- 4 -
2100-NL_INHALT_2455
INHOUDSOPGAVE NL
Inhoudsopgave
Inleiding .................................................................... 6
GEBRUIKTE SYMBOLEN
CE-kenmerk .............................................................. 7
Veiligheidsaanwijzingen: ........................................... 7
WAARSCHUWINGSPICTOGRAMMEN
Positie en betekenis van de
waarschuwingssymbolen ......................................... 8
Gevarengebied rond de machine ........................... 11
ALGEMENE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
Rijden met aangekoppeld werktuig ........................ 12
Aan- en afkoppelen van het werktuig .................... 12
Voor het bestemmingsgebruik verwijzen ................ 12
Transport over de openbare weg ........................... 12
Voor het in gebruik nemen ..................................... 12
Controle voor de ingebruikname ............................ 12
PRESTATIEBESCHRIJVING
Overzicht................................................................. 13
Varianten ................................................................. 13
TRACTORVOORWAARDEN
Tractor .................................................................... 14
Ballastgewichten .................................................... 14
Hefinrichting (driepuntskoppeling) .......................... 14
Hydraulische regeling aan hefinrichting ................. 14
Hydraulische aansluitingen ..................................... 15
Noodzakelijke stroomaansluitingen ........................ 15
AANBOUW VAN DE MACHINE
Machine koppelen aan de hefinrichting.................. 16
Cardanas monteren ................................................ 16
Elektrische verbinding leggen................................. 17
Zwadhark - Remsysteem ...................................... 17
Steunpoot naar boven klappen .............................. 17
Parkeerrem ............................................................. 18
Hydraulische aansluitingen - variant: Power Control /
ISOBUS-regeling .................................................... 18
AFKOPPELEN VAN HET WERKTUIG
Veiligheidsaanwijzingen .......................................... 20
Werktuig afkoppelen / wegzetten ........................... 20
Veiligheidsaanwijzingen .......................................... 22
Veranderen van transport- in werkstand ................ 22
Veranderen van werkstand in de transportstand ... 23
TRANSPORT
Transportbreedte verkleinen ................................... 24
Omzetten van de werk- naar de
veldtransportstand.................................................. 24
Rijden op de openbare weg ................................... 24
POWER CONTROL - REGELING
Prestatiekenmerken van de terminal ...................... 26
Inbedrijfstelling ....................................................... 26
Toetstoewijzing ....................................................... 27
Menustructuur ........................................................ 28
Voordat wordt begonnen ........................................ 29
Algemene veiligheidsinstructies ............................. 29
Start-menu ............................................................. 29
Work-menu ............................................................ 29
Set-menu ................................................................ 35
Data-menu .............................................................. 39
Sensortest-menu .................................................... 41
Configuratiemenu ................................................... 43
Systeemmenu ......................................................... 46
Diagnosefunctie ...................................................... 46
Waarden wijzigen / invoeren ................................... 46
Ontgrendelen van de functies van de Task
Controller ................................................................ 47
ISOBUS - TERMINAL
Bedieningsstructuur - Zwadhark met ISOBUS-aans-
luiting ...................................................................... 49
Voordat wordt begonnen ........................................ 50
Algemene veiligheidsinstructies ............................. 50
Start-menu ............................................................. 50
Work-menu (werkweergave) ................................... 51
Set-menu ................................................................ 55
Data-menu .............................................................. 60
Sensortest-menu .................................................... 61
Configuratiemenu ................................................... 64
Diagnosefunctie ...................................................... 67
Ontgrendelen van de functies van de Task
Controller ................................................................ 67
POWER CONTROL - REGELING
Foutenlijst ............................................................... 68
GEBRUIK
Algemene richtlijnen bij werkzaamheden met het
werktuig .................................................................. 70
Algemene veiligheidsinstructies ............................. 72
Werkbreedte instellen ............................................. 73
Zwadbreedte instellen ............................................ 73
Instellingen aan het cirkelharkchassis .................... 74
1. Dwarshelling instellen ......................................... 74
2. Harkhoogte instellen ........................................... 74
3. binnenste tastwiel ............................................... 75
4. Buitenste tastwiel (optionele uitrusting) .............. 75
Voorbeeld - linker cirkelhark met
tandemchassis:....................................................... 77
3. Weergave van de harkhoogte van de afzonderlijke
cirkelharken op elkaar afstemmen.......................... 78
GEBRUIK OP HELLINGEN
Voorzichtig bij manoeuvres op een helling! ............ 79
ALGEMEEN ONDERHOUD
Veiligheidsaanwijzingen .......................................... 80
Algemene onderhoudsaanwijzingen ....................... 80
Reinigen van machinedelen .................................... 80
Parkeren in de open lucht....................................... 80
Winterklaar maken .................................................. 80
Cardanassen........................................................... 81
Hydraulische installatie ........................................... 81
Algemene veiligheidsinstructies ............................. 82
Werkzaamheden aan het hydraulische systeem
..82
Werkzaamheden aan de cardanassen ................... 82
Schroefverbindingen ............................................. 83
Bandenmaat ........................................................... 83
Smering .................................................................. 83
Veiligheidsvoorzieningen ........................................ 83
Tandenarmen .......................................................... 83
Cirkelharkeenheid ................................................... 85
Differentieel met rechte tandwielen ........................ 86
Hoektransmissie ..................................................... 86
Hydraulisch systeem .............................................. 86
Veertanden ............................................................. 88
Tanddragers vervangen .......................................... 88
Verwijdering van oude machines ............................ 88
Heffen van de machine ........................................... 88