Fusion MS-WB670 Installatie gids

Type
Installatie gids
®
Apollo
MS-WB670 installatie-
instructies
Belangrijke veiligheidsinformatie
WAARSCHUWING
Geen gevolg geven aan deze waarschuwingen en
aanbevelingen kan resulteren in persoonlijk letsel, schade aan
het vaartuig of slecht functioneren van het product.
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de
verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke
informatie.
Dit toestel moet worden geïnstalleerd volgens deze instructies.
Ontkoppel de stroomvoorziening van het vaartuig, voordat u dit
product gaat installeren.
Controleer, voordat u dit product inschakelt, aan de hand van de
instructies in de handleiding of het goed is geaard.
VOORZICHTIG
Draag altijd een veiligheidsbril, oorbeschermers en een
stofmasker tijdens het boren, zagen en schuren om mogelijk
persoonlijk letsel te voorkomen.
LET OP
Controleer voordat u gaat boren of zagen wat zich aan de
andere kant van het oppervlak bevindt om schade aan het
vaartuig te voorkomen.
Lees alle installatie-instructies alvorens de installatie uit te
voeren. Neem contact op met Fusion
®
Product Support als u
problemen ondervindt tijdens het installeren.
Inhoud van de verpakking
Vier zelftappende schroeven van 8-gauge
Kabelgeleider voor voeding en luidsprekers
Kabelgeleiders voor aux-ingang, lijnuitgang en
subwooferuitgang
NMEA 2000
®
netwerkkabel
Benodigde materialen
Kruiskopschroevendraaier
Elektrische boor
Boortje (maat afhankelijk van materiaal van ondergrond en
gebruikte schroeven)
Aandachtspunten bij de montage
VOORZICHTIG
Bij hoge temperaturen en intensief gebruik, kan de behuizing
van het toestel dermate heet worden dat het kan leiden tot letsel
bij aanrakingen. Het toestel moet dan ook op een locatie worden
geïnstalleerd waar het tijdens gebruik niet kan worden
aangeraakt.
LET OP
Dit toestel dient te worden gemonteerd op een locatie die niet
wordt blootgesteld aan extreme temperaturen of
omstandigheden. Het temperatuurbereik voor dit toestel wordt
vermeld in de productspecificaties. Langdurige blootstelling aan
temperaturen boven het opgegeven temperatuurbereik, in
opslag- of gebruiksomstandigheden, kan tot storingen in het
toestel leiden. Schade door extreme temperaturen en
gerelateerde gevolgen vallen niet onder de garantie.
Houd rekening met de volgende aandachtspunten bij het kiezen
van een montageplek voor het toestel.
U moet het toestel monteren op een locatie waar het niet zal
worden ondergedompeld.
U moet het toestel monteren op een locatie met voldoende
ventilatie waar het niet wordt blootgesteld aan extreme
temperaturen.
U moet het toestel zo monteren dat de kabels gemakkelijk
kunnen worden aangesloten.
Voor IPX2-bescherming tegen binnendringen van water moet
u het toestel op een verticaal oppervlak monteren met de
connectoren omlaag gericht.
U kunt het toestel op een horizontaal oppervlak bevestigen,
maar dan beschikt u mogelijk niet over IPX2-bescherming
tegen binnendringend water.
Ter voorkoming van interferentie met een magnetisch
kompas, moet het toestel worden gemonteerd op een afstand
van ten minste 15 cm (6 in.) van een kompas.
Het toestel bevestigen
LET OP
Als u het toestel op glasvezel monteert, gebruik bij het boren
van de gaten een kleine verzinkboor om alleen in de bovenste
gellaag een kleine verdieping aan te brengen. U voorkomt
hiermee dat er scheuren in de gellaag ontstaan als de
schroeven worden aangedraaid.
OPMERKING: Bij het toestel zijn schroeven geleverd, maar
deze zijn mogelijk niet geschikt voor het montageoppervlak.
Voordat u het toestel installeert, moet u voor het
montageoppervlak geschikte schroeven en andere
bevestigingsmaterialen kiezen.
1
Plaats het toestel op de gewenste montagelocatie en
markeer de locatie van de montagegaten.
2
Boor een montagegat voor één hoek van het toestel.
3
Bevestig deze hoek van het toestel losjes aan het
montageoppervlak en controleer de andere drie markeringen
van de montagegaten.
4
Markeer eventueel opnieuw de montagegaten en verwijder
het toestel van het montageoppervlak.
5
Boor de overige montagegaten.
6
Bevestig het toestel aan het montageoppervlak.
Aandachtspunten bij de aansluiting
De stereo functioneert alleen naar behoren als deze is
aangesloten op een voedingsbron, luidsprekers en
invoerbronnen. U dient de lay-out van de stereo, de
luidsprekers, de invoerbronnen, het optionele NMEA 2000
netwerk en de optionele Fusion PartyBus
toestellen of het
netwerk zorgvuldig te plannen voordat u de aansluitingen maakt.
GUID-8C70CFD3-EDC8-4EBB-A918-4E35F150BD99 v3Januari 2021
Poortidentificatie
Onderdeel Beschrijving
Sluit de stereo aan op de kabelgeleider voor zone 3.
Hiermee sluit u de stereo aan op de kabelgeleider
voor aux-ingang 1, en voor de lijn- en subwooferuit-
gangen voor zone 1 en 2.
Hiermee sluit u de stereo aan op de kabelgeleider
voor de voeding en luidsprekers.
FUSE Bevat de zekering van 15 A voor het toestel.
USB Hiermee sluit u de stereo aan op een USB-bron.
SXM TUNER Hiermee sluit u de stereo aan op een SiriusXM
®
Connect Tuner om waar mogelijk SiriusXM stations te
ontvangen (niet meegeleverd).
Kan verbinden met een Fusion DAB-module om waar
mogelijk DAB-stations te ontvangen (niet meegele-
verd).
DIGITAL
AUDIO IN
(OPTICAL)
Hiermee sluit u de stereo aan op een optische digitale
audiobron, zoals een tv of een dvd-speler.
ETHERNET Hiermee sluit u de stereo aan op een andere Fusion
PartyBus stereo, zonestereo of netwerk (Fusion
PartyBus netwerken, pagina 4).
ANTENNA Hiermee sluit u de stereo aan op een standaard
AM/FM-antenne.
Als u de stereo installeert op een boot met een
metalen romp, moet u een antenne gebruiken
waarvoor een metalen ondergrond nodig is. Als u de
stereo installeert op een boot met een niet-metalen
romp, moet u een antenne gebruiken waarvoor geen
metalen ondergrond nodig is. Zie voor meer informatie
de installatie-instructies die bij de antenne zijn
geleverd.
NMEA 2000 Hiermee sluit u de stereo aan op een NMEA 2000
netwerk (Bedradingsschema NMEA 2000 systeem,
pagina 4).
Identificatie van kabelgeleider en connector
Draad of functie
van RCA-
connector
Kleur
gestripte
draad of
naam RCA-
label
Opmerkingen
Aarding (-) Zwart Hiermee maakt u verbinding met de
negatieve pool van een voedingsbron
van 12 V gelijkstroom die 15 A kan
leveren. Sluit deze draad aan voordat
de gele draad wordt aangesloten. Alle
op de stereo aangesloten accessoires
dienen te zijn voorzien van een geza-
menlijke aarding (Aansluiten op de
voeding, pagina 3).
Voeding (+) Geel Hiermee maakt u verbinding met de
positieve pool van een voedingsbron
van 12 V gelijkstroom die 15 A kan
leveren.
Startcontact Rood Wordt aangesloten op een apart
geschakelde 12 V gelijkstroomaan-
sluiting, zoals een startcontact, om de
stereo in of uit te schakelen. Als u
geen geschakelde 12 V gelijkstroom-
aansluiting gebruikt, dient u deze
draad aan te sluiten op dezelfde bron
als de gele (voedings)draad
Versterker aan Blauw Wordt aangesloten op optionele
externe versterkers, zodat deze
kunnen worden ingeschakeld
wanneer de stereo wordt ingescha-
keld.
Een aangesloten versterker moet
dezelfde aarde (-) gebruiken als de
stereo om deze signaaldraad correct
te laten werken.
Tele-dempen Bruin Wordt geactiveerd bij verbinding met
aarde.
Wanneer u deze draad bijvoorbeeld
hebt verbonden met een compatibele
handsfree mobiele set, wordt het
geluid gedempt of wordt de invoer
overgeschakeld naar AUX wanneer er
een oproep binnenkomt en de set
deze draad verbindt met de aarde. U
kunt deze functie inschakelen in het
instellingenmenu.
Dimmen Oranje Deze draad wordt niet gebruikt als het
toestel wordt geïnstalleerd.
Luidsprekerzone 1
links (+)
Wit
Luidsprekerzone 1
links (-)
Wit/zwart
Luidsprekerzone 1
rechts (+)
Grijs
Luidsprekerzone 1
rechts (-)
Grijs/zwart
Luidsprekerzone 2
links (+)
Groen
Luidsprekerzone 2
links (-)
Groen/zwart
Luidsprekerzone 2
rechts (+)
Paars
Luidsprekerzone 2
rechts (-)
Paars/zwart
Lijnuitgang van
zone 1 (links)
Lijnuitgang van
zone 1 (rechts)
Subwooferuitgang
van zone 1
ZONE 1
ZONE 1
SUB OUT
Heeft een uitgang naar een externe
versterker en is gekoppeld aan de
volumeregelaar voor zone 1.
Elke subwooferkabel heeft een enkel-
voudige mono-uitgang naar een inge-
schakelde subwoofer of subwoofer-
versterker.
2 Installatie-instructies voor de Apollo MS-WB670
Draad of functie
van RCA-
connector
Kleur
gestripte
draad of
naam RCA-
label
Opmerkingen
Lijnuitgang van
zone 2 (links)
Lijnuitgang van
zone 2 (rechts)
Subwooferuitgang
van zone 2
ZONE 2
ZONE 2
SUB OUT
Heeft een uitgang naar een externe
versterker en is gekoppeld aan de
volumeregelaar voor zone 2.
Elke subwooferkabel heeft een enkel-
voudige mono-uitgang naar een inge-
schakelde subwoofer of subwoofer-
versterker.
Aux-ingang links
Aux-ingang rechts
AUX IN Heeft een RCA-stereolijningang voor
audiobronnen, zoals cd- en MP3-
spelers.
Lijnuitgang van
zone 3 (links)
Lijnuitgang van
zone 3 (rechts)
Subwooferuitgang
van zone 3
ZONE 3 Heeft een uitgang naar een externe
versterker en is gekoppeld aan de
volumeregelaar voor zone 3.
Elke subwooferkabel heeft een enkel-
voudige mono-uitgang naar een inge-
schakelde subwoofer of subwoofer-
versterker.
Aansluiten op de voeding
Wanneer het systeem wordt aangesloten op de voeding, is het
belangrijk om beide voedingsdraden aan te sluiten. De gele
voedingsdraad moet op de batterij worden aangesloten om
voldoende stroom te leveren aan de stereo. De rode
contactdraad moet worden aangesloten via het contact of een
andere handmatige schakelaar om de stereo in en uit te kunnen
schakelen. Deze installatiemethode levert de beste prestaties
omdat de gele draad een constant druppelstroomverbruik
behoudt, waardoor de opstarttijd van de stereo wordt
geoptimaliseerd.
OPMERKING: Als u het schip voor langere tijd opslaat, kunt u
overwegen de gele draad aan te sluiten via een
stroomonderbreker of een soortgelijke schakelaar, zodat u het
druppelstroomverbruik van de gele draad kunt loskoppelen en
de accu tijdens opslag niet leegloopt.
Als u liever niet de contactschakelaar gebruikt om de stereo in
en uit te schakelen of die optie niet hebt, kunt u de rode draad
en de gele draad op dezelfde schakelaar op een elektrisch
paneel aansluiten. Deze installatiemethode resulteert in een iets
langere opstarttijd voor de stereo, maar het toestel onttrekt geen
stroom van de batterij wanneer de stereo is uitgeschakeld via de
schakelaar.
U dient de voedingsdraden met een zekering of
stroomonderbreker van 15 A aan te sluiten op de batterij.
Gebruik draden met een doorsnede van 2,08 mm
2
(14 AWG) als
de gele voedingsdraad en de zwarte aardedraad moeten
worden verlengd. Gebruik draden met een doorsnede van 3,31
mm² (12 AWG) voor verlengingen van meer dan 1 m (3 ft.).
Gebruik draden met een doorsnede van 0,33 mm
2
(22 AWG) als
de rode contactdraad moet worden verlengd.
1
Leid de gele voedingsdraad , de rode signaaldraad en
de zwarte aardedraad naar de batterij en leid de stekker
van de kabelgeleider naar het stereosysteem.
Sluit de kabelgeleider niet aan op het systeem totdat alle
blootliggende draadaansluitingen zijn bevestigd.
2
Sluit de zwarte draad aan op de negatieve pool (-) van de
accu.
3
Als u de rode draad verbindt met het contactslot of een
andere handbediende schakelaar , sluit u de rode
signaaldraad aan op het contactslot of de schakelaar.
4
Sluit de rode draad aan op de gele draad, installeer een
zekering van 15 A zo dicht mogelijk bij de batterij en
verbind beide draden met de positieve pool (+) van de
batterij.
OPMERKING: Als u de rode draad verbindt via een
zekeringsschakelaar, is het niet nodig om de rode draad op
de gele draad aan te sluiten of een extra zekering aan de
rode draad toe te voegen.
Als u zowel de rode als de gele draad aansluit via een 15A-
stroomonderbreker, hoeft u geen extra zekering toe te
voegen.
5
Sluit de kabelgeleider aan op de stereo.
Luidsprekerzones
U kunt luidsprekers in één gebied groeperen in een
luidsprekerzone. Hierdoor kunt u het geluidsniveau van de
zones apart regelen. U kunt bijvoorbeeld het geluid in de cabine
zachter zetten en aan dek harder.
Per kanaal in elke zone kunnen maximaal twee paar
luidsprekers parallel worden geschakeld. Een zone kan
maximaal vier luidsprekers verwerken met gebruik van de
geïntegreerde versterker.
Voeding voor zone 1 en 2 wordt geleverd via de ingebouwde
versterker. Zone 3 is alleen beschikbaar als lijnuitgangsniveau.
Als u de RCA-lijnuitgang en de RCA-subwooferuitgang voor
zone 3 wilt gebruiken, moet u een externe versterker aansluiten.
U kunt de balans, het maximale volume, de toon, het
subwooferniveau, de subwooferfrequentie en de naam van elke
zone instellen en de andere zonespecifieke instellingen
configureren.
Bedradingsvoorbeeld voor systeem met enkele zone
Luidsprekers
Waterdichte aansluiting
Bedrading van luidsprekersysteem met behulp van
een line out
Dit diagram illustreert een systeeminstallatie met een externe
versterker en subwoofer die zijn aangesloten op zone 2 van de
stereo met behulp van een line out. U kunt een versterker en
een subwoofer aansluiten op één, enkele of alle beschikbare
zones van de stereo.
OPMERKING: U kunt luidsprekers aansluiten op de
luidsprekerkabels voor de interne stereoversterker terwijl u line
out op zones 1 en 2 gebruikt. Het aanpassen van het volume is
echter van invloed op zowel de luidsprekers die zijn aangesloten
op de interne versterker als op line out. Dit kan leiden tot
ongelijke volumeniveaus.
Installatie-instructies voor de Apollo MS-WB670 3
Luidsprekers van zone 1
Waterdichte aansluiting
Luidsprekers van zone 2
Signaaldraad versterker aan
U dient deze draad aan te sluiten op elke versterker die is aange-
sloten op een lijnuitgang van een zone.
Een aangesloten versterker moet dezelfde aarde (-) gebruiken als
de stereo om deze signaaldraad correct te laten werken.
Ingeschakelde versterker aangesloten op de lijnuitgang van zone 2
Lijnuitgang van zone 2 en subwooferuitgang
Elke subwooferkabel heeft een enkelvoudige mono-uitgang naar
een ingeschakelde subwoofer of subwooferversterker. Mogelijk
moet u een RCA-splitter gebruiken om deze op een versterker aan
te sluiten.
Subwoofer
Een SiriusXM tunermodule aansluiten
Dit toestel is compatibel met een SiriusXMSXV300 of nieuwere
tunermodule voor voertuigen.
1
Als u al een USB-bron hebt aangesloten, koppelt u deze los
van de stereo.
2
Sluit de kabel van de SiriusXM tunermodule aan op de SXM
TUNER poort aan de achterkant van de stereo.
3
Volg de instructies bij de SiriusXM tunermodule en de
antenne om de SiriusXM installatie te voltooien.
4
Sluit indien nodig de USB-bron opnieuw aan.
5
Voltooi de stereo-installatie.
Bedradingsschema NMEA 2000 systeem
Stereo
Ondersteunde kaartplotter-MFD of compatibele Fusion NMEA 2000
afstandsbediening
In-line schakelaar
NMEA 2000 voedingskabel
NMEA 2000 netwerkkabel vanaf de stereo, maximaal 6 m (20 ft.)
NMEA 2000 netwerkkabel vanaf MFD van de kaartplotter of
compatibele Fusion NMEA 2000 afstandsbediening
Voeding van 9 -16 V gelijkstroom
NMEA 2000 afsluitweerstand of backbone-kabel
NMEA 2000 T-connector
NMEA 2000 afsluitweerstand of backbone-kabel
Fusion PartyBus netwerken
Gebruik de functie Fusion PartyBus netwerken om meerdere
compatibele stereo's samen aan te sluiten op een netwerk, met
gebruik van een combinatie van kabelverbindingen en draadloze
verbindingen.
U kunt een compatibele stereo, zoals de Apollo WB670 stereo,
groeperen met andere compatibele stereo's die op het netwerk
zijn aangesloten. Gegroepeerde stereo's kunnen beschikbare
bronnen delen en media afspelen op alle stereo's in de groep,
waardoor een gesynchroniseerde audio-ervaring overal in de
boot mogelijk is. U kunt snel groepen maken, bewerken en
splitsen wanneer dat nodig is met elke compatibele stereo of
afstandsbediening op het netwerk.
OPMERKING: Een zone-stereo, zoals de Apollo SRX400, kan
een groep maken of eraan deelnemen om bronnen van andere
stereo's te bedienen en af te spelen, maar kan de bronnen niet
met de groep delen.
Raadpleeg de gebruikershandleiding voor meer informatie over
het delen van bronnen.
U kunt compatibele stereo's en afstandsbedieningen gebruiken,
ongeacht of deze gegroepeerd zijn of niet, om het volume van
de beschikbare luidsprekerzones voor elke stereo in het netwerk
aan te passen.
Aandachtspunten bij bekabelde netwerken
Overweeg de volgende aandachtspunten voor alle bekabelde
verbindingen bij het plannen van uw netwerkinstallatie.
U dient toestellen aan te sluiten met gebruik van standaard
Cat5e- of Cat6-netwerkkabels met RJ45-stekkers.
U kunt één netwerkkabel gebruiken om twee compatibele
toestellen rechtstreeks op elkaar aan te sluiten.
U moet bekabelde netwerkswitches en bekabelde of
draadloze netwerkrouters gebruiken als u meer dan twee
compatibele toestellen op een netwerk wilt aansluiten.
Als u een router installeert op het netwerk, dient u deze
standaard te configureren als een DHCP-server. Raadpleeg
de routerinstructies voor meer informatie.
Als u geen router installeert en er geen andere DHCP-
servers op het netwerk zijn, moet u één Fusion PartyBus
stereo configureren als DHCP-server.
Voorbeeld van een bekabeld netwerk voor directe
aansluitingen
Er zijn geen wijzigingen in de netwerkinstellingen nodig wanneer
twee toestellen rechtstreeks op elkaar worden aangesloten.
4 Installatie-instructies voor de Apollo MS-WB670
Fusion PartyBus zone-stereo of afstandsbediening
Apollo MS-WB670 stereo
Fusion PartyBus stereo
Voorbeeld van een bekabeld netwerk met een schakelaar of
router
U dient bekabelde netwerkschakelaars, een bekabelde
netwerkrouter of allebei te gebruiken als u meer dan twee
Fusion PartyBus toestellen wilt aansluiten.
Er zijn geen wijzigingen in de netwerkinstellingen nodig wanneer
u meerdere Fusion PartyBus toestellen op een switch aansluit,
maar als u een router gebruikt, moet u deze mogelijk
configureren als DHCP-server. Raadpleeg de routerinstructies
voor meer informatie.
Fusion PartyBus zone-stereo of afstandsbediening
Bekabelde netwerkschakelaar of bekabelde netwerkrouter
Apollo MS-WB670 stereo
Fusion PartyBus stereo
Een netwerk opzetten
U dient de grondbeginselen van netwerken te kennen wanneer
u een netwerk voor Fusion PartyBus toestellen opzet.
Deze instructies helpen u de grondbeginselen van het opzetten
en configureren van een netwerk uit te voeren en zijn van
toepassing op de meeste situaties. Als u geavanceerde
netwerktaken moet uitvoeren, zoals het toewijzen van statische
IP-adressen aan toestellen op het netwerk of het configureren
van geavanceerde instellingen op een aangesloten router, dient
u wellicht een netwerkprofessional te raadplegen.
1
Bepaal de installatielocatie van de Fusion PartyBus
toestellen die u wilt aansluiten op het netwerk.
OPMERKING: Kabelverbindingen zijn betrouwbaarder dan
draadloze verbindingen. Gebruik waar mogelijk
netwerkkabels in plaats van draadloze verbindingen bij het
plannen van uw netwerk.
2
Bepaal de installatielocatie van eventuele benodigde
netwerkrouters of schakelaars.
3
Leid de Cat5e- of Cat6-netwerkkabel naar de
installatielocaties van de stereo's, schakelaars en router.
4
Sluit de netwerkkabels aan op de stereo's, schakelaars en
router.
LET OP
Voltooi de installatie van de stereo's nog niet. U dient het
netwerk te testen voordat u de stereo's installeert.
5
Schakel alle toestellen die zijn aangesloten op het netwerk in,
ook de draadloze toestellen.
6
Als u een (bekabelde of draadloze) netwerkrouter gebruikt,
raadpleegt u indien nodig de documentatie bij uw router om
te lezen hoe u de router als DHCP-server moet configureren.
Alle stereo's dienen hun standaardconfiguratie te gebruiken
(DHCP-client).
7
Test het netwerk door > Groepen te selecteren om een
lijst met toestellen weer te geven die op het netwerk zijn
aangesloten, en selecteer een optie:
Als niet alle toestellen beschikbaar zijn op het netwerk,
dient u de netwerkproblemen op te lossen
(Netwerkproblemen oplossen, pagina 5).
Als alle toestellen beschikbaar zijn op het netwerk, voltooit
u indien nodig de installatie voor elke stereo.
Netwerkconfiguratie
De stereo instellen als de DHCP-server
Als u meer dan twee netwerktoestellen direct of met een
netwerkswitch of draadloos toegangspunt hebt verbonden en
geen router hebt geïnstalleerd, dient u slechts één Fusion
PartyBus stereo te configureren als DHCP-server.
1
Selecteer > Instellingen > Netwerk > Statische IP > Sla
op.
2
Selecteer Geavanceerd > DHCP-server > DHCP
ingeschakeld > Sla op.
De stereo configureren voor gebruik met een Garmin
®
Marine Network
U kunt deze stereo aansluiten op een Garmin Marine Network
om de stereo weer te geven en te bedienen met een
compatibele Garmin kaartplotter.
OPMERKING: Wanneer u de stereo configureert voor gebruik
met een Garmin Marine Network, kunt u alleen Garmin en
Fusion toestellen gebruiken. Mogelijk kunt u geen routers,
opslagtoestellen of andere netwerkproducten van derden
rechtstreeks met deze stereo gebruiken.
Wanneer de stereo is verbonden met een Garmin Marine
Network, kunt u een smartphone verbinden met een draadloos
toegangspunt op een aangesloten Garmin kaartplotter en de
Fusion-Link
app gebruiken om de stereo te bedienen.
Selecteer > Instellingen > Netwerk > Garmin Marine
Network.
Netwerkinstellingen herstellen
U kunt de fabrieksinstellingen van alle netwerkinstellingen voor
deze stereo herstellen.
Selecteer > Instellingen > Netwerk > Herstel > Ja.
Geavanceerde netwerkconfiguratie
U kunt geavanceerde netwerktaken uitvoeren voor een Fusion
PartyBus toestel, zo kunt u het DHCP-bereik definiëren en
statische IP-adressen instellen. Raadpleeg de
gebruikershandleiding voor meer informatie.
Netwerkproblemen oplossen
Controleer het volgende als u de Fusion PartyBus toestellen niet
ziet op het netwerk of er niet mee kunt verbinden:
Controleer of slechts één toestel, hetzij een stereo of een
router, is geconfigureerd als een DHCP-server.
Controleer of alle Fusion PartyBus toestellen,
netwerkschakelaars, routers en draadloze toegangspunten
zijn ingeschakeld en verbonden met het netwerk.
Controleer of draadloze Fusion PartyBus toestellen zijn
verbonden met een draadloze router of een draadloos
toegangspunt in het netwerk.
OPMERKING: Kabelverbindingen zijn betrouwbaarder dan
draadloze verbindingen. Indien mogelijk, dient u toestellen
met een Ethernet-kabel op het netwerk aan te sluiten.
Als er veel draadloze toegangspunten in de buurt zijn, kan er
interferentie optreden. Wijzig het kanaal op uw router of
draadloze toegangspunt om te controleren of er interferentie
is en dit te corrigeren.
Als u een Bluetooth
®
toestel aansluit op een stereo die is
geconfigureerd als een draadloos toegangspunt of client,
Installatie-instructies voor de Apollo MS-WB670 5
kunnen de draadloze prestaties afnemen. Koppel Bluetooth
toestellen los om te controleren op storingen en deze te
verhelpen.
Als u vaste IP-adressen configureert, controleert u of elk
toestel een uniek IP-adres heeft, dat de eerste drie sets
cijfers in de IP-adressen overeenkomen en dat de
subnetmaskers op elk toestel identiek zijn.
Herstel de standaardwaarden van alle netwerkinstellingen als
u configuratiewijzigingen hebt aangebracht die mogelijk de
oorzaak van de netwerkproblemen zijn.
Stereo-informatie
Specificaties
Gewicht 475 g (16,75 oz.)
Waterbestendigheid IEC 60529 IPX2
1
Bedrijfstemperatuurbereik Van 0 tot 50°C (van 32 tot 122°F)
Bereik opslagtemperatuur Van -20 tot 70°C (van -4 tot 158°F)
Ingangsspanning Van 10,8 tot 16 V gelijkstroom
Stroom (max.) 15 A
Stroom (gedempt) Minder dan 700 mA
Stroom (uit) Minder dan 100 mA
Zekering 15 A, klein en plat
NMEA 2000 LEN bij 9 V gelijk-
stroom
1 (50 mA)
Bluetooth draadloos bereik Tot 10 m (30 ft.)
ANT
®
draadloos bereik Tot 3 m (10 ft.)
Draadloze frequenties/
draadloze protocollen
Bluetooth 2,4 GHz bij 12 dBm
nominaal
ANT 2,4 GHz bij 7 dBm nominaal
Kompasveilige afstand 15 cm (6 in.)
Ingebouwde klasse D versterker
Uitgangsvermogen muziek
per kanaal
4 x 70 W max. 2 ohm
Totale output piekvermogen 280 W max.
Uitgangsvermogen per
kanaal
4 x 43 W RMS bij 14,4 Vdc invoer, 2
ohm, 10% THD
2
4 x 26 W RMS bij 14,4 Vdc invoer, 4
ohm, 10% THD
2
Lijnuitgangsniveau (max.) 5,5 V (piek-naar-piek)
Aux-ingangsniveau
(normaal)
1 V RMS
Tekeningen stereo-afmeting
Afmetingen zijkant
107 mm (4,21 in.)
55 mm (2,17 in.)
130 mm (5,10 in.)
1
Verticaal druppelend water heeft geen schadelijk effect als de behuizing onder
een hoek van 15° ten opzichte van de normale positie wordt gekanteld.
2
De stereo kan het uitgangsvermogen beperken om te voorkomen dat de
versterker oververhit raakt en de audiodynamiek behouden blijft.
Afmetingen bovenkant
130 mm (5,10 in.)
130 mm (5,10 in.)
Software-updates
U bereikt de beste resultaten en garandeert compatibiliteit als u
tijdens de installatie de software bijwerkt in alle Fusion
toestellen.
U kunt de software bijwerken met een USB-flashstation dat niet
is geformatteerd naar het NTFS-bestandssysteem. Software-
updates en instructies over het bijwerken van het toestel met
gebruik van het USB-flashstation vindt u op de productpagina
van het toestel op fusionentertainment.com/marine.
Als de stereo is verbonden met een Fusion PartyBus netwerk
met een WiFi
®
router, kunt u de software ook bijwerken met
behulp van de Fusion-Link afstandsbedienings-app op uw
compatibele Apple
®
of Android
toestel. Als u de app wilt
downloaden en de toestelsoftware wilt bijwerken, gaat u naar de
Apple App Store
SM
of de Google Play
store.
© 2020 Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen
www.fusionentertainment.com
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6

Fusion MS-WB670 Installatie gids

Type
Installatie gids