- 4 -
NL
Inhoudsopgave
1800_NL-Inhalt_3843
Aanwijzingen voor
veilig werken
In deze handleiding
zijn alle plaatsen
die betrekking
hebben op de
veiligheid met dit
teken aangege-
ven.
Inhoudsopgave
GEBRUIKTE SYMBOLEN
CE-kenmerk ............................................................... 6
Veiligheidsaanwijzingen: ............................................ 6
Inleiding ..................................................................... 7
WAARSCHUWINGSAFBEELDING
Betekenis van de waarschuwingstekens ................... 8
PRESTATIEOMSCHRIJVING
Overzicht .................................................................... 9
Varianten .................................................................... 9
TREKKERVOORWAARDEN
Trekker ..................................................................... 10
Ballastgewichten ...................................................... 10
Hefinrichting (driepuntskoppeling) ........................... 10
Hydraulische regeling aan de hefinstallatie ............. 10
Noodzakelijke hydraulische aansluitingen ................11
Noodzakelijke stroomaansluitingen ..........................11
AANBOUW AAN DE TREKKER
Veiligheidsaanwijzingen ........................................... 12
Machine aan de trekker aanbouwen ........................ 12
Trekker aan de wagen aansluiten ............................ 13
Aansluiten van de verbindingskabels van de
frontmaai-installatie ...................................................14
Cardanas aankoppelen ............................................14
De snelheidsbewaking aansluitingen ........................14
Hydraulische aansluiting (variant ‘Power control’) ... 15
Let op de draairichting van de maaischijven ............ 16
Machine van de trekker afbouwen ............................17
ONTLASTING EN COLLISIEBEVEILIGING
Mechanische ontlasting van de maai-eenheden
(Select control) ......................................................... 18
Hydraulische ontlasting van de maai-eenheden
(Power control) ......................................................... 18
Collisiebeveiliging .................................................... 19
TRANSPORT
Veranderen van arbeidspositie in transportpositie ... 20
Heffen in wegtransportpositie .................................. 20
Neerlaten in veldtransportpositie ............................. 20
Rijden op de openbare weg ..................................... 21
Transportstand ......................................................... 21
SELECT CONTROL
Prestatiekenmerken van de terminal........................ 22
In gebruik nemen ..................................................... 22
Bedieningspaneel .................................................... 23
Functies ................................................................... 23
POWER CONTROL
Prestatiekenmerken van de terminal........................ 27
In gebruik nemen ..................................................... 28
Toetsenbezetting ...................................................... 29
Menustructuur .......................................................... 30
Menu's .................................................................... 31
Diagnosefunctie ....................................................... 42
ISOBUS -TERMINAL
Bedieningsstructuur – maaieenheid met ISOBUS-
aansluiting ................................................................ 45
Betekenis van de toetsen ......................................... 46
Diagnosefunctie ....................................................... 50
Configuratie-menu ....................................................51
Joystick - toewijzing maaier ..................................... 52
Instellen van de joystick ........................................... 52
Veiligheidsaanwijzingen ........................................... 53
Belangrijke informatie voordat met de
werkzaamheden wordt begonnen ............................ 53
GEBRUIK
Maaien ..................................................................... 55
Achteruitrijden .......................................................... 55
Collisiebeveiliging .................................................... 55
GEBRUIK
Gebruik op hellingen ................................................ 56
ZWADVORMER
Functiewijze ............................................................. 57
Instelmogelijkheden ................................................. 57
Optie ........................................................................ 58
Onderhoud ............................................................... 58
Monteren en demonteren van de zwadvormer ........ 58
TANDENKNEUZER = ED
Procedure ................................................................ 59
Algemene veiligheidsinstructies ............................... 59
Instelmogelijkheden ................................................. 59
Gebruik .................................................................... 61
Onderhoud ............................................................... 61
Rotortanden: ............................................................ 62
Verwijderen en monteren van de kneuzers ............. 62
Positie van de rotortanden aan de kneuzer ............. 63
WALSKNEUZER = RC
Veiligheidsaanwijzingen ........................................... 64
Functiewijze ............................................................. 64
Instelmogelijkheden ................................................. 65
Gebruik .................................................................... 65
Onderhoud ............................................................... 66
Walskneuzer voor Collector ..................................... 69
Onderhoud van de rotortanden: ............................... 70
KNEUZER VERVANGEN
Functiewijze ............................................................. 71
Kneuzer demonteren ............................................... 71
Kneuzer monteren ................................................... 72
Algemene veiligheidsaanwijzingen .......................... 73
Functiewijze ............................................................. 73
Functiewijze ............................................................. 73
Instelmogelijkheden ................................................. 73
Gebruik .....................................................................74
Zwadafleg ................................................................ 75
Algemene veiligheidsaanwijzingen .......................... 76
Afbouw van de zijafvoerbanden ............................... 76
Aanbouw van de zijafvoerbanden ............................ 77
Onderhoud van de zijafvoerbanden ......................... 78
DUWVAART
Voorwaarden voor duwvaart .................................... 80
Duwvaart – geschiktheid construeren ...................... 80
ALGEMEEN ONDERHOUD
Veiligheidsaanwijzingen ........................................... 81
Algemene onderhoudsaanwijzingen ........................ 81
Reinigen van machinedelen..................................... 81
Parkeren in de open lucht ........................................ 81
Winterklaar maken ................................................... 81
Cardanassen ........................................................... 82
Hydraulische installatie ............................................ 82
Olie verversen bij de maaibalk ................................. 83
Oliepeilcontrole bij de maaibalk ............................. 83
Onderhoud van de transmissie ................................ 85
Montage van de messen ........................................ 85