ESAB A50 Handleiding

Type
Handleiding
Automatisch verduisterende
lashelm
1
Lashelm van
professionele kwaliteit
VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN - DOORLEZEN VÓÓR GEBRUIK
WAARSCHUWING
Zorg dat u vóór gebruik alle instructies goed hebt doorgelezen en begrepen
Automatisch verduisterende lashelmen zijn ontworpen om de ogen en het gezicht te
beschermen tegen vonken, spatten en schadelijke straling onder normale lasomstandigheden.
Het automatisch verduisterend filter gaat vanzelf van licht naar donker wanneer de lasboog
wordt ontstoken, en wordt weer licht wanneer het lassen stopt.
De automatisch verduisterende lashelm wordt gemonteerd geleverd. Maar voordat
hij kan worden gebruikt, moet de pasvorm goed worden afgesteld op de gebruiker.
Controleer de batterij-oppervlakken en -contactpunten, reinig deze indien nodig.
Controleer of de batterij in goede staat verkeren en correct zijn aangebracht. Stel
de vertragingstijd, de gevoeligheid en het verduisteringsnummer in voor uw
toepassing.
De helm moet worden opgeborgen op een droge, koele en donkere plek; vergeet
niet om de batterij te verwijderen als u de helm langere tijd opbergt.
WAARSCHUWING
Deze automatisch verduisterende lashelm is niet geschikt voor laserlassen.
Plaats deze helm en het automatisch verduisterend filter nooit op een warme ondergrond.
Probeer het automatisch verduisterend filter nooit te openen of aan te passen.
Deze automatisch verduisterende lashelm beschermt niet tegen zware schokken.
Deze helm biedt geen bescherming tegen explosieve apparaten of corrosieve vloeistoffen.
Voer geen wijzigingen uit aan het filter of de helm, tenzij dit wordt gespecificeerd in deze
handleiding.
Gebruik alleen de vervangende onderdelen die worden gespecificeerd in deze handleiding.
Door ongeoorloofde wijzigingen en het gebruik van verkeerde vervangende onderdelen komt
de garantie te vervallen en kan de gebruiker letsel oplopen.
Als de helm niet wordt verduisterd wanneer de boog wordt ontstoken, stopt u onmiddellijk
met lassen en neemt u contact op met uw leidinggevende of dealer.
Dompel het filter niet onder in water.
Gebruik geen oplosmiddelen op het filterscherm of de onderdelen van de helm.
Alleen gebruiken bij temperaturen: -5 °C ~ +55 °C (23 °F ~ 131 °F).
Opslagtemperatuur: -20 °C ~ +70 °C (-4 °F ~ 158 °F). Als de helm langere tijd niet wordt
gebruikt, moet hij worden opgeborgen op een droge, koele en donkere plek.
Bescherm het filter tegen vloeistof en vuil.
Reinig het filteroppervlak regelmatig; gebruik geen sterke reinigingsmiddelen. Houd de
sensoren en zonnecellen te allen tijde schoon met behulp van een schone, pluisvrije doek.
Vervang het vizier als het gebarsten/bekrast/ingedeukt is.
De materialen die in contact kunnen komen met de huid van de drager, kunnen onder
bepaalde omstandigheden allergische reacties veroorzaken.
Het ADF mag alleen samen met de glasruit worden gebruikt.
Oogbescherming tegen deeltjes met hoge snelheid die over een gewone bril wordt
gedragen, kan de impact doorgeven en dus een gevaar vormen voor de drager.
Geharde minerale filterglazen mogen uitsluitend worden gebruikt in combinatie met een
2
geschikt afdekglas.
Als de letter F of B niet op zowel het glas als het frame staat, dan geldt het lagere niveau
voor de gehele oogbescherming.
Als de impactletter wordt gevolgd door de letter "T", kunt u de oogbescherming bij extreme
temperaturen gebruiken als bescherming tegen deeltjes met hoge snelheid. Als de
impactletter niet wordt gevolgd door de letter "T", mag u de oogbescherming alleen bij
kamertemperatuur gebruiken als bescherming tegen deeltjes met hoge snelheid.
WAARSCHUWING
De gebruiker kan ernstig letsel oplopen wanneer hij zich niet houdt aan de
hierboven genoemde waarschuwingen en/of bedieningsinstructies.
VEEL VOORKOMENDE PROBLEMEN EN OPLOSSINGEN
Onregelmatige verduistering
De hoofdband is niet gelijkmatig afgesteld en er zit een ongelijke afstand tussen de ogen en
de filterlens (pas de hoofdband aan om het verschil ten opzichte van het filter te verkleinen).
Het automatisch verduisterend filter flikkert of wordt niet donker
1. Het vizier is vuil of beschadigd (vervang het vizier).
2. De sensoren zijn vuil (reinig het sensoroppervlak).
3. De lasstroom is te laag (verhoog het gevoeligheidsniveau).
4. Controleer de batterijen en controleer of deze in goede staat verkeren en correct zijn
aangebracht. Controleer ook de batterij-oppervlakken en -contactpunten, en reinig deze
indien nodig. Raadpleeg "BATTERIJEN PLAATSEN" op pagina 2.
Langzame reactie
Bedrijfstemperatuur is te laag (niet gebruiken bij temperaturen lager dan -5 °C of 23 °F).
Slecht zicht
1. Het vizier/de lasruit en/of het filter is/zijn vuil (vervang het vizier/de lasruit).
Er is onvoldoende omgevingslicht.
Het verduisteringsnummer is onjuist ingesteld (pas het nummer aan).
Controleer of de folie van het vizier is verwijderd.
Lashelm glijdt weg
De hoofdband is niet correct afgesteld (stel de hoofdband opnieuw af).
WAARSCHUWING
De gebruiker moet onmiddellijk stoppen met het gebruik van de automatisch
verduisterende lashelm als de hierboven genoemde problemen niet kunnen
worden opgelost. Neem contact op met de dealer.
GEBRUIKSINSTRUCTIES
WAARSCHUWING! Voordat u de lashelm gebruikt, moet u de veiligheidsinstructies goed hebben doorgelezen.
afb. 1
Controleer of de
pluszijde (+) van
de batterij naar
boven wijst.
3
afb. 3
Optie 2: Wanneer de knop "GRIND" op de externe behuizing 3 seconden lang ingedrukt wordt
gehouden, wordt het digitale scherm ook geactiveerd (zie afb. 2b). Na 5 seconden wordt het
scherm automatisch op stand-by gezet.
BATTERIJ-INDICATOR
De ADF-cassette wordt gevoed door een zonnecel en 2 CR2450-lithiumbatterijen. Het
symbool " " geeft het huidige laadniveau van de batterij weer. Het laadniveau van de
batterijen wordt met vier niveaus aangeduid (zie afb. 3). Wanneer " " wordt
weergegeven, dient u tijdig nieuwe batterijen te plaatsen.
STATUS GESELECTEERDE OPTIE
Er wordt een geel kader om de geselecteerde optie getoond.
SLIJPMODUS SELECTEREN
Optie 1: Raak "GRIND" op het display aan om over te schakelen naar de slijpmodus (zie
afb. 4-A), door "GRIND" opnieuw aan te raken keert u terug naar de vorige modus.
Optie 2: Door na het lassen/snijden de knop "GRIND" op de externe behuizing (zie afb. 2b) 3
seconden ingedrukt te houden, schakelt het automatisch verduisterend filter over naar de
slijpmodus. Na 5 seconden wordt het scherm automatisch op stand-by gezet. Door de knop
“GRIND” weer 3 seconden lang ingedrukt te houden, keert u terug naar de vorige modus.
In de slijpmodus heeft de glasruit het vaste verduisteringsnummer 4 (zie afb. 4-B) en de
gevoeligheid en vertraging kunnen niet worden ingesteld. Tijdens de slijpmodus knippert de
slijpindicator om de 3 seconden (zie afb. 2a). Voordat u weer verder gaat met lassen/snijden,
moet u het automatisch verduisterend filter weer in de las-/snijmodus zetten.
afb. 4
VARIABELE VERDUISTERINGSREGELING
Raak "SHADE" op het display aan om het verduisteringsnummer in te stellen (zie afb. 5a-A),
raak "SHADE" nogmaals aan om te schakelen tussen verduistering 5-9 en verduistering 9-13,
afb. 2b
afb. 2a
4
raak " " en " " aan om de gewenste verduistering te selecteren. Selecteer het gewenste
verduisteringsnummer voor uw las-/snijproces met behulp van onderstaande "Tabel met
verduisteringsnummers". Het verduisteringsbereik voor elke modus is als volgt:
Snijmodus − verduistering 5 ~ 9 (zie afb. 5a-B)
afb. 5a
Lasmodus − verduistering 9 ~ 13 (zie afb. 5b-C)
afb. 5b
Slijpmodus - alleen verduistering 4 (zie afb. 4)
GEVOELIGHEIDSREGELING
Raak "SENSI." op het display aan om de gevoeligheid in te stellen (zie afb. 6-A), raak " " en
" " aan om het glas meer of minder gevoelig te maken voor het booglicht van verschillende
lasprocessen. Gevoeligheidsinstelling 5-10 is de normale instelling voor dagelijks gebruik. Het
gevoeligheidsbereik voor elke modus is als volgt:
Lasmodus (verduistering 5 ~ 9)/snijmodus (verduistering 9 ~ 13) gevoeligheid 0 ~ 10
(zie afb. 6)
afb. 6
Slijpmodus geen gevoeligheidsafstelling
Voor optimale prestaties raden wij u aan de gevoeligheid in het begin op het maximum in te
stellen en dit vervolgens geleidelijk te verlagen, totdat het filter alleen reageert op de lasboog
en niet op omgevingslicht (direct zonlicht, sterk kunstlicht, bogen van andere lassers, enz.).
VERTRAGINGSREGELING
Raak "DELAY" op het display aan om de vertragingstijd in te stellen (zie afb. 7-A), raak " "
en " " aan om de tijd in te stellen die de glasruit nodig heeft om na het lassen of snijden weer
transparant te worden. Het vertragingsbereik voor elke modus is als volgt:
5
Lasmodus (verduistering 5 ~ 9)/snijmodus (verduistering 9 ~ 13) vertraging 0 ~ 10 (zie
afb. 7)
afb. 7
Slijpmodus geen vertragingsafstelling
De vertraging is vooral handig om de drager te beschermen tegen fel nagloeien bij
toepassingen met een hoger stroomniveau, waarbij het lasbad na het lassen korte tijd blijft
gloeien. Gebruik de knoppen voor het regelen van de vertraging van de glasruit om de
vertraging in te stellen tussen 0 en 10 (0,1 t/m 1,0 seconde). Wanneer het lassen stopt, gaat
het zichtvlak automatisch van donker naar licht, maar met een vooraf ingestelde vertraging om
de drager te beschermen tegen eventueel fel nagloeien op het werkstuk. De vertragingstijd
/reactie kan worden ingesteld tussen niveau 0 en niveau 10. Wij raden aan om een kortere
vertraging te gebruiken bij puntlassen en een lange vertraging bij toepassingen met hogere
stroomniveaus. Langere vertragingen kunnen ook worden gebruikt bij TIG-lassen met lagere
stroomniveaus, en TIG/MIG/MAG-pulslassen.
GEHEUGENINSTELLING
Dit automatisch verduisterend filter kan de vooraf gedefinieerde parameters opslaan in het
geheugen. Gebruikers kunnen de opgeslagen instellingen op elk gewenst moment oproepen
en gebruiken. Het systeem heeft ruimte voor maximaal 8 parametersets. Neem Memory 1 als
voorbeeld, gedetailleerde stappen als volgt:
Stap 1: Raak "MEMORY" aan op het display, kies "1" door " " en " " aan te raken (zie
afb. 8a-A).
Stap 2: Stel het verduisteringsnummer, de gevoeligheid en de vertraging in met behulp
van " " en " ".
Stap 3: Na het invoeren van alle instellingen raakt u "SET" aan om de instellingen op te
slaan (zie afb. 8b-A); de "1" na "MEMORY" (zie afb. 8b-B) zal knipperen om aan te geven
dat het systeem de zojuist ingestelde parameters heeft opgeslagen en deze set "1" heeft
genoemd.
Stap 4: MEMORY 2 t/m MEMORY 8 kunnen op dezelfde manier worden ingesteld.
Gebruikers kunnen de gewenste MEMORY-instelling oproepen door eerst "MEMORY"
aan te raken en vervolgens een bepaalde set te kiezen met behulp van " " en " ".
afb. 8a
6
afb. 8b
DE PASVORM VAN DE HELM AANPASSEN
De omtrek van de hoofdband kan groter of kleiner worden
gemaakt door aan de knop aan de achterkant van de
hoofdband te draaien. (Zie afstelling "Y" in afb. 9). Dit kan
worden gedaan terwijl u de helm draagt en u kunt de juiste
spanning instellen waarbij de helm stevig, maar niet te strak,
op het hoofd zit.
Als de hoofdband te hoog of te laag op uw hoofd zit, past u
de band aan die over uw hoofd gaat. Maak hiervoor het
uiteinde van de band los door de borgpen uit de opening in de
band te duwen. Schuif de twee delen van de band naar
behoefte dichter naar elkaar of verder uit elkaar en duw de
borgpen door de dichtstbijzijnde opening. (Zie afstelling "W" in
afb. 9).
afb. 9
De banden voor en achter worden automatisch aangepast aan de vorm van het hoofd, en
zachte kussentjes sluiten perfect aan op uw voor- en achterhoofd voor meer comfort (zie
afb. 10a). Test de pasvorm van de hoofdband door de helm een paar keer omhoog en omlaag
te klappen terwijl u hem draagt. Als de hoofdband verschuift tijdens het kantelen, past u hem
aan totdat hij stevig op zijn plek blijft zitten.
DE AFSTAND TUSSEN DE HELM EN HET GEZICHT AANPASSEN
Stap 1: Houd de vergrendeling "LOCK" aan beide kanten omlaag gedrukt (zie afb. 10b) en
schuif hem naar voren of naar achteren.
Stap 2: Laat de vergrendeling "LOCK" los en zorg dat deze in de sleuven vastklikt. Zorg
ervoor dat de afstand tussen het vizier en beide ogen gelijk is, om een ongelijke verduistering
te voorkomen.
KIJKHOEK
AFSTELLEN
De kantelafstelling
bevindt zich aan de
rechterkant van de
helm. Draai de
rechterknop voor de
spanning van de
hoofdband los en stel
de hendel naar voren
of naar achteren af
voor de juiste stand.
Draai de rechterknop
voor de spanning van
de hoofdband weer
vast (zie afb. 10c).
BOVENKANT
afb. 10c
afb. 10b
afb. 10a
7
Certificering en controlelabels
De SENTINEL™ A50-lasfilters zijn door de volgende aangemelde instantie getest op oogbescherming: DIN CERTCO
Gesellschaft für Konformitätsbewertung mbH, Alboinstr. 56, D-12103 Berlijn, aangemelde instantie 0196, die goedkeuring
verleent en voortdurende kwaliteitscontroles uitvoert onder toezicht van de Europese Commissie, het Duitse ministerie voor
werkgelegenheid en het Zentralamt van de deelstaten.
De helm en het automatisch verduisterend filter zijn dienovereenkomstig voorzien van markeringen. De classificatie voor
oog- en gelaatsbescherming is conform EN379, EN175, EN166.
Daardoor mogen we de volgende markeringen gebruiken:
Europese conformiteitsmerk.
Dit geeft aan dat het product voldoet aan de vereisten van
richtlijn 89/686/EEG
EN 175
Adres van
DIN CERTCO Gesellschaft für
Konformitätsbewertung mbH
Alboinstr. 56,
D-12103 Berlijn
Uitleg over ADF-markering:
4/5-9/9-13 TM 1/1/1/2/379
4 - schaalnummer lichte stand
5-9 - schaalnummer lichtste donkere stand
9-13 - schaalnummer donkerste stand
TM - identificatie van fabrikant
1 - optische klasse
1 - klasse van lichtverstrooiing
1 - klasse van variatie in lichtoverdracht
2 - hoek afhankelijk van klasse van lichtoverdracht
379 - nummer van de norm
ONDERHOUD
HET VIZIER VERVANGEN
Vervang het vizier als het beschadigd is. Druk op de halfronde knop aan de kant met de knop
"Grind" (zie afb. 11a), verwijder het vizier voorzichtig. Wanneer u het vizier vervangt, moet u
ervoor zorgen dat het nieuwe vizier eerst aan de kant zonder de knop "Grind" wordt
aangebracht (zie afb. 11b). Vervolgens klikt u het vizier vast aan de kant met de knop.
DE GLASRUIT VERVANGEN
Vervang de glasruit wanneer deze beschadigd is. Plaats uw nagel in de uitsparing onder het
kijkvenster van de cassette en beweeg de ruit omhoog totdat hij loskomt uit de randen van het
kijkvenster.
HET AUTOMATISCH VERDUISTEREND FILTER VERVANGEN
Duw de vergrendelingen aan beide kanten van het ADF omhoog, vervolgens kan het filter uit
de houder worden verwijderd (zie afb. 12a). Wanneer u een nieuw automatisch verduisterend
filter monteert, plaatst u het filter in de houder en drukt u de vergrendelingen omlaag om het
filter op de plek vast te zetten. (zie afb. 12b).
REINIGING
Reinig de helm door hem schoon te vegen met een zachte doek. Reinig de cassette-
oppervlakken regelmatig. Gebruik geen sterke reinigingsmiddelen. Reinig de sensoren en
zonnecellen met spiritus en een schone doek. Veeg ze droog met een pluisvrije doek.
8
TECHNISCHE SPECIFICATIES
Optische klasse:
1 / 1 / 1 / 2
Kijkvenster:
100 x 60 mm (3,94" x 2,36")
Boogsensor:
4
Lichte stand:
DIN 4
Slijpstand:
DIN 4
Snijmodus:
verduistering nr. 5 t/m 9
Lasmodus:
verduistering nr. 9 t/m 13
Verduisteringsregeling:
inwendig, variabele verduistering, digitale
aanraakbediening
Stroom aan/uit:
automatisch aan/uit
Gevoeligheidsregeling:
laag hoog, digitale aanraakbediening
UV/IR-bescherming:
te allen tijde tot max. verduistering DIN13
Voeding:
zonnecel. Batterij vervangbaar
2 x CR2450-lithiumbatterij
Schakeltijd:
1/25.000 sec. van licht naar donker
Autogeen lassen
Ja
Autogeen snijden
Ja
Slijpen:
Ja
Vertraging (donker naar licht):
0,1 ~ 1,0 s digitale aanraakbediening
Geschikt voor TIG-lassen met lage
stroomsterkte:
2 amp. (DC); ≥ 2 amp. (AC)
Bedrijfstemperatuur:
-5 °C ~ +55 °C (23 °F ~ 131 °F)
Opslagtemperatuur:
-20 °C ~ +70 °C (-4 °F ~ 158 °F)
Materiaal van helm:
Zeer schokbestendig nylon
Toepassingsbereik:
Elektrodelassen (SMAW); TIG-lassen DC∾ TIG-
pulslassen DC; TIG-pulslassen AC; MIG/MAG/CO2-
lassen; MIG/MAG-pulslassen; plasmaboogsnijden
(PAC); plasmabooglassen (PAW); boogsnijden met
koolstofelektrode (CAC-A); autogeen lassen (OFW);
autogeen snijden (OC); slijpen
Conform:
DINplus, CE, EN175, EN 379, EN166, ANSI Z87.1,
CSA Z94.3, AS/NZS 1338.1
afb. 11a
afb. 11b
afb. 12a
afb. 12b
9
TABEL MET VERDUISTERINGSNUMMERS
GIDS VOOR VERDUISTERINGSNUMMERS
GEBRUIK
ELEKTRODEMAAT 1/32
inch (mm)
BOOGSTROOM (A)
MINIMALE
BESCHERMI
NGSVERDUI
STERING
AANBEVOLEN
(1)
VERDUISTERIN
GSNR.
(COMFORT)
Elektrodelassen
(SMAW)
Kleiner dan 3 (2,5)
3-5 (2,54)
5-8 (4-6,4)
Groter dan 8 (6,4)
Minder dan 60
60-160
160-250
250-550
7
8
10
11
10
12
14
Gasbooglassen met
metalen elektrode
(GMAW) en lassen
met gevulde draad
Minder dan 60
60-160
160-250
250-500
7
10
10
10
11
12
14
TIG-lassen
Minder dan 50
50-150
150-500
8
8
10
10
12
14
Boogsnijden
met koolstofelektrode
(licht)
(zwaar)
Minder dan 500
500-1000
10
11
12
14
Plasmabooglassen
Minder dan 20
20-100
100-400
400-800
6
8
10
11
6 tot 8
10
12
14
Plasmaboogsnijden
(licht)
(2)
(middel)
(2)
(zwaar)
(2)
Minder dan 300
300-400
400-800
8
9
10
8
12
14
Hardsolderen
3 tot 4
Solderen
2
Booglassen met
koolstofelektrode
14
PLAATDIKTE
inch
mm
Gaslassen
Licht
Middel
Zwaar
Minder dan 1/8
1/8 tot 1/2
Meer dan 1/2
Minder dan 3,2
3,2 tot 12,7
Meer dan 12,7
4 of 5
5 of 6
6 of 8
Autogeen snijden
Licht
Middel
Zwaar
Minder dan 1
1 tot 6
Meer dan 6
Minder dan 25
25 tot 150
Meer dan 150
3 of 4
4 of 5
5 of 6
(1) Begin als vuistregel met een verduistering die te donker is, kies vervolgens een lichtere verduistering waarmee u voldoende zicht hebt op het
lasgebied, maar houd wel rekening met het minimaal vereiste verduisteringsnummer. Bij autogeen lassen of snijden, waarbij de toorts een zeer
geel licht produceert, is het aan te bevelen een filterglas te gebruiken dat de gele lijnen of natriumlijnen in het zichtbare licht in het spectrum
absorbeert
(2) Deze waarden zijn van toepassing wanneer de feitelijke boog goed zichtbaar is. Ervaring heeft aangetoond dat lichtere filters kunnen worden
gebruikt wanneer de boog wordt afgeschermd door het werkstuk.
Gegevens van ANSI Z49.1-2005
10
ONDERDELENLIJST & MONTAGE
Onderdelenlijst
ARTIKEL
BESCHRIJVING
ONDERDEELNR.
1
Helder vizier
0700 000 802
1
Oranje vizier
0700 000 803
2
Sentinel-helm
0700 000 804
3
Automatisch verduisterend filter (inclusief 2 x
CR2450-lithiumbatterijen)
0700 000 806
4
2 × CR2450-lithiumbatterijen
0700 000 807
5
Glasruit (100 x 64 mm)
0700 000 808
6
Hoofdband (inclusief zweetbanden)
0700 000 809
7
Zweetband vóór
0700 000 810
8
Hoofdband
0700 000 811
9
Zweetband achter
0700 000 812
ESAB AB
Lindholmsallén 9
Box 8004
402 77 Göteborg
Zweden
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12

ESAB A50 Handleiding

Type
Handleiding