
z Als u op het centrale beeld tikt, wordt de
enkelvoudige weergave hersteld.
z Als u in de modus Beeld scrollen
wilt bladeren door beelden die op
opnamedatum zijn gegroepeerd, sleept
u omhoog of omlaag.
z Als u het afspelen wilt starten, tikt u op
[
] in stap 3 van “Bekijken” (=
87).
z Als u het volume wilt aanpassen tijdens
het afspelen van een film, sleept u met
uw vinger snel omhoog of omlaag op het
scherm.
z Tik op het scherm als u het afspelen
wilt stoppen. Het scherm links
wordt weergegeven en de volgende
handelingen zijn beschikbaar.
z Tik op [ ] om het volumepaneel weer te
geven. Tik vervolgens op [o][p] om het
volume aan te passen. Bij een volume
van 0 verschijnt [
].
z Om een ander frame weer te geven, tikt
u op de schuifbalk of sleept u deze naar
links of naar rechts.
z Tik op [ ] als u het afspelen wilt
hervatten.
z Tik op [^] om terug te keren naar
het scherm in stap 2 van “Bekijken”
(=
87).
89
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Foto’s Films
Schakelen tussen weergavemodi
Druk op de knop <p> om andere informatie weer te geven op het
scherm of om de informatie te verbergen. Zie “Afspelen (uitgebreide
informatieweergave)” (=
192) voor meer informatie over de weergegeven
gegevens.
Geen
informatieweergave
Beknopte
informatieweergave
Uitgebreide
informatieweergave
Foto’s Films
Overbelichtingswaarschuwing (voor highlights van beelden)
In de uitgebreide informatieweergave (=
89) knipperen de vervaagde
highlights van het beeld op het scherm.
Foto’s Films
Histogram
z De grafiek die verschijnt in de uitgebreide
informatieweergave (=
89) is een
histogram dat de distributie van de
helderheid in het beeld toont. Op de
horizontale as staat de helderheidsgraad
en de verticale geeft aan welk
gedeelte van het beeld zich op elk
helderheidsniveau bevindt. Het histogram
bekijken is een manier om de belichting
te controleren.
Hoog
Donker
Laag
Helder
Foto’s Films
GPS-informatieweergave
z Met een smartphone die via Wi-Fi is
verbonden met de camera kunt u beelden
op de camera geotaggen en informatie
toevoegen, zoals breedtegraad,
lengtegraad en hoogte (=
147).
Beelden met geotag worden gelabeld
met een pictogram [
] in de uitgebreide
informatieweergave. Druk op de knop
<o> om de vastgelegde informatie weer
te geven.
z Van boven naar onder worden
breedtegraad, lengtegraad, hoogte en
UTC (opnamedatum en –tijd) getoond.
z Druk nogmaals op de knop <o> om
terug te keren naar de uitgebreide
informatieweergave.
[---] wordt weergegeven in plaats van numerieke waarden voor
items die niet beschikbaar zijn op uw smartphone of voor items die
niet juist zijn vastgelegd.
UTC: staat voor “Coordinated Universal Time” en komt vrijwel overeen met
Greenwich Mean Time.
De GPS-informatieweergave is niet beschikbaar voor beelden waarvoor deze
informatie ontbreekt.
U kunt ook overschakelen naar weergave van GPS-informatie door
de onderste helft van het scherm omhoog of omlaag te slepen in de
gedetailleerde informatieweergave.
GPS-informatieweer
g
ave
90
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Alleen bij foto's opgenomen clips afspelen
z Kies een foto met de aanduiding [ ].
z Tik op [ ] om alleen de clips af te
spelen die bij Filmsynopsis-beelden zijn
opgenomen.
z Na het afspelen wordt het vorige scherm
opnieuw weergegeven.
Op datum weergeven
Digest-films kunnen op datum worden bekeken.
1 Selecteer een film.
z Druk op de knop <n>, kies
[Digest-films weerg./afsp.] op het tabblad
[1] en kies een datum (=
26).
2 Speel de film af.
z Druk op de knop <m> als u het afspelen
wilt starten.
Films
Korte films bekijken die zijn gemaakt bij het
nemen van foto’s (digest-films)
U kunt als volgt een filmsynopsis bekijken met digest-films die automatisch
zijn opgenomen in de modus [ ] (=
55) op een dag waarop u foto's
hebt genomen.
1 Selecteer een beeld.
z Kies een foto met de aanduiding [ ].
2 Speel de film af.
z Druk op de knop <m> en kies [ ] in het
menu (=
25).
z De film die automatisch is opgenomen op
de dag dat de foto's zijn gemaakt, wordt
vanaf het begin afgespeeld.
Na een kort moment wordt [ ] niet meer weergegeven wanneer u de
camera gebruikt met uitgeschakelde informatieweergave (=
89).
U kunt digest-films ook afspelen door bij stap 1 op [
] op het scherm te
tikken en vervolgens tweemaal op [
] te tikken.
91
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Foto’s
Personen controleren die met Gezichts-ID
zijn gedetecteerd
Als u de camera overschakelt naar de korte informatieweergave (=
89),
worden de namen weergegeven van maximaal vijf personen die zijn
geregistreerd in Gezichts-ID (=
41).
z Druk herhaaldelijk op de knop <p>
totdat de korte informatieweergave
wordt geactiveerd en druk vervolgens op
de knoppen <q><r> om een beeld te
kiezen.
z De namen worden op gedetecteerde
personen weergegeven.
Als u liever geen namen wilt weergeven in foto's die met behulp van
Gezichts-ID zijn gemaakt, kiest u MENU (=
26) > tabblad [1] > [Info
gezichts-ID] > [Naam weerg.] > [Uit].
Door beelden bladeren en beelden
filteren
Foto’s Films
Bladeren door beelden in een index
U kunt snel de beelden vinden die u zoekt door meerdere beelden in een
index weer te geven.
1 Geef beelden weer in een index.
z Verschuif de zoomknop naar <g> als
u beelden in een index wilt weergeven.
Als u de zoomknop nogmaals verschuift,
worden meer beelden weergegeven.
z Verschuif de zoomknop naar <k> om
minder beelden weer te geven. Het
aantal beelden neemt elke keer af
wanneer u de zoomknop verschuift.
2 Selecteer een beeld.
z Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om een beeld te selecteren.
z Er wordt een oranje kader rond het
geselecteerde beeld weergegeven.
z Druk op de knop <m> om het
geselecteerde beeld in de enkelvoudige
weergave te bekijken.
Als u het 3D-weergave-effect wilt uitschakelen (wordt weergegeven als u de
knoppen <o><p> ingedrukt houdt), kiest u MENU (=
26) > tabblad [1] >
[Indexeffect] > [Uit].
92
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Bediening via het aanraakscherm
z Knijp uw vingers samen om van
de enkelvoudige weergave over te
schakelen naar de indexweergave.
z Als u meer miniaturen per scherm wilt
weergeven, knijpt u uw vingers nogmaals
samen.
z Sleep omhoog of omlaag over het scherm
om door de weergegeven afbeeldingen
te bladeren.
z Als u minder miniaturen per scherm wilt
weergeven, spreidt u uw vingers.
z Tik op een beeld om deze te selecteren
en tik er nogmaals op om het beeld in de
enkelvoudige weergave te bekijken.
Foto’s Films
Beelden zoeken die voldoen aan opgegeven
voorwaarden
Vind snel de gewenste beelden op een geheugenkaart vol beelden door
de beeldweergave te filteren op de door u opgegeven voorwaarden. U kunt
deze beelden ook allemaal tegelijk beveiligen (=
98) of verwijderen
(=
101).
Naam
Geeft beelden van een geregistreerde persoon
weer (=
42).
Mensen
Hiermee worden beelden weergegeven met
gedetecteerde gezichten.
Opnamedatum
Geeft beelden weer die op een bepaalde datum
zijn opgenomen.
Favorieten
Geeft beelden weer die gemarkeerd zijn als
favoriet (=
104).
Foto/film
Geeft alleen foto's of films weer.
Geeft foto's, films of films die zijn opgenomen in de
modus [
] weer (=
55).
1 Kies een zoekvoorwaarde.
z Druk op de knop <m>, kies [ ] in het
menu en kies een voorwaarde (=
25).
z Wanneer u [ ], [ ], or [ ] hebt
geselecteerd, kiest u de voorwaarde door
op de knoppen <o><p><q><r> op het
weergegeven scherm te drukken. Druk
vervolgens op de knop <m>.
93
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
2 Bekijk de gefilterde beelden.
z Beelden die voldoen aan uw
voorwaarden, worden in gele kaders
weergegeven. Druk op de knoppen
<q><r> om alleen deze beelden te
bekijken.
z Kies [ ] in stap 1 om gefilterd afspelen
te stoppen.
Foto’s
Afzonderlijke beelden in een groep
weergeven
Beelden die na elkaar (=
40) of in de modus [ ] zijn opgenomen
(=
40, 62) worden als groep weergegeven maar kunnen ook
afzonderlijk worden bekeken.
1 Kies een gegroepeerd beeld.
z Druk op de knoppen <q><r> om een
beeld met de aanduiding [
] te
selecteren.
2 Selecteer [ ].
z Druk op de knop <m> en kies [ ] in het
menu (=
25).
3 Geef de beelden in de groep
afzonderlijk weer.
z Als u op de knoppen <q><r> drukt,
worden alleen de beelden in de groep
weergegeven.
z Druk op de knop <m>, kies [ ] in het
menu en druk nogmaals op de knop
<m> om te stoppen met afspelen in een
groep (=
25).
Bij groep afspelen (stap 3) kunt u de functies van het functiemenu gebruiken
door op de knop <m> te drukken. U kunt ook snel door beelden bladeren
“Bladeren door beelden in een index” (=
91) en deze vergroten “Beelden
vergroten” (=
95). Door [Alle beelden groeperen] voor “Beelden beveiligen”
(=
98), “Meerdere beelden tegelijk wissen” (=
101), “Beelden toevoegen
aan de printlijst (DPOF)” (=
177) of “Beelden toevoegen aan een fotoboek”
(=
180) te selecteren, kunnen alle beelden in de groep in één keer worden
bewerkt.
Als u de groepering voor beelden wilt opheffen zodat ze worden weergegeven
als losse foto's, kiest u MENU (=
26) > tabblad [
1
] > [Beelden groep.] >
[Uit] (=
26). Het groeperen van gegroepeerde beelden kan echter tijdens
het afspelen van afzonderlijke beelden niet worden opgeheven.
Gelijktijdige weergave in modus [
] zoals beschreven bij stap 2 van
“Genieten van diverse beelden van elke opname (Creatieve opname)”
(=
62) wordt alleen direct na de opname weergegeven.
U kunt gegroepeerde beelden ook afzonderlijk weergeven door bij stap 1 op
[
] op het scherm te tikken en vervolgens op [ ] te tikken.
94
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Gezichts-ID-gegevens bewerken
Als u tijdens het afspelen merkt dat een naam incorrect is, kunt u deze
wijzigen of wissen.
U kunt echter geen namen toevoegen voor personen die niet door
Gezichts-ID gedetecteerd zijn (namen worden niet weergegeven en voor
personen waarvan de naam is gewist.
Namen wijzigen
1 Open het instellingenscherm.
z Druk op de knop <n> en kies
[Info gezichts-ID] op het tabblad [
1
]
(=
26).
z Druk op de knoppen <o><p> om
[ID-info bew.] te kiezen en druk op de
knop <m>.
2 Selecteer een beeld.
z Volg de procedure in “Personen
controleren die met Gezichts-ID zijn
gedetecteerd” (=
91), kies een beeld
en druk op de knop <m>.
z Er wordt een oranje kader rond het
geselecteerde gezicht weergegeven.
Wanneer meerdere namen in een beeld
worden weergegeven, drukt u op de
knoppen <q><r> om de te wijzigen
naam te kiezen en drukt u vervolgens op
de knop <m>.
3 Kies de optie om te bewerken.
z Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om [Overschrijven] te selecteren en druk
vervolgens op de knop <m>.
4 Selecteer de naam van
de persoon die u wilt
overschrijven.
z Voer stap 2 in “Gezichtsgegevens
overschrijven en toevoegen” (=
45)
uit en kies de naam van de persoon die
u wilt overschrijven.
U kunt het scherm [ID-info bew.] ook openen door op een beeld op het scherm
in stap 2 te tikken, op [
] te tikken om het oranje kader weer te geven en
vervolgens op het gezicht te tikken waarvan u de naam wilt overschrijven.
U kunt de opties voor bewerken ook kiezen door op deze items te tikken
bij stap 3.
Namen wissen
z Voer stap 3 bij “Namen wijzigen” uit
(=
94), kies [Wissen] en druk op de
knop <m>.
z Als [Wissen ?] verschijnt, drukt u op de
knoppen <q><r> om [OK] te selecteren.
Druk daarna op de knop <m>.
U kunt namen ook wissen door op [OK] te tikken nadat [Wissen ?]
is weergegeven.
95
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Opties voor het weergeven van foto’s
Foto’s
Beelden vergroten
1 Vergroot een beeld.
z Verschuif de zoomknop naar <k> als
u wilt inzoomen op het beeld en het
beeld wilt vergroten. [
] wordt
weergegeven. Als u de zoomknop
vasthoudt, wordt er verder ingezoomd tot
een factor van 10x.
z Verschuif de zoomknop naar <g>
om uit te zoomen. Als u de zoomknop
vasthoudt, keert u terug naar de
enkelvoudige weergave.
2 Verschuif de weergavelocatie
en schakel indien nodig tussen
beelden.
z Als u de weergavepositie wilt aanpassen,
drukt u op de knoppen<o><p><q><r>.
z Zelfs wanneer [ ] nog op het scherm
staat, kunt u al schakelen naar [
]
door op de knop <m> te drukken. Druk
tijdens het in- of uitzoomen op de
knoppen <q><r> om tussen de beelden
te schakelen. Druk nogmaals op de
knop <m> om terug te keren naar de
oorspronkelijke instelling.
Geschatte locatie van
weergegeven gebied
U kunt direct van de vergrote weergave naar de enkelvoudige weergave gaan
door op de knop <n> te drukken.
Bediening via het aanraakscherm
z Spreid uw vinger om in te zoomen.
z U kunt beelden tot ongeveer 10x
vergroten door deze actie te herhalen.
z Sleep over het scherm om de
weergavelocatie te verschuiven.
z Knijp uw vingers samen om uit te
zoomen.
z Tik op [ ] om terug te keren naar de
enkelvoudige weergave.
96
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Foto’s Films
Diavoorstellingen bekijken
Beelden die zijn opgeslagen op een geheugenkaart, kunt u als volgt
automatisch afspelen. Elk beeld wordt ongeveer 3 seconden weergegeven.
z Druk op de knop <m>, kies [.] in het
menu en kies vervolgens de gewenste
optie (=
25).
z De diavoorstelling begint nadat
[Laden van beeld] enkele seconden wordt
weergegeven.
z Druk op de knop <n> om de
diavoorstelling te beëindigen.
De spaarstandfuncties van de camera (=
23) werken niet tijdens
diavoorstellingen.
Druk op de knop <m> als u het afspelen van diavoorstellingen wilt
onderbreken of hervatten.
U kunt naar andere beelden schakelen tijdens het afspelen als u op de
knoppen <q><r> drukt. Houd voor vooruitspoelen of achteruitspoelen de
knoppen <q><r> ingedrukt.
In de modus voor beeld zoeken (=
92) worden alleen beelden afgespeeld
die overeenkomen met de zoekvoorwaarden.
Diavoorstellingen kunt u ook starten met Touch-acties (=
106).
Instellingen voor diavoorstellingen wijzigen
U kunt instellen dat de diavoorstelling wordt herhaald of u kunt overgangen
tussen beelden en de weergaveduur van elk beeld wijzigen.
1 Open het instellingenscherm.
z Druk op de knop <n> en kies
vervolgens [Diavoorstelling] op het
tabblad [
1
] (=
26).
2 Configureer de instellingen.
z Kies het menu-item dat u wilt
configureren en kies de gewenste optie
(=
26).
z Selecteer [Start] en druk op de knop
<m> als u de diavoorstelling volgens uw
instellingen wilt starten.
z Druk op de knop <n> om terug te
keren naar het menuscherm.
97
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Foto’s
Vergelijkbare beelden automatisch afspelen
(Smart Shuffle)
Op basis van het huidige beeld biedt de camera vier beelden aan die
u wellicht wilt bekijken. Nadat u een van deze beelden hebt geselecteerd,
worden op de camera opnieuw vier beelden weergegeven, zodat u beelden
in een onverwachte volgorde kunt afspelen. Probeer deze functie eens als
u eel opnamen hebt gemaakt, in verschillende omgevingen.
1 Selecteer Smart Shuffle.
z Druk op de knop <m> en kies [ ] in het
menu (=
25).
z Vier beelden worden weergegeven als
mogelijke optie.
2 Selecteer een beeld.
z Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om te selecteren welk beeld u vervolgens
wilt weergeven.
z Het geselecteerde beeld wordt in het
midden weergegeven, omgeven door de
volgende vier mogelijke beelden.
z Als u op de knop <m> drukt, verschijnt
het middelste beeld op volledige grootte.
Druk nogmaals op de knop <m> om
terug te keren naar de oorspronkelijke
weergave.
z Druk op de knop <n> om terug te
keren naar de enkelvoudige weergave.
U kunt in Smart Shuffle alleen foto's afspelen die met deze camera
zijn gemaakt.
Smart Shuffle is niet beschikbaar in de volgende situaties:
- Als er minder dan 50 beelden met deze camera zijn gemaakt
- Als op dit moment een niet-ondersteund beeld wordt weergegeven
- Beelden worden weergegeven in gefilterde weergave (=
92)
- Tijdens groep afspelen (=
93)
Als u op het scherm in stap 2 op een beeld aan de bovenkant, onderkant
of een van de zijkanten tikt, wordt het geselecteerde beeld in het midden
weergegeven, omgeven door de volgende vier mogelijke beelden.
Als u het middelste beeld in stap 2 op volledig scherm wilt weergeven, tikt u op
dat beeld.
Tik nogmaals op het scherm als u de oorspronkelijke weergave wilt
herstellen.
98
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Foto’s Films
Beelden beveiligen
Beveilig belangrijke beelden, zodat ze niet per ongeluk door de camera
kunnen worden gewist (=
101).
z Druk op de knop <m> en kies [
:
] in
het menu (=
25). [Beveiligd] wordt
weergegeven.
z Als u de beveiliging wilt annuleren,
herhaalt u deze procedure en selecteert
u nogmaals [
:
]. Druk vervolgens op de
knop <m>.
Beveiligde beelden op een geheugenkaart worden gewist als u de
kaart formatteert (=
156).
Beveiligde beelden kunnen niet worden gewist met de wisfunctie van de
camera. Als u het ze wel op die manier wilt wissen, moet u eerst de beveiliging
opheffen.
Via het menu
1 Open het instellingenscherm.
z Druk op de knop <n> en selecteer
[Beveilig] op het tabblad [
1
] (=
26).
2 Selecteer een selectiemethode.
z Kies een menu-item en de gewenste
optie (=
26).
z Druk op de knop <n> om terug te
keren naar het menuscherm.
Afzonderlijke beelden selecteren
1 Selecteer [Selectie].
z Voer stap 2 in “Via het menu” (=
98)
uit, kies [Selectie] en druk op de
knop <m>.
2 Selecteer een beeld.
z Druk op de knoppen <q><r> om een
beeld te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>. [
] wordt weergegeven.
z Druk nogmaals op de knop <m> als
u de selectie wilt opheffen. [
] wordt niet
meer weergegeven.
z Herhaal deze procedure om andere
beelden op te geven.
99
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
3 Beveilig het beeld.
z Druk op de knop <n>. Er verschijnt
een bevestigingsbericht op het scherm.
z Druk op de knoppen <q><r> om [OK]
te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
Als u overschakelt naar de opnamemodus of de camera uitschakelt
voordat u de instellingsprocedure in stap 3 hebt voltooid, worden de
beelden niet beveiligd.
U kunt beelden ook selecteren of wissen door op het scherm in stap 2 te tikken
en u kunt het bevestigingsscherm openen door op [
] te tikken.
U kunt beelden ook beveiligen door op [OK] op het scherm in stap 3 te tikken.
Een reeks selecteren
1 Selecteer [Select. reeks].
z Volg stap 2 in “Via het menu” (=
98),
kies [Select. reeks] en druk op de
knop <m>.
2 Selecteer het eerste beeld.
z Druk op de knop <m>.
z Druk op de knoppen <q><r> om een
beeld te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
3 Selecteer het laatste beeld.
z Druk op de knop <r>, kies [Laatste
beeld] en druk op de knop <m>.
100
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
z Druk op de knoppen <q><r> om een
beeld te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
z Beelden vóór het eerste beeld kunt u niet
als het laatste beeld selecteren.
4 Beveilig de beelden.
z Druk op de knop <p> kies [Beveilig] en
druk op de knop <m>.
U kunt het scherm waarmee u het eerste of het laatste beeld selecteert ook
weergeven door op een beeld in het bovenste scherm in stap 2 of 3 te tikken.
U kunt beelden ook beveiligen door op [Beveilig] op het scherm in stap 4 te
tikken.
Alle beelden in één keer opgeven
1 Selecteer [Sel. alle beelden].
z Voer stap 2 in “Via het menu” (=
98)
uit, kies [Sel. alle beelden] en druk op de
knop <m>.
2 Beveilig de beelden.
z Druk op de knoppen <o><p> om
[Beveilig] te kiezen. Druk vervolgens op
de knop <m>.
U kunt de beveiliging van groepen beelden opheffen door [Beveilig. uit] te
selecteren in stap 4 van “Een reeks selecteren” of in stap 2 van “Alle beelden
in één keer opgeven”.
U kunt beelden ook beveiligen of ontgrendelen door op het scherm bij stap 2
op [Beveilig] of [Beveilig. uit] te tikken.
101
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Foto’s Films
Beelden wissen
U kunt beelden die u niet meer nodig hebt één voor één selecteren en
wissen. Wees voorzichtig bij het wissen van beelden, want ze kunnen niet
worden hersteld. Beveiligde beelden (=
98) kunnen echter niet worden
gewist.
1 Selecteer het beeld dat u wilt
wissen.
z Druk op de knoppen <q><r> om een
beeld te selecteren.
2 Wis het beeld.
z Druk op de knop <m> en kies
vervolgens [a] in het menu (=
25).
z Als [Wissen ?] verschijnt, drukt u op
de knoppen <q><r> om [Wissen] te
selecteren en vervolgens drukt u op de
knop <m>.
z Het huidige beeld wordt nu gewist.
z Als u het wissen wilt annuleren, drukt
u op de knoppen <q><r> om [Annuleer]
te kiezen en drukt u vervolgens op de
knop <m>.
U kunt het huidige beeld ook wissen door in stap 2 op [Wissen] op het scherm
te tikken.
U kunt beelden ook wissen door Touch-acties te gebruiken (=
106).
Meerdere beelden tegelijk wissen
U kunt meerdere beelden selecteren om in één keer te wissen. Wees
voorzichtig bij het wissen van beelden, want ze kunnen niet worden
hersteld. Beveiligde beelden (=
98) kunnen echter niet worden gewist.
Een selectiemethode selecteren
1 Open het instellingenscherm.
z Druk op de knop <n> en kies
vervolgens [Wissen] op het tabblad [
1
]
(=
26).
2 Selecteer een selectiemethode.
z Kies een menu-item en de gewenste
optie (=
26).
z Druk op de knop <n> om terug te
keren naar het menuscherm.
102
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Afzonderlijke beelden selecteren
1 Selecteer [Selectie].
z Volg stap 2 in “Een selectiemethode
selecteren” (=
101) om [Selectie] te
selecteren en druk op de knop <m>.
2 Selecteer een beeld.
z Nadat u een beeld hebt gekozen in stap
2 in “Afzonderlijke beelden selecteren”
(=
98), wordt [ ] weergegeven.
z Druk nogmaals op de knop <m> als
u de selectie wilt opheffen. [
] wordt niet
meer weergegeven.
z Herhaal deze procedure om andere
beelden op te geven.
3 Wis het beeld.
z Druk op de knop <n>. Er verschijnt
een bevestigingsbericht op het scherm.
z Druk op de knoppen <q><r> om [OK]
te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
Een reeks selecteren
1 Selecteer [Select. reeks].
z Volg stap 2 in “Een selectiemethode
selecteren” (=
101) om [Select. reeks]
te selecteren en druk op de knop <m>.
2 Selecteer de beelden.
z Voer de stappen 2–3 in “Een reeks
selecteren” (=
99) uit om beelden op
te geven.
3 Wis de beelden.
z Druk op de knop <p> om [Wissen]
te selecteren. Druk vervolgens op de
knop <m>.
Alle beelden in één keer opgeven
1 Selecteer [Sel. alle beelden].
z Voer stap 2 in “Een selectiemethode
selecteren” (=
101) uit, kies [Sel. alle
beelden] en druk op de knop <m>.
2 Wis de beelden.
z Druk op de knoppen <q><r> om [OK]
te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
103
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Foto’s
Beelden roteren
Wijzig de stand van beelden en sla ze als volgt op.
1 Selecteer [
\
].
z Druk op de knop <m> en kies [
\
] in het
menu (=
25).
2 Draai het beeld.
z Druk op de knop <q> of <r>, afhankelijk
van de gewenste richting. Het beeld
wordt telkens als u op de knop drukt 90°
geroteerd. Druk op de knop <m> om de
instelling te voltooien.
Via het menu
1 Selecteer [Roteren].
z Druk op de knop <n> en kies
[Roteren] op het tabblad [
1
] (=
26).
2 Draai het beeld.
z Druk op de knoppen <q><r> om een
beeld te selecteren.
z Het beeld wordt telkens als u op de knop
<m> drukt, 90° geroteerd.
z Druk op de knop <n> om terug te
keren naar het menuscherm.
Rotatie is niet mogelijk als [Autom. draaien] is ingesteld op [Uit]
(=
104).
Op het scherm in stap 2 kunt u ook op [ ] tikken om beelden te roteren of
op [
] tikken om terug te keren naar het menuscherm.
104
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Automatisch draaien uitschakelen
Voer deze stappen uit om automatisch draaien van beelden uit te
schakelen. Bij automatisch draaien worden beelden gedraaid, afhankelijk
van de huidige oriëntatie van de camera.
z Druk op de knop <n> om [Autom.
draaien] te kiezen op het tabblad [
1
] en
kies vervolgens [Uit] (=
26).
Beelden kunnen niet worden geroteerd (=
103) als u [Autom.
draaien] instelt op [Uit]. Daarnaast worden reeds geroteerde
beelden ook in hun oorspronkelijke richting weergegeven.
In de modus Smart Shuffle (=
97) worden beelden die verticaal
zijn gemaakt verticaal weergegeven, zelfs als [Autom. draaien] is
ingesteld op [Uit], en verschijnen gedraaide beelden in de gedraaide
stand.
Foto’s Films
Beelden markeren als favoriet
U kunt beelden organiseren door deze als favorieten te markeren. Als u een
categorie kiest in gefilterd afspelen kunt u de volgende handelingen
beperken tot die beelden.
Bekijken (=
87), Diavoorstellingen bekijken (=
96), Beelden
beveiligen (=
98), Beelden wissen (=
101), Beelden toevoegen
aan de printlijst (DPOF) (=
177), Beelden toevoegen aan een fotoboek
(=
180)
Configureer de instelling.
z Druk op de knop < >. [ ] wordt
weergegeven.
z Druk nogmaals op de knop < > om de
markering van het beeld op te heffen.
[
] wordt niet meer weergegeven.
Als u Windows 8, Windows 7 of Windows Vista gebruikt en favoriete beelden
overdraagt naar de computer, wordt aan deze beelden een waardering van
drie sterren (
) toegewezen. (Geldt niet voor films.)
105
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Via het menu
1 Selecteer [Favorieten].
z Druk op de knop <n> en kies
[Favorieten] op het tabblad [1]
(=
26).
2 Selecteer een beeld.
z Druk op de knoppen <q><r> om een
beeld te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>. [
] wordt weergegeven.
z Druk nogmaals op de knop <m> om de
markering van het beeld op te heffen.
[
] wordt niet meer weergegeven.
z Herhaal deze procedure als u meerdere
beelden wilt selecteren.
3 Voltooi de instellingsprocedure.
z Druk op de knop <n>. Er verschijnt
een bevestigingsbericht op het scherm.
z Druk op de knoppen <q><r> om [OK]
te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
Als u overschakelt naar de opnamemodus of de camera uitschakelt
voordat u de instellingsprocedure in stap 3 hebt voltooid, worden de
beelden niet gemarkeerd als favoriet.
Door beelden als favoriet te markeren, kunt u ze bij het creëren van albums
gemakkelijker toevoegen (=
114).
U kunt huidige beelden ook selecteren of wissen door op het scherm in stap 2
te tikken.
U kunt ook Touch-acties gebruiken om beelden te markeren als favorieten
(=
106).
106
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Foto’s Films
Handige bediening: Touch-acties
In de enkelvoudige weergave kunt u in een handomdraai functies
inschakelen die u hebt toegewezen aan elk van de vier ingestelde
aanraakhandelingen (Touch-acties).
Een functie gebruiken die is toegewezen aan [ ]
z Sleep over het scherm zoals is
aangegeven.
z De functie die is toegewezen aan [ ] is
nu ingeschakeld.
z Op deze manier kunt u ook functies
inschakelen die zijn toegewezen aan
[
], [ ] en [ ] door over het scherm
te slepen.
z Pas de functies die zijn toegewezen aan
Touch-acties naar wens aan.
Functies voor Touch-acties wijzigen
Vereenvoudig uw favoriete camerahandelingen door sleeppatronen naar
wens opnieuw toe te wijzen.
1 Open het instellingenscherm.
z Druk op de knop <n> en selecteer
vervolgens [Touch-acties inst.] op het
tabblad [
1
] (=
26).
2 Wijs een functie toe aan een
Touch-actie.
z Druk op de knoppen <o><p> om
een Touch-actie te kiezen en druk
vervolgens op de knoppen <q><r> om
de toe te wijzen functie te kiezen.
107
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Toewijsbare functies
Favorieten
Hiermee markeert u beelden als favoriet of heft u de
markering op.
Volgende favoriet
Hiermee geeft u het volgende beeld weer dat is gemarkeerd
als favoriet.
Vorige favoriet
Hiermee geeft u het vorige beeld weer dat is gemarkeerd als
favoriet.
Volgende datum
Hiermee geeft u het eerste beeld met de volgende
opnamedatum weer.
Vorige datum
Hiermee geeft u het eerste beeld met de vorige
opnamedatum weer.
Smart Shuffle
Hiermee speelt u de beelden op een slimme, willekeurige
manier af.
Naar camera
Open het scherm voor Wi-Fi-verbinding.
Zie “Wi-Fi-functies” (=
117) voor uitgebreide informatie
over Wi-Fi.
Naar smartphone
Naar computer
Naar printer
Naar webservice
Diavoorstelling
Hiermeer start u een diavoorstelling.
Wissen Hiermee wist u een beeld.
Beveilig
Hiermee beveiligt u een beeld of heft u de beveiliging van
een beeld op.
Roteren Hiermee draait u het beeld.
Foto's bewerken
Beeldbewerking (=
107111) is alleen mogelijk als er op de
geheugenkaart voldoende vrije ruimte is.
U kunt bewerkingsschermen voor verschillende functies openen door op een
beeld te tikken nadat u de functie in het menu hebt geselecteerd.
Wanneer [
] wordt weergegeven op een bewerkingsscherm, kunt
u desgewenst op [
] tikken in plaats van op de knop <n> te drukken.
Wanneer [
] wordt weergegeven op een bewerkingsscherm, kunt
u desgewenst op [
] tikken in plaats van op de knop <m> te drukken.
Foto’s
Het formaat van beelden wijzigen
Bewaar een kopie van beelden op een lagere resolutie.
1 Selecteer [Veranderen].
z Druk op de knop <n> en kies
[Veranderen] op het tabblad [1]
(=
26).
2 Selecteer een beeld.
z Druk op de knoppen <q><r> om een
beeld te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
108
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
3 Selecteer een beeldformaat.
z Druk op de knoppen <q><r> om het
formaat te selecteren en druk vervolgens
op de knop <m>.
z [Nieuw beeld opslaan?] wordt
weergegeven.
4 Sla het nieuwe beeld op.
z Druk op de knoppen <q><r> om [OK]
te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
z Het beeld wordt nu opgeslagen als een
nieuw bestand.
5 Bekijk het nieuwe beeld.
z Druk op de knop <n>. [Nieuw beeld
weergeven?] wordt weergegeven.
z Druk op de knoppen <q><r> om [Ja]
te selecteren en druk vervolgens op de
knop <m>.
z Het opgeslagen beeld wordt nu
weergegeven.
Beelden die zijn opgenomen met een resolutie van [ ] (=
47) of
die in stap 3 zijn opgeslagen als [ ], kunnen niet worden bewerkt.
Beelden kunnen niet worden voorzien van een hogere resolutie.
U kunt deze instelling ook configureren door op het formaat op het scherm in
stap 3 te tikken, nogmaals hierop te tikken en vervolgens op [OK] te tikken.
U kunt opgeslagen beelden ook weergeven door op [Ja] op het scherm in
stap 5 te tikken.
Foto’s
Bijsnijden
U kunt een gedeelte van een beeld opgeven om als afzonderlijk
afbeeldingsbestand op te slaan.
1 Selecteer [Trimmen].
z Druk op de knop <n> en selecteer
vervolgens [Trimmen] op het tabblad [
1
]
(=
26).
2 Selecteer een beeld.
z Druk op de knoppen <q><r> om een
beeld te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
109
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
3 Pas het bijsnijgebied aan.
z Er verschijnt een kader rond het gedeelte
van het beeld dat u wilt bijsnijden.
z Het oorspronkelijke beeld wordt
linksboven in het scherm weergegeven
en een voorbeeld van het bijgesneden
beeld wordt rechtsboven weergegeven.
z Om de grootte van het kader te wijzigen,
beweegt u de zoomknop.
z Om het kader te verplaatsen drukt u op
de knoppen <o><p><q><r>.
z Als u de richting van het kader wilt
wijzigen, drukt u op de knop <m>.
z Druk op de knop <n>.
4 Sla het beeld op als een nieuw
beeld en bekijk dit.
z Voer de stappen 4–5 in “Het formaat van
beelden wijzigen” (=
108) uit.
Beelden die zijn opgenomen met een resolutie van [
] (=
47)
of waarvan het formaat is gewijzigd in [
] (=
107), kunnen niet
worden bewerkt.
Beelden waarvoor bijsnijden wordt ondersteund, behouden dezelfde
verhouding na het bijsnijden.
Bijgesneden beelden hebben een lagere resolutie dan niet-bijgesneden
beelden.
Als u beelden die zijn opgenomen met Gezichts-ID (=
41) bijsnijdt,
blijven alleen de namen behouden van de personen die nog steeds in het
bijgesneden beeld voorkomen.
Resolutie na bijsnijden
Voorbeeld van beeld na
bijsnijden
Bijsnijgebied
Als u het kader wilt verplaatsen, sleept u een van de beelden op het scherm
in stap 3.
U kunt het formaat van kaders ook wijzigen door uw vingers samen te knijpen
of te spreiden (=
95) op het scherm in stap 3.
Foto’s
De kleurtoon van een beeld wijzigen
(My Colors)
U kunt de kleuren van een beeld wijzigen en het gewijzigde beeld opslaan
als een apart bestand. Zie “De kleurtoon van een beeld wijzigen (My
Colors)” (=
76) voor meer informatie over elke optie.
1 Selecteer [My Colors].
z Druk op de knop <n> en kies
[My Colors] op het tabblad [1] (=
26).
2 Selecteer een beeld.
z Druk op de knoppen <q><r> om een
beeld te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
3 Selecteer een optie.
z Druk op de knoppen <q><r> om een
optie te selecteren en druk vervolgens op
de knop <m>.
110
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
4 Sla het beeld op als een nieuw
beeld en bekijk dit.
z Voer de stappen 4–5 in “Het formaat van
beelden wijzigen” (=
108) uit.
Als u beelden meerdere keren op deze manier bewerkt, neemt de
kwaliteit geleidelijk af en krijgt u mogelijk niet de gewenste kleur.
De kleur van de beelden die u met deze functie hebt bewerkt, kan licht
afwijken van die van de beelden die zijn opgenomen met de functie My Colors
(=
76).
U kunt deze instelling ook configureren door op een optie te tikken om deze te
selecteren op het scherm in stap 3 en vervolgens nogmaals hierop te tikken.
Foto’s
De helderheid corrigeren (i-Contrast)
Extreem heldere of donkere gebieden (zoals gezichten of achtergronden)
kunnen worden gedetecteerd en automatisch worden aangepast aan de
optimale helderheid. Als het gehele beeld niet genoeg contrast heeft, kan
dat voor het maken van opnamen ook automatisch worden gecorrigeerd,
zodat onderwerpen beter opvallen. Kies uit vier correctieniveaus, en sla het
beeld vervolgens op als een apart bestand.
1 Selecteer [i-Contrast].
z Druk op de knop <n> en kies
[i-Contrast] op het tabblad [
1
] (=
26).
2 Selecteer een beeld.
z Druk op de knoppen <q><r> om een
beeld te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
3 Selecteer een optie.
z Druk op de knoppen <q><r> om een
optie te selecteren en druk vervolgens op
de knop <m>.
4 Sla het beeld op als een nieuw
beeld en bekijk dit.
z Voer de stappen 4–5 in “Het formaat van
beelden wijzigen” (=
108) uit.
111
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Bij sommige beelden kan de correctie onnauwkeurig zijn of kan
korrelige beelden veroorzaken.
Beelden zien er wellicht korrelig uit nadat u ze herhaaldelijk hebt
bewerkt met behulp van deze functie.
Als met [Automatisch] niet de verwachte resultaten kunnen worden bereikt,
probeert u de beelden te corrigeren met [Laag], [Middel] of [Hoog].
U kunt deze instelling ook configureren door op [q][r] op het scherm in stap 3
te tikken.
Foto’s
Rode ogen corrigeren
Hiermee corrigeert u automatisch beelden met rode ogen. U kunt het
gecorrigeerde beeld opslaan als een afzonderlijk bestand.
1 Selecteer [Rode-Ogen Corr.].
z Druk op de knop <n> en kies
[Rode-Ogen Corr.] op het tabblad [
1
]
(=
26).
2 Selecteer een beeld.
z Druk op de knoppen <q><r> om een
beeld te selecteren.
3 Corrigeer het beeld.
z Druk op de knop <m>.
z Het gebied met rode ogen dat door
de camera wordt gedetecteerd, wordt
nu gecorrigeerd en er worden kaders
weergegeven om de gecorrigeerde
gedeelten op het beeld.
z Vergroot of verklein de beelden naar
wens. Volg de stappen in “Beelden
vergroten” (=
95).
4 Sla het beeld op als een nieuw
beeld en bekijk dit.
z Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om [Nieuw bestand] te selecteren en druk
vervolgens op de knop <m>.
z Het beeld wordt nu opgeslagen als een
nieuw bestand.
z Voer stap 5 in “Het formaat van beelden
wijzigen” (=
108) uit.
Sommige beelden worden mogelijk niet juist gecorrigeerd.
Als u bij stap 4 [Overschrijven] selecteert, wordt het oorspronkelijke
beeld overschreven door het gecorrigeerde beeld. Het
oorspronkelijke beeld wordt dan gewist.
Beveiligde beelden kunnen niet worden overschreven.
U kunt beelden opslaan door op [Nieuw bestand] of [Overschrijven] op het
scherm in stap 4 te tikken.
112
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Films
Films bewerken
U kunt films inkorten door onnodige delen aan het begin en eind te
verwijderen.
1 Selecteer [*].
z Volg stap 1–5 in “Bekijken” (=
87),
kies [*] en druk op de knop <m>.
z Het filmbewerkingspaneel en de
bewerkingsbalk worden nu weergegeven.
2 Geef aan welke delen u eruit wilt
knippen.
z Druk op de knoppen <o><p> om [ ] of
[
] te kiezen.
z Als u de delen wilt weergeven die u kunt
afsnijden (aangegeven met [
] op het
scherm), drukt u op de knoppen <q><r>
om [
] te verschuiven. Snijd het begin
van de film af (vanaf [
]) door [ ] te
selecteren en snijd het einde van de film
af met behulp van [
].
z Als u [ ] verplaatst naar een andere
markering dan [
], wordt bij [ ] alleen
het gedeelte voor het dichtstbijzijnde
[
] aan de linkerzijde afgesneden en
wordt bij [
] alleen het gedeelte na het
dichtstbijzijnde [
] aan de rechterzijde
afgesneden.
Filmbewerkingspaneel
Bewerkingsbalk voor films
3 Bekijk de bewerkte film.
z Druk op de knoppen <o><p> om [ ]
te selecteren en druk vervolgens op de
knop <m>. De bewerkte film wordt nu
afgespeeld.
z Herhaal stap 2 als u de film nog een keer
wilt bewerken.
z Als u de bewerking wilt annuleren, drukt
u op de knoppen <o><p> om [
] te
selecteren. Druk op de knop <m>, druk
op de knoppen <q><r> om [OK] te
selecteren en druk vervolgens nogmaals
op de knop <m>.
4 Sla de bewerkte film op.
z Druk op de knoppen <o><p> om [ ]
te selecteren en druk vervolgens op de
knop <m>.
z Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om [Nieuw bestand] te selecteren en druk
vervolgens op de knop <m>.
z De film wordt nu opgeslagen als een
nieuw bestand.
z Selecteer [Opsl. -compr.] en druk op de
knop <m>.
113
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Als u bij stap 4 [Overschrijven] selecteert, wordt de oorspronkelijke
film overschreven door de ingekorte film. De oorspronkelijke film
wordt dan gewist.
Als er op de geheugenkaart onvoldoende vrije ruimte is, is alleen
[Overschrijven] beschikbaar.
Als de batterij halverwege het opslaan leeg raakt worden films
mogelijk niet opgeslagen.
Gebruik tijdens het bewerken van films een volledig opgeladen
batterij of een voedingsadapterset (afzonderlijk verkrijgbaar,
=
162).
Bestandsgroottes verkleinen
Het formaat van bestanden kan worden verkleind door films als volgt te
comprimeren.
z Kies in het scherm in stap 2 van “Films
bewerken” de optie [
]. Selecteer
[Nieuw bestand] en druk op de knop
<m>.
z Selecteer [Compr. & Opsl.] en druk op de
knop <m>.
Gecomprimeerde films worden opgeslagen in de indeling [ ].
Films van het type [
] kunnen niet worden gecomprimeerd.
Bewerkte films kunnen niet worden opgeslagen in gecomprimeerd formaat als
u [Overschrijven] kiest.
U kunt bewerkte films comprimeren en opslaan als nieuwe bestanden door
[Compr
. & Opsl.] te selecteren.
Films
Digest-films bewerken
Afzonderlijke hoofdstukken (clips) (=
55) die zijn opgenomen in de
modus [ ], kunnen eventueel worden gewist. Wees voorzichtig bij het
wissen van clips, want ze kunnen niet worden hersteld.
1 Selecteer de clip die u wilt
wissen.
z
Voer de stappen 1–2 bij “Korte films bekijken
die zijn gemaakt bij het nemen van foto‘s
(digest-films)”
(=
90)
uit om een film te
selecteren die is gemaakt in de modus [ ]
en druk vervolgens op de knop <m> om
het filmbedieningspaneel te openen.
z
Druk op de knoppen <q><r> om [ ] of
[ ] te selecteren en druk vervolgens op de
knop <m>.
2 Selecteer [ ].
z Druk op de knoppen <q><r> om [ ] te
selecteren en druk vervolgens op de knop
<m>.
z De geselecteerde clip wordt meerdere
malen afgespeeld.
3 Bevestig het wissen.
z Druk op de knoppen <q><r> om [OK]
te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
z De clip wordt gewist en de korte film wordt
overschreven.
[ ] wordt niet weergegeven als u een hoofdstuk selecteert wanneer de
camera is aangesloten op een printer.
114
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
1 Selecteer een beeld.
z Selecteer een beeld in de enkelvoudige
weergave.
z Welke thema's in stap 3 beschikbaar zijn,
is afhankelijk van de opnamedatum en
gezichts-ID-gegevens voor beelden.
2 Open het beginscherm.
z Druk op de knop < >.
z [Bezig] wordt weergegeven, waarna het
beginscherm wordt geopend.
3 Bekijk het album.
z Druk op de knoppen <q><r> om
[Datum], [Naam van persoon] of
[Gelegenh.] als albumthema te
selecteren. Druk vervolgens op de
knop <m>.
z [Laden] wordt enkele seconden
weergegeven en vervolgens ziet u een
albumvoorbeeld.
4 Sla het album op.
z Druk op de knoppen <o><p> om
[Album opslaan als film] te selecteren en
druk vervolgens op de knop <m>.
z Als het album is opgeslagen, wordt
[Opgeslagen] weergegeven.
Foto’s Films
Albums bekijken (Story Highlights)
U kunt een album van automatisch geselecteerde beelden creëren,
georganiseerd op datums of op de namen van personen. Deze beelden
worden samengevoegd tot een diavoorstelling die kan worden opgeslagen
als een korte film van circa 2–3 minuten.
Controleer voordat u deze functie gebruikt of de batterij volledig is
opgeladen
Thema's voor albums kiezen
Druk op de knop <
> om het beginscherm te openen en kies welke
thema's de camera gaat gebruiken bij het selecteren van albumelementen.
Door beelden als favoriet te markeren, kunt u ze bij het creëren van albums
gemakkelijker toevoegen (=
104).
Datum
Hiermee maakt u een album van beelden die op dezelfde dag zijn
opgenomen.
Het beeld dat geselecteerd was voordat u het beginscherm opende,
dient als uitgangspunt voor het selecteren van de andere foto's, die op
dezelfde datum zijn gemaakt.
Naam van
persoon
Hiermee kunt u maandelijkse albums van personen maken,
bijvoorbeeld voor kinderen terwijl ze opgroeien.
Onderwerpen voor wie u gezichts-ID-gegevens hebt geregistreerd
alvorens opnamen te maken, kunnen voor albums worden
geselecteerd.
Onderwerpen in het beeld dat geselecteerd was voordat u het
beginscherm opende, dienen als uitgangspunt voor het selecteren van
de andere foto's, die in dezelfde maand zijn gemaakt.
Gelegenh.
Een goede keuze voor albums van vakanties, feesten of andere
gelegenheden.
Hiermee maakt u albums van gelegenheidsfoto's die ouder of nieuwer
zijn dan het beeld dat geselecteerd was voordat u het beginscherm
opende.
Custom
Beelden die zijn gebaseerd op de foto, opnamedatum of personen die
door u zijn opgegeven.
115
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Foto’s Films
Uw eigen albums maken
1 Kies voor het maken van een
aangepast album.
z Voer stap 1–3 in “Albums bekijken (Story
Highlights)” (=
114) uit, selecteer
[Custom] en druk op de knop
<m>
.
2 Selecteer een selectiemethode.
z Selecteer [Beeldselectie], [Datumselectie]
of [Selectie van persoon] en druk
vervolgens op de knop <m>.
3 Selecteer albumelementen.
z Selecteer beelden, datums of personen,
en druk vervolgens op de knop <m>.
z Geselecteerde beelden, datums of
personen worden aangeduid door [
].
z Druk na het selecteren van beelden bij
[Beeldselectie] op de knop <
>.
z Druk na het selecteren van datums of
personen bij [Datumselectie] of [Selectie
van persoon] op de knop <n>.
5 Speel het album af (=
20).
Er kunnen geen albums worden gemaakt van de volgende beelden:
- Beelden van andere camera's
- Films van andere typen dan digest-films
Albums kunnen alleen worden opgeslagen als er genoeg ruimte op de
geheugenkaart is.
De verschillende hoofdstukken kunnen worden bewerkt (=
113).
U kunt het kleureffect bij stap 3 opgeven door [Kleureffecten wijzigen] te
selecteren en op de knop <m> te drukken. Druk op de knoppen <q><r>
om een kleuref
fect te selecteren, en druk vervolgens op de knop <m> om te
kijken hoe het album er met dat ef
fect uitziet.
U kunt ook albums afspelen door [Lijst met albums] te selecteren op het
beginscherm van Story Highlights, op de knop <m> te drukken, een album uit
de lijst te kiezen en nogmaals op de knop <m> te drukken.
Als de lens is uitgeschoven, kunt u deze snel intrekken door op de
knop <
> te drukken.
116
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
4 Selecteer een kleureffect.
z Druk op de knoppen <q><r> om
een kleureffect te selecteren en druk
vervolgens op de knop <m>.
z Het voorbeeld wordt weergegeven met
het geselecteerde kleureffect.
5 Sla het album op.
z Voer stap 4 in “Albums bekijken (Story
Highlights)” (=
114) uit om albums op
te slaan.
Als u [Beeldselectie] kiest, kunnen maximaal 40 beelden worden geselecteerd.
De tweede keer dat u een aangepast (Custom) album maakt, wordt [Selecteer
beelden op basis van eerdere instellingen?] weergegeven. Selecteer [Ja]
als u het album op basis van eerder geselecteerde beelden wilt maken. De
eerdere beelden zijn voorzien van de aanduiding [
], en er worden meerdere
beelden tegelijk weergegeven.
Als u [Datumselectie] kiest, kunnen maximaal 15 datums worden geselecteerd.
Nadat u het voorbeeld hebt bekeken, kunt u het kleureffect wijzigen door
[Kleuref
fecten wijzigen] te selecteren. Het scherm van stap 4 wordt opnieuw
weergegeven.
Het kleureffect wordt mogelijk niet op alle beelden toegepast.
117
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Wi-Fi-functies
U kunt beelden draadloos vanaf de camera naar tal van compatibele apparaten verzenden en de camera gebruiken
met webservices
Wat u kunt doen met Wi-Fi ............................ 118
Beelden uploaden naar webservices .................. 118
Beelden naar een smartphone verzenden .......... 119
Beelden verzenden naar een computer .............. 119
Beelden draadloos afdrukken ............................. 120
Beelden naar een andere camera verzenden ..... 120
Webservices registreren ............................... 120
CANON iMAGE GATEWAY registreren .............. 121
Andere webservices registreren .......................... 123
CameraWindow installeren op een
Smartphone ................................................... 124
Voorbereidingen voor het registreren
van een computer
......................................... 125
De computeromgeving controleren ..................... 125
De software installeren ........................................ 125
De computer configureren voor
een Wi-Fi-verbinding (alleen Windows) .............. 127
Het Wi-Fi-menu openen ................................. 128
Eerste verbinding via Wi-Fi ................................. 128
Na de eerste Wi-Fi-verbinding ............................ 128
Verbinding maken via een toegangspunt .... 129
Compatibiliteit van het toegangspunt
vaststellen ...........................................................129
Verbinding maken met WPS-compatibele
toegangspunten ..................................................130
Verbinding maken met toegangspunten
in de lijst
..............................................................134
Verbinding maken zonder een
toegangspunt ................................................ 135
Eerdere toegangspunten ..................................... 137
Verbinding maken met een andere
camera ........................................................... 138
Beelden verzenden ........................................ 139
Afzonderlijke beelden verzenden ........................ 139
Meerdere beelden verzenden ............................. 140
Opmerkingen toevoegen .....................................141
Beelden opslaan op een computer ............... 142
De knop <
> gebruiken ................................. 143
Een smartphone onder de knop < >
registreren ........................................................... 143
Beeldsynchronisatie onder de knop <
>
registreren ........................................................... 144
Geregistreerde bestemmingen wissen ................ 145
Beelden automatisch verzenden
(beeldsynchronisatie) ................................... 145
Voordat u begint .................................................. 145
Beelden verzenden ............................................. 146
Beelden op de camera geotaggen ................ 147
Opnamen op afstand maken ...............................148
Wi-Fi-instellingen bewerken of wissen ........ 149
Verbindingsinformatie bewerken ......................... 149
De standaardinstellingen voor Wi-Fi
herstellen ............................................................. 150
118
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Beelden uploaden naar webservices
Beelden kunnen naar sociale netwerken of andere webservices worden
verzonden via CANON iMAGE GATEWAY*. Niet-verzonden beelden op de
camera kunnen ook automatisch naar een computer of webservice worden
verzonden via CANON iMAGE GATEWAY.
* CANON iMAGE GATEWAY is een online fotoservice die beschikbaar is voor mensen
die dit product hebben gekocht.
Stappen bij het verzenden van beelden
Social media,
sites om video's
te delen, e-mail
Toegangspunt
Camera
Browsers op smartphone of
computer
CANON iMAGE
GATEWAY
Registreer webservices (=
120)
Maak verbinding via een toegangspunt (=
129)
Verzend de beelden (=
139)*
* U kunt beelden verzenden naar een computer of webservice.
Wat u kunt doen met Wi-Fi
Deze camera is een goedgekeurd Wi-Fi
®
-product. U kunt draadloos
verbinding maken met en beelden verzenden naar de volgende apparaten
en diensten.
In dit hoofdstuk kunnen naast Wi-Fi ook andere draadloze LAN-functies
worden aangeduid met Wi-Fi.
Om beelden te verzenden via Wi-Fi is wat voorbereiding nodig op de
camera en doelapparaten. De voorbereidingen en verzendmethodes
verschillen afhankelijk van de bestemming.
Voordat u Wi-Fi (=
128) gebruikt, dient u een bijnaam voor de camera te
registreren op de camera.
Lees “Voorzorgsmaatregelen voor Wi-Fi (draadloos LAN)” (=
208)
en “Veiligheidsmaatregelen” (=
209) voordat u Wi-Fi gebruikt.
Wi-Fi is een merknaam die duidt op het compatibiliteitscertificaat van
draadloze LAN-apparaten.
119
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Beelden naar een smartphone verzenden
Verzend beelden naar smartphones en tabletcomputers met Wi-Fi-
functionaliteit. U kunt ook opnamen op afstand maken en uw opnamen
geotaggen via een verbonden smartphone of tablet.
Voor het gemak worden in deze handleiding smartphones, tablets en
andere compatibele apparaten gezamenlijk aangeduid met de term
“smartphones”.
Stappen bij het verzenden van beelden
App Store/
Google Play
Smartphone
Tablet
Toegangspunt
Camera
CameraWindow
Installeer CameraWindow op een smartphone (=
124)
Maak rechtstreeks verbinding (=
135) of via een toegangspunt
(=
129)
Verzend de beelden (=
139)
Beelden verzenden naar een computer
Gebruik de software om beelden draadloos van de camera naar een
computer te verzenden.
Stappen bij het verzenden van beelden
Camera
Computer
Toegangspunt
Internet
CameraWindow
Controleer uw computeromgeving (=
125)
Download en installeer de software (=
125)
Configureer de computer voor een Wi-Fi-verbinding (alleen Windows,
=
127)
Maak verbinding via een toegangspunt (=
129)
Sla de beelden op een computer op (=
142)
120
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Beelden draadloos afdrukken
U kunt beelden draadloos verzenden naar een PictBridge-compatibele
printer (die DPS over IP ondersteunt) om ze af te drukken.
Stappen bij het afdrukken van beelden
Camera
Printer
Toegangspunt
Maak rechtstreeks verbinding (=
135) of via een toegangspunt
(=
129)
Druk beelden af (=
171)
Beelden naar een andere camera verzenden
Gebruik de Wi-Fi-functie om beelden te verzenden van en naar Canon-
camera's.
Stappen bij het verzenden van beelden
Camera Camera
Maak verbinding met een andere camera (=
138)
Verzend de beelden (=
139)
Webservices registreren
Gebruik een smartphone of computer om de camera toe te voegen aan
webservices die u wilt gebruiken.
Een smartphone of computer met browser en internettoegang is nodig om de
camera-instellingen voor CANON iMAGE GATEWAY en andere webservices in
te voeren.
Raadpleeg de CANON iMAGE GATEWAY-website voor meer informatie over de
browservereisten (Microsoft Internet Explorer, enzovoort), inclusief instellingen
en versiegegevens.
Voor informatie over landen en regio's waar CANON iMAGE GATEWAY
beschikbaar is, raadpleegt u de website van Canon (http://www.canon.com/cig/).
U moet een account hebben bij andere webservices dan CANON iMAGE
GATEWAY als u deze wilt gebruiken. Voor meer informatie gaat u naar de
website van elke webservice die u wilt registreren.
Mogelijk worden kosten in rekening gebracht voor een internetverbinding en het
gebruik van een toegangspunt.
121
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
3 Open het Wi-Fi-menu.
z Open op de camera het Wi-Fi-menu
(=
128).
4 Selecteer [ ].
z Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om [
] te selecteren en druk
vervolgens op de knop <m>.
5 Maak verbinding met een
toegangspunt.
z Druk op de knoppen <q><r> om
[Verifiëren] te kiezen en druk vervolgens
op de knop <m>.
6 Kies een toegangspunt.
z Druk op de knoppen <o><p> om een
netwerk (toegangspunt) te kiezen. Druk
vervolgens op de knop <m>.
CANON iMAGE GATEWAY registreren
Nadat u de camera en CANON iMAGE GATEWAY hebt gekoppeld, voegt
u CANON iMAGE GATEWAY toe als bestemmingswebservice op de
camera.
1 Meld u aan bij CANON iMAGE
GATEWAY en open de pagina
met camera-instellingen.
z Ga op een computer of smartphone naar
http://www.canon.com/cig/ en ga naar
de CANON iMAGE GATEWAY-site voor
uw regio.
z Wanneer het aanmeldscherm
wordt weergegeven, voert u uw
gebruikersnaam en wachtwoord in
om u aan te melden. Als u nog geen
CANON iMAGE GATEWAY-account
hebt, volgt u de instructies om de
lidmaatschapsregistratie te voltooien
(gratis).
z Open de pagina met camera-instellingen.
2 Kies uw cameramodel.
z Op dit cameramodel wordt [ ]
weergegeven in het Wi-Fi-menu.
z Wanneer u een model hebt geselecteerd,
wordt een pagina weergegeven waar
u de verificatiecode kunt invoeren.
Op deze pagina in stap 9 voert u de
verificatiecode in die wordt weergegeven
op de camera na stap 3–8.
122
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
7 Voer het wachtwoord in voor het
toegangspunt.
z Druk op de knop <m> om het
toetsenbord te openen en voer
vervolgens het wachtwoord in (=
129).
z Druk op de knoppen <o><p> om
[Volgende] te kiezen en druk vervolgens
op de knop <m>.
8 Kies [Auto] en maak verbinding.
z Druk op de knoppen <o><p> om [Auto]
te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
z Zodra de camera is verbonden met
CANON iMAGE GATEWAY via het
toegangspunt, wordt een verificatiecode
weergegeven.
9 Voer de verificatiecode in.
z Voer op de smartphone of computer de
verificatiecode in die wordt weergegeven
op de camera en ga verder met de
volgende stap.
z Er verschijnt een zescijferig
bevestigingsnummer op het scherm.
10
Controleer de
bevestigingsnummers om het
instellingsproces te voltooien.
z Zorg ervoor dat het bevestigingsnummer
op de camera overeenkomt met het
nummer op de smartphone of computer.
z Druk op de knoppen <q><r> om [OK]
te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
z Voltooi het instelproces op de
smartphone of computer.
123
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
z [ ] (=
145) en CANON iMAGE
GATEWAY zijn nu toegevoegd als
bestemmingen en het pictogram [
]
wordt gewijzigd in [
].
z Er wordt een bericht weergegeven op
de smartphone of computer om aan te
geven dat dit proces is voltooid. Om
andere webservices toe te voegen,
doorloopt u de procedure bij “Andere
webservices registreren” (=
123) vanaf
stap 2.
U kunt verbinding maken met WPS-compatibele toegangspunten door
[WPS-verbinding] te selecteren bij stap 6. Zie stap 5–7 bij “Verbinding
maken met WPS-compatibele toegangspunten” (=
130131) voor meer
informatie.
Andere webservices registreren
U kunt ook andere webservices naast CANON iMAGE GATEWAY
toevoegen aan de camera. CANON iMAGE GATEWAY dient eerst te
worden geregistreerd op de camera (=
121).
1 Open het scherm waarmee
u instellingen voor webservices
invoert.
z Volg stap 1 bij “CANON iMAGE
GATEWAY registreren” (=
121) om in
te loggen bij CANON iMAGE GATEWAY
en open vervolgens het scherm voor
instellingen van webservices.
2 Stel de webservice in die u wilt
gebruiken.
z Volg de instructies die op de computer of
smartphone worden weergegeven om de
webservice te configureren.
3 Selecteer [ ].
z Open het Wi-Fi-menu (=
128), druk op
de knoppen <o><p><q><r> om [
]
te selecteren en druk vervolgens op de
knop <m>.
z De instellingen voor de webservice zijn
nu bijgewerkt.
Als geconfigureerde instellingen worden gewijzigd, voert u deze stappen
nogmaals uit om de camera-instellingen bij te werken.
124
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
CameraWindow installeren op een
Smartphone
Voordat u uw camera verbindt met een smartphone, moet u eerst de gratis
toepassing CameraWindow op uw smartphone installeren.
1 Verbind de smartphone met een
netwerk.
2 Installeer CameraWindow.
z Als u een NFC-compatibele Android-
smartphone (besturingssysteem 4.0
of later) gebruikt, wordt Google Play
op de smartphone gestart wanneer u
NFC activeert en de smartphone tegen
het N-teken (
) van de camera houdt.
Download en installeer CameraWindow
wanneer de downloadpagina voor de app
wordt weergegeven.
z Als u een andere Android-smartphone
gebruikt, moet u CameraWindow in
Google Play opzoeken en vervolgens
downloaden en installeren.
z Bij gebruik van een iPhone, iPad of
iPod touch moet u CameraWindow in
de App Store opzoeken en vervolgens
downloaden en installeren.
z Gebruik de camera na de installatie om
verbinding te maken met de smartphone
(=
129, 135).
Houd rekening met het volgende als u NFC gebruikt.
- Zorg dat u de camera en de smartphone niet hard tegen elkaar
stoot. Hierdoor kunnen de apparaten schade oplopen.
- Afhankelijk van de smartphone kan het gebeuren dat de apparaten
elkaar niet direct herkennen. Experimenteer in dat geval met de
manier waarop u de apparaten tegen elkaar houdt.
- Plaats geen andere voorwerpen tussen de camera en de
smartphone. Houd er verder rekening mee dat camera- of
smartphonehoezen of soortgelijke accessoires de communicatie
kunnen blokkeren.
Raadpleeg de website van Canon voor details over deze toepassing
(ondersteunde smartphones en functies).
Niet alle NFC-compatibele smartphones hebben een N-teken (
). Raadpleeg
de handleiding van de smartphone voor meer informatie.
125
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Voorbereidingen voor het registreren
van een computer
Voorbereidingen voor het registreren van een computer. Als u beelden
draadloos op de computer wilt opslaan, dient u CameraWindow te
installeren.
De computeromgeving controleren
De camera kan via Wi-Fi verbinding maken met computers met de volgende
besturingssystemen. Voor uitgebreide informatie over systeemvereisten en
compatibiliteit, inclusief ondersteuning door nieuwe besturingssystemen,
gaat u naar de website van Canon.
Besturingssysteem
Windows Mac OS
Windows 8/8.1
Windows 7 SP1
Mac OS X 10.9
Mac OS X 10.8.2 of later
Mac OS X 10.7
De basisedities Windows 7 Starter en Home Basic worden niet
ondersteund.
Voor Windows 7 N (Europese versie) en KN (Zuid-Koreaanse
versie) is een afzonderlijke download en installatie van Windows
Media Feature Pack vereist.
Raadpleeg de volgende website voor meer informatie.
http://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=159730
De software installeren
Bij wijze van illustratie zijn hier Windows 7 en Mac OS X 10.8 gebruikt.
U hebt het volgende nodig:
z Computer
z USB-kabel (op de camera: Mini-B)*
* Een USB-kabel wordt niet meegeleverd. Hoewel u de software kunt installeren zonder
kabel, worden sommige functies niet toegevoegd.
1 Download de software.
z Ga met een computer met
internetverbinding naar
http://www.canon.com/icpd/.
z Ga naar de site voor uw land of regio.
z Download de software.
2 Start de installatie.
z Klik op [Easy Installation/Eenvoudige
installatie] en volg de instructies op
het scherm om verder te gaan met de
installatie.
126
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
3 Wanneer er een bericht wordt
weergeven met het verzoek
de camera aan te sluiten, kunt
u kiezen of u dit wilt.
De camera aansluiten op de
computer
z Open het klepje terwijl de camera is
uitgeschakeld (
). Steek de kleinste
stekker van de USB-kabel in de
aangegeven richting helemaal in de
aansluiting van de camera (
).
z Steek de grote steker van de USB-kabel
in de USB-poort van de computer.
Raadpleeg de computerhandleiding voor
meer informatie over USB-aansluitingen
op de computer.
z Schakel de camera in volg de instructies
op het scherm om de installatie te
voltooien.
Zonder de camera aan te sluiten
z Klik op [Install without connecting the
device/Installeren zonder het apparaat
aan te sluiten] en volg de instructies op
het scherm om verder te gaan met de
installatie.
4 Installeer de bestanden.
z De installatie kan enige tijd duren,
afhankelijk van de prestaties van de
computer en de internetverbinding.
z Klik op [Finish/Voltooien] of
[Restart/Herstarten] op het scherm dat na
de installatie wordt getoond.
z Nadat de installatie is voltooid en de
camera is aangesloten op de computer,
dient u de camera uit te schakelen
voordat u de kabel loskoppelt.
Wanneer u over meer dan één camera beschikt, dient u elke camera
afzonderlijk te gebruiken om de software ervan bij te werken naar de meest
recente versie. De inhoud en functionaliteit van de software kan namelijk
verschillen afhankelijk van het type camera.
127
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
De computer configureren voor een Wi-Fi-
verbinding (alleen Windows)
Op een computer met Windows dient u de volgende instellingen te
configureren voordat u de camera draadloos kunt verbinden met de
computer.
1 Controleer of de computer
verbonden is met het
toegangspunt.
z Raadpleeg de handleiding van de
computer voor instructies voor het
controleren van de netwerkverbinding.
2 Configureer de instelling.
z Klik achtereenvolgens op: [Start]-menu
[Alle programma's]
[Canon Utilities]
[CameraWindow]
[Wi-Fi connection
setup/Wi-Fi-verbinding instellen].
z Configureer in de toepassing die wordt
geopend de instellingen volgens de
instructies op het scherm.
Wanneer u het hulpprogramma in stap 2 uitvoert, worden de volgende
Windows-instellingen geconfigureerd.
- Mediastreaming inschakelen.
Dit zorgt ervoor dat de camera via Wi-Fi de computer kan zien (vinden).
- Schakel netwerkdetectie in.
Dit zorgt ervoor dat de computer de camera kan zien (vinden).
- Schakel ICMP in (Internet Control Message Protocol).
Hiermee controleert u de verbindingsstatus van het netwerk.
- Schakel UPnP (Universal Plug & Play) in.
Dit zorgt ervoor dat netwerkapparaten elkaar automatisch kunnen
detecteren.
Sommige beveiligingssoftware verhindert dat u de hier beschreven instellingen
invoert. Controleer de instellingen van uw beveiligingssoftware.
128
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Het Wi-Fi-menu openen
Eerste verbinding via Wi-Fi
Registreer om te beginnen een bijnaam voor de camera.
Deze bijnaam wordt op het scherm van doelapparaten weergegeven als de
camera via Wi-Fi op andere toestellen wordt aangesloten.
1 Open het Wi-Fi-menu.
z Druk op de knop <1> om de camera
aan te zetten.
z Druk op de knop <o>.
2 Voer een bijnaam in.
z Druk op de knop <m> om het
toetsenbord te openen en voer
vervolgens de bijnaam in (=
27).
z Er kunnen tot 16 tekens worden gebruikt.
z Druk op de knoppen <o><p> om [OK]
te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
z Het Wi-Fi-menu wordt weergegeven.
Wanneer u een draadloze verbinding maakt met een ander apparaat dan een
computer, moet een geheugenkaart in de camera worden geplaatst. Daarnaast
moet de geheugenkaart beelden bevatten voordat u toegang kunt krijgen tot
webservices of draadloos verbinding kunt maken met een printer.
Als u de bijnaam van de camera wilt wijzigen, kiest u MENU (=
26) >
tabblad [3] > [Instellingen Wi-Fi] > [Bijnaam apparaat veranderen].
Als u bij stap 2 een bijnaam invoert die met een symbool of spatie begint, ziet
u een bericht. Druk op de knop <m> en voer een andere bijnaam in.
Na de eerste Wi-Fi-verbinding
Zodra u verbinding hebt gemaakt met apparaten via Wi-Fi, worden
recente doelen het eerste vermeld wanneer u het Wi-Fi-menu opent
door op de knop < > te drukken. U kunt eenvoudig opnieuw verbinding
maken door op de knoppen <o><p> te drukken om de apparaatnaam
te kiezen en vervolgens op de knop <m> te drukken.
Als u een nieuw apparaat wilt toevoegen, opent u het scherm voor
apparaatselectie door op de knoppen <q><r> te drukken en vervolgens
de instelling te configureren.
Als u liever geen recente doelapparaten wilt weergeven, kiest u MENU
(=
26) > tabblad [3] > [Instellingen Wi-Fi] > [Doelhistorie] > [Uit].
129
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Verbinding maken via een
toegangspunt
Verbind de camera als volgt met uw toegangspunt via Wi-Fi.
Raadpleeg ook de gebruikshandleiding van het toegangspunt.
Compatibiliteit van het toegangspunt
vaststellen
Controleer of de Wi-Fi-router of het basisstation voldoet aan de Wi-Fi-
normen op “Wi-Fi” (=
202).
Als u reeds gebruikmaakt van Wi-Fi, bevestigt u de volgende items.
Raadpleeg de handleiding bij het toegangspunt voor instructies voor het
controleren van de netwerkinstellingen.
Indien systeembeheerderrechten nodig zijn om netwerkinstellingen
aan te passen, moet u contact opnemen met de systeembeheerder
voor meer informatie.
Deze instellingen zijn erg belangrijk voor netwerkbeveiliging. Wees
voorzichtig wanneer u deze instellingen wijzigt.
Controlelijst
Netwerknaam (SSID/ESSID)
De SSID of ESSID van het toegangspunt dat u gebruikt.
Dit wordt ook wel de “naam van het toegangspunt” of de
“netwerknaam” genoemd.
Netwerkverificatie/gegevenscodering
(coderingsmethode/coderingsmodus)
De methode om gegevens te coderen tijdens draadloze
verzending.
Geen
WEP (open
systeemverificatie)
WPA-PSK (TKIP)
WPA-PSK (AES)
WPA2-PSK (TKIP)
WPA2-PSK (AES)
Wachtwoord (versleutelingscode/netwerksleutel)
De sleutel om gegevens te coderen tijdens draadloze
verzending. Ook wel “versleutelingscode” of “netwerksleutel”
genoemd.
Sleutelindex (verzendsleutel)
De ingestelde sleutel wanneer WEP wordt gebruikt voor
netwerkverificatie/gegevenscodering.
1
Verbindingsmethoden verschillen afhankelijk van of het toegangspunt
al dan niet WPS (Wi-Fi Protected Setup) ondersteunt. Raadpleeg de
gebruikshandleiding die bij uw toegangspunt is geleverd om te zien of WPS
wordt ondersteund.
Een router is een apparaat dat een netwerkstructuur (LAN) maakt om
meerdere computers met elkaar te verbinden. Een router die een interne
draadloze functie bevat, wordt een “Wi-Fi-router” genoemd.
In deze handleiding worden alle Wi-Fi-routers en basisstations
“toegangspunten” genoemd.
Zorg dat u het MAC-adres van de camera toevoegt aan het toegangspunt als
u MAC-adressen filtert in uw Wi-Fi-netwerk. U kunt het MAC-adres van uw
camera controleren door MENU (=
26) > tabblad [3] > [Instellingen Wi-Fi]
> [MAC-adres controleren] te kiezen.
130
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Verbinding maken met WPS-compatibele
toegangspunten
Met WPS is het eenvoudig instellingen te voltooien wanneer u apparaten
via Wi-Fi verbindt. U kunt ofwel de Push Button configuratiemethode
gebruiken of de PIN-methode voor instellingen op een apparaat dat WPS
ondersteunt.
1 Controleer of het doelapparaat
verbonden is met het
toegangspunt.
z Deze stap is niet nodig wanneer
u verbinding maakt met webservices.
z Raadpleeg de gebruikshandleidingen
van het toegangspunt en het apparaat
voor instructies om de verbinding te
controleren.
2 Open het Wi-Fi-menu (=
128).
3 Kies het doelapparaat.
z Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om het doelapparaat te selecteren en
druk vervolgens op de knop <m>.
z Om verbinding te maken met een
smartphone kiest u [
].
z Om verbinding te maken met een
computer kiest u [
].
z Om verbinding te maken met een printer
kiest u [2].
z Om verbinding te maken met een
webservice kiest u het servicepictogram.
Als meerdere ontvangers voor opties
om te delen worden gebruikt met een
webservice, kiest u het gewenste item op
het scherm [Ontvanger selecteren] door
op de knoppen <o><p> te drukken.
Vervolgens drukt u op de knop <m>.
4 Kies [Apparaat toevoegen].
z Druk op de knoppen <o><p> om
[Apparaat toevoegen] te kiezen en druk
op de knop <m>.
z Om verbinding te maken met een
smartphone of printer drukt u, wanneer
het scherm [Wachten op verbinding]
wordt weergegeven (=
135), op de
knoppen <q><r> om [Ander netwerk]
te selecteren. Druk daarna op de
knop <m>.
z Er wordt een lijst met waargenomen
toegangspunten weergegeven.
5 Kies [WPS-verbinding].
z Druk op de knoppen <o><p> om
[WPS-verbinding] te selecteren en druk
vervolgens op de knop <m>.
131
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
6 Kies [PBC-methode].
z Druk op de knoppen <o><p> om
[PBC-methode] te selecteren en druk
vervolgens op de knop <m>.
7 Breng de verbinding tot stand.
z Houd op het toegangspunt de WPS-
verbindingsknop enkele seconden
ingedrukt.
z Druk op de camera op de knop <m> om
naar de volgende stap te gaan.
z De camera maakt verbinding met het
toegangspunt.
z Als u [ ], [2] of [ ] hebt geselecteerd
bij stap 3, worden de apparaten die
met het toegangspunt zijn verbonden,
opgesomd op het scherm [Apparaat
selecteren] dat daarna wordt getoond.
z Als u bij stap 3 een webservice hebt
geselecteerd, gaat u naar stap 12.
8 Voor verbinding met een
smartphone:
Start CameraWindow.
z Als u een NFC-compatibele Android-
smartphone (besturingssysteem 4.0 of
later) gebruikt, wordt CameraWindow op
de smartphone gestart wanneer u NFC
activeert en de smartphone tegen het
N-teken (
, =
124) van de camera
houdt.
z Als u een andere smartphone
gebruikt, start u CameraWindow op de
smartphone.
z De eerste keer dat CameraWindow wordt
geopend, dient u voor de smartphone
een bijnaam te registreren die op de
camera wordt weergegeven.
z Nadat de smartphone op de camera is
herkend, wordt het verbindingsscherm op
de camera weergegeven.
132
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
9 Om verbinding te maken met
een smartphone, printer of
computer:
Kies het doelapparaat.
z Druk op de knoppen <o><p> om de
naam van het doelapparaat te kiezen en
druk vervolgens op de knop <m>.
z Als u een smartphone hebt geselecteerd,
gaat u naar stap 11.
z Als u een printer of Macintosh-computer
hebt geselecteerd, gaat u naar stap 12.
10
Als u bij stap 9 voor het eerst
een computer hebt geselecteerd
waarop Windows draait:
Installeer een stuurprogramma.
z Wanneer het scherm links wordt
weergegeven op de camera, klikt
u op het menu Start op de computer,
vervolgens op [Configuratiescherm] en op
[Een apparaat toevoegen].
z Dubbelklik op het pictogram van de
verbonden camera.
z Het stuurprogramma wordt geïnstalleerd.
z Nadat het stuurprogramma is
geïnstalleerd en de camera en computer
met elkaar verbonden zijn, wordt
het AutoPlay-scherm weergegeven.
Er wordt niets weergegeven op het
camerascherm.
11
Voor verbinding met een
smartphone:
Pas de privacy-instelling aan.
z Druk op de knoppen <q><r> om [Ja]
te selecteren en druk vervolgens op de
knop <m>.
z U kunt de smartphone nu gebruiken
om beelden op de camera te zoeken,
importeren of geotaggen (=
147) of om
opnamen op afstand te maken (=
148).
133
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
12
Verzend de beelden of druk ze af.
z Het scherm dat wordt weergegeven
wanneer de apparaten verbonden zijn
verschilt naargelang het doelapparaat.
z Wanneer de camera verbonden is met
een smartphone of webservice, wordt
een scherm voor de beeldoverdracht
weergegeven.
z Zie “Beelden verzenden” (=
139) voor
instructies over beelden verzenden.
z Wanneer de camera verbonden is met
een computer is het camerascherm leeg.
Volg de stappen in “Beelden opslaan op
een computer” (=
142) om beelden op
de computer op te slaan.
z Wanneer de camera is aangesloten
op een printer, kunt u afdrukken door
dezelfde stappen te doorlopen als
bij afdrukken via USB. Zie “Beelden
afdrukken” (=
171) voor uitgebreide
informatie.
Alle beelden op de camera kunnen worden bekeken op de
verbonden smartphone wanneer u [Ja] kiest in stap 11. Als u de
camerabeelden privé wilt houden, zodat ze niet kunnen worden
bekeken op de smartphone, kiest u [Nee] bij stap 1
1.
Om de privacy-instellingen voor smartphones in de lijst aan te
passen, moet u de smartphone kiezen waarvoor u de instellingen
wilt wijzigen bij [Apparaat bewerken] in stap 4 en daarna [Instell.
tonen] kiezen.
Als u [PIN-methode] kiest bij stap 6 wordt een pincode op het scherm
weergegeven. Stel deze code in bij het toegangspunt. Kies een apparaat
in het scherm [Apparaat selecteren]. Raadpleeg voor meer informatie de
gebruikershandleiding die is meegeleverd met uw toegangspunt.
Om meerdere bestemmingen toe te voegen herhaalt u deze procedure vanaf
de eerste stap.
Zodra u een verbindingsbestemming hebt toegewezen aan Touch-acties
(=
106), kunt u de camera opnieuw verbinding laten maken met de
bestemming door eenvoudig over het scherm te vegen met het ingestelde
handgebaar
.
Eerdere toegangspunten
U kunt automatisch opnieuw verbinding maken met eerdere
toegangspunten door stap 4 bij “Verbinding maken met WPS-compatibele
toegangspunten” (=
130) te volgen.
Om opnieuw verbinding te maken met het toegangspunt controleert u of
het doelapparaat al is aangesloten en volgt u de procedure vanaf stap 9.
Deze stap is niet nodig wanneer u verbinding maakt met webservices.
Als u een ander toegangspunt wilt, selecteert u [Ander netwerk] in
het scherm dat wordt getoond wanneer de verbinding tot stand wordt
gebracht en volgt u de procedure vanaf stap 5.
134
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Verbinding maken met toegangspunten in de lijst
1 Bekijk de lijst met
toegangspunten.
z Geef de lijst met netwerken
(toegangspunten) weer, zoals wordt
beschreven in stap 1–4 van “Verbinding
maken met WPS-compatibele
toegangspunten” (=
130).
2 Kies een toegangspunt.
z Druk op de knoppen <o><p> om een
netwerk (toegangspunt) te kiezen. Druk
vervolgens op de knop <m>.
3 Voer het wachtwoord in voor het
toegangspunt.
z Druk op de knop <m> om het
toetsenbord te openen en voer
vervolgens het wachtwoord in (=
129).
z Druk op de knoppen <o><p> om
[Volgende] te kiezen en druk vervolgens
op de knop <m>.
4 Kies [Auto].
z Druk op de knoppen <o><p> om [Auto]
te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
z Als u [ ], [2], or [ ] als doelapparaat
geselecteerd hebt, zie “Verbinding maken
met WPS-compatibele toegangspunten”
en begin bij stap 9 (=
132).
z Als u een webservice als bestemming
hebt geselecteerd, zie “Verbinding maken
met WPS-compatibele toegangspunten”
en begin bij stap 12 (=
133).
Kijk op het toegangspunt zelf of in de gebruikershandleiding als u het
wachtwoord van het toegangspunt wilt vaststellen.
Er kunnen maximaal 16 toegangspunten worden weergegeven. Kies
[Handmatige instellingen] in stap 2 om een toegangspunt handmatig in te
stellen als er geen toegangspunten zijn gedetecteerd. V
olg de instructies op
het scherm en voer een SSID, beveiligingsinstellingen en een wachtwoord in.
Wanneer u een toegangspunt waarmee u al verbonden bent, gebruikt om
verbinding te kunnen maken met een ander apparaat, wordt [*] weergegeven
voor het wachtwoord bij stap 3. Druk om hetzelfde wachtwoord te gebruiken
op de knoppen <o
><p> om [V
olgende] te selecteren en druk vervolgens op
de knop <m
>.
135
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Verbinding maken zonder een
toegangspunt
Wanneer u via Wi-Fi verbinding maakt met een smartphone of printer,
kunt u de camera als een toegangspunt (Camera Access Point modus)
gebruiken in plaats van een ander toegangspunt te gebruiken.
Op vergelijkbare wijze wordt er geen toegangspunt gebruikt voor
verbindingen van camera naar camera (=
138).
1 Open het Wi-Fi-menu (=
128).
2 Kies het doelapparaat.
z Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om het doelapparaat te selecteren en
druk vervolgens op de knop <m>.
z Om verbinding te maken met een
smartphone kiest u [
].
z Om verbinding te maken met een printer
kiest u [2].
3 Kies [Apparaat toevoegen].
z Druk op de knoppen <o><p> om
[Apparaat toevoegen] te kiezen en druk
op de knop <m>.
z De SSID van de camera wordt
weergegeven.
4 Verbind het doelapparaat met
het netwerk.
z Kies in het menu met Wi-Fi-instellingen
van de smartphone of printer de SSID
(netwerknaam) die op de camera wordt
weergegeven, om er verbinding mee te
maken.
136
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
7 Voor verbinding met een
smartphone:
Pas de privacy-instelling aan.
z Druk op de knoppen <q><r> om [Ja]
te selecteren en druk vervolgens op de
knop <m>.
z U kunt de smartphone nu gebruiken
om beelden op de camera te zoeken,
importeren of geotaggen (=
147) of om
opnamen op afstand te maken (=
148).
8
Verzend de beelden of druk ze af.
z Het scherm dat wordt weergegeven
wanneer de apparaten verbonden zijn
verschilt naargelang het doelapparaat.
z Wanneer de camera verbonden is met
een smartphone wordt een scherm voor
de beeldoverdracht weergegeven.
z Zie “Beelden verzenden” (=
139) voor
instructies over beelden verzenden.
z Wanneer de camera is aangesloten
op een printer, kunt u afdrukken door
dezelfde stappen te doorlopen als
bij afdrukken via USB. Zie “Beelden
afdrukken” (=
171) voor uitgebreide
informatie.
5 Voor verbinding met een
smartphone:
Start CameraWindow.
z Als u een NFC-compatibele Android-
smartphone (besturingssysteem 4.0 of
later) gebruikt, wordt CameraWindow op
de smartphone gestart wanneer u NFC
activeert en de smartphone tegen het
N-teken (
, =
124) van de camera
houdt.
z Als u een andere smartphone
gebruikt, start u CameraWindow op de
smartphone.
z De eerste keer dat CameraWindow wordt
geopend, dient u voor de smartphone
een bijnaam te registreren die op de
camera wordt weergegeven.
z Nadat de smartphone op de camera is
herkend, wordt het verbindingsscherm op
de camera weergegeven.
6 Kies het doelapparaat.
z Druk op de knoppen <o><p> om de
naam van het doelapparaat te kiezen en
druk vervolgens op de knop <m>.
137
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Eerdere toegangspunten
U kunt automatisch opnieuw verbinding maken met eerdere
toegangspunten door stap 3 bij “Verbinding maken zonder een
toegangspunt” (=
135) te volgen.
Om de camera als toegangspunt te gebruiken, selecteert u [Ander
netwerk] in het scherm dat wordt getoond wanneer de verbinding tot
stand wordt gebracht. Kies vervolgens [Camera Access Point modus].
Wanneer u opnieuw verbinding maakt met een eerder toegangspunt sluit
u bij stap 4 het doelapparaat aan op het toegangspunt.
Als u een ander toegangspunt wilt, selecteert u [Ander netwerk] in
het scherm dat wordt getoond wanneer de verbinding tot stand wordt
gebracht en volgt u de procedure bij “Verbinding maken met WPS-
compatibele toegangspunten” vanaf stap 5 (=
130).
Alle beelden op de camera kunnen worden bekeken op de
verbonden smartphone wanneer u [Ja] kiest in stap 7. Als u de
camerabeelden privé wilt houden, zodat ze niet kunnen worden
bekeken op de smartphone, kiest u [Nee] bij stap 7.
Om de privacy-instellingen voor smartphones in de lijst aan te
passen, moet u de smartphone kiezen waarvoor u de instellingen
wilt wijzigen bij [Apparaat bewerken] in stap 3 en daarna
[Instell. tonen] kiezen.
Om meerdere apparaten toe te voegen herhaalt u deze procedure vanaf de
eerste stap.
Voor betere beveiliging kunt u vereisen dat een wachtwoord wordt ingevoerd
op het scherm in stap 3 door MENU (=
26) te openen en tabblad [3] >
[Instellingen Wi-Fi] > [Wachtwoord] > [Aan] te selecteren. Voer in dit geval,
in het wachtwoordveld op het apparaat bij stap 4, het wachtwoord in dat wordt
weergegeven op de camera.
Zodra u een verbindingsbestemming hebt toegewezen aan Touch-acties
(=
106), kunt u de camera opnieuw verbinding laten maken met de
bestemming door eenvoudig over het scherm te vegen met het ingestelde
handgebaar
.
138
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
z Nadat de doelcamera is toegevoegd,
wordt het scherm voor de
beeldoverdracht weergegeven. Ga verder
met “Beelden verzenden” (=
139).
Om meerdere camera‘s toe te voegen herhaalt u deze procedure vanaf de
eerste stap.
Nadat een camera is toegevoegd, wordt de cameranaam weergegeven op
het scherm in stap 3. Om opnieuw verbinding te maken met een camera, kiest
u de naam in de lijst.
Zodra u een verbindingsbestemming hebt toegewezen aan Touch-acties
(=
106), kunt u de camera opnieuw verbinding laten maken met de
bestemming door eenvoudig over het scherm te vegen met het ingestelde
handgebaar
.
Verbinding maken met een andere
camera
U kunt als volgt twee camera's via Wi-Fi verbinden en beelden tussen de
twee camera's verzenden.
Een draadloze verbinding kan alleen tot stand worden gebracht bij camera's
van Canon met een Wi-Fi-functie. Er kan zelfs geen verbinding gemaakt
worden met Canon-camera's die Eye-Fi-kaarten ondersteunen als deze geen
Wi-Fi-functie hebben. U kunt met deze camera geen verbinding maken met
DIGIT
AL IXUS WIRELESS-camera's.
1 Open het Wi-Fi-menu (=
128).
2 Kies camera.
z Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om [4] te selecteren en druk vervolgens
op de knop <m>.
3 Kies [Apparaat toevoegen].
z Druk op de knoppen <o><p> om
[Apparaat toevoegen] te kiezen en druk
op de knop <m>.
z Volg stap 1–3 ook op de doelcamera.
z Er wordt informatie over de verbinding
met de camera toegevoegd als
[Verbinding op doel- camera starten]
wordt weergegeven op beide
cameraschermen.
139
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
z Nadat u beelden naar een camera of
smartphone hebt verzonden, wordt
[Transfer gereed] weergegeven en keert
het scherm terug naar het scherm voor
de beeldoverdracht.
Voor films die u niet comprimeert (=
113), wordt een apart,
gecomprimeerd bestand verzonden in plaats van het originele
bestand. Houd er rekening mee dat dit het verzenden kan vertragen
en dat het bestand alleen wordt verzonden wanneer er genoeg
ruimte voor is op de geheugenkaart.
Raak het Wi-Fi-antennegebied (=
3) niet aan met uw vingers of
met andere voorwerpen. Als dit wordt bedekt, kan de beeldoverdracht
vertraagd worden.
Afhankelijk van de eigenschappen van het netwerk dat u gebruikt, kan het
lang duren om films te verzenden. Houd het batterijniveau van de camera in
het oog.
Houd er rekening mee dat wanneer u films verzendt naar smartphones, de
ondersteunde beeldkwaliteit kan variëren afhankelijk van de smartphone.
Raadpleeg de handleiding van de smartphone voor meer informatie.
Druk op <n> om de verbinding met de camera te verbreken. Druk na
het bevestigingsbericht op de knoppen <q><r> om [OK] te selecteren.
Druk daarna op de knop <m>. U kunt ook de smartphone gebruiken om de
verbinding te verbreken.
Op het scherm wordt de sterkte van het draadloze signaal aangegeven met de
volgende pictogrammen.
[
] hoog, [ ] normaal, [ ] laag, [ ] zwak
Afbeeldingen verzenden naar webservices kost minder tijd wanneer u beelden
opnieuw verzendt die al eerder zijn verzonden en die nog op de CANON
iMAGE GA
TEWA
Y-server staan.
Beelden verzenden
U kunt als volgt beelden draadloos verzenden naar bestemmingen die zijn
geregistreerd op de camera.
Houd er rekening mee dat wanneer beelden worden verzonden naar een
computer, de computer wordt gebruikt in plaats van de camera (=
142).
Afzonderlijke beelden verzenden
1 Selecteer een beeld.
z Sleep naar links of rechts over het
scherm om een afbeelding te selecteren
om te verzenden.
2 Verzend het beeld.
z Druk op de knoppen <q><r> om
[Dit beeld verz.] te selecteren en druk
vervolgens op de knop <m>.
z Wanneer u uploadt naar YouTube,
leest u de servicevoorwaarden, kiest
u [Akkoord] en drukt u op de knop <m>.
z De beeldoverdracht wordt gestart. Tijdens
het overbrengen van beelden wordt het
scherm donker.
z Nadat beelden zijn geüpload naar een
webservice, wordt [OK] weergegeven.
Druk op de knop <m> om terug te keren
naar het afspeelscherm.
140
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Meerdere beelden verzenden
1 Kies [Select. en verz.].
z Druk op de knoppen <q><r> om
[Select. en verz.] te selecteren en druk
vervolgens op de knop <m>.
2 Selecteer de beelden.
z Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om een beeld te selecteren dat u wilt
verzenden en druk vervolgens op de
knop <m>. [
] wordt weergegeven.
z Druk nogmaals op de knop <m> als
u de selectie wilt opheffen. [
] wordt niet
meer weergegeven.
z Herhaal deze procedure als u meerdere
beelden wilt selecteren.
z Wanneer u klaar bent met het
selecteren van beelden, drukt u op de
knop <n>.
3 Verzend de beelden.
z Druk op de knoppen <q><r> om
[Verzenden] te kiezen en druk vervolgens
op de knop <m>.
De beeldresolutie selecteren (Formaat)
Kies op het scherm voor beeldoverdracht [ ] door op de knoppen
<o><p> te drukken en daarna op de knop <m> te drukken. Kies op het
volgende scherm de resolutie door op de knoppen <o><p> te drukken en
daarna op de knop <m> drukken.
Als u beelden met het oorspronkelijke formaat wilt verzenden, selecteert
u [Nee] als optie voor het wijzigen van het formaat.
Als u [
] of [ ] selecteert, wordt het formaat van beelden die groter zijn
dan het geselecteerde formaat, gewijzigd voordat ze worden verzonden.
De grootte van films kan niet worden aangepast.
141
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Opmerkingen toevoegen
U kunt met de camera opmerkingen toevoegen aan beelden die u naar
e-mailadressen, sociale netwerkservices en dergelijke verzendt. Hoeveel
ruimte u voor uw opmerkingen hebt, is afhankelijk van de webservice.
1 Open het scherm om
opmerkingen toe te voegen.
z Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om [
] te selecteren en druk vervolgens
op de knop <m>.
2 Voeg een opmerking toe
(=
27).
3 Verzend het beeld.
z Volg de stappen in “Afzonderlijke beelden
verzenden” (=
139) om het beeld te
verzenden.
Wanneer u geen opmerking hebt ingevoerd, wordt automatisch de opmerking
verzonden die in CANON iMAGE GATEWAY is ingesteld.
Er kunnen maximaal 50 beelden tegelijk worden verzonden. Er kan één film
van maximaal 5 minuten worden verzonden (of één digest-film van maximaal
13 minuten). Misschien bent u bij het versturen van beelden of films echter
gebonden aan de limieten van de webservice. Raadpleeg voor meer informatie
de webservice die u gebruikt.
U kunt ook beelden in stap 2 selecteren door de zoomknop twee keer naar
<k> te bewegen om de enkelvoudige weergave te openen en vervolgens op
de knoppen <q><r> te drukken.
Bij stap 3 kunt u de gewenste resolutie (grootte) van uw beelden selecteren
voordat ze worden verzonden (=
47).
142
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Het duurt langer om films te importeren omdat dit grotere bestanden zijn dan
foto‘s.
Schakel de camera uit om de verbinding te verbreken.
U kunt ook opgeven dat u alle beelden of alleen geselecteerde
beelden wilt opslaan op de computer en u kunt de doelmap wijzigen.
Zie “Softwarehandleiding” (=
169) voor meer informatie.
Windows 7: Als het scherm in stap 2 niet wordt weergegeven, klik dan op het
pictogram [
] op de taakbalk.
Mac OS: Als CameraWindow niet wordt weergegeven, klikt u op het
[CameraWindow]-pictogram in het dock.
U kunt uw camerabeelden zelfs zonder de software op uw computer opslaan
door uw camera op de computer aan te sluiten, maar daarvoor gelden wel de
volgende beperkingen.
- Nadat u de camera hebt aangesloten op de computer, kan het enkele
minuten duren voordat u beelden kunt openen.
- Beelden die verticaal zijn opgenomen, worden mogelijk horizontaal
opgeslagen.
- Beveiligingsinstellingen voor beelden kunnen bij het opslaan van de beelden
op de computer worden verwijderd.
- Er kunnen bepaalde problemen ontstaan bij het opslaan van beelden of
beeldgegevens, afhankelijk van de versie van het besturingssysteem,
de gebruikte software of de grootte van de beeldbestanden.
- Sommige functies in de software zijn mogelijk niet beschikbaar, zoals het
bewerken van films.
Beelden opslaan op een computer
Gebruik een computer en niet de camera wanneer u beelden naar een
computer verzendt.
Bij wijze van illustratie zijn hier Windows 7 en Mac OS X 10.8 gebruikt.
Voor overige functies raadpleegt u het Help-systeem van de desbetreffende
software (met uitzondering van sommige software).
1 Geef CameraWindow weer.
z Windows: Open CameraWindow door
op [Downloads Images From Canon
Camera/Beelden van Canon-camera
downloaden] te klikken.
z Mac OS: CameraWindow wordt
automatisch weergegeven als er een
Wi-Fi-verbinding tot stand is gebracht
tussen de camera en de computer.
2 Importeer afbeeldingen.
z Klik op [Import Images from Camera/
Beelden importeren van camera] en
vervolgens op [Import Untransferred
Images/Niet-verzonden afbeeldingen
importeren].
z De beelden worden nu in afzonderlijke
mappen op datum op de computer
opgeslagen in de map Afbeeldingen.
z Klik op [OK] in het scherm dat wordt
weergegeven nadat het importeren van
afbeeldingen is voltooid. Raadpleeg
“Softwarehandleiding” (=
169) voor
instructies over het bekijken van beelden
op de computer
.
143
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
3 Breng de verbinding tot stand.
z Maak verbinding met de smartphone door
stap 5–9 in “Verbinding maken met WPS-
compatibele toegangspunten” (=
130)
of stap 4–6 in “Verbinding maken zonder
een toegangspunt” (=
135) uit te
voeren.
z Nadat een verbinding met de smartphone
tot stand is gebracht, wordt de bijnaam
van de smartphone weergegeven op de
camera. (Dit scherm sluit na ongeveer
een minuut.)
z U kunt de smartphone nu gebruiken om
beelden van de camera te importeren.
(Het is niet mogelijk om beelden van
de camera naar de smartphone te
verzenden.)
z Gebruik de smartphone om de verbinding
te verbreken. De camera wordt
automatisch uitgeschakeld.
z Als u in de toekomst verbinding
wilt maken met de geregistreerde
smartphone, drukt u eenvoudig op de
knop <
>.
De knop < > gebruiken
Wanneer u een smartphone of Beeldsynchronisatie (=
145) onder
de knop < > hebt geregistreerd, kunt u verbinding maken met de
geregistreerde bestemming door eenvoudig op de knop < > te drukken.
Een smartphone onder de knop < >
registreren
Nadat u in eerste instantie via Wi-Fi verbinding hebt gemaakt met
een smartphone door op de knop < > te drukken, kunt u daarna
eenvoudig opnieuw verbinding maken met behulp van de knop < > om
camerabeelden weer te geven en op te slaan op verbonden apparaten.
1 Druk op de knop < >.
2 Kies de bestemming.
z Druk op de knoppen <q><r> om [ ]
te selecteren en druk vervolgens op de
knop <m>.
144
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Beeldsynchronisatie onder de knop < >
registreren
Als u Beeldsynchronisatie onder de knop < > registreert, kunt u eenvoudig
op de knop < > drukken om alle niet-verzonden beelden op de
geheugenkaart via CANON iMAGE GATEWAY naar een computer te
verzenden. Zie “Beelden automatisch verzenden (beeldsynchronisatie)”
(=
145) voor meer informatie over Beeldsynchronisatie.
1 Bereid de camera voor.
z Registreer [ ] als de bestemming
(=
121122).
z Installeer de software op de
doelcomputer en configureer de camera-
instellingen (=
145).
2 Druk op de knop < >.
3 Kies de bestemming.
z Druk op de knoppen <q><r> om [ ]
te selecteren en druk vervolgens op de
knop <m>.
z De camera maakt automatisch opnieuw
verbinding met eerdere toegangspunten
en verstuurt de beelden (=
145).
z U kunt voortaan eenvoudig op de knop
<
> drukken om beelden te verzenden.
Wanneer u in de buurt van een toegangspunt bent waar u al
eerder verbinding mee hebt gehad, maakt de camera er in stap
2 automatisch verbinding mee. Als u een ander toegangspunt
wilt kiezen, selecteert u [Ander netwerk] in het scherm dat wordt
geopend wanneer de verbinding tot stand wordt gebracht en
voert u stap 5–9 in “Verbinding maken met WPS-compatibele
toegangspunten” (=
130) uit.
Alle beelden in de camera kunnen worden bekeken vanaf de
verbonden smartphone. Houd er rekening mee dat [Instell. tonen]
(=
149) niet beschikbaar is wanneer u de knop < > hebt
toegewezen.
U kunt één smartphone registreren onder de knop < >. Als u een
andere smartphone wilt registreren, moet u eerst de geregistreerde
smartphone (=
145) wissen.
145
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Beelden automatisch verzenden
(beeldsynchronisatie)
Beelden op de geheugenkaart die nog niet zijn overgezet kunnen ook
naar een computer of webservices worden verzonden via CANON iMAGE
GATEWAY.
Houd er rekening mee dat beelden niet alleen naar webservices kunnen
worden verzonden.
Voordat u begint
Installeer en configureer de software op de doelcomputer.
1 Installeer de software.
z Installeer de software op een computer
met internetverbinding (=
125).
2 Registreer de camera.
z Windows: klik met de rechtermuisknop in
de taakbalk op [
] en klik op [Add new
camera/Nieuwe camera toevoegen].
z Mac OS: klik in de menubalk op [ ] en
klik vervolgens op [Add new camera/
Nieuwe camera toevoegen].
z Een lijst met camera‘s die zijn gekoppeld
aan CANON iMAGE GATEWAY
(=
121) wordt weergegeven. Kies de
camera waar u beelden vandaan wilt
sturen.
z Zodra de camera is geregistreerd en
de computer gereed is om beelden te
ontvangen, wordt het pictogram gewijzigd
in [
].
Geregistreerde bestemmingen wissen
z Druk op de knop <n> en kies
[Mobiele apparaatverbinding] op het
tabblad [3] (=
26).
z Druk op de knoppen <q><r> om [OK]
te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
z Druk na het bevestigingsbericht op de
knop <m>.
Geregistreerde bestemmingen worden ook gewist wanneer u Wi-Fi-
instellingen reset (=
150).
146
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Beelden verzenden
Beelden die worden verzonden vanaf de camera, worden automatisch
opgeslagen op de computer.
Als de computer waarnaar u beelden wilt verzenden is uitgeschakeld,
worden de beelden tijdelijk op de CANON iMAGE GATEWAY-server
opgeslagen. Opgeslagen beelden worden regelmatig gewist. Zorg er
daarom voor dat u de computer aanzet en de beelden opslaat.
z Voer de stappen in “Verbinding maken
met WPS-compatibele toegangspunten”
(=
130) uit om [ ] te selecteren.
z Zodra de verbinding tot stand is gebracht
worden de beelden verzonden.
z Wanneer de beelden naar de CANON
iMAGE GATEWAY-server zijn verzonden,
wordt [
] op het scherm weergegeven.
z Beelden worden automatisch op de
computer opgeslagen wanneer u deze
aanzet.
z Beelden worden automatisch verzonden
naar webservices vanaf de CANON
iMAGE GATEWAY-server, zelfs als de
computer is uitgeschakeld.
Gebruik tijdens het verzenden van beelden een volledig opgeladen
batterij of een voedingsadapterset (afzonderlijk verkrijgbaar
,
=
162).
3 Kies het type beelden dat u wilt
verzenden (alleen wanneer
u ook films verzendt).
z Druk op de knop <n> en kies
[Instellingen Wi-Fi] op het tabblad [3]
(=
26).
z Druk op de knoppen <o><p> om
[Beeldsync.] te selecteren en druk
vervolgens op de knoppen <q><r> om
[Foto's/films] te selecteren.
Als u een webservice wilt selecteren als de bestemming, voert u de stappen
bij “Andere webservices registreren” (=
123) uit om de camera-instellingen
bij te werken.
147
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Beelden op de camera geotaggen
GPS-gegevens die zijn vastgelegd op een smartphone met de speciale
toepassing CameraWindow (=
124), kunnen worden toegevoegd
aan beelden op de camera. Beelden worden gelabeld met informatie,
waaronder de breedtegraad, lengtegraad en hoogte.
Voordat u opnamen maakt, moet u ervoor zorgen dat de datum en
tijd en uw eigen tijdzone correct zijn ingesteld. (Zie “De datum en
tijd instellen” (=
15).) Geef daarnaast in [Tijdzone] (=
153)
eventuele opnamebestemmingen op die zich in andere tijdzones
bevinden.
De smartphone die u gebruikt voor geotaggen, moet zijn
geautoriseerd om de beelden op de camera te bekijken (=
132,
136).
Met behulp van de locatiegegevens die als geotag aan uw foto’s of
films zijn toegevoegd, kunnen andere mensen u herkennen of uw
locatie bepalen. Wees voorzichtig als u deze beelden met anderen
deelt, bijvoorbeeld als u beelden online plaatst waar vele anderen
ze kunnen bekijken.
Zelfs als beelden met een andere methode op de computer zijn geïmporteerd,
worden alle beelden naar de computer verzonden die niet via CANON iMAGE
GA
TEWAY naar de computer zijn verzonden.
Het verzenden wordt sneller uitgevoerd als de bestemming op een computer
is op hetzelfde netwerk als de camera, omdat beelden worden verzonden via
het toegangspunt in plaats van via CANON iMAGE GA
TEWA
Y. Beelden die
worden opgeslagen op de computer worden verzonden naar CANON iMAGE
GATEWAY, daarom dient de computer verbonden te zijn met internet.
148
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
4 Maak de opname.
z Gebruik de smartphone om een opname
te maken.
Tijdens het maken van opnamen op afstand werkt de camera in
de modus [G]. Het kan echter gebeuren dat sommige FUNC.- en
MENU-instellingen die u vooraf hebt geconfigureerd, automatisch
worden gewijzigd.
Het is niet mogelijk om films op te nemen.
In de camera-instellingen moet zijn gedefinieerd dat de smartphone
camerabeelden mag weergeven (=
132, 136).
Soms worden beelden op de smartphone schokkerig weergegeven als
gevolg van de verbindingsomgeving; dit is niet van invloed op de opgenomen
beelden.
Er worden geen AF-kaders weergegeven. Maak een proefopname om de
scherpstelling te testen.
Vastgelegde beelden worden niet naar de smartphone verzonden. Gebruik de
smartphone om beelden op de camera te zoeken en ervan te importeren.
Afstandsbediening is ook mogelijk vanaf de smartphone die aan de knop <
>
is toegewezen (=
143).
Opnamen op afstand maken
Wanneer u een opnamescherm op uw smartphone bekijkt, kunt u dit
scherm gebruiken om opnamen op afstand te maken.
1 Zet de camera vast.
z
Wanneer u begint met het maken van
opnamen op afstand, wordt de cameralens
uitgeschoven. Het bewegen van de lens
bij in- of uitzoomen kan de camera ook uit
positie brengen. Houd de camera stil door
deze op een statief te plaatsen of andere
maatregelen te treffen.
2 Breng een verbinding tussen de
camera en de smartphone tot
stand (=
119).
z
Selecteer [Ja] in de privacy-instellingen
(=
132, 136).
3 Kies Remote Shooting
(opnamen op afstand).
z
Kies Remote Shooting (opnamen op
afstand) in CameraWindow
(=
124)
op de
smartphone.
z
De cameralens wordt uitgeschoven. Druk niet
in de buurt van de lens en zorg dat de lens
niet wordt geblokkeerd door voorwerpen.
z
Wanneer de camera gereed is voor het
maken van opnamen op afstand, wordt een
livebeeld van de camera op de smartphone
weergegeven.
z
Op dat punt wordt een bericht op de camera
weergegeven en worden alle bewerkingen
behalve het indrukken van de ON/OFF-knop
uitgeschakeld.
149
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
5 Kies een item dat u wilt
bewerken.
z Druk op de knoppen <o><p> om een
item om te bewerken te kiezen en druk
op de knop <m>.
z Welke items u kunt wijzigen, hangt af van
het apparaat of de service waartoe de
camera toegang heeft.
Configureerbare items
Verbinding
4
c
Webservices
[Bijnaam apparaat veranderen]
(=
149)
OOOO
[Instell. tonen] (=
132, 136)
O
––
[Verbindingsinfo wissen] (=
150)
OOOO
O
: Configureerbaar
: Niet configureerbaar
De bijnaam van een apparaat wijzigen
U kunt de bijnaam van het apparaat (weergavenaam) die op de camera
wordt weergegeven, wijzigen.
z Voer stap 5 uit in “Verbindingsinformatie
bewerken” (=
149), kies [Bijnaam
apparaat veranderen] en druk op de
knop <m>.
z Selecteer het invoerveld en druk op de
knop <m>. Gebruik het weergegeven
toetsenbord om een nieuwe bijnaam in te
voeren (=
27).
Wi-Fi-instellingen bewerken of wissen
U kunt Wi-Fi-instellingen als volgt bewerken of wissen.
Verbindingsinformatie bewerken
1 Open het Wi-Fi-menu (=
128).
2 Kies een apparaat om te
bewerken.
z Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om het pictogram van het apparaat dat
u wilt bewerken te selecteren en druk
vervolgens op de knop <m>.
3 Kies [Apparaat bewerken].
z Druk op de knoppen <o><p> om
[Apparaat bewerken] te kiezen en druk op
de knop <m>.
4 Kies een apparaat om te
bewerken.
z Druk op de knoppen <o><p> om
het apparaat te selecteren dat u wilt
bewerken en druk op de knop <m>.
150
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
2 Kies [Instellingen resetten].
z Druk op de knoppen <o><p> om
[Instellingen resetten] te selecteren en
druk vervolgens op de knop <m>.
3 Herstel de
standaardinstellingen.
z Druk op de knoppen <q><r> om [OK]
te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
z De standaardinstellingen van Wi-Fi zijn
nu gereset.
Door de Wi-Fi-instellingen te resetten worden ook alle instellingen voor
webservices gewist. Als u deze optie wilt gebruiken, moet u zeker weten dat
u alle Wi-Fi-instellingen wilt resetten.
Om andere standaardinstellingen te resetten (behalve Wi-Fi), kiest u [Reset
alle] op het tabblad [3] (=
159).
Verbindingsinformatie wissen
U kunt verbindingsinformatie (over apparaten waarmee u verbinding hebt
gemaakt) als volgt wissen.
z Voer stap 5 uit in “Verbindingsinformatie
bewerken” (=
149), kies
[Verbindingsinfo wissen] en druk op de
knop <m>.
z Als [Wissen ?] verschijnt, drukt u op de
knoppen <q><r> om [OK] te selecteren.
Druk daarna op de knop <m>.
z De verbindingsinformatie wordt gewist.
De standaardinstellingen voor Wi-Fi
herstellen
Zet de standaardinstellingen van Wi-Fi terug als u niet meer eigenaar bent
van de camera of als u deze weggooit.
1 Kies [Instellingen Wi-Fi].
z Druk op de knop <n> en kies
[Instellingen Wi-Fi] op het tabblad [3]
(=
26).
151
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Menu Instellingen
Basisfuncties van de camera aanpassen voor meer gebruiksgemak
Basisfuncties van de camera aanpassen .... 152
Camerageluiden dempen ....................................152
Het volume aanpassen ....................................... 152
Hints en tips verbergen ....................................... 152
Datum en tijd ....................................................... 153
Wereldklok ..........................................................153
Timing voor het intrekken van de lens ................154
Eco-modus gebruiken ......................................... 154
De spaarstand aanpassen .................................. 155
Schermhelderheid ............................................... 155
Het opstartscherm verbergen .............................. 155
Geheugenkaarten formatteren ............................ 156
Bestandsnummering ........................................... 157
Beelden opslaan op datum ................................. 158
Metrische/Niet-metrische weergave ....................158
De gevoeligheid van het
aanraakscherm verhogen
................................... 158
Certificatielogo's controleren ............................... 158
W
eergavetaal ...................................................... 159
Andere instellingen aanpassen ........................... 159
Standaardwaarden herstellen ............................. 159
152
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Basisfuncties van de camera
aanpassen
Functies van MENU (=
26) op het tabblad [3] kunnen worden ingesteld.
Voor meer gebruiksgemak kunt u handige en veelgebruikte functies naar
wens aanpassen.
Camerageluiden dempen
U dempt camerageluiden en films als volgt.
z Selecteer [mute] en kies vervolgens
[Aan].
U kunt de camerageluiden ook dempen door de knop <p> ingedrukt te
houden terwijl u de camera inschakelt.
Als u de camerageluiden dempt worden films afgespeeld zonder geluid
(=
87). Om films weer af te spelen met geluid, drukt u op de knop <o>.
Pas het volume naar wens aan met de knoppen <o><p>.
Het volume aanpassen
U past het volume van afzonderlijke camerageluiden als volgt aan.
z Selecteer [Volume] en druk op de
knop <m>.
z Kies een item en druk vervolgens op de
knoppen <q><r> om het volume aan te
passen.
Hints en tips verbergen
Er verschijnen hints en tips wanneer u items kiest in FUNC. (=
25) of
MENU (=
26). U kunt deze informatie desgewenst uitschakelen.
De weergave van hints en tips voor camerafuncties kan worden
uitgeschakeld, maar de uitleg van menu's (=
26) wordt nog steeds
weergegeven.
z Selecteer [Hints en tips] en
selecteer [Uit].
153
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Datum en tijd
Wijzig de datum en tijd als volgt.
z Selecteer [Datum/Tijd] en druk op de
knop <m>.
z Druk op de knop <q><r> om een optie
te selecteren en druk vervolgens op de
knoppen <o><p> om de instelling te
wijzigen.
Wereldklok
Als u in het buitenland bent en wilt dat uw foto’s de juiste lokale tijd en
datum krijgen, moet u gewoon uw bestemming van tevoren registreren en
naar die tijdzone overschakelen. Deze handige functie maakt het onnodig
om de datum/tijd-instelling handmatig te wijzigen.
Voordat u de wereldklok gebruikt, moet u de datum en tijd in uw tijdzone
thuis instellen, zoals wordt beschreven in “De datum en tijd instellen”
(=
15).
1 Geef uw bestemming op.
z Selecteer [Tijdzone] en druk op de
knop <m>.
z Druk op de knoppen <o><p> om
[
Wereld] te selecteren en druk
vervolgens op de knop <m>.
z Druk op de knoppen <q><r> om de
bestemming te kiezen.
z Om de zomertijd (normale tijd plus 1
uur) in te stellen, kiest u [
] door op
de knoppen <o><p> te drukken;
vervolgens kiest u [
] door op de
knoppen <q><r> te drukken.
z Druk op de knop <m>.
2 Schakel over naar de tijdzone
van uw bestemming.
z Druk op de knoppen <o><p> om
[
Wereld] te selecteren en druk
vervolgens op de knop <n>.
z [ ] verschijnt nu op het opnamescherm
(=
191).
Als u in de modus [ ] de datum of tijd wijzigt (=
16), worden de datum en
tijd voor de optie [
Thuis] automatisch bijgewerkt.
154
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Timing voor het intrekken van de lens
Om veiligheidsredenen wordt de lens ingetrokken ongeveer één minuut
nadat u op de knop <1> hebt gedrukt in een opnamemodus (=
23).
Als u wilt dat de lens direct wordt ingetrokken nadat u op de knop <1>
hebt gedrukt, stelt u de tijdsduur voor het intrekken in op [0 sec.].
z Selecteer [Lens intrekken] en selecteer
dan [0 sec.].
Eco-modus gebruiken
Met deze functie kunt u batterijvermogen sparen in de opnamemodus.
Wanneer de camera niet in gebruik is, wordt het scherm snel donker om het
batterijverbruik te beperken.
1 Configureer de instelling.
z Kies [Eco-modus] en vervolgens [Aan].
z [ ] verschijnt nu op het opnamescherm
(=
191).
z Het scherm wordt donkerder wanneer
de camera gedurende ongeveer
twee seconden niet wordt gebruikt.
Daarna gaat het scherm na ongeveer
tien seconden uit. De camera wordt
na ongeveer drie minuten inactiviteit
uitgeschakeld.
2 Maak de opname.
z Als het scherm is uitgeschakeld maar
de lens nog niet is ingetrokken, kunt
u het scherm weer inschakelen en
gereedmaken voor het maken van
opnamen door de ontspanknop half in te
drukken.
155
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
De spaarstand aanpassen
U kunt desgewenst de timing voor het automatisch uitschakelen van de
camera en het scherm (respectievelijk Automatisch Uit en Display uit)
aanpassen (=
23).
z Selecteer [spaarstand] en druk op de
knop <m>.
z Nadat u een item hebt geselecteerd,
drukt u op de knoppen <q><r> om dit
item aan te passen.
Om de batterij te sparen, kiest u gewoonlijk [Aan] voor
[Automatisch Uit] en [1 min] of minder voor [Display uit].
De instelling van [Display uit] wordt ook toegepast als u [Automatisch Uit]
instelt op [Uit].
Deze energiebesparende functies zijn niet beschikbaar wanneer u Eco-modus
(=
154) op [Aan] hebt gezet.
Schermhelderheid
Pas de helderheid van het scherm als volgt aan.
z Selecteer [LCD Helderheid] en druk
vervolgens op de knoppen <q><r> om
de helderheid aan te passen.
Houd voor maximale helderheid de knop <p> ten minste één
seconde ingedrukt wanneer het opnamescherm wordt weergegeven
of in de enkelvoudige weergave. (Hiermee vervangt u de instelling van
[LCD Helderheid] op het tabblad [3].) Druk nogmaals langer dan één seconde
op de knop <p> of herstart de camera om de oorspronkelijke helderheid van
het scherm te herstellen.
Het opstartscherm verbergen
U kunt desgewenst het opstartscherm dat normaal verschijnt wanneer u de
camera inschakelt, deactiveren.
z Selecteer [opstart scherm] en selecteer
vervolgens [Uit].
156
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Geheugenkaarten formatteren
Voordat u een nieuwe geheugenkaart of een geheugenkaart die is
geformatteerd in een ander apparaat gaat gebruiken, moet u de kaart
formatteren met deze camera.
Bij het formatteren worden alle gegevens op de geheugenkaart
verwijderd. Voordat u gaat formatteren, kopieert u eerst de beelden van de
geheugenkaart naar een computer, of stelt u de beelden op een andere
manier veilig.
1 Open het scherm [Formatteren].
z Selecteer [Formatteren] en druk op de
knop <m>.
2 Kies [OK].
z Druk op de knoppen <o><p> om
[Annuleer] te selecteren, druk op de
knoppen <q><r> om [OK] te selecteren
en druk vervolgens op de knop <m>.
3 Formatteer de geheugenkaart.
z Druk op de knoppen <o><p> om
[OK] te selecteren en het formatteren
te starten. Druk vervolgens op de
knop <m>.
z Als het formatteren is voltooid,
verschijnt de melding [Geheugenkaart is
geformatteerd]. Druk op de knop <m>.
Door het formatteren van de geheugenkaart of het wissen van
de gegevens op de geheugenkaart wordt alleen de bestands-
beheerinformatie op de kaart gewijzigd. Hiermee wordt dus niet de
volledige inhoud gewist. Tref voorzorgsmaatregelen wanneer u een
geheugenkaart weggooit, zoals het fysiek vernietigen van de kaart,
om te voorkomen dat persoonlijke informatie wordt verspreid.
De totale capaciteit van de geheugenkaart die bij het formatteren wordt
weergegeven op het scherm, kan minder zijn dan de aangegeven capaciteit.
Low Level Format
Voer een Low Level Format uit in de volgende gevallen: [Geheugenkaart
fout] wordt weergegeven, de camera functioneert niet goed, beelden op
de kaart worden trager gelezen of opgeslagen, het maken van continu-
opnamen gaat langzamer of het opnemen van een film wordt plotseling
afgebroken. Bij een Low Level Format worden alle gegevens op de
geheugenkaart gewist. Voordat u een Low Level Format uitvoert, kopieert
u eerst de beelden van de geheugenkaart naar een computer, of stelt u de
beelden op een andere manier veilig.
z Druk op het scherm in stap 2 van
“Geheugenkaarten formatteren”
(=
156) op de knoppen <o><p>
om [Low Level Format] te kiezen. Druk
daarna op de knoppen <q><r> om deze
optie te kiezen. Het pictogram [
] wordt
weergegeven.
z Voer de stappen 2–3 in
“Geheugenkaarten formatteren”
(=
156) uit om door te gaan met het
formatteren.
157
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Een Low Level Format duurt langer dan “Geheugenkaarten formatteren”
(=
156), omdat de gegevens in alle opslaggebieden van de geheugenkaart
worden gewist.
U kunt een Low Level Format van een geheugenkaart annuleren door
[Stop] te selecteren. In dat geval zijn de gegevens gewist maar kunt u de
geheugenkaart normaal blijven gebruiken.
Bestandsnummering
Uw opnamen worden automatisch opeenvolgend genummerd
(0001 - 9999) en opgeslagen in mappen die elk maximaal 2.000 opnamen
kunnen bevatten. U kunt de toewijzing van de bestandsnummers wijzigen.
z Selecteer [Bestandnr.] en kies een optie.
Continu
Ook als u een andere geheugenkaart gebruikt, worden de beelden
oplopend genummerd totdat u een opname maakt en opslaat met
het nummer 9999.
Auto reset
Als u een andere geheugenkaart gebruikt of een nieuwe map
maakt, begint de bestandsnummering weer bij 0001.
Ongeacht welke optie u bij deze instelling selecteert, kunnen de opnamen
oplopend worden genummerd na het laatste nummer van bestaande beelden,
als u een andere geheugenkaart in de camera plaatst.
Als u opnamen wilt
opslaan met nummers vanaf 0001, gebruikt u een lege (of geformatteerde
(=
156)) geheugenkaart.
Raadpleeg “Softwarehandleiding” (=
169) voor informatie over
mapstructuren en afbeeldingstypen op de kaart.
158
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Beelden opslaan op datum
U kunt beelden opslaan in mappen die elke maand worden gemaakt,
maar u kunt de camera ook mappen laten maken voor elke dag waarop
u opnamen maakt.
z Selecteer [Maak folder] en selecteer
vervolgens [Dagelijks].
z Beelden worden nu opgeslagen in
mappen die op de opnamedatum worden
gemaakt.
Metrische/Niet-metrische weergave
Desgewenst kunt u de maateenheden die in de hoogte-informatie voor
GPS-gegevens (=
147) en op andere plaatsen worden weergegeven,
wijzigen van m/cm in ft/in.
z Selecteer [Maateenheden] en selecteer
vervolgens [ft/in].
De gevoeligheid van het aanraakscherm
verhogen
De gevoeligheid van het aanraakscherm kan worden verhoogd, zodat de
camera reageert op lichtere aanraakhandelingen.
z Selecteer [Schermrespons] en selecteer
vervolgens [Hoog].
Certificatielogo's controleren
Sommige logo's voor certificatievereisten waaraan de camera voldoet,
kunnen op het scherm worden bekeken. Andere certificatielogo's staan
in deze handleiding afgedrukt, op de verpakking van de camera, of op de
camerabehuizing.
z Selecteer [Certificaatlogo weergeven] en
druk op de knop <m>.
159
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Standaardwaarden herstellen
Als u per ongeluk een instelling hebt gewijzigd, kunt u de
standaardinstellingen van de camera herstellen.
1 Open het scherm [Reset alle].
z Selecteer [Reset alle] en druk op de
knop <m>.
2 Herstel de
standaardinstellingen.
z Druk op de knoppen <q><r> om [OK]
te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
z De standaardinstellingen zijn nu hersteld.
De volgende functies worden niet hersteld naar de standaardinstellingen.
- Informatie die met Gezichts-ID is vastgelegd (=
41)
- [3]-tabbladinstellingen [Datum/Tijd] (=
153), [Tijdzone] (=
153),
[Taal
] (=
159) en [Video Systeem] (=
167)
- De gegevens voor een aangepaste witbalans die u hebt vastgelegd
(=
75)
- Opnamemodus (=
60)
- Instellingen Wi-Fi (=
117)
Weergavetaal
U kunt de weergavetaal desgewenst wijzigen.
z Selecteer [Taal ] en druk op de
knop <m>.
z Druk op de knoppen <o><p><q><r>
om een taal te selecteren en druk
vervolgens op de knop <m>.
U kunt het scherm [Taal] ook openen in de afspeelmodus door de knop <m>
ingedrukt te houden en meteen op de knop <n> te drukken.
Andere instellingen aanpassen
U kunt ook de volgende instellingen aanpassen op het tabblad [3].
[Video Systeem] (=
167)
[Ctrl via HDMI] (=
165)
[Instellingen Wi-Fi] (=
117)
[Mobiele apparaatverbinding] (=
145)
160
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Accessoires
Haal meer uit uw camera met optionele Canon-accessoires en andere apart verkrijgbare, compatibele accessoires
Systeemoverzicht ........................................... 161
Optionele accessoires ................................... 162
Voedingen ........................................................... 162
Flitseenheid .........................................................162
Overige accessoires ............................................ 163
Printers ................................................................163
Optionele accessoires gebruiken ................. 163
Afspelen op een tv .............................................. 163
De camera voeden via het lichtnet ......................167
De software gebruiken ................................... 169
Software .............................................................. 169
Verbinding maken met een computer via
een kabel ............................................................. 169
Beelden opslaan op een computer ..................... 170
Beelden afdrukken ......................................... 171
Eenvoudig afdrukken .......................................... 171
Afdrukinstellingen configureren ...........................173
Filmscènes afdrukken ......................................... 176
Beelden toevoegen aan de printlijst (DPOF) ....... 177
Beelden toevoegen aan een fotoboek ................ 180
161
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Gebruik van originele Canon-accessoires wordt aanbevolen.
Dit product is ontworpen om een uitstekende prestatie neer te zetten wanneer het
wordt gebruikt in combinatie met accessoires van het merk Canon.
Canon is niet aansprakelijk voor eventuele schade aan dit product en/of ongelukken
zoals brand, enzovoort, die worden veroorzaakt door de slechte werking van
accessoires van een ander merk (bijvoorbeeld lekkage en/of explosie van een
batterij). Houd er rekening mee dat deze garantie niet van toepassing is op reparaties
die voortvloeien uit een slechte werking van accessoires die niet door Canon zijn
vervaardigd, hoewel u dergelijke reparaties wel tegen betaling kunt laten uitvoeren.
De verkrijgbaarheid varieert per gebied, en sommige accessoires zijn wellicht niet
meer verkrijgbaar.
Systeemoverzicht
Polsriem Batterij
NB-12L*
1
Batterijlader
CB-2LG/CB-2LGE*
1
USB-kabel (camera-uiteinde: Mini-B)*
2
Geheugenkaart Kaartlezer
Computer
Tv-/
videosysteem
Voedingsadapterset
ACK-DC100
Meegeleverde accessoires
Voeding
Kabels
HDMI-kabel
(camera-uiteinde: Type D)*
3
Stereo AV-kabel AVC-DC400ST
Flitseenheid
PictBridge-compatibele printers van Canon
Krachtige flitser
HF-DC2
*1 Ook afzonderlijk verkrijgbaar.
*2 Er is ook een origineel Canon-accessoire beschikbaar (interfacekabel
IFC-400PCU).
*3 Gebruik een in de winkel verkrijgbare kabel van maximaal 2,5 m.
162
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Optionele accessoires
De volgende camera-accessoires worden apart verkocht.
De verkrijgbaarheid varieert per gebied, en sommige accessoires zijn
wellicht niet meer verkrijgbaar.
Voedingen
Batterij NB-12L
z Oplaadbare lithium-ionbatterij
Batterijlader CB-2LG/CB-2LGE
z Lader voor batterij NB-12L
Als u een batterij van een ander merk gebruikt, wordt het bericht
[Communicatiefout met accu.] weergegeven. In dat geval is een
reactie van de gebruiker vereist. Canon is niet aansprakelijk voor
schade die voortvloeit uit ongelukken, zoals storingen of brand,
die optreden als gevolg van het gebruik van batterijen van andere
leveranciers.
De batterij is voorzien van een handig klepje dat u kunt bevestigen om zo
de batterijstatus in een oogopslag te kunnen zien. Bevestig het klepje zo dat
zichtbaar is op een opgeladen batterij en niet zichtbaar is op een niet-
opgeladen batterij.
Voedingsadapterset ACK-DC100
z Hiermee kunt u de camera aansluiten
op een gewoon stopcontact. Dit wordt
aanbevolen wanneer u de camera
gedurende langere tijd wilt gebruiken
of wanneer u de camera aansluit op
een printer of computer. U kunt op deze
manier niet de batterij in de camera
opladen.
De batterijlader en de voedingsadapterset kunnen worden gebruikt
in gebieden met een wisselspanning van 100 – 240 V (50/60 Hz).
Als de stekker niet in het stopcontact past, moet u een geschikte
stekkeradapter gebruiken. Gebruik geen elektrische transformator
die is bedoeld voor op reis, omdat deze de batterij kan beschadigen.
Flitseenheid
Krachtige flitser HF-DC2
z Externe flitser voor de belichting van
onderwerpen die buiten het bereik van de
ingebouwde flitser zijn.
163
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Overige accessoires
Interfacekabel IFC-400PCU
z Om de camera op een computer of
printer aan te sluiten.
Stereo AV-kabel AVC-DC400ST
z Als u de camera aansluit op een televisie,
kunt u uw opnamen afspelen op een
groter scherm.
Printers
PictBridge-compatibele printers
van Canon
z U kunt zonder computer beelden
afdrukken als u uw camera aansluit
op een Canon PictBridge-compatibele
printer.
Ga voor meer informatie naar een
Canon-verkoper bij u in de buurt.
Foto’s Films
Optionele accessoires gebruiken
Foto’s Films
Afspelen op een tv
Als u de camera aansluit op een televisie, kunt u uw opnamen bekijken op
een groter scherm.
Raadpleeg de handleiding van de tv voor meer informatie over de
aansluiting en over het wijzigen van de ingangen.
Sommige gegevens worden mogelijk niet weergegeven op de tv (=
192).
164
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Foto’s Films
Afspelen op een HD-tv
U kunt uw foto's op een tv bekijken door de camera op een HD-tv aan te
sluiten met een in de winkel verkrijgbare HDMI-kabel (maximaal 2,5 m, met
een Type D-connector aan het camera-uiteinde). Films die zijn opgenomen
met een resolutie van [ ] of [ ] kunnen in HD-kwaliteit worden
bekeken.
1 Zorg dat de camera en de tv zijn
uitgeschakeld.
2 Sluit de camera aan op de tv.
z Steek de kabelstekker volledig in de
HDMI-aansluiting van de tv zoals
weergegeven.
z Open het klepje van de camera-
aansluiting en steek de kabelstekker er
volledig in.
3 Schakel de tv in en stel deze in
op de video-ingang.
z Stel de tv-ingang in op de video-ingang
waarop u in stap 2 de kabel hebt
aangesloten.
4 Schakel de camera in.
z Druk op de knop <1> om de camera
aan te zetten.
z De camerabeelden worden nu
weergegeven op de tv. (Het
camerascherm blijft leeg.)
z Als u klaar bent, schakelt u de camera en
de tv uit en verwijdert u daarna de kabel.
Bediening via het aanraakscherm wordt niet ondersteund als de
camera is aangesloten op een tv.
De bedieningsgeluiden van de camera worden niet afgespeeld als de camera
is aangesloten op een hdtv.
165
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Foto’s Films
De camera bedienen via de afstandsbediening van een tv
Als u de camera aansluit op een HDMI CEC-compatibele tv, kunt u de
afstandsbediening van de tv gebruiken om beelden af te spelen of
diavoorstellingen te bekijken.
Afhankelijk van de tv dient u mogelijk bepaalde tv-instellingen te wijzigen.
Raadpleeg de handleiding van de tv voor meer informatie.
1 Configureer de instelling.
z Druk op de knop <n>, kies [Ctrl
via HDMI] op het tabblad [3] en kies
vervolgens [Aan] (=
26).
2 Sluit de camera aan op de tv.
z Voer de stappen 1–2 in “Afspelen op een
hdtv” (=
164) uit om de camera op de
tv aan te sluiten.
3 Geef beelden weer.
z Zet de tv aan. Druk op de camera op de
knop <1>.
z De camerabeelden worden nu
weergegeven op de tv. (Het
camerascherm blijft leeg.)
4 Bedien de camera via de
afstandsbediening van de tv.
z Druk op de afstandsbediening op de
knoppen <q><r> om te bladeren door
de beelden.
z Druk op de knop OK/Selecteren om
het bedieningspaneel van de camera
weer te geven. Om opties op het
bedieningspaneel te kiezen, drukt u op de
knoppen <q><r> en daarna nogmaals
op de knop OK/Selecteren.
166
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Overzicht van de bedieningspaneelopties van de camera
die worden weergegeven op de tv
Terug Het menu wordt gesloten.
Groep afspelen
Geeft opeenvolgende beelden weer (=
40, 82)
of beelden die zijn opgenomen in de modus [
]
(=
62). (Verschijnt alleen als u een gegroepeerd
beeld hebt geselecteerd.)
Film afspelen
De film afspelen. (Verschijnt alleen als u een film hebt
geselecteerd.)
.
Diavoorstelling
De diavoorstelling afspelen. Druk tijdens het afspelen op
de knoppen <q><r> van de afstandsbediening om van
beeld te veranderen.
Index afspelen Meerdere beelden in een index weergeven.
l
Display wijzigen
Heen en weer schakelen tussen weergavemodi
(=
89).
Als u op knoppen drukt, bijvoorbeeld op de knop <n> kunt u de camera
niet langer met de afstandsbediening van de tv bedienen. Dit kan pas weer als
u bent teruggekeerd naar de enkelvoudige weergave.
Als u de zoomknop op de camera beweegt, kunt u de camera niet langer
met de afstandsbediening van de tv bedienen. Dit kan pas weer als u bent
teruggekeerd naar de enkelvoudige weergave.
De camera reageert wellicht niet altijd correct, zelfs niet als u de
afstandsbediening van een HDMI CEC-compatibele tv gebruikt.
Foto’s Films
Afspelen op een SD-tv
Met de afzonderlijk verkrijgbare stereo AV-kabel AVC-DC400ST kunt u de
camera aansluiten op een tv om uw opnamen te bekijken op een groter
scherm terwijl u de camera bedient.
1 Zorg dat de camera en de tv zijn
uitgeschakeld.
2 Sluit de camera aan op de tv.
z Steek de kabelstekker volledig in
de video-ingangen van de tv, zoals
weergegeven.
z Open het klepje van de camera-
aansluiting en steek de kabelstekker er
volledig in.
Rood
Rood
Wit
Geel
Geel
Wit
167
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
3 Geef beelden weer.
z Voer de stappen 3–4 bij “Afspelen op een
HD-tv” (=
164) uit om beelden weer te
geven.
Correcte weergave is alleen mogelijk als de video-uitvoerindeling
van de camera (NTSC of PAL) gelijk is aan die van de televisie. Om
de video-uitvoerindeling te wijzigen, drukt u op de knop <n> en
selecteert u [V
ideo Systeem] op het tabblad [3].
Bediening via het aanraakscherm wordt niet ondersteund als de
camera is aangesloten op een tv.
Als de camera is aangesloten op een televisie, kunt u ook opnamen maken
terwijl u de beelden bekijkt op het grotere tv-scherm. Opnamen maken werkt
op dezelfde manier als via het camerascherm.
AF-Punt Zoom (=
50) is
echter niet beschikbaar. Houd er ook rekening mee dat uitvoer naar een tv niet
beschikbaar is in de modus [
] (=
55) of [ ].
Foto’s Films
De camera voeden via het lichtnet
Als u de camera voedt via de afzonderlijk verkrijgbare voedingsadapterset
ACK-DC100, hoeft u niet meer te letten op de resterende batterijlading.
1 Zorg dat de camera is
uitgeschakeld.
2 Open het klepje.
z Voer stap 1 in “De batterij en
geheugenkaart plaatsen” (=
13) uit
om het klepje van de geheugenkaart/
batterijhouder te openen en open
vervolgens het klepje van de kabelpoort
van de koppeling zoals aangegeven.
3 Plaats de koppeling.
z Plaats de koppeling in de aangegeven
richting, net als een batterij (doorloop
stap 2 bij “De batterij en geheugenkaart
plaatsen” (=
13)).
Aansluitpunten
168
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
z Zorg dat de koppelingkabel door de poort
wordt geleid.
4 Sluit het klepje.
z Sluit het klepje ( ) en duw het lichtjes
aan terwijl u het naar binnen schuift,
totdat het vastklikt (
).
5 Sluit het netsnoer aan.
z Sluit het ene uiteinde van het netsnoer
aan op de compacte voedingsadapter en
steek vervolgens het andere uiteinde in
een stopcontact.
z Schakel de camera in en gebruik deze
zoals u wilt.
z Als u klaar bent, schakelt u de camera
uit en haalt u het netsnoer uit het
stopcontact.
Kabelpoort gelijkstroomkoppeling
Haal de adapter of het netsnoer niet weg terwijl de camera nog is
ingeschakeld. Daarmee kunt u de opnamen wissen of de camera
beschadigen.
Sluit de adapter of het adaptersnoer niet aan op andere
voorwerpen. Dit kan defect of schade aan het product tot gevolg
hebben.
169
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
De software gebruiken
De software die als download beschikbaar is op de website van Canon
komt hieronder aan bod, met instructies voor de installatie en het opslaan
van beelden op een computer.
Software
Nadat u de software vanaf de website van Canon hebt gedownload en
geïnstalleerd, kunt u het volgende op uw computer doen.
CameraWindow
z Beelden importeren en de camera-instellingen wijzigen
ImageBrowser EX
z Beheer beelden: bekijk, zoek en orden
z Druk beelden af en bewerk ze
Toegang tot internet is vereist. Eventuele providerkosten en kosten
voor internettoegang moeten apart worden betaald.
Softwarehandleiding
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing wanneer u de software gebruikt. De
handleiding kan worden gedownload vanaf de volgende URL:
http://www.canon.com/icpd/
Verbinding maken met een computer via
een kabel
De computeromgeving controleren
De software kan op de volgende computers gebruikt worden.
Voor uitgebreide informatie over systeemvereisten en compatibiliteit,
inclusief ondersteuning door nieuwe besturingssystemen, gaat u naar de
website van Canon.
Besturingssysteem*
Windows Mac OS
Windows 8/8.1
Windows 7 SP1
Windows Vista SP2
Windows XP SP3
Mac OS X 10.9
Mac OS X 10.8.2 of later
Mac OS X 10.7
* Controleer de systeemvereisten bij “De computeromgeving controleren” (=
125)
wanneer u beelden naar een computer verzendt via Wi-Fi.
Ga naar de Canon-website voor informatie over de recentste
systeemvereisten, inclusief ondersteunde versies van besturingssystemen.
De software installeren
Zie “De software installeren” (=
125) voor instructies om de software te
installeren.
170
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Beelden opslaan op een computer
Bij wijze van illustratie zijn hier Windows 7 en Mac OS X 10.8 gebruikt.
Voor overige functies raadpleegt u het Help-systeem van de desbetreffende
software (met uitzondering van sommige software).
1 Sluit de camera aan op de
computer.
z Open het klepje terwijl de camera is
uitgeschakeld (
). Steek de kleinste
stekker van de USB-kabel in de
aangegeven richting helemaal in de
aansluiting van de camera (
).
z Steek de grote steker van de USB-
kabel in de USB-poort van de computer.
Raadpleeg de computerhandleiding voor
meer informatie over USB-aansluitingen
op de computer.
2 Zet de camera aan om
CameraWindow te openen.
z Druk op de knop <1> om de camera
aan te zetten.
z Mac OS: CameraWindow wordt
weergegeven als er een verbinding tot
stand is gebracht tussen de camera en
de computer.
z Windows: Voer de volgende stappen uit.
z In het scherm dat verschijnt, klikt u op
de koppeling [
] om het programma te
wijzigen.
z Kies [Downloads Images From Canon
Camera/Beelden van Canon-camera
downloaden] en klik op [OK].
z Dubbelklik op [ ].
3 Beelden opslaan op de
computer.
z Klik op [Import Images from Camera/
Beelden importeren van camera] en
vervolgens op [Import Untransferred
Images/Niet-verzonden afbeeldingen
importeren].
z De beelden worden nu in afzonderlijke
mappen op datum op de computer
opgeslagen in de map Afbeeldingen.
CameraWindow
171
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
z Wanneer de beelden zijn opgeslagen,
sluit u CameraWindow en drukt u
op de knop <1> om de camera uit
te schakelen. Koppel vervolgens de
kabel los.
z Raadpleeg “Softwarehandleiding”
(=
169) voor instructies over het
bekijken van beelden op de computer.
Windows 7: Als het scherm in stap 2 niet wordt weergegeven, klik dan op het
pictogram [
] op de taakbalk.
Windows Vista of XP: Om CameraWindow te starten, klikt u op [Downloads
Images From Canon Camera/Beelden van Canon-camera downloaden]
op het scherm dat wordt weergegeven wanneer u de camera bij stap 2
inschakelt.
Als CameraWindow niet verschijnt, klik dan op het menu [Start]
en kies [Alle programma's]
[Canon Utilities]
[CameraWindow]
[CameraWindow].
Mac OS: Als CameraWindow na stap 2 niet wordt weergegeven, klikt u op het
[CameraWindow]-pictogram in het dock.
U kunt uw camerabeelden zelfs zonder de software op uw computer opslaan
door uw camera op de computer aan te sluiten, maar daarvoor gelden wel de
volgende beperkingen.
- Nadat u de camera hebt aangesloten op de computer
, kan het enkele
minuten duren voordat u beelden kunt openen.
- Beelden die verticaal zijn opgenomen, worden mogelijk horizontaal
opgeslagen.
- Beveiligingsinstellingen voor beelden kunnen bij het opslaan van de beelden
op de computer worden verwijderd.
- Er kunnen bepaalde problemen ontstaan bij het opslaan van beelden of
beeldgegevens, afhankelijk van de versie van het besturingssysteem, de
gebruikte software of de grootte van de beeldbestanden.
- Sommige functies in de software zijn mogelijk niet beschikbaar, zoals het
bewerken van films.
Foto’s Films
Beelden afdrukken
U kunt uw foto’s eenvoudig afdrukken door de camera aan te sluiten op
een printer. Op de camera kunt u beelden opgeven voor afdrukken in serie,
bestellingen bij fotozaken voorbereiden en bestellingen voorbereiden of
beelden afdrukken voor fotoboeken.
Hier wordt een compacte fotoprinter van de Canon SELPHY CP-serie
gebruikt als voorbeeld. Afhankelijk van de printer kunnen de weergegeven
schermen en beschikbare functies verschillen. Lees ook de handleiding van
de printer voor aanvullende informatie.
Foto’s
Eenvoudig afdrukken
U kunt uw foto's eenvoudig afdrukken als u de camera aansluit op een
PictBridge-compatibele printer (afzonderlijk verkrijgbaar) met behulp van de
meegeleverde USB-kabel.
1 Zorg dat de camera en de
printer zijn uitgeschakeld.
172
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
2 Sluit de camera aan op de
printer.
z Open het klepje. Houd de kleinste
kabelstekker in de getoonde richting,
en steek de stekker volledig in de
aansluiting op de camera.
z Sluit de grote kabelstekker aan op de
printer. Raadpleeg de handleiding van
de printer voor meer informatie over de
aansluiting.
3 Schakel de printer in.
4 Schakel de camera in.
z Druk op de knop <1> om de camera
aan te zetten.
5 Selecteer een beeld.
z Druk op de knoppen <q><r> om een
beeld te selecteren.
6 Open het afdrukscherm.
z Druk op de knop <m>, kies [c] en druk
nogmaals op de knop <m>.
7 Druk het beeld af.
z Druk op de knop <o><p> om [Print]
te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
z Het afdrukken start nu.
z Om andere beelden af te drukken,
herhaalt u na het afdrukken de
bovenstaande procedures vanaf stap 5.
z Wanneer u klaar bent met afdrukken,
schakelt u de camera en de printer uit en
verwijdert u de kabel.
Zie “Printers” (=
163) voor PictBridge-compatibele printers van het merk
Canon (afzonderlijk verkrijgbaar).
173
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Foto’s
Afdrukinstellingen configureren
1 Open het afdrukscherm.
z Voer de stappen 1–6 in “Eenvoudig
afdrukken” (=
171172) uit om het
scherm links te openen.
2 Configureer de instellingen.
z Druk op de knoppen <o><p> om een
item te selecteren en druk vervolgens
op de knoppen <q><r> om een optie te
selecteren.
Default Hiermee worden de huidige printerinstellingen gebruikt.
Datum Hiermee worden de beelden afgedrukt met een datum.
File No.
Hiermee worden de beelden afgedrukt met een
bestandsnummer.
Beiden
Hiermee worden de beelden afgedrukt met een datum
en een bestandsnummer.
Uit
Default Hiermee worden de huidige printerinstellingen gebruikt.
Uit
Aan
Hiermee wordt opname-informatie gebruikt om de
afdrukinstellingen te optimaliseren.
R-Ogen1 Hiermee worden rode ogen gecorrigeerd.
Aantal
exemplaren
Hiermee selecteert u het aantal af te drukken
exemplaren.
Trimmen
Hiermee kunt u een beeldgebied opgeven dat u wilt
afdrukken (=
174).
papier inst.
Hiermee geeft u het papierformaat, de indeling en
andere gegevens op (=
175).
174
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Foto’s
Beelden bijsnijden vóór het afdrukken
Als u vóór het afdrukken de beelden bijsnijdt, kunt u het gewenste
beeldgebied afdrukken in plaats van het hele beeld.
1 Selecteer [Trimmen].
z Voer eerst stap 1 in “Afdrukinstellingen
configureren” (=
173) uit om het
afdrukscherm te openen, kies [Trimmen]
en druk op de knop <m>.
z Er verschijnt een kader voor bijsnijden
dat het af te drukken beeldgebied
aanduidt.
2 Pas het kader naar wens aan.
z Om de grootte van het kader te wijzigen,
beweegt u de zoomknop.
z Om het kader te verplaatsen drukt u op
de knoppen <o><p><q><r>.
z Om het kader te draaien, drukt u op de
knop <m>.
z Druk op de knop <n>, druk op de
knoppen <o><p> om [OK] te selecteren
en druk vervolgens op de knop <m>.
3 Druk het beeld af.
z Voer stap 7 in “Eenvoudig afdrukken”
(=
172) uit om af te drukken.
Bijsnijden is wellicht niet mogelijk bij kleine beeldformaten of bij
bepaalde verhoudingen.
Datums worden wellicht niet goed afgedrukt als u beelden bijsnijdt
die zijn opgenomen met de instelling [Datumstemp.
].
175
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Foto’s
Het papierformaat en de indeling selecteren vóór het
afdrukken
1 Selecteer [papier inst.]
z Voer eerst stap 1 in “Afdrukinstellingen
configureren” (=
173) uit om
het afdrukscherm te openen, kies
[papier inst.] en druk op de knop <m>.
2 Selecteer een papierformaat.
z Druk op de knoppen <o><p> om een
optie te selecteren en druk vervolgens op
de knop <m>.
3 Selecteer een papiersoort.
z Druk op de knoppen <o><p> om een
optie te selecteren en druk vervolgens op
de knop <m>.
4 Selecteer een indeling.
z Druk op de knoppen <o><p> om een
optie te selecteren.
z Wanneer u [N-plus] selecteert, drukt
u op de knoppen <q><r> om het aantal
beelden per vel op te geven.
z Druk op de knop <m>.
5 Druk het beeld af.
Beschikbare indelingsopties
Default Hiermee worden de huidige printerinstellingen gebruikt.
Randen Hiermee worden de beelden afgedrukt met een lege ruimte eromheen.
Randloos Hiermee maakt u randloze afdrukken.
N-plus Hiermee geeft u het aantal beelden per vel op.
ID Foto
Hiermee drukt u foto’s af voor identiteitsbewijzen.
Alleen beschikbaar voor beelden met een resolutie L en een
verhouding 4:3.
Vaste afm.
Hiermee wordt het afdrukformaat geselecteerd.
U kunt kiezen uit 90 x 130 mm, briefkaart en brede afdrukformaten.
176
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Foto’s
Id-foto’s afdrukken
1 Selecteer [ID Foto]
z Voer de stappen 1–4 in “Het
papierformaat en de indeling selecteren
vóór het afdrukken” (=
175) uit, kies [ID
Foto] en druk op de knop <m>.
2 Selecteer de lengte van de lange
en de korte zijde.
z Druk op de knoppen <o><p> om een
item te kiezen. Kies de lengte door op
de knoppen <q><r> te drukken en druk
vervolgens op de knop <m>.
3 Selecteer het afdrukgebied.
z Voer stap 2 in “Beelden bijsnijden vóór
het afdrukken” (=
174) uit om het
afdrukgebied te selecteren.
4 Druk het beeld af.
Films
Filmscènes afdrukken
1 Open het afdrukscherm.
z Voer de stappen 1–6 in “Eenvoudig
afdrukken” (=
171172) uit om een
film te kiezen. Het scherm links wordt
weergegeven.
z Druk op de knoppen <q><r> om [c]
te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>. Het scherm links wordt
weergegeven.
2 Selecteer een afdrukmethode.
z Druk op de knoppen <o><p> om [ ] te
kiezen en druk vervolgens op de knoppen
<q><r> om de afdrukmethode te kiezen.
3 Druk het beeld af.
177
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Afdrukopties voor films
Enkel Hiermee wordt de huidige scène afgedrukt als een foto.
Reeks
Hiermee wordt een reeks scènes met een bepaald interval afgedrukt
op een enkel vel papier. Als u [Onderschrift] instelt op [Aan], kunt u ook
het mapnummer, bestandsnummer en de verstreken tijd voor het kader
afdrukken.
Om een lopende afdruktaak te annuleren, drukt u op de knop <m>.
[ID Foto] en [Reeks] zijn niet beschikbaar voor PictBridge-compatibele
printermodellen CP720/CP730 en ouder van het merk Canon.
Foto’s
Beelden toevoegen aan de printlijst (DPOF)
U kunt op de camera instellingen kiezen voor afdrukken in serie (=
179)
en bestellingen bij fotozaken. Selecteer maximaal 998 beelden op een
geheugenkaart en configureer de nodige instellingen, zoals het aantal
exemplaren, als volgt. De afdrukinformatie die u op deze wijze voorbereidt,
voldoet aan de DPOF-normen (Digital Print Order Format).
Foto’s
Afdrukinstellingen configureren
U kunt de instellingen, zoals de afdrukindeling, toevoegen van datum of
bestandsnummer, en de overige instellingen, als volgt opgeven. Deze
instellingen worden toegepast op alle beelden in de printlijst.
z Druk op de knop <n> en selecteer
[Print instellingen] op het tabblad [2].
Selecteer en configureer de gewenste
items (=
26).
Afdruktype
Standaard Hiermee drukt u één foto per vel af.
Index
Hiermee drukt u meerdere verkleinde beelden per
vel af.
Beide
Hiermee worden zowel standaard- als
indexformaten afgedrukt.
Datum
Aan
Hiermee worden de beelden afgedrukt met de
opnamedatum.
Uit
File No.
Aan
Hiermee worden de beelden afgedrukt met het
bestandsnummer.
Uit
Wis DPOF data
Aan
Alle instellingen voor printlijsten worden na het
afdrukken verwijderd.
Uit
178
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Sommige printers of fotozaken zijn wellicht niet in staat om alle
DPOF-instellingen toe te passen bij het afdrukken.
[ ] kan verschijnen op de camera om u te waarschuwen dat de
geheugenkaart afdrukinstellingen bevat die zijn geconfigureerd op
een andere camera. Als u de afdrukinstellingen wijzigt met deze
camera, worden alle bestaande instellingen wellicht overschreven.
Als u [Datum] instelt op [Aan], drukken sommige printers de datum
wellicht tweemaal af.
Als u [Index] opgeeft, kunt u wellicht niet tegelijkertijd [Aan] kiezen voor zowel
[Datum] als [File No.].
Indexafdrukken zijn niet beschikbaar op sommige PictBridge-compatibele
printers van het merk Canon (afzonderlijk verkrijgbaar).
De datum wordt afgedrukt in een indeling die overeenkomt met de
instelgegevens in [Datum/T
ijd] op het tabblad [3] (
=
15).
Foto’s
Afdrukinstellingen voor afzonderlijke beelden
1 Selecteer [Sel. beeld & aantal].
z Druk op de knop <n> en selecteer
[Sel. beeld & aantal] op het tabblad [2].
Druk vervolgens op de knop <m>.
2 Selecteer een beeld.
z Druk op de knoppen <q><r> om een
beeld te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
z U kunt nu het aantal af te drukken
exemplaren opgeven.
z Als u indexafdrukken opgeeft voor het
beeld, wordt hierbij een pictogram [
]
geplaatst. Druk nogmaals op de knop
<m> om indexafdrukken te annuleren
voor het beeld. [
] wordt niet meer
weergegeven.
3 Geef het aantal afdrukken op.
z Druk op de knoppen <o><p> om
het aantal afdrukken op te geven
(maximaal 99).
z Herhaal stap 2 en 3 om het afdrukken
van andere beelden in te stellen en het
aantal afdrukken van elk beeld op te
geven.
z Voor indexafdrukken kunt u het aantal
afdrukken niet instellen. U kunt alleen
via stap 2 de af te drukken beelden
selecteren.
z Als u klaar bent, drukt u op de knop
<n> om terug te keren naar het
menuscherm.
179
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Foto’s
Alle beelden in de printlijst wissen
z Voer stap 1 in “Afdrukinstellingen voor
afzonderlijke beelden” (=
178) uit om
[Wis alle selecties] te selecteren en druk
op de knop <m>.
z Druk op de knoppen <q><r> om [OK]
te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
Foto’s
Beelden afdrukken die zijn toegevoegd aan de printlijst
(DPOF)
z Als er afbeeldingen aan de printlijst zijn
toegevoegd (=
177179), wordt
het scherm links weergegeven wanneer
u de camera aansluit op een PictBridge-
compatibele printer
. Druk op de knoppen
<o><p> om [Print nu] te selecteren,
en druk vervolgens op de knop <m> om
de beelden in de afdruklijst af te drukken.
z Elke DPOF-afdruktaak die u tijdelijk
onderbreekt, wordt hervat bij het
volgende beeld.
Foto’s
Afdrukinstellingen voor een reeks beelden
z Voer stap 1 bij “Afdrukinstellingen voor
afzonderlijke beelden” (=
178) uit om
[Select. reeks] te selecteren en druk op
de knop <m>.
z Voer de stappen 2–3 in “Een reeks
selecteren” (=
99) uit om beelden op
te geven.
z Druk op de knoppen <o><p> om
[Opdracht] te selecteren en druk
vervolgens op de knop <m>.
Foto’s
Afdrukinstellingen voor alle beelden
z Voer stap 1 in “Afdrukinstellingen voor
afzonderlijke beelden” (=
178) uit om
[Sel. alle beelden] te selecteren en druk
op de knop <m>.
z Druk op de knoppen <q><r> om [OK]
te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
180
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Foto’s
Afzonderlijke beelden toevoegen
1 Selecteer [Selectie].
z Selecteer [Selectie] volgens de procedure
bij “Een selectiemethode selecteren”
(=
180) en druk op de knop <m>.
2 Selecteer een beeld.
z Druk op de knoppen <q><r> om een
beeld te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
z [ ] wordt weergegeven.
z Druk nogmaals op de knop <m> om het
beeld te verwijderen uit het fotoboek. [
]
wordt niet meer weergegeven.
z Herhaal deze procedure om andere
beelden op te geven.
z Als u klaar bent, drukt u op de knop
<n> om terug te keren naar het
menuscherm.
Foto’s
Beelden toevoegen aan een fotoboek
U kunt fotoboeken instellen op de camera door maximaal 998 beelden te
selecteren op een geheugenkaart en deze te importeren in de software op
uw computer, waar ze in een aparte map worden opgeslagen. Deze functie
is handig wanneer u online afgedrukte fotoboeken bestelt of wanneer
u fotoboeken afdrukt op uw eigen printer.
Een selectiemethode selecteren
z Druk op de knop <n>, kies
[Fotoboek instellen] op het tabblad [1]
en kies vervolgens hoe u de beelden wilt
selecteren (=
26).
[
] kan verschijnen op de camera om u te waarschuwen dat de
geheugenkaart afdrukinstellingen bevat die zijn geconfigureerd op
een andere camera. Als u de afdrukinstellingen wijzigt met deze
camera, worden alle bestaande instellingen wellicht overschreven.
Raadpleeg nadat u beelden op uw computer hebt geïmporteerd ook
“Softwarehandleiding” (=
169) en de handleiding van de printer voor meer
informatie.
181
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Foto’s
Alle beelden toevoegen aan een fotoboek
z Volg de procedure bij “Een
selectiemethode selecteren” (=
180),
selecteer [Sel. alle beelden] en druk op
de knop <m>.
z Druk op de knoppen <q><r> om [OK]
te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
Foto’s
Alle beelden verwijderen uit een fotoboek
z Volg de procedure bij “Een
selectiemethode selecteren” (=
180),
selecteer [Wis alle selecties] en druk op
de knop <m>.
z Druk op de knoppen <q><r> om [OK]
te kiezen en druk vervolgens op de
knop <m>.
182
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Bijlage
Nuttige informatie over het gebruik van de camera
Problemen oplossen ...................................... 183
Berichten op het scherm ............................... 188
Informatie op het scherm .............................. 191
Opname (informatieweergave) ............................ 191
Afspelen (uitgebreide informatieweergave) ......... 192
Functies en menutabellen ............................. 194
Beschikbare functies per opnamemodus ............ 194
Menu FUNC. ....................................................... 195
4 Opnametabbladmenu .................................... 197
3 Tabbladmenu
Instellen ................................... 200
1 Tabbladmenu
Afspelen ..................................200
2 Tabbladmenu
Print ......................................... 200
Afspeelmodus menu FUNC. ............................... 201
Voorzorgsmaatregelen .................................. 201
Specificaties ................................................... 202
183
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Problemen oplossen
Controleer eerst het volgende als u denkt dat er een probleem is met de
camera. Als u met de onderstaande tips uw probleem niet kunt verhelpen,
neemt u contact op met de helpdesk van Canon Klantenservice.
Voeding
Er gebeurt niets als u op de ON/OFF-knop drukt.
Controleer of de batterij is opgeladen (=
12).
Controleer of de batterij in de juiste richting is geplaatst (=
13).
Controleer of het klepje van de geheugenkaart/batterijhouder goed is gesloten
(=
14).
Als de batterijpolen vuil zijn, nemen de prestaties van de batterij af. Reinig de polen
met een wattenstaafje en plaats de batterij enige malen opnieuw.
De batterij raakt snel leeg.
Bij lage temperaturen nemen de prestaties van batterijen af. Maak de batterij een
beetje warm, bijvoorbeeld door deze in uw zak te houden. Zorg dat de polen niet in
contact komen met metalen voorwerpen.
Als dit niet helpt en de batterij weer snel leeg is na het opladen, is de levensduur
verstreken. Koop dan een nieuwe batterij.
De lens wordt niet ingetrokken.
Open het klepje van de geheugenkaart/batterijhouder niet als de camera aanstaat.
Sluit het klepje en schakel de camera in en daarna weer uit (=
14).
De batterij is opgezwollen.
Het is normaal dat batterijen een beetje zwellen. Dit is niet gevaarlijk. Als de batterij
echter zodanig opzwelt dat deze niet meer in de camera past, dient u contact op te
nemen met de helpdesk van Canon Klantenservice.
Weergave op een tv
De camerabeelden worden vervormd of helemaal niet weergegeven op
een tv (=
167).
Opnamen maken
Er kunnen geen opnamen worden gemaakt.
Druk in de afspeelmodus (=
86) de ontspanknop half in (=
24).
Vreemde weergave op het scherm bij weinig licht (=
24).
Vreemde weergave op het scherm bij opnamen.
Houd er rekening mee dat de volgende weergaveproblemen niet op foto’s worden
vastgelegd, maar wel in films worden opgenomen.
Als u opnamen maakt bij TL- of LED-verlichting kan het scherm flikkeren en kan een
horizontale band verschijnen.
Er is geen datumstempel aan de beelden toegevoegd.
Configureer de instelling [Datumstemp. ] (=
39). Datumstempels worden niet
automatisch aan beelden toegevoegd, maar alleen als u de instelling [Datum/Tijd]
hebt geconfigureerd (=
15).
Datumstempels worden niet toegevoegd bij een opnamemodus (=
199) waarin
deze instelling niet kan worden geconfigureerd (=
39).
184
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
[h] knippert op het scherm wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt,
en opnemen is niet mogelijk (=
33).
[ ] verschijnt wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt
(=
33).
Stel [IS modus] in op [Continu] (=
85).
Klap de flitser op en stel de flitsmodus in op [h] (=
83).
Verhoog de ISO-waarde (=
74).
Plaats de camera op een statief of neem andere maatregelen om de camera stil te
houden. In dit geval moet u [IS modus] instellen op [Uit] (=
85).
De opnamen zijn niet scherp.
Druk de sluiterknop half in om scherp te stellen op het onderwerp en druk de knop
daarna volledig in om een opname te maken (=
24).
Zorg dat de onderwerpen zich binnen het scherpstelbereik bevinden (=
204).
Stel [AF-hulplicht] in op [Aan] (=
51).
Bevestig dat onnodige functies zoals macro worden uitgeschakeld.
Probeer op te nemen met de focusvergrendeling of AF-vergrendeling (=
79,
82).
Opnamen zijn wazig.
Afhankelijk van de omstandigheden tijdens de opname kan vervaging van beelden
optreden wanneer Touch Shutter wordt gebruikt. Houd de camera stil tijdens de
opname.
Er worden geen AF-kaders weergegeven en de camera stelt niet
scherp wanneer de sluiterknop half wordt indrukt.
Om de AF-kaders weer te geven en de camera goed te laten scherpstellen, probeert
u de gebieden met veel contrast in het centrum van de compositie te plaatsen voordat
u de ontspanknop half indrukt. Of probeer de ontspanknop meerdere malen half in te
drukken.
De onderwerpen in de opnamen zijn te donker.
Klap de flitser op en stel de flitsmodus in op [h] (=
83).
Pas de helderheid aan met behulp van belichtingscompensatie (=
72).
Pas het contrast aan met i-Contrast (=
74, 110).
Gebruik AE lock of spotmeting (=
73).
De onderwerpen zijn te helder, de highlights zijn vervaagd.
Klap de flitser in en stel de flitsmodus in op [!] (=
32).
Pas de helderheid aan met behulp van belichtingscompensatie (=
72).
Gebruik AE lock of spotmeting (=
73).
Verminder de belichting van het onderwerp.
De opnamen zijn te donker, ondanks dat er is geflitst (=
33).
Maak de opname binnen het bereik van de flits (=
204).
Verhoog de ISO-waarde (=
74).
De onderwerpen in geflitste foto’s zijn te helder, de highlights zijn
vervaagd.
Maak de opname binnen het bereik van de flits (=
204).
Klap de flitser in en stel de flitsmodus in op [!] (=
32).
Het subvenster is donker.
In sommige opnameomstandigheden kan het subvenster donkerder zijn dan het
opnamescherm.
Er verschijnen witte stippen of andere beeldartefacts in geflitste
opnamen.
Dit komt doordat het licht van de flitser wordt weerspiegeld door stof- of andere
deeltjes in de lucht.
Opnamen zien er korrelig uit.
Verlaag de ISO-waarde (=
74).
Hoge ISO-waarden kunnen in sommige opnamemodi leiden tot korrelige beelden
(=
61).
185
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
De onderwerpen hebben rode ogen (=
48).
Zet [Lamp Aan] op [Aan] (=
52) om het licht voor rode-ogenreductie (=
3) te
activeren in geflitste foto's. U krijgt de beste resultaten als uw onderwerpen naar het
licht voor rode-ogenreductie kijken. Probeer ook om de verlichting binnenshuis te
verbeteren of dichter bij het onderwerp te gaan.
Bewerk beelden met Rode-ogencorrectie (=
111).
Het schrijven naar een geheugenkaart duurt te lang of het maken van
continu-opnamen gaat langzamer.
Voer via de camera een low-level format van de geheugenkaart uit (=
156).
Instellingen voor opnamen of voor het menu FUNC. zijn niet
beschikbaar.
Beschikbare instellingen variëren per opnamemodus. Zie “Beschikbare functies per
opnamemodus', “Menu FUNC.” en “Opnametabbladmenu” (=
194199).
Het pictogram voor baby’s of kinderen wordt niet weergegeven.
De pictogrammen voor baby’s en kinderen worden niet weergegeven als de
verjaardag niet is ingesteld bij de gezichtsinformatie (=
41). Als de pictogrammen
ook niet worden weergegeven wanneer de verjaardag wel is opgegeven, registreert
u de gezichtsinformatie opnieuw (=
42) of controleert u of de datum/tijd correct is
ingesteld (=
153).
Touch AF of Touch Shutter werkt niet.
Touch AF en Touch Shutter werken niet als u op de randen van het scherm tikt. Tik op
een punt dichter bij het midden van het scherm.
Het subvenster staat in de verkeerde richting.
Beelden in het subvenster worden mogelijk in een andere richting weergegeven
of opgenomen als u de camera tijdens het maken van opnamen draait en
[Story cam. inst.] op [Niet-gespgld] is ingesteld (=
56, 58).
Stel deze functie op [Gespiegeld] in als u beelden in de juiste richting wilt weergeven
en opnemen.
Films opnemen
De verstreken tijd wordt verkeerd weergegeven, of de opname wordt
onderbroken.
Formatteer de geheugenkaart via de camera of gebruik een geheugenkaart
die hogesnelheidsopnamen ondersteunt. Denk erom dat ook als de verstreken
tijd verkeerd wordt weergegeven, de lengte van de films op de geheugenkaart
overeenstemt met de werkelijke opnametijd (=
156, 204).
[ ] verschijnt en de opname stopt automatisch.
De interne geheugenbuffer van de camera raakt vol omdat de camera niet snel genoeg
naar de geheugenkaart kan schrijven. Probeer een van de volgende maatregelen:
Voer via de camera een low-level format van de geheugenkaart uit (=
156).
Verlaag de beeldkwaliteit (=
49).
Gebruik een geheugenkaart die hogesnelheidsopnamen ondersteunt (=
204).
In- en uitzoomen is niet mogelijk.
In- en uitzoomen is niet mogelijk als u films opneemt in de modus [ ] (=
63).
Onderwerpen lijken vervormd.
Onderwerpen die tijdens het opnemen snel langs de camera bewegen, kunnen
vervormd lijken. Dit is niet het gevolg van een storing.
186
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Afspelen
Afspelen is niet mogelijk.
U kunt mogelijk geen beelden of films afspelen als u de bestandsnaam of
mapstructuur hebt gewijzigd via een computer. Raadpleeg “Softwarehandleiding”
(=
169) voor informatie over mapstructuur en bestandsnamen.
Het afspelen stopt of het geluid hapert.
Gebruik een geheugenkaart waarop u via de camera een low-level format hebt
uitgevoerd (=
156).
Korte onderbrekingen zijn mogelijk als u films afspeelt die zijn gekopieerd naar
geheugenkaarten met trage leessnelheden.
Als u films afspeelt op een computer met onvoldoende capaciteit, kunnen er kaders
wegvallen en kan het geluid haperen.
Geluid wordt niet weergegeven tijdens films.
Pas het volume aan (=
87) als [mute] is geactiveerd (=
152) of als het geluid
van de film zwak is.
Bij films die zijn opgenomen in de modus [
] (=
63) wordt geen geluid
weergegeven, omdat in deze modus geen geluid wordt opgenomen.
Het beginscherm kan niet worden geopend door op de knop < > te
drukken.
Het beginscherm kan alleen worden weergegeven als de geheugenkaart foto's bevat.
Maak een opname.
Het beginscherm kan niet worden weergegeven als de camera op een printer is
aangesloten. Ontkoppel de camera van de printer.
Het beginscherm kan niet worden weergegeven als een Wi-Fi-verbinding actief is.
Verbreek de Wi-Fi-verbinding.
Een gewenst onderwerppictogram voor een album wordt niet
weergegeven op het beginscherm van Story Highlights.
Selecteer een beeld met de naam van de persoon voor het album voordat u het
beginscherm van Story Highlights opent (=
114).
Geheugenkaart
De geheugenkaart wordt niet herkend.
Herstart de camera met de geheugenkaart erin (=
23).
Computer
Kan geen beelden overdragen naar een computer.
Als u beelden wilt overdragen naar de computer via een kabel, probeert u als volgt de
overdrachtssnelheid te verlagen:
Druk op de knop <1> om de afspeelmodus in te schakelen. Houd de knop <n>
ingedrukt en druk tegelijkertijd op de knoppen <o> en <m>. Druk in het volgende
scherm op de knoppen <q><r> om [B] te kiezen. Druk daarna op de knop <m>.
Wi-Fi
Het Wi-Fi-menu kan niet worden geopend door op de knop < > te
drukken.
Het Wi-Fi-menu is niet beschikbaar in de opnamemodus. Ga naar de afspeelmodus
en probeer het opnieuw.
In de afspeelmodus kan het Wi-Fi-menu niet worden geopend tijdens gedetailleerde
informatieweergave, vergrote weergave of indexweergave. Schakel over naar de
enkelvoudige weergave en een andere weergavemodus dan de gedetailleerde
informatieweergave. Het Wi-Fi-menu kan ook niet worden geopend in de
groepsweergave of gefilterde beeldweergave op basis van opgegeven voorwaarden.
Annuleer het gegroepeerd of gefilterd afspelen van beelden.
Het Wi-Fi-menu kan niet worden geopend wanneer de camera via een kabel is
aangesloten op een printer, computer of tv. Koppel de kabel los.
187
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Kan geen apparaat/bestemming toevoegen.
Er kunnen in totaal 20 items van verbindingsinformatie aan de camera worden
toegevoegd. Wis eerst overbodige verbindingsinformatie van de camera en voeg
daarna nieuwe apparaten/bestemmingen toe (=
149).
Gebruik een computer of smartphone om webservices te registreren (=
120).
Om een smartphone toe te voegen, installeert u eerst de toepassing CameraWindow
op uw smartphone (=
124).
Om een computer toe te voegen, installeert u eerst de software CameraWindow op
uw computer. Controleer ook de omgeving en instellingen van uw computer en Wi-Fi
(=
125, 129).
Vermijd het gebruik van de Wi-Fi-functie van de camera in de buurt van
storingsbronnen, zoals magnetrons, Bluetooth-apparaten en andere apparaten die op
de 2,4 GHz band werken.
Plaats de camera dichter bij het apparaat waarmee u verbinding wilt maken (zoals
het toegangspunt) en zorg ervoor dat er geen voorwerpen tussen de apparaten zijn.
Kan geen verbinding maken met het toegangspunt.
Controleer of het toegangspunt is ingesteld op een kanaal dat wordt ondersteund
door de camera (=
202). In plaats van automatisch kanaaltoewijzing kunt u het
beste handmatig een ondersteund kanaal toewijzen.
Kan geen beelden verzenden.
Het bestemmingsapparaat heeft onvoldoende opslagruimte. Vergroot de opslagruimte
op het bestemmingsapparaat en verzend de afbeeldingen opnieuw.
Het lipje voor de schrijfbeveiliging van de geheugenkaart van de bestemmingscamera
staat in de vergrendelde positie. Schuif het lipje voor de schrijfbeveiliging in de
ontgrendelde positie.
Beelden worden niet verzonden naar CANON iMAGE GATEWAY of andere
webservices als u beeldbestanden of mappen verplaatst of hernoemt op de computer
waarop beelden zijn ontvangen die zijn verzonden met beeldsynchronisatie via een
toegangspunt (=
145). Voordat u deze beeldbestanden of mappen verplaatst of
hernoemt op de computer, dient u te controleren of de beelden al zijn verzonden naar
CANON iMAGE GATEWAY of andere webservices.
Kan de beeldgrootte niet wijzigen voor verzending.
De afbeeldingsgrootte kan niet aangepast worden naar een hogere resolutie dan de
oorspronkelijke resolutie.
De grootte van films kan niet worden aangepast.
Het verzenden van beelden duurt lang./De draadloze verbinding is
verbroken.
Het kan lang duren om meerdere afbeeldingen te verzenden. Probeer de
beeldgrootte te wijzigen naar [
] of [ ] om het verzenden te versnellen (=
107).
Het kan lang duren om films te verzenden.
Vermijd het gebruik van de Wi-Fi-functie van de camera in de buurt van
storingsbronnen, zoals magnetrons, Bluetooth-apparaten en andere apparaten die op
de 2,4 GHz band werken. Het verzenden van beelden kan lang duren, zelfs als [
]
wordt weergegeven.
Plaats de camera dichter bij het apparaat waarmee u verbinding wilt maken (zoals
het toegangspunt) en zorg ervoor dat er geen voorwerpen tussen de apparaten zijn.
Wis de gegevens van de Wi-Fi-verbinding voordat u de camera
weggooit of aan iemand anders geeft.
Reset de instellingen voor Wi-Fi (=
150).
188
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Berichten op het scherm
Indien er een foutmelding verschijnt op het scherm, reageert u als volgt.
Geen geheugenkaart
Wellicht is de geheugenkaart in de verkeerde richting geplaatst. Plaats de
geheugenkaart opnieuw en in de juiste richting (=
14).
Geheugenkaart op slot
Het schuifje voor schrijfbeveiliging van de geheugenkaart is vergrendeld. Ontgrendel
het lipje voor de schrijfbeveiliging (=
14).
Kan niet opnemen
U probeert een opname te maken zonder geheugenkaart in de camera. Plaats de
geheugenkaart in de juiste richting om opnamen te maken (=
14).
Geheugenkaart fout (=
156)
Neem contact op met een helpdesk voor klanten van Canon als dezelfde foutmelding
blijft verschijnen nadat u een ondersteunde geheugenkaart (=
2) hebt
geformatteerd en correct hebt geplaatst (=
14).
Te weinig kaartruimte
Er is onvoldoende ruimte vrij op de geheugenkaart om opnamen te maken (=
31,
59, 71) of beelden te bewerken (=
107111). Wis overbodige beelden
(=
101) of plaats een geheugenkaart met voldoende vrije ruimte (=
13).
Touch AF niet beschikbaar
Touch AF is niet beschikbaar in de huidige opnamemodus (=
194).
Touch AF geannuleerd
Het onderwerp dat u voor Touch AF hebt geselecteerd, kan niet meer worden
gedetecteerd (=
81).
Laad de accu op (=
12)
Geen beeld.
De geheugenkaart bevat geen beelden die kunnen worden weergegeven.
Beveiligd! (=
98)
Onbekend beeld/Incompatible JPEG/Beeld te groot./Kan geen MOV
afspelen
Niet-ondersteunde of beschadigde beelden kunnen niet worden weergegeven.
Beelden die zijn bewerkt op een computer, beelden waarvan de bestandsnaam is
gewijzigd en beelden die met een andere camera zijn gemaakt, kunnen mogelijk niet
worden afgespeeld.
Kan niet vergroten!/Kan dit niet afspelen in Smart Shuffle/Kan niet
roteren/Kan beeld niet wijzigen/Kan Niet Wijzigen/Kan niet aan Cat.
toekennen/Niet selecteerbaar beeld./Geen ID-info/Kan voorb. album
niet weerg./Kan album niet opslaan
De volgende functies zijn wellicht niet beschikbaar voor beelden waarvan de
bestandsnaam is gewijzigd of die al zijn bewerkt op een computer, of beelden die
met een andere camera zijn gemaakt. Houd er rekening mee dat functies met een
sterretje (*) niet beschikbaar zijn voor films. ID-info bew.* (=
94), Vergroten*
(=
95), Smart Shuffle* (=
97), Roteren* (=
103), Favorieten (=
104),
Bewerken* (=
107111), Printlijst* (=
177) en Fotoboek instellen* (=
180).
Gegroepeerde beelden kunt u niet bewerken (=
40).
Ongeldig selectiebereik
U wilde een bereik opgeven voor beeldselectie (=
99, 102, 179) en u probeerde
als eerste beeld een beeld te kiezen dat na het laatste beeld komt of omgekeerd.
Selectielimiet bereikt
U hebt meer dan 998 beelden geselecteerd voor de printlijst (=
177) of
fotoboekinstellingen (=
180). Selecteer 998 beelden of minder.
De instellingen voor de printlijst (=
177) of voor de fotoboekinstellingen (=
180)
konden niet correct worden opgeslagen. Verminder het aantal geselecteerde beelden
en probeer het opnieuw .
U probeerde 500 beelden of meer te kiezen bij Beveilig (=
98), Wissen (=
101),
Favorieten (=
104), Printlijst (=
177) of Fotoboek instellen (=
180).
189
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Fout in benaming.
De map kon niet worden gemaakt of opnamen konden niet worden gemaakt, omdat
het maximum aantal mappen (999) voor de opslag van beelden op de kaart en
het maximum aantal beelden (9999) voor beelden in mappen zijn bereikt. Wijzig
op het tabblad [3] de optie [Bestandnr
.] in [Auto reset] (=
157) of formatteer de
geheugenkaart (=
156).
Lens fout
Deze fout kan optreden als u de lens vasthoudt terwijl deze in beweging is of als u de
camera gebruikt in een omgeving met veel stof of zand in de lucht.
Als deze foutmelding vaak verschijnt, kan dit duiden op schade aan de camera.
Neem contact op met de helpdesk van Canon Klantenondersteuning.
Camerafout gedetecteerd (foutnummer)
Als deze foutmelding verschijnt direct nadat u een opname hebt gemaakt, is het beeld
mogelijk niet opgeslagen. Ga naar de afspeelmodus om dit te controleren.
Als deze foutmelding vaak verschijnt, kan dit duiden op schade aan de camera.
Schrijf in dat geval de foutcode op (Exx) en neem contact op met de helpdesk van
Canon Klantenondersteuning.
bestandsfout
Foto's die met een andere camera zijn gemaakt of beelden die zijn gewijzigd met
computersoftware, kunt u wellicht niet correct afdrukken (=
171), zelfs als de
camera is aangesloten op de printer.
Print fout
Controleer de instelling voor het papierformaat (=
175). Als dit bericht wordt
weergegeven terwijl de instelling correct is, herstart u de printer en maakt u de
instellingen opnieuw op de camera.
Absorptiekussen inkt vol
Neem contact op met een helpdesk van Canon Klantenondersteuning en vraag om
een vervangend inktabsorptiekussen.
Wi-Fi
Verbinding mislukt
Er zijn geen toegangspunten herkend. Controleer de instellingen van de
toegangspunten (=
129).
Een apparaat wordt niet gevonden. Zet de camera uit en weer aan en probeer
opnieuw verbinding te maken.
Controleer het apparaat waarmee u verbinding wilt maken en zorg dat het klaar is om
verbinding te maken.
Kan toegangspunt niet bepalen
De WPS-knoppen van meerdere toegangspunten zijn gelijktijdig ingedrukt. Probeer
opnieuw verbinding te maken.
Geen toegangspunten gevonden
Controleer of het toegangspunt is ingeschakeld.
Zorg dat u de juiste SSID invoert als u handmatig verbinding maakt met een
toegangspunt.
Wachtwoord is onjuist/Onjuiste beveiligingsinstellingen Wi-Fi
Controleer de beveiligingsinstellingen van de toegangspunten (=
129).
IP-adresconflict
Stel het IP-adres opnieuw in zodat er geen conflict is met een ander IP-adres.
Verbinding verbroken/Bestand(en) niet ontvangen/Bestand(en) niet
verzonden
Mogelijk worden in uw omgeving Wi-Fi-signalen belemmerd.
Vermijd het gebruik van de Wi-Fi-functie van de camera in de buurt van magnetrons,
Bluetooth-apparaten en andere apparaten die op de 2,4 GHz band werken.
Plaats de camera dichter bij het apparaat waarmee u verbinding wilt maken (zoals
het toegangspunt) en zorg ervoor dat er geen voorwerpen tussen de apparaten zijn.
Controleer het verbonden apparaat om te zien of er geen fouten zijn.
190
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Bestand(en) niet verzonden
Geheugenkaart fout
Neem contact op met een helpdesk van de klantenondersteuning van Canon indien
dezelfde foutmelding blijft verschijnen nadat u een geformatteerde geheugenkaart
correct hebt geplaatst.
Bestand(en) niet ontvangen
Te weinig kaartruimte
Er is onvoldoende vrije ruimte op de geheugenkaart van de doelcamera om beelden
te ontvangen. Wis beelden om ruimte vrij te maken op de geheugenkaart of plaats
een geheugenkaart met voldoende ruimte.
Bestand(en) niet ontvangen
Geheugenkaart op slot
Het lipje voor de schrijfbeveiliging van de geheugenkaart in de camera staat in de
vergrendelde positie. Schuif het lipje voor de schrijfbeveiliging in de ontgrendelde
positie.
Bestand(en) niet ontvangen
Fout in benaming.
Als het hoogste mapnummer (999) en het hoogste afbeeldingsnummer (9999) zijn
bereikt op de ontvangende camera, kunnen er geen afbeeldingen worden ontvangen.
Onvoldoende ruimte op server
Verwijder overbodige afbeeldingen die u naar CANON iMAGE GATEWAY hebt
geüpload om ruimte vrij te maken.
Sla de beelden die via Beeldsynchronisatie (=
145) zijn verzonden op uw
computer op.
Controleer netwerkinstellingen
Controleer of uw computer met de huidige netwerkinstellingen verbinding kan maken
met internet.
191
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Informatie op het scherm
Opname (informatieweergave)
Opnamemodus
(=
194),
Compositie-
pictogram (=
34)
Modus Hybride
automatisch
(=
55)
Rode-
ogencorrectie
(=
48)
Flitsermodus
(=
83)
Meetmethode
(=
73)
Transport mode
(=
40)
Kwiklamp-
correctie (=
49),
Witbalans (=
75)
My Colors (=
76)
Eco-modus (=
154)
Waarschuwing:
camera beweegt
(=
33)
Zelfontspanner
(=
37)
Pictogram IS-modus
(=
35)
Batterijniveau
(=
191)
Fotocompressie
(=
84), Resolutie
(=
47)
Aantal opnamen*
(=
203)
Filmkwaliteit
(=
49)
Digitale
zoomvergroting
(=
36), Digitale
telelens (=
78)
Resterende tijd
(=
204)
Scherpstelbereik
(=
77, 78), AF
lock (=
82)
Knipperdetectie
(=
51)
AF frame (=
78),
Spotmeting-
puntkader (=
73)
Datumstempel
(=
39)
i-Contrast (=
74)
AE lock (=
73),
FE-lock (=
84)
Sluitertijd
Diafragmawaarde
ISO-waarde
(=
74)
Raster (=
50)
Zoombalk (=
31)
Windfilter (=
33)
Tijdzone (=
153)
Beeldstabilisatie
(=
85)
Belichtings-
compensatiebalk
(=
72)
* Geeft in de modus [ ] het aantal beschikbare opnamen aan.
Batterijniveau
Op het scherm verschijnt een pictogram of bericht dat het resterende
niveau van de batterij aangeeft.
Scherm Details
Voldoende opgeladen
Iets leger, maar nog voldoende opgeladen
(Knippert rood)
Bijna leeg; batterij moet worden opgeladen
[Laad de accu op] Leeg; batterij moet onmiddellijk worden opgeladen
-
192
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Afspelen (uitgebreide informatieweergave)
Films (=
31,
87)
Nummer huidig
beeld / totaal aantal
beelden
Histogram (=
89)
Batterijniveau
(=
191)
Wi-Fi signaalsterkte
(=
139)
Beeldsynchronisatie
(=
145)
Beeld bewerken
(=
107111)
Favorieten (=
104)
Beveiligen (=
98)
Mapnummer
bestandnummer
(=
157)
Opnamedatum/-tijd
(=
15)
Opnamemodus
(=
194)
Sluitertijd (foto's),
Beeldkwaliteit /
Aantal beelden
(films) (=
47,
49)
Diafragmawaarde
Belichtings-
compensatie-
niveau (=
72),
Belichtingsniveau
ISO-waarde
(=
74),
Afspeelsnelheid
(=
64)
Meetmethode
(=
73)
Flitser (=
83)
Witbalans (=
75)
My Colors (=
76,
109), effect
Creatieve opname
(=
62)
Scherpstelbereik
(=
77, 78)
Rode-
ogencorrectie
(=
48, 111)
i-Contrast (=
74,
110)
Groep afspelen
(=
93), Beeld
bewerken (=
107
111)
Compressie
(beeldkwaliteit)
(=
84) / Resolutie
(=
47, 49),
Digest-films
(=
90), MP4
(films), Albums
(=
114)
Bestands-
grootte
Sommige gegevens worden mogelijk niet weergegeven als u beelden bekijkt
op een tv (=
163).
193
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Overzicht van filmbedieningspaneel in “Bekijken”
(=
87)
Afsluiten
Tik hierop om het volumepaneel weer te geven. Tik vervolgens op [o][p] om
het volume aan te passen. Bij een volume van 0 verschijnt [
].
Afspelen
Slow motion (Druk op de knoppen <q><r> om de afspeelsnelheid aan te
passen. Er wordt geen geluid afgespeeld.)
Achteruit springen* of Vorige clip (=
113) (Om verder terug te springen,
houdt u de knop <m> ingedrukt.)
Vorig beeld (Om snel terug te spoelen, houdt u de knop <m> ingedrukt.)
Volgend beeld (Om snel vooruit te spoelen, houdt u de knop <m> ingedrukt.)
Vooruit springen* of Volgende clip (=
113) (Om verder vooruit te springen,
houdt u de knop <m> ingedrukt.)
*
Bewerken (=
112)
Clip wissen (verschijnt alleen wanneer u een digest-film (=
113) hebt
geselecteerd)
c
V
erschijnt als de camera is aangesloten op een PictBridge-compatibele printer
(=
171).
* Geeft het beeld ongeveer 4 seconden voor of na het huidige beeld weer.
Tijdens het afspelen van films kunt u vooruit of achteruit (of naar de vorige of
volgende clip) springen door op de knoppen <q><r> te drukken.
194
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
K
E
I
Pt N
OOOOOOOOOOOOOO
OOOOOOOOOOOOOOOOO
–––––––––––––––––
OOOOOOOOOOOOOOOOO
O OO OOOOOOOOOO
O OO OOO OOOOOO
OOOOOOOOO OOOO
OOOOOOOOO OOOOO
––––
*
1
––––––––––––
OOOOOOOOOOOOOOOOO
–––––––––––––––––
–––––––––––––––O
O O OOOO
O
*
3
*
3
*
3
O OOOO
O–
*
5
O
*
5
*
5
*
4
*
4
*
4
OOOO
*
4
O–––OOO––––––OOOO
OOOOOOOOOOOOOOOOO
O
Is beschikbaar of wordt automatisch ingesteld.
Niet beschikbaar.
Functies en menutabellen
Beschikbare functies per opnamemodus
Opnamemodus
Functie
G
Belichtingscompensatie (=
72)
O–––O
ISO-waarde (=
74)
OOOOO
O–––
Scherpstelbereik (=
77)
OOOOO
e
O–––
u
O–––
Flitser (=
83)
OOOOO
h
O–––O
Z
O
*
1
*
1
––
!
OOOOO
AE lock (=
73)/FE-lock (=
84)*
2
O–––
AF lock (=
82)
O–––
AF Frame verplaatsen (=
79)
O–––
Touch AF (=
81)
OOOOO
Touch Shutter (=
39)
O
*
4
OOO
Schermweergave (=
24)
Geen informatieweergave
OO O O
Informatieweergave
OOOOO
*1 Niet beschikbaar, maar schakelt in sommige gevallen over naar [Z].
*2 FE-lock niet beschikbaar in de flitsermodus [
!
].
*3 Alleen beschikbaar wanneer een gezicht wordt gedetecteerd.
*4 Geen tracking, maar AF-kaders kunnen worden opgegeven.
*5 Alleen beschikbaar voor opnemen. Onderwerpbepaling niet beschikbaar.
195
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
K
E
I
Pt N
OOOOOOOOOOOOOOOOO
OOO–––––––––––OO
OOOOOOOOOOOOOOOOO
OOO–––––––––––OO
OOOOOOOOOOOOOOOOO
–––––––––––––––––
O OOOOO OOOO
–––––OOOOO OOOO
OOOOOOOOOOOOOOOOO
O OOOOOOOOOOOOO
O OOOOOOOOOOOOO
O OOOOOOOOOOOO
OOOOOOOOOOOOOOOOO
–––––––––––––––––
O
Is beschikbaar of wordt automatisch ingesteld.
Niet beschikbaar.
Menu FUNC.
Opnamemodus
Functie
G
Witbalans (=
75)
OOOOO
O–––
My Colors (=
76)
OOOOO
*
1
*
1
*
2
O–––
Transport mode (=
40)
OOOOO
–– O ––
O– O
*
3
O–––
Zelfontspanner (=
37)
OOOOO
] [ $
OOOOO
Instellingen voor zelfontspanner (=
38)
Vertraging
*
4
OOOOO
Beelden
*
5
O– O
Meetmethode (=
73)
OOOOO
O–––
*1 Witbalans is niet beschikbaar.
*2 Instellen in een bereik van 1 – 5: contrast, scherpte, kleurverzadiging, rood, groen, blauw
en huidtinten.
*3 [
] wordt ingesteld met AF lock of [
t
].
*4 Kan niet worden ingesteld op 0 seconden in modi zonder selectie van het aantal
opnamen.
*5 Eén opname (kan niet worden gewijzigd) in modi zonder selectie van het aantal
opnamen.
196
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Opnamemodus
Functie
G
Hoogte/breedte foto (=
47)
O– O
O– O
OOOOO
O– O
Resolutie (=
47)
OOOO
O– O
O– O –O
O– O
Compressie (=
84)
O–––
OOOOO
Filmkwaliteit (=
47, 49)
O– O O–
OOOOO
O– O O–
*1 Synchroniseert met de ingestelde verhouding en wordt automatisch ingesteld (=
47).
K
E
I
Pt N
OOOOOO O OOOO
OOOOOO OOOO
OOOOOOOOOOOOOOOOO
OOOOOO OOOO
OOOOOOOOOOOOOOOOO
OOOOOO –––––OO
OOOOOO –––––OO
OOOOOO –––––OO
–––––––––––––––––
OOOOOOOOOOOOOOOOO
OOOOOOOOOOOOOOOO
OOOOOOOO
*
1
OOOOOOO
OOOOOOOO
*
1
OOOOOOO
O
Is beschikbaar of wordt automatisch ingesteld.
Niet beschikbaar.
197
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
4 Opnametabbladmenu
Opnamemodus
Functie
G
AF Frame (=
78)
Gezichts-AiAf
OOOOO
1-punts
O–––O
AF kader afm. (=
79)
Normaal
O–––O
Klein
O–––O
Digitale Zoom (=
36)
Standaard
OO O O
Uit
OOOOO
1.5x/2.0x
O–––
AF-Punt Zoom (=
50)
Aan
O– O O–
Uit
OOOOO
Servo AF (=
80)
Aan
O–––O
Uit
OO
*
1
OO
Continu (=
80)
Aan
OOOOO
Uit
O–––O
Touch Shutter (=
39)
Aan
OOOOO
Uit
OOOOO
*1 [Aan] wanneer een bewegend onderwerp wordt gedetecteerd.
K E
I
Pt N
OOOOOO OOOOOOOO
O OOO O OOOOOO
O O O O OOOOOO
O O OOOOOOO
OOOOOO –––––OO
OOOOOOOOOOOOOOOOO
–––––––––––––––––
OOOOO ––––––OOOO
OOOOOOOOOOOOOOOOO
O––––O––––––OOO––
OOOOOOOOOOOOOOOOO
OOOOOOOOOOOOOOOO
O OOOOOOOOOOOO
O OOOO OOOOOOOO
OOOOOOOOOOOOOOOOO
O
Is beschikbaar of wordt automatisch ingesteld.
Niet beschikbaar.
198
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Opnamemodus
Functie
G
AF-hulplicht (=
51)
Aan
OOOOO
Uit
OOOOO
Flits Instellingen (=
48, 52)
Rode-Ogen
Aan
OO O O
Uit
OOOOO
Lamp Aan
Aan
OOOOO
Uit
OOOOO
i-Contrast (=
74)
Automatisch
OO O
Uit
O– OO
Hg lampcorr. (=
49)
Aan/Uit
–– O ––
Wind Filter (=
33)
Automatisch/Uit
OOOOO
Afbeelding direct bekijken (=
52)
Weergavetijd
Uit/Snel
OO O O
2 sec./4 sec./8 sec.
OOOOO
Vastzetten
OOOOO
Scherminfo
Uit
OOOOO
details
OO O O
K
E
I
Pt N
OOOOOOOOOOOOOOOO
OOOOOOOOOOOOOOOO
OOOOOO–––––––––O
OOOOOOOOO OOOOO
OOOOOOOOO OOOOO
OOOOOOOOO OOOOO
–––––––––––––––––
OOOOOOOOOOOOOOOOO
–––––––––––––––––
OOOOOOOOOOOOOOOO
OOOOOOOOOOOOOOOO
OOOOOOOOOOOOOOOO
OOOOOOOOOOOOOOOO
OOOOOOOOOOOOOOOO
OOOOOOOOOOOOOOOO
O
Is beschikbaar of wordt automatisch ingesteld.
Niet beschikbaar.
199
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Opnamemodus
Functie
G
Knipperdetectie (=
51)
Aan
OO O O
Uit
OOOOO
Raster (=
50)
Aan/Uit
OOOOO
Story camera (=
57)
Aan
–O –O
Uit
OOOO
IS-instellingen (=
85)
IS modus
Uit
OOOOO
Continu
OOOOO
Opname
O–––O
Dynamic IS
1
OOOOO
2
OOOOO
Datumstemp. (=
39)
Uit
OOOOO
Datum
OO O
Datum & Tijd
OO O
Story cam. inst. (=
56)
Gespiegeld
–O –O
Niet-gespgld
–O –O
Digest-type (=
57)
Met foto's/Geen foto's
–O
Inst. gezichts-ID (=
41)
OO O O
Namen van personen in beelden gemaakt met gezichts-ID (=
41) worden in bepaalde
modi of met bepaalde instellingen mogelijk niet weergegeven, maar ze worden opgenomen
in de foto's.
K E
I
Pt N
OOOOO –––––––OO––
OOOOOOOOOOOOOOOOO
OOOOOOOOOOOOOOOOO
–––––––––––––––––
OOOOOOOOOOOOOOOOO
OOOOOOOOOOOOOOOO
OOOOOOOOOOOOOOOOO
OOOOOOOOOOOOOOO
OOOOOOOOOOOOOOOO
OOOOOOOOOOOOOOOO
OOOOOOOOOOOOOOOOO
OOOOOO –––––O
OOOOOO –––––O
–––––––––––––––––
–––––––––––––––––
–––––––––––––––––
OOOOOOOOOOOOOOOOO
O
Is beschikbaar of wordt automatisch ingesteld.
Niet beschikbaar.
200
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
3 Tabbladmenu Instellen
Item Zie pagina
Item Zie pagina
mute
=
152
Bestandnr.
=
157
Volume
=
152
Maak folder
=
158
Hints en tips
=
152
Maateenheden
=
158
Datum/Tijd
=
15
Video Systeem
=
167
Tijdzone
=
153
Ctrl via HDMI
=
165
Lens intrekken
=
154
Schermrespons
=
158
Eco-modus
=
154
Instellingen Wi-Fi
=
117
Spaarstand
=
23, 155
Mobiele
apparaatverbinding
=
145
LCD Helderheid
=
155
Certificaatlogo
weergeven
=
158
opstart scherm
=
155
Taal
=
16
Formatteren
=
156
Reset alle
=
159
1 Tabbladmenu Afspelen
Item Zie pagina Item Zie pagina
Album afspelen
=
114
Veranderen
=
107
Digest-films weerg./afsp.
=
90
My Colors
=
109
Diavoorstelling
=
96
Info gezichts-ID
=
91
Wissen
=
101
Overgangseff.
=
88
Beveilig
=
98
Indexeffect
=
91
Roteren
=
103
Beeld scrollen
=
88
Favorieten
=
104
Beelden groep.
=
93
Fotoboek instellen
=
180
Autom. draaien
=
104
i-Contrast
=
110
Ga verder
=
88
Rode-Ogen Corr.
=
111
Touch-acties inst.
=
106
Trimmen
=
108
2 Tabbladmenu Print
Item Zie pagina Item Zie pagina
Print
Sel. alle beelden
=
179
Sel. beeld & aantal
=
178
Wis alle selecties
=
179
Select. reeks
=
179
Print instellingen
=
177
201
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Afspeelmodus menu FUNC.
Item Zie pagina Item Zie pagina
Roteren
=
103
Film afspelen
=
87
Beveilig
=
98
Gekopp. Digest-film afsp.
=
90
Wissen
=
101
Smart Shuffle
=
97
Print
=
171
Beeld zoeken
=
92
Groep afspelen
=
93
Diavoorstelling
=
96
Voorzorgsmaatregelen
De camera is een apparaat met zeer geavanceerde elektronica. Laat de
camera niet vallen en stel deze niet bloot aan schokken of stoten.
Plaats de camera nooit in de nabijheid van magneten, motoren of andere
apparaten die sterke elektromagnetische velden genereren. Dit kan
leiden tot storing of verlies van beeldgegevens.
Als er waterdruppels of vuil op de camera, het scherm of de Story
camera-lens zitten, wrijft u dit af met een droge zachte doek, zoals een
brillendoekje. Niet hard wrijven of hard drukken.
Gebruik nooit reinigingsmiddelen met organische oplosmiddelen om de
camera, het scherm of de Story camera-lens schoon te maken.
Gebruik een lensblazer om stof en vuil te verwijderen van de lens. Als het
schoonmaken niet goed lukt, kunt u contact opnemen met de helpdesk
van Canon Klantenservice.
Er kan condensatie ontstaan op de camera na plotselinge
temperatuursveranderingen (wanneer de camera wordt verplaatst van
een koude naar een warme omgeving). U kunt dit voorkomen door de
camera in een luchtdichte, hersluitbare plastic tas te plaatsen en zo
geleidelijk aan de temperatuursveranderingen te laten wennen voordat
u de camera uit de tas haalt.
Staak het gebruik van de camera onmiddellijk als er condensatie
ontstaat. Als u de camera in deze toestand toch blijft gebruiken, kan deze
beschadigd raken. Verwijder de batterij en de geheugenkaart en wacht
tot het vocht is verdampt voordat u de camera weer in gebruik neemt.
V
oordat u een batterij gedurende langere tijd gaat opbergen, moet u de
resterende lading opgebruiken, de batterij uit de camera halen en in
een plastic zak of vergelijkbare verpakking bewaren. Wanneer u een
gedeeltelijk opgeladen batterij lange tijd (ongeveer een jaar) niet gebruikt,
kan dit de levensduur beperken of de prestaties doen afnemen.
202
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Specificaties
Effectieve pixels in de
camera (max.)
Circa 12,1 miljoen pixels
Focuslengte lens
5x zoom: 5.2 (G) – 26.0 (T) mm
(35 mm film equivalent: 24 (G) – 120 (T) mm)
LCD-monitor
Kleuren-TFT LCD 7,5 cm (3,0 in)
Effectieve pixels: Circa 922.000 pixels.
Bestandsformaat
Design rule for Camera File system,
compatibel met DPOF (versie 1.1)
Gegevenstype
Foto’s: Exif 2.3 (JPEG)
Films: MP4 (video: MPEG-4 AVC/H.264;
Audio: MPEG-4 AAC-LC (stereo))
Interface
Hi-speed USB
HDMI-uitgang
Analoge audio-uitgang (stereo)
Analoge video-uitgang (NTSC/PAL)
Stroombron
Batterij NB-12L
Voedingsadapterset ACK-DC100
Afmetingen
(gebaseerd op CIPA-
normen)
104,5 x 67,5 x 35,8 mm
Gewicht (gebaseerd
op CIPA-normen)
Circa 289 g (inclusief batterij en geheugenkaart)
Circa 252 g (alleen camerabody)
Wi-Fi
Normen
IEEE 802.11b/g/n*
* Enkel 2,4 GHz band
Verzendmethoden
OFDM-modulatie (IEEE 802.11g/n)
DSSS-modulatie (IEEE 802.11b)
Communicatiemodi
Infrastructuurmodus*
1
, Ad-hocmodus*
2
*1 Ondersteunt Wi-Fi Protected Setup
*2 Wi-Fi-gecertificeerde IBSS
Ondersteunde
kanalen
1 – 11 (PC2096/2098) of 1 – 13 (PC2051)
Modelnummers aangegeven tussen haakjes (=
208)
Beveiliging
WEP
, WPA-PSK (AES/TKIP),
WPA2-PSK (AES/TKIP)
Focuslengte van digitale zoom (35 mm film equivalent)
Digitale Zoom [Aan]
24 – 480 mm
(Vertegenwoordigt de gecombineerde focuslengte van
optische en digitale zoom.)
Digitale telelens 1.5x 36,0 – 720,0 mm
Digitale telelens 2.0x 48,0 – 960,0 mm
Story camera
Focuslengte lens 35 mm film equivalent: 25 mm
f/nummer (max. diafragma) f/2.8
203
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Aantal opnamen/opnametijd, afspeeltijd
Aantal opnamen Circa 330
Eco-modus aan Circa 460
Opnameduur film*
1
Circa 1 uur en 10 minuten
Continu-opnamen*
2
Circa 2 uur
Afspeeltijd Circa 6 uur
*1 Tijden zijn gebaseerd op standaardinstellingen bij het uitvoeren van normale
handelingen, zoals opnemen, pauzeren, de camera in- en uitschakelen en zoomen.
*2 Beschikbare tijd voor herhaaldelijk opnemen van maximum filmlengte (tot opname
automatisch wordt gestopt).
Het aantal opnamen dat kan worden gemaakt, is gebaseerd op richtlijnen voor
metingen van de CIPA (Camera & Imaging Products Association).
Onder bepaalde opnameomstandigheden zijn het aantal opnamen en de opnametijd
lager dan hierboven is aangegeven.
Aantal opnamen/tijd met een volledig opgeladen batterij.
Aantal 4:3-opnamen per geheugenkaart
Opnamepixels
Compressie-
verhouding
Aantal opnamen per geheugenkaart
(aantal opnamen bij benadering)
8 GB 32 GB
(Groot)
12M/4000x3000
1379 5568
2192 8850
(Medium 1)
6M/2816x2112
2431 9814
3721 15020
(Medium 2)
3M/2048x1536
4723 19064
8469 34184
(Klein)
0.3M/640x480
27291 110150
40937 165225
De waarden in de tabel zijn gebaseerd op Canon-meetomstandigheden en kunnen
variëren naargelang het onderwerp, de geheugenkaart en de camera-instellingen.
De waarden in de tabel zijn gebaseerd op een beeldverhouding van 4:3. Hoeveel
opnamen beschikbaar zijn, is afhankelijk van de beeldverhouding (=
47).
204
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Opnamebereik
Opnamemodus Scherpstelbereik
Maximale groothoek
(j)
Maximale telelens (i)
3 cm – oneindig 30 cm – oneindig
Andere modi
5 cm – oneindig 30 cm – oneindig
e*
3 cm – 50 cm 30 cm – 50 cm
u*
3 m – oneindig 3 m – oneindig
* Niet beschikbaar in bepaalde opnamemodi.
Opnametijd per geheugenkaart
Beeldkwaliteit
Opnametijd per geheugenkaart
8 GB 32 GB
43 min. 29 sec.*
1
2 uur 55 min. 43 sec.*
2
2 uur 3 min. 55 sec. 8 uur 20 min. 32 sec.
5 uur 14 min. 34 sec. 21 uur 10 min. 38 sec.
*1 26 min. 22 sec. voor iFrame-films (=
70).
*2 1 uur 46 min. 33 sec. voor iFrame-films (=
70).
De waarden in de tabel zijn gebaseerd op Canon-meetomstandigheden en kunnen
variëren naargelang het onderwerp, de geheugenkaart en de camera-instellingen.
De opname stopt automatisch zodra de bestandsgrootte van een clip 4 GB is, of
wanneer de opnametijd ongeveer 29 minuten en 59 seconden is bij opnemen in
[
] of [ ], of na circa 1 uur opnemen in [ ].
Bij sommige geheugenkaarten kan de opname ook worden gestopt als de maximale
cliplengte nog niet is bereikt. U kunt het beste SD Speed Class 6-geheugenkaarten of
hoger gebruiken.
Flitsbereik
Maximale groothoek (j)
50 cm – 7,0 m
Maximale telelens (i)
50 cm – 2,3 m
205
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Snelheid continu-opnamen
Circa 3 beelden/sec.
Op basis van teststandaarden van Canon bij gebruik van een 8 GB UHS-I-
geheugenkaart. Het aantal opnamen is afhankelijk van onderwerpen, het merk van de
geheugenkaart en andere factoren.
Sluitertijd
[ ]
-modus, automatisch ingesteld
bereik
1 – 1/2500 sec.
Diafragma
f/nummer f/1.8 / f/8.0 (G) – f/5.7 / f/8.0 (T)
Batterij NB-12L
Type: Oplaadbare lithium-ionbatterij
Nominale spanning: 3,6 V gelijkstroom
Nominale capaciteit: 1910 mAh
Oplaadcycli: Circa 300 keer
Bedrijfstemperatuur: 0 – 40 °C
Afmetingen: 34,4 x 48,5 x 10,4 mm
Gewicht: Circa 35 g
Batterijlader CB-2LG/CB-2LGE
Nominale invoer: 100 – 240 V wisselstroom (50/60 Hz)
9,5 VA (100 V) – 13,5 VA (240 V),
0,09 A (100 V) – 0,06 A (240 V)
Nominale uitvoer: 4,2 V gelijkstroom, 0,7 A
Oplaadduur: Circa 3 uur 5 min. (bij gebruik van NB-12L)
Oplaadlampje: Opladen: oranje / Volledig opgeladen: groen (systeem met
twee indicatielampjes)
Bedrijfstemperatuur: 5 – 40°C
206
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Cifjers
1-punts (modus AF Frame).................. 78
A
Aangepaste witbalans ......................... 75
Aansluiting ......................... 164, 166, 172
Accessoires ....................................... 162
Achtergrond vervagen
(opnamemodus) .................................. 65
AE lock ................................................ 73
Afdrukken .......................................... 171
AF-kaders ............................................ 78
AF lock................................................. 82
Afspelen
Bekijken
Auto-modus (opnamemodus) ........ 18, 31
AV-kabel ............................................ 166
B
Batterij
Eco-modus .................................. 154
Level ............................................ 191
Opladen ......................................... 12
Spaarstand .................................... 23
Batterijlader ................................... 2, 162
Beelden
Afspelen
Bekijken
Beveiligen ...................................... 98
Weergaveduur ............................... 52
Wissen ........................................ 101
Beelden naar een andere camera
verzenden .......................................... 120
Beelden naar een smartphone
verzenden ........................................... 119
Beelden opslaan op een
computer.................................... 142, 170
Beelden verzenden............................ 139
Beelden verzenden
naar een computer .............................119
Beelden verzenden
naar een printer ................................. 120
Beelden verzenden naar
webservices ........................................ 118
Beeldkwaliteit
Compressieverhouding
(beeldkwaliteit)
Beeldstabilisatie................................... 85
Beeldsynchronisatie .......................... 145
Bekijken ............................................... 20
Beeld zoeken ................................ 92
Diavoorstelling ............................... 96
Enkelvoudige weergave ................ 20
Indexweergave .............................. 91
Smart Shuffle................................. 97
Tv-weergave ............................... 163
Vergrote weergave ........................ 95
Belichting
AE lock .......................................... 73
Compensatie ................................. 72
FE-lock .......................................... 84
Bestandsnummering.......................... 157
Beveiligen ............................................ 98
Bewerken
Bijsnijden ..................................... 108
Het formaat van
beelden wijzigen .......................... 107
i-Contrast ...................................... 110
My Colors .................................... 109
Rode-ogencorrectie ...................... 111
Breedbeeld (resolutie) ......................... 47
Films
Beeldkwaliteit (resolutie/
framesnelheid) ........................ 47, 49
Bewerken .....................................112
Opnameduur ............................... 204
Fisheye-effect (opnamemodus) ........... 63
Flitser
Aan ................................................ 83
De flitser uitschakelen ................... 83
Slow sync ...................................... 83
Focusvergrendeling ............................. 79
Fotoboek instellen ............................. 180
Foutmeldingen ................................... 188
G
Geheugenkaarten .................................. 2
Opnameduur ............................... 204
Geluiden ............................................ 152
Gezichts-AiAf (modus AF Frame) ........ 79
Gezichts-ID .......................................... 41
Gezicht-zelfontspanner
(opnamemodus) .................................. 68
Glimlach (opnamemodus) ................... 66
GPS-informatieweergave .................... 89
H
Het formaat van beelden wijzigen ..... 107
I
i-Contrast ......................................74, 110
iFrame-films (filmmodus) ..................... 70
Indicator ............................................... 28
Inhoud van de verpakking ..................... 2
ISO-waarde ......................................... 74
Index
C
Camera
Reset alle .................................... 159
CameraWindow (computer)....... 125, 169
CameraWindow (smartphone)........... 124
CANON iMAGE GATEWAY ........118, 120
Compressieverhouding
(beeldkwaliteit)..................................... 84
Correctie kwiklampje ........................... 49
Creatieve filters (opnamemodus) ........ 61
Creatieve opname (opnamemodus) .... 62
D
Datum/tijd
Datumstempels toevoegen ........... 39
Datum/tijd-batterij .......................... 16
Instellingen .................................... 15
Wereldklok................................... 153
Wijzigen ......................................... 16
DC-koppelstuk ................................... 167
De Witbalans voor meerdere
gebieden corrigeren............................. 49
Diavoorstelling ..................................... 96
Digitale telelens ................................... 78
Digitale Zoom ...................................... 36
DPOF ................................................. 177
E
Eco-modus ........................................ 154
Extra levendig (opnamemodus)........... 61
F
Favorieten.......................................... 104
FE-lock ................................................ 84
207
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
K
Kleur (witbalans) .................................. 75
Klok...................................................... 29
Knipoogdetectie (opnamemodus)........ 67
Knipperdetectie.................................... 51
Knop Mobiele apparaatverbinding ..... 144
L
Lampje ........................................... 51, 52
Lange sluiter (opnamemodus) ............. 69
Lichtnet .............................................. 167
M
Macro (scherpstelbereik) ..................... 77
Meetmethode....................................... 73
Menu
Basishandelingen .......................... 26
Tabel ............................................ 194
Menu FUNC.
Basishandelingen .......................... 25
Tabel .................................... 195, 201
microSD/microSDHC/microSDXC-
geheugenkaarten
Geheugenkaarten
Miniatuureffect (opnamemodus) .......... 63
Modus Camera toegangspunt ........... 135
Monochroom (opnamemodus) ............ 66
My Colors .................................... 76, 109
N
Nachtscene handm
(opnamemodus) .................................. 60
Scherpstellen
AF-kaders ...................................... 78
AF lock .......................................... 82
AF-Punt Zoom ............................... 50
Servo AF ....................................... 80
Touch AF ....................................... 81
SD/SDHC/SDXC-geheugenkaarten
Geheugenkaarten
Sepiakleurige beelden ......................... 76
Servo AF .............................................. 80
Smart Shuffle ....................................... 97
Smart Shutter (opnamemodus) ........... 66
Sneeuw (opnamemodus) .................... 60
Soft focus (opnamemodus) ................. 65
Software
Beelden opslaan op
een computer ...................... 142, 170
Installatie ..................................... 125
Spaarstand .......................................... 23
Speels effect (opnamemodus) ............. 64
Standaardwaarden
Reset alle
Stereo AV-kabel ......................... 163, 166
T
Taal van LCD-scherm .......................... 16
Touch-acties ...................................... 106
Touch AF.............................................. 81
Touch Shutter ...................................... 39
Trimmen .................................... 108, 174
Tv-weergave ...................................... 163
O
Oneindig (scherpstelbereik)................. 78
Opnamen maken
Opnamedatum/-tijd
Datum/tijd
Opname-informatie ..................... 191
Opnamen op afstand ......................... 148
P
P (opnamemodus) ............................... 72
PictBridge .................................. 163, 171
Polsriem
Riem
Portret (opnamemodus)....................... 60
Poster-effect (opnamemodus) ............. 61
Problemen oplossen .......................... 183
Programma automatische belichting ... 72
R
Raster .................................................. 50
Reizen met de camera ...................... 153
Reset alle........................................... 159
Resolutie (beeldgrootte) ...................... 47
Riem ................................................ 2, 12
Rode-ogencorrectie ...................... 48, 111
Roteren .............................................. 103
S
Scherm
Menu
Menu FUNC., Menu
Pictogrammen ..................... 191, 192
Taal van LCD-scherm .................... 16
Scherpstelbereik
macro ............................................ 77
Oneindig ........................................ 78
V
Verbinding maken via
een toegangspunt .............................. 129
Verbinding maken zonder een
toegangspunt ..................................... 135
Verbindingsinformatie bewerken
of wissen............................................ 149
Vergrote weergave .............................. 95
Verhouding .......................................... 47
Voeding.............................................. 162
Batterij
Voedingsadapterset
Batterijlader
Voedingsadapterset ................... 162, 167
Vuurwerk (opnamemodus) .................. 60
W
Wereldklok ......................................... 153
Wi-Fi-functies ......................................117
Wi-Fi-menu ........................................ 128
Wissen ............................................... 101
Witbalans (kleur).................................. 75
Z
Zelfontspanner..................................... 37
2 seconden-zelfontspanner ........... 38
De zelfontspanner aanpassen ...... 38
Gezicht-zelfontspanner
(opnamemodus) ............................ 68
Knipoogdetectie
(opnamemodus) ............................ 67
Zoeken................................................. 92
Zoomen ................................... 18, 31, 36
Zwart-witfoto’s ..................................... 76
208
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Voorzorgsmaatregelen voor Wi-Fi
(draadloos LAN)
Het modelnummer van de camera is
PC2096/PC2098/PC2051. Om uw model
te identificeren, bekijkt u op het label op
de onderzijde van de camera het nummer
dat begint met PC. Het model van de
ingebouwde WLAN-module vindt u hieronder
.
Land/regio van aankoop Model WLAN-module
V.S., Canada WM224
Overig WM223
Landen en regio’s waar WLAN-gebruik is toegestaan
- Gebruik van WLAN is beperkt in bepaalde landen en regio’s, en illegaal
gebruik kan strafbaar zijn volgens nationale of lokale voorschriften. Om te
voorkomen dat u de voorschriften met betrekking tot WLAN schendt,
controleert u op de website van Canon waar het gebruik is toegestaan.
Houd er rekening mee dat Canon niet aansprakelijk kan worden
gehouden voor problemen die voortkomen uit het gebruik van WLAN in
andere landen en regio's.
Indien u één van de volgende handelingen uitvoert, kan dit juridische
gevolgen hebben:
- Het product wijzigen of aanpassen
- De certificeringslabels van het product verwijderen
Volgens de regelgeving van buitenlandse handelswetten is een
exportvergunning (of vergunning voor een servicetransactie) van de
Japanse regering nodig om strategische hulpmiddelen of services
(waaronder dit product) uit Japan te exporteren.
Aangezien dit product Amerikaanse coderingssoftware bevat, valt het
onder de regelgeving van de VS Exportadministratie en mag het dus niet
worden geëxporteerd naar of binnengebracht worden in een land waarop
een VS-handelsembargo van toepassing is.
Noteer de draadloze LAN-instellingen die u gebruikt.
De draadloze LAN-instellingen die op dit product zijn opgeslagen kunnen
worden gewijzigd of gewist door foutief gebruik van het product, de
gevolgen van radiogolven of statische elektriciteit, of een ongeval of fout.
Noteer de draadloze LAN-instellingen als voorzorgsmaatregel. Houd er
rekening mee dat Canon niet verantwoordelijk is voor directe of indirecte
schade of verlies van inkomsten als gevolg van het verslechteren of
verdwijnen van inhoud.
Noteer de draadloze LAN-instellingen en zet de standaardinstellingen
terug (instellingen wissen) indien nodig wanneer u dit product aan
iemand anders geeft, het weggooit of opstuurt voor herstelling.
Canon compenseert geen schade als gevolg van verlies of diefstal van
dit product.
Canon is niet verantwoordelijk voor schade of verlies als gevolg van
ongeoorloofde toegang tot of gebruik van doelapparaten die op dit
product zijn geregistreerd doordat het product is verloren of gestolen.
Gebruik het product zoals aangegeven in deze handleiding.
Gebruik de draadloze LAN-functie van dit product volgens de richtlijnen
die in deze handleiding staan beschreven. Canon is niet aansprakelijk
voor schade of verlies als de functie en het product op een andere
manier worden gebruikt dan in deze handleiding wordt beschreven.
Gebruik de draadloze LAN-functie niet in de buurt van medische
apparatuur of andere elektronische apparatuur
.
Het gebruik van de draadloze LAN-functie in de buurt van medische
apparatuur of andere elektronische apparatuur kan de werking van deze
apparaten beïnvloeden.
209
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Voorzorgsmaatregelen voor storing van
radiogolven
Dit product kan storing ondervinden van andere apparaten die
radiogolven uitzenden. Om storing te vermijden, moet u dit product zo ver
mogelijk van dergelijke apparaten gebruiken of probeert u de apparaten
niet op hetzelfde moment als dit product te gebruiken.
Dit product is geïnstalleerd met de WLAN-module die is gecertificeerd volgens normen
die zijn ingesteld door IDA Singapore.
Veiligheidsmaatregelen
Aangezien Wi-Fi radiogolven gebruikt om signalen te verzenden, zijn er
strengere veiligheidsmaatregelen nodig dan wanneer u een LAN-kabel
gebruikt.
Houd rekening met de volgende punten wanneer u Wi-Fi gebruikt.
Gebruik alleen netwerken die u mag gebruiken.
Dit product zoekt naar Wi-Fi-netwerken in de buurt en geeft de resultaten
op het scherm weer
. Netwerken waarvoor u geen toestemming hebt
(onbekende netwerken), worden mogelijk ook weergegeven. Als
u probeert verbinding te maken met deze netwerken of deze probeert te
gebruiken, kan dit echter als ongeoorloofde toegang worden beschouwd.
Gebruik alleen netwerken die u mag gebruiken en probeer geen
verbinding te maken met andere onbekende netwerken.
Als de veiligheidsinstellingen niet correct zijn ingesteld, kunnen zich de
volgende problemen voordoen.
Bekijken van de overdracht
Derden met slechte bedoelingen kunnen Wi-Fi-overdrachten opsporen
en proberen om de gegevens op te halen die u verzendt.
Ongeoorloofde netwerktoegang
Derden met slechte bedoelingen kunnen ongeoorloofde toegang
krijgen tot het netwerk dat u gebruikt en informatie stelen, wijzigen of
vernietigen. U kunt daarnaast ook het slachtof
fer worden van andere
ongeoorloofde toegang zoals imitatie (waarbij iemand een andere
identiteit aanneemt om ongeoorloofde toegang te krijgen tot informatie)
of springplankaanvallen (waarbij iemand ongeoorloofde toegang krijgt tot
uw netwerk als een springplank om hun sporen uit te wissen terwijl ze in
andere systemen inbreken).
Beveilig dus uw Wi-Fi-netwerk voldoende om dit soort problemen te
vermijden.
Gebruik de Wi-Fi-functie van deze camera alleen met voldoende kennis van
Wi-Fi-beveiliging en zorg voor een goede balans tussen risico en gemak
wanneer u de veiligheidsinstellingen aanpast.
De camera kan via Wi-Fi afdrukken naar PictBridge-
compatibele printers. Dankzij de technische PictBridge-
normen kunnen digitale camera's, printers en andere
apparaten gemakkelijk rechtstreeks met elkaar verbinding
maken. Daarnaast maakt de nieuwe norm DPS over IP
PictBridge-verbindingen in netwerkomgevingen mogelijk.
De camera is ook compatibel met deze norm.
VOORZICHTIG
ONTPLOFFINGSGEVAAR ALS DE BATTERIJEN WORDEN VERVANGEN
DOOR EEN ONJUIST TYPE. HOUD U BIJ HET WEGGOOIEN VAN GEBRUIKTE
BATTERIJEN AAN DE LOKALE VOORSCHRIFTEN HIERVOOR.
Het verdient aanbeveling originele Canon-accessoires te gebruiken om
optimale werking van dit product te waarborgen.
210
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Modus Hybride automatisch /
Dubbele opname
Handelsmerken en licenties
Microsoft en Windows zijn handelsmerken of gedeponeerde
handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of
andere landen.
Macintosh en Mac OS zijn handelsmerken van Apple Inc., gedeponeerd
in de U.S. en andere landen.
App Store, iPhone en iPad zijn handelsmerken van Apple Inc.
Het SDXC-logo is een handelsmerk van SD-3C, LLC.
HDMI, het HDMI-logo en High-Definition Multimedia Interface zijn
handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van HDMI Licensing, LLC.
Het iFrame-logo en het iFrame-symbool zijn handelsmerken van Apple Inc.
Wi-Fi
®
, Wi-Fi Alliance
®
, WPA™, WPA2™ en Wi-Fi Protected Setup™ zijn
handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van de Wi-Fi Alliance.
Het N-teken is een handelsmerk of gedeponeerd handelsmerk van NFC
Forum, Inc. in de Verenigde Staten en andere landen.
Alle andere handelsmerken zijn eigendom van hun respectieve
eigenaren.
Dit apparaat gebruikt exFAT-technologie die in licentie is gegeven door
Microsoft.
This product is licensed under AT&T patents for the MPEG-4 standard
and may be used for encoding MPEG-4 compliant video and/or decoding
MPEG-4 compliant video that was encoded only (1) for a personal and
non-commercial purpose or (2) by a video provider licensed under the
AT&T patents to provide MPEG-4 compliant video. No license is granted
or implied for any other use for MPEG-4 standard.
* Kennisgeving in Engels weergegeven, zoals vereist.
Vrijwaring
Onrechtmatige verveelvoudiging van deze handleiding is verboden.
Alle metingen zijn gebaseerd op teststandaarden van Canon.
Informatie, productspecificaties en vormgeving kunnen zonder
kennisgeving worden gewijzigd.
De illustraties en schermafbeeldingen in deze handleiding kunnen
enigszins afwijken van het werkelijke apparaat.
Niettegenstaande het voorgaande is Canon niet aansprakelijk voor
verliezen die voortvloeien uit het gebruik van dit product.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210

Canon PowerShot N100 Handleiding

Type
Handleiding