Fusion MS-RA670 Installatie gids

Type
Installatie gids
®
Apollo
MS-RA670 installatie-
instructies
Belangrijke veiligheidsinformatie
WAARSCHUWING
Geen gevolg geven aan deze waarschuwingen en
aanbevelingen kan resulteren in persoonlijk letsel, schade aan
het vaartuig of slecht functioneren van het product.
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de
verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke
informatie.
Dit toestel moet worden geïnstalleerd volgens deze instructies.
Ontkoppel de stroomvoorziening van het vaartuig, voordat u dit
product gaat installeren.
Controleer, voordat u dit product inschakelt, aan de hand van de
instructies in de handleiding of het goed is geaard.
VOORZICHTIG
Draag altijd een veiligheidsbril, oorbeschermers en een
stofmasker tijdens het boren, zagen en schuren.
LET OP
Controleer voordat u gaat boren of zagen wat zich aan de
andere kant van het oppervlak bevindt.
Gebruik de stereo niet als een mal bij het boren van de
bevestigingsgaten, omdat dit het glasdisplay kan beschadigen
en daardoor de garantie vervalt. Gebruik alleen de
meegeleverde mal om de bevestigingsgaten op de juiste plek te
boren.
Lees alle installatie-instructies alvorens de installatie uit te
voeren. Neem contact op met FUSION
®
Product Support als u
problemen ondervindt tijdens het installeren.
Inhoud van de verpakking
Montagepakking
Vier zelftappende schroeven van 4,2 mm (8-gauge)
Twee schroefafdekkingen
Kabelgeleider voor voeding en luidsprekers
Kabelgeleiders voor aux-ingang, lijnuitgang en
subwooferuitgang
Stofkap
Benodigd gereedschap
Kruiskopschroevendraaier
Elektrische boor
Boortje (maat afhankelijk van materiaal van ondergrond en
gebruikte schroeven)
Roterend gereedschap of decoupeerzaag
Watervaste kit op siliconenbasis (optioneel)
Aandachtspunten bij de montage
De stereo moet worden gemonteerd op een plat oppervlak.
Het stereosysteem moet worden geïnstalleerd op een plaats
waar lucht doorstroomt rond de achterkant van de installatie
om het systeem goed te ventileren.
Als u de stereo installeert op een plaats die mogelijk wordt
blootgesteld aan water, moet u de stereo monteren onder
minder dan 45 graden van het horizontale vlak.
Als u de stereo installeert op een plaats die mogelijk wordt
blootgesteld aan water, moet de kabel een druiplus hebben,
zodat water van de kabel kan afdruipen en de installatie niet
beschadigd raakt.
Als u het stereosysteem buiten een boot moet installeren,
moet het hoog boven de waterlijn worden geplaatst, zodat
het niet onder water raakt.
Als u het stereosysteem buiten een boot moet installeren,
moet het worden geplaatst op een plaats waar het niet
beschadigd kan raken door een dok, palen of andere
apparatuur.
Ter voorkoming van interferentie met een magnetisch
kompas, moet de stereo worden geïnstalleerd op een afstand
van ten minste 20 cm (7,87 in.) van een kompas.
Het stereosysteem installeren
LET OP
Gebruik de stereo niet als een mal bij het boren van de
bevestigingsgaten, omdat dit het glasdisplay kan beschadigen
en daardoor de garantie vervalt. Gebruik alleen de
meegeleverde mal om de bevestigingsgaten op de juiste plek te
boren.
Wees voorzichtig wanneer u het gat zaagt om de stereo te
bevestigen. Er is slechts weinig ruimte tussen de behuizing en
de montagegaten. Als u het gat te groot zaagt, kan het systeem
mogelijk niet stabiel worden bevestigd.
Wees voorzichtig bij het installeren van de stereo in een
aluminium boot of een boot met een conductieve romp, als het
elektrische systeem moet worden geïsoleerd van de romp.
Breng geen vet of smeermiddel op de schroeven aan als u de
stereo aan het montage-oppervlak bevestigt. Vet of
smeermiddel kan schade aan de behuizing van de stereo
veroorzaken.
Voordat u de stereo kunt bevestigen op een nieuwe locatie op
het montageoppervlak, moet u een plaats kiezen die voldoet
aan de aandachtspunten bij de montage.
1
Snijd de montagesjabloon uit en controleer of deze op de
montageplaats past.
2
Bevestig de sjabloon op het montageoppervlak.
3
Kies een boortje dat geschikt is voor de montageondergrond
en boor een gat in de hoek van de streepjeslijn op de
sjabloon om het montageoppervlak voor te bereiden voor
zagen.
4
Zaag met een slijptol het montageoppervlak uit langs de
binnenkant van de streepjeslijn op de sjabloon.
5
Plaats het systeem in de opening om te testen of dit past.
6
Gebruik indien nodig een vijl en schuurpapier om de opening
heel precies op maat te krijgen.
7
Als het systeem goed in de opening past, dient u te
controleren of de montagegaten op het systeem zijn uitgelijnd
met de voorboorgaten op de sjabloon.
8
Als de montagegaten op het systeem niet zijn uitgelijnd,
markeert u de nieuwe locaties van de voorboorgaten.
9
Kies een maat boortje dat geschikt is voor het
montageoppervlak en type schroef en boor de gaten.
April 2019
190-02516-91_0A
10
Verwijder de sjabloon van het montageoppervlak.
11
Sluit de benodigde draden aan (Aandachtspunten bij de
aansluiting, pagina 2).
12
Selecteer een optie:
Als u het systeem op een droge locatie installeert, plaatst
u de meegeleverde montagepakking aan de achterzijde
van het systeem.
Als u het systeem installeert op een locatie waar het wordt
blootgesteld aan water, brengt u watervaste kit op
siliconenbasis aan op het montageoppervlak rond de
opening.
LET OP
Installeer de meegeleverde montagepakking niet als u
watervaste kit hebt aangebracht op het
montageoppervlak. Het gebruik van de montagepakking
en watervaste kit kan het systeem minder waterbestendig
maken.
13
Plaats het systeem in de opening.
14
Bevestig de stereo op het montageoppervlak met de
meegeleverde schroeven .
U dient de schroeven handmatig vast te draaien als u het
systeem bevestigt op het montageoppervlak om te
voorkomen dat ze te strak worden aangedraaid.
15
Klik de schroefafdekkingen op hun plaats .
Aandachtspunten bij de aansluiting
De stereo functioneert alleen naar behoren als deze is
aangesloten op een voedingsbron, luidsprekers en
invoerbronnen. U dient de lay-out van de stereo, de
luidsprekers, de invoerbronnen, het optionele NMEA 2000
®
netwerk en de optionele FUSION PartyBus
toestellen of het
netwerk zorgvuldig te plannen voordat u de aansluitingen maakt.
Poortidentificatie
Onderdeel Beschrijving
Sluit de stereo aan op de kabelgeleider voor zone 3.
Hiermee sluit u de stereo aan op de kabelgeleider voor
aux-ingang 1, en voor de lijn- en subwooferuitgangen
voor zone 1 en 2.
Hiermee sluit u de stereo aan op de kabelgeleider voor
de voeding en luidsprekers.
FUSE Bevat de zekering van 15 A voor het toestel.
USB Hiermee sluit u de stereo aan op een USB-bron.
SXM TUNER Hiermee sluit u de stereo aan op een SiriusXM
®
Connect Tuner om waar mogelijk SiriusXM-stations te
ontvangen (niet meegeleverd).
Kan verbinden met een FUSION DAB-module om
waar mogelijk DAB-stations te ontvangen (niet
meegeleverd).
DIGITAL
AUDIO IN
(OPTICAL)
Hiermee sluit u de stereo aan op een optische digitale
audiobron, zoals een tv of een dvd-speler.
ETHERNET Hiermee sluit u de stereo aan op een ander(e)
FUSION PartyBus stereo, zonestereo of netwerk
(FUSION PartyBus netwerken, pagina 4).
Onderdeel Beschrijving
ANTENNA Hiermee sluit u de stereo aan op een standaard
AM/FM-antenne.
Als u de stereo installeert op een boot met een
metalen romp, moet u een antenne gebruiken
waarvoor een metalen ondergrond nodig is. Als u de
stereo installeert op een boot met een niet-metalen
romp, moet u een antenne gebruiken waarvoor geen
metalen ondergrond nodig is. Zie voor meer informatie
de installatie-instructies die bij de antenne zijn
geleverd.
NMEA 2000 Hiermee sluit u de stereo aan op een NMEA 2000
netwerk (Bedradingsschema NMEA 2000 systeem,
pagina 4).
Kan rechtstreeks worden aangesloten op een
afstandsbediening van deNRX serie (Bekabelde
afstandsbediening configureren, pagina 4).
Identificatie van kabelgeleider en connector
Draad of functie
van RCA-
connector
Kleur
gestripte
draad of
naam RCA-
label
Opmerkingen
Aarding (-) Zwart Hiermee maakt u verbinding met de
negatieve pool van een voedingsbron
van 12 V gelijkstroom die 15 A kan
leveren. Sluit deze draad aan voordat
de gele draad wordt aangesloten.
Alle op de stereo aangesloten
accessoires dienen te zijn voorzien
van een gezamenlijke aarding
(Aansluiten op de voeding,
pagina 3).
Voeding (+) Geel Hiermee maakt u verbinding met de
positieve pool van een voedingsbron
van 12 V gelijkstroom die 15 A kan
leveren.
Startcontact Rood Wordt aangesloten op een apart
geschakelde 12 V gelijkstroomaan-
sluiting, zoals een startcontact, om
de stereo in of uit te schakelen. Als u
geen geschakelde 12 V gelijkstroom-
aansluiting gebruikt, dient u deze
draad aan te sluiten op dezelfde bron
als de gele (voedings)draad.
Versterker aan Blauw Wordt aangesloten op optionele
externe versterkers, zodat deze
kunnen worden ingeschakeld
wanneer de stereo wordt ingescha-
keld.
2 Installatie-instructies voor de Apollo MS-RA670
Draad of functie
van RCA-
connector
Kleur
gestripte
draad of
naam RCA-
label
Opmerkingen
Tele-dempen Bruin Wordt geactiveerd bij verbinding met
aarde.
Wanneer u deze draad bijvoorbeeld
hebt verbonden met een compatibele
handsfree mobiele set, wordt het
geluid gedempt of wordt de invoer
overgeschakeld naar AUX wanneer
er een oproep binnenkomt en de set
deze draad verbindt met de aarde. U
kunt deze functie inschakelen in het
instellingenmenu.
Dimmen Oranje Hiermee maakt u verbinding met de
verlichtingskabel van de boot om het
stereoscherm te dimmen wanneer de
lichten aan zijn.
De dikte van de verlichtingskabel
moet geschikt zijn voor de zekering
die is aangesloten op het circuit.
Luidsprekerzone 1
links (+)
Wit
Luidsprekerzone 1
links (-)
Wit/zwart
Luidsprekerzone 1
rechts (+)
Grijs
Luidsprekerzone 1
rechts (-)
Grijs/zwart
Luidsprekerzone 2
links (+)
Groen
Luidsprekerzone 2
links (-)
Groen/
zwart
Luidsprekerzone 2
rechts (+)
Paars
Luidsprekerzone 2
rechts (-)
Paars/zwart
Lijnuitgang van
zone 1 (links)
Lijnuitgang van
zone 1 (rechts)
Subwooferuitgang
van zone 1
ZONE 1
ZONE 1
SUB OUT
Heeft een uitgang naar een externe
versterker en is gekoppeld aan de
volumeregelaar voor zone 1.
Elke subwooferkabel heeft een enkel-
voudige mono-uitgang naar een inge-
schakelde subwoofer of subwoofer-
versterker.
Lijnuitgang van
zone 2 (links)
Lijnuitgang van
zone 2 (rechts)
Subwooferuitgang
van zone 2
ZONE 2
ZONE 2
SUB OUT
Heeft een uitgang naar een externe
versterker en is gekoppeld aan de
volumeregelaar voor zone 2.
Elke subwooferkabel heeft een enkel-
voudige mono-uitgang naar een inge-
schakelde subwoofer of subwoofer-
versterker.
Aux-ingang links
Aux-ingang rechts
AUX IN Heeft een RCA-stereolijningang voor
audiobronnen, zoals cd- en MP3-
spelers.
Lijnuitgang van
zone 3 (links)
Lijnuitgang van
zone 3 (rechts)
Subwooferuitgang
van zone 3
ZONE 3 Heeft een uitgang naar een externe
versterker en is gekoppeld aan de
volumeregelaar voor zone 3.
Elke subwooferkabel heeft een enkel-
voudige mono-uitgang naar een inge-
schakelde subwoofer of subwoofer-
versterker.
Aansluiten op de voeding
Wanneer het systeem wordt aangesloten op de voeding, is het
belangrijk om beide voedingsdraden aan te sluiten. U dient de
gele voedingsdraad rechtstreeks aan te sluiten op de batterij.
Deze levert stroom aan het systeem en een constante
druppelstroom in stand-by.
De rode signaaldraad dient te worden aangesloten op dezelfde
batterij via het contactslot of een andere handmatige schakelaar
om het systeem in en uit te schakelen. Als u de rode draad niet
verbindt met het contactslot of een andere handbediende
schakelaar, kunt u de rode draad aansluiten op de gele draad
en ze beide aansluiten op de positieve pool (+) van de batterij.
U dient de voedingsdraden met een zekering of
stroomonderbreker van 15 A aan te sluiten op de batterij.
Gebruik draden met een doorsnede van 2,08 mm
2
(14 AWG) als
de gele voedingsdraad en de zwarte aardedraad moeten
worden verlengd. Gebruik draden met een doorsnede van 3,31
mm² (12 AWG) voor verlengingen van meer dan 1 m (3 ft.).
Gebruik draden met een doorsnede van 0,33 mm
2
(22 AWG) als
de rode draad moet worden verlengd.
1
Leid de gele voedingsdraad , de rode signaaldraad en
de zwarte aardedraad naar de batterij en leid de stekker
van de kabelgeleider naar het stereosysteem.
Sluit de kabelgeleider niet aan op het systeem totdat alle
blootliggende draadaansluitingen zijn bevestigd.
2
Sluit de zwarte draad aan op de negatieve pool (-) van de
accu.
3
Als u de rode draad verbindt met het contactslot of een
andere handbediende schakelaar , sluit u de rode
signaaldraad aan op het contactslot of de schakelaar.
4
Sluit de rode draad aan op de gele draad, installeer een
zekering van 15 A 5 zo dicht mogelijk bij de batterij en
verbind beide draden met de positieve pool (+) van de
batterij.
OPMERKING: Als u de rode draad verbindt via een
zekeringsschakelaar, is het niet nodig om de rode draad op
de gele draad aan te sluiten of een extra zekering aan de
rode draad toe te voegen.
Luidsprekerzones
U kunt luidsprekers in één gebied groeperen in een
luidsprekerzone. Hierdoor kunt u het geluidsniveau van de
zones apart regelen. U kunt bijvoorbeeld het geluid in de cabine
zachter zetten en aan dek harder.
Per kanaal in elke zone kunnen maximaal twee paar
luidsprekers parallel worden geschakeld. Een zone kan
maximaal vier luidsprekers verwerken met gebruik van de
geïntegreerde versterker.
Voeding voor zone 1 en 2 wordt geleverd via de ingebouwde
versterker. Zone 3 is alleen beschikbaar als lijnuitgangsniveau.
Als u de RCA-lijnuitgang en de RCA-subwooferuitgang voor
zone 3 wilt gebruiken, moet u een externe versterker aansluiten.
U kunt de balans, het maximale volume, de toon, het
subwooferniveau, de subwooferfrequentie en de naam van elke
zone instellen en de andere zonespecifieke instellingen
configureren.
Installatie-instructies voor de Apollo MS-RA670 3
Bedradingsvoorbeeld voor systeem met enkele zone
Luidsprekers
Waterdichte aansluiting
Uitgebreide systeembedrading
Dit diagram illustreert een systeeminstallatie met een externe
versterker en subwoofer die zijn aangesloten op zone 2 van de
stereo. U kunt een versterker en een subwoofer aansluiten op
alle zones van de stereo.
Onderdeel Beschrijving
Luidsprekers van zone 1
Waterdichte aansluiting
Luidsprekers van zone 2
Signaaldraad versterker aan
U dient deze draad aan te sluiten op elke versterker die is
aangesloten op een lijnuitgang van een zone.
Ingeschakelde versterker aangesloten op de lijnuitgang
van zone 2
Lijnuitgang van zone 2 en subwooferuitgang
Elke subwooferkabel heeft een enkelvoudige mono-
uitgang naar een ingeschakelde subwoofer of subwoofer-
versterker.
Subwoofer
Een SiriusXM tunermodule aansluiten
Dit toestel is compatibel met een SiriusXMSXV300 of nieuwere
tunermodule voor voertuigen.
1
Als u al een USB-bron hebt aangesloten, koppelt u deze los
van de stereo.
2
Sluit de kabel van de SiriusXM tunermodule aan op de SXM
TUNER poort aan de achterkant van de stereo.
3
Volg de instructies bij de SiriusXM tunermodule en de
antenne om de SiriusXM installatie te voltooien.
4
Sluit indien nodig de USB-bron opnieuw aan.
5
Voltooi de stereo-installatie.
Bedradingsschema NMEA 2000 systeem
Stereo
Ondersteunde kaartplotter-MFD of compatibele FUSION NMEA
2000 afstandsbediening
In-line schakelaar
NMEA 2000 voedingskabel
NMEA 2000 netwerkkabel vanaf de stereo, maximaal 6 m (20 ft.)
NMEA 2000 netwerkkabel vanaf MFD van de kaartplotter of
compatibele FUSION NMEA 2000 afstandsbediening
Voeding van 9 -16 V gelijkstroom
NMEA 2000 afsluitweerstand of backbone-kabel
NMEA 2000 T-connector
NMEA 2000 afsluitweerstand of backbone-kabel
Bekabelde afstandsbediening configureren
LET OP
De stereo is standaard geconfigureerd voor een NMEA 2000
netwerk en de optie NRX-VOEDING moet alleen worden
ingeschakeld als een optionele afstandsbediening direct met de
stereo is verbonden. Als u deze optie inschakelt wanneer de
stereo met een NMEA 2000 netwerk is verbonden, kunnen
andere toestellen in het NMEA 2000 netwerk beschadigd raken.
Aanvullende configuratie is nodig als u een optionele, bekabelde
NRX afstandsbediening rechtstreeks op de stereo aansluit, in
plaats van via een NMEA 2000 netwerk.
1
Selecteer > INSTELLINGEN > VOEDINGSOPTIES.
2
Selecteer een optie:
Als u zowel uw stereo als uw optionele bekabelde
afstandsbediening hebt aangesloten op een NMEA 2000
netwerk, moet u zorgen dat de optie NRX-VOEDING is
uitgeschakeld. Op deze manier kan de afstandsbediening
stroom ontvangen van het NMEA 2000 netwerk.
Als u de optionele bekabelde afstandsbediening
rechtstreeks met de NMEA 2000 connector op de stereo
hebt aangesloten, selecteert u de optie NRX-VOEDING.
Op deze manier kan de stereo de optionele
afstandsbediening voorzien van stroom.
FUSION PartyBus netwerken
Gebruik de functie FUSION PartyBus netwerken om meerdere
compatibele stereo's samen aan te sluiten op een netwerk, met
gebruik van een combinatie van kabelverbindingen en draadloze
verbindingen.
De Apollo RA670 stereo heeft geen ingebouwde WiFi
®
technologie. Als u de draadloze functies van het FUSION
4 Installatie-instructies voor de Apollo MS-RA670
PartyBus netwerk wilt gebruiken, moet u de stereo op het
FUSION PartyBus netwerk aansluiten via een bekabelde
ethernetverbinding en vervolgens een WiFi toegangspunt of
router op het FUSION PartyBus netwerk aansluiten.
Een FUSION PartyBus stereo, zoals de Apollo RA670 stereo,
kan bronnen streamen naar andere FUSION PartyBus
toestellen die op het netwerk zijn aangesloten. Aangesloten
FUSION PartyBus toestellen kunnen ook media afspelen op de
FUSION PartyBus stereo.
Een FUSION PartyBus zonestereo, zoals een Apollo SRX400
zonestereo kan streamen vanaf een FUSION PartyBus stereo,
maar kan geen bronnen streamen naar andere FUSION
PartyBus stereo's op het netwerk.
FUSION PartyBus stereo's kunnen niet het luidsprekervolume
van een andere stereo regelen. U kunt alleen het volume
aanpassen van luidsprekers of luidsprekerzones die
rechtstreeks zijn aangesloten op de stereo.
In de bovenstaande afbeelding is één Apollo RA670 stereo
verbonden met een draadloze router en met twee Apollo
SRX400 zonestereo's .
Een FUSION PartyBus zonestereo, zoals de Apollo SRX400,
regelt het volume in één luidsprekerzone . Een FUSION
PartyBus stereo, zoals een Apollo RA670-stereo, regelt het
volume op meerdere luidsprekerzones zodat deze stereo een
groter gebied bereikt.
Aandachtspunten bij bekabelde netwerken
Overweeg de volgende aandachtspunten voor alle bekabelde
verbindingen bij het plannen van uw netwerkinstallatie.
Kabelverbindingen zijn betrouwbaarder dan draadloze
verbindingen. Gebruik bij het plannen van uw netwerk waar
mogelijk netwerkkabels om FUSION PartyBus toestellen aan
te sluiten op het netwerk.
U dient toestellen aan te sluiten met gebruik van standaard
Cat5e- of Cat6-netwerkkabels met RJ45-stekkers.
U kunt één netwerkkabel gebruiken om twee compatibele
toestellen rechtstreeks op elkaar aan te sluiten.
U moet wellicht bekabelde netwerkschakelaars en bekabelde
of draadloze netwerkrouters gebruiken als u meer dan twee
compatibele stereo's op een netwerk wilt aansluiten.
Als u een router installeert op het netwerk, dient u deze
standaard te configureren als de DHCP-server. Raadpleeg
de routerinstructies voor meer informatie.
Als u geen router installeert op het netwerk, dient u één
FUSION PartyBus toestel te configureren als de DHCP-
server.
Voorbeeld van een bekabeld netwerk voor directe
aansluitingen
U dient één FUSION PartyBus toestel te configureren als een
DHCP-server als u twee toestellen rechtstreeks op elkaar
aansluit.
FUSION PartyBus stereo
FUSION PartyBus zonestereo
Voorbeeld van een bekabeld netwerk met een schakelaar of
router
U dient bekabelde netwerkschakelaars, een bekabelde
netwerkrouter of allebei te gebruiken als u meer dan twee
FUSION PartyBus toestellen wilt aansluiten.
FUSION PartyBus stereo
Bekabelde netwerkschakelaar of bekabelde netwerkrouter
FUSION PartyBus zonestereo
Een netwerk opzetten
U dient de grondbeginselen van netwerken te kennen wanneer
u een netwerk voor FUSION PartyBus toestellen opzet.
Deze instructies helpen u de grondbeginselen van het opzetten
en configureren van een netwerk uit te voeren en zijn van
toepassing op de meeste situaties. Als u geavanceerde
netwerktaken moet uitvoeren, zoals het toewijzen van statische
IP-adressen aan toestellen op het netwerk of het configureren
van geavanceerde instellingen op een aangesloten router, dient
u wellicht een netwerkprofessional te raadplegen.
1
Bepaal de installatielocatie van de FUSION PartyBus
toestellen die u wilt aansluiten op het netwerk.
OPMERKING: Kabelverbindingen zijn betrouwbaarder dan
draadloze verbindingen. Gebruik waar mogelijk
netwerkkabels in plaats van draadloze verbindingen bij het
plannen van uw netwerk.
2
Bepaal de installatielocatie van eventuele benodigde
netwerkrouters of schakelaars.
3
Leid de Cat5e- of Cat6-netwerkkabel naar de
installatielocaties van de stereo's, schakelaars en router.
4
Sluit de netwerkkabels aan op de stereo's, schakelaars en
router.
LET OP
Voltooi de installatie van de stereo's nog niet. U dient het
netwerk te testen voordat u de stereo's installeert.
5
Schakel alle toestellen die zijn aangesloten op het netwerk in,
ook de draadloze toestellen.
Installatie-instructies voor de Apollo MS-RA670 5
6
Als u een (bekabelde of draadloze) netwerkrouter gebruikt,
raadpleegt u indien nodig de documentatie bij uw router om
te lezen hoe u de router als DHCP-server moet configureren.
Alle stereo's dienen hun standaardconfiguratie te gebruiken
(automatisch IP).
7
Test het netwerk door op elk toestel op het netwerk een lijst
met FUSION PartyBus toestellen weer te geven. Selecteer
daarna een optie:
Als niet alle FUSION PartyBus toestellen beschikbaar zijn
op het netwerk, dient u de netwerkproblemen op te lossen
(Netwerkproblemen oplossen, pagina 6).
Als alle FUSION PartyBus toestellen beschikbaar zijn op
het netwerk, voltooit u indien nodig de installatie voor elke
stereo.
Netwerkproblemen oplossen
Controleer het volgende als u de FUSION PartyBus toestellen
niet ziet op het netwerk of er niet mee kunt verbinden:
Controleer of slechts één toestel, hetzij een stereo of een
router, is geconfigureerd als een DHCP-server.
Controleer of alle FUSION PartyBus toestellen,
netwerkschakelaars, routers en draadloze toegangspunten
zijn ingeschakeld en verbonden met het netwerk.
Controleer of draadloze FUSION PartyBus toestellen zijn
verbonden met een draadloze router of een draadloos
toegangspunt in het netwerk.
Als u vaste IP-adressen configureert, controleert u of elk
toestel een uniek IP-adres heeft, dat de eerste drie sets
cijfers in de IP-adressen overeenkomen en dat de
subnetmaskers op elk toestel identiek zijn.
Herstel de standaardwaarden van alle netwerkinstellingen als
u configuratiewijzigingen hebt aangebracht die mogelijk de
oorzaak van de netwerkproblemen zijn.
Stereo-informatie
Specificaties
Algemeen
Gewicht 750 g (26,5 oz.)
Waterbestendigheid* IEC 60529 IPX6 en IPX7
Bedrijfstemperatuurbereik Van 0 tot 50°C (van 32 tot 122°F)
Bereik opslagtemperatuur Van -20 tot 70°C (van -4 tot 158°F)
Ingangsspanning Van 10,8 tot 16 V gelijkstroom
Stroom (max.) 15 A
Stroom (gedempt) Minder dan 700 mA
Stroom (uit, stand-bymodus
ingeschakeld)
50 mA
Stroom (uit, stand-bymodus
uitgezet)
35 mA
Zekering 15 A, klein en plat
NMEA 2000 LEN 1 (50 mA)
Bluetooth
®
draadloos bereik Tot 10 m (30 ft.)
ANT
®
draadloos bereik Tot 3 m (10 ft.)
Draadloze frequenties/
draadloze protocollen
Bluetooth 2,4 GHz bij 10 tot
13,29 dBm nominaal
ANT 2,4 GHz bij 4 tot 6,92 dBm
nominaal
Kompasveilige afstand 20 cm (7,87 in.)
* Weerstaat incidentele blootstelling aan water tot maximaal 1 m
diepte gedurende maximaal 30 minuten en is beschermd tegen
krachtige waterstralen. Ga voor meer informatie naar
garmin.com/waterrating.
Ingebouwde klasse D versterker
Uitgangsvermogen muziek
per kanaal
4 x 70 W max. 2 ohm
Totale output piekvermogen 280 W max.
Uitgangsvermogen per
kanaal
4 x 43 W RMS bij 14,4 Vdc invoer, 2
ohm, 10% THD*
4 x 26 W RMS bij 14,4 Vdc invoer, 4
ohm, 10% THD*
Lijnuitgangsniveau (max.) 5,5 V (piek-naar-piek)
Aux-ingangsniveau (normaal) 1 V RMS
*De stereo kan het uitgangsvermogen beperken om te
voorkomen dat de versterker oververhit raakt en de
audiodynamiek behouden blijft.
Tuner Europa en
Australazië
VS Japan
Bereik FM-radio-
frequenties
87,5 tot 108 MHz 87,5 tot
107,9 MHz
76 tot 95 MHz
FM-frequentie-
stap
50 kHz 200 kHz 50 kHz
Bereik AM-radio-
frequenties
522 tot 1620 kHz 530 tot
1710 kHz
522 tot
1620 kHz
AM-frequentie-
stap
9 kHz 10 kHz 9 kHz
Tekeningen stereo-afmeting
Afmetingen voorkant
157 mm (6,18 in.)
68 mm (2,68 in.)
Afmetingen zijkant
21 mm (0,83 in.)
102 mm (94,0 in.)
49 mm (1,93 in.)
6 Installatie-instructies voor de Apollo MS-RA670
Afmetingen bovenkant
130 mm (5,10 in.)
21 mm (0,83 in.)
10 mm (0,39 inch)
Uw Apollo MS-RA670 registreren
Vul de onlineregistratie vandaag nog in zodat wij u beter kunnen
helpen.
Ga naar www.fusionentertainment.com.
Bewaar uw originele aankoopbewijs of een fotokopie op een
veilige plek.
Software-updates
U bereikt de beste resultaten en garandeert compatibiliteit als u
tijdens de installatie de software bijwerkt in alle FUSION
toestellen.
U kunt de software bijwerken via een USB-flashstation.
Software-updates en instructies over het bijwerken van het
toestel met gebruik van het USB-flashstation vindt u op de
productpagina van het toestel op www.fusionentertainment.com
/marine.
Als de stereo is verbonden met een FUSION PartyBus netwerk
met een WiFi router, kunt u de software ook bijwerken met
behulp van de FUSION-Link
afstandsbedienings-app op uw
compatibele Apple
®
of Android
toestel. Als u de app wilt
downloaden en de toestelsoftware wilt bijwerken, gaat u naar de
Apple App Store
SM
of de Google Play
store.
© 2019 Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen
Garmin
®
, ANT
®
, FUSION
®
en het Fusion logo zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar
dochtermaatschappijen, geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen.
Apollo
, FUSION-Link
, en FUSION PartyBus
zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of
haar dochtermaatschappijen. Deze handelsmerken mogen niet worden gebruikt zonder
uitdrukkelijke toestemming van Garmin.
Apple
®
is een handelsmerk van Apple Inc., geregistreerd in de Verenigde Staten en
andere landen.
App Store
SM
is een servicemerk van Apple Inc., geregistreerd in de
Verenigde Staten en andere landen. Android
en Google Play
zijn handelsmerken van
Google Inc. Het
Bluetooth
®
woordmerk en logo's zijn eigendom van Bluetooth SIG, Inc.
en voor het gebruik van deze merken door Garmin is een licentie verkregen. NMEA
2000
®
en het NMEA 2000 logo zijn geregistreerde handelsmerken van de National
Marine Electronics Association.
SiriusXM
®
is een geregistreerd handelsmerk van
SiriusXM Radio Inc. WiFi
®
is een geregistreerd merk van Wi-Fi Alliance Corporation.
Overige handelsmerken en merknamen zijn het eigendom van hun respectieve
eigenaars.
Installatie-instructies voor de Apollo MS-RA670 7
www.fusionentertainment.com
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8

Fusion MS-RA670 Installatie gids

Type
Installatie gids