Fusion MS-RA770 Installatie gids

Type
Installatie gids
®
Apollo
RA770 installatie-instructies
Belangrijke veiligheidsinformatie
WAARSCHUWING
Geen gevolg geven aan deze waarschuwingen en
aanbevelingen kan resulteren in persoonlijk letsel, schade aan
het vaartuig of slecht functioneren van het product.
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de
verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke
informatie.
Dit toestel moet worden geïnstalleerd volgens deze instructies.
Ontkoppel de stroomvoorziening van het vaartuig, voordat u dit
product gaat installeren.
Controleer, voordat u dit product inschakelt, aan de hand van de
instructies in de handleiding of het goed is geaard.
VOORZICHTIG
Draag altijd een veiligheidsbril, oorbeschermers en een
stofmasker tijdens het boren, zagen en schuren.
LET OP
Controleer voordat u gaat boren of zagen wat zich aan de
andere kant van het oppervlak bevindt.
Lees alle installatie-instructies alvorens de installatie uit te
voeren. Neem contact op met FUSION
®
Product Support als u
problemen ondervindt tijdens het installeren.
Inhoud van de verpakking
Montagepakking
Vier zelftappende schroeven van 4,2 mm (8-gauge)
Twee schroefafdekkingen
Kabelgeleider voor voeding en luidsprekers
Kabelgeleiders voor aux-ingang, lijnuitgang en
subwooferuitgang
NMEA 2000
®
netwerkkabel van 2 m (6 ft.)
Stofkap
Benodigd gereedschap
Kruiskopschroevendraaier
Elektrische boor
Boortje (maat afhankelijk van materiaal van ondergrond en
gebruikte schroeven)
Roterend gereedschap of decoupeerzaag
Watervaste kit op siliconenbasis (optioneel)
Aandachtspunten bij de montage
De stereo moet worden gemonteerd op een plat oppervlak.
Het stereosysteem moet worden geïnstalleerd op een plaats
waar lucht doorstroomt rond de achterkant van de installatie
om het systeem goed te ventileren.
Als u de stereo installeert op een plaats die mogelijk wordt
blootgesteld aan water, moet u de stereo monteren onder
minder dan 45 graden of meer dan 15 graden van het
horizontale vlak.
Als u de stereo installeert op een plaats die mogelijk wordt
blootgesteld aan water, moeten alle eventuele aangesloten
kabels een druiplus hebben, zodat water van de kabel kan
afdruipen en de installatie niet beschadigd raakt.
Als u het stereosysteem buiten een boot moet installeren,
moet het hoog boven de waterlijn worden geplaatst, zodat
het niet onder water raakt.
Als u het stereosysteem buiten een boot moet installeren,
moet het worden geplaatst op een plaats waar het niet
beschadigd kan raken door een dok, palen of andere
apparatuur.
Ter voorkoming van interferentie met een magnetisch
kompas, moet de stereo worden geïnstalleerd op een afstand
van ten minste 15 cm (5,9 in.) van een kompas.
Het stereosysteem installeren
LET OP
Wees voorzichtig wanneer u het gat zaagt om de stereo te
bevestigen. Er is slechts weinig ruimte tussen de behuizing en
de montagegaten. Als u het gat te groot zaagt, kan het systeem
mogelijk niet stabiel worden bevestigd.
Wees voorzichtig bij het installeren van de stereo in een
aluminium boot of een boot met een conductieve romp, als het
elektrische systeem moet worden geïsoleerd van de romp.
Breng geen vet of smeermiddel op de schroeven aan als u de
stereo aan het montage-oppervlak bevestigt. Vet of
smeermiddel kan schade aan de behuizing van de stereo
veroorzaken.
Voordat u de stereo kunt bevestigen op een nieuwe locatie op
het montageoppervlak, moet u een plaats kiezen die voldoet
aan de aandachtspunten bij de montage.
1
Snijd de montagesjabloon uit en controleer of deze op de
montageplaats past.
2
Bevestig de sjabloon op het montageoppervlak.
3
Kies een boortje dat geschikt is voor de montageondergrond
en boor een gat in de hoek van de streepjeslijn op de
sjabloon om het montageoppervlak voor te bereiden voor
zagen.
4
Zaag met een slijptol het montageoppervlak uit langs de
binnenkant van de streepjeslijn op de sjabloon.
5
Plaats het systeem in de opening
À
om te testen of dit past.
Augustus 2018
190-02382-75_0B
6
Gebruik indien nodig een vijl en schuurpapier om de opening
heel precies op maat te krijgen.
7
Als het systeem goed in de opening past, dient u te
controleren of de montagegaten op het systeem zijn uitgelijnd
met de voorboorgaten op de sjabloon.
8
Als de montagegaten op het systeem niet zijn uitgelijnd,
markeert u de nieuwe locaties van de voorboorgaten.
9
Kies een maat boortje dat geschikt is voor het
montageoppervlak en type schroef en boor de gaten.
10
Verwijder de sjabloon van het montageoppervlak.
11
Sluit de benodigde draden aan (Aandachtspunten bij de
aansluiting, pagina 2).
12
Selecteer een optie:
Als u het systeem op een droge locatie installeert, plaatst
u de meegeleverde montagepakking
Á
aan de achterzijde
van het systeem.
Als u het systeem installeert op een locatie waar het wordt
blootgesteld aan water, brengt u watervaste kit op
siliconenbasis aan op het montageoppervlak rond de
opening.
LET OP
Installeer de meegeleverde montagepakking niet als u
watervaste kit hebt aangebracht op het
montageoppervlak. Het gebruik van de montagepakking
en watervaste kit kan het systeem minder waterbestendig
maken.
13
Plaats het systeem in de opening.
14
Bevestig het systeem op het montageoppervlak met de
meegeleverde schroeven
Â
.
U dient de schroeven handmatig vast te draaien als u het
systeem bevestigt op het montageoppervlak om te
voorkomen dat ze te strak worden aangedraaid.
15
Klik de schroefafdekkingen op hun plaats
Ã
.
Aandachtspunten bij de aansluiting
De stereo functioneert alleen naar behoren als deze is
aangesloten op een voedingsbron, luidsprekers en
invoerbronnen. U dient de lay-out van de stereo, de
luidsprekers, de invoerbronnen, het optionele NMEA 2000
netwerk en de optionele FUSION PartyBus
toestellen of het
netwerk zorgvuldig te plannen voordat u de aansluitingen maakt.
Poortidentificatie
Onderdeel Beschrijving
ANTENNA Hiermee sluit u de stereo aan op een standaard
AM/FM-antenne.
Als u de stereo installeert op een boot met een metalen
romp, moet u een antenne gebruiken waarvoor een
metalen ondergrond nodig is. Als u de stereo installeert
op een boot met een niet-metalen romp, moet u een
antenne gebruiken waarvoor geen metalen ondergrond
nodig is. Zie voor meer informatie de installatie-
instructies die bij de antenne zijn geleverd.
NMEA 2000 Hiermee sluit u de stereo aan op een NMEA 2000
netwerk (Bedradingsschema NMEA 2000 systeem,
pagina 4).
Kan rechtstreeks worden aangesloten op een afstands-
bediening van deNRX serie (Bekabelde afstandsbedie-
ning configureren, pagina 4).
ETHERNET Hiermee sluit u de stereo aan op een ander(e) FUSION
PartyBus stereo, zonestereo of netwerk (FUSION
PartyBus netwerken, pagina 5).
SIRIUS XM Hiermee sluit u de stereo aan op een SiriusXM
®
Connect Tuner om waar mogelijk SiriusXM-stations te
ontvangen (niet meegeleverd).
Kan verbinden met een FUSION DAB-module om waar
mogelijk DAB-stations te ontvangen (niet
meegeleverd).
USB Hiermee sluit u de stereo aan op een USB-bron.
DIGITAL
AUDIO IN
Hiermee sluit u de stereo aan op een optische digitale
audiobron, zoals een tv of een dvd-speler.
FUSE Bevat de zekering van 15 A voor het toestel.
À
Hiermee sluit u de stereo aan op de kabelgeleider voor
aux-ingang 2, en voor de lijn- en subwooferuitgangen
voor zone 3 en 4.
Á
Hiermee sluit u de stereo aan op de kabelgeleider voor
aux-ingang 1, en voor de lijn- en subwooferuitgangen
voor zone 1 en 2.
Â
Hiermee sluit u de stereo aan op de kabelgeleider voor
de voeding en luidsprekers.
Identificatie van kabelgeleider en connector
Draad of functie
van RCA-
connector
Kleur
gestripte
draad of
naam RCA-
label
Opmerkingen
Aarding (-) Zwart Hiermee maakt u verbinding met de
negatieve pool van een voedings-
bron van 12 V gelijkstroom die 15 A
kan leveren. Sluit deze draad aan
voordat de gele draad wordt
aangesloten. Alle op de stereo
aangesloten accessoires dienen te
zijn voorzien van een gezamenlijke
aarding (Aansluiten op de voeding,
pagina 3).
Voeding (+) Geel Hiermee maakt u verbinding met de
positieve pool van een voedingsbron
van 12 V gelijkstroom die 15 A kan
leveren.
2 Installatie-instructies voor de Apollo RA770
Draad of functie
van RCA-
connector
Kleur
gestripte
draad of
naam RCA-
label
Opmerkingen
Startcontact Rood Wordt aangesloten op een apart
geschakelde 12 V gelijkstroomaan-
sluiting, zoals een startcontact, om
de stereo in of uit te schakelen. Als u
geen geschakelde 12 V gelijkstroom-
aansluiting gebruikt, dient u deze
draad aan te sluiten op dezelfde
bron als de gele (voedings)draad.
Versterker aan Blauw Wordt aangesloten op optionele
externe versterkers, zodat deze
kunnen worden ingeschakeld
wanneer de stereo wordt ingescha-
keld.
Tele-dempen Bruin Wordt geactiveerd bij verbinding met
aarde.
Wanneer u deze draad bijvoorbeeld
hebt verbonden met een
compatibele handsfree mobiele set,
wordt het geluid gedempt of wordt
de invoer overgeschakeld naar Aux1
wanneer er een oproep binnenkomt
en de set deze draad verbindt met
de aarde. U kunt deze functie
inschakelen in het instellingenmenu.
Dimmen Oranje Hiermee maakt u verbinding met de
verlichtingskabel van de boot om het
stereoscherm te dimmen wanneer
de lichten aan zijn.
De dikte van de verlichtingskabel
moet geschikt zijn voor de zekering
die is aangesloten op het circuit.
Luidsprekerzone 1
links (+)
Wit
Luidsprekerzone 1
links (-)
Wit/zwart
Luidsprekerzone 1
rechts (+)
Grijs
Luidsprekerzone 1
rechts (-)
Grijs/zwart
Luidsprekerzone 2
links (+)
Groen
Luidsprekerzone 2
links (-)
Groen/zwart
Luidsprekerzone 2
rechts (+)
Paars
Luidsprekerzone 2
rechts (-)
Paars/zwart
Lijnuitgang van
zone 1 (links)
Lijnuitgang van
zone 1 (rechts)
Subwooferuitgang
van zone 1
ZONE 1
ZONE 1
SUB OUT
Heeft een uitgang naar een externe
versterker en is gekoppeld aan de
volumeregelaar voor zone 1.
Elke subwooferkabel heeft een
enkelvoudige mono-uitgang naar
een ingeschakelde subwoofer of
subwooferversterker.
Lijnuitgang van
zone 2 (links)
Lijnuitgang van
zone 2 (rechts)
Subwooferuitgang
van zone 2
ZONE 2
ZONE 2
SUB OUT
Heeft een uitgang naar een externe
versterker en is gekoppeld aan de
volumeregelaar voor zone 2.
Elke subwooferkabel heeft een
enkelvoudige mono-uitgang naar
een ingeschakelde subwoofer of
subwooferversterker.
Aux-ingang 1 links
Aux-ingang 1
rechts
AUX IN 1 Heeft een RCA-stereolijningang voor
audiobronnen, zoals cd- en MP3-
spelers.
Draad of functie
van RCA-
connector
Kleur
gestripte
draad of
naam RCA-
label
Opmerkingen
Lijnuitgang van
zone 3 (links)
Lijnuitgang van
zone 3 (rechts)
Subwooferuitgang
van zone 3
ZONE 3
ZONE 3
SUB OUT
Heeft een uitgang naar een externe
versterker en is gekoppeld aan de
volumeregelaar voor zone 3.
Elke subwooferkabel heeft een
enkelvoudige mono-uitgang naar
een ingeschakelde subwoofer of
subwooferversterker.
Lijnuitgang van
zone 4 (links)
Lijnuitgang van
zone 4 (rechts)
Subwooferuitgang
van zone 4
ZONE 4
ZONE 4
SUB OUT
Heeft een uitgang naar een externe
versterker en is gekoppeld aan de
volumeregelaar voor zone 4.
Elke subwooferkabel heeft een
enkelvoudige mono-uitgang naar
een ingeschakelde subwoofer of
subwooferversterker.
Aux-ingang 2 links
Aux-ingang 2
rechts
AUX IN 2 Heeft een RCA-stereolijningang voor
audiobronnen, zoals cd- en MP3-
spelers.
Aansluiten op de voeding
Wanneer het systeem wordt aangesloten op de voeding, is het
belangrijk om beide voedingsdraden aan te sluiten. U dient de
gele voedingsdraad rechtstreeks aan te sluiten op de batterij.
Deze levert stroom aan het systeem en een constante
druppelstroom in stand-by.
De rode signaaldraad dient te worden aangesloten op dezelfde
batterij via het contactslot of een andere handmatige schakelaar
om het systeem in en uit te schakelen. Als u de rode draad niet
verbindt met het contactslot of een andere handbediende
schakelaar, kunt u de rode draad aansluiten op de gele draad
en ze beide aansluiten op de positieve pool (+) van de batterij.
U dient de voedingsdraden met een zekering of
stroomonderbreker van 15 A aan te sluiten op de batterij.
Gebruik draden met een doorsnede van 2,08 mm
2
(14 AWG) als
de gele voedingsdraad en de zwarte aardedraad moeten
worden verlengd. Gebruik draden met een doorsnede van 3,31
mm² (12 AWG) voor verlengingen van meer dan 1 m (3 ft.).
Gebruik draden met een doorsnede van 0,33 mm
2
(22 AWG) als
de rode draad moet worden verlengd.
1
Leid de gele voedingsdraad
À
, de rode signaaldraad
Á
en
de zwarte aardedraad
Â
naar de batterij en leid de stekker
van de kabelgeleider naar het stereosysteem.
Sluit de kabelgeleider niet aan op het systeem totdat alle
blootliggende draadaansluitingen zijn bevestigd.
2
Sluit de zwarte draad aan op de negatieve pool (-) van de
accu.
3
Als u de rode draad verbindt met het contactslot of een
andere handbediende schakelaar
Ã
, sluit u de rode
signaaldraad aan op het contactslot of de schakelaar.
4
Sluit de rode draad aan op de gele draad, installeer een
zekering van 15 A
Ä
zo dicht mogelijk bij de batterij en
verbind beide draden met de positieve pool (+) van de
batterij.
OPMERKING: Als u de rode draad verbindt via een
zekeringsschakelaar, is het niet nodig om de rode draad op
Installatie-instructies voor de Apollo RA770 3
de gele draad aan te sluiten of een extra zekering aan de
rode draad toe te voegen.
Luidsprekerzones
U kunt luidsprekers in één gebied groeperen in een
luidsprekerzone. Hierdoor kunt u het geluidsniveau van de
zones apart regelen. U kunt bijvoorbeeld het geluid in de cabine
zachter zetten en aan dek harder.
Per kanaal in elke zone kunnen maximaal twee paar
luidsprekers parallel worden geschakeld. Een zone kan
maximaal vier luidsprekers verwerken met gebruik van de
geïntegreerde versterker.
Voeding voor zone 1 en 2 wordt geleverd via de ingebouwde
versterker. Als u de RCA-lijnuitgangen en de RCA-
subwooferuitgangen voor zone 1 en 2 wilt gebruiken, moet u
externe versterkers aansluiten.
Zone 3 en 4 zijn uitsluitend beschikbaar als uitvoer op lijnniveau.
Als u de RCA-lijnuitgangen en de RCA-subwooferuitgangen
voor zone 3 en 4 wilt gebruiken, moet u externe versterkers
aansluiten.
U kunt de balans, het maximale volume, de toon, het
subwooferniveau, de subwooferfrequentie en de naam van elke
zone instellen en de andere zonespecifieke instellingen
configureren.
Bedradingsvoorbeeld voor systeem met enkele zone
À
Luidsprekers
Á
Waterdichte aansluiting
Uitgebreide systeembedrading
Dit diagram illustreert een systeeminstallatie met een externe
versterker en subwoofer die zijn aangesloten op zone 2 van de
stereo. U kunt een versterker en een subwoofer aansluiten op
één, enkele of alle van de vier zones van de stereo.
Onderdeel Beschrijving
À
Luidsprekers van zone 1
Á
Waterdichte aansluiting
Onderdeel Beschrijving
Â
Luidsprekers van zone 2
Ã
Signaaldraad versterker aan
U dient deze draad aan te sluiten op elke versterker die is
aangesloten op een lijnuitgang van een zone.
Ä
Ingeschakelde versterker aangesloten op de lijnuitgang
van zone 2
Å
Lijnuitgang van zone 2 en subwooferuitgang
Elke subwooferkabel heeft een enkelvoudige mono-
uitgang naar een ingeschakelde subwoofer of subwoofer-
versterker.
Æ
Subwoofer
Bedradingsschema NMEA 2000 systeem
À
Stereo
Á
Ondersteunde kaartplotter-MFD of compatibele FUSION NMEA
2000 afstandsbediening
Â
In-line schakelaar
Ã
NMEA 2000 voedingskabel
Ä
NMEA 2000 netwerkkabel vanaf de stereo, maximaal 6 m (20 ft.)
Å
NMEA 2000 netwerkkabel vanaf MFD van de kaartplotter of
compatibele FUSION NMEA 2000 afstandsbediening
Æ
Voeding van 9 -16 V gelijkstroom
Ç
NMEA 2000 afsluitweerstand of backbone-kabel
È
NMEA 2000 T-connector
É
NMEA 2000 afsluitweerstand of backbone-kabel
Bekabelde afstandsbediening configureren
LET OP
De stereo is standaard geconfigureerd voor een NMEA 2000
netwerk en de optie NRX-VOEDING moet alleen worden
ingeschakeld als een optionele afstandsbediening direct met de
stereo is verbonden. Als u deze optie inschakelt wanneer de
stereo met een NMEA 2000 netwerk is verbonden, kunnen
andere toestellen in het NMEA 2000 netwerk beschadigd raken.
Aanvullende configuratie is nodig als u een optionele, bekabelde
NRX afstandsbediening rechtstreeks op de stereo aansluit, in
plaats van via een NMEA 2000 netwerk.
1
Selecteer > > NMEA.
2
Selecteer een optie:
Als u zowel uw stereo als uw optionele bekabelde
afstandsbediening hebt aangesloten op een NMEA 2000
netwerk, moet u zorgen dat de optie NRX-VOEDING is
uitgeschakeld. Op deze manier kan de afstandsbediening
stroom ontvangen van het NMEA 2000 netwerk.
Als u de optionele bekabelde afstandsbediening
rechtstreeks met de NMEA 2000 connector op de stereo
4 Installatie-instructies voor de Apollo RA770
hebt aangesloten, selecteert u de optie NRX-VOEDING.
Op deze manier kan de stereo de optionele
afstandsbediening voorzien van stroom.
FUSION PartyBus netwerken
Gebruik de functie FUSION PartyBus netwerken om meerdere
compatibele stereo's en zonestereo's samen aan te sluiten op
een netwerk, met gebruik van een combinatie van
kabelverbindingen en draadloze verbindingen.
Een FUSION PartyBus stereo, zoals een Apollo RA770 stereo,
kan bronnen streamen naar andere FUSION PartyBus
toestellen die op het netwerk zijn aangesloten. Aangesloten
FUSION PartyBus toestellen kunnen ook media afspelen op de
FUSION PartyBus stereo. Een FUSION PartyBus zonestereo,
zoals een Apollo SRX400 zone stereo kan streamen vanaf een
FUSION PartyBus stereo, maar kan geen bronnen streamen
naar andere FUSION PartyBus toestellen op het netwerk.
U kunt maximaal acht FUSION PartyBus toestellen aansluiten
op een netwerk.
In de bovenstaande afbeelding is één Apollo RA770 stereo
À
verbonden met een draadloze router
Á
en met twee Apollo
SRX400 zonestereo's
Â
. De twee FUSION PartyBus
zonestereo's kunnen bronnen streamen vanaf de FUSION
PartyBus stereo.
Een FUSION PartyBus zonestereo is niet hetzelfde als een
luidsprekerzone. Het is een onafhankelijke stereo die media van
aangesloten bronnen kan afspelen of kan streamen vanaf een
FUSION PartyBus stereo op het netwerk. U kunt een FUSION
PartyBus zonestereo, zoals een Apollo SRX400 zonestereo,
aansluiten op één luidsprekerzone
Ã
. U kunt een FUSION
PartyBus stereo, zoals een Apollo RA770 stereo, aansluiten op
meerdere luidsprekerzones
Ä
om een groter gebied met die
stereo te dekken. FUSION PartyBus toestellen kunnen niet het
luidsprekervolume van een andere stereo regelen. U kunt alleen
het volume aanpassen van luidsprekers of luidsprekerzones die
rechtstreeks zijn aangesloten op de stereo.
Aandachtspunten bij bekabelde netwerken
Overweeg de volgende aandachtspunten voor alle bekabelde
verbindingen bij het plannen van uw netwerkinstallatie.
Kabelverbindingen zijn betrouwbaarder dan draadloze
verbindingen. Gebruik bij het plannen van uw netwerk waar
mogelijk netwerkkabels om FUSION PartyBus toestellen aan
te sluiten op het netwerk.
U dient toestellen aan te sluiten met gebruik van standaard
Cat5e- of Cat6-netwerkkabels met RJ45-stekkers.
U kunt één netwerkkabel gebruiken om twee compatibele
toestellen rechtstreeks op elkaar aan te sluiten.
U moet wellicht bekabelde netwerkschakelaars en bekabelde
of draadloze netwerkrouters gebruiken als u meer dan twee
compatibele stereo's op een netwerk wilt aansluiten.
Als u een router installeert op het netwerk, dient u deze
standaard te configureren als de DHCP-server. Raadpleeg
de routerinstructies voor meer informatie.
Als u geen router installeert op het netwerk, dient u één
FUSION PartyBus toestel te configureren als de DHCP-
server.
Voorbeeld van een bekabeld netwerk voor directe
aansluitingen
U dient één FUSION PartyBus toestel te configureren als een
DHCP-server als u twee toestellen rechtstreeks op elkaar
aansluit.
À
FUSION PartyBus stereo
Á
FUSION PartyBus zonestereo
Voorbeeld van een bekabeld netwerk met een schakelaar of
router
U dient bekabelde netwerkschakelaars, een bekabelde
netwerkrouter of allebei te gebruiken als u meer dan twee
FUSION PartyBus toestellen wilt aansluiten.
À
FUSION PartyBus stereo
Á
Bekabelde netwerkschakelaar of bekabelde netwerkrouter
Â
FUSION PartyBus zonestereo
Aandachtspunten bij draadloze netwerken
Overweeg de volgende aandachtspunten voor alle draadloze
verbindingen bij het plannen van uw netwerk.
Kabelverbindingen zijn betrouwbaarder dan draadloze
verbindingen. U dient uw netwerk zodanig te plannen dat
netwerkkabels worden gebruikt, maar als dat niet mogelijk is,
zijn FUSION PartyBus toestellen compatibel met WiFi
®
. U
kunt ze verbinden met draadloze routers of toegangspunten.
U kunt een FUSION PartyBus toestel configureren als een
draadloos toegangspunt, zodat u toestellen in het draadloze
bereik kunt verbinden.
Als u een draadloze router installeert op het netwerk, dient u
deze standaard te configureren als de DHCP-server.
Raadpleeg de instructies bij de draadloze router voor meer
informatie.
Als u geen router of draadloze router installeert op het
netwerk, dient u één FUSION PartyBus toestel te
configureren als de DHCP-server.
U kunt een willekeurig FUSION PartyBus toestel in het
bekabelde netwerk configureren als een draadloos
toegangspunt, zelfs als u een draadloze router of extra
draadloze toegangspunten in het netwerk installeert. Dit is
handig voor toegang tot toestellen binnen het bereik van de
stereo, maar buiten het bereik van de andere draadloze
toegangspunten.
Installatie-instructies voor de Apollo RA770 5
Als u een FUSION PartyBus toestel draadloos aansluit op het
netwerk, is het niet mogelijk om extra bekabelde FUSION
PartyBus toestellen te verbinden met het toestel.
U kunt een smartphone verbinden met het draadloze netwerk
om elke stereo in het netwerk te bedienen met gebruik van
de FUSION-Link
app.
U kunt een Apple
®
toestel verbinden met het draadloze
netwerk om media met gebruik van Apple AirPlay
®
te
streamen naar één stereo in het netwerk.
Voorbeeld van draadloos toegangspunt
À
FUSION PartyBus stereo
Á
FUSION PartyBus zonestereo
Â
Smartphone met gebruik van de FUSION-Link app
Voorbeeld van een draadloos netwerk met een bekabelde
schakelaar of router
À
FUSION PartyBus stereo
Á
Bekabelde netwerkschakelaar of bekabelde netwerkrouter
Â
FUSION PartyBus zonestereo
Ã
Smartphone met gebruik van de FUSION-Link app.
Voorbeeld van een draadloos netwerk met een draadloze
router of draadloos toegangspunt
À
FUSION PartyBus stereo
Á
Draadloze netwerkrouter of draadloos toegangspunt
Â
FUSION PartyBus zonestereo
Ã
Smartphone met gebruik van de FUSION-Link app
Een netwerk opzetten
U dient de grondbeginselen van netwerken te kennen wanneer
u een netwerk voor FUSION PartyBus toestellen opzet.
Deze instructies helpen u de grondbeginselen van het opzetten
en configureren van een netwerk uit te voeren en zijn van
toepassing op de meeste situaties. Als u geavanceerde
netwerktaken moet uitvoeren, zoals het toewijzen van statische
IP-adressen aan toestellen op het netwerk of het configureren
van geavanceerde instellingen op een aangesloten router, dient
u wellicht een netwerkprofessional te raadplegen.
1
Bepaal de installatielocatie van de FUSION PartyBus
toestellen die u wilt aansluiten op het netwerk.
OPMERKING: Kabelverbindingen zijn betrouwbaarder dan
draadloze verbindingen. Gebruik waar mogelijk
netwerkkabels in plaats van draadloze verbindingen bij het
plannen van uw netwerk.
2
Bepaal de installatielocatie van eventuele benodigde
netwerkrouters of schakelaars.
3
Leid de Cat5e- of Cat6-netwerkkabel naar de
installatielocaties van de stereo's, schakelaars en router.
4
Sluit de netwerkkabels aan op de stereo's, schakelaars en
router.
LET OP
Voltooi de installatie van de stereo's nog niet. U dient het
netwerk te testen voordat u de stereo's installeert.
5
Schakel alle toestellen die zijn aangesloten op het netwerk in,
ook de draadloze toestellen.
6
Selecteer een optie:
Als u geen (bekabelde of draadloze) netwerkrouter
gebruikt, configureert u een FUSION PartyBus toestel als
de DHCP-server (Het FUSION PartyBus toestel instellen
als de DHCP-server, pagina 6). Alle andere stereo's
dienen hun standaardconfiguratie te gebruiken
(automatisch IP).
Als u een (bekabelde of draadloze) netwerkrouter
gebruikt, raadpleegt u indien nodig de documentatie bij uw
router om te lezen hoe u de router als DHCP-server moet
configureren. Alle stereo's dienen hun
standaardconfiguratie te gebruiken (automatisch IP).
7
Configureer indien nodig een stereo als een draadloos
toegangspunt (Het FUSION PartyBus toestel instellen als
een draadloos toegangspunt, pagina 7).
8
Configureer indien nodig een FUSION PartyBus stereo of
zonestereo om te verbinden met een draadloos
toegangspunt of een draadloze router (Het FUSION PartyBus
toestel verbinden met een draadloos toegangspunt,
pagina 7).
9
Test het netwerk door op elk toestel op het netwerk een lijst
met FUSION PartyBus toestellen weer te geven. Selecteer
daarna een optie:
Als niet alle FUSION PartyBus toestellen beschikbaar zijn
op het netwerk, dient u de netwerkproblemen op te lossen
(Netwerkproblemen oplossen, pagina 7).
Als alle FUSION PartyBus toestellen beschikbaar zijn op
het netwerk, voltooit u indien nodig de installatie voor elke
stereo.
Netwerkconfiguratie
TIP: U kunt het netwerkstatuspictogram vanuit elk scherm
selecteren om het netwerkconfiguratiemenu te openen.
Het FUSION PartyBus toestel instellen als de DHCP-server
Als u twee FUSION PartyBus toestellen rechtstreeks op elkaar
hebt aangesloten of als u meer dan twee toestellen met gebruik
van een netwerkschakelaar hebt aangesloten en geen router
hebt geïnstalleerd, dient u slechts één FUSION PartyBus stereo
te configureren als de DHCP-server.
Selecteer > > NETWERK > GEAVANCEERD > DHCP-
SERVER > DHCP INGESCHAKELD > SLA OP.
6 Installatie-instructies voor de Apollo RA770
Het FUSION PartyBus toestel instellen als een draadloos
toegangspunt
Voordat u extra FUSION PartyBus toestellen of smartphones
draadloos kunt verbinden met een FUSION PartyBus toestel,
dient u minstens één toestel te configureren als een draadloos
toegangspunt. Dit is niet nodig als u een draadloze router of een
ander draadloos toegangspunt hebt geïnstalleerd in het netwerk.
1
Selecteer > > NETWERK > WIFI TOEGANGSPUNT.
2
Selecteer SSID en voer de SSID, of naam, voor het
draadloze toegangspunt in.
3
Selecteer AP-BEVEILIGING en selecteer het type beveiliging
voor het toegangspunt (optioneel).
OPMERKING: Het wordt sterk aangeraden dat u de AP-
BEVEILIGING instelt op WPA2 PERSONAL. Dit is het meest
gebruikte en veilige draadloze beveiligingsprotocol.
4
Selecteer WACHTWOORD en voer een wachtwoord voor het
toegangspunt in (optioneel).
5
Selecteer zo nodig LAND en selecteer uw regio.
6
Selecteer SLA OP.
Het FUSION PartyBus toestel verbinden met een draadloos
toegangspunt
1
Selecteer > > NETWERK > WIFI CLIENT > SSID.
Er verschijnt een lijst met draadloze toegangspunten die
binnen bereik zijn.
2
Selecteer het FUSION PartyBus draadloze toegangspunt.
3
Selecteer een optie:
Voer het wachtwoord in door WACHTWOORD te
selecteren, het wachtwoord in te voeren en te
selecteren.
Als u verbinding maakt met het draadloze toegangspunt
via WPS, controleert u of de WPS op het toegangspunt is
ingeschakeld en selecteert u WPS.
OPMERKING: Het kan tot twee minuten duren om
verbinding te maken met het toegangspunt nadat u WPS
hebt geselecteerd.
4
Selecteer SLA OP.
Netwerkinstellingen herstellen
U kunt de fabrieksinstellingen van alle netwerkinstellingen voor
deze stereo herstellen.
Selecteer > > NETWERK > HERSTEL > JA.
Geavanceerde netwerkconfiguratie
U kunt geavanceerde netwerktaken uitvoeren voor een FUSION
PartyBus toestel, zo kunt u het DHCP-bereik definiëren en
statische IP-adressen instellen. Raadpleeg de
gebruikershandleiding voor meer informatie.
Netwerkproblemen oplossen
Controleer het volgende als u de FUSION PartyBus toestellen
niet ziet op het netwerk of er niet mee kunt verbinden:
Controleer of slechts één toestel, hetzij een stereo of een
router, is geconfigureerd als een DHCP-server.
Controleer of alle FUSION PartyBus toestellen,
netwerkschakelaars, routers en draadloze toegangspunten
zijn ingeschakeld en verbonden met het netwerk.
Controleer of draadloze FUSION PartyBus toestellen zijn
verbonden met een draadloze router of een draadloos
toegangspunt in het netwerk.
Als u vaste IP-adressen configureert, controleert u of elk
toestel een uniek IP-adres heeft, dat de eerste drie sets
cijfers in de IP-adressen overeenkomen en dat de
subnetmaskers op elk toestel identiek zijn.
Herstel de standaardwaarden van alle netwerkinstellingen als
u configuratiewijzigingen hebt aangebracht die mogelijk de
oorzaak van de netwerkproblemen zijn.
Stereo-informatie
Specificaties
Algemeen
Gewicht 750 g (26,5 oz.)
Waterbestendigheid IEC 60529 IPX7 (alleen voorkant
stereo, indien juist geïnstalleerd)
Bedrijfstemperatuurbereik Van 0 tot 50°C (van 32 tot 122°F)
Bereik opslagtemperatuur Van -20 tot 70°C (van -4 tot 158°F)
Ingangsspanning Van 10,8 tot 16 V gelijkstroom
Stroom (max.) 15 A
Stroom (gedempt) Minder dan 900 mA
Stroom (uit, stand-bymodus
ingeschakeld)
110 mA
Stroom (uit, stand-bymodus
uitgezet)
80 mA
Zekering 15 A, klein en plat
NMEA 2000 LEN 1 (50 mA)
Bluetooth
®
draadloos bereik Tot 10 m (30 ft.)
ANT
®
draadloos bereik Tot 3 m (10 ft.)
Draadloze frequenties/
draadloze protocollen
WiFi 2,4 GHz bij +15 dBm nominaal
Bluetooth 2,4 GHz bij +10 dBm
nominaal
ANT 2,4 GHz bij +4 dBm nominaal
Kompasveilige afstand 15 cm (5,9 in.)
Ingebouwde klasse D versterker
Uitgangsvermogen muziek
per kanaal
4 x 70 W max. 2 ohm
Totale output piekvermogen 280 W max.
Uitgangsvermogen per
kanaal
4 x 43 W RMS bij 14,4 Vdc invoer, 2
ohm, 10% THD*
4 x 26 W RMS bij 14,4 Vdc invoer, 4
ohm, 10% THD*
Lijnuitgangsniveau (max.) 5,5 V (piek-naar-piek)
Aux-ingangsniveau (normaal) 1 V RMS
*De stereo kan het uitgangsvermogen beperken om te
voorkomen dat de versterker oververhit raakt en de
audiodynamiek behouden blijft.
Tuner Europa en
Australazië
VS Japan
Bereik FM-radio-
frequenties
87,5 tot 108 MHz 87,5 tot
107,9 MHz
76 tot 95 MHz
FM-frequentie-
stap
50 kHz 200 kHz 50 kHz
Bereik AM-radio-
frequenties
522 tot 1620 kHz 530 tot
1710 kHz
522 tot
1620 kHz
AM-frequentie-
stap
9 kHz 10 kHz 9 kHz
Tekeningen stereo-afmeting
Afmetingen voorkant
Installatie-instructies voor de Apollo RA770 7
À
192 mm (7,56 inch)
Á
82 mm (3,23 inch)
Afmetingen zijkant
À
20,4 mm (0,8 inch)
Á
99 mm (3,9 inch)
Â
50 mm (1,97 inch)
Afmetingen bovenkant
À
164 mm (6,5 inch)
Á
20,4 mm (0,8 inch)
Â
10 mm (0,39 inch)
Uw Apollo RA770 registreren
Vul de onlineregistratie vandaag nog in zodat wij u beter kunnen
helpen.
Ga naar www.fusionentertainment.com.
Bewaar uw originele aankoopbewijs of een fotokopie op een
veilige plek.
Software-updates
U bereikt de beste resultaten en garandeert compatibiliteit als u
tijdens de installatie de software bijwerkt in alle FUSION
toestellen.
U kunt de software bijwerken met de FUSION-Link app op
afstand van uw compatibele Apple of Android
toestel, of met
een USB-flashstation.
Als u de app wilt downloaden en de toestelsoftware wilt
bijwerken, gaat u naar de Apple App Store
SM
of de Google Play
store. Software-updates en instructies over het bijwerken van
het toestel met gebruik van het USB-flashstation vindt u op de
productpagina van het toestel op www.fusionentertainment.com
/marine.
© 2018 Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen
Garmin
®
, ANT
®
, FUSION
®
en het Fusion logo zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar
dochtermaatschappijen, geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen.
Apollo
, FUSION-Link
, en FUSION PartyBus
zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of
haar dochtermaatschappijen. Deze handelsmerken mogen niet worden gebruikt zonder
uitdrukkelijke toestemming van Garmin.
Apple
®
,AirPlay
®
, iPhone
®
en iPod touch
®
zijn handelsmerken van Apple Inc., geregistreerd
in de Verenigde Staten en andere landen.
App Store
SM
is een servicemerk van Apple
Inc., geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen. Android
en Google Play
zijn handelsmerken van Google Inc. Het Bluetooth
®
woordmerk en logo's zijn eigendom
van Bluetooth SIG, Inc. en voor het gebruik van deze merken door Garmin is een licentie
verkregen. NMEA 2000
®
en het NMEA 2000 logo zijn gedeponeerde handelsmerken van
de National Maritime Electronics Association.
SiriusXM
®
is een geregistreerd
handelsmerk van SiriusXM Radio Inc. WiFi
®
is een geregistreerd merk van Wi-Fi
Alliance Corporation. Overige handelsmerken en merknamen zijn het eigendom van hun
respectieve eigenaars.
www.fusionentertainment.com

Documenttranscriptie

® Apollo™ RA770 installatie-instructies Belangrijke veiligheidsinformatie WAARSCHUWING Geen gevolg geven aan deze waarschuwingen en aanbevelingen kan resulteren in persoonlijk letsel, schade aan het vaartuig of slecht functioneren van het product. Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke informatie. Dit toestel moet worden geïnstalleerd volgens deze instructies. Ontkoppel de stroomvoorziening van het vaartuig, voordat u dit product gaat installeren. Controleer, voordat u dit product inschakelt, aan de hand van de instructies in de handleiding of het goed is geaard. VOORZICHTIG Draag altijd een veiligheidsbril, oorbeschermers en een stofmasker tijdens het boren, zagen en schuren. LET OP Controleer voordat u gaat boren of zagen wat zich aan de andere kant van het oppervlak bevindt. Lees alle installatie-instructies alvorens de installatie uit te voeren. Neem contact op met FUSION Product Support als u problemen ondervindt tijdens het installeren. ® • Als u de stereo installeert op een plaats die mogelijk wordt blootgesteld aan water, moeten alle eventuele aangesloten kabels een druiplus hebben, zodat water van de kabel kan afdruipen en de installatie niet beschadigd raakt. • Als u het stereosysteem buiten een boot moet installeren, moet het hoog boven de waterlijn worden geplaatst, zodat het niet onder water raakt. • Als u het stereosysteem buiten een boot moet installeren, moet het worden geplaatst op een plaats waar het niet beschadigd kan raken door een dok, palen of andere apparatuur. • Ter voorkoming van interferentie met een magnetisch kompas, moet de stereo worden geïnstalleerd op een afstand van ten minste 15 cm (5,9 in.) van een kompas. Het stereosysteem installeren Inhoud van de verpakking • • • • • Montagepakking Vier zelftappende schroeven van 4,2 mm (8-gauge) Twee schroefafdekkingen Kabelgeleider voor voeding en luidsprekers Kabelgeleiders voor aux-ingang, lijnuitgang en subwooferuitgang • NMEA 2000 netwerkkabel van 2 m (6 ft.) • Stofkap ® Benodigd gereedschap • Kruiskopschroevendraaier • Elektrische boor • Boortje (maat afhankelijk van materiaal van ondergrond en gebruikte schroeven) • Roterend gereedschap of decoupeerzaag • Watervaste kit op siliconenbasis (optioneel) Aandachtspunten bij de montage • De stereo moet worden gemonteerd op een plat oppervlak. • Het stereosysteem moet worden geïnstalleerd op een plaats waar lucht doorstroomt rond de achterkant van de installatie om het systeem goed te ventileren. • Als u de stereo installeert op een plaats die mogelijk wordt blootgesteld aan water, moet u de stereo monteren onder minder dan 45 graden of meer dan 15 graden van het horizontale vlak. LET OP Wees voorzichtig wanneer u het gat zaagt om de stereo te bevestigen. Er is slechts weinig ruimte tussen de behuizing en de montagegaten. Als u het gat te groot zaagt, kan het systeem mogelijk niet stabiel worden bevestigd. Wees voorzichtig bij het installeren van de stereo in een aluminium boot of een boot met een conductieve romp, als het elektrische systeem moet worden geïsoleerd van de romp. Breng geen vet of smeermiddel op de schroeven aan als u de stereo aan het montage-oppervlak bevestigt. Vet of smeermiddel kan schade aan de behuizing van de stereo veroorzaken. Voordat u de stereo kunt bevestigen op een nieuwe locatie op het montageoppervlak, moet u een plaats kiezen die voldoet aan de aandachtspunten bij de montage. 1 Snijd de montagesjabloon uit en controleer of deze op de montageplaats past. 2 Bevestig de sjabloon op het montageoppervlak. 3 Kies een boortje dat geschikt is voor de montageondergrond en boor een gat in de hoek van de streepjeslijn op de sjabloon om het montageoppervlak voor te bereiden voor zagen. 4 Zaag met een slijptol het montageoppervlak uit langs de binnenkant van de streepjeslijn op de sjabloon. 5 Plaats het systeem in de opening À om te testen of dit past. Augustus 2018 190-02382-75_0B Onderdeel Beschrijving ANTENNA Hiermee sluit u de stereo aan op een standaard AM/FM-antenne. Als u de stereo installeert op een boot met een metalen romp, moet u een antenne gebruiken waarvoor een metalen ondergrond nodig is. Als u de stereo installeert op een boot met een niet-metalen romp, moet u een antenne gebruiken waarvoor geen metalen ondergrond nodig is. Zie voor meer informatie de installatieinstructies die bij de antenne zijn geleverd. NMEA 2000 Hiermee sluit u de stereo aan op een NMEA 2000 netwerk (Bedradingsschema NMEA 2000 systeem, pagina 4). Kan rechtstreeks worden aangesloten op een afstandsbediening van deNRX serie (Bekabelde afstandsbediening configureren, pagina 4). ETHERNET Hiermee sluit u de stereo aan op een ander(e) FUSION PartyBus stereo, zonestereo of netwerk (FUSION PartyBus netwerken, pagina 5). SIRIUS XM Hiermee sluit u de stereo aan op een SiriusXM Connect Tuner om waar mogelijk SiriusXM-stations te ontvangen (niet meegeleverd). Kan verbinden met een FUSION DAB-module om waar mogelijk DAB-stations te ontvangen (niet meegeleverd). USB Hiermee sluit u de stereo aan op een USB-bron. DIGITAL AUDIO IN Hiermee sluit u de stereo aan op een optische digitale audiobron, zoals een tv of een dvd-speler. FUSE Bevat de zekering van 15 A voor het toestel. 6 Gebruik indien nodig een vijl en schuurpapier om de opening heel precies op maat te krijgen. 7 Als het systeem goed in de opening past, dient u te controleren of de montagegaten op het systeem zijn uitgelijnd met de voorboorgaten op de sjabloon. 8 Als de montagegaten op het systeem niet zijn uitgelijnd, markeert u de nieuwe locaties van de voorboorgaten. 9 Kies een maat boortje dat geschikt is voor het montageoppervlak en type schroef en boor de gaten. Verwijder de sjabloon van het montageoppervlak. 10 11 Sluit de benodigde draden aan (Aandachtspunten bij de aansluiting, pagina 2). 12 Selecteer een optie: • Als u het systeem op een droge locatie installeert, plaatst u de meegeleverde montagepakking Á aan de achterzijde van het systeem. • Als u het systeem installeert op een locatie waar het wordt blootgesteld aan water, brengt u watervaste kit op siliconenbasis aan op het montageoppervlak rond de opening. LET OP Installeer de meegeleverde montagepakking niet als u watervaste kit hebt aangebracht op het montageoppervlak. Het gebruik van de montagepakking en watervaste kit kan het systeem minder waterbestendig maken. À Á  ® Hiermee sluit u de stereo aan op de kabelgeleider voor aux-ingang 2, en voor de lijn- en subwooferuitgangen voor zone 3 en 4. Hiermee sluit u de stereo aan op de kabelgeleider voor aux-ingang 1, en voor de lijn- en subwooferuitgangen voor zone 1 en 2. Hiermee sluit u de stereo aan op de kabelgeleider voor de voeding en luidsprekers. Identificatie van kabelgeleider en connector 13 Plaats het systeem in de opening. 14 Bevestig het systeem op het montageoppervlak met de meegeleverde schroeven Â. U dient de schroeven handmatig vast te draaien als u het systeem bevestigt op het montageoppervlak om te voorkomen dat ze te strak worden aangedraaid. 15 Klik de schroefafdekkingen op hun plaats Ã. Aandachtspunten bij de aansluiting De stereo functioneert alleen naar behoren als deze is aangesloten op een voedingsbron, luidsprekers en invoerbronnen. U dient de lay-out van de stereo, de luidsprekers, de invoerbronnen, het optionele NMEA 2000 netwerk en de optionele FUSION PartyBus™toestellen of het netwerk zorgvuldig te plannen voordat u de aansluitingen maakt. Draad of functie van RCAconnector Kleur Opmerkingen gestripte draad of naam RCAlabel Aarding (-) Zwart Hiermee maakt u verbinding met de negatieve pool van een voedingsbron van 12 V gelijkstroom die 15 A kan leveren. Sluit deze draad aan voordat de gele draad wordt aangesloten. Alle op de stereo aangesloten accessoires dienen te zijn voorzien van een gezamenlijke aarding (Aansluiten op de voeding, pagina 3). Voeding (+) Geel Hiermee maakt u verbinding met de positieve pool van een voedingsbron van 12 V gelijkstroom die 15 A kan leveren. Poortidentificatie 2 Installatie-instructies voor de Apollo RA770 Draad of functie van RCAconnector Kleur Opmerkingen gestripte draad of naam RCAlabel Draad of functie van RCAconnector Kleur Opmerkingen gestripte draad of naam RCAlabel Startcontact Rood Wordt aangesloten op een apart geschakelde 12 V gelijkstroomaansluiting, zoals een startcontact, om de stereo in of uit te schakelen. Als u geen geschakelde 12 V gelijkstroomaansluiting gebruikt, dient u deze draad aan te sluiten op dezelfde bron als de gele (voedings)draad. Lijnuitgang van zone 3 (links) Lijnuitgang van zone 3 (rechts) Subwooferuitgang van zone 3 ZONE 3 ZONE 3 SUB OUT Heeft een uitgang naar een externe versterker en is gekoppeld aan de volumeregelaar voor zone 3. Elke subwooferkabel heeft een enkelvoudige mono-uitgang naar een ingeschakelde subwoofer of subwooferversterker. Versterker aan Blauw Wordt aangesloten op optionele externe versterkers, zodat deze kunnen worden ingeschakeld wanneer de stereo wordt ingeschakeld. Lijnuitgang van zone 4 (links) Lijnuitgang van zone 4 (rechts) Subwooferuitgang van zone 4 ZONE 4 ZONE 4 SUB OUT Tele-dempen Bruin Wordt geactiveerd bij verbinding met aarde. Wanneer u deze draad bijvoorbeeld hebt verbonden met een compatibele handsfree mobiele set, wordt het geluid gedempt of wordt de invoer overgeschakeld naar Aux1 wanneer er een oproep binnenkomt en de set deze draad verbindt met de aarde. U kunt deze functie inschakelen in het instellingenmenu. Heeft een uitgang naar een externe versterker en is gekoppeld aan de volumeregelaar voor zone 4. Elke subwooferkabel heeft een enkelvoudige mono-uitgang naar een ingeschakelde subwoofer of subwooferversterker. Dimmen Oranje Hiermee maakt u verbinding met de verlichtingskabel van de boot om het stereoscherm te dimmen wanneer de lichten aan zijn. De dikte van de verlichtingskabel moet geschikt zijn voor de zekering die is aangesloten op het circuit. Luidsprekerzone 1 Wit links (+) Luidsprekerzone 1 Wit/zwart links (-) Luidsprekerzone 1 Grijs rechts (+) Luidsprekerzone 1 Grijs/zwart rechts (-) Luidsprekerzone 2 Groen links (+) Luidsprekerzone 2 Groen/zwart links (-) Luidsprekerzone 2 Paars rechts (+) Aux-ingang 2 links AUX IN 2 Aux-ingang 2 rechts Heeft een RCA-stereolijningang voor audiobronnen, zoals cd- en MP3spelers. Aansluiten op de voeding Wanneer het systeem wordt aangesloten op de voeding, is het belangrijk om beide voedingsdraden aan te sluiten. U dient de gele voedingsdraad rechtstreeks aan te sluiten op de batterij. Deze levert stroom aan het systeem en een constante druppelstroom in stand-by. De rode signaaldraad dient te worden aangesloten op dezelfde batterij via het contactslot of een andere handmatige schakelaar om het systeem in en uit te schakelen. Als u de rode draad niet verbindt met het contactslot of een andere handbediende schakelaar, kunt u de rode draad aansluiten op de gele draad en ze beide aansluiten op de positieve pool (+) van de batterij. U dient de voedingsdraden met een zekering of stroomonderbreker van 15 A aan te sluiten op de batterij. Gebruik draden met een doorsnede van 2,08 mm2 (14 AWG) als de gele voedingsdraad en de zwarte aardedraad moeten worden verlengd. Gebruik draden met een doorsnede van 3,31 mm² (12 AWG) voor verlengingen van meer dan 1 m (3 ft.). Gebruik draden met een doorsnede van 0,33 mm2 (22 AWG) als de rode draad moet worden verlengd. 1 Leid de gele voedingsdraad À, de rode signaaldraad Á en de zwarte aardedraad  naar de batterij en leid de stekker van de kabelgeleider naar het stereosysteem. Sluit de kabelgeleider niet aan op het systeem totdat alle blootliggende draadaansluitingen zijn bevestigd. Luidsprekerzone 2 Paars/zwart rechts (-) Lijnuitgang van zone 1 (links) Lijnuitgang van zone 1 (rechts) Subwooferuitgang van zone 1 ZONE 1 ZONE 1 SUB OUT Heeft een uitgang naar een externe versterker en is gekoppeld aan de volumeregelaar voor zone 1. Elke subwooferkabel heeft een enkelvoudige mono-uitgang naar een ingeschakelde subwoofer of subwooferversterker. Lijnuitgang van zone 2 (links) Lijnuitgang van zone 2 (rechts) Subwooferuitgang van zone 2 ZONE 2 ZONE 2 SUB OUT Heeft een uitgang naar een externe versterker en is gekoppeld aan de volumeregelaar voor zone 2. Elke subwooferkabel heeft een enkelvoudige mono-uitgang naar een ingeschakelde subwoofer of subwooferversterker. Aux-ingang 1 links AUX IN 1 Aux-ingang 1 rechts Heeft een RCA-stereolijningang voor audiobronnen, zoals cd- en MP3spelers. Installatie-instructies voor de Apollo RA770 2 Sluit de zwarte draad aan op de negatieve pool (-) van de accu. 3 Als u de rode draad verbindt met het contactslot of een andere handbediende schakelaar Ã, sluit u de rode signaaldraad aan op het contactslot of de schakelaar. 4 Sluit de rode draad aan op de gele draad, installeer een zekering van 15 A Ä zo dicht mogelijk bij de batterij en verbind beide draden met de positieve pool (+) van de batterij. OPMERKING: Als u de rode draad verbindt via een zekeringsschakelaar, is het niet nodig om de rode draad op 3 de gele draad aan te sluiten of een extra zekering aan de rode draad toe te voegen. Luidsprekerzones U kunt luidsprekers in één gebied groeperen in een luidsprekerzone. Hierdoor kunt u het geluidsniveau van de zones apart regelen. U kunt bijvoorbeeld het geluid in de cabine zachter zetten en aan dek harder. Per kanaal in elke zone kunnen maximaal twee paar luidsprekers parallel worden geschakeld. Een zone kan maximaal vier luidsprekers verwerken met gebruik van de geïntegreerde versterker. Voeding voor zone 1 en 2 wordt geleverd via de ingebouwde versterker. Als u de RCA-lijnuitgangen en de RCAsubwooferuitgangen voor zone 1 en 2 wilt gebruiken, moet u externe versterkers aansluiten. Zone 3 en 4 zijn uitsluitend beschikbaar als uitvoer op lijnniveau. Als u de RCA-lijnuitgangen en de RCA-subwooferuitgangen voor zone 3 en 4 wilt gebruiken, moet u externe versterkers aansluiten. U kunt de balans, het maximale volume, de toon, het subwooferniveau, de subwooferfrequentie en de naam van elke zone instellen en de andere zonespecifieke instellingen configureren. Onderdeel Beschrijving Luidsprekers van zone 2  à Signaaldraad versterker aan U dient deze draad aan te sluiten op elke versterker die is aangesloten op een lijnuitgang van een zone. Ingeschakelde versterker aangesloten op de lijnuitgang van zone 2 Ä Lijnuitgang van zone 2 en subwooferuitgang Elke subwooferkabel heeft een enkelvoudige monouitgang naar een ingeschakelde subwoofer of subwooferversterker. Å Subwoofer Æ Bedradingsschema NMEA 2000 systeem Bedradingsvoorbeeld voor systeem met enkele zone À Á À Á Luidsprekers Waterdichte aansluiting Uitgebreide systeembedrading Dit diagram illustreert een systeeminstallatie met een externe versterker en subwoofer die zijn aangesloten op zone 2 van de stereo. U kunt een versterker en een subwoofer aansluiten op één, enkele of alle van de vier zones van de stereo. Â Ã Ä Å Æ Ç È É Stereo Ondersteunde kaartplotter-MFD of compatibele FUSION NMEA 2000 afstandsbediening In-line schakelaar NMEA 2000 voedingskabel NMEA 2000 netwerkkabel vanaf de stereo, maximaal 6 m (20 ft.) NMEA 2000 netwerkkabel vanaf MFD van de kaartplotter of compatibele FUSION NMEA 2000 afstandsbediening Voeding van 9 -16 V gelijkstroom NMEA 2000 afsluitweerstand of backbone-kabel NMEA 2000 T-connector NMEA 2000 afsluitweerstand of backbone-kabel Bekabelde afstandsbediening configureren LET OP De stereo is standaard geconfigureerd voor een NMEA 2000 netwerk en de optie NRX-VOEDING moet alleen worden ingeschakeld als een optionele afstandsbediening direct met de stereo is verbonden. Als u deze optie inschakelt wanneer de stereo met een NMEA 2000 netwerk is verbonden, kunnen andere toestellen in het NMEA 2000 netwerk beschadigd raken. Onderdeel Beschrijving À Á 4 Luidsprekers van zone 1 Waterdichte aansluiting Aanvullende configuratie is nodig als u een optionele, bekabelde NRX afstandsbediening rechtstreeks op de stereo aansluit, in plaats van via een NMEA 2000 netwerk. > > NMEA. 1 Selecteer 2 Selecteer een optie: • Als u zowel uw stereo als uw optionele bekabelde afstandsbediening hebt aangesloten op een NMEA 2000 netwerk, moet u zorgen dat de optie NRX-VOEDING is uitgeschakeld. Op deze manier kan de afstandsbediening stroom ontvangen van het NMEA 2000 netwerk. • Als u de optionele bekabelde afstandsbediening rechtstreeks met de NMEA 2000 connector op de stereo Installatie-instructies voor de Apollo RA770 hebt aangesloten, selecteert u de optie NRX-VOEDING. Op deze manier kan de stereo de optionele afstandsbediening voorzien van stroom. FUSION PartyBus netwerken Voorbeeld van een bekabeld netwerk voor directe aansluitingen U dient één FUSION PartyBus toestel te configureren als een DHCP-server als u twee toestellen rechtstreeks op elkaar aansluit. Gebruik de functie FUSION PartyBus netwerken om meerdere compatibele stereo's en zonestereo's samen aan te sluiten op een netwerk, met gebruik van een combinatie van kabelverbindingen en draadloze verbindingen. Een FUSION PartyBus stereo, zoals een Apollo RA770 stereo, kan bronnen streamen naar andere FUSION PartyBus toestellen die op het netwerk zijn aangesloten. Aangesloten FUSION PartyBus toestellen kunnen ook media afspelen op de FUSION PartyBus stereo. Een FUSION PartyBus zonestereo, zoals een Apollo SRX400 zone stereo kan streamen vanaf een FUSION PartyBus stereo, maar kan geen bronnen streamen naar andere FUSION PartyBus toestellen op het netwerk. U kunt maximaal acht FUSION PartyBus toestellen aansluiten op een netwerk. À Á FUSION PartyBus stereo FUSION PartyBus zonestereo Voorbeeld van een bekabeld netwerk met een schakelaar of router U dient bekabelde netwerkschakelaars, een bekabelde netwerkrouter of allebei te gebruiken als u meer dan twee FUSION PartyBus toestellen wilt aansluiten. In de bovenstaande afbeelding is één Apollo RA770 stereo À verbonden met een draadloze router Á en met twee Apollo SRX400 zonestereo's Â. De twee FUSION PartyBus zonestereo's kunnen bronnen streamen vanaf de FUSION PartyBus stereo. Een FUSION PartyBus zonestereo is niet hetzelfde als een luidsprekerzone. Het is een onafhankelijke stereo die media van aangesloten bronnen kan afspelen of kan streamen vanaf een FUSION PartyBus stereo op het netwerk. U kunt een FUSION PartyBus zonestereo, zoals een Apollo SRX400 zonestereo, aansluiten op één luidsprekerzone Ã. U kunt een FUSION PartyBus stereo, zoals een Apollo RA770 stereo, aansluiten op meerdere luidsprekerzones Ä om een groter gebied met die stereo te dekken. FUSION PartyBus toestellen kunnen niet het luidsprekervolume van een andere stereo regelen. U kunt alleen het volume aanpassen van luidsprekers of luidsprekerzones die rechtstreeks zijn aangesloten op de stereo. Aandachtspunten bij bekabelde netwerken Overweeg de volgende aandachtspunten voor alle bekabelde verbindingen bij het plannen van uw netwerkinstallatie. • Kabelverbindingen zijn betrouwbaarder dan draadloze verbindingen. Gebruik bij het plannen van uw netwerk waar mogelijk netwerkkabels om FUSION PartyBus toestellen aan te sluiten op het netwerk. • U dient toestellen aan te sluiten met gebruik van standaard Cat5e- of Cat6-netwerkkabels met RJ45-stekkers. • U kunt één netwerkkabel gebruiken om twee compatibele toestellen rechtstreeks op elkaar aan te sluiten. • U moet wellicht bekabelde netwerkschakelaars en bekabelde of draadloze netwerkrouters gebruiken als u meer dan twee compatibele stereo's op een netwerk wilt aansluiten. • Als u een router installeert op het netwerk, dient u deze standaard te configureren als de DHCP-server. Raadpleeg de routerinstructies voor meer informatie. • Als u geen router installeert op het netwerk, dient u één FUSION PartyBus toestel te configureren als de DHCPserver. Installatie-instructies voor de Apollo RA770 À Á  FUSION PartyBus stereo Bekabelde netwerkschakelaar of bekabelde netwerkrouter FUSION PartyBus zonestereo Aandachtspunten bij draadloze netwerken Overweeg de volgende aandachtspunten voor alle draadloze verbindingen bij het plannen van uw netwerk. • Kabelverbindingen zijn betrouwbaarder dan draadloze verbindingen. U dient uw netwerk zodanig te plannen dat netwerkkabels worden gebruikt, maar als dat niet mogelijk is, zijn FUSION PartyBus toestellen compatibel met Wi‑Fi . U kunt ze verbinden met draadloze routers of toegangspunten. • U kunt een FUSION PartyBus toestel configureren als een draadloos toegangspunt, zodat u toestellen in het draadloze bereik kunt verbinden. • Als u een draadloze router installeert op het netwerk, dient u deze standaard te configureren als de DHCP-server. Raadpleeg de instructies bij de draadloze router voor meer informatie. • Als u geen router of draadloze router installeert op het netwerk, dient u één FUSION PartyBus toestel te configureren als de DHCP-server. • U kunt een willekeurig FUSION PartyBus toestel in het bekabelde netwerk configureren als een draadloos toegangspunt, zelfs als u een draadloze router of extra draadloze toegangspunten in het netwerk installeert. Dit is handig voor toegang tot toestellen binnen het bereik van de stereo, maar buiten het bereik van de andere draadloze toegangspunten. ® 5 • Als u een FUSION PartyBus toestel draadloos aansluit op het netwerk, is het niet mogelijk om extra bekabelde FUSION PartyBus toestellen te verbinden met het toestel. • U kunt een smartphone verbinden met het draadloze netwerk om elke stereo in het netwerk te bedienen met gebruik van de FUSION-Link™ app. • U kunt een Apple toestel verbinden met het draadloze netwerk om media met gebruik van Apple AirPlay te streamen naar één stereo in het netwerk. ® ® Voorbeeld van draadloos toegangspunt À Á  FUSION PartyBus stereo FUSION PartyBus zonestereo Smartphone met gebruik van de FUSION-Link app Deze instructies helpen u de grondbeginselen van het opzetten en configureren van een netwerk uit te voeren en zijn van toepassing op de meeste situaties. Als u geavanceerde netwerktaken moet uitvoeren, zoals het toewijzen van statische IP-adressen aan toestellen op het netwerk of het configureren van geavanceerde instellingen op een aangesloten router, dient u wellicht een netwerkprofessional te raadplegen. 1 Bepaal de installatielocatie van de FUSION PartyBus toestellen die u wilt aansluiten op het netwerk. OPMERKING: Kabelverbindingen zijn betrouwbaarder dan draadloze verbindingen. Gebruik waar mogelijk netwerkkabels in plaats van draadloze verbindingen bij het plannen van uw netwerk. 2 Bepaal de installatielocatie van eventuele benodigde netwerkrouters of schakelaars. Leid de Cat5e- of Cat6-netwerkkabel naar de 3 installatielocaties van de stereo's, schakelaars en router. 4 Sluit de netwerkkabels aan op de stereo's, schakelaars en router. LET OP Voltooi de installatie van de stereo's nog niet. U dient het netwerk te testen voordat u de stereo's installeert. 5 Schakel alle toestellen die zijn aangesloten op het netwerk in, ook de draadloze toestellen. 6 Selecteer een optie: Voorbeeld van een draadloos netwerk met een bekabelde schakelaar of router À Á  à FUSION PartyBus stereo Bekabelde netwerkschakelaar of bekabelde netwerkrouter FUSION PartyBus zonestereo Smartphone met gebruik van de FUSION-Link app. Voorbeeld van een draadloos netwerk met een draadloze router of draadloos toegangspunt • Als u geen (bekabelde of draadloze) netwerkrouter gebruikt, configureert u een FUSION PartyBus toestel als de DHCP-server (Het FUSION PartyBus toestel instellen als de DHCP-server, pagina 6). Alle andere stereo's dienen hun standaardconfiguratie te gebruiken (automatisch IP). • Als u een (bekabelde of draadloze) netwerkrouter gebruikt, raadpleegt u indien nodig de documentatie bij uw router om te lezen hoe u de router als DHCP-server moet configureren. Alle stereo's dienen hun standaardconfiguratie te gebruiken (automatisch IP). Configureer indien nodig een stereo als een draadloos 7 toegangspunt (Het FUSION PartyBus toestel instellen als een draadloos toegangspunt, pagina 7). 8 Configureer indien nodig een FUSION PartyBus stereo of zonestereo om te verbinden met een draadloos toegangspunt of een draadloze router (Het FUSION PartyBus toestel verbinden met een draadloos toegangspunt, pagina 7). 9 Test het netwerk door op elk toestel op het netwerk een lijst met FUSION PartyBus toestellen weer te geven. Selecteer daarna een optie: • Als niet alle FUSION PartyBus toestellen beschikbaar zijn op het netwerk, dient u de netwerkproblemen op te lossen (Netwerkproblemen oplossen, pagina 7). • Als alle FUSION PartyBus toestellen beschikbaar zijn op het netwerk, voltooit u indien nodig de installatie voor elke stereo. Netwerkconfiguratie TIP: U kunt het netwerkstatuspictogram vanuit elk scherm selecteren om het netwerkconfiguratiemenu te openen. À Á  à FUSION PartyBus stereo Draadloze netwerkrouter of draadloos toegangspunt FUSION PartyBus zonestereo Smartphone met gebruik van de FUSION-Link app Een netwerk opzetten U dient de grondbeginselen van netwerken te kennen wanneer u een netwerk voor FUSION PartyBus toestellen opzet. 6 Het FUSION PartyBus toestel instellen als de DHCP-server Als u twee FUSION PartyBus toestellen rechtstreeks op elkaar hebt aangesloten of als u meer dan twee toestellen met gebruik van een netwerkschakelaar hebt aangesloten en geen router hebt geïnstalleerd, dient u slechts één FUSION PartyBus stereo te configureren als de DHCP-server. Selecteer > > NETWERK > GEAVANCEERD > DHCPSERVER > DHCP INGESCHAKELD > SLA OP. Installatie-instructies voor de Apollo RA770 Het FUSION PartyBus toestel instellen als een draadloos toegangspunt Voordat u extra FUSION PartyBus toestellen of smartphones draadloos kunt verbinden met een FUSION PartyBus toestel, dient u minstens één toestel te configureren als een draadloos toegangspunt. Dit is niet nodig als u een draadloze router of een ander draadloos toegangspunt hebt geïnstalleerd in het netwerk. > > NETWERK > WIFI TOEGANGSPUNT. 1 Selecteer 2 Selecteer SSID en voer de SSID, of naam, voor het draadloze toegangspunt in. 3 Selecteer AP-BEVEILIGING en selecteer het type beveiliging voor het toegangspunt (optioneel). OPMERKING: Het wordt sterk aangeraden dat u de APBEVEILIGING instelt op WPA2 PERSONAL. Dit is het meest gebruikte en veilige draadloze beveiligingsprotocol. 4 Selecteer WACHTWOORD en voer een wachtwoord voor het toegangspunt in (optioneel). 5 Selecteer zo nodig LAND en selecteer uw regio. 6 Selecteer SLA OP. Het FUSION PartyBus toestel verbinden met een draadloos toegangspunt > > NETWERK > WIFI CLIENT > SSID. 1 Selecteer Er verschijnt een lijst met draadloze toegangspunten die binnen bereik zijn. 2 Selecteer het FUSION PartyBus draadloze toegangspunt. 3 Selecteer een optie: • Voer het wachtwoord in door WACHTWOORD te selecteren, het wachtwoord in te voeren en te selecteren. • Als u verbinding maakt met het draadloze toegangspunt via WPS, controleert u of de WPS op het toegangspunt is ingeschakeld en selecteert u WPS. OPMERKING: Het kan tot twee minuten duren om verbinding te maken met het toegangspunt nadat u WPS hebt geselecteerd. 4 Selecteer SLA OP. Netwerkinstellingen herstellen U kunt de fabrieksinstellingen van alle netwerkinstellingen voor deze stereo herstellen. Selecteer > > NETWERK > HERSTEL > JA. Geavanceerde netwerkconfiguratie U kunt geavanceerde netwerktaken uitvoeren voor een FUSION PartyBus toestel, zo kunt u het DHCP-bereik definiëren en statische IP-adressen instellen. Raadpleeg de gebruikershandleiding voor meer informatie. Netwerkproblemen oplossen Controleer het volgende als u de FUSION PartyBus toestellen niet ziet op het netwerk of er niet mee kunt verbinden: • Controleer of slechts één toestel, hetzij een stereo of een router, is geconfigureerd als een DHCP-server. • Controleer of alle FUSION PartyBus toestellen, netwerkschakelaars, routers en draadloze toegangspunten zijn ingeschakeld en verbonden met het netwerk. • Controleer of draadloze FUSION PartyBus toestellen zijn verbonden met een draadloze router of een draadloos toegangspunt in het netwerk. • Als u vaste IP-adressen configureert, controleert u of elk toestel een uniek IP-adres heeft, dat de eerste drie sets cijfers in de IP-adressen overeenkomen en dat de subnetmaskers op elk toestel identiek zijn. • Herstel de standaardwaarden van alle netwerkinstellingen als u configuratiewijzigingen hebt aangebracht die mogelijk de oorzaak van de netwerkproblemen zijn. Installatie-instructies voor de Apollo RA770 Stereo-informatie Specificaties Algemeen Gewicht 750 g (26,5 oz.) Waterbestendigheid IEC 60529 IPX7 (alleen voorkant stereo, indien juist geïnstalleerd) Bedrijfstemperatuurbereik Van 0 tot 50°C (van 32 tot 122°F) Bereik opslagtemperatuur Van -20 tot 70°C (van -4 tot 158°F) Ingangsspanning Van 10,8 tot 16 V gelijkstroom Stroom (max.) 15 A Stroom (gedempt) Minder dan 900 mA Stroom (uit, stand-bymodus ingeschakeld) 110 mA Stroom (uit, stand-bymodus uitgezet) 80 mA Zekering 15 A, klein en plat NMEA 2000 LEN 1 (50 mA) Bluetooth draadloos bereik Tot 10 m (30 ft.) ANT draadloos bereik Tot 3 m (10 ft.) Draadloze frequenties/ draadloze protocollen Wi‑Fi 2,4 GHz bij +15 dBm nominaal Bluetooth 2,4 GHz bij +10 dBm nominaal ANT 2,4 GHz bij +4 dBm nominaal Kompasveilige afstand 15 cm (5,9 in.) ® ® Ingebouwde klasse D versterker Uitgangsvermogen muziek per kanaal 4 x 70 W max. 2 ohm Totale output piekvermogen 280 W max. Uitgangsvermogen per kanaal 4 x 43 W RMS bij 14,4 Vdc invoer, 2 ohm, 10% THD* 4 x 26 W RMS bij 14,4 Vdc invoer, 4 ohm, 10% THD* Lijnuitgangsniveau (max.) 5,5 V (piek-naar-piek) Aux-ingangsniveau (normaal) 1 V RMS *De stereo kan het uitgangsvermogen beperken om te voorkomen dat de versterker oververhit raakt en de audiodynamiek behouden blijft. Tuner Europa en Australazië VS Japan Bereik FM-radiofrequenties 87,5 tot 108 MHz 87,5 tot 107,9 MHz 76 tot 95 MHz FM-frequentiestap 50 kHz 200 kHz 50 kHz Bereik AM-radiofrequenties 522 tot 1620 kHz 530 tot 1710 kHz 522 tot 1620 kHz AM-frequentiestap 9 kHz 10 kHz 9 kHz Tekeningen stereo-afmeting Afmetingen voorkant 7 haar dochtermaatschappijen. Deze handelsmerken mogen niet worden gebruikt zonder uitdrukkelijke toestemming van Garmin. 192 mm (7,56 inch) À Á 82 mm (3,23 inch) Apple ,AirPlay , iPhone en iPod touch zijn handelsmerken van Apple Inc., geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen. App Store is een servicemerk van Apple Inc., geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen. Android™ en Google Play™ zijn handelsmerken van Google Inc. Het Bluetooth woordmerk en logo's zijn eigendom van Bluetooth SIG, Inc. en voor het gebruik van deze merken door Garmin is een licentie verkregen. NMEA 2000 en het NMEA 2000 logo zijn gedeponeerde handelsmerken van de National Maritime Electronics Association. SiriusXM is een geregistreerd handelsmerk van SiriusXM Radio Inc. Wi‑Fi is een geregistreerd merk van Wi-Fi Alliance Corporation. Overige handelsmerken en merknamen zijn het eigendom van hun respectieve eigenaars. ® ® ® ® SM Afmetingen zijkant ® ® ® ® 20,4 mm (0,8 inch) À Á  99 mm (3,9 inch) 50 mm (1,97 inch) Afmetingen bovenkant 164 mm (6,5 inch) À Á  20,4 mm (0,8 inch) 10 mm (0,39 inch) Uw Apollo RA770 registreren Vul de onlineregistratie vandaag nog in zodat wij u beter kunnen helpen. • Ga naar www.fusionentertainment.com. • Bewaar uw originele aankoopbewijs of een fotokopie op een veilige plek. Software-updates U bereikt de beste resultaten en garandeert compatibiliteit als u tijdens de installatie de software bijwerkt in alle FUSION toestellen. U kunt de software bijwerken met de FUSION-Link app op afstand van uw compatibele Apple of Android™ toestel, of met een USB-flashstation. Als u de app wilt downloaden en de toestelsoftware wilt bijwerken, gaat u naar de Apple App Store of de Google Play™ store. Software-updates en instructies over het bijwerken van het toestel met gebruik van het USB-flashstation vindt u op de productpagina van het toestel op www.fusionentertainment.com /marine. SM © 2018 Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen Garmin , ANT , FUSION en het Fusion logo zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen, geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen. Apollo™, FUSION-Link™, en FUSION PartyBus™ zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of ® ® ® www.fusionentertainment.com
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8

Fusion MS-RA770 Installatie gids

Type
Installatie gids