Metabo HWA 5500 M Handleiding

Type
Handleiding
NEDERLANDS
27
Belangrijke informatie
over de Eerste
ingebruikname
Daar wij met het oog op de kwaliteitszekerheid bij de eindcontrole een conserveringsmiddel
gebruiken, kunnen er in sommige gevallen nog resten aanwezig zijn in het apparaat. Voer
daarom de volgende stappen uit om een storingvrij gebruik en een lange levensduur te
verzekeren
1. Watervulschroef verwijderen
2. Schoon water toevoegen tot de pomp gevuld is
3. Watervulschroef vastschroeven
4. Drukleiding (waterkraan) openen
5. Pomp inschakelen en ca. 1 min. laten lopen
6. Pomp uitschakelen en stekker uittrekken
7. Watervul- en aftapschroeven openen en resterend water via de
wateraftapschroef laten aflopen
8. Wateraftapschroef vastschroeven
9. Schoon water toevoegen tot de pomp gevuld is
10. Watervulschroef vastschroeven
11. Drukleiding (waterkraan) een beetje openen
12. Netstekker aansluiten en pomp inschakelen
13. De procedure eventueel herhalen
Als u deze technische aanwijzingen niet in acht neemt, kan er schuimvorming optreden in
het apparaat, waardoor geen water kan worden aangezogen. De pomp wordt niet
uitgeschakeld als er geen water wordt aangezogen. Het water in de pompkop wordt heet,
waardoor de pomp beschadigd kan worden. Wees voorzichtig als er heet water uitloopt!
Het conserveringsmiddel is onschadelijk voor mens, dier en milieu!
De fabrikant aanvaardt geen aansprakelijkhied voor schade die optreedt door niet-
inachtneming van de handleiding of dit extra blad!
NEDERLANDS
28
1. Het apparaat in een oogopslag
1
2
3
5
4
6
8
7
1 drukaansluiting
2 Hydromaat
3 Watervulschroef
4 Zuigaansluiting
5 Wateraflaatschroef
6 Pomp
7 hoofdschakelaar
8 netsnoer met stekker
A Let op!
Bij vervuild transportmedium aanzuigfil-
ter gebruiken (zie "Leverbare toebeho-
ren").
3 Aanwijzing:
Bij deze pomp is een terugslagklep aan
d
e zuigaansluiting raadzaam (zie "Le-
verbare toebehoren").
I_0012nl2A.fm 23.6.10 Origineel gebruikaanwijzing
NEDERLANDS
29
1. Het apparaat in een
oogopslag ...............................28
2. Lees deze tekst voor
u begint! ..................................29
3. Toepassingsgebied
en pompmedia........................29
4. Veiligheid ................................29
4.1 Voorgeschreven gebruik
van het systeem .......................29
4.2 Algemene
veiligheidsvoorschriften............29
5. Voor het gebruik.....................30
5.1 Hydromaat monteren
(aleen voor HWA).....................30
5.2 Plaatsing...................................31
5.3 Zuigleiding aansluiten...............31
5.4 Drukaansluiting.........................31
5.5 Netaansluiting...........................31
5.6 Pomp vullen en aanzuigen .......31
6. Bediening................................32
6.1 Pomp in bedrijf nemen .............32
6.2 Pomp met hydromaat (HWA)
in bedrijf nemen........................32
7. Service en onderhoud............32
7.1 Bij vorstgevaar..........................32
7.2 Apparaat demonteren en
opbergen ..................................32
8. Problemen en storingen ........32
8.1 Foutopsporing ..........................33
9. Herstelling...............................33
10. Verwijdering............................33
11. Leverbaar toebehoren.......33/76
12. Technische gegevens............34
Deze gebruiksaanwijzing werd zo ge-
maakt dat u snel en veilig met uw toe-
stel kunt werken. Hier een kleine weg-
wijzer hoe u deze gebruiksaanwijzing
d
ient te lezen:
Lees deze gebruiksaanwijzing vóór
de ing
ebruikneming geheel door
Neem daarbij vooral de veiligheids-
instructies in acht.
Deze gebruiksaanwijzing richt zich
aan personen met technische
grondkennis in het werken met toe-
stellen zoals het hier beschreven
to
estel. Wanneer u generlei erva-
ring met zulke toestellen heeft, dient
u
eerst de hulp van ervaren perso-
nen op te eisen.
Bewaar alle bij het apparaat gele-
verde documenten, zodat u zich in-
dien nodig kunt informeren. Bewaar
h
et koopbewijs voor eventuele ga-
rantiegevallen op.
Wanneer u het toestel uitleent of
verkoopt, geef dan alle meegelever-
de documenten mee.
Voor beschadigingen die ontstaan
o
mdat deze gebruiksaanwijzing niet
werd opgevolgd, stelt zich de fabri-
kant niet aansprakelijk.
De informaties in deze gebruiksaanwij-
zing zijn als volgt gekenmerkt:
AGevaar!
Waarschuwing voor lichamelijk letsel of
mili
euschade.
BGevaar voor elektrische
schok!
Waarschuwing voor lichamelijke letsels
door elektrische schok.
A Let op!
Waarschuwing voor materiële schade.
3 Aanwijzing:
Aanvullende informatie.
Getallen in afbeeldingen (1, 2, 3, ...)
kentekenen afzonderlijke delen;
zijn doorlopend genummerd;
refereren naar de passende ge-
tallen in de haakjes (1), (2), (3) ...
i
n de naburige tekst.
Handelingen, waarbij op de volgor-
de moet worden gelet, zijn genum-
merd.
Handelingen met willekeurige volg-
orde zijn met een punt gekenmerkt.
Lijsten zijn met een streep geken-
merkt.
Dit apparaat dient voor het transporte-
ren van zuiver water in huis- en tuinom-
geving,
voor beregening en besproeiing,
als fontein-, regen- en gebruikswa-
terpomp,
voor het leegpompen van zwemba-
den, tuinvijvers en waterreservoirs.
De maximaal toegestane temperatuur
van he
t transportmedium bedraagt
35 °C.
4.1 Voorgeschreven gebruik
van het systeem
Het apparaat mag niet worden gebruikt
voor drinkwatervoorziening of het trans-
porteren van levensmiddelen.
Explosieve, ontvlambare, agressieve of
schad
elijke stoffen mogen niet worden
getransporteerd.
Het apparaat is niet geschikt voor indu-
strieel gebruik.
Wijzigingen aan het apparaat of het ge-
bruik van onderdelen die niet zijn goed-
gekeurd en vrijgegeven door de fabri-
kant zijn niet toegelaten.
Ieder ander gebruik geldt als onregle-
mentair. Voor beschadigingen die door
on
reglementair gebruik ontstaan, Voor
schade door foutief gebruik aanvaardt
de fabrikant geen verantwoordelijkheid.
4.2 Algemene veiligheids-
voorschriften
Kinderen, jonge mensen en personen
die niet vertrouwd zijn met de inhoud
van de handleiding mogen het apparaat
niet gebruiken.
Als het apparaat wordt gebruikt voor de
leidingwatervoorziening, moeten de wet-
telijke water- en afvalwatervoorschriften
co
nform DIN 1988 worden nageleefd.
Het volgende restrisico bestaat principi-
eel bij het bedrijf van pompen en druk-
vaten - ze laten zich ook door veilig-
heidsmaatregelen niet geheel
verhe
lpen.
AGevaar door omgevingsin-
vloeden!
Stel het apparaat niet bloot aan re-
gen. Gebruik het apparaat niet in
ee
n vochtige omgeving.
Gebruik het apparaat niet in ruimten
waar explosiegevaar bestaat of in
de buurt van ontvlambare vloeistof-
fen of gassen!
Inhoud
2. Lees deze tekst voor u
begint!
3. Toepassingsgebied en
pompmedia
4. Veiligheid
NEDERLANDS
30
AGevaar door heet water!
Als de uitschakeldruk van de drukscha-
kelaar door slechte drukverhoudingen
o
f door een defecte drukschakelaar niet
wordt bereikt, kan het water in het ap-
paraat verhit raken door interne circula-
tie.
Daardoor kunnen beschadigingen en
lekken optreden aan het apparaat en
de aansluitleidingen, waardoor heet
water kan ontsnappen. Verbrandings-
gevaar!
Apparaat max. 5 minuten tegen ge-
sloten drukleiding laten werken.
Apparaat van het stroomnet schei-
den en laten afkoelen. Correcte
werking
van de installatie laten con-
troleren vooraleer deze opnieuw in
geb
ruik te nemen.
BGevaar door elektrische
stroom!
Richt de waterstraal niet direct op
het apparaat of andere elektrische
delen! Levensgevaar door elektri-
sche schok!
Raak de netstekker nooit aan met
natte handen! Trek de stekker nooit
aan het snoer uit het stopcontact.
Het veiligheidscontact-stopcontact
of de stekerverbinding met een ver-
lengkabel moeten zich in een over-
stromingsveilig bereik bevinden.
Verlengsnoeren moeten een vol-
doende grote aderdoorsnede bezit-
ten (zie „Technische gegevens“).
Kabel
trommels moeten volledig af-
gerold zijn.
Netsnoer en verlengsnoer niet knik-
ken, kneuzen, rukken of overrijden;
tegen scherpe kanten, olie en hitte
beschermen.
Het verlengsnoer mag niet in con-
tact komen met de te pompen vloei-
stof.
Netstekker uit het stopcontact trek-
ken:
vóór alle werkzaamheden aan
het appa
raat;
wanneer zich personen in het
zwembad of in de tuinvijver be-
vinden.
AGevaar door gebreken aan het
toestel!
Als u bij het uitpakken van het ap-
paraat transportschade vaststelt,
dan moet u daar onmiddellijk uw le-
verancier van op de hoogte stellen.
N
eem het toestel niet in bedrijf.
Controleer het toestel, vooral netka-
bel en netsteker vóór iedere inge-
bruikneming op eventuele beschadi-
gingen. Levensgevaar door
e
lektrische schok!
Een beschadigd apparaat mag pas
opnieuw worden gebruikt nadat het
deskundig werd hersteld.
Voer nooit zelf herstellingen uit aan
het apparaat! Uitsluitend vakmen-
sen mogen reparaties aan pompen
e
n drukvaten uitvoeren.
AAlgemene risico's!
Gebruik het apparaat niet als er perso-
nen in contact staan met de pompvloei-
stof (bijv. in het zwe
mbad of de tuinvij-
ver)!
A Attentie!
Om waterschade te vermijden, bijv.
overstroomde kamers, veroorzaakt
door storingen of gebreken van het
apparaat:
Geschikte veiligheidsmaatregelen
plannen, bijv.:
Alarminrichting of
opvangbekken met bewaking
De fabrikant aanvaardt geen aanspra-
kelijkheid voor eventuele schade die
vero
orzaakt wordt door
foutief gebruik van het apparaat.
overbelasting van het apparaat door
p
ermanent gebruik.
gebruik of bewaring van het appa-
raat zonder vorstbescherming.
het uitvoeren van eigenmachtige
ve
randeringen aan het apparaat.
Reparaties aan elektrische appara-
ten mogen alleen worden uitge-
voerd door een elektromonteur!
het gebruik van onderdelen die niet
door de fabrikant gecontroleerd en
vrijgegeven zijn.
het gebruik van ongeschikt installa-
tiemateriaal (armaturen, aansluitlei-
dingen, enz.).
Geschikt installatiemateriaal:
drukbestendig (min. 10 bar)
warmtebestendig (min. 100 °C)
U kunt het apparaat makkelijk zelf
plaatsen en aansluiten.
Raadpleeg in geval van twijfel uw han-
delaar of een elektromonteur.
5.1 Hydromaat monteren
(aleen voor HWA)
3 Aanwijzing:
Vóór de eerste ingebruikname moet de
hydro
maat worden aangeschroefd (af-
beelding al naar uitvoering).
1. Controleren of de pomp uitgescha-
keld en de netstekker van de pomp
(11) niet ingestoken is.
2. Adapter (9) op de drukaansluiting
van de pomp schroeven.
3. Hydromaat (10) op de adapter zet-
ten en met wartelmoer vastschroe-
ven.
4. Hydromaat zo uitrichten dat zijn be-
dienzijde gemakkelijk bereikbaar is.
5. Netstekker van de pomp (11) in de
netkoppeling (12) van de hydromaat
steken.
5. Voor het gebruik
9
10
1112
NEDERLANDS
31
5.2 Plaatsing
Het apparaat moet op een horizon-
tale, vlakke ondergrond staan, die
sterk genoeg is voor het gewicht
van het apparaat met watervulling.
Om trillingen te vermijden, dient het
toestel op een elastische onder-
grond te worden geplaatst.
De montageplaats moet goed ver-
lucht zijn en beschermd tegen weer-
sinvloeden.
Bij gebruik aan tuinvijvers en
zwembaden moet het apparaat zo
worden opgesteld dat het niet nat
kan worden bij overstromingen en
niet in het water kan vallen. Bijko-
mende wettelijke voorschriften moe-
ten worden nageleefd.
5.3 Zuigleiding aansluiten
3 Aanwijzing:
Voor de aansluiting benodigt u eventu-
eel verder toebehoren (zie "Leverbaar
toe
behoren").
A Let op!
De zuigleiding moet zo worden gemon-
teerd dat ze geen mechanische kracht
of interne spanning op de pomp uitoe-
fent.
A Let op!
Bij verontreinigde transportmedia moet
u
absoluut een zuigfilter gebruiken om
de pomp te beschermen tegen zand en
vuil.
3 Aanwijzing:
Opdat bij uitgeschakelde pomp het wa-
ter niet afloopt, is een terugslagklep
ra
adzaam.
Alle schroefverbindingen moeten
me
t weefselafdichtband worden af-
gedicht; lekkages veroorzaken een
luchtaanzuiging en reduceren of
vermijden de aanzuiging van water.
-De zuigleiding dient ten minste 1"
(25 mm) binnendoorsnede te heb-
ben; ze moet knik-, druk- en va-
cuëmvast zijn.
De aanzuigleiding moet zo kort mo-
gelijk worden gehouden omdat het
p
ompvermogen met toenemende
lengte van de aanzuigleiding af-
neemt.
De aanzuigleiding moet naar de
p
omp toe constant stijgen om lucht-
bellen te vermijden.
De watertoevoer moet verzekerd
zijn, en het einde van de aanzuiglei-
ding moet zich steeds in het water
bevinden.
5.4 Drukaansluiting
3 Aanwijzing:
Voor de aansluiting benodigt u eventu-
eel verder toebehoren (zie "Leverbaar
toeb
ehoren").
A Let op!
De drukleiding moet zo worden gemon-
teerd dat ze geen mechanische kracht
of interne
spanning op de pomp uitoe-
fent.
Alle schroefverbindingen moeten
worden afgedicht met schroefdraad-
afdichtband om te verhinderen dat
water ontsnapt.
Alle delen van de drukleiding moe-
ten drukbestendig zijn.
Alle delen van de drukleiding moe-
ten deskundig gemonteerd zijn.
AGevaar!
Door het gebruik van niet-drukbestendi-
ge delen of ondeskundige montage kan
de
drukleiding tijdens het gebruik klap-
pen. Vloeistof die onder hoge druk uit
de
leiding spuit kan letsel veroorzaken!
5.5 Netaansluiting
AGevaar door elektriciteit!
Gebruik het apparaat niet in een nat-
te omgeving en alleen als de volgen-
de voorwaarden vervuld zijn:
Het apparaat mag alleen worden
aa
ngesloten op veiligheidswand-
contactdozen die deskundig ge-
enstalleerd, geaard en getest zijn.
Netspanning en zekeringen moe-
ten voldoen aan de technische
gegevens.
Bij zwembaden, tuinvijvers en op
so
ortgelijke plaatsen moet het
apparaat worden uitgerust met
een verliesstroomschakelaar (FI-
schakelaar, 30 mA) (DIN VDE
01
00 -702, -738).
Het gebruik van een velies-
stroomschakelaar wordt alge-
meen aanbevolen als veiligheids-
maatregel.
Bij bedrijf buiten moeten de elek-
trische verbindingen tegen spat-
water beveiligd zijn; ze mogen
ni
et in water liggen.
Verlengsnoeren moeten een vol-
doende grote aderdoorsnede be-
zitten (zie „Technische gege-
vens“). Kabeltrommels moeten
voll
edig afgerold zijn.
5.6 Pomp vullen en aanzui-
gen
A Let op!
Bij iedere nieuwe aansluiting of bij
w
aterverlies resp. luchtaanzuiging
moet de pomp met water worden ge-
vuld. Inschakelen zonder watervul-
ling vernielt de pomp!
3 Aanwijzing:
De zuigleiding hoeft niet te worden ge-
vuld, omdat de pomp zelfaanzuigend is.
Afhanke
lijk van de lengte van de leiding
kan het een tijdje duren voor de druk is
opgebouwd.
1. Draai er de watervulschroef samen
met de dichtin
g uit.
2. Giet langzaam zuiver water in de
op
ening tot de pomp gevuld is.
3. Als u de aanzuigtijd wilt verkorten,
kunt u ook de zuigleiding vullen.
4. Breng de watervulschroef en de
di
chting opnieuw aan.
5. Drukleiding openen (waterkraan
resp
. spuitsproeier opendraaien),
opdat bij het aanzuigen lucht kan
ontsnappen.
6. Toestel inschakelen (zie "Bedrijf").
7. Schakel het apparaat uit zodra het
wa
ter gelijkmatig uit de opening
stroomt.
NEDERLANDS
32
Pomp en zuigleiding moeten aangeslo-
ten en gevuld zijn (zie "Voor de inwer-
kingstelling").
Wanneer de motor niet start, de pomp
geen druk opbouwt of soortgelijke ef-
fecten optreden, schakel het apparaat
u
it - en probeer dan de storing te ver-
helpen (zie "Problemen en storingen").
Pompkarakteristiek
Op de pompkarakteristiek kunt u de
ve
rhouding aflezen tussen de druk-
hoogte en het debiet.
(Pompkenlijn voor zuighoogte 0,5 m en
1
"-zuigslang.)
6.1 Pomp in bedrijf nemen
3 Aanwijzing:
De pomp draait, zo lang de in-/uit-scha-
kelaar is ingeschakeld.
1. Steek de netstekker in het stopcon-
tact.
2. Schakel de pomp in met de Aan/Uit-
sc
hakelaar.
3. Drukleiding openen (waterkraan
resp. spro
eier opendraaien).
4. Controleer of er water uit de ope-
ning stroomt!
A Let op!
Laat de pomp maximaal 10 minuten lo-
pen met gesloten drukleiding, anders
ka
n door oververhitting van het water
schade ontstaan in de pomp.
6.2 Pomp met hydromaat
(HWA) in bedrijf nemen
3 Aanwijzing:
De pomp met hydromaat is bedrijfsge-
reed, zo lang de in-/uitschakelaar is in-
geschakeld.
De hydromaat
schakelt de pomp in, wanneer water
w
ordt benodigd (bij geopende druk-
leiding daalt de waterdruk onder de
i
nschakeldruk);
schakelt de pomp ongeveer
10 seconden na sluiten van de
dru
kleiding uit (bij gesloten druklei-
ding stijgt de waterdruk);
schakelt als droogloopbescherming
de pomp uit, wanneer geen water
wordt getransporteerd (lucht in de
zuigleiding).
1. Steek de netstekker in het stopcon-
tact.
2. Controleren of het spanningslampje
(13) brandt.
3. Drukleiding openen.
4. Reset-toets (15) indrukken. De
pomp start .
Wanneer na ongeveer 10 seconden
geen water wordt getransporteerd,
schakelt de hydromaat uit. Dan de
reset-toets (15) zo lang ingedrukt
houden, tot water vrijkomt.
Wanneer na ongeveer 3 minuten
geen water vrijkomt, zuigleiding
controleren.
AGevaar!
Alvorens u met werkzaamheden aan
h
et apparaat begint:
1. schakelt u het apparaat uit,
2. de stekker uit het stopcontact
trekken.
3. Ervoor zorgen dat het apparaat
en
het aangesloten toebehoren
drukvrij zijn.
Andere dan de hier beschreven on-
derhouds- of reparatiewerkzaamhe-
den mogen alleen worden uitge-
voerd door geschoolde
arb
eidskrachten.
7.1 Bij vorstgevaar
A Let op!
Vorst vernielt apparaat en toebeho-
ren omdat deze altijd water bevatten!
Als er kans op vorst bestaat,
moet het apparaat samen met het
toebehoren worden gedemon-
teerd en opgeborgen (zie volgend
ho
ofdstuk).
7.2 Apparaat demonteren en
opbergen
1. Schakel het apparaat uit en trek de
netstekker uit het stopcontact.
2. Drukleiding openen (waterkraan
resp
. sproeier opendraaien), water
geheel laten aflopen.
3. De hydromaat heeft de pomp uitge-
schakeld.
4. Demonteer de aanzuig- en druklei-
dingen van het apparaat.
5. Toestel in een vorstvrije ruimte
(min. 5 °C) opslaan.
AGevaar!
Alvorens u met werkzaamheden aan
h
et apparaat begint:
1. schakelt u het apparaat uit,
2. de stekker uit het stopcontact
trekken.
3. Ervoor zorgen dat het apparaat
en
het aangesloten toebehoren
drukvrij zijn.
6. Bediening
55
5500
l
/ h
m
0
0
13 Spaningslampje (groen)
14 Pomplampje (wit)
15 Reset-toets
13
14
15
7. Service en onderhoud
8. Problemen en storingen
NEDERLANDS
33
8.1 Foutopsporing
Pomp loopt niet:
Pomp niet ingeschakeld.
Pomp aan in-/uitschakelaar in-
schakelen.
Hydromaat heeft uitgeschakeld.
Reset-toets indrukken. De pomp
start
Wanneer na ongeveer
10 seconden geen water wordt
getransp
orteerd, reset-toets zo
lang ingedrukt houden tot water
vrijkomt.
Er is geen spanning.
Controleer het snoer, de stek-
ker, het stopcontact en de betref-
fende zekering.
De netspanning is te laag.
Verlengkabel met voldoende
aderdoorsnede gebruiken (zie
"Technische gegevens").
Motor oververhit, motorbeveiliging
gea
ctiveerd.
Na het afkoelen wordt het appa-
raat automatisch opnieuw inge-
schakeld.
Zorg voor voldoende verluch-
ting, houd de ventilatieopeningen
vr
ij.
Houd rekening met de maximale
toevoertemperatuur.
Motor bromt maar start niet.
Steek een schroevendraaier of
dergelijke door de ventilatieope-
ningen van de uitgeschakelde
mo
tor en draai aan het ventilator-
wiel.
Pomp verstopt of defect.
Demonteer de pomp en reinig
ze.
Diffusor reinigen, ev. vervangen.
Loopwiel reinigen, ev. vervan-
gen.
Pomp zuigt niet of loopt zeer luid:
Watergebrek.
Controleer of de watervoorraad
voldoende groot is.
Aanzuigleiding lek.
Dicht de zuigleiding af, trek de
schroefverbindingen aan.
Aanzuighoogte te groot.
Houd rekening met de maximale
zuighoogte.
Breng de terugslagklep aan en
vul de zuigleiding met water.
Aanzuigfilter (toebeho
ren) verstopt.
Reinigen, ev. vervangen.
Terugslagklep (toebehoren) geblok-
keerd.
Reinigen, ev. vervangen.
Waterlek tussen motor en pomp,
schuifringdichting lek.
Vervang de schuifringdichting.
Pomp verstopt of defect.
zie hoger.
Druk te laag:
Aanzuigleiding lek of aanzuighoogte
te groo
t.
zie hoger.
Pomp verstopt of defect.
zie hoger.
AGevaar!
Herstellingen aan elektrische appa-
raten mogen alleen worden uitge-
voerd door een elektrotechnicus!
Defecte apparaten kunt u aan de ser-
vicevestiging van uw l
and zenden. Het
adres vindt u in de lijst met onderdelen.
Geef bij inzending voor reparatie een om-
schrijving van het vastgestelde defect.
Elektrische apparaten horen niet in het
huisvuil. Volgens de Europese Richtlijn
2002/96/EG op oude elektrische en
elektronische apparaten moet gebruikte
elektrische apparatuur afzonderlijk in-
gezameld en op een milieuvriendelijke
man
ier verwerkt worden.
Meer informatie over mogelijkheden
voo
r de verwijdering van afgedankte
apparatuur krijgt u bij uw gemeente- of
stadsbestuur.
Het verpakkingsmateriaal kan volledig
wo
rden gerecycleerd.
Voor dit apparaat krijgt u in de vakhan-
del het volgende toebehoren.
3 Aanwijzing:
Afbeeldingen en bestelnummers vindt u
op
het einde van de handleiding.
A Pompaansluitset
(MSS 310 – HWA/P),
compleet incl. dubbele nippel, terug-
slagklep, filter kort, wasbaar fil-
terelement, spiraalslang 1 m com-
pleet, schroefdraadafdichtband.
B Pompaansluitset
(MSS 380 – HWW),
compleet incl. dubbele nippel, terug-
slagklep, filter lang, wasbaar fil-
terelement, spiraalslang 1 m com-
pleet, schroefdraadafdichtband.
C Pompaansluitset
(MSS 200 – HWW/P),
compleet incl. dubbele nippel, terug-
slagklep, filter lang, wasbaar fil-
terelement, spiraalslang 1 m com-
pleet, schroefdraadafdichtband.
D Pompaansluitset
(MSS 1000 – HWA),
compleet incl. dubbele nippel, terug-
slagklep, filter lang, wasbaar fil-
terelement, spiraalslang 1 m com-
pleet, schroefdraadafdichtband.
E Filter (tuinpompen),
aansluiting 1", kort,
compleet met wasbaar filterelement
van kunststof.
F Filter (leidingwatervoorzieningen),
aansluiting 1", lang,
compleet met wasbaar filterelement
van kunststof.
G Spiraalslang 1" (standaard)
H 4 m, compleet met snelschroefver-
binding en zuigkorf met voetklep;
I 7 m, compleet met snelschroefver-
binding en zuigkorf met voetklep;
J Spiraalslang 1" (professioneel)
K 1,5 m, compleet, met aan beide zij-
den snelschroefverbinding;
L 4 m, compleet met snelschroefver-
binding en zuigkorf met voetklep;
M 7 m, compleet met snelschroefver-
binding en zuigkorf met voetklep;
N Metalen slang 500 mm
O Multiadapter 1"
ideaal voor de aansluiting op een
pomp
met 1" IG-aansluiting
(AG=buitendraad, IG=binnendraad)
P Hydrostop,
voor het automatische uitschakelen
bij watertekort, voorkomt het droog-
lopen van de pomp.
Q
Droogloop-stopschakelaar,
met 10 m-kabel, voorkomt het droog-
lopen van de pomp bij aanzuigen uit
een reservoir, zwembad enz.
R Schroefdraadafdichtband, 12 m-rol.
S Filterelement wasbaar, kort;
voor het mechanische voorfilterern
va
n zand, herbruikbaar.
T Filterelement wasbaar, lang;
voor het mechanische voorfilterern
van zand, herbruikbaar.
9. Herstelling
10. Verwijdering
11. Leverbaar toebehoren
NEDERLANDS
34
12. Technische gegevens
Netspanning V 230 1
Frequentie Hz 50
Nominaal vermogen W 1500
Nominale stroomsterkte A 6,7
Zekering min. (traag of L-automaat) A 10
Bedrijfscondensator F 20
Nominaal toerental min
-1
2800
Pompcapaciteit max. l/h 5500
Pompopvoerhoogte max. m 55
Pompdruk max. bar 5,5
Zuighoogte max. m 9
Toevoertemperatuur max. °c 50
Omgevingstemperatuur °c 5 … 40
Beveiligingstype IP 44
Beveiligingsklasse I
Isolatiestofklasse F
Materialen
Pomphuis
Pompas
Pomploopwiel
edelstaal
edelstaal
Noryl – 5x
Aansluitingen
Zuigaansluiting (binnendraad)
Drukaansluiting (buitendraad)
1"
1"
Hydromaat
Inschakeldruk ca. bar 1,5
Afmetingen (zonder aansluiting)
Lengte
Breedte
Hoogte
mm
mm
mm
480
245
400
Gewichten
Gewicht leeg
Gewicht met watervulling
kg
kg
13,3
15,3
Geluidsemissiewaarden (bij max. druk)
Geluidsvermogenniveau L
WA
Geluidsdrukniveau L
pA
dB (A)
dB (A)
69
61,5
Maximale lengte voor een verlengsnoer
bij 3 x 1,0 mm
2
aderdoorsnede
bij 3 x 1,5 mm
2
aderdoorsnede
m
m
30
50

Documenttranscriptie

NEDERLANDS Belangrijke informatie over de Eerste ingebruikname Daar wij met het oog op de kwaliteitszekerheid bij de eindcontrole een conserveringsmiddel gebruiken, kunnen er in sommige gevallen nog resten aanwezig zijn in het apparaat. Voer daarom de volgende stappen uit om een storingvrij gebruik en een lange levensduur te verzekeren 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Watervulschroef verwijderen Schoon water toevoegen tot de pomp gevuld is Watervulschroef vastschroeven Drukleiding (waterkraan) openen Pomp inschakelen en ca. 1 min. laten lopen Pomp uitschakelen en stekker uittrekken Watervul- en aftapschroeven openen en resterend water via de wateraftapschroef laten aflopen 8. Wateraftapschroef vastschroeven 9. Schoon water toevoegen tot de pomp gevuld is 10. Watervulschroef vastschroeven 11. Drukleiding (waterkraan) een beetje openen 12. Netstekker aansluiten en pomp inschakelen 13. De procedure eventueel herhalen Als u deze technische aanwijzingen niet in acht neemt, kan er schuimvorming optreden in het apparaat, waardoor geen water kan worden aangezogen. De pomp wordt niet uitgeschakeld als er geen water wordt aangezogen. Het water in de pompkop wordt heet, waardoor de pomp beschadigd kan worden. Wees voorzichtig als er heet water uitloopt! Het conserveringsmiddel is onschadelijk voor mens, dier en milieu! De fabrikant aanvaardt geen aansprakelijkhied voor schade die optreedt door nietinachtneming van de handleiding of dit extra blad! 27 I_0012nl2A.fm 23.6.10 Origineel gebruikaanwijzing NEDERLANDS 1. Het apparaat in een oogopslag 1 2 3 4 5 6 1 drukaansluiting 2 Hydromaat 3 Watervulschroef 4 Zuigaansluiting 5 Wateraflaatschroef 6 Pomp 7 hoofdschakelaar 8 netsnoer met stekker A Let op! Bij vervuild transportmedium aanzuigfilter gebruiken (zie "Leverbare toebehoren"). 3 Aanwijzing: Bij deze pomp is een terugslagklep aan de zuigaansluiting raadzaam (zie "Leverbare toebehoren"). 28 7 8 NEDERLANDS Inhoud 1. 2. 3. 4. 4.1 4.2 5. 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 6. 6.1 6.2 7. 7.1 7.2 8. 8.1 9. 10. 11. 12. Het apparaat in een  oogopslag ...............................28 Lees deze tekst voor  u begint! ..................................29 Toepassingsgebied  en pompmedia ........................29 Veiligheid ................................29 Voorgeschreven gebruik  van het systeem .......................29 Algemene  veiligheidsvoorschriften ............29 Voor het gebruik.....................30 Hydromaat monteren  (aleen voor HWA).....................30 Plaatsing...................................31 Zuigleiding aansluiten...............31 Drukaansluiting.........................31 Netaansluiting...........................31 Pomp vullen en aanzuigen .......31 Bediening ................................32 Pomp in bedrijf nemen .............32 Pomp met hydromaat (HWA) in bedrijf nemen........................32 Service en onderhoud............32 Bij vorstgevaar..........................32 Apparaat demonteren en  opbergen ..................................32 Problemen en storingen ........32 Foutopsporing ..........................33 Herstelling...............................33 Verwijdering............................33 Leverbaar toebehoren.......33/76 Technische gegevens ............34 – Bewaar alle bij het apparaat geleverde documenten, zodat u zich indien nodig kunt informeren. Bewaar het koopbewijs voor eventuele garantiegevallen op. – Wanneer u het toestel uitleent of verkoopt, geef dan alle meegeleverde documenten mee. – Voor beschadigingen die ontstaan omdat deze gebruiksaanwijzing niet werd opgevolgd, stelt zich de fabrikant niet aansprakelijk. De informaties in deze gebruiksaanwijzing zijn als volgt gekenmerkt: A Gevaar! Waarschuwing voor lichamelijk letsel of milieuschade. – Lees deze gebruiksaanwijzing vóór de ingebruikneming geheel door Neem daarbij vooral de veiligheidsinstructies in acht. – Deze gebruiksaanwijzing richt zich aan personen met technische grondkennis in het werken met toestellen zoals het hier beschreven toestel. Wanneer u generlei ervaring met zulke toestellen heeft, dient u eerst de hulp van ervaren personen op te eisen. – voor het leegpompen van zwembaden, tuinvijvers en waterreservoirs. De maximaal toegestane temperatuur van het transportmedium bedraagt 35 °C. 4. Veiligheid 4.1 Voorgeschreven gebruik van het systeem Het apparaat mag niet worden gebruikt voor drinkwatervoorziening of het transporteren van levensmiddelen. Explosieve, ontvlambare, agressieve of schadelijke stoffen mogen niet worden getransporteerd. Het apparaat is niet geschikt voor industrieel gebruik. Waarschuwing voor lichamelijke letsels door elektrische schok. Wijzigingen aan het apparaat of het gebruik van onderdelen die niet zijn goedgekeurd en vrijgegeven door de fabrikant zijn niet toegelaten. A Ieder ander gebruik geldt als onreglementair. Voor beschadigingen die door onreglementair gebruik ontstaan, Voor schade door foutief gebruik aanvaardt de fabrikant geen verantwoordelijkheid. Gevaar voor elektrische schok! Let op! Waarschuwing voor materiële schade. 4.2 3 Aanwijzing: Aanvullende informatie. – kentekenen afzonderlijke delen; Lees deze tekst voor u begint! Deze gebruiksaanwijzing werd zo gemaakt dat u snel en veilig met uw toestel kunt werken. Hier een kleine wegwijzer hoe u deze gebruiksaanwijzing dient te lezen: – als fontein-, regen- en gebruikswaterpomp, B – Getallen in afbeeldingen (1, 2, 3, ...) 2. – voor beregening en besproeiing, – zijn doorlopend genummerd; – refereren naar de passende getallen in de haakjes (1), (2), (3) ... in de naburige tekst. – Handelingen, waarbij op de volgorde moet worden gelet, zijn genummerd. – Handelingen met willekeurige volgorde zijn met een punt gekenmerkt. – Lijsten zijn met een streep gekenmerkt. 3. Toepassingsgebied en pompmedia Dit apparaat dient voor het transporteren van zuiver water in huis- en tuinomgeving, Algemene veiligheidsvoorschriften Kinderen, jonge mensen en personen die niet vertrouwd zijn met de inhoud van de handleiding mogen het apparaat niet gebruiken. Als het apparaat wordt gebruikt voor de leidingwatervoorziening, moeten de wettelijke water- en afvalwatervoorschriften conform DIN 1988 worden nageleefd. Het volgende restrisico bestaat principieel bij het bedrijf van pompen en drukvaten - ze laten zich ook door veiligheidsmaatregelen niet geheel verhelpen. A Gevaar door omgevingsinvloeden!  Stel het apparaat niet bloot aan re- gen. Gebruik het apparaat niet in een vochtige omgeving.  Gebruik het apparaat niet in ruimten waar explosiegevaar bestaat of in de buurt van ontvlambare vloeistoffen of gassen! 29 NEDERLANDS A Gevaar door heet water! Als de uitschakeldruk van de drukschakelaar door slechte drukverhoudingen of door een defecte drukschakelaar niet wordt bereikt, kan het water in het apparaat verhit raken door interne circulatie. Daardoor kunnen beschadigingen en lekken optreden aan het apparaat en de aansluitleidingen, waardoor heet water kan ontsnappen. Verbrandingsgevaar!  Apparaat max. 5 minuten tegen ge- sloten drukleiding laten werken.  Apparaat van het stroomnet schei- den en laten afkoelen. Correcte werking van de installatie laten controleren vooraleer deze opnieuw in gebruik te nemen. B Gevaar door elektrische stroom!  Richt de waterstraal niet direct op het apparaat of andere elektrische delen! Levensgevaar door elektrische schok!  Raak de netstekker nooit aan met natte handen! Trek de stekker nooit aan het snoer uit het stopcontact.  Het veiligheidscontact-stopcontact of de stekerverbinding met een verlengkabel moeten zich in een overstromingsveilig bereik bevinden.  Verlengsnoeren moeten een vol- doende grote aderdoorsnede bezitten (zie „Technische gegevens“). Kabeltrommels moeten volledig afgerold zijn.  Netsnoer en verlengsnoer niet knik- ken, kneuzen, rukken of overrijden; tegen scherpe kanten, olie en hitte beschermen.  Het verlengsnoer mag niet in con- tact komen met de te pompen vloeistof.  Netstekker uit het stopcontact trek- ken: – vóór alle werkzaamheden aan het apparaat; – wanneer zich personen in het zwembad of in de tuinvijver bevinden. 30 A Gevaar door gebreken aan het toestel!  Als u bij het uitpakken van het ap- paraat transportschade vaststelt, dan moet u daar onmiddellijk uw leverancier van op de hoogte stellen. Neem het toestel niet in bedrijf. – het gebruik van ongeschikt installatiemateriaal (armaturen, aansluitleidingen, enz.). Geschikt installatiemateriaal: – drukbestendig (min. 10 bar) – warmtebestendig (min. 100 °C)  Controleer het toestel, vooral netka- bel en netsteker vóór iedere ingebruikneming op eventuele beschadigingen. Levensgevaar door elektrische schok!  Een beschadigd apparaat mag pas opnieuw worden gebruikt nadat het deskundig werd hersteld. 5. Voor het gebruik U kunt het apparaat makkelijk zelf plaatsen en aansluiten.  Raadpleeg in geval van twijfel uw handelaar of een elektromonteur.  Voer nooit zelf herstellingen uit aan het apparaat! Uitsluitend vakmensen mogen reparaties aan pompen en drukvaten uitvoeren. A 5.1 Hydromaat monteren  (aleen voor HWA) 3 Algemene risico's! Gebruik het apparaat niet als er personen in contact staan met de pompvloeistof (bijv. in het zwembad of de tuinvijver)! A Attentie!  Om waterschade te vermijden, bijv. overstroomde kamers, veroorzaakt door storingen of gebreken van het apparaat: Aanwijzing: Vóór de eerste ingebruikname moet de hydromaat worden aangeschroefd (afbeelding al naar uitvoering). 10 9  Geschikte veiligheidsmaatregelen plannen, bijv.: – Alarminrichting of – opvangbekken met bewaking De fabrikant aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade die veroorzaakt wordt door – foutief gebruik van het apparaat. – overbelasting van het apparaat door permanent gebruik. – gebruik of bewaring van het apparaat zonder vorstbescherming. – het uitvoeren van eigenmachtige veranderingen aan het apparaat. Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen worden uitgevoerd door een elektromonteur! – het gebruik van onderdelen die niet door de fabrikant gecontroleerd en vrijgegeven zijn. 12 11 1. Controleren of de pomp uitgeschakeld en de netstekker van de pomp (11) niet ingestoken is. 2. Adapter (9) op de drukaansluiting van de pomp schroeven. 3. Hydromaat (10) op de adapter zetten en met wartelmoer vastschroeven. 4. Hydromaat zo uitrichten dat zijn bedienzijde gemakkelijk bereikbaar is. 5. Netstekker van de pomp (11) in de netkoppeling (12) van de hydromaat steken. NEDERLANDS 5.2 Plaatsing – Het apparaat moet op een horizontale, vlakke ondergrond staan, die sterk genoeg is voor het gewicht van het apparaat met watervulling. – Om trillingen te vermijden, dient het toestel op een elastische ondergrond te worden geplaatst. – De montageplaats moet goed verlucht zijn en beschermd tegen weersinvloeden. – Bij gebruik aan tuinvijvers en zwembaden moet het apparaat zo worden opgesteld dat het niet nat kan worden bij overstromingen en niet in het water kan vallen. Bijkomende wettelijke voorschriften moeten worden nageleefd. 5.3 Zuigleiding aansluiten 3 Aanwijzing: Voor de aansluiting benodigt u eventueel verder toebehoren (zie "Leverbaar toebehoren"). A Let op! De zuigleiding moet zo worden gemonteerd dat ze geen mechanische kracht of interne spanning op de pomp uitoefent. A Let op! Bij verontreinigde transportmedia moet u absoluut een zuigfilter gebruiken om de pomp te beschermen tegen zand en vuil. 3 Aanwijzing: Opdat bij uitgeschakelde pomp het water niet afloopt, is een terugslagklep raadzaam. – Alle schroefverbindingen moeten met weefselafdichtband worden afgedicht; lekkages veroorzaken een luchtaanzuiging en reduceren of vermijden de aanzuiging van water. – -De zuigleiding dient ten minste 1" (25 mm) binnendoorsnede te hebben; ze moet knik-, druk- en vacuëmvast zijn. – De aanzuigleiding moet zo kort mogelijk worden gehouden omdat het pompvermogen met toenemende lengte van de aanzuigleiding afneemt. – De aanzuigleiding moet naar de pomp toe constant stijgen om luchtbellen te vermijden. – De watertoevoer moet verzekerd zijn, en het einde van de aanzuigleiding moet zich steeds in het water bevinden. 5.4 Drukaansluiting 3 Aanwijzing: Voor de aansluiting benodigt u eventueel verder toebehoren (zie "Leverbaar toebehoren"). A – Bij zwembaden, tuinvijvers en op soortgelijke plaatsen moet het apparaat worden uitgerust met een verliesstroomschakelaar (FIschakelaar, 30 mA) (DIN VDE 0100 -702, -738).  Het gebruik van een veliesstroomschakelaar wordt algemeen aanbevolen als veiligheidsmaatregel. – Bij bedrijf buiten moeten de elektrische verbindingen tegen spatwater beveiligd zijn; ze mogen niet in water liggen. – Verlengsnoeren moeten een voldoende grote aderdoorsnede bezitten (zie „Technische gegevens“). Kabeltrommels moeten volledig afgerold zijn. Let op! De drukleiding moet zo worden gemonteerd dat ze geen mechanische kracht of interne spanning op de pomp uitoefent. – Alle schroefverbindingen moeten worden afgedicht met schroefdraadafdichtband om te verhinderen dat water ontsnapt. – Alle delen van de drukleiding moeten drukbestendig zijn. – Alle delen van de drukleiding moeten deskundig gemonteerd zijn. A Gevaar! Door het gebruik van niet-drukbestendige delen of ondeskundige montage kan de drukleiding tijdens het gebruik klappen. Vloeistof die onder hoge druk uit de leiding spuit kan letsel veroorzaken! 5.6 A Pomp vullen en aanzuigen Let op! Bij iedere nieuwe aansluiting of bij waterverlies resp. luchtaanzuiging moet de pomp met water worden gevuld. Inschakelen zonder watervulling vernielt de pomp! 3 Aanwijzing: De zuigleiding hoeft niet te worden gevuld, omdat de pomp zelfaanzuigend is. Afhankelijk van de lengte van de leiding kan het een tijdje duren voor de druk is opgebouwd. 1. Draai er de watervulschroef samen met de dichting uit. 2. Giet langzaam zuiver water in de opening tot de pomp gevuld is. 5.5 Netaansluiting 3. Als u de aanzuigtijd wilt verkorten, kunt u ook de zuigleiding vullen. A Gevaar door elektriciteit! 4. Breng de watervulschroef en de dichting opnieuw aan. Gebruik het apparaat niet in een natte omgeving en alleen als de volgende voorwaarden vervuld zijn: – Het apparaat mag alleen worden aangesloten op veiligheidswandcontactdozen die deskundig geenstalleerd, geaard en getest zijn. – Netspanning en zekeringen moeten voldoen aan de technische gegevens. 5. Drukleiding openen (waterkraan resp. spuitsproeier opendraaien), opdat bij het aanzuigen lucht kan ontsnappen. 6. Toestel inschakelen (zie "Bedrijf"). 7. Schakel het apparaat uit zodra het water gelijkmatig uit de opening stroomt. 31 NEDERLANDS 6. 6.2 Bediening Pomp en zuigleiding moeten aangesloten en gevuld zijn (zie "Voor de inwerkingstelling"). Wanneer de motor niet start, de pomp geen druk opbouwt of soortgelijke effecten optreden, schakel het apparaat uit - en probeer dan de storing te verhelpen (zie "Problemen en storingen"). Pompkarakteristiek Op de pompkarakteristiek kunt u de verhouding aflezen tussen de drukhoogte en het debiet. Pomp met hydromaat (HWA) in bedrijf nemen 3 Aanwijzing: De pomp met hydromaat is bedrijfsgereed, zo lang de in-/uitschakelaar is ingeschakeld. De hydromaat – schakelt de pomp in, wanneer water wordt benodigd (bij geopende drukleiding daalt de waterdruk onder de inschakeldruk); – schakelt de pomp ongeveer 10 seconden na sluiten van de drukleiding uit (bij gesloten drukleiding stijgt de waterdruk); m 55 – schakelt als droogloopbescherming de pomp uit, wanneer geen water wordt getransporteerd (lucht in de zuigleiding). 7. Service en onderhoud A Alvorens u met werkzaamheden aan het apparaat begint: 1. schakelt u het apparaat uit, 2. de stekker uit het stopcontact trekken. 3. Ervoor zorgen dat het apparaat en het aangesloten toebehoren drukvrij zijn. Andere dan de hier beschreven onderhouds- of reparatiewerkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerd door geschoolde arbeidskrachten. 7.1 A 0 5500 (Pompkenlijn voor zuighoogte 0,5 m en 1"-zuigslang.) moet het apparaat samen met het toebehoren worden gedemonteerd en opgeborgen (zie volgend hoofdstuk). Pomp in bedrijf nemen 15 3 7.2 Aanwijzing: De pomp draait, zo lang de in-/uit-schakelaar is ingeschakeld. 2. Schakel de pomp in met de Aan/Uitschakelaar. 13 Spaningslampje (groen) 14 Pomplampje (wit) 3. Drukleiding openen (waterkraan resp. sproeier opendraaien). 15 Reset-toets 4. Controleer of er water uit de opening stroomt! 1. Steek de netstekker in het stopcontact. A 2. Controleren of het spanningslampje (13) brandt. Let op! Laat de pomp maximaal 10 minuten lopen met gesloten drukleiding, anders kan door oververhitting van het water schade ontstaan in de pomp. Apparaat demonteren en opbergen 1. Schakel het apparaat uit en trek de netstekker uit het stopcontact. 1. Steek de netstekker in het stopcontact. 3. Drukleiding openen. 4. Reset-toets (15) indrukken. De pomp start .  Wanneer na ongeveer 10 seconden geen water wordt getransporteerd, schakelt de hydromaat uit. Dan de reset-toets (15) zo lang ingedrukt houden, tot water vrijkomt.  Wanneer na ongeveer 3 minuten geen water vrijkomt, zuigleiding controleren. 32 Let op!  Als er kans op vorst bestaat, 13 14 6.1 Bij vorstgevaar Vorst vernielt apparaat en toebehoren omdat deze altijd water bevatten! l/h 0 Gevaar! 2. Drukleiding openen (waterkraan resp. sproeier opendraaien), water geheel laten aflopen. 3. De hydromaat heeft de pomp uitgeschakeld. 4. Demonteer de aanzuig- en drukleidingen van het apparaat. 5. Toestel in een vorstvrije ruimte (min. 5 °C) opslaan. 8. A Problemen en storingen Gevaar! Alvorens u met werkzaamheden aan het apparaat begint: 1. schakelt u het apparaat uit, 2. de stekker uit het stopcontact trekken. 3. Ervoor zorgen dat het apparaat en het aangesloten toebehoren drukvrij zijn. NEDERLANDS 8.1 Foutopsporing Pomp loopt niet:  Reinigen, ev. vervangen. – Terugslagklep (toebehoren) geblokkeerd.  Pomp niet ingeschakeld.  Pomp aan in-/uitschakelaar in- schakelen.  Reinigen, ev. vervangen. – Waterlek tussen motor en pomp, schuifringdichting lek. – Hydromaat heeft uitgeschakeld.  Reset-toets indrukken. De pomp start  Wanneer na ongeveer 10 seconden geen water wordt getransporteerd, reset-toets zo lang ingedrukt houden tot water vrijkomt. – Er is geen spanning.  Controleer het snoer, de stek- ker, het stopcontact en de betreffende zekering.  Vervang de schuifringdichting. – Pomp verstopt of defect.  zie hoger. Druk te laag: – Aanzuigleiding lek of aanzuighoogte te groot.  zie hoger. – Pomp verstopt of defect.  zie hoger. – De netspanning is te laag.  Verlengkabel met voldoende aderdoorsnede gebruiken (zie "Technische gegevens"). – Motor oververhit, motorbeveiliging geactiveerd.  Na het afkoelen wordt het appa- raat automatisch opnieuw ingeschakeld. 9. A Herstelling Gevaar! Herstellingen aan elektrische apparaten mogen alleen worden uitgevoerd door een elektrotechnicus!  Zorg voor voldoende verluch- ting, houd de ventilatieopeningen vrij.  Houd rekening met de maximale toevoertemperatuur. – Motor bromt maar start niet. Defecte apparaten kunt u aan de servicevestiging van uw land zenden. Het adres vindt u in de lijst met onderdelen. Geef bij inzending voor reparatie een omschrijving van het vastgestelde defect.  Steek een schroevendraaier of dergelijke door de ventilatieopeningen van de uitgeschakelde motor en draai aan het ventilatorwiel. – Pomp verstopt of defect.  Demonteer de pomp en reinig ze.  Diffusor reinigen, ev. vervangen.  Loopwiel reinigen, ev. vervan- gen. Pomp zuigt niet of loopt zeer luid: – Watergebrek.  Controleer of de watervoorraad voldoende groot is. – Aanzuigleiding lek.  Dicht de zuigleiding af, trek de 10. Verwijdering Elektrische apparaten horen niet in het huisvuil. Volgens de Europese Richtlijn 2002/96/EG op oude elektrische en elektronische apparaten moet gebruikte elektrische apparatuur afzonderlijk ingezameld en op een milieuvriendelijke manier verwerkt worden. Meer informatie over mogelijkheden voor de verwijdering van afgedankte apparatuur krijgt u bij uw gemeente- of stadsbestuur. Het verpakkingsmateriaal kan volledig worden gerecycleerd. 11. Leverbaar toebehoren schroefverbindingen aan. – Aanzuighoogte te groot.  Houd rekening met de maximale zuighoogte.  Breng de terugslagklep aan en vul de zuigleiding met water. – Aanzuigfilter (toebehoren) verstopt. Voor dit apparaat krijgt u in de vakhandel het volgende toebehoren. 3 Aanwijzing: Afbeeldingen en bestelnummers vindt u op het einde van de handleiding. A Pompaansluitset  (MSS 310 – HWA/P), compleet incl. dubbele nippel, terugslagklep, filter kort, wasbaar filterelement, spiraalslang 1 m compleet, schroefdraadafdichtband. B Pompaansluitset  (MSS 380 – HWW), compleet incl. dubbele nippel, terugslagklep, filter lang, wasbaar filterelement, spiraalslang 1 m compleet, schroefdraadafdichtband. C Pompaansluitset  (MSS 200 – HWW/P), compleet incl. dubbele nippel, terugslagklep, filter lang, wasbaar filterelement, spiraalslang 1 m compleet, schroefdraadafdichtband. D Pompaansluitset  (MSS 1000 – HWA), compleet incl. dubbele nippel, terugslagklep, filter lang, wasbaar filterelement, spiraalslang 1 m compleet, schroefdraadafdichtband. E Filter (tuinpompen),  aansluiting 1", kort,  compleet met wasbaar filterelement van kunststof. F Filter (leidingwatervoorzieningen),  aansluiting 1", lang,  compleet met wasbaar filterelement van kunststof. G Spiraalslang 1" (standaard) H 4 m, compleet met snelschroefverbinding en zuigkorf met voetklep; I 7 m, compleet met snelschroefverbinding en zuigkorf met voetklep; J Spiraalslang 1" (professioneel) K 1,5 m, compleet, met aan beide zijden snelschroefverbinding; L 4 m, compleet met snelschroefverbinding en zuigkorf met voetklep; M 7 m, compleet met snelschroefverbinding en zuigkorf met voetklep; N Metalen slang 500 mm O Multiadapter 1" ideaal voor de aansluiting op een pomp met 1" IG-aansluiting (AG=buitendraad, IG=binnendraad) P Hydrostop,  voor het automatische uitschakelen bij watertekort, voorkomt het drooglopen van de pomp. Q Droogloop-stopschakelaar, met 10 m-kabel, voorkomt het drooglopen van de pomp bij aanzuigen uit een reservoir, zwembad enz. R Schroefdraadafdichtband, 12 m-rol. S Filterelement wasbaar, kort;  voor het mechanische voorfilterern van zand, herbruikbaar. T Filterelement wasbaar, lang;  voor het mechanische voorfilterern van zand, herbruikbaar. 33 NEDERLANDS 12. Technische gegevens Netspanning V 230  1 Frequentie Hz 50 Nominaal vermogen W 1500 Nominale stroomsterkte A 6,7 Zekering min. (traag of L-automaat) A 10 Bedrijfscondensator F 20 Nominaal toerental min-1 2800 Pompcapaciteit max. l/h 5500 Pompopvoerhoogte max. m 55 Pompdruk max. bar 5,5 Zuighoogte max. m 9 Toevoertemperatuur max. °c 50 Omgevingstemperatuur °c 5 … 40 Beveiligingstype IP 44 Beveiligingsklasse I Isolatiestofklasse F Materialen Pomphuis Pompas Pomploopwiel edelstaal edelstaal Noryl – 5x Aansluitingen Zuigaansluiting (binnendraad) Drukaansluiting (buitendraad) 1" 1" Hydromaat Inschakeldruk ca. bar 1,5 Afmetingen (zonder aansluiting) Lengte Breedte Hoogte mm mm mm 480 245 400 kg kg 13,3 15,3 Geluidsemissiewaarden (bij max. druk) Geluidsvermogenniveau LWA Geluidsdrukniveau LpA dB (A) dB (A) 69 61,5 Maximale lengte voor een verlengsnoer bij 3 x 1,0 mm2 aderdoorsnede bij 3 x 1,5 mm2 aderdoorsnede m m 30 50 Gewichten Gewicht leeg Gewicht met watervulling 34
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77

Metabo HWA 5500 M Handleiding

Type
Handleiding