Metabo P 3000 G Handleiding

Type
Handleiding
19
NEDERLANDS
1. Het apparaat in een oogopslag
1
2
3
5
4
7
6
1 netsnoer met stekker
2 pomp
3 wateraftapschroef
4 aanzuigaansluiting
5 watervulschroef
6 drukaansluiting
7 hoofdschakelaar
A
Oppassen!
Bij vervuild transportme-
dium aanzuigfilter gebruiken (zie
"Le
verbare toebehoren").
3
Opmerking:
Bij deze pomp is een terug-
slagklep aan de zuigaansluiting
ra
adzaam (zie "Leverbare toebeho-
ren").
XP0025H2.fm Origineel gebruikaanwijzing NEDERLANDS
20
NEDERLANDS
1. Het apparaat in een
oogopslag.................................19
2. Lees dit eerst!...........................20
3. Toepassingsgebied en
pompmedia...............................20
4. Veiligheid..................................20
4.1 Voorgeschreven gebruik
van het systeem.........................
20
4.2 Algemene
veiligheidsvoorschriften..............20
5. Voor het gebruik ......................21
5.1 Plaatsing ....................................21
5.2 Aanzuigleiding aansluiten ..........21
5.3 Drukaansluiting ..........................21
5.4 Netaansluiting ............................21
5.5 Pomp vullen en aanzuigen.........21
6. Bediening..................................22
7. Service en onderhoud .............22
7.1 Bij vorstgevaar ...........................22
7.2 Apparaat demonteren en
opbergen....................................22
8. Problemen en storingen..........22
8.1 Foutopsporing ............................22
9. Herstelling ................................22
10. Milieubescherming ..................23
11. Leverbaar toebehoren .............23
12. Technische gegevens..............23
Deze gebruiksaanwijzing werd zo
ge
maakt dat u snel en veilig met uw toe-
stel kunt werken. Hier een kleine wegwij-
zer hoe u deze gebruiksaanwijzing dient
te lezen:
Lee
s deze gebruiksaanwijzing vóór
de ingebruikneming geheel door en
daarbij vooral aandacht besteden
aan het hoofdstuk „veiligheidsvoor-
schriften”.
Deze gebruiksaanwijzing richt zich
aan
personen met technische
grondkennis in het werken met toe-
stellen zoals het hier beschreven
to
estel. Wanneer u generlei ervaring
met zulke toestellen heeft, dient u
eerst de hulp van ervaren personen
op te eisen.
Bewaa
r alle met toestel geleverde
documenten op, opdat u zich bij
behoefte kunt informeren. Bewaar
het koopbewijs voor eventuele
garantiegevallen op.
Wan
neer u het toestel uitleent of
verkoopt, geef dan alle meegele-
verde documenten mee.
Voor besch
adigingen die ontstaan
omdat deze gebruiksaanwijzing niet
werd opgevolgd, overneemt de
fabrikant geen aansprakelijkheid.
De informaties in deze gebruiksaanwij-
zing zijn als volgt gekenmerkt:
Gevaar!
Waarschuwing voor
l
ichamelijk letsel of
milieubeschadigingen.
Gevaar voor elektrische
schok!
Waarschuwing voor
lichamelijke letsels door
elektrische schok.
Oppassen!
Waarschuwing voor
m
ateriële schade.
Opmerking:
Aanvullende informaties.
Getallen in afbeeldingen (1, 2, 3, ...)
kenteken
en afzonderlijke delen;
zijn do
orlopend genummerd;
refe
reren naar de passende
getallen in de haakjes (1), (2), (3)
... in de naburige tekst.
Handelingen, waarbij op de volg-
orde moet worden gelet, zijn
gen
ummerd.
Hand
elingen met willekeurige volg-
orde zijn met een punt gekenmerkt.
Lijsten zijn met een streep geken-
merkt.
Dit apparaat dient voor het pompen van
zui
ver water in huis- en tuinomgevingen,
bijvoorbeeld:
voor bereg
ening en besproeiing,
als fo
ntein-, regen- en gebruikswa-
terpomp,
voor he
t leegpompen van zwemba-
den, tuinvijvers en waterreservoirs.
De maximaal toegestane temperatuur
van het transportmedium bedraagt 35 °C
.
4.1 Voorgeschreven gebruik
van het systeem
Het apparaat mag niet worden gebruikt
voor drinkwatervoorziening of het pom-
pen van levensmiddelen.
Explosieve, ontvlambare, agressieve of
schadelijke stoffen mogen niet worden
gepompt.
Het apparaat is niet geschikt voor indu-
strieel gebruik.
Wijzigingen aan het apparaat of het
gebruik van onderdelen die niet zijn
goedgekeurd en vrijgegeven door de
fabrikant zijn niet toegelaten.
Ieder ondeskundig gebruik van het toe-
stel is onreglementair; hierdoor kunnen
ni
et te voorziene beschadigingen ont-
staan!
4.2 Algemene veiligheids-
voorschriften
Kinderen en personen die niet vertrouwd
zijn met de inhoud van de handleiding
mogen het apparaat niet gebruiken.
Bij gebruik in zwembaden en tuinvijvers
of het veiligheidsbereik daarvan moeten
de bepalingen van DIN VDE 0100 -702,
-738 worden nageleefd.
Als het apparaat wordt gebruikt voor de
huishoudelijke watervoorziening, moe-
ten de wettelijke water- en afvalwater-
voorschriften volgens DIN 1988 worden
na
geleefd.
De volgende restgevaren bestaan princi-
pieel bij het bedrijf van pompen en druk-
reservoirs - ze laten zich ook door veilig-
heidsmaatregelen niet geheel
verh
elpen.
A
Gevaar door omgevingsinvloe-
den!
Ste
l het apparaat niet bloot aan
regen. Gebruik het apparaat niet in
een vochtige omgeving.
Geb
ruik het apparaat niet in ruimten
waar explosiegevaar bestaat of in
de buurt van ontvlambare vloeistof-
fen of gassen!
A
Gevaar door heet water!
Als de uitschakeldruk van de drukscha-
kelaar door slechte drukverhoudingen of
do
or een defecte drukschakelaar niet
wordt bereikt, kan het water in het
apparaat verhit raken door interne circu-
latie.
Daardoor kunnen beschadigingen en
lekken optreden aan het apparaat en de
aansluitleidingen, waardoor heet water
kan ontsnappen. Verbrandingsgevaar!
Appara
at max. 5 minuten tegen ges-
loten drukleiding laten werken.
Appara
at van het stroomnet schei-
den en laten afkoelen. Correcte wer-
king van de installatie laten controle-
ren vooraleer deze opnieuw in
geb
ruik te nemen.
B
Gevaar door elektrische stroom!
Richt de w
aterstraal niet direct op
het apparaat of andere elektrische
toestellen! Levensgevaar door elek-
trocutie!
Raak de ne
tstekker nooit aan met
natte handen! Trek de stekker nooit
aan het snoer uit het stopcontact.
Het vei
ligheidscontact-stopcontact
of de stekerverbinding met een ver-
lengkabel moeten zich in een over-
stromingsveilig bereik bevinden.
Verlengsnoeren moeten een vol-
doende grote aderdoorsnede bezit-
ten (zie „Technische gegevens“).
Kabeltrommels moeten volledig
afgerold zijn.
Inhoudstafel
2. Lees dit eerst!
3. Toepassingsgebied en
pompmedia
4. Veiligheid
21
NEDERLANDS
Netkabel en verlengkabel niet knik-
ken, kneuzen, rukken of overrijden;
teg
en scherpe kanten, olie en hitte
beschermen.
H
et verlengsnoer mag niet in con-
tact komen met de te pompen vloei-
stof.
Nets
tekker uit het stopcontact trek-
ken:
ór alle werkzaamheden aan
het toestel;
w
anneer zich personen in het
zwembassin of in de tuinvijver
bevinden.
A
Gevaar door gebreken aan het
apparaat!
Als u bij het uitpakken van het appa-
raat transportschade vaststelt, dan
moe
t u daar onmiddellijk uw leve-
rancier van op de hoogte stellen.
N
eem het toestel niet in bedrijf.
C
ontroleer het toestel, vooral netkabel
en netsteker vóór iedere ingebruikne-
ming op eventuele beschadigingen.
L
evensgevaar door elektrocutie!
Ee
n beschadigd apparaat mag pas
opnieuw worden gebruikt nadat het
deskundig werd hersteld.
Vo
er nooit zelf herstellingen uit aan
het apparaat! Uitsluitend vakmen-
sen mogen reparaties aan pompen
en drukreservoirs uitvoeren.
A
Opgelet!
Om waterschade te vermijden,
bijv. overstroomde kamers, veroor-
zaakt door storingen of gebreken van
h
et apparaat:
Geschik
te veiligheidsmaatregelen
plannen, bijv.:
Al
arminrichting of
o
pvangbekken met bewaking
De fabrikant aanvaardt geen aansprake-
lijkheid voor eventuele schade die ver-
oorzaakt wordt door
fou
tief gebruik van het apparaat.
o
verbelasting van het apparaat door
permanent gebruik.
g
ebruik of bewaring van het
apparaat zonder vorstbescherming.
h
et uitvoeren van eigenmachtige
veranderingen aan het apparaat.
Reparaties aan elektrische appara-
ten mogen alleen worden uitgevoerd
d
oor een elektromonteur!
h
et gebruik van onderdelen die niet
door de fabrikant gecontroleerd en
vrijgegeven zijn.
h
et gebruik van ongeschikt installa-
tiemateriaal (armaturen, aansluitlei-
dingen, enz.).
Geschikt installatiemateriaal:
d
rukbestendig (min. 10 bar)
w
armtebestendig (min. 100 °C)
U kunt het apparaat makkelijk zelf plaat-
sen en aansluiten.
In geval van twijfel raadpleegt u uw han-
delaar of een elektromonteur.
5.1 Plaatsing
Het apparaat moet op een horizon-
tale, vlakke ondergrond staan, die
sterk ge
noeg is voor het gewicht van
het apparaat met watervulling.
Om trilli
ngen te vermijden, dient het
toestel op een elastische onder-
grond te worden geplaatst.
D
e montageplaats moet goed ver-
lucht zijn en beschermd tegen weer-
sinvloeden.
Bi
j gebruik aan tuinvijvers en
zwembaden moet het apparaat zo
worden opgesteld dat het niet nat
kan worden bij overstromingen en
niet in het water kan vallen. Bijko-
mende wettelijke voorschriften moe-
ten worden nageleefd.
5.2 Aanzuigleiding aansluiten
3
Opmerking:
Voor de aansluiting benodigt u
even
tueel verdere toebehoren (zie
"Leverbare toebehoren").
A
Oppassen!
De aanzuigleiding moet zo
worden gemonteerd dat ze geen
mechanische krachten of spannin-
gen kan uitoefenen op de pomp.
A
Oppassen!
Bij verontreinigde pompmedia
moet u absoluut een aanzuigfilter
gebruiken om de pomp te bescher-
men tegen zand en vuil.
3
Opmerking:
Opdat bij uitgeschakelde pomp
he
t water niet afloopt, is een terugslag-
klep raadzaam.
Alle schroefverbindingen moeten
met weefselafdichtband worden
afgedicht; lekkages veroorzaken
een luchtaanzuiging en reduceren of
vermijden de aanzuiging van water.
D
e zuigleiding dient ten minste 1"
(25 mm) binnendoorsnede te heb-
ben; ze moet knik- en vacuümvast
zijn.
D
e aanzuigleiding moet zo kort
mogelijk worden gehouden omdat
het pompvermogen met toene-
mende lengte van de aanzuigleiding
af
neemt.
D
e aanzuigleiding moet naar de
pomp toe constant stijgen om lucht-
bellen te vermijden.
De watertoevoer moet verzekerd
zijn, en het einde van de aanzuiglei-
ding moet zich steeds in het water
b
evinden.
5.3 Drukaansluiting
3
Opmerking:
Voor de aansluiting benodigt u
even
tueel verdere toebehoren (zie
"Leverbare toebehoren").
A
Oppassen!
De drukleiding moet zo worden
gemonteerd dat ze geen mechanische
krachten of spanningen kan uitoefe-
nen op de pomp.
Alle schroefverbindingen moeten
worden afgedicht met schroefdraad-
tape om te verhinderen dat er water
ontsnapt.
Alle delen van de drukleiding moe-
ten drukbestendig zijn.
Al
le delen van de drukleiding moe-
ten deskundig gemonteerd zijn.
A
Gevaar!
Door het gebruik van niet-druk-
bestendige delen of ondeskundige
mo
ntage kan de drukleiding tijdens
het gebruik klappen. Vloeistof die
onder hoge druk uit de leiding spuit
kan verwondingen veroorzaken!
5.4 Netaansluiting
B
Gevaar door elektriciteit!
Gebruik het apparaat niet in
een natte omgeving en alleen als de
volgende voorwaarden vervuld zijn:
Het apparaat mag alleen worden
aangesloten aan veiligheidscon-
tactdozen die deskundig geïns-
talleerd, geaard en getest zijn.
Netspanning en afzekering moe-
ten overeenstemmen met de
T
echnische gegevens.
B
ij zwembaden, tuinvijvers en op
soortgelijke plaatsen moet het
apparaat worden uitgerust met
een foutstroomschakelaar (FI-
schakelaar, 30 mA) (DIN VDE
0100 -702, -738).
Het gebruik van een foutstroom-
schakelaar wordt algemeen aan-
bevolen als veiligheidsmaatregel.
Bi
j bedrijf buiten moeten de elek-
trische verbindingen tegen spat-
water beveiligd zijn; ze mogen
niet in water
liggen.
Verlengsnoeren moeten een vol-
doende grote aderdoorsnede
be
zitten (zie „Technische gege-
vens“). Kabeltrommels moeten
vo
lledig afgerold zijn.
5.5 Pomp vullen en aanzuigen
A
Oppassen!
Bij iedere nieuwe aansluiting
of b
ij waterverlies resp. luchtaanzui-
ging moet de pomp me3t water wor-
den gevuld. Inschakelen zonder
w
atervulling vernielt de pomp!
5. Voor het gebruik
22
NEDERLANDS
3
Opmerking:
De zuigleiding hoeft niet te wor-
den gevuld, omdat de pomp zelfaanzui-
gend is. Afhankelijk van de lengte van
de
leiding kan het een tijdje duren voor
de druk is opgebouwd.
1. Verwijder de watervulschroef en de
dichting.
2. Giet zuiver water in de opening tot
de pomp gevuld is.
3. Als u de aanzuigtijd wilt verkorten,
kunt u ook de a
anzuigleiding vullen.
4. Breng de watervulschroef en de
dichtin
g opnieuw aan.
5. Drukleiding openen (waterkraan
resp. spu
itsproeier opendraaien),
opdat bij het aanzuigen lucht kan
ontsnappen.
6. Toestel inschakelen (zie "Bedrijf").
7. Schakel het apparaat uit zodra het
water g
elijkmatig uit de opening
stroomt.
Pomp en zuigleiding moeten aangeslo-
ten en gevuld zijn (zie "Vóór ingebruik-
name").
A
Oppassen!
De pomp mag niet drooglopen.
Er moet steeds genoeg transport-
vloeistof (water) aanw
ezig zijn.
Wan
neer de motor niet start, de
pomp geen druk opbouwt of soort-
gelijke effecten optreden, schakel
het to
estel uit - en probeer dan de
storing te verhelpen (zie "Problemen
en storingen").
Pompkarakteristiek
Op de pompkarakteristiek kunt u de ver-
houding tussen de pomphoogte en het
po
mpdebiet aflezen.
(Pompkenlijn voor zuighoogte 0,5 m en
1"
-zuigslang.)
Apparaat in gebruik nemen
3
Opmerking:
Deze pomp draait, zolang de in-/
uit-schakelaar is ingeschakeld.
1. Steek de netstekker in het stopcontact.
2. Schakel de pomp in met de Aan/Uit-
sc
hakelaar.
3. Drukleiding openen (waterkraan
resp. spuitsproeier open draaien).
4. Controleer of er water uit de opening
stroomt!
A
Oppassen!
Laat de pomp maximaal 10 minu-
ten lopen met gesloten drukleiding,
anders
kan door oververhitting van het
water schade ontstaan in de pomp.
A
Gevaar!
Alvorens u met werkzaamhe-
den aan het apparaat begint:
1. zet u het apparaat uit,
2. trekt u de stekker uit het stopcon-
tact.
3. Waarborg, dat het toestel en de
aan
gesloten toebehoren drukvrij
zijn.
Andere dan de hier beschreven
on
derhouds- of herstellingswerk-
zaamheden mogen alleen worden uit-
gevoerd door vaklui.
7.1 Bij vorstgevaar
A
Oppassen!
Vorst vernielt het apparaat en
het toebehoren omdat deze altijd
water bevatten!
Als er kans op vorst bestaat, moet
het apparaat samen met het toebe-
horen worden gedemonteerd en
opg
eborgen (zie volgend hoofd-
stuk).
7.2 Apparaat demonteren en
opbergen
1. Schakel het toestel uit en trek de
netstekker uit het stopcontact.
2. Drukleiding openen (waterkraan
resp. spui
tsproeiers open draaien),
water geheel laten aflopen.
3. De hydromaat heeft de pomp uitge-
schakeld.
4. Demonteer de aanzuig- en druklei-
dingen van het apparaat.
5. Toestel in een vorstvrije ruimte (min.
5 °C) opslaan.
A
Gevaar!
Alvorens u met werkzaamhe-
den aan het apparaat begint:
1. zet u het apparaat uit,
2. trekt u de stekker uit het stopcon-
tact.
3. Waarborg, dat het toestel en de
aan
gesloten toebehoren drukvrij
zijn.
8.1 Foutopsporing
Pomp loopt niet:
Er is geen spanning.
Controleer het snoer, de stekker,
het sto
pcontact en de betreffende
zekering.
De
netspanning is te laag.
Verlengkabel met voldoende
aderdoorsnede gebruiken (zie
"Technische gegevens").
Mo
tor oververhit, motorveiligheid
geactiveerd.
Na het afkoelen wordt het appa-
raat automatisch opnieuw inge-
schakeld.
Zorg voor voldoende verluchting,
houd de verluchtingsopeningen
vrij.
Houd rekening met de maximale
toevoertemperatuur.
Mo
tor bromt maar start niet.
Steek een schroevendraaier
o.i.d
. door de verluchtingsopenin-
gen van de uitgeschakelde motor
en draa
i aan het ventilatorwiel.
Pomp ve
rstopt of defect.
Demonteer de pomp en reinig ze.
Diffusor reinigen, evt. vervangen.
Loopwiel reinigen, evt. vervan-
gen.
Pomp zuigt niet of loopt zeer luid:
Watergebrek.
Controleer of de watervoorraad
voldo
ende groot is.
Aanzui
gleiding lek.
Dicht de aanzuigleiding af, trek
de schroefverbi
ndingen aan.
Aanzui
ghoogte te groot.
Houd rekening met de maximale
opvoerhoogte.
Breng de terugslagklep aan en
vul de aa
nzuigleiding met water.
Aanzui
gfilter (toebehoren) verstopt.
Reinigen, evt. vervangen.
Teru
gslagklep (toebehoren) geblok-
keerd.
Reinigen, evt. vervangen.
Wat
erlek tussen motor en pomp,
schuifringdichting lek.
Vervang de schuifringdichting.
Pomp ve
rstopt of defect.
zie hoger.
Druk te laag:
Aanzui
gleiding lek of aanzuighoogte
te groot.
zie hoger.
Pomp verstopt of defect.
zie hoger.
A
Gevaar!
Herstellingen aan elektrische
ap
paraten mogen alleen worden uit-
gevoerd door een elektrotechnicus!
6. Bediening
7. Service en onderhoud
8. Problemen en storingen
9. Herstelling
23
NEDERLANDS
Defecte apparaten kunt u aan de service-
vestiging van uw land zenden. Het adres
vind
t u terug bij de lijst met onderdelen.
Geef bij inzending voor herstelling een
omschrijving van het vastgestelde
defect.
Het verpakkingsmateriaal kan volledig
word
en gerecycleerd.
Uitgediende apparaten en toebehoren
bevatten een grote hoeveelheid recy-
cleerbare grondstoffen en kunststoffen.
Voor dit toestel verkrijgt u in de vakhan-
del de volgende - alsook verdere - toe-
behoren.
A Beste
l-nr. 090 304 0521:
Pompaansluit-set
compleet incl. dubbele nippel,
te
rugslagklep, filter kort, wasbare
filterinzet, spiraalslang 1 m com-
pleet, weefselafdichtband.
B Beste
l-nr. 090 306 3238:
Hydromaat HM 2, 230 V,
voor het automatische inschakelen
bij waterontname en uitschackelen
bij nietgebruik, voorkomt het droog-
lopen van de pomp.
C Beste
l-nr. 090 305 2597:
Hydrostop, 230 V,
voor het automatische uitschake-
len bij watertekort, voorkomt het
droog
lopen van de pomp.
D B
estel-nr.090 302 8521:
Droogloop-stopschakelaar, 230 V,
met 10 m-kabel, voorkomt het droog-
lopen van de pomp bij aanzuigen uit
ee
n reservoir, zwembassing enz.
E Beste
l-nr. 090 300 4258:
Spiraalslang 1", 4 m, compleet met
snelschro
efverbinding en zuigkorf
met voetventiel;
Bestel-nr. 090 301 1858:
Spiraalslang 1", 7 m, compleet met
snelschroefver
binding en zuigkorf
met voetventiel.
F Beste
l-nr. 090 302 8351:
Eenmaal-filterinzet, lang;
Bestel-nr. 090 302 8432:
Eenmaal-filterinzet, kort;
voor het mechanische voorfilteren
van zand.
G Beste
l-nr. 090 302 8360:
Filterinzet wasbaar, lang;
Bestel-nr. 090 302 8440:
Filterinzet wasbaar, kort;
voor het mechanische voorfilterern
va
n zand, herbruikbaar.
H Beste
l-nr. 090 301 6817:
Pijpnippel 150 mm, wederzijds 1"
AG, ge
galvaniseerd, ter verbinding
van pomp en aanzuigfilter.
I Beste
l-nr. 090 301 8402:
Dubbele nippel, weerzijds 1" AG.
J Beste
l-nr. 090 302 8203:
Terugslagklep 1" IG, voorkomt het
te
rugstromen van het water en het
drooglopen van de pomp.
K Beste
l-nr. 090 102 6319:
Weefselafdichtband, 12-m-rol.
(US=uitwendige schroefdraad,
IS=inwendige schroefdraad)
10. Milieubescherming
11. Leverbaar toebehoren
12. Technische gegevens
Netspanning V 230 1 110 1
Frequentie Hz 50 60
Nominaal vermogen W 900 950
Nominale stroomsterkte A 3,7 9,7
Zekering min. (traag of L-automaat) A 10 15
Bedrijfscondensator F 16 35
Nominaal toerental min
-1
2900 3400
Pompcapaciteit max. l/h 3000 3000
Pompopvoerhoogte max. m 43 43
Pompdruk max. bar 4,3 4,3
Zuighoogte max. m 8,5 8,5
Toevoertemperatuur max. °c 35 35
Omgevingstemperatuur °c 5 … 40 5 … 40
Beveiligingstype IP X4 IP X4
Beveiligingsklasse I I
Isoleerstofklasse B B
Materialen
Pomphuis
Pompas
Pomploopwiel
Gietijzer
edelstaal
noryl
Gietijzer
edelstaal
noryl
Aansluitingen (IG=inwendige schroefdraad)
Aanzuigaansluiting
Drukaansluiting
1" IS
1" IS
1" IG
1" IG
Afmetingen (zonder aansluiting)
Lengte
Breedte
Hoogte
mm
mm
mm
375
185
250
375
185
250
Gewichten
Gewicht leeg
Gewicht met watervulling
kg
kg
14,0
14,5
14,0
14,5
Geluidsemissiewaarden (bij max. druk)
Geluidsniveau L
WAd
dB (A) 75,0 75,0
Maximale lengte voor een verlengsnoer
bij 3 x 1,0 mm
2
aderdoorsnede
bij 3 x 1,5 mm
2
aderdoorsnede
m
m
30
50
10
20

Documenttranscriptie

XP0025H2.fm Origineel gebruikaanwijzing NEDERLANDS NEDERLANDS 1. Het apparaat in een oogopslag 7 6 5 4 3 2 1 netsnoer met stekker 2 pomp 3 wateraftapschroef 4 aanzuigaansluiting 5 watervulschroef 6 drukaansluiting 7 hoofdschakelaar 1 Oppassen!  Bij vervuild transportmedium aanzuigfilter gebruiken (zie "Leverbare toebehoren"). A  3 Opmerking: Bij deze pomp is een terugslagklep aan de zuigaansluiting raadzaam (zie "Leverbare toebehoren"). 19 NEDERLANDS Gevaar!  Waarschuwing voor letsel of lichamelijk milieubeschadigingen. Inhoudstafel 1. Het apparaat in een  oogopslag .................................19 2. Lees dit eerst!...........................20 3. Toepassingsgebied en  pompmedia ...............................20 4. Veiligheid ..................................20 4.1 Voorgeschreven gebruik  van het systeem .........................20 4.2 Algemene  veiligheidsvoorschriften..............20 5. Voor het gebruik ......................21 5.1 Plaatsing ....................................21 5.2 Aanzuigleiding aansluiten ..........21 5.3 Drukaansluiting ..........................21 5.4 Netaansluiting ............................21 5.5 Pomp vullen en aanzuigen.........21 6. Bediening..................................22 7. Service en onderhoud .............22 7.1 Bij vorstgevaar ...........................22 7.2 Apparaat demonteren en  opbergen....................................22 8. Problemen en storingen ..........22 8.1 Foutopsporing ............................22 9. Herstelling ................................22 10. Milieubescherming ..................23 11. Leverbaar toebehoren .............23 12. Technische gegevens..............23 2. Lees dit eerst! Deze gebruiksaanwijzing werd zo gemaakt dat u snel en veilig met uw toestel kunt werken. Hier een kleine wegwijzer hoe u deze gebruiksaanwijzing dient te lezen:  Lees deze gebruiksaanwijzing vóór de ingebruikneming geheel door en daarbij vooral aandacht besteden aan het hoofdstuk „veiligheidsvoorschriften”.  Deze gebruiksaanwijzing richt zich aan personen met technische grondkennis in het werken met toestellen zoals het hier beschreven toestel. Wanneer u generlei ervaring met zulke toestellen heeft, dient u eerst de hulp van ervaren personen op te eisen.  Bewaar alle met toestel geleverde documenten op, opdat u zich bij behoefte kunt informeren. Bewaar het koopbewijs voor eventuele garantiegevallen op.  Wanneer u het toestel uitleent of verkoopt, geef dan alle meegeleverde documenten mee.  Voor beschadigingen die ontstaan omdat deze gebruiksaanwijzing niet werd opgevolgd, overneemt de fabrikant geen aansprakelijkheid. De informaties in deze gebruiksaanwijzing zijn als volgt gekenmerkt: 20 Gevaar voor elektrische schok!  Waarschuwing voor lichamelijke letsels door elektrische schok. Oppassen!  Waarschuwing materiële schade. voor Opmerking:  Aanvullende informaties.  Getallen in afbeeldingen (1, 2, 3, ...)  kentekenen afzonderlijke delen;  zijn doorlopend genummerd;  refereren naar de passende getallen in de haakjes (1), (2), (3) ... in de naburige tekst. niet te voorziene beschadigingen ontstaan! 4.2 Kinderen en personen die niet vertrouwd zijn met de inhoud van de handleiding mogen het apparaat niet gebruiken. Bij gebruik in zwembaden en tuinvijvers of het veiligheidsbereik daarvan moeten de bepalingen van DIN VDE 0100 -702, -738 worden nageleefd. Als het apparaat wordt gebruikt voor de huishoudelijke watervoorziening, moeten de wettelijke water- en afvalwatervoorschriften volgens DIN 1988 worden nageleefd. De volgende restgevaren bestaan principieel bij het bedrijf van pompen en drukreservoirs - ze laten zich ook door veiligheidsmaatregelen niet geheel verhelpen. door omgevingsinvloeA Gevaar den!  Handelingen, waarbij op de volgorde moet worden gelet, zijn genummerd.   Handelingen met willekeurige volgorde zijn met een punt gekenmerkt.   Lijsten zijn met een streep gekenmerkt. 3. Toepassingsgebied en pompmedia Dit apparaat dient voor het pompen van zuiver water in huis- en tuinomgevingen, bijvoorbeeld:  voor beregening en besproeiing,  als fontein-, regen- en gebruikswaterpomp,  voor het leegpompen van zwembaden, tuinvijvers en waterreservoirs. De maximaal toegestane temperatuur van het transportmedium bedraagt 35 °C. 4. Veiligheid 4.1 Voorgeschreven gebruik van het systeem Het apparaat mag niet worden gebruikt voor drinkwatervoorziening of het pompen van levensmiddelen. Als de uitschakeldruk van de drukschakelaar door slechte drukverhoudingen of door een defecte drukschakelaar niet wordt bereikt, kan het water in het apparaat verhit raken door interne circulatie. Daardoor kunnen beschadigingen en lekken optreden aan het apparaat en de aansluitleidingen, waardoor heet water kan ontsnappen. Verbrandingsgevaar!  Apparaat max. 5 minuten tegen gesloten drukleiding laten werken.  Apparaat van het stroomnet scheiden en laten afkoelen. Correcte werking van de installatie laten controleren vooraleer deze opnieuw in gebruik te nemen. B Gevaar door elektrische stroom!   Het apparaat is niet geschikt voor industrieel gebruik.  Ieder ondeskundig gebruik van het toestel is onreglementair; hierdoor kunnen Stel het apparaat niet bloot aan regen. Gebruik het apparaat niet in een vochtige omgeving. Gebruik het apparaat niet in ruimten waar explosiegevaar bestaat of in de buurt van ontvlambare vloeistoffen of gassen! A Gevaar door heet water! Explosieve, ontvlambare, agressieve of schadelijke stoffen mogen niet worden gepompt. Wijzigingen aan het apparaat of het gebruik van onderdelen die niet zijn goedgekeurd en vrijgegeven door de fabrikant zijn niet toegelaten. Algemene veiligheidsvoorschriften  Richt de waterstraal niet direct op het apparaat of andere elektrische toestellen! Levensgevaar door elektrocutie! Raak de netstekker nooit aan met natte handen! Trek de stekker nooit aan het snoer uit het stopcontact. Het veiligheidscontact-stopcontact of de stekerverbinding met een verlengkabel moeten zich in een overstromingsveilig bereik bevinden. Verlengsnoeren moeten een voldoende grote aderdoorsnede bezitten (zie „Technische gegevens“). Kabeltrommels moeten volledig afgerold zijn. NEDERLANDS    Netkabel en verlengkabel niet knikken, kneuzen, rukken of overrijden; tegen scherpe kanten, olie en hitte beschermen. Het verlengsnoer mag niet in contact komen met de te pompen vloeistof. Netstekker uit het stopcontact trekken:  vóór alle werkzaamheden aan het toestel;  wanneer zich personen in het zwembassin of in de tuinvijver bevinden. A     Gevaar door gebreken aan het apparaat! Als u bij het uitpakken van het apparaat transportschade vaststelt, dan moet u daar onmiddellijk uw leverancier van op de hoogte stellen. Neem het toestel niet in bedrijf. Controleer het toestel, vooral netkabel en netsteker vóór iedere ingebruikneming op eventuele beschadigingen. Levensgevaar door elektrocutie! Een beschadigd apparaat mag pas opnieuw worden gebruikt nadat het deskundig werd hersteld. Voer nooit zelf herstellingen uit aan het apparaat! Uitsluitend vakmensen mogen reparaties aan pompen en drukreservoirs uitvoeren. Opgelet!  Om waterschade te vermijden, bijv. overstroomde kamers, veroorzaakt door storingen of gebreken van het apparaat: A  Geschikte veiligheidsmaatregelen plannen, bijv.:  Alarminrichting of  opvangbekken met bewaking De fabrikant aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade die veroorzaakt wordt door  foutief gebruik van het apparaat.  overbelasting van het apparaat door permanent gebruik.  gebruik of bewaring van het apparaat zonder vorstbescherming.  het uitvoeren van eigenmachtige veranderingen aan het apparaat. Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen worden uitgevoerd door een elektromonteur!  het gebruik van onderdelen die niet door de fabrikant gecontroleerd en vrijgegeven zijn.  het gebruik van ongeschikt installatiemateriaal (armaturen, aansluitleidingen, enz.). Geschikt installatiemateriaal:  drukbestendig (min. 10 bar)  warmtebestendig (min. 100 °C) 5. Voor het gebruik U kunt het apparaat makkelijk zelf plaatsen en aansluiten.  In geval van twijfel raadpleegt u uw handelaar of een elektromonteur. 5.1     Het apparaat moet op een horizontale, vlakke ondergrond staan, die sterk genoeg is voor het gewicht van het apparaat met watervulling. Om trillingen te vermijden, dient het toestel op een elastische ondergrond te worden geplaatst. De montageplaats moet goed verlucht zijn en beschermd tegen weersinvloeden. Bij gebruik aan tuinvijvers en zwembaden moet het apparaat zo worden opgesteld dat het niet nat kan worden bij overstromingen en niet in het water kan vallen. Bijkomende wettelijke voorschriften moeten worden nageleefd. Aanzuigleiding aansluiten  3 Opmerking: Voor de aansluiting benodigt u eventueel verdere toebehoren "Leverbare toebehoren"). Drukaansluiting  3 Opmerking: Voor de aansluiting benodigt u Plaatsing 5.2 5.3 (zie Oppassen!  De aanzuigleiding moet zo worden gemonteerd dat ze geen mechanische krachten of spanningen kan uitoefenen op de pomp. A Oppassen!  Bij verontreinigde pompmedia moet u absoluut een aanzuigfilter gebruiken om de pomp te beschermen tegen zand en vuil. A Opmerking:  3 Opdat bij uitgeschakelde pomp het water niet afloopt, is een terugslagklep raadzaam. eventueel verdere toebehoren "Leverbare toebehoren"). (zie Oppassen!  De drukleiding moet zo worden gemonteerd dat ze geen mechanische krachten of spanningen kan uitoefenen op de pomp. A    Alle schroefverbindingen moeten worden afgedicht met schroefdraadtape om te verhinderen dat er water ontsnapt. Alle delen van de drukleiding moeten drukbestendig zijn. Alle delen van de drukleiding moeten deskundig gemonteerd zijn.  A Gevaar! Door het gebruik van niet-drukbestendige delen of ondeskundige montage kan de drukleiding tijdens het gebruik klappen. Vloeistof die onder hoge druk uit de leiding spuit kan verwondingen veroorzaken! 5.4 Netaansluiting door elektriciteit!  B Gevaar Gebruik het apparaat niet in een natte omgeving en alleen als de volgende voorwaarden vervuld zijn:     Alle schroefverbindingen moeten met weefselafdichtband worden afgedicht; lekkages veroorzaken een luchtaanzuiging en reduceren of vermijden de aanzuiging van water.  De zuigleiding dient ten minste 1" (25 mm) binnendoorsnede te hebben; ze moet knik- en vacuümvast zijn.   De aanzuigleiding moet zo kort mogelijk worden gehouden omdat het pompvermogen met toenemende lengte van de aanzuigleiding afneemt.  5.5 De aanzuigleiding moet naar de pomp toe constant stijgen om luchtbellen te vermijden.  De watertoevoer moet verzekerd zijn, en het einde van de aanzuigleiding moet zich steeds in het water bevinden.  Het apparaat mag alleen worden aangesloten aan veiligheidscontactdozen die deskundig geïnstalleerd, geaard en getest zijn. Netspanning en afzekering moeten overeenstemmen met de Technische gegevens. Bij zwembaden, tuinvijvers en op soortgelijke plaatsen moet het apparaat worden uitgerust met een foutstroomschakelaar (FIschakelaar, 30 mA) (DIN VDE 0100 -702, -738).  Het gebruik van een foutstroomschakelaar wordt algemeen aanbevolen als veiligheidsmaatregel. Bij bedrijf buiten moeten de elektrische verbindingen tegen spatwater beveiligd zijn; ze mogen niet in water liggen. Verlengsnoeren moeten een voldoende grote aderdoorsnede bezitten (zie „Technische gegevens“). Kabeltrommels moeten volledig afgerold zijn. Pomp vullen en aanzuigen Oppassen!  Bij iedere nieuwe aansluiting of bij waterverlies resp. luchtaanzuiging moet de pomp me3t water worden gevuld. Inschakelen zonder watervulling vernielt de pomp! A 21 NEDERLANDS Opmerking:  De zuigleiding hoeft niet te worden gevuld, omdat de pomp zelfaanzuigend is. Afhankelijk van de lengte van de leiding kan het een tijdje duren voor de druk is opgebouwd. 3 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Verwijder de watervulschroef en de dichting. Giet zuiver water in de opening tot de pomp gevuld is. Als u de aanzuigtijd wilt verkorten, kunt u ook de aanzuigleiding vullen. Breng de watervulschroef en de dichting opnieuw aan. Drukleiding openen (waterkraan resp. spuitsproeier opendraaien), opdat bij het aanzuigen lucht kan ontsnappen. Toestel inschakelen (zie "Bedrijf"). Schakel het apparaat uit zodra het water gelijkmatig uit de opening stroomt. 6. Bediening Pomp en zuigleiding moeten aangesloten en gevuld zijn (zie "Vóór ingebruikname"). Oppassen!  De pomp mag niet drooglopen. Er moet steeds genoeg transportvloeistof (water) aanwezig zijn. A  Wanneer de motor niet start, de pomp geen druk opbouwt of soortgelijke effecten optreden, schakel het toestel uit - en probeer dan de storing te verhelpen (zie "Problemen en storingen"). Pompkarakteristiek Op de pompkarakteristiek kunt u de verhouding tussen de pomphoogte en het pompdebiet aflezen. 2. Schakel de pomp in met de Aan/Uitschakelaar. 3. Drukleiding openen (waterkraan resp. spuitsproeier open draaien). 4. Controleer of er water uit de opening stroomt! Oppassen!  Laat de pomp maximaal 10 minuten lopen met gesloten drukleiding, anders kan door oververhitting van het water schade ontstaan in de pomp. A 7. Service en onderhoud  A Gevaar! Alvorens u met werkzaamhe- den aan het apparaat begint: 1. zet u het apparaat uit, 2. trekt u de stekker uit het stopcontact. 3. Waarborg, dat het toestel en de aangesloten toebehoren drukvrij zijn. Andere dan de hier beschreven onderhouds- of herstellingswerkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerd door vaklui. 7.1 Bij vorstgevaar Oppassen!  Vorst vernielt het apparaat en het toebehoren omdat deze altijd water bevatten! A  7.2 1. 2. 3. 4. 5. Als er kans op vorst bestaat, moet het apparaat samen met het toebehoren worden gedemonteerd en opgeborgen (zie volgend hoofdstuk). Apparaat demonteren en opbergen Schakel het toestel uit en trek de netstekker uit het stopcontact. Drukleiding openen (waterkraan resp. spuitsproeiers open draaien), water geheel laten aflopen. De hydromaat heeft de pomp uitgeschakeld. Demonteer de aanzuig- en drukleidingen van het apparaat. Toestel in een vorstvrije ruimte (min. 5 °C) opslaan. 8. Problemen en storingen (Pompkenlijn voor zuighoogte 0,5 m en 1"-zuigslang.) Apparaat in gebruik nemen Opmerking:  3 Deze pomp draait, zolang de in-/ uit-schakelaar is ingeschakeld. 1. 22 Steek de netstekker in het stopcontact.  A Gevaar! Alvorens u met werkzaamheden aan het apparaat begint: 1. 2. 3. zet u het apparaat uit, trekt u de stekker uit het stopcontact. Waarborg, dat het toestel en de aangesloten toebehoren drukvrij zijn. 8.1 Foutopsporing Pomp loopt niet:  Er is geen spanning. • Controleer het snoer, de stekker, het stopcontact en de betreffende zekering.  De netspanning is te laag. • Verlengkabel met voldoende aderdoorsnede gebruiken (zie "Technische gegevens").  Motor oververhit, motorveiligheid geactiveerd. • Na het afkoelen wordt het apparaat automatisch opnieuw ingeschakeld. • Zorg voor voldoende verluchting, houd de verluchtingsopeningen vrij. • Houd rekening met de maximale toevoertemperatuur.  Motor bromt maar start niet. • Steek een schroevendraaier o.i.d. door de verluchtingsopeningen van de uitgeschakelde motor en draai aan het ventilatorwiel.  Pomp verstopt of defect. • Demonteer de pomp en reinig ze. • Diffusor reinigen, evt. vervangen. • Loopwiel reinigen, evt. vervangen. Pomp zuigt niet of loopt zeer luid:  Watergebrek. • Controleer of de watervoorraad voldoende groot is.  Aanzuigleiding lek. • Dicht de aanzuigleiding af, trek de schroefverbindingen aan.  Aanzuighoogte te groot. • Houd rekening met de maximale opvoerhoogte. • Breng de terugslagklep aan en vul de aanzuigleiding met water.  Aanzuigfilter (toebehoren) verstopt. • Reinigen, evt. vervangen.  Terugslagklep (toebehoren) geblokkeerd. • Reinigen, evt. vervangen.  Waterlek tussen motor en pomp, schuifringdichting lek. • Vervang de schuifringdichting.  Pomp verstopt of defect. • zie hoger. Druk te laag:  Aanzuigleiding lek of aanzuighoogte te groot. • zie hoger.  Pomp verstopt of defect. • zie hoger. 9. Herstelling  A Gevaar! Herstellingen aan elektrische apparaten mogen alleen worden uitgevoerd door een elektrotechnicus! NEDERLANDS Defecte apparaten kunt u aan de servicevestiging van uw land zenden. Het adres vindt u terug bij de lijst met onderdelen. B Geef bij inzending voor herstelling een omschrijving van het vastgestelde defect. 10. Milieubescherming C Het verpakkingsmateriaal kan volledig worden gerecycleerd. Uitgediende apparaten en toebehoren bevatten een grote hoeveelheid recycleerbare grondstoffen en kunststoffen. D 11. Leverbaar toebehoren Voor dit toestel verkrijgt u in de vakhandel de volgende - alsook verdere - toebehoren. A Bestel-nr. 090 304 0521:  Pompaansluit-set compleet incl. dubbele nippel, terugslagklep, filter kort, wasbare E filterinzet, spiraalslang 1 m compleet, weefselafdichtband. Bestel-nr. 090 306 3238:  Hydromaat HM 2, 230 V, voor het automatische inschakelen bij waterontname en uitschackelen bij nietgebruik, voorkomt het drooglopen van de pomp. Bestel-nr. 090 305 2597:  Hydrostop, 230 V,  voor het automatische uitschakelen bij watertekort, voorkomt het drooglopen van de pomp. Bestel-nr.090 302 8521:  Droogloop-stopschakelaar, 230 V,  met 10 m-kabel, voorkomt het drooglopen van de pomp bij aanzuigen uit een reservoir, zwembassing enz. Bestel-nr. 090 300 4258:  Spiraalslang 1", 4 m, compleet met snelschroefverbinding en zuigkorf met voetventiel; Bestel-nr. 090 301 1858:  Spiraalslang 1", 7 m, compleet met snelschroefverbinding en zuigkorf met voetventiel. Bestel-nr. 090 302 8351:  Eenmaal-filterinzet, lang; Bestel-nr. 090 302 8432:  Eenmaal-filterinzet, kort; voor het mechanische voorfilteren van zand. G Bestel-nr. 090 302 8360:  Filterinzet wasbaar, lang; Bestel-nr. 090 302 8440:  Filterinzet wasbaar, kort;  voor het mechanische voorfilterern van zand, herbruikbaar. H Bestel-nr. 090 301 6817:  Pijpnippel 150 mm, wederzijds 1" AG, gegalvaniseerd, ter verbinding van pomp en aanzuigfilter. I Bestel-nr. 090 301 8402:  Dubbele nippel, weerzijds 1" AG. J Bestel-nr. 090 302 8203:  Terugslagklep 1" IG, voorkomt het terugstromen van het water en het drooglopen van de pomp. K Bestel-nr. 090 102 6319:  Weefselafdichtband, 12-m-rol. (US=uitwendige schroefdraad, IS=inwendige schroefdraad) F 12. Technische gegevens Netspanning V 230  1 110  1 Frequentie Hz 50 60 Nominaal vermogen W 900 950 Nominale stroomsterkte A 3,7 9,7 Zekering min. (traag of L-automaat) A 10 15 Bedrijfscondensator F 16 35 Nominaal toerental min-1 2900 3400 l/h 3000 3000 Pompcapaciteit max. Pompopvoerhoogte max. m 43 43 bar 4,3 4,3 Zuighoogte max. m 8,5 8,5 Toevoertemperatuur max. °c 35 35 Omgevingstemperatuur °c 5 … 40 5 … 40 IP X4 IP X4 Pompdruk max. Beveiligingstype Beveiligingsklasse I I Isoleerstofklasse B B Gietijzer edelstaal noryl Gietijzer edelstaal noryl 1" IS 1" IS 1" IG 1" IG mm mm mm 375 185 250 375 185 250 kg kg 14,0 14,5 14,0 14,5 dB (A) 75,0 75,0 m m 30 50 10 20 Materialen Pomphuis Pompas Pomploopwiel Aansluitingen (IG=inwendige schroefdraad) Aanzuigaansluiting Drukaansluiting Afmetingen (zonder aansluiting) Lengte Breedte Hoogte Gewichten Gewicht leeg Gewicht met watervulling Geluidsemissiewaarden (bij max. druk) Geluidsniveau LWAd Maximale lengte voor een verlengsnoer bij 3 x 1,0 mm2 aderdoorsnede bij 3 x 1,5 mm2 aderdoorsnede 23
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44

Metabo P 3000 G Handleiding

Type
Handleiding