Label Functie RCA-connectors
ZONE 3 Voert analoge audio uit naar een
externe versterker voor zone 3.
Links (wit), rechts
(rood) en sub
(oranje)
ZONE 4 Voert analoge audio uit naar een
externe versterker voor zone 4.
Links (wit), rechts
(rood) en sub
(oranje)
AUX IN 2 Niet gebruikt. Deze connectors zijn
niet actief voor het productmodel Vieo
RV 51/52. U moet in plaats daarvan
de connector CAMERA AUDIO
INPUT aan de achterkant van de
stereo gebruiken.
Niet gebruikt
Kabelgeleider analoog signaal
Draadkleur Pen Functie Opmerkingen
Groen 1 Analoge
ingang 1
Maakt verbinding met de bedienings-
elementen op het stuurwiel. Niet
beschikbaar voor alle voertuigen.
Neem voor meer informatie contact
op met de fabrikant van uw recreatie-
voertuig.
Paars 2 Analoge
ingang 2
Maakt verbinding met de bedienings-
elementen op het stuurwiel. Niet
beschikbaar voor alle voertuigen.
Neem voor meer informatie contact
op met de fabrikant van uw recreatie-
voertuig.
Zwart 4 Aarding
analoge
ingang
Aardingskabel voor analoge ingangs-
signalen van de bedieningselementen
op het stuurwiel.
Oranje 5 Activatie
rechterca-
mera
Hierop sluit u een analoog hoog
signaal aan, zoals de rechterrichting-
aanwijzer, om het toestel te activeren
om de rechtercamera weer te geven.
Blauw 6 Activatie
linkercamera
Hierop sluit u een analoog hoog
signaal aan, zoals de linkerrichting-
aanwijzer, om het toestel te activeren
om de linkercamera weer te geven.
Bruin 7 Activatie
camera
voorzijde
Hierop sluit u een analoog hoog
signaal aan om het toestel te
activeren om de camera aan de
voorzijde weer te geven.
Zwart 9 Aarding
activatie
camera
Aardingskabel voor de ingangen om
de camera te activeren.
Aansluiten van voertuig- en achteruitrijcame-
ra's
U kunt maximaal vier analoge voertuigcamera's aansluiten op
het infotainmentsysteem voor de achteruitrijcamera, de
camera's links, rechts en voor.
1
Leid voor elke camera de analoge RCA-videokabel van de
camera naar de achterkant van de stereo.
U moet elke kabel duidelijk als referentie labelen wanneer u
deze op de stereo aansluit.
2
Bepaal voor elke camera het analoge hoge signaal dat de
stereo moet activeren om de camera weer te geven en leid
een draad voor dat signaal naar de achterkant van de stereo.
U kunt bijvoorbeeld een achteruitrijsignaal gebruiken om de
achteruitrijcamera te activeren wanneer het voertuig achteruit
rijdt, of u kunt richtingaanwijzer gebruiken om een camera in
de buitenspiegel te activeren.
3
Sluit elke analoge RCA-videokabel aan op de VIDEO IN-
aansluitingen aan de achterkant van de stereo, zoals
weergegeven.
Camera aan de voorzijde
Camera links
Camera rechts
Achteruitrijcamera
4
Sluit de draad voor het analoge hoge signaal voor de
achteruitrijcamera aan op de roze
REVERSE-draad van de
kabelgeleider voor voeding en luidsprekers (Kabelgeleider
voor voeding en luidsprekers, pagina 2).
5
Sluit de draad voor het hoge analoog signaal voor elk van de
andere camera's aan op de juiste cameradetectiekabel van
de kabelgeleider voor de detectie van het analoog signaal
(Kabelgeleider analoog signaal, pagina 3) .
OPMERKING: Als u een camera niet automatisch wilt
activeren, moet u de detectiekabel van die camera
losgekoppeld laten.
Kleur van de kabelgeleider Camera
Blauw Camera links
Oranje Camera rechts
Bruin Camera aan de voorzijde
De beeldschermadapter op het dock
bevestigen (alleen modellen van 7 inch)
U moet de adapter op het dock bevestigen voordat u het dock in
een dashboard monteert.
1
Plaats de adapter zodanig op de voorkant van het dock,
zodat de vier schroefgaten op de adapter zijn uitgelijnd met
het dock.
2
Gebruik de meegeleverde schroeven om de adapter op
het dock te bevestigen.
De aanbevolen torsie voor de adapterschroeven is 3,0 tot 3,5
lbf-in (0,34 tot 0,40 Nm).
3
Plak het adapterlabel op de voorkant van de adapter.
3