Pottinger NOVACAT S12 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Handleiding
NL
+
INSTRUCTIES VOOR DE OVERDRACHT VAN MACHINES . . . pagina 3
"Vertaling van de originele handleiding"
Nr.
• Maaicombinatie
NOVACAT S10
+ . . 00349
)
NOVACAT S12
+ . . 00257
)
99 3834.NL.80R.0
1500_NL-BLADZIJDE2
Productaansprakelijkheid, informatieplicht
De productaansprakelijkheid verplicht de producent en de dealer de handleiding bij de verkoop van machines beschikbaar te stell
en.
Bovendien moet de gebruiker bij de machine worden geïnstrueerd omtrent bedienings-, veiligheids- en onderhoudsvoorschriften.
Het feit dat de machine en de handleiding volgens de voorschriften zijn afgeleverd, dient te worden bevestigd.
Hiervoor dient het
document A
ondertekend te worden toegestuurd aan de firma Pöttinger of via internet (www.poettinger.at) te worden verstuurd.
Document B
blijft bij de dealer die de machine levert.
Document C
is voor de klant.
Iedere landbouwkundige is ondernemer in de zin van de productaansprakelijkheidswet.
Materiële schade in de zin van de productaansprakelijkheidswet is schade die door een machine wordt veroorzaakt, maar niet aan
de machine wordt veroorzaakt; voor de aansprakelijkheid is een eigen risico voorzien van euro 500,-
Zakelijke materiële schade in de zin van de productaansprakelijkheidswet is uitgesloten.
Attentie!
Als de machine van eigenaar wisselt, dient de handleiding te worden doorgegeven. De nieuwe gebruiker moet volgens
de voorschriften worden geïnstrueerd.
Pöttinger - Vertrouwen binnen handbereik - sinds 1871
Kwaliteit is een waarde die rendeert. Daarom beschikken wij over de hoogste kwaliteitsstandaarden voor onze producten. Deze
worden door ons eigen kwaliteitsmanagement en door onze bedrijfsleiding permanent gecontroleerd. Want veiligheid, probleemloos
functioneren, hoogste kwaliteit en absolute betrouwbaarheid van onze machine tijdens het gebruik vormen onze kerncompetenties,
waarvoor wij staan.
Omdat wij permanent werken aan de ontwikkeling van onze producten, kan deze handleiding afwijken van het product. Er kunnen
daarom geen rechten worden ontleend aan de gegevens, afbeeldingen en beschrijvingen. Bindende informatie omtrent bepaalde
eigenschappen van de machine dient bij de service-dealer te worden opgevraagd.
Wij vragen om begrip voor het feit dat wijzigingen in de leveringsomvang, wat betreft de vorm, uitrusting en techniek mogelijk
zijn.
Nadruk, vertaling en kopieën in welke vorm dan ook, ook als samenvatting, zijn alleen toegestaan met schriftelijke toestemming
van Pöttinger Landtechnik GmbH.
Alle auteursrechten blijven Alois Pöttinger Maschinenfabrik Ges.m.b.H. uitdrukkelijk voorbehouden.
© Pöttinger Landtechnik GmbH – 31 oktober 2012
Vind extra informatie over uw machine op PÖTPRO:
U bent op zoek naar passende onderdelen of accessoires voor uw machine? Geen probleem, hier vindt u alle benodigde informatie.
QR-code op het typeplaatje van de machine scannen of op www.poettinger.at/poetpro
QR-code op het typeplaatje van de machine scannen of op www.poettinger.at/poetpro
Als u toch niet kunt vinden wat u nodig heeft, kunt u altijd terecht bij uw service-dealer. Hij adviseert u graag.
Document
D
NL-0600 Dokum D Anbaugeräte
- 3 -
PÖTTINGER Landtechnik GmbH
Industriegelände 1
A-4710 Grieskirchen
Tel. 07248 / 600 -0
Telefax 07248 / 600-2511
Wij verzoeken U de volgende punten i.v.m. de wet op de productaansprakelijkheid te controleren.
NL
NL
T
Machine aan de hand van de pakbon gecontroleerd. Alle verpakte delen verwijderd en uitgepakt. Aftakas, veiligheidsinrichtingen
en
handleidingen zijn aanwezig.
T
De bediening, de inbedrijfsstelling en het onderhoud van de machine resp. werktuig aan de hand van de handleiding met de gebru
iker
besproken en uitgelegd.
T
Bandenspanning gecontroleerd
T
Wielbouten en moeren op vastzitten gecontroleerd.
T
Op het juiste toerental van de aftakas gewezen.
T
Aanspanning aan de trekker gecontroleerd en eventueel aangepast: Driepuntsbevestiging
T
Informatie verstrekt over lengtebepaling van de aftakas.
T
Proefgedraaid met de machine en geen gebreken geconstateerd.
T
Tijdens het proefdraaien de werking van de machine uitgelegd.
T
Het zwenken in werk- en transportstand uitgelegd.
T
Informatie verstrekt over extra leverbaar toebehoren.
T
Gebruiker gewezen op het nut en de noodzaak om de handleiding goed te lezen.
Aankruisen hetgeen van toepassing is.
X
INSTRUCTIES VOOR DE
OVER
DRACHT VAN MACHINES
T
X
T
X
Ter controle van de juiste overdracht van de machine en de handleiding is het gewenst dat dit aan de fabrikant wordt bevestigd.
Hiertoe dient:
-
Document A
getekend naar de importeur c.q. naar de fabrikant te worden gezonden of via internet (www.poettinger.at) te worden verstuurd.
-
Document B
blijft bij de dealer en
-
Document C
is voor de gebruiker.
- 4 -
INHOUDSOPGAVE
1600_NL-Inhalt_3834
NL
Veiligheids-
voorschrif-
ten in aanhangsel
A in acht nemen
Inhoudsopgave
WAARSCHUWINGS AFBEELDINGEN
CE-kenmerk ............................................................... 5
Betekenis van de waarschuwing afbeeldingen .......... 5
PRESTATIEBESCHRIJVING
Overzicht
.................................................................... 6
Varianten
.................................................................... 6
TREKKER EISEN
Trekker ....................................................................... 7
Ballastgewichten ........................................................ 7
Hefinrichting (driepuntskoppeling) ............................. 7
Hydraulische regeling aan hefinstallatie .................... 7
Noodzakelijke hydraulische aansluitingen ................. 8
Noodzakelijke stroomaansluitingen ........................... 8
AANBOUW AAN DE TREKKER
Machine aan de trekker aanbouwen ......................... 9
Testloop uitvoeren
.....................................................11
Hydraulische ontlasting instellen ..............................11
TRANSPORTSTAND EN ARBEIDSSTAND
Omzetten van arbeids- in veldtransportpositie
......... 12
Omzetten van veldtransport- in transportpositie ...... 12
Veranderen van transport- in arbeidspositie ............ 12
Onafhankelijk heffen: ............................................... 12
AFKOPPELEN EN WEGZETTEN
Machine van de trekker afkoppelen ......................... 13
GEBRUIK
Belangrijke informatie voordat met de
werkzaamheden wordt begonnen ............................ 15
Veiligheidsaanwijzingen ........................................... 15
Maaien ..................................................................... 16
Achteruitrijden .......................................................... 16
Veiligheidsafdekkingen ............................................ 16
Instelling voor gebruik .............................................. 16
GEBRUIK OP HELLINGEN
Voorzichtig bij manoeuvres op een helling! ..............17
ZWADVORMER
Zwadschijven ........................................................... 18
Opzetkegels ............................................................. 18
AANRIJBEVEILIGING
Aanrijbeveiliging ....................................................... 19
Functiewijze ............................................................. 19
WERKBREEDTE OMZETTEN
Werkbreedte ............................................................ 20
Werkbreedte omzetten ............................................. 20
ALGEMEEN ONDERHOUD
Veiligheidsaanwijzingen ........................................... 21
Algemene onderhoudsaanwijzingen ........................ 21
Reinigen van machinedelen..................................... 21
Parkeren in de open lucht ........................................ 21
Winterklaar maken ................................................... 21
Cardanassen ........................................................... 21
Hydraulische installatie ............................................ 21
Oliepeilcontrole bij de maaibalk ............................. 22
Olie verversen hoofdtransmissie ............................. 22
Olie verversen hoektransmissie .............................. 23
Montage van de messen ........................................ 23
Olie verversen maaibalk .......................................... 23
ONDERHOUD
Slijtagecontrole van de maaimeshouder .................. 24
Houder voor het snel wisselen van messen ............ 25
Controle van de bevestiging van de mesjes ........... 25
Verwisselen van de messen .................................... 26
Wegleggen van de hendel ....................................... 26
TECHNISCHE GEGEVENS
Technische gegevens .............................................. 27
Noodzakelijke aansluitingen .................................... 27
Optioneel: ................................................................ 27
Gebruik conform bestemming van de machine ....... 28
Juist laden
................................................................ 28
Plaats van het typeplaatje ........................................ 28
AANHANGSEL
Smeerschema
.......................................................... 35
Smeermiddelen
........................................................ 37
Reparaties aan de maaibalk .................................... 40
Montagehandleiding .................................................41
TAPER SPANBUSSEN
Montageaanwijzing voor Taper spanbussen ............ 44
SERVICE
Hydrauliekplan ......................................................... 45
Elektro - schakelschema (regeling)
.......................... 46
Kabelboom
............................................................... 47
Combinatie van trekker en aanbouwwerktuig .......... 48
- 5 -
9700_NL-Warnbilder_361
NL
WAARSCHUWINGS AFBEELDINGEN
Buiten het zwenkbereik van de machine blijven.
Voor het inschakelen van de aftakas, de beide zijdelen
neerklappen
Nooit in de machine grijpen, zolang zich daar nog delen
kunnen bewegen.
CE-kenmerk
Het door de fabrikant aan te brengen CE-kenmerk, geeft aan dat de machine beantwoord
aan de EG-richtlijnen.
EG conform verklaring (zie bijlage)
Met het ondertekenen van de EG conform-verklaring verklaart de fabrikant dat de afgeleverde
machine aan alle voorgeschreven veiligheids- en medische voorschriften beantwoordt.
Betekenis van de waarschuwing
afbeeldingen
Gevaar - rondslingerende delen. Houdt veilige afstand
bij een draaiende motor.
Raak nooit bewegende machinedelen aan. Wacht totdat
deze volledig tot stilstand zijn gekomen.
Houdt voldoende afstand tot de messen, als de
trekkermotor draait en de aftakas is aangesloten.
Voor onderhouds- en reparatie
werk
zaamheden,
de trekkermotor stopzetten en de contactsleutel
verwijderen.
Aanwijzingen voor
veilig werken
In deze handleiding
zijn alle plaatsen
die
betrekking
hebben op de
veiligheid met dit
teken aangege-
ven.
bsb 447 410
495.167
- 6 -
1401-NL-ÜBERSICHT_3834
NL
PRESTATIEBESCHRIJVING
Overzicht
Aanduidingen:
(1) Aanbouwbok
(2) Zwenkarmen transportpositie
(3) Maaibalk
(4) Buffer (binnen transportpositie)
(5) Verlichting
Varianten
Aanduiding Beschrijving
Aanduiding Beschrijving
NOVACAT S10 Werkbreedte: 9,52 m met 3,5m frontmaaier
NOVACAT S10 Werkbreedte: 9,52 m met 3,5m frontmaaier
9,10 m met 3,0m frontmaaier
NOVACAT S12 Werkbreedte: 11,2 m met 3,5m frontmaaier
NOVACAT S12 Werkbreedte: 11,2 m met 3,5m frontmaaier
10,8m met 3,0m frontmaaier
1
4
3
2
5
- 7 -
1401-NL_SCHLEPPERVORAUSSETZUNG_3834
NL
TREKKER EISEN
Trekker
Voor het gebruik van deze machine moet de trekker aan de volgende eisen voldoen:
- Trekker vermogen: Novacat S10 - vanaf 1103W / 140pk
Novacat S12 - vanaf 118kW / 160pk,
- Aanbouw: Cat. III / breedte 3
- Aansluitingen: zie tabel 'Noodzakelijke hydrauliek en stroomaansluitingen'
Ballastgewichten
Ballastgewichten
De trekker moet aan de voorzijde van voldoende
ballastgewichten worden voorzien, zodat het stuur- en
remvermogen wordt gegarandeerd.
Tenminste 20% van het voertuig-
lediggewicht rust op de vooras.
Hefinrichting (driepuntskoppeling)
-De hefinrichting (driepuntskoppeling) van de trekker
moet berekend zijn op de optredende belasting. (Zie
technische gegevens)
- De hefsteunen moeten middels de verstelinrichting op
gelijke lengte worden ingesteld (4).
(Zie instructieboekje van de trekkerproducent)
- Kunnen de hefsteunen aan de hefarmen in verschillende
posities worden gestoken, dan moet de achterste positie
worden gekozen. Daardoor wordt de hydraulische
installatie van de trekker ontlast.
- De begrenzingskettingen of stabilisatoren van de hefarmen (5) moeten zo worden ingesteld dat
geen
zijdelingse
bewegingen van de aanbouwwerktuigen mogelijk zijn. (Veiligheidsmaatregel voor transportritten)
Hydraulische regeling aan hefinstallatie
De hefhydrauliek moet worden geschakeld in
positieregeling:
20%
Kg
Ballastgewichten
371-08-16
371-08-16
- 8 -
1401-NL_SCHLEPPERVORAUSSETZUNG_3834
TREKKER EISEN
NL
Noodzakelijke hydraulische aansluitingen
Uitvoering Verbruiker
Uitvoering Verbruiker
Dubbelwerkende
hydraulische aansluiting
met zweefstand
Dubbelwerkende
hydraulische aansluiting
zonder zweefstand
Standaard Hefcilinder, klapcilinder of hydraulische
Standaard Hefcilinder, klapcilinder of hydraulische
ontlasting
X
hydraulische topstang (variant) X
hydraulische topstang (variant) X
hydraulische topstang (variant) X
Bedrijfsdruk
Let op!
Controleer de verdraagzaamheid van de hydraulische oliën,
voordat de machine aan de hydraulische installatie van de tractor
wordt aangesloten.
Meng geen minerale oliën met bio-oliën!
Bedrijfsdruk minimaal 170 bar
Bedrijfsdruk minimaal 170 bar
Bedrijfsdruk maximaal 200 bar
Bedrijfsdruk maximaal 200 bar
Noodzakelijke stroomaansluitingen
Uitvoering Verbruiker Pool Volt Stroomaansluiting
Uitvoering Verbruiker Pool Volt Stroomaansluiting
Uitvoering Verbruiker Pool Volt Stroomaansluiting
Uitvoering Verbruiker Pool Volt Stroomaansluiting
Uitvoering Verbruiker Pool Volt Stroomaansluiting
Standaard Verlichting 7-polig 12 VDC volgens DIN-ISO 1724
Standaard Verlichting 7-polig 12 VDC volgens DIN-ISO 1724
Standaard Verlichting 7-polig 12 VDC volgens DIN-ISO 1724
Standaard Verlichting 7-polig 12 VDC volgens DIN-ISO 1724
Standaard Verlichting 7-polig 12 VDC volgens DIN-ISO 1724
Standaard Bedieningseenheid: 3-polig 12 VDC volgens DIN-ISO 9680
Standaard Bedieningseenheid: 3-polig 12 VDC volgens DIN-ISO 9680
Standaard Bedieningseenheid: 3-polig 12 VDC volgens DIN-ISO 9680
Standaard Bedieningseenheid: 3-polig 12 VDC volgens DIN-ISO 9680
Standaard Bedieningseenheid: 3-polig 12 VDC volgens DIN-ISO 9680
- 9 -
1401_NL-ANBAU_3834
NL
AANBOUW AAN DE TREKKER
Let erop dat met de bevestigingsschroef de
boring aan de bout wordt geraakt! Anders
kan de maaier uit de koppeling loskomen,
op de grond vallen en materiële schade
veroorzaken.
- Topstang aankoppelen en beveiligen.
Let op!
Voor het eerste gebruik van de machine moet
de cardanaslengte worden gecontroleerd
en indien nodig worden aangepast!
Details zie hoofdstuk 'Cardanas' in bijlage
B van deze handleiding
- Cardanas aankoppelen.
- De elektrische stekker voor de verlichting (7-polig) en
bedieningseenheid (3-polig) aan de trekker aansluiten.
- Afhankelijk van de uitrusting de hydraulische slangen
aansluiten.
- De regellijn in de trekkercabine leggen
- Steunpoot omhoog zetten en beveiligen!
Hefarm aan de trekker instellen
- De hydraulische hefarmen zo fixeren dat de
maaicombinatie niet naar de zijkant kan uitzwenken
en de aanbouwbok in het midden is gepositioneerd.
Machine aan de trekker aanbouwen
Aanwijzin-
gen voor
veilig werken:
zie bijlage-A1 pt.
7.), 8a. - 8h.)
Let op!
Deze machine is
alleen bedoeld
voor gebruik in
combinatie met
tractoren (niet
voor zelfrijdende
machines).
Let op!
De hefhydrauliek
van de trek-
ker mag alleen
worden bediend,
als zich geen
personen binnen
de gevarenzone
bevinden!
Aanbouwframe horizontaal instellen
Aanwijzing:
de maaier moet in veldtransportpositie
worden gezwenkt!
Machine aan de trekker bouwen
Let op!
Beknellingsgevaar! Als de trekker naar
de machine wordt gereden, mogen zich
geen personen binnen de gevarenzone
bevinden!
Let op!
Tijdens het aan- en afbouwen van de
schijvenmaaier moet de trekker tegen
wegrollen worden beveiligd, voordat de
gevarenzone tussen de trekker en de
machine mag worden betreden!
- Trekker-hefarm met de hefarmbouten van de
maaicombinatie verbinden en beveiligen.
Hefarmbouten (1) aan het draagframe met de
fixeerschroef op categorie 3 / breedte 3 instellen. De
maaier mag niet langs de achterste trekkerbanden
schuren. De bouten moeten met de kogels (1) op beide
hefarmen buiten worden gemonteerd. (Uitzondering:
Als de tractor is voorzien van het 'Quick Hitch' systeem,
moeten de bouten met de kogels aan de binnenzijde
worden gemonteerd .)
1
buiten
binnen
- 10 -
1401_NL-ANBAU_3834
AANBOUW AAN DE TREKKER
NL
Topstang instellen
- Door het verdraaien van de topverbinding (16) kan de
maaihoogte worden ingesteld.
Aanwijzing:
Een hydraulische topstang wordt
aanbevolen. (Dubbel regelventiel)
- 11 -
1401_NL-ANBAU_3834
AANBOUW AAN DE TREKKER
NL
Testloop uitvoeren
Hefhoogte instellen
- Beide hefarmen op een bodemafstand van 700mm
instellen.
700mm
Aftakastoerental instellen
- aan de trekker het passende aftakastoerental instellen.
Aanwijzing:
Een sticker die naast de transmissie is
aangebracht, laat zien voor welk toerental
de schijvenmaaier geschikt is.
Draairichting controleren
- de draairichting van de aftakas is in orde als de buitenste
maaischijven van voren gezien naar binnen draaien
530-13-09
Veiligheidsklep uitzwenken
- voor het heffen in veldtransportpositie moet de
veiligheidsklep (1) worden uitgezwenkt
Let op!
De veiligheidsklep (1) mag alleen worden
uitgezwenkt als het hydraulisch systeem
gegarandeerd drukloos is.
- De schijvenmaaier is op de juiste manier
aan de trekker aangebouwd!
- Het hydraulische regelventiel is in zweefstand
geschakeld!
Pos. A
Pos. B
1
Hydraulische ontlasting instellen
Controle van de ontlasting
De ingestelde hydraulische ontlasting van de maaibalk kan
als volgt worden gecontroleerd
- mechanisch
door het heffen van de maaibalk aan één kant. Het
gewicht moet ongeveer 75 kg bedragen
- Manometer
door het aflezen van de waarde op de manometer
(Een waarde van 100 bar wordt aanbevolen)
Instelling van de ontlasting
Aanwijzing:
De hydraulische aansluiting voor de
hydraulische ontlasting aan de maaier is
voorzien van een afsluitkraan.
Deze moet worden geopend als de
voorspandruk wordt veranderd. Daarna
moet de afsluitkraan weer worden
afgesloten!
De hydraulische voorspandruk wordt via een dubbel
regelventiel ingesteld. De voorspandruk kan worden
afgelezen op de manometer.
517-10-07
Let op!
Tijdens de in-
stelprocedure
mogen zich geen
personen in de
omgeving van de
machine bevin-
den. De maai-
eenheden kunnen
enigszins naar
voren zwenken.
Beknellingsge-
vaar!
Aanwijzing:
Onderhoud van de
hydr. ontlasting:
Voor het smeren
van de cilinder-
ophangingen
moet de ontlas-
tingsdruk worden
gereduceerd om
een gelijkmatige
smering te garan-
deren.
- 12 -
1400 NL_TRANSPORT 3834
NL
TRANSPORTSTAND EN ARBEIDSSTAND
Veiligheidsaanwij-
zingen:
zie bijlage-A1 pt.
7.), 8c. - 8h.)
Het omschakelen
van arbeids- in
transportstand en
omgekeerd alleen
op een vlakke,
stevige onder-
grond uitvoeren.
De maaier nooit in
geheven toestand
laten draaien.
Veiligheidsaanwij-
zingen:
Voor ieder trans-
port over de weg
moet de functie
van de verlichting
worden gecon-
troleerd - evt.
moet vuil worden
verwijderd.
Bovendien moet
worden gecon-
troleerd of de
machine voldoet
aan de lokale we-
genverkeerswet.
Omzetten van arbeids- in
veldtransportpositie
Procedure:
Let op!
Controleer of zich geen personen binnen
het zwenkbereik van de maaier bevinden!
1) Maaier met het regelventiel in veldtransportpositie heffen
Omzetten van veldtransport- in
transportpositie
Procedure:
1) Aandrijving uitschakelen en wachten tot de maaischijven
tot stilstand zijn gekomen
Let op!
Controleer of zich geen personen binnen
het zwenkbereik van de maaier bevinden!
2) Aan de bedieningsterminal transportbeveiligingstoets
(S2) ingedrukt houden en het regelventiel zo lang
bedienen tot de maaier zich in transportpositie bevindt.
Aanwijzing:
Als de toets wordt losgelaten, stopt de
maaier automatisch.
Veranderen van transport- in
arbeidspositie
Procedure:
Let op!
Controleer of zich geen personen binnen
het zwenkbereik van de maaier bevinden!
1) Aan de bedieningsterminal transportbeveiligingstoets
(S2) zo lang bedienen tot de maaier zich in
veldtransportpositie bevindt en de zwenkcilinder
helemaal is uitgeschoven.
Aanwijzing:
Als de toets wordt losgelaten, dan stopt
de maaier automatisch.
2) De maaier met het regelventiel in arbeidspositie laten
zakken
Onafhankelijk heffen:
Procedure:
1) Op de bedieningsterminal de gewenste kant van de
maaier met de keuzehendel (S1) kiezen.
S2
S1
2) met het regelventiel de kant van de maaier in de gewenste
positie brengen.
- 13 -
1401_NL-ABBAUEN_3834
NL
AFKOPPELEN EN WEGZETTEN
Machine van de trekker afkoppelen
Let op!
De machine moet
altijd op een
vlakke, stevige
ondergrond wor-
den neergezet.
• De steunpoot ge-
bruiken – anders
kantelgevaar.
• Verwondingrisico
- kans op letsel
door beknelling
rond het aan-
bouwframe.
Afhankelijk van de parkeersituatie kan de maaier in
transportpositie (H) of in arbeidspositie (R) worden
afgebouwd.
(H):
(R):
De nu volgende procedure is voor beide situaties hetzelfde:
1) Hefinrichting van de trekker heffen
2) Hefcilinders in zweefstand brengen
Let op!
Voordat de maaier wordt afgebouwd, moet
de trekker eerst worden neergezet en tegen
wegrollen worden beveiligd. De maaier
moet op een stevige en vlakke ondergrond
worden neergelaten.
3) Veiligheidsklep (1) in (pos. A) zwenken
Pos. A
Pos. A
Pos. B
1
4) Hefinrichting laten zakken totdat de veiligheidsklep (1)
blokkeert.
1
5) Steunpoten (2) uitschuiven of uitklappen en beveiligen
2
6) De terminal uit de trekkercabine halen, kabel oprollen
en in de bergplaats voor de slangen van de maaier
leggen.
7) De hydraulische slangen afsluiten en in de bergplaats
voor de slangen van de maaier leggen
5) De 7-polige stekker van de verlichting aan de trekker
afsluiten.
8) Cardanas afkoppelen en op de cardanas-houder leggen
Let op!
Veiligheidsklep (1) controleren!
Deze moet in (Pos. A) zijn gezwenkt!
Anders bestaat het gevaar dat het
aanbouwframe van de maai-installatie bij
het afkoppelen van de hefarm plotseling
omhoog komt.
9) Topstang afkoppelen
10) Trekker-hefarm van de hefarmbout van de machine
losmaken
11) Trekker voorzichtig wegrijden.
- 14 -
1401_NL-ABBAUEN_3834
AFKOPPELEN EN WEGZETTEN
NL
Aanwijzing
De veiligheidsklep (1) is een
veiligheidsvoorziening. Deze mag niet
van vorm of van functie worden veranderd.
De klep is zo geconstrueerd dat hij tijdens
het hydraulisch hoogzwenken van de
maaibalk niet uit de vergrendelde positie
springt.
Gebruik daarom de hydraulische cilinder
niet voor het heffen van de maaibalk als de
hefboom in de blokkerende stand staat.
Beschadigde hefbomen direct door nieuwe
vervangen
- 15 -
1400-NL EINSATZ_3834
NL
GEBRUIK
Belangrijke informatie voordat met de
werkzaamheden wordt begonnen
Veiligheidsaanwijzingen:
zie bijlage-A pt. 1. - 7.)
Na één bedrijfsuur
Alle messchroefverbindingen aanhalen.
Veiligheidsaanwijzingen
1. Controle
- De toestand van de messen en de mesbevestiging
controleren.
- De maaischijven op beschadigingen controleren (zie
ook hoofdstuk 'Onderhoud en reparaties').
2. Schakel de machine alleen in in arbeidspositie
en overschrijd het maximum aftakastoerental
(1000 omw/min) niet!
Een sticker die naast de transmissie is aangebracht,
laat zien voor welk aftakas-toerental de maaier geschikt
is.
De aftakasaandrijving alleen inschakelen als
alle veiligheidsvoorzieningen (afdekkingen,
beschermkleden, bekledingen enz.) zich in goede
conditie bevinden en op de juiste wijze aan de machine
zijn aangebracht.
3. Let op de draairichting van de
aftakas!
4. Voorkom beschadigingen!
• Het te maaien veld moet vrij zijn van
obstakels en vreemde objecten. Vreemde
objecten (bijv. grote stenen, stukken hout,
afrasteringspaaltjes enz.) kunnen de
maaier beschadigen.
In geval van een botsing
Direct stoppen en de aandrijving uitschakelen.
De machine zorgvuldig controleren op beschadigingen.
Vooral de maaischijven en hun aandrijfas goed
controleren (4a).
Indien nodig de machine door een vakman laten
repareren.
Na elk contact met vreemde objecten
De toestand van de messen en de mesbe
ve
stiging
controleren (zie ook hoofstuk 'Onderhoud en reparatie').
Alle messchroefverbindingen aanhalen.
5. Afstand houden bij draaiende motor.
- Er mogen zich geen personen binnen de gevarenzone
van de machine bevinden; er kunnen objecten worden
weggeslingerd.
Bijzondere
voorzichtigheid
is geboden op
percelen met veel
stenen en in de
omgeving van
wegen.
6. Gehoorbescherming dragen
Afhankelijk van de verschillende
trekkercabines kan het geluidsniveau op
de werkplek afwijken van de gemeten
waarde (zie Techn. gegevens).
Wanneer een geluidsniveau van 85 dB(A) wordt bereikt
of overschreden, moet de ondernemer (landbouwer) een
passende gehoorbescherming ter beschikking stellen
(UVV 1.1 § 2).
Wanneer een geluidsniveau van 90 dB(A) wordt bereikt
of overschreden, moet een gehoorbescherming worden
gedragen (UVV 1.1 § 16).
01-00-10
01-00-10
4a
1000 Upm
bsb 447 410
TD8/95/6
- 16 -
1400-NL EINSATZ_3834
GEBRUIK
NL
Maaien
1. Maaihoogte door verdraaien van de topstangspil
of met de hydraulische topstang instellen (max.
helling van 5° voor de maaischijven).
2. Voor het maaien moet de koppeling van
de aftakas buiten het maaigoed (= in
veldtransportstand) langzaam worden
ingeschakeld en de draaiende trommel moet
op het volledige toerental worden gebracht.
Door het aandrijftoerental gelijkmatig te verhogen worden
systeembepaalde bijgeluiden in de vrijloopkoppeling
voorkomen.
- De rijsnelheid moet worden aangepast aan de
terreinomstandigheden en het maaigoed.
Instelling voor gebruik
Trekkerhydrauliek
- Beide hefarmen moeten op een bodemafstand van H1
≈ 700 mm worden ingesteld.
- De trekkerhydrauliek in deze positie fixeren
Aanbouwbok
- Stel de aanbouwbok horizontaal in.
Veiligheidsafdekkingen
- alle veiligheidsafdekkingen zijn gesloten en bevinden
zich in de juiste positie
Veiligheidsafdekkingen
De frontbescherming kan voor reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden omhoog worden geklapt.
De beide opklapbare beschermingen vergrendelen
mechanisch in gesloten toestand. Voor het openen is
gereedschap nodig (bijv. schroevendraaier)
Let op!
Tijdens het gebruik van de machine moeten
alle veiligheidsvoorzieningen zich in de
bedoelde positie bevinden en intact zijn!
Beschadigde afdekkingen moeten voor de
werkzaamheden worden vervangen!
Het is niet toegestaan om de
veiligheidsvoorzieningen en de beveiligde
zones te betreden.
Achteruitrijden
Bij achteruitrijden of omkeren de maaier optillen!
- 17 -
1301_NL-HANGFAHRT_358
NL
GEBRUIK OP HELLINGEN
Voorzichtig bij manoeuvres op een
helling!
Door het gewicht (G) van de maaier
worden de rijeigenschapen van de trekker
beïnvloed. Dit kan, speciaal op hellingen,
tot gevaarlijke situaties leiden.
Er bestaat kantelgevaar
- als de maaier "helling-af" is aangebracht en in deze
positie hydraulisch wordt geheven
- bij bochten naar links terwijl de maaier is opgetild,
- bij bochten naar links in transportstand (maaier volledig
omhoog gekanteld).
Veiligheidsaanwijzing
Reduceer de snelheid in bochten naar links.
Rijd zodanig dat de geheven maaier "helling-op" is
aangebracht.
Op een helling kunt u beter achteruit rijden dan een
riskante draai te maken.
TD15/95/3
G
G
G
TD15/95/2
TD15/95/4
Aanwijzing
Bij achteruitdraaien
en omdraaien de
maaier optillen!
- 18 -
1400_NL-SCHWADFORMER_3834
NL
ZWADVORMER
Zwadschijven
Met de zwadschijven wordt bij het maaien een smalle
zwad gevormd. Op deze manier wordt voorkomen dat
het maaigoed met brede trekkerbanden wordt overreden.
530-13-13
10 mm
Opzetkegels
De meegeleverde opzetkegels moeten worden gemonteerd:
- voor het verbeteren van de afvoercapaciteit bij de
zwadafvoer, vooral bij zware en dichte gewassen.
Hoogte-instelling van de zwadschijf
De hoogte kan worden ingesteld via de langsgaten aan
de montagearm van de zwadschijven.
- 19 -
1400 NL_ANFAHRSICHERUNG 3834
NL
AANRIJBEVEILIGING
Aanrijbeveiliging
Bij het maaien rond bomen, afrasteringen e.d. kan het
ondanks de nodige voorzichtigheid tijdens het werken
toch tot een aanraking van de maaibalk met een object
komen. Om daarbij beschadigingen te voorkomen is er
een aanrijbeveiliging in de machine gebouwd.
Aanwijzing:
Plaats het dubbele regelventiel bij de
werkzaamheden altijd in zwevende
positie om de optimale werking van de
aanrijbeveiliging te garanderen.
Let op!
Het doel van deze aanrijbeveiliging is
niet om bij volle snelheid schade aan de
machine te voorkomen.
Functiewijze
Bij het aanrijden van een hindernis zwenkt de maaibalk
enigszins naar achteren.
Om verder te werken moet de maaibalk middels het
dubbele regelventiel (ST) en gelijktijdige bediening van de
transporttoets aan het regelventiel weer in arbeidspositie
worden gebracht.
Aanwijzing:
Het veranderen van arbeids- in
transportstand (en omgekeerd), kan
eveneens met deze zwenkinrichting worden
uitgevoerd. Zie ook hoofdstuk ‘Transport-
en arbeidsstand’
Let op!
Als u er niet zeker
van bent of het te
maaien perceel
werkelijk vrij is
van hindernis-
sen, rijdt dan
overeenkomstig
langzaam!
- 20 -
1400-NL ARBEITSBREITE _3834
NL
WERKBREEDTE OMZETTEN
Werkbreedte
De werkbreedte kan tussen twee posities worden
gewijzigd om de achtermaaier te kunnen aanpassen aan
de frontmaaier.
Positie: voor 3,50m frontmaaier
De maaibalk is buiten aan de zwenkarm gemonteerd.
Positie: voor 3m frontmaaier
De maaibalk is binnen aan de zwenkarm gemonteerd.
In vergelijking met 3,50m frontmaaier: De console (2) is
180° gedraaid en de cilinder (1) wordt aan de rechter
houder bevestigd.
2
1
Werkbreedte omzetten
Let op!
Voordat de werkbreedte wordt omgezet,
moet de hydraulische ontlasting volledig
worden geminimaliseerd. De waarde op de
manometer moet tegen nul zijn.
Details zie hoofdstuk 'Hydraulische
ontlasting'
1) De voorspandruk van de hydraulische ontlasting
minimaliseren
2) De verbindingsbout (3) verwijderen
3) De verbindingsbout (4) verwijderen
4) De console (2) afschroeven, 180° draaien en middels
verbindingsbout (3) monteren
4
2
3
1
5) De cilinder (1) aan de andere houder monteren middels
verbindingsbout (4)
6) De cardanas afhankelijk van de ingestelde werkbreedte
passend maken:
Let op!
Voor het eerste gebruik van de machine moet
de cardanaslengte worden gecontroleerd
en indien nodig worden aangepast!
Details zie hoofdstuk 'Cardanas' in bijlage
B van deze handleiding
- Werkbreedte voor 3m frontmaaier
Cardanaslengte 685 mm
Meting in compleet ingeschoven toestand van
kruismidden tot kruismidden.
685 mm
3 m Frontmaaier
Inkorten met 175mm
Inkorten met 175mm
noodzakelijk!
- Werkbreedte voor 3,50m frontmaaier:
Cardanaslengte 860 mm
Meting in compleet ingeschoven toestand van
kruismidden tot kruismidden.
860mm
3,5 m Frontmaaier
Niet inkorten!
7) De voorspandruk van de hydraulische ontlasting
opnieuw instellen
Aanwijzing
Bij de overstap van
3m werkbreedte
naar 3,5m werk-
breedte is een
langere cardanas
nodig. Deze kan
worden besteld bij
de dealer.
- 21 -
NL
1400_NL-ALLG WARTUNG_BA
Hydraulische installatie
Let op verwondings- en infectiegevaar!
Vloeistoffen die onder hoge druk uittreden kunnen
de huid binnendringen en zware verwondingen
veroorzaken. Raadpleeg in dat geval onmiddellijk een
arts!
Voordat de hydraulische leidingen worden aangesloten,
moet worden gecontroleerd of de hydraulische installatie
geschikt is voor de tractor.
Na de eerste 10 bedrijfsuren en alle volgende 50
bedrijfsuren
- Hydraulisch aggregaat en leidingen controleren op
lekkage en evt. schroefverbindingen aandraaien.
Voor iedere ingebruikname
- hydraulische slangen op slijtage controleren.
Versleten of beschadigde hydraulische slangen moeten
direct worden vervangen. De nieuwe slangen moeten
voldoen aan de techn. eisen van de producent.
Slangen zijn onderhevig aan een natuurlijke veroudering,
gebruiksduur niet langer dan 5-6 jaar.
Parkeren in de open lucht
Als de machine langere tijd in de open
lucht moet blijven staan, moe
ten de
cylinderstangen worden ge
rei
nigd en
worden ingevet.
FETT
TD 49/93/2
Reinigen van machinedelen
Let op! Gebruik geen hogedrukreiniger voor het reinigen
van lagers en hydraulische delen.
- Kans op roestvorming!
- Na het reinigen de machine volgens het smeerschema
doorsmeren en de machine korte tijd laten draaien.
- Reini g e n m et te
hoge druk kan
beschadigingen
aan de lak
veroorzaken.
Veiligheidsaanwijzingen
Voor het verrichten van instel-, onderhouds- en reparatie-
werkzaamheden motor uitschakelen.
Winterklaar maken
- De machine voor de
winter goed schoon maken.
- Beschermd tegen weersinvloeden wegzetten.
- Olie verversen of bijvullen
- Blanke delen tegen roest beschermen.
- Alle smeerpunten doorsmeren.
- Terminal losmaken, droog en vorstvrij bewaren.
Cardanassen
- zie ook de aanwijzingen in de bijlage
Voor het plegen van onderhoud in acht nemen!
In principe gelden de aanwijzingen die in de handleiding
worden gegeven.
Als hier geen speciale aanwijzingen worden gegeven,
gelden de aanwijzingen in de meegeleverde handleiding
van de betreffende cardanassenproducent.
Algemene onderhoudsaanwijzingen
Leef de volgende aanwijzingen na om
de machine gedurende langere tijd in
goede conditie te houden:
- Na de eerste gebruiksuren alle
bou
ten en moeren natrekken.
Speciaal gecontroleerd moeten
worden:
Mesbouten bij maaiers
Bouten in de tandbevestiging van schudders en van
zwadharken
Reserve-onderdelen
a. Originele onderdelen en toebehoren zijn speciaal voor
deze ma
chi
nes en werk
tui
gen ont
wik
keld.
b. Wij maken u er uitdrukkelijk op
attent dat niet door ons
geleverde originele onderdelen en toebehoor ook niet
door ons zijn ge
con
tro
leerd en vrijgegeven.
c. De inbouw en/of het gebruik van dergelijke producten
kan daarom de constructie en de eigenschappen van de
machine eventueel negatief veranderen of beïnvloeden.
Voor schade die ontstaat door het gebruik van niet-
originele onderdelen en toebehoor kan de fabrikant in
geen geval aansprakelijk worden gesteld.
d. Eigenhandig aangebrachte wijzigingen en het gebruik
van bouw- en aanbouwelementen aan de machine
vallen buiten de aansprakelijkheid van de producent!
ALGEMEEN ONDERHOUD
Veilig-
heidsaan-
wijzingen
• Voor instel-, on-
derhouds- en re-
paratiewerkzaam-
heden de motor
stopzetten en de
contactsleutel
verwijderen.
• Werkzaamheden
onder de machine
alleen uitvoeren,
wanneer de ma-
chine veilig staat
en goed wordt
ondersteund.
• Na de eerste
bedrijfsuren alle
bouten natrekken.
• Machine alleen
wegzetten op een
vlakke, stevige
ondergrond.
Reparatieaanwij-
zingen
Let op de repara-
tieaanwijzingen in
de bijlage (indien
beschikbaar).
Veilig-
heidsaan-
wijzingen
De koppelings-
stekkers van de
hydraulische
slangen en de
oliestekkerdozen
moeten worden
schoongemaakt,
iedere keer voor-
dat ze worden
aangekoppeld.
Controleer op slij-
tageplekken waar
de slangen heb-
ben geschuurd of
klemgezeten.
- 22 -
NL
1600-NL WARTUNG_3834
ONDERHOUD EN REPARATIE
Aanwijzingen
• Teveel olie leidt
tijdens de werk-
zaamheden tot
oververhitting van
de maaibalk.
• Te weinig olie
brengt de beno-
digde smering in
gevaar.
- Vulschroef (63) eruit draaien en olie 'SAE90' tot aan de
niveauschroef
1)
bijvullen.
4. Oliepeil controleren
Het oliepeil is correct als de olie tot aan de vulschroef
1)
(OIL LEVEL) komt.
1
De vulschroef (63) is tegelijkertijd ook de niveauplug (OIL LEVEL)
Oliepeilcontrole bij de maaibalk
De oliehoeveelheid moet, onder normale
omstandigheden, jaarlijks bijgevuld worden.
1. Maaibalk aan één kant heffen (X1) en
ondersteunen.
X1 = afstand van de bodem tot de maaibalkbovenzijde
NOVACAT S10:
X1 = 235 mm
NOVACAT S12:
X1 = 205 mm
De kant waar zich de olievulschroef bevindt, blijft op
de bodem.
De maaibalk aan de andere kant
(X1)
heffen en met
passende hulpmiddelen ondersteunen.
2. Maaibalk in deze positie ca. 15 minuten laten
staan.
Deze tijd is nodig, zodat alle olie onder in de maaibalk
zakt.
3. Olievulplug (63) uitnemen.
Aan de boring van deze vulschroef wordt het oliepeil
gemeten.
Belangrijk!
De maaibalk moet zich daarbij exact in de horizontale
positie bevinden.
TD 17-99-13
TD 17-99-13
63
OIL LEVEL
TD17/99/10
OIL LEVEL
Olie verversen hoofdtransmissie
- Olie verversen na de eerste 50 bedrijfsuren.
De oliehoeveelheid moet, onder normale omstandig-
heden, jaarlijks bijgevuld worden (OIL LEVEL).
- Olie verversen op zijn laatst na 100 hectare.
Hoeveelheid olie: 2,3 liter SAE 90
530-13-10
63
62
OLIE-
PEIL
- 23 -
NL
1600-NL WARTUNG_3834
ONDERHOUD EN REPARATIE
Olie verversen maaibalk
- Olie verversen na de eerste 50 bedrijfsuren of op zijn
laatst na 100 hectare.
Aanwijzing:
Olie verversen als deze op bedrijfstemperatuur is.
De olie is in koude toestand niet voldoende vloeibaar.
Er blijft dan teveel oude olie aan de tandwielen hechten
en daardoor worden de aanwezige zwevende deeltjes
niet uit de aandrijving verwijderd.
Hoeveelheid olie:
NOVACAT S10
3,5 liter SAE 90
NOVACAT S12
4,4 liter SAE 90
- Maaibalk in de maximale schuine positie brengen.
- Olie-aftapplug (62) verwijderen, de afgewerkte olie weg
laten lopen en op een passende manier verwerken.
Olie verversen hoektransmissie
- Olie verversen na de eerste 50 bedrijfsuren.
De oliehoeveelheid moet, onder normale omstandig-
heden, jaarlijks bijgevuld worden (OIL LEVEL).
- Olie verversen op zijn laatst na 100 hectare.
Hoeveelheid olie:
0,8 liter SAE 90
Let op!
De pijl op het mes geeft de
draairichting van de maaischijf
aan.
- Voor montage schroefoppervlak
van lak ontdoen.
Montage van de messen
Aanwijzingen
Het kan enige tijd
duren voordat alle
afgewerkte olie is
weggelopen.
63
62
OLIE-
PEIL
NL
- 24 -
1400-NL SICHTKONTROLLE (3776)
ONDERHOUD
Slijtagecontrole van de maaimeshouder
Let op!
Er bestaat ongevalsrisico als:
- de mesbout in het midden 15 mm is
afgesleten
- het gebied waar slijtage optreedt
(30a) tot aan de rand van de boring
is gekomen.
- de mesbout onderaan (30b) is
versleten
- de mesbout niet meer vast in de
houder zit
Als één of meerdere van deze
slijtageverschijnselen zich voordoen,
mag niet verder worden gewerkt.
De versleten onderdelen moeten direct
door originele Pöttinger-onderdelen
worden vervangen.
De mesbouten en de moeren met een
kracht van 120 Nm vastzetten.
Controleer de messenhouders op
slijtage en/of andere beschadigingen:
Telkens voor het in gebruik nemen van de machine.
Regelmatig tijdens het gebruik.
Direct nadat een vreemd voorwerp is geraakt
(bijvoorbeeld een steen, een stuk hout, metaal, ...).
* bij slepende geluiden uit de maaibalk
Let op!
Ongevalsrisico bij
versleten onder-
delen.
Als deze delen zijn
versleten, mogen
ze niet langer wor-
den gebruikt.
Er bestaat dan
risico dat de on-
derdelen worden
weggeslingerd
(bijv. mesjes,
afgebroken delen.
. .).
Slijtagedelen zijn:
Messenhouders (30)
Mesbouten (31)
Stappen – zichtcontrole
1. Messen verwijderen.
2. Voerresten en vuil verwijderen
- rondom de bouten (31).
- 25 -
1100-NL KLINGEN-SCHNELLW 3776
ONDERHOUD
NL
Controle van de bevestiging van de
mesjes
- Normale controle elke 50 uren.
- Vaker controleren tijdens maaien op steenachtige velden
of tijdens maaien onder moeilijke omstandigheden.
- Direkt na het raken van een voorwerp controleren (bijv.
stenen, stukken hout enz.).
Controle als volgt
- zoals beschreven onder het hoofdstuk "messen
verwisselen"
Attentie!
Beschadigde, verbogen en sterk versleten
onderdelen niet verder gebruiken. (Gevaar
voor ongevallen).
Houder voor het snel wisselen van
messen
Attentie!
Voor uw veiligheid
Messen en hun bevestiging regelmatig
controleren!
- De messen aan de maaischijf, moeten
gelijkmatig slijten (gevaar voor onbalans).
Bij ongelijkmatige slijtage, paar-wijze
vervangen.
- Verbogen of beschadigde messen mogen
niet verder gebruikt worden.
Verbogen, beschadigde en/of versleten
meshouders mogen niet langer worden
gebruikt en dienen direct te worden
vervangen.
31
30
TD 17-99-16f
TD 17-99-16f
32
min.
15 mm
15 mm
TD 17-99-16e
120 Nm
(12 kpm)
- 26 -
1400_NL-HEBEL_3834
ONDERHOUD
NL
H
2
Verwisselen van de messen
1. Hendel (H) van de linker of de rechter kant
tot de aanslag tussen de maaischijf en de
meshouder (30) in 'Pos. A' invoeren.
2. Hendel van 'Pos. A' naar 'Pos. B' zwenken en
daarmee de bewegende meshouder (30) naar
beneden drukken.
Wegleggen van de hendel
- Hendel (H) na gebruik in de houder aan de aanbouwbok
plaatsen en vastzetten.
- Reservemessen (2)
5. Controleer
mesbouten (31) op beschadigingen, slijtage en of ze
goed vastzitten.
de houder (30) op beschadigingen, verbuiging
bus (32) op beschadigingen
- de zijkanten mogen niet verbogen zijn.
6. Mes monteren
7. Zichtcontrole! Controleer of het mes (M) juist
tussen de mesbout (31) en de houder (30) is
aangebracht (zie afbeelding).
3. Mes (M) verwijderen
4. Voerresten en vuil verwijderen
- rondom de bouten (30) en op de binnenkant van de
bus (32).
8. Hefboom (H) weer naar stand "A" zwenken en
verwijderen.
- 27 -
1401_NL-TECH DATEN_3834
NL
TECHNISCHE GEGEVENS
Technische gegevens
Alle gegevens zijn niet bindend.
Optioneel:
Waarschuwingsborden
Verhoogde maaisloffen voor grotere maaihoogte
Slijtsloffen
Zwadschijven
Noodzakelijke aansluitingen
1 dubbelwerkende hydraulische stekkeraansluiting met
zweefstand
(noodzakelijke minimale uitrusting van de trekker)
Bedrijfsdruk min.: 140 bar
Bedrijfsdruk max.: 180 bar
7-polige aansluiting voor de verlichtingsinrichting (12
volt)
3-polige aansluiting voor de verlichtingsinrichting (12
volt)
1)
Gewicht: afwijkingen mogelijk, afhankelijk van de uitrusting
van de machine
Beschrijving
NOVACAT S10
Type 3834
NOVACAT S12
Type 3834
Aanbouw
Driepuntsaanbouw
Cat. III / breedte 3
Driepuntsaanbouw
Cat. III / breedte 3
Werkbreedte 9.52 m / 9.1 m 11,2 m / 10,8 m
Werkbreedte 9.52 m / 9.1 m 11,2 m / 10,8 m
Werkbreedte 9.52 m / 9.1 m 11,2 m / 10,8 m
Transportbreedte 2,2 m 2,2 m
Transportbreedte 2,2 m 2,2 m
Transportbreedte 2,2 m 2,2 m
Zwadbreedte
zonder zwadschijven
met 2 zwadschijven
3,0 m
2,4 m
3,8 m
3,0 m
Aantal maaischijven 2 x 8 2 x 10
Aantal maaischijven 2 x 8 2 x 10
Aantal maaischijven 2 x 8 2 x 10
Aantal maaimessen 2 x 8 x 2 2 x 10 x 2
Aantal maaimessen 2 x 8 x 2 2 x 10 x 2
Aantal maaimessen 2 x 8 x 2 2 x 10 x 2
Capaciteit 9 -13 ha/h 10 -15 ha/h
Capaciteit 9 -13 ha/h 10 -15 ha/h
Capaciteit 9 -13 ha/h 10 -15 ha/h
Toerental aandrijving (omw/min) 1000 1000
Toerental aandrijving (omw/min) 1000 1000
Toerental aandrijving (omw/min) 1000 1000
Cardanasoverbelastingsbeveiliging 1500 Nm 1500 Nm
Cardanasoverbelastingsbeveiliging 1500 Nm 1500 Nm
Cardanasoverbelastingsbeveiliging 1500 Nm 1500 Nm
Benodigd vermogen ab 103 kW / 140 PS vanaf 118 kW / 160 pk
Benodigd vermogen ab 103 kW / 140 PS vanaf 118 kW / 160 pk
Benodigd vermogen ab 103 kW / 140 PS vanaf 118 kW / 160 pk
Gewicht
1)
1792 kg 2030 kg
1792 kg 2030 kg
Continu geluidsniveau 88,7 dB (A) 88,7 dB (A)
Continu geluidsniveau 88,7 dB (A) 88,7 dB (A)
Continu geluidsniveau 88,7 dB (A) 88,7 dB (A)
- 28 -
1401_NL-TECH DATEN_3834
TECHNISCHE GEGEVENS
NL
Gebruik conform bestemming van de machine
De maaimachine
'NOVACAT S12 (type 3834)'
is uitsluitend bedoeld voor de gebruikelijke toepassingen voor
landbouwkundige doeleinden.
Voor het maaien van weilanden en korthalmige veldgewassen.
Ieder ander gebruik geldt als niet conform bestemming.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor eventuele hieruit voortvloeiende schade; dit risico is geheel en al voor de
gebruiker.
Tot gebruik conform bestemming behoort ook het nakomen van de door de fabrikant voorgeschreven onderhouds- en
reparatievoorwaarden.
Plaats van het typeplaatje
Het chassisnummer is te vinden op het typeplaatje, zie
afbeelding hiernaast. Bij garantieclaims, vragen over de
machine en bestellingen van reserve-onderdelen dient het
chassisnummer altijd te worden vermeld.
Noteer het nummer direct op de titelpagina van de
handleiding, zodra de tractor of machine in uw bezit is
gekomen.
Juist laden
Voor het heffen van de machine middels een kraan mag de kabel, ketting of band alleen aan de daarvoor bedoelde
laadogen worden bevestigd (1).
1
NL-Anhang Titelblatt _BA-Allgemein
NL
AANHANGSEL
NL-Anhang Titelblatt _BA-Allgemein
NL
U maakt de beslissing ‘Original’ of ‘namaak? De beslissing wordt vaak op grond van
de prijs genomen. Een ‘goedkope aanschaf’ kan echter zeer duur worden.
Let dus bij de aanschaf op het ‘Original’ teken met het
klaverblad!
Kwaliteit en nauwkeurige pas
sing
- Bedrijfszekerheid
Betrouwbaar functioneren
Lagere levensduur
- Economisch werken
Beschikbaarheid
van de onderdelen
Het werken gaat beter
met Originele Pöttinger
onderdelen
Het origineel laat zich niet vervalsen…
- 31 -
1200_NL-ANHANGA_SICHERHEIT
AANHANGSEL -A
NL
Aanwijzingen voor veilig werken
Aanwijzingen voor veilig werken
In deze handleiding zijn alle plaatsen die
betrekking heb
ben op de vei
lig
heid met dit teken
aan
ge
ge
ven.
1.) Handleiding
a. De handleiding is een belangrijk onderdeel van de
machine.
Zorg ervoor dat de handleiding op de plaats waar de
machine wordt gebruikt altijd direct beschikbaar is.
b. Bewaar de handleiding zolang de machine in gebruik
is.
c. De handleiding moet bij verkoop of als van gebruiker
wordt gewisseld altijd samen met de machine worden
doorgegeven.
d. Zorg ervoor dat veiligheids- en gevarenaanwijzingen
aan de machine compleet zijn en dat zij leesbaar zijn.
De gevarenaanwijzingen zijn belangrijk voor veilig
gebruik van de machine en dienen dus uw eigen
veiligheid.
2.) Gekwalificeerd personeel
a. Alleen personen die de wettelijke minimumleeftijd
hebben bereikt, die fysiek en psychisch geschikt zijn
en die op de juiste manier zijn geschoold, mogen de
machine bedienen.
b. Personeel dat nog geschoold of geïnstrueerd moet
worden, of dat momenteel een algemene opleiding volgt,
mag de machine alleen bedienen onder permanent
toezicht van een ervaren persoon.
c. Test-, instel- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen
worden uitgevoerd door geautoriseerd vakpersoneel.
3.) Uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden
a. In deze handleiding zijn alleen onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden beschreven die de bestuurder
zelfstandig mag uitvoeren.
Alle andere werkzaamheden mogen alleen door een
vakmonteur worden uitgevoerd.
b. Reparaties aan de elektrische of hydraulische installatie,
aan voorgespannen veren, aan drukreservoirs
enz. vereisen voldoende kennis, voorgeschreven
gereedschappen en beschermende kleding en mogen
daarom alleen in een vakgarage worden uitgevoerd.
4.) Doelgericht gebruik
a. Zie technische gegevens.
b. Tot een passend gebruik hoort ook het nakomen van
de door de fabrikant voorgeschreven gebruiks- en
on
der
houd
saan
wij
zin
gen.
5.) Onderdelen
a. Originele onderdelen en toebehoren zijn speciaal voor
deze ma
chi
nes en werk
tui
gen ont
wik
keld.
b. Wij maken U er uitdrukkelijk op
attent dat niet door ons
geleverde
onderdelen niet door ons ge
con
tro
leerd en
vrijgegeven zijn.
c. Montage en gebruik hiervan kan on
der bepaalde
om
stan
dig
he
den con
struc
tie
ve
eigenschappen van Uw
ma
chi
ne negatief bei
nvloe
den. De fa
bri
kant kan niet
aansprakelijk wor
den
gesteld voor scha
de ont
staan
door het gebruik van niet
originele delen en toebehoren.
d. Zelfstandig wijzigingen aanbrengen of het monteren
van aan
bouw
de
len o.i.d. sluiten elke aansprakelijkheid
van de fabrikant uit.
6.) Beschermkappen, -beugels en
-
doeken
a. Alle beschermkappen, -beugels en
-
doeken moeten
aan de machine
gemonteerd zijn en ook intact zijn.
Re
gel
ma
ti
ge controle en ver
van
ging van versleten en
be
scha
dig
de be
scher
min
gen is noodzakelijk.
7.) Voor het in gebruik nemen
a. Voordat met de werkzaamheden
begonnen wordt moet
de bestuurder zich met alle bedieningsvoorschriften
ver
trou
wd ma
ken. Tijdens het werk is dit te laat!
b. Voor elke ingebruikname van het
voertuig of machine
deze op
verkeers- en
bedrijfsveiligheid controleren.
8.) Asbest
a. Bepaalde toeleveringsdelen van
het
voertuig of machine kunnen
om
technische redenen asbest
bevatten. Let op ken
te
kens die op
de onderdelen staan.
- 32 -
1200_NL-ANHANGA_SICHERHEIT
AANHANGSEL -A
NL
20%
Kg
9.) Meenemen van personen is verboden
a. Personen op of in de machine
meenemen is niet
toe
ge
staan.
b. De machine mag alleen in de voorgeschreven
trans
port
stand over openbare wegen worden vervoerd.
10.) Wegverkeer (algemeen)
a. De trekker moet voor
en achter voldoende
van bal
last
ge
wich
ten
worden voorzien om
de bestuurbaarheid
en de remkracht te
waarborgen.
(Minstens 20% van
het
leeggewicht van
het voertuig moet op
de vooras rusten).
b. De rijeigen
schap
pen worden door de weg en door
de machine beïnvloed. Rijstijl aan de omstandig
heden
aanpassen.
c. Als er eveneens een volgwagen is aan
gekoppeld, moet
bij het rijden van bo
ch
ten rekening gehouden worden met
de breedte van de machine en met eventueel uitslaan
van de machine.
d. Als met driepuntsmachines in bochten
gereden wordt
op de uit
ste
ken
de delen en op door de massakracht
doordraaiende delen letten!
11.) Algemeen
a. Voor het aankoppelen van machines in de
drie
punts
hefin
richting de hendel van de hefinrichting
in een stand blokkeren, waarin ongecontroleerd heffen
of zakken is uitgesloten.
b. Bij het aankoppelen van machines aan de
drie
punts
hefin
richting ontstaat beklemmingsgevaar.
c. In het bereik van de hefarmen bestaat een gevaar van
klemmen of knijpen.
d. Tijdens het gebruik van de bediening voor de
hefinrichting buiten de kabine, niet tussen trekker en
machine gaan staan.
e. Aftakas alleen aan- en afkoppelen als de trekkermotor
stil staat.
f. Tijdens het rijden met een geheven machine, moet
de hendel van de hefinrichting geblokkeerd zijn, om
ongecontroleerd zakken te vermijden.
g. Voor het verlaten van de trekker, moet de machine op
de grond worden gezet.
h. Er mag niemand tussen de trekker en de machine staan,
zonder dat het geheel tegen wegrollen is beveiligd.
(Door gebruik van de handrem en/of voorlegblokken.)
i. Bij zowel onderhouds-, schoonmaak- en reparatie-
werkzaamheden, de aandrijfmotor uitschakelen en de
aandrijfas afkoppelen.
12.) Het reinigen van de machine
a. Gebruik een hogedrukreiniger niet om gelagerde
on
der
de
len te reinigen, ook het reinigen van hydraulische
delen met een hogedrukreiniger moet worden ontraden.
- 33 -
1300_NL-ANHANGB_GELENKWELLE
AFTAKAS
NL
Aanhangsel - B
Aanhangsel - B
Tijdens het werk
Bij het gebruik van de machine mag het toegestane
aftakastoerental niet worden overschreden.
- Na het uitschakelen van de aftakas kan het gemonteerde
apparaat nalopen. Pas wanneer het volledig stilstaat,
mag eraan worden gewerkt.
- Bij het uitschakelen van de machine moet de aftakas
volgens de voorschriften worden verwijderd of met
kettingen worden geborgd. De borgingsketting (H) niet
voor het ophangen van de aftakas gebruiken
Groothoekkoppeling:
Maximale verdraaiing tij
dens het werk en niet
ingeschakeld 70
°
.
Normale koppeling:
Maximale hoek bij stilstand 90
°
.
Maximale hoek bij werking 35
°
.
Onderhoud
Versleten beschermdelen di
rect ver
ni
eu
wen.
- Bij het in bedrijf stellen en na alle 150 werkuren de
aftakas doorsmeren met een kwaliteitsvet.
- Gedurende langere rust
pe
rio
des
aftakas schoon
ma
ken
en
doorsmeren
Tijdens winterwerkzaamheden de
beschermbuizen
invetten om te voor
komen dat ze vastvriezen.
Aftakas aanpassen
De juiste lengte wordt bepaald door de aftakas-helften
naast elkaar te houden.
Doorsnijproces
-
Voor de lengteaanpassing de aftakas-helften in de
kortste bedrijfspositie (L2) naast elkaar houden en
aftekenen.
Let op!
Lengte (L1) niet overschrijden
- Een zo groot mogelijke buisoverlapping (min.
1
/
2
X)
nastreven
Beschermingsbuis binnen en buiten gelijkmatig inkorten
Overbelastingsbescherming (2) aan apparaatzijde
plaatsen!
Voor elk gebruik van de aftakas con
tro
le
ren, of de gaf
fels
goed vergrendeld zijn.
Blokkeerketting
- Beschermbuis van de aftakas bor
gen tegen mee
draa
ien.
Op een voldoende zwenkbereik van de aftakas letten!
- De borgingsketting zodanig doorsnijden dat deze zich
niet rond de aftakas kan wikkelen.
Let op!
Gebruik alleen de
opgegeven of
meegeleverde
aftakas, anders
hebt u geen recht
op garantie bij
eventuele schade.
150
h
FETT
- 34 -
1300_NL-ANHANGB_GELENKWELLE
AFTAKAS
NL
Aanhangsel - B
Aanhangsel - B
L
L
K92E,K92/4E
K90,K90/4,K94/1
Belangrijk voor aftakassen met een platenslipkoppeling
Bij overbelasting en kortdurende koppelpieken wordt
het koppel begrensd en tijdens de slipduur gelijkmatig
overgebracht.
Tijdens het eerste gebruik en na langere tijd buiten gebruik
te zijn, de platenslipkoppeling op goede werking controleren.
a) Maat „L“ aan drukveer bij K90, K90/4 en K94/1 resp.
aan stelschroef bij K92E en K92/4E vaststellen.
b) Schroeven losdraaien, waardoor de frictieplaten
ontlast worden.
Koppeling doordraaien.
c) Schroeven op maat „L“ instellen.
Koppeling is weer gebruiksklaar.
Smeerschema
X
h
alle X bedrijfsuren
40 F
alle 40 wagenladingen
80 F
alle 80 wagenladingen
1 J
1 x jaarlijks
100 ha
alle 100 hectaren
BB
Indien nodig
FETT
VET
Olie
= Aantal smeernippels
= Aantal smeernippels
= Aantal smeernippels
(III), (IV)
Zie aanhangsel "Smeermiddelen"
[l]
Liter
Variante
Variante
zie gebruiksaanwijzing van de fabrikant
4
Rotaties per minuut
100-12-06
Peilstok altijd tot aan de aanslag inschroeven
- 36 -
1400-SCHMIERPLAN 3834
FETT
(III)
1,2 Liter
(III)
1,2 Liter
50h
(100 )
h
1 J 1 J
FETT
(IV)
NOVACAT S10
NOVACAT S12
(III)
1,7 Liter
(III)
NC S12 4,4 Liter
NC S10 3,5 Liter
(III)
NC S12 4,4 Liter
NC S10 3,5 Liter
(III)
1,2 Liter
(III)
1,2 Liter
- 37 -
1400_NL-BETRIEBSSTOFFE
NL
prestaties en levensduur van de machines zijn afhankelijk van een zorgvuldig onderhoud en het gebruik van goede smeermiddelen.
Dit schema vergemakkelijkt de goede keuze van de juiste smeer-middelen.
Olie in aandrijvingen volgens de ge-bruiksaanwijzing verwisselen - echter tenminste 1 x jaarlijks.
- Aftapplug er uit nemen, de olie aftappen en milieuvriendelijk verwerken.
Voor het buiten gebruik stellen (win-terperiode) de olie-wissel uitvoeren en alle vetnippel smeerpunten doorsmeren. Blanke meta
aldelen (koppelingen enz.) met een product uit groep "Iv" van de navolgende tabel
tegen corrosie beschermen.
Corrosiebescherming: FLUID 466
Smeermiddelen
Uitgave 2013
Smeermiddelen
code
I
(II)
ÖL
III
(IV)
FETT
V VI VII
V VI VII
V VI VII
caratteristica richiesta di
qualità
HYDRAULIKöL HLP
DIN 51524 Teil 2
Siehe Anmerkungen
*
**
***
Motorenöl SAE 30 gemäß API
CD/SF
Getriebeöl SAE 90 bzw. SAE 85 W-140 gemäß
API-GL 4 oder API-GL 5
Li-Fett (DIN 51 502,
KP 2K)
Getriebefließfett (DIN 51
502:GOH
Komplexfett (DIN 51 502:
KP 1R)
smeerolie SAE 90 of 85 W-140 volgens
API-GL 5
- 38 -
1400_NL-BETRIEBSSTOFFE
Firma Company
Société Societá
I
(II)
ÖL
III
(IV)
FETT
V VI VIII OPMERKINGEN
V VI VIII OPMERKINGEN
V VI VIII OPMERKINGEN
V VI VIII OPMERKINGEN
AGIP OSO 32/46/68
AGIP OSO 32/46/68
ARNICA 22/46
MOTOROIL HD 30
SIGMA MULTI 15W-40
SUPER TRACTOROIL UNIVERS. 15W-30
ROTRA HY 80W-90/85W-140
ROTRA MP 80W-90/85W-140
GR MU 2 GR SLL
GR MU 2 GR SLL
GR LFO
- ROTRA MP 80W-90
- ROTRA MP 80W-90
ROTRA MP 85W-140
* B i j
gecombineerde
werkzaamheden
met tractoren met
natte platenrem is
de internationale
specificatie J 20
A noodzakelijk
** Hydraulische
oliën H LP-(D) +
HV
***
Hydraulische
oliën op basis
van plantaardige
olie HLP + HV
Biologisch
afbreekbaar,
daarom bijzonder
milieuvriendelijk
ARAL VITAM GF 32/46/68
ARAL VITAM GF 32/46/68
VITAM HF 32/46
SUPER KOWAL 30 MULTI TURBORAL
SUPER TRAKTORAL 15W-30
GETRIEBEÖL EP 90 GETRIEBEÖL
HYP 85W-90
ARALUB HL 2 ARALUB FDP 00 ARALUB FK 2 GETRIEBEÖL HYP 90
ARALUB HL 2 ARALUB FDP 00 ARALUB FK 2 GETRIEBEÖL HYP 90
ARALUB HL 2 ARALUB FDP 00 ARALUB FK 2 GETRIEBEÖL HYP 90
ARALUB HL 2 ARALUB FDP 00 ARALUB FK 2 GETRIEBEÖL HYP 90
AVIA AVILUB RL 32/46
AVIA AVILUB RL 32/46
AVILUB VG 32/46
MOTOROIL HD 30
MULTIGRADE HDC 15W-40 TRACTAVIA HF
SUPER 10 W-30
GETRIEBEÖL MZ 90 M MULTIHYP
85W-140
AVIA MEHRZWECKFETT
AVIA ABSCHMIERFETT
AVIA
GETRIEBEFLIESSFETT
AVIALUB
SPEZIALFETT LD
GETRIEBEÖL HYP 90
EP MULTIHYP 85W-
140 EP
BAYWA HYDRAULIKÖL HLP 32/46/68
BAYWA HYDRAULIKÖL HLP 32/46/68
SUPER 2000 CD-MC *
HYDRA HYDR. FLUID *
HYDRAULIKÖL MC 530 **
PLANTOHYD 40N ***
SUPER 2000 CD-MC
SUPER 2000 CD
HD SUPERIOR 20 W-30
HD SUPERIOR SAE 30
SUPER 8090 MC
HYPOID 80W-90
HYPOID 85W-140
MULTI FETT 2
SPEZIALFETT FLM
PLANTOGEL 2 N
GETRIEBEFLIESSFETT
NLGI 0
RENOLIT DURAPLEX
EP 00 PLANTOGEL 00N
RENOPLEX EP 1 HYPOID 85W-140
RENOPLEX EP 1 HYPOID 85W-140
BP ENERGOL SHF 32/46/68 VISCO 2000
BP ENERGOL SHF 32/46/68 VISCO 2000
BP ENERGOL SHF 32/46/68 VISCO 2000
ENERGOL HD 30
VANELLUS M 30
GEAR OIL 90 EP
HYPOGEAR 90 EP
ENERGREASE LS-EP 2 FLIESSFETT NO
ENERGREASE LS-EP 2 FLIESSFETT NO
ENERGREASE HTO
OLEX PR 9142 HYPOGEAR 90 EP
OLEX PR 9142 HYPOGEAR 90 EP
HYPOGEAR 85W-140
EP
CASTROL HYSPIN AWS 32/46/68 HYSPIN
CASTROL HYSPIN AWS 32/46/68 HYSPIN
AWH 32/46
RX SUPER DIESEL 15W-40 POWERTRANS EPX 80W-90
RX SUPER DIESEL 15W-40 POWERTRANS EPX 80W-90
HYPOY C 80W-140
CASTROLGREASE LM IMPERVIA MMO CASTROLGREASE
CASTROLGREASE LM IMPERVIA MMO CASTROLGREASE
CASTROLGREASE LM IMPERVIA MMO CASTROLGREASE
LMX
EPX 80W-90
HYPOY C 80W-140
ELAN HLP 32/46/68
ELAN HLP 32/46/68
HLP-M M32/M46
MOTORÖL 100 MS SAE 30 MOTORÖL 104
CM 15W-40 AUSTROTRAC 15W-30
GETRIEBEÖL MP 85W-
90 GETRIEBEÖL B 85W-90
GETRIEBEÖL C 85W-90
LORENA 46
LITORA 27
RHENOX 34 - GETRIEBEÖL B 85W-
RHENOX 34 - GETRIEBEÖL B 85W-
RHENOX 34 - GETRIEBEÖL B 85W-
90 GETRIEBEÖL C
85W-140
ELF OLNA 32/46/68
ELF OLNA 32/46/68
HYDRELF 46/68
PERFORMANCE 2 B SAE 30 8000 TOURS
20W-30 TRACTORELF ST 15W-30
TRANSELF TYP B 90 85W-140
TRANSELF EP 90 85W-140
EPEXA 2
ROLEXA 2
MULTI 2
GA O EP
POLY G O
MULTIMOTIVE 1 TRANSELF TYP B 90
MULTIMOTIVE 1 TRANSELF TYP B 90
85W-140 TRANSELF
TYP BLS 80 W-90
ESSO NUTO H 32/46/68
ESSO NUTO H 32/46/68
NUTO HP 32/46/68
PLUS MOTORÖL 20W-30 UNIFARM 15W-30 GEAROIL GP 80W
PLUS MOTORÖL 20W-30 UNIFARM 15W-30 GEAROIL GP 80W
-90 GEAROIL
GP 85W-140
MULTI PURPOSE
GREASE H
FIBRAX EP 370 NEBULA EP 1
FIBRAX EP 370 NEBULA EP 1
GP GREASE
GEAR OIL GX 80W-90
GEAR OIL GX 85W-140
EVVA ENAK HLP 32/46/68
EVVA ENAK HLP 32/46/68
ENAK MULTI 46/68
SUPER EVVAROL HD/B SAE 30 UNIVERSAL
TRACTOROIL SUPER
HYPOID GA 90
HYPOID GB 90
HOCHDRUCKFETT LT/
SC 280
GETRIEBEFETT MO 370 EVVA CA 300 HYPOID GB 90
GETRIEBEFETT MO 370 EVVA CA 300 HYPOID GB 90
GETRIEBEFETT MO 370 EVVA CA 300 HYPOID GB 90
FINA HYDRAN 32/46/68 DELTA PLUS SAE 30
FINA HYDRAN 32/46/68 DELTA PLUS SAE 30
FINA HYDRAN 32/46/68 DELTA PLUS SAE 30
SUPER UNIVERSAL OIL
PONTONIC N 85W-90 PONTONIC
MP 85W-90 85W-140
SUPER UNIVERSAL OIL
MARSON EP L 2 NATRAN 00 MARSON AX 2 PONTONIC MP 85W-
MARSON EP L 2 NATRAN 00 MARSON AX 2 PONTONIC MP 85W-
MARSON EP L 2 NATRAN 00 MARSON AX 2 PONTONIC MP 85W-
MARSON EP L 2 NATRAN 00 MARSON AX 2 PONTONIC MP 85W-
140
FUCHS • TITAN HYD 1030
FUCHS • TITAN HYD 1030
AGRIFARM STOU MC 10W-30
• AGRIFARM UTTO MP
• PLANTOHYD 40N ***
• AGRIFARM STOU MC 10W-30
• TITAN UNIVERSAL HD
• AGRIFARM GEAR 80W90
• AGRIAFRM GEAR 85W-140
• AGRIFARM GEAR LS 90
• AGRIFARM HITEC 2
• AGRIFARM PROTEC 2
• RENOLIT MP
• RENOLIT FLM 2
• PLANTOGEL 2-N
AGRIFARM FLOWTEC
000
• RENOLIT SO-GFO 35
RENOLIT DURAPLEX
EP 00
• PLANTOGEL 00N
RENOLIT
DURAPLEX EP 1
AGRIFARM GEAR
8090
AGRIFARM GEAR
85W-140
AGRIFARM GEAR
LS90
GENOL HYDRAULIKÖL HLP/32/46/68
GENOL HYDRAULIKÖL HLP/32/46/68
HYDRAMOT 1030 MC *
HYDRAULIKÖL 520 **
PLANTOHYD 40N ***
MULTI 2030
2000 TC
HYDRAMOT 15W-30 HYDRAMOT 1030 MC
GETRIEBEÖL MP 90
HYPOID EW 90
HYPOID 85W-140
MEHRZWECKFETT
SPEZIALFETT GLM
PLANTOGEL 2 N
GETRIEBEFLIESSFETT
PLANTOGEL 00N
RENOPLEX EP 1 HYPOID EW 90
RENOPLEX EP 1 HYPOID EW 90
HYPOID 85W-140
MOBIL DTE 22/24/25
MOBIL DTE 22/24/25
DTE 13/15
HD 20W-20
DELVAC 1230
SUPER UNIVERSAL 15W-30
MOBILUBE GX 90
MOBILUBE HD 90
MOBILUBE HD 85W-140
MOBILGREASE MP MOBILUX EP 004 MOBILPLEX 47 MOBILUBE HD 90
MOBILGREASE MP MOBILUX EP 004 MOBILPLEX 47 MOBILUBE HD 90
MOBILGREASE MP MOBILUX EP 004 MOBILPLEX 47 MOBILUBE HD 90
MOBILGREASE MP MOBILUX EP 004 MOBILPLEX 47 MOBILUBE HD 90
MOBILUBE HD 85W-
140
RHG
RENOLIN B 10/15/20 RENOLIN
B 32 HVI/46HVI
EXTRA HD 30
SUPER HD 20 W-30
MEHRZWECKGETRIEBEÖlSAE90
HYPOID EW 90
MEHRZWECKFETT
RENOLIT MP
DURAPLEX EP
RENOSOD GFO 35 RENOPLEX EP 1 HYPOID EW 90
RENOSOD GFO 35 RENOPLEX EP 1 HYPOID EW 90
RENOSOD GFO 35 RENOPLEX EP 1 HYPOID EW 90
- 39 -
1400_NL-BETRIEBSSTOFFE
Firma Company
Société Societá
I
(II)
ÖL
III
(IV)
FETT
V VI VIII OPMERKINGEN
V VI VIII OPMERKINGEN
V VI VIII OPMERKINGEN
V VI VIII OPMERKINGEN
SHELL
TELLUS S32/S 46/S68 TELLUS
T 32/T46
AGROMA 15W-30
ROTELLA X 30
RIMULA X 15W-40
SPIRAX 90 EP
SPIRAX HD 90
SPIRAX HD 85/140
RETINAX A
ALVANIA EP 2
SPEZ. GETRIEBEFETT
H SIMMNIA GREASE O
AEROSHELL
GREASE 22
DOLIUM GREASE
R
SPIRAX HD 90
SPIRAX HD 85W-140
* Bij gecombineerde
werkzaamheden
met tractoren met
natte platenrem is
de internationale
specificatie J 20
A noodzakelijk
** Hydraulische oliën
H LP-(D) + HV
***
Hydraulische
oliën op basis
van plantaardige
olie HLP + HV
Biologisch
afbreekbaar,
daarom bijzonder
milieuvriendelijk
TOTAL AZOLLA ZS 32, 46, 68 EQUIVIS
TOTAL AZOLLA ZS 32, 46, 68 EQUIVIS
ZS 32, 46, 68
RUBIA H 30
MULTAGRI TM 15W-20
TOTAL EP 85W-90
TOTAL EP B 85W-90
MULTIS EP 2 MULTIS EP 200 MULTIS HT 1 TOTAL EP B 85W-90
MULTIS EP 2 MULTIS EP 200 MULTIS HT 1 TOTAL EP B 85W-90
MULTIS EP 2 MULTIS EP 200 MULTIS HT 1 TOTAL EP B 85W-90
MULTIS EP 2 MULTIS EP 200 MULTIS HT 1 TOTAL EP B 85W-90
VALVOLINE UL
VALVOLINE UL
TRAMAX HLP 32/46/68
VALVOLINE ULTRAMAX HLP 32/46/68 VALVOLINE UL
SUPER TRAC FE 10W-30*
ULTRAMAX HVLP 32 **
ULTRAPLANT 40 ***
SUPER HPO 30
STOU 15W-30
SUPER TRAC FE 10W-30
ALL FLEET PLUS 15W-40
HP GEAR OIL 90
oder 85W-140
TRANS GEAR OIL 80W-90
MULTILUBE EP 2
VAL-PLEX EP 2
PLANTOGEL 2 N
RENOLIT LZR 000
DEGRALUB ZSA 000
DURAPLEX EP 1 HP GEAR OIL 90
DURAPLEX EP 1 HP GEAR OIL 90
oder 85W-140
VEEDOL ANDARIN 32/46/68 HD PLUS SAE 30 M U L
VEEDOL ANDARIN 32/46/68 HD PLUS SAE 30 M U L
VEEDOL ANDARIN 32/46/68 HD PLUS SAE 30 M U L
VEEDOL ANDARIN 32/46/68 HD PLUS SAE 30 M U L
TIGRADE SAE 80/90
MULTIGEAR B 90
MULTIGEAR C SAE 85W-140
MULTIPURPOSE - - MULTIGEAR B 90
MULTIPURPOSE - - MULTIGEAR B 90
MULTIPURPOSE - - MULTIGEAR B 90
MULTIPURPOSE - - MULTIGEAR B 90
MULTI C SAE 85W-140
WIN
TERS
HALL WIOLAN HS (HG) 32/46/68
HALL WIOLAN HS (HG) 32/46/68
WIOLAN HVG 46 **
WIOLAN HR 32/46 ***
HYDROLFLUID *
MULTI-REKORD 15W-40
PRIMANOL
REKORD 30
HYPOID-GETRIEBEÖL
80W-90, 85W-140
MEHRZWECKGETRIEBEÖL
80W-90
WIOLUB LFP 2 WIOLUB GFW WIOLUB AFK 2
WIOLUB LFP 2 WIOLUB GFW WIOLUB AFK 2
WIOLUB LFP 2 WIOLUB GFW WIOLUB AFK 2
HYPOID-GETRIEBEÖL
80W-90, 85W-140
MOTOREX COREX HLP 32 46 68**
MOTOREX COREX HLP 32 46 68**
COREX HLPD 32 46 68**
COREX HV 32 46 68**
OEKOSYNT 32 46 68***
EXTRA SAE 30
FARMER TRAC 10W/30
GEAR OIL UNIVERSAL
80W/90
GEAR OIL UNIVERSAL
85W/140
FETT 176 GP
FETT 190 EP
FETT 3000
FETT 174 FETT 189 EP
FETT 174 FETT 189 EP
FETT 190 EP
FETT 3000
GEAR OIL UNIVERSAL
80W/90
GEAR OIL UNIVERSAL
85W/140
- 40 -
1502-NL REP. HINWEISE_397
REPARATIEAANWIJZINGEN
NL
K1
Reparaties aan de maaibalk
Markeringen op één lijn brengen (K1, K2).
Tot bouwjaar 2005
(Markering K1 = inkerving van de naaf)
Vanaf bouwjaar 2006
(Markering K1 = grotere verzinking bij boring)
Moer (M) pas dan vastschroeven wanneer de lengte
(L) van de schroefdraad voldoende is om beschadiging
te voorkomen.
Moer (M) tegen losdraaien borgen
- met ‘Loctite 242’ of een gelijkwaardig product
- en door inkerving (2x)
- 41 -
1502-NL REP. HINWEISE_397
REPARATIEAANWIJZINGEN
NL
Montagehandleiding
U kunt de montage van de maaischijven als volgt vereenvoudigen:
1. Bij naar links draaiende schijf = markering (K1) boven
2. Bij naar rechts draaiende schijf = markering (K2) onder
NOVACAT 225 H ED / NOVACAT 225 H CRW
NOVACAT 261 classic / 261 a-motion ED RC / NOVACAT 262 ED RC
NOVACAT 301 classic / 301 a-motion ED RC / NOVACAT 302 ED RC
NOVACAT 402
NOVACAT 442
NOVACAT 351 a-motion ED RC / NOVACAT 352 ED RC /NOVACAT 352V / NOVACAT 351 classic
- 42 -
1502-NL REP. HINWEISE_397
REPARATIEAANWIJZINGEN
NL
NOVADISC 225
NOVADISC 265 / NOVADISC 730
NOVADISC 305 / NOVADISC 810
NOVADISC 350 / NOVADISC 900
NOVADISC 400
NOVADISC 265 draairichting ‘naar het midden’ / NOVADISC 730
- 43 -
1502-NL REP. HINWEISE_397
REPARATIEAANWIJZINGEN
NL
NOVADISC 900
NOVADISC 730 draairichting ‘naar het midden’
NOVADISC 730
NOVADISC 810
NL
0700-NL Taper Scheiben_Allg
- 44 -
TAPER SPANBUSSEN
Montageaanwijzing voor Taper spanbussen
Montage
1. Alle blanke oppervlakken, zoals boring en kegelmantel van de Taper
spanbus als ook de kegelvormige boring in de schijf, reinigen en
invetten.
2. De Taper spanbus in de naaf zetten en alle aansluitboringen laten
aansluiten (halve boringen met schroefdraad moeten telkens
tegenover een halve, gladde boring staan).
3. Inbusbout of cilinderbout licht inoliën en inschroeven. Bouten nog
niet vastdraaien.
4. De as schoon maken en invetten. De schijf met de Taper spanbus
op de gewenste plaats op de as schuiven.
- Bij het gebruik van een inlegspie, deze eerst in de spiebaan
leggen. Tussen de inlegspie en de spiebaan moet een speling
aanwezig zijn.
- Middels schroevendraaier (DIN 911) de inbusbouten of
cilinderbouten gelijkmatig met de in de tabel aangegeven
draaimomenten aantrekken
Aanduiding van de spanbus Draaimoment [Nm]
Aanduiding van de spanbus Draaimoment [Nm]
2017 30
2017 30
2517 49
2517 49
- Na korte tijd (30 min. Tot 1 uur) het aandraaimoment van de
bouten controleren en eventueel corrigeren.
- Om indringen van vreemde voorwerpen te voorkomen, de niet
gebruikte boringen met vet vullen.
Démontage
1. Alle bouten losdraaien
Al naar gelang de grootte van de bus, één of twee bouten er
helemaal uitdraaien, inoliën en in de uitdrukopeningen indraaien
(pos 5.)
2. De bout of de bouten gelijkmatig onder spanning brengen en
houden tot de bus uit de naaf loslaat en de schijf vrij op de as is
te bewegen.
3. Schijf samen met de bus van de as nemen.
- 45 -
1401_NL-Service_3834
SERVICE
NL
Hydrauliekplan
Legenda:
1 Hydraulicablok
2 Ontlasting
3 Heffen
4 Pendelbegrenzing
5 Beschermklep
6 Achteruitzwenking
7 Tractor regelventiel, dubbelwerkend
Y3
Y1
A5
A4
A6
Y2
B6
B5
B4
A3
A2 B2
Y4
SP1 SP2
B3
B1
A1
P1
1l
60bar
1l
60bar
1l
60bar
1l
60bar
PB
PA
PB
PA
1,5mm 1,5mm
1
2
3
4
5
6
2
3
4
5
6
7
P2
160bar 160bar
0,5mm
0,5mm
0,5mm
0,5mm
1,5mm 1,5mm
S C A B BA C S
0,8mm 0,8mm
2
2
1
7
3
3
4
4
5
5
6
6
- 46 -
1401_NL-Service_3834
SERVICE
NL
Elektro - schakelschema (regeling)
(0,7m 4x1,0)
(2,0m 2x1,5)
10A
S1
S2
Schaltbild
br 1,5
bl 1,5 sw(4)
sw(1)
15/30 31 2
13
br 1,5
sw(2)
sw(3)
4
S2
S1
31
15/30
bl (-) br (+)
16
sw(4)
sw(1)
sw(3)
sw(2) 2
34
5
530-13-15
Schakelbeeld
Schakelbeeld
Aanzicht op stekker
van buiten
Aanzicht op doos
van buiten
Toets
transportbeveiliging
Omschakelaar met
posities links / rechts
Aanwijzing:
Alle stekkeraanzich-
ten worden vanaf
de buitenzijde
gezien.
- 47 -
1401_NL-Service_3834
SERVICE
NL
Kabelboom
Y3
Y1
4,5
7,5 4,5
Y4
Y2
4,5
7,5 4,5
7,5
10
10
NW10-3500
NW7,5-200
NW7,5-200
NW4,5-100
NW4,5-100
NW4,5-150
NW4,5-150
1
2
GND
Schaltleit.
bl 1
2
Y1..Y4
1 6
2
5
4
3
bl 1,5
grge
gr
grbr
X1
Y2
Y4
Y3
Y1
grge 1
1
2
GND
Schaltleit.
bl 1
grbr 1
1
2
GND
Schaltleit.
bl 1
gr 1
1
2
GND
Schaltleit.
bl 1
grge 1
1
2
3
4
5
6
7
X1
gr 1
grbr 1
grge 1
bl 1,5
ER 10/7,5
1
Aanwijzing:
Alle stekkeraanzich-
ten worden vanaf
de buitenzijde
gezien.
Kleurencode:
bl blauw
br bruin
gn groen
gnge groen / geel
gr grijs
rt rood
sw zwart
ws wit
Verklaring
Y1 Arbeidspositie rechts
Y2 Arbeidspositie links
Y3 Transportpositie rechts
Y4 Transportpositie links
Schakelleiding
Schakelleiding
GND
Schakelleiding
Schakelleiding
GND
Schakelleiding
Schakelleiding
GND
Schakelleiding
Schakelleiding
GND
0000-NL ZUSINFO / BA-EL ALLG.
NL
- Z.48 -
BELANGRIJKE EXTRA-INFORMATIE VOOR UW VEILIGHEID
Zie gebruikershandleiding trekker
Zie prijslijst en/of gebruikershandleiding van de machines
Nameten
Driepuntsmachine of front-/driepuntscombinatie
1. Berekening van het minste frontballastgewicht
G
V min
Breng het berekende minste frontbalastgewicht, dat voor op de trekker aanwezig moet zijn, over in de tabel.
Frontaanbouwmachine
2. Berekening van het minste ballastgewicht in de driepuntshefinrichting G
H min
Breng het berekende minste ballastgewicht, dat achter op de trekker aanwezig moet zijn, over in de tabel.
T
L
[kg]
T
V
[kg]
V [kg]
V
T
H
[kg]
G
H
[kg]
G
V
[kg]
V [kg]
V
leeggewicht van de trekker
belasting van de voor-as bij een lege trekker
belasting van de achteras bij een lege trekker
hartafstand van de assen
totaalgewicht driepuntsmachine/driepuntsballastgewicht
totaalgewicht frontaanbouwmachine/ frontballast
afstand tussen zwaartepunt frontaanbouw
machine/frontballast en het hart van de
voor-as
afstand hart achteras tot hart hefkogel
afstand hart achteras tot hart hefkogel
hartafstand hefkogel en zwaartepunt
driepuntsmachine / driepuntsballast
a
[m]
b
[m]
c
[m]
d
[m]
2
3
1
1
1
1
1
2
2
2
3
3
1
3
2
Combinatie van trekker en aanbouwwerktuig
De combinatie van machines in de front en in de driepuntshefinrichting mag niet leiden tot een overschrijding van de toegestane
totaalgewichten, de toegestane asbelastingen en de maximale bandenbelasting van de trekker. De voor-as van de trekker moet alti
jd
met tenminste 20% van het ledige gewicht van de trekker belast blijven.
Overtuig u er van voor het aankopen van een machine, dat deze voorwaarden aanwezig zijn, door de volgende berekening uit te
voeren of de combinatie van trekker en werktuig(en) te wegen.
Berekening van het totaalgewicht, de asbelastingen en de belasting van de banden, als ook de minste
ballasttoevoeging
Voor de berekening hebt u de volgende gegevens nodig:
0000-NL ZUSINFO / BA-EL ALLG.
NL
- Z.49 -
BELANGRIJKE EXTRA-INFORMATIE VOOR UW VEILIGHEID
Minste ballastgewicht
front/driepuntshef
Totaalgewicht
Voor-as belasting
Achteras belasting
Daadwerkelijke waarde
vlg. berekening
Toegestane waarde vlg.
gebruikershandleiding
Dubbele toegestane
bandenbelasting
(twee banden)
(twee banden)
Het minste ballastgewicht moet als aanbouwwerktuig of in de vorm van ballastgewichten op de trekker
worden aangebracht!
De berekende waarden moeten lager / gelijk (
) zijn aan de toegestane waarden!
) zijn aan de toegestane waarden!
3. Berekening van de daadwerkelijk voor-as belasting T
V tat
(Als het minste frontballastgewicht (G
V min
) niet wordt bereikt door het gewicht van de machine (G
V
), moet het gewicht in het front worden
V), moet het gewicht in het front worden
V
verhoogd tot de berekende waarde)
Voer de berekende daadwerkelijke waarde en de in de gebruikershandleiding van de trekker aangegeven toegestane voor-as belastin
g in de
tabel in.
4. Berekening van het daadwerkelijke totaalgewicht G
tat
(Als het minste ballastgewicht (G
H min
) niet wordt bereikt moet het gewicht van de driepunts-machine (G
H
) worden verhoogd tot minste
ballastgewichtswaarde)
Voer de berekende daadwerkelijke waarde en de in de gebruikershandleiding van de trekker aangegeven toegestane totaal-belasting
in de tabel in.
5. Berekening van de daadwerkelijke achteras belasting T
H tat
Voer de berekende daadwerkelijke waarde en de in de gebruikershandleiding van de trekker aangegeven toegestane achteras belasti
ng in de
tabel in.
6. Bandenbelasting
Voer de dubbele waarde (twee banden) van de toegestane bandenbelasting (zie bijv. gegevens van de bandenleverancier in de tabel
in).
Tabel
Firmanaam en adres van de producent:
PÖTTINGER Landtechnik GmbH
Industriegelände 1
AT - 4710 Grieskirchen
Machine (vervangbare uitrusting)
:
Maaier
Type
Serienummer
De producent verklaart uitdrukkelijk dat de machine overeenkomt met alle desbetreffende
bepalingen van de volgende EG-richtlijn:
Machines 2006/42/EG
Bovendien wordt de overeenstemming met de volgende andere EG-richtlijnen en/of
desbetreffende bepalingen verklaard
Vindplaats van de toegepaste geharmoniseerde normen:
EN ISO 12100 EN ISO 4254-1 EN ISO 4254-12
Vindplaats van de toegepaste overige technische normen en/of specificaties:
Documentatiegemachtigde:
Andreas Gadermayr
Industriegelände 1
A-4710 Grieskirchen
EG-conformiteitsverklaring
Originele conformiteitsverklaring
Markus Baldinger,
Bedrijfsleiding F&E
Grieskirchen, 01.08.2016
Jörg Lechner,
Bedrijfsleiding Productie
NOVACAT S10 S12
NOVACAT S10 S12
NOVACAT S10 S12
3832 3834
3832 3834
A empresa PÖTTINGER Landtechnik GmbH
esforçase continuamente por melhorar os
seus produtos, adaptando-os à evolução
técnica.
Por este motivo, reservamonos o direito de modificar
as figuras e as descrições constantes no presente
manual, sem incorrer na obrigação de modificar
máquinas já fornecidas.
As características técnicas, as dimensões e os pesos
não são vinculativos.
A reprodução ou a tradução do presente manual de
instruções, seja ela total ou parcial, requer a autorização
por escrito da
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen
Todos os direitos estão protegidos pela lei da prop-
riedade intelectual.
Im Zuge der technischen Wei
ter
ent
wick
lung
arbeitet die PÖTTINGER Landtechnik
Im Zuge der technischen Wei
arbeitet die PÖTTINGER Landtechnik
Im Zuge der technischen Wei
lung
arbeitet die PÖTTINGER Landtechnik
lung
GmbH stän
dig an der Verbesserung ih
rer
Pro
duk
te.
Änderungen ge
gen
über den Ab
bil
dun
gen und
Be
schrei
bun
gen dieser Be
triebs
an
lei
tung müs
sen wir
uns darum vorbehalten, ein Anspruch auf Än
de
run
gen
an bereits aus
ge
lie
fer
ten Ma
schi
nen kann daraus nicht
ab
ge
lei
tet werden.
Technische Angaben, Maße und Ge
wich
te sind
un
ver
bind
lich. Irrtümer vor
be
hal
ten.
Nachdruck oder Übersetzung, auch aus
zugs
wei
se,
nur mit schriftlicher Ge
neh
mi
gung der
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Alle Rechte nach dem Gesetz des Ur
he
ber
recht
vor
be
hal
ten.
La société PÖTTINGER Landtechnik GmbH
améliore constamment ses produits grâce
au progrès technique.
C'est pourquoi nous nous réser-vons le droit de
modifier descriptions et illustrations de cette notice
d'utilisation, sans qu'on en puisse faire découler un
droit à modifications sur des machines déjà livrées.
Caractéristiques techniques, dimensions et poids sont
sans engagement. Des erreurs sont possibles.
Copie ou traduction, même d'extraits, seulement avec
la permission écrite de
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Tous droits réservés selon la réglementation des
droits d'auteurs.
Following the policy of the PÖTTINGER
Landtechnik GmbH to improve their products
as technical developments continue,
PÖTTINGER reserve the right to make alterations which
must not necessarily correspond to text and illustrations
contai-ned in this publication, and without incurring
obligation to alter any machines previously delivered.
Technical data, dimensions and weights are given as
an indication only. Responsibility for errors or omissions
not accepted.
Reproduction or translation of this publication, in whole
or part, is not permitted without the written consent of the
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
All rights under the provision of the copyright Act are
reserved.
PÖTTINGER Landtechnik GmbH werkt
permanent aan de verbetering van hun
producten in het kader van hun technische
ontwikkelingen. Daarom moeten wij ons
veranderingen van de afbeeldingen en beschrijvingen
van deze gebruiksaanwijzing voorbehouden, zonder
dat daaruit een aanspraak op veranderingen van reeds
geieverde machines kan worden afgeleid.
Technische gegevens, maten en gewichten zijn niet
bindend. Vergissingen voorbehouden.
Nadruk of vertaling, ook gedeeltelijk, slechts met
schriftelijke toestemming van
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Alle rechten naar de wet over het auteursrecht voor-
behouden.
La empresa PÖTTINGER Landtechnik
GmbH se esfuerza contínuamente en
la mejora constante de sus productos,
adaptándolos a la evolución técnica. Por ello
nos vemos obligados a reservarnos todos los derechos
de cualquier modificación de los productos con relación
a las ilustraciones y a los textos del presente manual,
sin que por ello pueda ser deducido derecho alguno a
la modificación de máquinas ya suministradas.
Los datos técnicos, las medidas y los pesos se
entienden sin compromiso alguno.
La reproducción o la traducción del presente manual
de instrucciones, aunque sea tan solo parcial, requiere
de la autorización por escrito de
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Todos los derechos están protegidos por la ley de la
propiedad industrial.
La PÖTTINGER Landtechnik GmbH è
costantemente al lavoro per migliorare i suoi
prodotti mantenendoli aggiornati rispetto allo
sviluppo della tecnica.
Per questo motivo siamo costretti a riservarci la facoltà
di apportare eventuali modifiche alle illustrazioni e alle
descrizioni di queste istruzioni per l’uso. Allo stesso
tempo ciò non comporta il diritto di fare apportare
modifiche a macchine già fornite.
I dati tecnici, le misure e i pesi non sono impegnativi. Non
rispondiamo di eventuali errori. Ristampa o traduzione,
anche solo parziale, solo dietro consenso scritto della
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Ci riserviamo tutti i diritti previsti dalla legge sul diritto
d’autore.
GB
GB
I
P
NL
NL
D
E
F
PÖTTINGER Deutschland GmbH
Servicecenter Landsberg
Spöttinger-Straße 24
Postfach 1561
D-86 899 LANDSBERG / LECH
Telefon:
Ersatzteildienst: +49 8191 9299 - 166 od. 169
Kundendienst: +49 8191 9299 - 130 od. 231
Telefax: +49 8191 59656
e-Mail: landsberg@poettinger.at
e-Mail: landsberg@poettinger.at
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen
Telefon: +43 7248 600-0
Telefax: +43 7248 600-2513
e-Mail: info@poettinger.at
e-Mail: info@poettinger.at
Internet: http://www.poettinger.at
Internet: http://www.poettinger.at
PÖTTINGER Deutschland GmbH
Verkaufs- und Servicecenter Recke
Steinbecker Strasse 15
D-49509 Recke
Telefon: +49 5453 9114-0
Telefax: +49 5453 9114-14
e-Mail: recke@poettinger.at
e-Mail: recke@poettinger.at
PÖTTINGER France S.A.R.L.
129 b, la Chapelle
F-68650 Le Bonhomme
Tél.: +33 (0) 3 89 47 28 30
Tél.: +33 (0) 3 89 47 28 30
e-Mail: france@poettinger.at
e-Mail: france@poettinger.at
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52

Pottinger NOVACAT S12 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor