TBP 4000 M

Metabo TBP 4000 M, TBP 5000 M de handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Metabo TBP 4000 M de handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
www.metabo.com
115 171 5156 / 0315 - 5.1
TBP 4000 M
TBP 5000 M
Originalbetriebsanleitung . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
Original operating instructions . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Instructions d’utilisation originales . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Origineel gebruikaanwijzing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Original brugsvejledning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Manual de instrucciones original . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Πρωτότυπο οδηγιών λειτουργίας . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
Alkuperäiskäyttöohje. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Оригинальное руководство по эксплуатации . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48
TBP 4000 M
TBP 5000 M
20
NEDERLANDS
1. Het apparaat in een oogopslag
1
2
3
4
5
TBP 4000 M TBP 5000 M
1 drukaansluiting
2 Ophangoog
3 pomphuis
4 aanzuigopeningen
5 Netkabel met steker (22 m)
Zonder afbeelding
15 m draad
XP0028H5.fm Origineel gebruikaanwijzing NEDERLANDS
21
NEDERLANDS
1. Het apparaat in een
oogopslag ................................20
2. Lees deze tekst voor
u begint! ...................................21
3. Toepassingsgebied en
pompmedia ..............................21
4. Veiligheid..................................21
4.1 Voorgeschreven gebruik
van het systeem ........................21
4.2 Algemene
veiligheidsvoorschriften .............21
5. Voor het gebruik......................22
5.1 Drukleiding aansluiten ...............22
5.2 Plaatsing....................................23
6. Bediening .................................23
6.1 In- en uitschakelen ....................23
6.2 Pompkarakteristiek ....................23
7. Service en onderhoud.............23
7.1 Regelmatig onderhoud .............. 23
7.2 Apparaat bewaren .....................24
8. Problemen en storingen .........24
8.1 Foutopsporing............................24
9. Reparatie ..................................24
10. Milieubescherming ..................24
11. Technische gegevens .............25
Deze gebruiksaanwijzing werd zo
gemaakt dat u snel en veilig met uw toe-
stel kunt werken. Hier een kleine wegwij-
zer hoe u deze gebruiksaanwijzing dient
te lezen:
Lees deze gebruiksaanwijzing en de
bijlage helemaal door alvorens de
pomp in gebruik te nemen. en daar
-
bij vooral aandacht besteden aan
het hoofdstuk „veiligheidsvoorschrif
-
ten”.
De installatie van de pomp en het
bouwen van de boorput mag uitslui-
tend door daarvoor geautoriseerd
geschoold technisch personeel wor
-
den uitgevoerd.
Deze gebruiksaanwijzing richt zich
aan personen met technische
grondkennis in het werken met toe
-
stellen zoals het hier beschreven
toestel. Wanneer u generlei ervaring
met zulke toestellen heeft, dient u
eerst de hulp van ervaren personen
op te eisen.
Bewaar alle met toestel geleverde
documenten op, opdat u zich bij
behoefte kunt informeren. Bewaar
het koopbewijs voor eventuele
garantiegevallen op.
Wanneer u het toestel uitleent of
verkoopt, geef dan alle meegele
-
verde documenten mee.
Voor schade die ontstaat omdat
deze gebruiksaanwijzing of de bij
-
lage niet in acht werden genomen,
aanvaardt de fabrikant geen aan-
sprakelijkheid en hij geeft in dat
geval geen garantie!
De informaties in deze gebruiksaanwij-
zing zijn als volgt gekenmerkt:
Gevaar!
Waarschuwing voor
lichamelijk letsel of
milieubeschadigingen.
Gevaar voor elektrische
schok!
Waarschuwing voor
lichamelijke letsels door
elektrische schok.
Let op!
Waarschuwing voor
materiële schade.
Opmerking:
Aanvullende informaties.
Getallen in afbeeldingen (1, 2, 3, ...)
kentekenen afzonderlijke delen;
zijn doorlopend genummerd;
refereren naar de passende
getallen in de haakjes (1), (2), (3)
... in de naburige tekst.
Handelingen, waarbij op de volg-
orde moet worden gelet, zijn
genummerd.
Handelingen met willekeurige volg-
orde zijn met een punt gekenmerkt.
Lijsten zijn met een streep geken-
merkt.
Deze pomp dient voor het oppompen
van schoon water uit grote diepten, bij
-
voorbeeld:
als pomp voor diepe putten, voor de
inzet in boorgaten of schachten met
ten minste 100
mm doorsnede;
voor de watervoorziening op bouw-
plaatsen;
voor de verzorging van tuinbewate-
ringsinstallaties.
A
Oppassen!
De maximaal toegestane tem-
peratuur van de vloeistof bedraagt
35
°C.
Gebruik de pomp niet voor het ver-
pompen van vloeistoffen die vuildeel-
tjes (bijvoorbeeld zand) bevatten.
Zand en andere schurende stoffen
zorgen voor een sterke slijtage en lei-
den ertoe dat het loopwiel blokkeert.
Bij beschadiging van de pomp door
het verpompen van zand of andere
vuildeeltjes geeft de fabrikant geen
garantie.
4.1 Voorgeschreven
gebruik van het
systeem
Het apparaat mag niet worden
gebruikt voor drinkwatervoor
-
ziening of het pompen van
levensmiddelen.
Explosieve, ontvlambare,
agressieve of schadelijke stof
-
fen en fecaliën mogen niet
worden gepompt.
Het apparaat is niet geschikt
voor industrieel gebruik.
Elk ander gebruik is verboden.
Door onreglementair gebruik,
veranderingen aan het toestel
of door gebruik van onderdelen
die niet door de fabrikant
gekeurd en vrijgegeven zijn,
kunnen niet te voorziene
beschadigingen ontstaan!
4.2 Algemene veiligheids-
voorschriften
Dit apparaat is niet bestemd
voor gebruik door personen
met beperkte fysieke, sensori
-
sche of geestelijke capacitei-
ten of die gebrek aan ervaring
en/of kennis hebben, tenzij zij
onder toezicht staan van een
persoon die verantwoordelijk is
voor hun veiligheid of van hem
of haar aanwijzingen hebben
gekregen over het gebruik van
het apparaat.
Laat nooit toe dat kinderen het
apparaat gebruiken.
Kinderen dienen onder toe-
zicht te staan om ervoor te zor-
gen dat zij niet met het appa-
raat spelen.
Bij de inzet in bassins en tuin-
vijvers en in hun beschermbe-
reik dienen de bepalingen vol-
gens DIN VDE 0100 -702 te
worden opgevolgd.
Ook eventuele plaatselijke
voorschriften moeten worden
gevolgd.
Inhoudstafel
2. Lees deze tekst voor u
begint!
3. Toepassingsgebied en
pompmedia
4. Veiligheid
22
NEDERLANDS
De volgende restrisico's blijven
bij het gebruik van dompel
-
pompen principieel bestaan –
ze kunnen ook door veilig
-
heidsvoorzieningen niet volle-
dig worden vermeden.
A
Gevaar door omge-
vingsinvloeden!
Gebruik het apparaat niet in
ruimten waar explosiege
-
vaar bestaat of in de buurt
van ontvlambare vloeistof
-
fen of gassen!
A
Gevaar door heet
water!
Als de uitschakeldruk van de
drukschakelaar door slechte
drukverhoudingen of door een
defecte drukschakelaar niet
wordt bereikt, kan het water in
het apparaat verhit raken door
interne circulatie.
Daardoor kunnen beschadigin-
gen en lekken optreden aan
het apparaat en de aansluitlei
-
dingen, waardoor heet water
kan ontsnappen. Verbran
-
dingsgevaar!
Apparaat max. 5 minuten
tegen gesloten drukleiding
laten werken.
Apparaat van het stroomnet
scheiden en laten afkoe
-
len. Correcte werking van
de installatie laten controle
-
ren vooraleer deze opnieuw
in gebruik te nemen.
B
Gevaar door elektrici-
teit!
Richt de waterstraal niet
direct op het apparaat of
andere elektrische delen!
Levensgevaar door elektro
-
cutie!
Raak de netstekker nooit
aan met natte handen! Trek
de stekker nooit aan het
snoer uit het stopcontact.
Het apparaat mag alleen
worden aangesloten aan
veiligheidscontactdozen die
deskundig geïnstalleerd,
geaard en getest zijn. Net
-
spanning en afzekering
moeten overeenstemmen
met de Technische gege
-
vens.
De contactdoos moet afge-
zekerd zijn met een FI-
schakelaar met een fout
-
stroom van maximaal
30
mA.
De randaarde-contactdoos
of de stekkerverbinding met
een verlengsnoer moeten
ergens neer worden gelegd
waar ze niet onder water
kunnen komen te staan en
tegen water worden
beschermd.
Verlengsnoeren moeten
een voldoende grote ader
-
doorsnede bezitten (zie
„Technische gegevens“).
Kabeltrommels moeten vol
-
ledig afgerold zijn.
Netkabel en verlengkabel
niet knikken, kneuzen, ruk
-
ken of overrijden; tegen
scherpe kanten, olie en
hitte beschermen.
Het verlengsnoer mag niet
in contact komen met de te
pompen vloeistof.
Netstekker uit het stopcon-
tact trekken:
vóór alle werkzaamheden
aan het toestel;
wanneer zich personen in
het zwembassin of in de
tuinvijver bevinden.
A
Gevaar door gebreken
aan het apparaat!
Als u bij het uitpakken van
het apparaat transport
-
schade vaststelt, dan moet
u daar onmiddellijk uw leve
-
rancier van op de hoogte
stellen. Neem het toestel
niet in bedrijf.
Controleer het toestel,
vooral netkabel en netste
-
ker vóór iedere ingebruik-
neming op eventuele
beschadigingen. Levensge
-
vaar door elektrocutie!
Een beschadigd apparaat
mag pas opnieuw worden
gebruikt nadat het deskun
-
dig werd hersteld.
Voer nooit zelf herstellingen
uit aan het apparaat! Bij
ondeskundig uitgevoerde
herstellingen bestaat het
risico dat vloeistof in het
elektrische gedeelte van
het apparaat dringt.
A
Opgelet!
Om waterschade te ver-
mijden, bijv. overstroomde
kamers, veroorzaakt door
storingen of gebreken van
het apparaat:
Geschikte veiligheidsmaat-
regelen plannen, bijv.:
Alarminrichting of
opvangbekken met
bewaking
De fabrikant aanvaardt geen
aansprakelijkheid voor eventu
-
ele schade die veroorzaakt
wordt door
foutief gebruik van het
apparaat.
overbelasting van het
apparaat door permanent
gebruik.
gebruik of bewaring van het
apparaat zonder vorstbe
-
scherming.
het uitvoeren van eigen-
machtige veranderingen
aan het apparaat. Repara
-
ties aan elektrische appara-
ten mogen alleen worden
uitgevoerd door een elekt
-
romonteur!
het gebruik van onderdelen
die niet door de fabrikant
gecontroleerd en vrijgege
-
ven zijn.
het gebruik van ongeschikt
installatiemateriaal (arma
-
turen, aansluitleidingen,
enz.).
Geschikt installatiemateri-
aal:
drukbestendig (min.
10
bar)
warmtebestendig
(min.
100 °C)
5.1 Drukleiding aansluiten
De drukleiding wordt of direct aan de
drukaansluiting (6) geschroefd of met
behulp van een multiadapter aangeslo-
ten (drukleiding eventueel met klemmen
zekeren).
5. Voor het gebruik
23
NEDERLANDS
5.2 Plaatsing
A
Let op!
Het installeren van de pomp en
het maken van de boorput mogen
uitsluitend door daartoe bevoegd
geschoold technisch personeel
worden uitgevoerd.
Neem de bijlage bij de ingebruik-
neming van de diepwelpomp in
acht.
Ruimtebehoefte ca. 100 mm door-
snede.
De in de Technische gegevens ver-
melde bedrijfsdiepte mag niet wor-
den overschreden, het apparaat
mag niet dieper in het water worden
gedompeld.
De aanzuigopening van de pomp
mag zich niet ter hoogte van het fil
-
ter van de put en niet vlakbij de
grond bevinden. Bevestig de pomp
zo hoog mogelijk in de put, maar ten
minste twee meter onder de water
-
spiegel.
Als de pomp niet in een boorput in
gebruik is, moet de gebruiker ervoor
zorgen dat er geen vuildeeltjes wor
-
den aangezogen.
A
Oppassen!
Til de pomp niet op aan het
snoer of de drukslang daar deze niet
voorzien zijn om het gewicht van de
pomp te dragen.
1. De pomp boven de grond van de
vloeistofbak neerlaten. Gebruik voor
het neerlaten een stabiel touw, dat
aan de kop van de pomp wordt
bevestigd .
De pomp kan ook hangend aan een
touw worden gebruikt.
2. Netsteker aansluiten.
6.1 In- en uitschakelen
Voor het inschakelen van de dom-
pelpomp de netsteker in het stop-
contact steken.
Voor het uitschakelen van de dom-
pelpomp de netsteker uit het stop-
contact nemen.
A
Oppassen!
Bij een te laag waterpeil loopt
de diepwelpomp droog en wordt
beschadigd of vernield.
Overtuig u er bij het gebruik van de
pomp van dat het waterpeil altijd vol-
doende is en drooglopen is uitgeslo-
ten.
Bij drooglopen geeft de fabrikant
geen garantie!
Overbelastingsbescherming
Deze pomp bezit een overbelastingsbe-
scherming, die de motor automatisch uit-
schakelt, wanneer de pomp wordt over-
belast.
Indien de overbelastingsbescherming
wordt geactiveerd:
1. Stekker uit het stopcontact trekken.
2. oorzaak van de overbelasting ver-
helpen (zie "Onderhoud en verzor-
ging").
6.2 Pompkarakteristiek
Op de pompkarakteristiek kunt u de ver-
houding aflezen tussen de drukhoogte
en het debiet.
A
Gevaar!
Alvorens u met werkzaamhe-
den aan het apparaat begint:
1. schakelt u het apparaat uit,
2. De stekker uit het stopcontact
trekken.
3. Ervoor zorgen dat het apparaat
en het aangesloten toebehoren
drukvrij zijn.
Andere dan de hier beschreven
onderhouds- of herstellingswerk-
zaamheden mogen alleen worden uit-
gevoerd door vaklui.
7.1 Regelmatig onderhoud
Om ervoor te zorgen dat de diepwel-
pomp te allen tijde storingsvrij functio-
neert, is regelmatig onderhoud noodza-
kelijk. Dat geldt ook als de diepwelpomp
onder verzwarende omstandigheden
wordt gebruikt, maar gedurende langere
tijd niet wordt ingeschakeld:
Zet de pomp regelmatig in bedrijf,
opdat zich in het binnenste van de
pomp geen vreemde voorwerpen
kunnen vastzetten.
Laat de pomp naar mogelijkheid in
het water, om een vastkoeken van
achterstanden in de pomp te voor-
komen.
Jaarlijks onderhoud
1. Pomp en kabel op beschadigingen
controleren.
2. Spoel de pomp met schoon water.
Hardnekkige verontreinigingen, bijv.
algen, verwijdert u met een borstel
en reinigingsmiddel.
3. Om de binnenkant te spoelen, dom-
pelt u de pomp in schoon water en
schakelt u ze even in.
Aanzuigopeningen reinigen
1. Op de onderkant van het onderdeel
bevindt zich in de opening in het
midden een sluiting voor het verwij
-
deren van het eindstuk.
Draai de drie borgschroeven van de
sluiting eraf.
2. Alle drie kunststofgrendels van de
sluiting van binnen naar buiten druk-
ken en het eindstuk eruit trekken.
3. Eindstuk met zuiver water schoon-
maken en vervolgens weer opste-
ken. De kunststofgrendels moeten
hoorbaar vastklikken.
6
6. Bediening 7. Service en onderhoud
24
NEDERLANDS
Loopwielen reinigen
1. Maak de schroeven aan het boven-
stuk van de diepwelpomp los en ver-
wijder het bovenstuk.
3
Opmerking:
indien noodzakelijk, kunt u het
netdeel verwijderen. Hiervoor de beide
schroeven aan de netkabelhouder los
-
maken en de kabelsteker aftrekken.
2. Onderdeel geheel losschroeven.
3. Zeskantmoer van de loopwielas los-
schroeven en loopwielen aftrekken.
4. Loopwielen en alle bereikbare bin-
nenkanten van de kast reinigen.
Eventueel vezels die zich om de
loopwielas hebben gewikkeld, ver
-
wijderen. Hardnekkige verontreini-
gingen verwijdert u met een borstel
en reinigingsmiddel.
A
Oppassen!
Let bij de samenbouw van de
pomp erop, dat de O-ringen aan het
boven- en onderdeel onbeschadig
zijn en correct zitten.
5. Monteer de pomp weer.
7.2 Apparaat bewaren
A
Oppassen!
Vorst vernielt het apparaat en
het toebehoren omdat deze altijd
water bevatten!
Als er kans op vorst bestaat, moet
het apparaat samen met het toebe-
horen worden opgeborgen.
A
Gevaar!
Alvorens u met werkzaamhe-
den aan het apparaat begint:
1. schakelt u het apparaat uit,
2. De stekker uit het stopcontact
trekken.
3. Ervoor zorgen dat het apparaat
en het aangesloten toebehoren
drukvrij zijn.
8.1 Foutopsporing
Pomp loopt niet:
Er is geen spanning.
Controleer het snoer, de stekker,
het stopcontact en de betreffende
zekering.
De netspanning is te laag.
Verlengkabel met voldoende
aderdoorsnede gebruiken (zie
"Technische gegevens").
Overbelastingsbescherming geacti-
veerd.
Oorzaak van de overbelasting
verhelpen (vloeistof te warm?
pomp geblokkeerd door een
vreemd voorwerp)
Motor bromt, pomp start niet:
Pomp geblokkeerd door vreemd
voorwerp.
Pomp reinigen.
Slechte pompwerking:
Pompopvoerhoogte te groot.
Neem de maximale pompopvoer-
hoogte in acht (zie Technische
gegevens).
Drukleiding geknikt.
Leg de drukleiding recht.
Drukleiding lek.
Dicht de drukleiding af, trek de
schroeven van de schroefklem
-
men aan.
Pomp is zeer luid:
Pomp zuigt lucht aan.
Controleer of de watervoorraad
voldoende groot is.
A
Gevaar!
Laat het elektrisch gereedschap
alleen repareren door gekwalificeerd
en vakkundig personeel en alleen
met originele reserveonderdelen.
Hierdoor wordt gewaarborgd, dat de
veiligheid van het elektrisch gereed
-
schap behouden blijft.
Neem voor elektrisch gereedschap van
Metabo dat gerepareerd dient te worden
contact op met uw Metabo-vertegen
-
woordiging. Zie voor adressen
www.metabo.com.
Lijsten met reserveonderdelen kunt u via
www.metabo.com downloaden.
Het verpakkingsmateriaal kan volledig
worden gerecycleerd.
Uitgediende apparaten en toebehoren
bevatten een grote hoeveelheid recycle
-
bare grondstoffen en kunststoffen.
8. Problemen en storingen
9. Reparatie
10. Milieubescherming
25
NEDERLANDS
11. Technische gegevens
TBP 4000 M TBP 5000 M
Netspanning V 230 1 230 1
Frequentie Hz 50 50
Nominaal vermogen W 750 1000
Nominale stroomsterkte A 4,0 5,5
Zekering min. (traag of B-automaat) A 10 10
Bedrijfscondensator F 16,0 16,0
Nominaal toerental min
-1
2800 2800
Pompcapaciteit max. l/h 3800 5000
Pompopvoerhoogte max. m 55 60
Pompdruk max. bar 5,5 6,0
Bedrijfsdompeldiepte max. m 20 20
Toevoertemperatuur max. °c 35 35
Beveiligingsklasse IP 68 IP 68
Beveiligingsklasse I I
Isoleerstofklasse B B
Materialen Roestvrij staal
en
kunststoff
edelstaal
Netsnoer (HO 7 RN-F) m 22 22
Drukaansluiting (US=uitwendige schroefdraad, IS=inwendige schroef-
draad)
1" IS 1" IS
Afmetingen (pomphuis)
Hoogte
Diameter
mm
mm
920
98
920
98
Loopwielen 7 8
Gewicht zonder kabel
met kabel
kg
kg
10,5
12,0
10,7
12,2
Maximale lengte voor een verlengsnoer
bij 3 x 1,0 mm
2
aderdoorsnede
bij 3 x 1,5 mm
2
aderdoorsnede
m
m
30
50
30
50
1/56