Victron energy Lithium iron phosphate (LiFePO4) battery Smart de handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Victron energy Lithium iron phosphate (LiFePO4) battery Smart de handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
1
EN NL FR DE ES IT
1 Veiligheidsricht-
lijnen en maat-
regelen
1.1 Algemene
voorschriften
Neem deze aanwijzingen in acht
en bewaar deze in de buurt van
de li-ionaccu om later nog te
kunnen raadplegen.
Werkzaamheden aan de li-
ionaccu dienen enkel door
gekwalificeerd personeel te
worden uitgevoerd.
Draag bij het uitvoeren van
werkzaamheden aan de li-
ionaccu een veiligheidsbril en
beschermende kleding.
Onbeschermd accumateriaal,
zoals elektrolyt of poeder op de
huid of in de ogen moet direct
ruimschoots worden gespoeld
met schoon water. Raadpleeg
daarna een arts. Gemorst
materiaal op kleding dient met
water uitgespoeld te worden.
Explosie- en brandgevaar. De
polen van de li-ion accu zijn altijd
spanningsvoerend; plaats daarom
geen voorwerpen of gereedschap
op de li-ionaccu. Voorkom
kortsluiting, te diepe ontlading en
de hoge laadstromen. Gebruik
geïsoleerd gereedschap. Draag
geen metalen voorwerpen, zoals
horloges, armbandjes, enz.
Gebruik in geval van brand een
schuim- of CO2-brandblusser van
type D.
Probeer nooit om de li-ionaccu te
openen of te demonteren.
Elektrolyt is zeer agressief. Onder
normale gebruiksomstandigheden
is het contact met het elektrolyt
onmogelijk. Als de behuizing van
de accu beschadigd is, raak dan
niet het blootliggende elektrolyt of
poeder aan, omdat dit agressief
is.
Een te diepe ontlading beschadigt
de li-ionaccu zwaar en kan zelfs
gevaarlijk zijn. Daarom is het
gebruik van een extern
veiligheidsrelais verplicht.
Lithium-ionaccu's zijn zwaar. Bij
een ongeluk kunnen deze een
projectiel worden! Zorg voor een
goede en veilige montage en
gebruik altijd een geschikte
uitrusting voor het transport.
Ga voorzichtig met lithium-
ionaccu's om, omdat deze
gevoelig zijn voor mechanische
schokken.
Als de li-ionaccu wordt opgeladen
nadat deze tot onder de
uitschakelspanning was ontladen
of als de li-ionaccu is beschadigd
of overladen, dan kunnen uit de li-
ionaccu een schadelijk mengsel
van gassen, zoals fosfaat,
ontsnappen.
Door het niet in acht nemen
van de gebruiksaanwijzingen,
het uitvoeren van reparaties
met niet-originele onderdelen
of het uitvoeren van reparaties
zonder toestemming vervalt de
garantie.
2
EN NL FR DE ES IT
1.2 Transport-
waarschuwingen
De li-ionaccu moet worden
getransporteerd in de originele of
gelijkwaardige verpakking en in
rechtop staande positie.
Als de accu in de verpakking zit,
gebruik dan zachte lussen om
beschadiging te voorkomen.
Ga niet onder een li-ionaccu
staan als deze wordt getild. Til de
accu nooit op aan de polen, enkel
aan de handvaten.
De accu's worden getest volgens
het UN handboek voor tests en
criteria, deel III, lid 38.3
(ST/SG/AC.10/11/Rev.5).
Bij het transport valt de accu
onder de categorie UN3480,
klasse 9, verpakkingsgroep II en
dient conform deze
regels te worden getransporteerd.
Dat betekent dat de accu bij
transport over land of over zee
(ADR, RID & IMDG) moeten
worden verpakt conform de
verpakkingsinstructie P903 en bij
luchttransport (IATA) conform de
verpakkingsinstructie P965. De
originele verpakking voldoet aan
deze instructies.
1.3 Afvalverwijdering van
lithium-ionaccu's
Accu's die voorzien zijn van het
recyclingsymbool moeten worden
verwerkt door een erkend
recyclingbedrijf. Door
overeenkomst kunnen de accu's
worden retour gestuurd naar de
fabrikant. Accu's mogen niet
worden weggegooid als
huishoudelijk of industrieel
afval.
Lekvrij
3
EN NL FR DE ES IT
2 Algemene informatie over lithium-ijzer-
fosfaataccu's
Lithium-ijzerfosfaat (LiFePO4 of LFP) is de veiligste van de voornaamste
lithium-ionaccutypes. De nominale spanning van een LFP-cel is 3,2V
(loodzuur: 2V/cel). Een 12,8V LFP-accu bestaat daarom uit 4 in serie
geschakelde cellen; en een 25,6V LFP-accu bestaat uit 8 in serie geschakelde
cellen.
2.1 Robuust
Een loodzuuraccu zal vroegtijdig uitvallen door sulfatering:
Als deze gedurende langere periodes in de tekortmodus werkt (als
de accu zelden of nooit volledig wordt geladen).
Als de accu deels opgeladen of nog erger, volledig ontladen wordt
gelaten.
Een LFP-accu hoeft niet volledig te worden opgeladen. Dit is een groot
voordeel van LFP vergeleken met loodzuur.
Andere voordelen zijn een groot bereik van de bedrijfstemperatuur,
uitstekende cyclusprestaties, een lage interne weerstand en een hoge
efficiëntie (zie hieronder).
LFP is daarom de juiste keuze voor zeer veeleisende toepassingen.
2.2 Efficiënt
Energie-efficiëntie kan bij diverse toepassingen (vooral bij autonome zonne-
en/of windenergie) van wezenlijk belang zijn.
De energie-efficiëntiecyclus (ontladen vanaf 100% tot 0% en terug naar 80%
opgeladen) van de gemiddelde loodzuuraccu is 80%.
De energie-efficiëntiecyclus van een LFP-accu is 92%.
Het laadproces van loodzuuraccu's wordt vooral inefficiënt als de laadstatus
van 80% is bereikt, hetgeen resulteert in een efficiëntie van 50% of nog
minder in zonne-energiesystemen die een aantal dagen reserve-energie
vereisen (accu die met een laadstatus van 70% tot 100% werkt).
Een LFP-accu heeft daarentegen nog een efficiëntie van 90% bij lichte
ontladingen.
2.3 Afmeting en gewicht
Bespaart tot 70% aan ruimte
Is tot 70% lichter in gewicht
2.4 Eindeloze flexibiliteit
LFP-accu's zijn eenvoudiger op te laden dan loodzuuraccu's. Hun
laadspanning varieert van 14 V tot 15 V resp. 28 V tot 30 V (zolang er geen
cel wordt blootgesteld aan meer dan 4,2 V) en ze hoeven niet volledig te
worden geladen. Daarom kunnen er meerdere accu's parallel worden
4
EN NL FR DE ES IT
geschakeld en treedt er geen schade op als een aantal accu's minder
opgeladen is dan andere.
2.5 Waarom is een accubeheersysteem (BMS) essentieel?
Belangrijke feiten:
1. Een LFP-cel zal uitvallen als de spanning van de cel onder de 2,5V
daalt (opmerking: herstel door opladen met een lage stroom van
minder dan 0,1C is soms mogelijk).
2. Een LFP-cel zal uitvallen als de spanning van de cel boven de 4,2V
komt.
3. De cellen van een LFP-accu worden aan het einde van de laadcyclus
niet automatisch uitgebalanceerd.
De cellen in een accu zijn niet 100% identiek. Hierdoor worden sommige
cellen tijdens de laad-ontlaadcycli sneller volledig opgeladen of ontladen dan
andere. De verschillen nemen toe als de cellen niet zo nu en dan worden
uitgebalanceerd/geëgaliseerd.
In een loodzuuraccu blijft zelfs, als één of meer cellen volledig zijn opgeladen,
een geringe stroom lopen (het grootste effect van deze stroom is het
uiteenvallen van water in waterstof en zuurstof). De stroom helpt om andere,
achterlopende cellen volledig op te laden, zodat de laadstatus van alle cellen
wordt geëgaliseerd.
De stroom die door een volledig opgeladen LFP-cel stroomt, is echter vrijwel
nul, zodat de achterlopende cellen niet volledig worden geladen. De
verschillen tussen cellen kunnen op den duur zo groot worden dat, ook al blijft
de totale accuspanning binnen de limieten, sommige cellen kapot gaan door
over- of onderspanning. Actieve celbalancering is ingebouwd in al onze LFP-
batterijen
De bijkomende functies van een BMS zijn:
- Voorkomt onderspanning van de cel door de belasting vroegtijdig
los te koppelen.
- Voorkomt overspanning van de cel door de laadstroom te
verminderen of het laadproces te stoppen.
- Schakelt het systeem uit bij een te hoge temperatuur.
- Stopt het opladen van de batterij bij een te lage temperatuur.
Een BMS is daarom onmisbaar om schade aan lithium-ionaccu’s te
voorkomen.
Belangrijke aanwijzing
Lithium-ionaccu's zijn duur en kunnen beschadigd raken door te diepe
ontlading of overlading.
Beschadiging als gevolg van te diepe ontlading kan optreden als lage
belastingen (zoals: alarmsystemen, relais, stand-by-stroom van bepaalde
5
EN NL FR DE ES IT
belastingen, retourstroomverbruik van acculaders of ladingsregelaars)
langzaam de accu ontladen als het systeem niet in gebruik is.
Koppel in geval van twijfel over een mogelijke reststroomstoot de accu los
door de accuschakelaar te openen, de accuzekering(en) te verwijderen of de
pluspool van de accu los te koppelen als het systeem niet in gebruik is.
Een restontladingsstroom is vooral gevaarlijk als het systeem volledig is
ontladen en door te lage celspanning is uitgeschakeld. Na een uitschakeling
door een te lage celspanning resteert een reservecapaciteit van ongeveer 1Ah
per 100Ah accucapaciteit in de accu. De accu zal beschadigd raken als de
resterende reservecapaciteit aan de accu wordt onttrokken. Een reststroom
van 10mA kan bijvoorbeeld een 200Ah-accu beschadigen als het systeem
gedurende meer dan 8 dagen in ontladen toestand blijft.
3 Installatie
Opmerking: Accu's moeten altijd rechtop worden geïnstalleerd.
Maximum koppel
LiFePO4 accu 12,8V/60Ah Smart: 10 Nm (M6)
LiFePO4 accu 12,8V/90Ah Smart: 14 Nm (M8)
LiFePO4 accu 12,8V/100Ah Smart: 10 Nm (M8)
LiFePO4 accu 12,8V/150Ah Smart: 10 Nm (M6)
LiFePO4 accu 12,8V/160Ah Smart: 14 Nm (M8)
LiFePO4 accu 12,8V/200Ah Smart: 14 Nm (M8)
LiFePO4 accu 12,8V/300Ah Smart: 20 Nm (M10)
LiFePO4 accu 25,6V/200Ah Smart: 14 Nm (M8)
3.1 Kortsluitingsbeveiliging
Installatie met een enkele accu
De accu moet beveiligd zijn met een zekering.
De accu moet worden aangesloten op een BMS.
Serie-aansluiting
Tot vier 12,8V-accu’s of tot twee 25,6V-accu’s kunnen in serie worden
aangesloten.
De accu's moeten worden aangesloten op een BMS.
De reeks accu's moet zijn beveiligd met een zekering.
Parallel of parallelle serie-aansluiting
Tot vijf accu's of accureeksen kunnen parallel worden aangesloten.
De accu's moeten worden aangesloten op een BMS.
Elke accu of accureeks moet zijn beveiligd met een zekering, zie
afbeelding 1.
Verbind de tussenliggende accu niet met accu-aansluitingen of twee of
meer parallelle accureeksen.
6
EN NL FR DE ES IT
3.2 Accu's vóór het gebruik opladen
De accu's zijn ca. 50% opgeladen als deze worden verzonden.
Als in serie aangesloten accu's worden opgeladen, stijgt de spanning of de
accu's of cellen met de hoogste beginlaadstatus als de accu volledig is
opgeladen, terwijl andere accu's of cellen misschien achterlopen. Dit kan
leiden tot overspanning bij de accu's of cellen met de hoogste beginlaadstatus
en dan wordt het laadproces door het BMS onderbroken.
Daarom moeten nieuwe accu's volledig worden opgeladen voordat deze
worden gebruikt in een serie- of in een serie-parallelconfiguratie.
Dit kan het beste plaatsvinden door de accu's individueel op te laden met een
lage stroom (C/20 of minder) met een lader of voeding die is ingesteld op
14,2V resp. 28,4V. Een absorptieperiode van meerdere uren bij 14,2V resp.
28,4V wordt geadviseerd om de cellen volledig te egaliseren.
Als er geen BMS wordt gebruikt, laad de accu dan alleen op als een
supervisor aanwezig is die het laadproces in geval van een storing van de
accu kan stoppen.
Een parallelle aansluiting van de accu's en het gelijktijdig opladen is ook
mogelijk. In dat geval moet elke accu zijn beveiligd met een zekering en
bedraagt de aanbevolen laadspanning weer C/20 of minder, waarbij C de
capaciteit is van één van de parallel aangesloten accu's.
4. Werking
4.1 Celbalancering en alarmen
Elke 12,8V accu bestaat uit vier in serie geschakelde cellen en het interne
celbalanceringssysteem:
a) Meet de spanning van elke cel en verplaats Ah van cellen met de
hoogste spanning naar cellen met een lagere spanning tot het
spanningsverschil tussen de cellen minder is dan 10 mV (actief
balanceren).
b) geeft een overspannings- (celspanning > 3,75V) of onderspannings-
(celspanning < 2,80V) alarm af dat door het BMS moet worden
verwerkt (zie 4.3).
c) geeft een overtemperatuur (T > 75°C) alarm af dat door het BMS
moet worden verwerkt.
d) Geeft een alarm voor een te lage temperatuur (T < 5°C) dat door het
BMS moet worden verwerkt (zie 4.4).
Opmerking:
De balans tussen de cellen van een accu of van in serie aangesloten accu’s
kan verstoord worden door hoge ontladingsstromen en korte
druppellaadperiodes.
De beschikbare accucapaciteit wordt dan verminderd en er kan een
celoverspannningsalarm optreden.
Ga te werk volgens de procedures beschreven in paragraaf 3.2 om de accu's
volledig op te laden en te egaliseren.
7
EN NL FR DE ES IT
4.2 Laadspanning
Aanbevolen laadspanning: 14V - 14,4V per accu (aanbevolen 14,2V),
respectievelijk 28V-28,8V (28,4V aanbevolen).
Absorptietijd: 2 uur voor 100% oplading of enkele minuten voor 98% oplading.
Maximale laadspanning: 14,4V resp. 28,8V per accu.
Aanbevolen opslag-/druppelladingsspanning: 13,5V resp. 27V per accu.
De accu's moeten regelmatig (minimaal elke maand) worden opgeladen tot
14V (max. 14,4V) om de cellen volledig in balans te brengen. Twee of vier in
serie geschakelde accu's dienen regelmatig tot 28V resp. 56V te worden
opgeladen.
4.3 Toegestane ontlading celvoltage
De drempel waaronder de batterij niet mag worden ontladen is standaard 2,8V
en is in de VictronConnect app configureerbaar (bereik 2,6V tot 2,8V).
4.4 Toegestane minimumtemperatuur laden
De drempel waaronder een alarm voor te lage temperatuur afgaat is
standaard 5°C en is in de VictronConnect app configureerbaar (bereik -20°C
tot +20°C).
Waarschuwing: het instellen van de temperatuur onder de 5°C laat de
garantie vervallen. Het opladen van een lithium-ijzerfosfaatbatterij onder de
5°C beschadigt permanent de chemische samenstelling waarbij de capaciteit
vermindert.
4.5 Accutemperatuur offset
De accutemperatuur wordt gebruikt om de temperatuuralarmen te activeren
en wordt weergegeven in de VictronConnect app. Om de nauwkeurigheid van
de temperatuurmeting te verbeteren, wordt deze intern gekalibreerd nadat de
batterij gedurende 4 uur inactief is geweest (er heeft geen balancering
plaatsgevonden).
Het resultaat van deze kalibratie is een temperatuurcompensatie van de accu,
die beschikbaar is als een gebruikersinstelling in de VictronConnect app
(bereik -10°C tot +10°C). Dit maakt handmatige correctie van de
accutemperatuur mogelijk, indien nodig.
Als de temperatuurcompensatie door de gebruiker wordt ingesteld terwijl
tijdens een autokalibratie, zal de autokalibratie worden afgebroken. De door
de gebruiker ingestelde waarde heeft voorrang.
8
EN NL FR DE ES IT
4.6 Accubeheersysteem (Battery Management System,
BMS)
Twee BMS staan ter beschikking om de informatie van de accu's te
verwerken.
4.6.1 BMS 12/200
Het BMS 12/200 is een eenvoudig all-in-one-oplossing die enkel bedoeld is
voor 12V-systemen.
Het bevat alle functies zoals beschreven onder paragraaf 4.1 plus een
wisselstroombegrenzer.
Zie voor meer informatie het datasheet en de handleiding op onze website.
4.6.2 VE.Bus BMS
Dit BMS is geschikt voor 12, 24 en 48V-systemen.
Zie voor meer informatie en installatievoorbeelden het datasheet en de
handleiding op onze website
.
Afbeelding 1: Systeemvoorbeeld met VE.Bus BMS
Gebruik Bluetooth om de batterij
en mobiele data te controleren
op een smartphone
/