MOTO GUZZI 1200 SPORT Handleiding

Categorie
Auto's
Type
Handleiding
MOTO GUZZI WOULD LIKE TO THANK YOU
for choosing one of its products. We have drawn up this booklet to provide a comprehensive overview of your vehicle's quality features. Please read it
carefully before riding the vehicle for the first time. It contains information, tips and precautions for using your vehicle. It also describes features, details
and devices to assure you that you have made the right choice. We believe that if you follow our suggestions, you will soon get to know your new vehicle
well and will use it for a long time at full satisfaction. This booklet is an integral part of the vehicle, and should the vehicle be sold, it must be transferred
to the new owner.
Moto Guzzi WIL U BEDANKEN
omdat u één van haar producten heeft gekozen. Wij hebben deze handleiding opgesteld opdat u de kwaliteiten ervan ten volle kan waarderen. Wij
raden aan om deze handleiding geheel door te lezen, voordat u met het voertuig gaat rijden. Het bevat informatie, raadgevingen en waarschuwingen
in verband met het gebruik van uw voertuig; daarnaast zal u eigenschappen, bijzonderheden en handigheidjes ontdekken die u ervan zullen overtuigen
dat u een juiste keuze heeft gemaakt. Wij zijn er zeker van dat indien u hier rekening mee zal houden, u makkelijk zal wennen aan uw nieuw voertuig,
waar u lang naar volle tevredenheid gebruik van zal kunnen maken. Deze uitgave is een integrerend deel van het voertuig, en bij verkoop van dit laatste
moet het worden overhandigd aan de nieuwe eigenaar.
1200 sport 4V
The instructions in this manual have been prepared to offer mainly a simple and clear guide to its use; it also describes routine maintenance procedures
and regular checks that should be carried out on the vehicle at an authorised Moto Guzzi Dealer or Workshop, The booklet also contains instructions
for simple repairs. Any operations not specifically described in this booklet require the use of special tools and/or particular technical knowledge; for
these operations, please take your vehicle to an authorised Moto Guzzi Dealer or Workshop.
De instructies in deze handleiding zijn voorbereid om vooral een eenvoudige en duidelijke leidraad te zijn voor het gebruik; men vindt eveneens de
handelingen van het klein onderhoud en van de periodieke controles, die uitgevoerd moeten worden op het voertuig bij een Dealer of Erkende Moto
Guzzi Garage. De handleiding bevat tevens instructies voor een aantal eenvoudige herstellingen. De herstellingen die niet uitgebreid in deze uitgave
zijn beschreven, vereisen dat over speciale gereedschappen en/of specifieke technische kennis wordt beschikt: voor het uitvoeren van deze
herstellingen raadt men aan om zich te wenden tot een Dealer of Erkende Moto Guzzi Garage.
2
Personal safety
Failure to completely observe these instructions will
result in serious risk of personal injury.
Persoonlijke veiligheid
Indien deze voorschriften niet of niet volledig worden
opgevolgd, kan dit ernstig letsel aan personen tot ge-
volg hebben.
Safeguarding the environment
Sections marked with this symbol indicate the correct
use of the vehicle to prevent damaging the environ-
ment.
Bescherming van milieu
Geeft het juiste gedrag aan dat u aan moet houden
zodat het gebruik van het voertuig geen schade aan-
richt aan de natuur.
Vehicle intactness
The incomplete or non-observance of these regula-
tions leads to the risk of serious damage to the vehicle
and sometimes even the invalidity of the guarantee.
Goede staat van voertuig
Indien deze voorschriften niet of niet volledig worden
opgevolgd kan dit ernstige schade aan het voertuig,
en eventueel het vervallen van deze garantie tot ge-
volg hebben.
The symbols illustrated above are very important.
They are used to highlight parts of the booklet that
should be read with particular care. The different sym-
bols are used to make each topic in the manual simple
and quick to locate. Before starting the engine, read
this booklet thoroughly and the "SAFE RIDING" sec-
tion in particular. Your safety as well as other's does
not only depend on the quickness of your reflexes and
agility, but also on how well you know your vehicle,
the state of maintenance of the vehicle itself and your
knowledge of the rules for SAFE RIDING. For your
safety, get to know your vehicle well so as to safely
ride and master it in road traffic IMPORTANT This
booklet is an integral part of the vehicle, and must be
handed to the new owner in the event of sale.
Bovengenoemde signalen zijn erg belangrijk. Ze heb-
ben namelijk tot doel om de delen van het boekje aan
te geven die u aandachtig door moet lezen. Zoals u
ziet, bestaat ieder teken uit een ander grafisch sym-
bool, zodat de bijbehorende onderwerpen meteen
duidelijk kunnen worden gevonden in de verschillen-
de delen. Vooraleer men de motor start, leest men
aandachtig deze handleiding, en vooral de paragraaf
"VEILIG RIJDEN". Uw veiligheid en die van anderen
hangt niet enkel af van uw reflexen en vlugheid, maar
ook van de kennis en de efficiëntie van het voertuig,
en van de kennis van de fundamentele regels voor het
VEILIG RIJDEN. We raden daarom aan om vertrouwd
te raken met het voertuig, zodat u zich veilig en be-
heersd kan bewegen in het verkeer. BELANGRIJK
Deze handleiding moet beschouwd worden als inte-
grerend deel van het voertuig, en moet worden over-
handigd bij de verkoop ervan.
3
4
INDEX
INDEX
GENERAL RULES.......................................................................... 9
Foreword.................................................................................. 10
Carbon monoxide..................................................................... 10
Fuel.......................................................................................... 11
Hot components....................................................................... 12
Start off and Riding.................................................................. 12
Warning lights.......................................................................... 12
Used engine oil and gearbox oil............................................... 14
Brake and clutch fluid............................................................... 14
Battery hydrogen gas and electrolyte....................................... 16
Stand........................................................................................ 17
Reporting of defects that affect safety...................................... 18
VEHICLE......................................................................................... 19
Arrangement of the main components......................................... 20
Dashboard................................................................................... 23
Analog instrument panel.............................................................. 24
Light unit...................................................................................... 26
Digital lcd display......................................................................... 27
Control buttons......................................................................... 30
Advanced functions.................................................................. 30
Menu........................................................................................ 32
Settings.................................................................................... 33
Chronometer............................................................................ 39
Diagnosis................................................................................. 42
Languages............................................................................... 43
Ignition switch........................................................................... 45
Locking the steering wheel....................................................... 46
Parking lights............................................................................ 47
Horn button.................................................................................. 47
Switch direction indicators........................................................... 48
High/low beam selector............................................................... 48
ALGEMENE NORMEN..................................................................... 9
Voorwaarde................................................................................ 10
Koolmonoxide............................................................................. 10
Brandstof.................................................................................... 11
Warme onderdelen..................................................................... 12
Het vertrek en het rijden............................................................. 12
Controlelampen.......................................................................... 12
Gebruikte olie van motor en versnellingsbak............................. 14
Rem- en koppelingsvloeistof...................................................... 14
Elektrolyt en waterstofgas van de accu...................................... 16
Standaard................................................................................... 17
Algemene waarschuwingen voorzorgsmaatregelen................... 18
VOERTUIG........................................................................................ 19
Plaats van de hoofdzakelijke onderdelen...................................... 20
dashboard...................................................................................... 23
Analogisch instrumentenbord........................................................ 24
Groep controlelampen................................................................... 26
Digitaal display............................................................................... 27
Commandotoetsen..................................................................... 30
Gevorderde functies................................................................... 30
Menu.......................................................................................... 32
Instellingen................................................................................. 33
Chronometer.............................................................................. 39
Diagnostiek................................................................................. 42
Talen.......................................................................................... 43
Startschakelaar.......................................................................... 45
Activering van het stuurslot........................................................ 46
Parkeerlichten............................................................................ 47
drukknop voor de claxon................................................................ 47
Knipperlichtenschakelaar............................................................... 48
Schakelaar van de lichten.............................................................. 48
5
Passing button............................................................................. 49
Flasher button.............................................................................. 49
Start-up button............................................................................. 50
Engine stop switch....................................................................... 50
System ABS................................................................................. 51
Opening the saddle.................................................................. 54
Glove/tool kit compartment...................................................... 55
Identification................................................................................. 55
Luggage anchor point.................................................................. 57
USE................................................................................................. 59
Checks......................................................................................... 60
Refuelling..................................................................................... 63
Rear shock absorbers adjustment............................................... 65
Front fork adjustment................................................................... 68
Justering af greb til forbremse..................................................... 69
Clutch lever adjustment............................................................... 70
Running in.................................................................................... 70
Difficult start up............................................................................ 72
Parking......................................................................................... 73
Catalytic silencer.......................................................................... 74
Stand........................................................................................... 76
Suggestion to prevent theft.......................................................... 77
Basic safety rules......................................................................... 79
MAINTENANCE.............................................................................. 85
Foreword...................................................................................... 86
Engine oil level check............................................................... 87
Engine oil top-up...................................................................... 88
Engine oil change..................................................................... 90
Universal joint oil level................................................................. 93
Gearbox oil level.......................................................................... 93
Tyres............................................................................................ 94
Spark plug dismantlement........................................................... 97
Removing the air filter.................................................................. 97
Checking the brake oil level......................................................... 98
Braking system fluid top up...................................................... 99
Checking clutch fluid.................................................................... 99
Topping up clutch fluid............................................................. 100
Use of a new battery................................................................ 101
Checking the electrolyte level.................................................. 102
Knop knippering groot licht............................................................ 49
Drukknop voor het aanzetten van de noodknipperlichten.............. 49
Startknop........................................................................................ 50
SCHAKELAAR VOOR HET STILLEGGEN VAN DE MOTOR....... 50
ABS systeem................................................................................. 51
Opening van het zadel............................................................... 54
Documentenruimte / gereedschapskit........................................ 55
De identificatie............................................................................... 55
Bevestigen van bagage................................................................. 57
HET GEBRUIK.................................................................................. 59
Controles........................................................................................ 60
Tanken........................................................................................... 63
Regeling van de achterste schokdempers..................................... 65
REGELING VAN DE VOORVORK................................................ 68
Regeling van de hendel van de voorrem....................................... 69
Regeling van de hendel van de koppeling..................................... 70
Het inrijden..................................................................................... 70
MOEILIJKE START....................................................................... 72
Parkeren........................................................................................ 73
Katalytische uitlaat......................................................................... 74
Standaard...................................................................................... 76
Voorstellen tegen diefstal............................................................... 77
Fundamentele veiligheidsbepalingen............................................. 79
HET ONDERHOUD........................................................................... 85
Voorwaarde.................................................................................... 86
Controle van het peil van de motorolie....................................... 87
Het bijvullen van olie in de motor............................................... 88
Vervanging van de motorolie...................................................... 90
Oliepeil van de cardan................................................................... 93
Oliepeil versnellingsbak................................................................. 93
BANDEN........................................................................................ 94
Demontage van de bougie............................................................. 97
Demontage van de luchtfilter......................................................... 97
Controle van het peil van de remvloeistof...................................... 98
Bijvulling van de vloeistof van het remsysteem.......................... 99
Controle van het vloeistofpeil van de koppeling............................. 99
Het bijvullen van de vloeistof voor de koppeling........................ 100
Ingebruikname van een nieuwe accu......................................... 101
Controle van het elektrolytpeil.................................................... 102
6
Charging the battery................................................................. 102
Long periods of inactivity............................................................. 103
Fuses........................................................................................... 105
Fuse distribution....................................................................... 107
Lamps.......................................................................................... 111
Headlight adjustment............................................................... 114
Front direction indicators............................................................. 116
Rear optical unit........................................................................... 117
Rear turn indicators..................................................................... 117
Number plate light........................................................................ 117
Rear-view mirrors........................................................................ 118
Front and rear disc brake............................................................. 119
Periods of inactivity...................................................................... 121
Cleaning the vehicle.................................................................... 123
Transport..................................................................................... 128
TECHNICAL DATA......................................................................... 129
Kit equipment............................................................................... 137
PROGRAMMED MAINTENANCE.................................................. 139
Scheduled maintenance table..................................................... 140
SPECIAL FITTINGS....................................................................... 147
Accessories index........................................................................ 148
Heated handgrips........................................................................ 149
Centre stand................................................................................ 149
Fairings........................................................................................ 151
Oplading van de accu................................................................. 102
Lange ernstige stilstand................................................................. 103
Zekeringen..................................................................................... 105
Plaats van de zekeringen........................................................... 107
Lampen.......................................................................................... 111
Regeling van de koplamp........................................................... 114
Voorste richtingaanwijzers............................................................. 116
Achterste optische groep............................................................... 117
Achterste richtingaanwijzers.......................................................... 117
Nummerplaatverlichting................................................................. 117
achteruitkijkspiegels....................................................................... 118
Voorste en achterste schijfrem...................................................... 119
Periodes van inactiviteit................................................................. 121
Reiniging van het voertuig............................................................. 123
Vervoer.......................................................................................... 128
TECHNISCHE GEGEVENS.............................................................. 129
bijgevoegd gereedschap................................................................ 137
GEPROGRAMMEERD ONDERHOUD............................................. 139
Tabel van het geprogrammeerd onderhoud.................................. 140
SPECIALE UITRUSTINGEN............................................................. 147
Index van de accessoires.............................................................. 148
Verwarmbare handvaten................................................................ 149
centrale standaard......................................................................... 149
Bekledingen................................................................................... 151
7
8
1200 sport 4V
Chap. 01
General rules
Hst. 01
Algemene
normen
9
Foreword
NOTE
CARRY OUT MAINTENANCE OPERA-
TIONS AT HALF THE INTERVALS
SPECIFIED IF THE VEHICLE IS USED
IN PARTICULAR RAINY OR DUSTY
CONDITIONS, OFF ROAD OR FOR
TRACK USE.
Voorwaarde
N.B.
WANNEER HET VOERTUIG WORDT
GEBRUIKT IN REGENACHTIGE OF
STOFFIGE ZONES, OP SLECHTE WE-
GEN, OF WANNEER MEN SPORTIEF
RIJDT, MOETEN DE ONDERHOUDS-
HANDELINGEN AAN DE HELFT VAN
HET AANGEDUIDE TIJDSINTERVAL
UITGEVOERD WORDEN.
Carbon monoxide
If you need to keep the engine running in
order to perform a procedure, please en-
sure that you do so in an open or very well
ventilated area. Never let the engine run
in an enclosed area. If you do work in an
enclosed area, make sure to use a
smoke-extraction system.
CAUTION
EXHAUST EMISSIONS CONTAIN
CARBON MONOXIDE, A POISONOUS
GAS WHICH CAN CAUSE LOSS OF
CONSCIOUSNESS AND EVEN
DEATH.
Koolmonoxide
Wanneer het nodig is om de motor te
doen werken om een handeling uit te
voeren, controleert men of dit in een open
ruimte of in een goed geventileerd lokaal
gebeurt. Laat de motor nooit werken in
een gesloten ruimte. Wanneer men in
een gesloten ruimte werkt, gebruikt men
een evacuatiesysteem voor de uitlaat-
gassen.
LET OP
DE UITLAATGASSEN BEVATTEN
KOOLMONOXIDE, EEN GIFTIG GAS
DAT BEWUSTELOOSHEID EN OOK
DE DOOD KAN VEROORZAKEN.
10
1 General rules / 1 Algemene normen
Fuel
CAUTION
THE FUEL USED TO POWER INTER-
NAL COMBUSTION ENGINES IS HIGH-
LY FLAMMABLE AND MAY BE EX-
PLOSIVE UNDER CERTAIN CONDI-
TIONS. IT IS THEREFORE RECOM-
MENDED TO CARRY OUT REFUEL-
LING AND MAINTENANCE PROCE-
DURES IN A VENTILATED AREA WITH
THE ENGINE SWITCHED OFF. DO
NOT SMOKE DURING REFUELLING
OR NEAR FUEL VAPOUR. AVOID ANY
CONTACT WITH NAKED FLAME,
SPARKS OR OTHER HEAT SOURCES
WHICH MAY CAUSE IGNITION OR EX-
PLOSION.
DO NOT ALLOW FUEL TO DISPERSE
INTO THE ENVIRONMENT.
KEEP OUT OF THE REACH OF CHIL-
DREN.
IF THE VEHICLE FALLS OR IS ON A
STEEP INCLINE FUEL CAN LEAK.
Brandstof
LET OP
DE BRANDSTOF DIE WORDT GE-
BRUIKT VOOR DE AANDRIJVING VAN
DE ONTPLOFFINGSMOTOR IS UI-
TERST BRANDBAAR EN KAN EXPLO-
SIEF WORDEN IN BEPAALDE OM-
STANDIGHEDEN. VOER HET TANKEN
EN DE ONDERHOUDSHANDELINGEN
UIT IN EEN GEVENTILEERDE ZONE
EN MET DE MOTOR UIT. ROOK NIET
TIJDENS HET TANKEN EN IN DE NA-
BIJHEID VAN BRANDSTOFDAMPEN,
EN VERMIJDT ABSOLUUT CONTACT
MET VRIJE VLAMMEN, VONKEN EN
EENDER WELKE ANDER BRON DIE
HET VLAM VATTEN OF EXPLODEREN
ERVAN KAN VEROORZAKEN.
LOOS DE BRANDSTOF NIET IN HET
MILIEU.
BUITEN BEREIK VAN KINDEREN
HOUDEN
HET VALLEN OF DE EXCESSIEVE IN-
CLINATIE VAN HET VOERTUIG KUN-
NEN HET UITSTROMEN VAN BRAND-
STOF VEROORZAKEN.
11
1 General rules / 1 Algemene normen
Hot components
The engine and the exhaust system com-
ponents get very hot and remain in this
condition for a certain time interval after
the engine has been switched off. Before
handling these components, make sure
that you are wearing insulating gloves or
wait until the engine and the exhaust sys-
tem have cooled down.
Warme onderdelen
De motor en de onderdelen van de uit-
laatinstallatie worden zeer warm en blij-
ven lang warm, ook nadat de motor wordt
uitgezet. Vooraleer men deze onderde-
len hanteert, draagt men isolerende
handschoenen, of wacht men tot de mo-
tor en de uitlaatinstallatie zijn afgekoeld.
Start off and Riding
CAUTION
IF THE LOW FUEL WARNING LIGHT
ON THE INSTRUMENT PANEL TURNS
ON WHILE RIDING, THIS MEANS THE
RESERVE IS BEING USED.
REFUEL AS SOON AS POSSIBLE.
Het vertrek en het rijden
LET OP
WANNEER TIJDENS HET RIJDEN DE
CONTROLELAMP VAN DE BRAND-
STOFRESERVE OP HET DASH-
BOARD OPLICHT, HEEFT MEN DE
ZONE VAN DE RESERVE BEREIKT.
TANK ZO VLUG MOGELIJK BRAND-
STOF.
Warning lights
IF IF THE ALARM WARNING LIGHT
AND THE "SERVICE" WORD TURN ON
DURING REGULAR ENGINE OPERA-
TION, IT MEANS THAT THE ELEC-
Controlelampen
WANNEER DE CONTROLELAMP VAN
HET ALARM EN HET EVENTUELE OP-
SCHRIFT "SERVICE" OPLICHTEN TIJ-
DENS DE NORMALE WERKING VAN
DE MOTOR, HEEFT DE ELEKTRONI-
12
1 General rules / 1 Algemene normen
TRONIC CONTROL UNIT HAS DETEC-
TED A FAILURE.
IN MANY CASES THE ENGINE WILL
CONTINUE TO OPERATE WITH LIMI-
TED PERFORMANCE; IMMEDIATELY
CONTACT AN OFFICIAL Moto Guzzi
DEALER.
IF THE ALARM WARNING LIGHT AND
THE WORD ON THE ENGINE OIL
PRESSURE DISPLAY REMAIN ON, OR
IF THEY COME ON DURING ENGINE
REGULAR OPERATION, IT MEANS
THAT THE OIL PRESSURE IN THE
CIRCUIT IS TOO LOW. IN THIS CASE
THE ENGINE MUST BE IMMEDIATELY
SHUT OFF IN ORDER TO AVOID ANY
POSSIBLE DAMAGE.
CARRY OUT ENGINE OIL LEVEL
CHECK. IF THE OIL PRESSURE LEV-
EL REMAINS LOW ALTHOUGH THE
PROCEDURE DESCRIBED ABOVE
HAS BEEN PROPERLY CARRIED
OUT, CONTACT AN OFFICIAL Moto
Guzzi DEALER TO HAVE THE CIRCUIT
CHECKED.
SCHE CENTRALE EEN ONREGELMA-
TIGHEID OPGEMERKT.
IN VEEL GEVALLEN BLIJFT DE MO-
TOR WERKEN, MAAR MET BEPERK-
TE PRESTATIES; WENDT ZICH ON-
MIDDELLIJK TOT EEN OFFICIËLE
Moto Guzzi DEALER.
WANNEER DE CONTROLELAMP VAN
HET ALARM EN HET EVENTUELE OP-
SCHRIFT VAN DE DRUK VAN DE MO-
TOROLIE AANBLIJVEN OP HET DIS-
PLAY, OF ZE LICHTEN OP TIJDENS
DE NORMALE WERKING VAN DE MO-
TOR, IS DE DRUK VAN DE OLIE IN HET
CIRCUIT ONVOLDOENDE.IN DIT GE-
VAL MOET DE MOTOR VERPLICHT
ONMIDDELLIJK UITGESCHAKELD
WORDEN ZODAT EVENTUELE SCHA-
DE WORDT VERMEDEN.
VOER DE PROCEDURE VAN DE CON-
TROLE VAN HET PEIL VAN DE MO-
TOROLIE UIT. ALS DE AANDUIDING
VAN DE ONVOLDOENDE OLIEDRUK
AANHOUDT ONDANKS DE BOVEN-
STAANDE PROCEDURE CORRECT
UITGEVOERD WERD, MOET U ZICH
VOOR EEN CONTROLE VAN DE IN-
STALLATIE WENDEN TOT EEN OFFI-
CIËLE Moto Guzzi DEALER.
13
1 General rules / 1 Algemene normen
Used engine oil and gearbox
oil
CAUTION
IT IS ADVISABLE TO WEAR LATEX
GLOVES WHEN SERVICING THE VE-
HICLE.
THE ENGINE OR GEARBOX OIL MAY
CAUSE SERIOUS INJURIES TO THE
SKIN IF HANDLED FOR PROLONGED
PERIODS OF TIME AND ON A REGU-
LAR BASIS.
WASH YOUR HANDS CAREFULLY
AFTER HANDLING OIL.
HAND THE OIL OVER TO OR HAVE IT
COLLECTED BY THE NEAREST USED
OIL RECYCLING COMPANY OR THE
SUPPLIER.
DO NOT DISPOSE OF OIL IN THE EN-
VIRONMENT
KEEP OUT OF THE REACH OF CHIL-
DREN.
Gebruikte olie van motor en
versnellingsbak
LET OP
BIJ ONDERHOUDSHANDELINGEN
RAADT MEN AAN OM LATEX HAND-
SCHOENEN TE GEBRUIKEN.
DE OLIE VAN DE MOTOR OF DE VER-
SNELLINGSBAK KAN ERNSTIGE
SCHADE VEROORZAKEN AAN DE
HUID, WANNEER HET LANG EN DA-
GELIJKS WORDT GEBRUIKT.
MEN RAADT AAN OM DE HANDEN
ZORGVULDIG TE WASSEN NA HET
HANTEREN VAN OLIE.
BEZORG HEM AAN OF LAAT HEM OP-
HALEN DOOR HET DICHTSTBIJZIJN-
DE RECYCLINGBEDRIJF VAN GE-
BRUIKTE OLIES OF DOOR DE
LEVERANCIER.
LOOS DE OLIE NIET IN HET MILIEU.
BUITEN BEREIK VAN KINDEREN
HOUDEN
Brake and clutch fluid
Brake and clutch fluid
Rem- en koppelingsvloeistof
Rem- en koppelingsvloeistof
14
1 General rules / 1 Algemene normen
BRAKE AND CLUTCH FLUIDS CAN
DAMAGE THE PLASTIC OR RUBBER
PAINTED SURFACES. WHEN SERVIC-
ING THE BRAKING OR THE CLUTCH
SYSTEM PROTECT THESE COMPO-
NENTS WITH A CLEAN CLOTH. AL-
WAYS WEAR PROTECTIVE GOG-
GLES WHEN SERVICING THESE
SYSTEMS. BRAKE AND CLUTCH FLU-
IDS ARE EXTREMELY HARMFUL FOR
YOUR EYES. IN THE EVENT OF ACCI-
DENTAL CONTACT WITH THE EYES,
RINSE THEM IMMEDIATELY WITH
PLENTY OF COLD, CLEAN WATER
AND SEEK MEDICAL ADVICE.
KEEP OUT OF THE REACH OF CHIL-
DREN.
DE REM- EN KOPPELINGSVLOEI-
STOFFEN KUNNEN DE GELAKTE,
PLASTIC OF RUBBEREN OPPER-
VLAKKEN BESCHADIGEN. WAN-
NEER MEN HET ONDERHOUD VAN
DE REM- OF KOPPELINGSINSTALLA-
TIE UITVOERT, BESCHERMT MEN DE-
ZE ONDERDELEN MET EEN SCHONE
DOEK. DRAAG STEEDS EEN BE-
SCHERMENDE BRIL WANNEER MEN
HET ONDERHOUD VAN DE INSTAL-
LATIES UITVOERT. DE REM- EN KOP-
PELINGSVLOEISTOFFEN ZIJN UI-
TERST SCHADELIJK VOOR DE
OGEN. IN GEVAL VAN TOEVALLIG
CONTACT MET DE OGEN, SPOELT
MEN ONMIDDELLIJK MET OVER-
VLOEDIG KOUD EN REIN WATER, EN
RAADPLEEGT MEN ONMIDDELLIJK
EEN ARTS.
BUITEN BEREIK VAN KINDEREN
HOUDEN
15
1 General rules / 1 Algemene normen
Battery hydrogen gas and
electrolyte
CAUTION
THE BATTERY ELECTROLYTE IS
TOXIC, CORROSIVE AND, AS IT CON-
TAINS SULPHURIC ACID, MAY
CAUSE BURNING IF IT COMES INTO
CONTACT WITH THE SKIN. WHEN
HANDLING BATTERY ELECTRO-
LYTE, WEAR TIGHT-FITTING GLOVES
AND PROTECTIVE APPAREL. IN THE
EVENT OF SKIN CONTACT WITH THE
ELECTROLYTIC FLUID, RINSE WELL
WITH PLENTY OF CLEAN WATER. IT
IS PARTICULARLY IMPORTANT TO
PROTECT YOUR EYES BECAUSE
EVEN TINY AMOUNTS OF BATTERY
ACID MAY CAUSE BLINDNESS. IN
THE EVENT OF CONTACT WITH THE
EYES, RINSE WITH PLENTY OF WA-
TER FOR FIFTEEN MINUTES AND
CONSULT AN EYE SPECIALIST IMME-
DIATELY. IF THE FLUID IS ACCIDEN-
TALLY SWALLOWED, DRINK LARGE
QUANTITIES OF WATER OR MILK,
FOLLOWED BY MILK OF MAGNESIA
OR VEGETABLE OIL AND SEEK MED-
ICAL ADVICE IMMEDIATELY. THE
BATTERY RELEASES EXPLOSIVE
GASES; KEEP IT AWAY FROM
FLAMES, SPARKS, CIGARETTES OR
ANY OTHER HEAT SOURCES. EN-
SURE ADEQUATE VENTILATION
Elektrolyt en waterstofgas van
de accu
LET OP
DE ELEKTROLYT VAN DE ACCU IS
GIFTIG EN BIJTEND, EN IN CONTACT
MET DE HUID KAN HET BRANDWON-
DEN VEROORZAKEN OMDAT HET
ZWAVELZUUR BEVAT. DRAAG
NAUWSLUITENDE HANDSCHOENEN
EN BESCHERMENDE KLEDING WAN-
NEER MEN HET ELEKTROLYT VAN
DE ACCU HANTEERT. WANNEER DE
ELEKTROLYTVLOEISTOF IN CON-
TACT ZOU KOMEN MET DE HUID,
MOET MEN OVERVLOEDIG WASSEN
MET KOUD WATER. HET IS ZEER BE-
LANGRIJK OM DE OGEN TE BE-
SCHERMEN, OMDAT OOK EEN ZEER
KLEINE HOEVEELHEID ZUUR VAN DE
ACCU BLINDHEID KAN VEROORZA-
KEN. WANNEER HET IN CONTACT
ZOU KOMEN MET DE OGEN, MOET
MEN VIJFTIEN MINUTEN LANG OVER-
VLOEDIG WASSEN MET WATER EN
ONMIDDELLIJK EEN OOGARTS
RAADPLEGEN. WANNEER HET TOE-
VALLIG ZOU WORDEN INGESLIKT,
MOET MEN VEEL WATER OF MELK
DRINKEN, DAARNA MAGNESIUM-
MELK OF VEGETALE OLIE DRINKEN,
EN ONMIDDELLIJK EEN ARTS RAAD-
PLEGEN. DE ACCU VERSPREIDT EX-
PLOSIEVE GASSEN EN MOET DUS
UIT DE BUURT WORDEN GEHOUDEN
16
1 General rules / 1 Algemene normen
WHEN SERVICING OR RECHARGING
THE BATTERY.
KEEP OUT OF THE REACH OF CHIL-
DREN.
BATTERY LIQUID IS CORROSIVE. DO
NOT POUR IT OR SPILL IT, PARTICU-
LARLY ON PLASTIC COMPONENTS.
ENSURE THAT THE ELECTROLYTIC
ACID IS COMPATIBLE WITH THE BAT-
TERY BEING ACTIVATED.
VAN VLAMMEN, VONKEN, SIGARET-
TEN EN ELKE ANDERE WARMTE-
BRON. VOORZIE EEN GEPASTE VER-
LUCHTING WANNEER MEN ONDER-
HOUD OF HET OPLADEN VAN DE
ACCU UITVOERT.
BUITEN BEREIK VAN KINDEREN
HOUDEN
DE VLOEISTOF VAN DE ACCU IS
CORROSIEF. GIET ZE NIET UIT EN
VERSPREIDT ZE NIET, VOORAL NIET
OP DE PLASTIC DELEN. CONTRO-
LEER OF HET ELEKTROLYTZUUR
SPECIFIEK VOOR DE TE ACTIVEREN
ACCU IS.
Stand
BEFORE SETTING OFF, MAKE SURE
THE STAND HAS BEEN COMPLETELY
RETRACTED TO ITS POSITION.
DO NOT REST THE RIDER OR PAS-
SENGER WEIGHT ON THE SIDE
STAND.
Standaard
VÓÓR HET VERTREK CONTROLEERT
MEN OF DE STANDAARD VOLLEDIG
INGEKLAPT IS.
BELAST DE LATERALE STANDAARD
NIET MET UW GEWICHT OF DAT VAN
DE PASSAGIER.
17
1 General rules / 1 Algemene normen
Reporting of defects that
affect safety
Unless otherwise specified in this Use
and Maintenance Booklet, do not remove
any mechanical or electrical component.
CAUTION
SOME CONNECTORS IN THE VEHI-
CLE MAY BE ACCIDENTALLY SWAP-
PED AND MAY COMPROMISE NOR-
MAL VEHICLE OPERATION IF INCOR-
RECTLY INSTALLED.
Algemene waarschuwingen
voorzorgsmaatregelen
Behalve waar gespecificeerd wordt in dit
Gebruiks- en onderhoudsboekje, mag
geen enkel mechanisch of elektrisch on-
derdeel gedemonteerd worden.
LET OP
SOMMIGE CONNECTOREN VAN HET
VOERTUIG KUNNEN VERWISSELD
WORDEN, EN WANNEER ZE FOUT
GEMONTEERD WORDEN, KUNNEN
ZE DE NORMALE WERKING VAN HET
VOERTUIG SCHADEN.
18
1 General rules / 1 Algemene normen
1200 sport 4V
Chap. 02
Vehicle
Hst. 02
Voertuig
19
Arrangement of the main
components (02_01, 02_02)
Plaats van de hoofdzakelijke
onderdelen (02_01, 02_02)
02_01
20
2 Vehicle / 2 Voertuig
02_02
key:
1. Front light
2. Top fairing
3. Instrument panel
4. Rear view mirror left
5. Fuel tank cap
6. Fuel tank
7. Left side fairing
8. ABS fuse box (if installed)
9. Battery
10. Saddle
11. Passenger seat cover
12. Passenger handle
13. Rear tone wheel (if installed)
Legende:
1. Voorlicht
2. Kapje
3. Instrumentenbord
4. Linker achteruikijkspiegel
5. Dop van de brandstoftank
6. Brandstoftank
7. Linker zijplaatje
8. Zekeringenhouder ABS (waar
voorzien)
9. Accu
10. Zadel
11. Zadelbedekking
12. Handgreep van de passagier
21
2 Vehicle / 2 Voertuig
14. Tool compartment
15. Passenger footrest left
16. Saddle lock
17. Rear shock absorber
18. Driver footrest left
19. Gear shift lever
20. Side stand
21. Engine oil dipstick
22. Rear light
23. Glove box
24. Secondary fuse box
25. Document box
26. Right side fairing
27. Main fuse box (30A)
28. Rear brake fluid reservoir
29. Air filter
30. Rear view mirror right
31. Front brake fluid reservoir
32. Front brake disc ABS (if instal-
led)
33. Tone wheel (if installed)
34. Front brake disc
35. Engine oil filter
36. Rear brake lever
37. Driver footrest right
38. Cardan shaft transmission
39. Passenger footrest right
40. Single arm fork
13. Achterste geluidswiel (waar
voorzien)
14. Gereedschapsruimte
15. Linker voetensteun van de pas-
sagier
16. Zadelslot
17. Achterste schokdemper
18. Linker voetensteun van de be-
stuurder
19. Commandohendel van de ver-
snellingsbak
20. Laterale standaard
21. Peilstaafje van de motorolie
22. Achterlicht
23. Opbergruimte
24. Secundaire zekeringenhouder
25. Documentenruimte
26. Rechter zijplaatje
27. Hoofdzekeringenhouder (30A)
28. Vloeistoftank van de achterrem
29. Luchtfilter
30. Rechter achteruitkijkspiegel
31. Vloeistoftank van de voorrem
32. Voorste remschijf ABS (waar
voorzien)
33. Geluidswiel (waar voorzien)
34. Schijf van de voorrem
35. Filter van de motorolie
36. Commandohendel van de ach-
terrem
37. Rechter voetensteun van de be-
stuurder
38. Transmissie naar de cardanas
39. Rechter voetensteun van de
passagier
40. Eénarmige vork
22
2 Vehicle / 2 Voertuig
02_03
Dashboard (02_03)
Control element / instrument key
1. Clutch control lever
2. Ignition switch / steering lock
3. Instruments and indicators
4. Front brake lever
5. Throttle handle
6. Emergency flasher button
7. ABS activation / deactivation
button (only scooters equipped
with ABS system)
8. Hand grip heating activation /
deactivation button (if equipped)
dashboard (02_03)
Legende en plaats van de comman-
do's / instrumenten
1. Commandohendel van de kop-
peling
2. Schakelaar ontsteking / stuur-
slot
3. Instrumenten en indicators
4. Hendel van de voorrem
5. Gashandvat
6. Drukknop van de noodindicator
7. Drukknop activatie / desactiva-
tie ABS (enkel voor voertuigen
23
2 Vehicle / 2 Voertuig
9. Turn signal lights
10. Function display selector
11. Dipped headlight button
12. SET button
13. Starter button
14. Engine stop button
15. Acoustic alarm button
16. Turn indicator switch
die uitgerust zijn met een ABS
systeem)
8. Drukknop activatie / desactiva-
tie voor de verwarming van de
handvaten (waar voorzien)
9. Omleider van de lichten
10. Schakelaar voor de displayfunc-
ties
11. Drukknop voor het knipperen
van het groot licht
12. Drukknop SET
13. Startknop
14. Drukknop voor het stilleggen
van de motor
15. Drukknop van de akoestische
melder
16. Schakelaar van de richtingaan-
wijzers
02_04
Analog instrument panel
(02_04, 02_05)
key:
1. Multifunction digital display
(clock, ambient temperature,
odometer, trip information, chro-
nometer, alarm display, mainte-
nance expiration indication)
2. Speedometer
3. Rpm indicator
4. Fuel gauge
Analogisch instrumentenbord
(02_04, 02_05)
Legende:
1. Digitaal multifunctioneel display
(klok, omgevingstemperatuur,
hodogram, reisinformatie, chro-
nometer, visualisering van de
alarmen, melding van de termijn
voor het onderhoud)
2. Snelheidsmeter
3. Toerenteller
4. Indicator van het brandstofpeil
24
2 Vehicle / 2 Voertuig
02_05
ABS DEACTIVATION BUTTON (if in-
stalled)
To deactivate the system, proceed as fol-
lows:
Start the engine.
With the vehicle at a standstill,
press and hold the button.
After roughly three seconds, the
indicator light (ABS) on the in-
strument panel starts to flash.
Release the button immediately.
Now the ABS warning light on
the instrument panel keeps
flashing slowly; the ABS system
is then completely deactivated.
To activate the ABS system again:
Stop the vehicle and shut off the
engine by turning the ignition
switch to "OFF".
Turn the ignition switch back to
"ON" and start the engine.
Once riding, the ABS system will
be reactivated only after riding
faster than 5 km/h (3.1 mi/h).
IN CASE OF FAILURE OR WITH ABS
DISCONNECTED, THE VEHICLE OP-
ERATES AS IF IT DID NOT HAVE THIS
SYSTEM.
DESACTIVATIEKNOP ABS (waar
voorzien)
Om het systeem te desactiveren, handelt
men als volgt:
Start de motor.
Druk en blijf op de drukknop
drukken wanneer het voertuig
stilstaat.
Na ongeveer drie seconden be-
gint de controlelamp (ABS) te
knipperen op het schakelbord.
Laat de drukknop onmiddellijk
los.
Nu zal de controlelamp ABS op
het instrument langzaam blijven
knipperen; het ABS systeem is
dus volledig gedesactiveerd.
Om het ABS systeem te heractiveren,
handelt men als volgt:
Stop het voertuig, en leg de mo-
tor stil door de ontstekingsscha-
kelaar in positie "OFF" te draai-
en.
Draai de ontstekingsschakelaar
weer in positie "ON", en start de
motor.
Wanneer men rijdt, zal het ABS
systeem geactiveerd worden
wanneer men harder gaat rijden
dan 5 km/h (3.1 mijl/h).
IN GEVAL VAN EEN ONREGELMATIG-
HEID OF MET HET ABS UITGESCHA-
25
2 Vehicle / 2 Voertuig
KELD, GEDRAAGT DE MOTOR ZICH
ALSOF ZE NIET UITGERUST IS MET
DIT SYSTEEM.
02_06
Light unit (02_06)
Key:
1. Green turn indicator warning
light
2. ABS warning light (Anti-lock
Braking System), amber yellow
3. Red alarm warning light
4. Green gear in neutral (N) warn-
ing light
5. Side stand lowered warning
light, amber yellow
6. Blue high-beam warning light
7. Amber yellow low fuel warning
light
8. Red antitheft device warning
light
9. Red gear shift warning light
Groep controlelampen (02_06)
Legende:
1. Controlelamp van de richting-
aanwijzers, groen
2. Controlelamp van het ABS (An-
ti-lock Braking System), amber-
geel
3. Controlelamp van het alarm,
rood
4. Controlelamp versnelling in vrij
(N), groen
5. Controlelamp van de laterale
standaard uitgeklapt, amber-
geel
6. Controlelamp van het groot licht,
blauw
7. Controlelamp van de brandstof-
reserve, ambergeel
8. Controlelamp van het antidief-
stalsysteem, rood
9. Controlelamp van het schake-
len, rood
26
2 Vehicle / 2 Voertuig
02_07
Digital lcd display (02_07,
02_08)
By turning the key to "ON", the words
"Moto Guzzi" are displayed for two sec-
onds on the ignition screen.
After the initial check, the configuration
set on the selector (1) is displayed.
The configuration options are:
- TRIP 1
- TRIP 2
- MODE
The indications that are always displayed
are:
- CLOCK (A zone)
- AMBIENT TEMPERATURE (B zone)
(the ice icon is displayed below the value
when the temperature is below 3°C (37°
F))
- Displayed configuration (F zone) (TRIP
1, TRIP 2 or MODE).
The other sectors indicate specific infor-
mation for configuration.
Digitaal display (02_07, 02_08)
Door de ontstekingssleutel in positie
"ON" te draaien, verschijnt op het scherm
voor twee seconden de opschrift "Moto
Guzzi".
Na de begincheck visualiseert het display
de configuratie die werd ingesteld op de
schakelaar (1).
De selecteerbare configuraties zijn:
- TRIP 1
- TRIP 2
- MODE
De aanduidingen die steeds gevisuali-
seerd zijn op het display, zijn de volgen-
de:
- KLOK (zone A)
- OMGEVINGSTEMPERATUUR (zone
B) (wanneer de temperatuur minder dan
3°C (37°F) bedraagt, verschijnt op het
display, onder de waarde, het ijssym-
bool)
- Gevisualiseerde configuratie (zone F)
(TRIP 1, TRIP 2 of MODE).
De andere sectoren geven specifieke in-
formatie voor de configuratie.
27
2 Vehicle / 2 Voertuig
02_08
TRIP 1 AND 2
Data related to trip distances 1 and 2 are
displayed at the TRIP 1 and 2 configura-
tions.
To select TRIP 1 or TRIP 2 configuration:
Move the selector (1) to the po-
sition corresponding to the TRIP
configuration you wish to dis-
play.
The total kilometre ODOMETER is
shown on the bottom section C of the dis-
play, regardless the TRIP selected. The
configuration indication is displayed on
the F zone, the partial distance travelled
is constantly displayed on the central D
zone. The E zone shows the following
data upon selection:
- TRAVELLING TIME;
- TRIP CONSUMPTION;
- CURRENT CONSUMPTION;
- MAXIMUM SPEED;
- AVERAGE SPEED;
The data can be selected in sequence by
pressing the SET button (2) briefly.
To zero set all the partial distances of the
selected TRIP
Hold down the SET button (2)
for a few seconds.
If the vehicle has heated hand grips
(OPT) and they are active, an icon is
TRIP 1 en 2
In de TRIP1 en 2 configuraties worden de
gegevens in verband met de partiëlen
van reis 1 en 2 getoond.
Om de configuraties TRIP 1 of TRIP 2 te
selecteren, handelt men als volgt:
Plaats de schakelaar (1) in de
positie overeenkomstig met de
TRIP configuratie die men wil vi-
sualiseren.
In de onderste zone C van het display
wordt, onafhankelijk van de geselecteer-
de TRIP, de totalisator (HODOGRAM)
gevisualiseerd, de aanduiding van de
configuratie wordt aangeduid in zone F,
in de centrale zone D wordt voortdurend
de partieel afgelegde afstand gevisuali-
seerd, en zone E kan volgens keuze de
volgende gegevens visualiseren:
- TIJDSDUUR;
- VERBRUIK TIJDENS DE REIS;
- ONMIDDELLIJK VERBRUIK;
- MAXIMUM SNELHEID;
- GEMIDDELDE SNELHEID;
De gegevens kunnen in sequentie gese-
lecteerd worden, door eventjes op de
drukknop SET (2) te drukken.
Voor het op nul stellen van de partiëlen
van de geselecteerde TRIP
Druk lang op de drukknop SET
(2).
28
2 Vehicle / 2 Voertuig
shown on the display for the TRIP indi-
cation selected, while the TRIP indication
is displayed on the area below. The icon
identifies three levels of heating.
2
Wanneer de verwarmde handvaten aan-
wezig zijn (OPT) en ze zijn actief, ver-
schijnt op het display onder de aandui-
ding van de geselecteerde TRIP een
speciale icoon, terwijl de aanduiding van
de TRIP daaronder wordt getoond. De
icoon identificeert de verwarmingsinten-
siteit in drie niveau's.
MODE
The MODE configuration includes the
functions that allow the user to interact
with the system.
To go to MODE:
Move the selector (1) to position
MODE.
Pressing the SET button (2) briefly dis-
plays the following functions cyclically:
- CHRONOMETER;
- MENU (function disabled with scooter in
motion);
- BATTERY VOLTAGE;
MODE
De MODE configuratie bevat de functies
waarmee de gebruiker het systeem kan
instellen.
Om de MODE functie te bereiken:
Plaats de schakelaar (1) in po-
sitie MODE.
Met een korte druk op de drukknop SET
(2) kan men cyclisch de volgende func-
ties visualiseren:
- CHRONOMETER;
- MENU (deze functie wordt niet gevisua-
liseerd wanneer het voertuig beweegt);
- ACCUSPANNING;
29
2 Vehicle / 2 Voertuig
02_09
Control buttons (02_09)
1. Three position selector switch:
TRIP 1 / TRIP 2 / MODE
2. SET button; pressing briefly
calls up the function selection in
the internal menu, holding the
button down confirms the selec-
tion.
Commandotoetsen (02_09)
1. Schakelaar met drie posities:
TRIP1 / TRIP2 / MODE
2. Drukknop SET; met korte druk-
ken overloopt men de selectie
van de funcies in het MENU,
met een lange druk bevestigt
men de selectie.
02_10
Advanced functions (02_10,
02_11, 02_12)
KM / MILES
This function selects the speed unit of
measurement.
To go to "KM/MILES":
Confirm the selection on "KM/
MILES" by holding down the
SET button.
The display shows the two units of meas-
urement:
- KM
- MILES
The units of measurement can be selec-
ted in sequence by pressing the SET but-
ton briefly.
To store the selection and go back to
SETTINGS:
Gevorderde functies (02_10,
02_11, 02_12)
KM / MIJL
Deze functie selecteert de meeteenheid
van de snelheid.
Om de functie "KM/MIJL" te bereiken:
Bevestig de selectie op "KM/
MIJL" door lang op de drukknop
SET te drukken.
Het display stelt twee meeteenheden
voor:
- KM
- MIJL
De meeteenheden kunnen in sequentie
geselecteerd worden, door eventjes op
de drukknop SET te drukken.
Voor het opslaan van de selectie en terug
te keren naar de functie INSTELLINGEN:
30
2 Vehicle / 2 Voertuig
Hold down the SET button.
Druk lang op de drukknop SET.
IMMOBILIZER LED
This function enables/disables the alarm
LED flashing in the fuel level dial. It is
used when an external antitheft device is
connected.
IMMOBILIZERLED
Met deze functie kan men het knipperen
van de alarmled in de aanduiding van het
brandstofpeil activeren/desactiveren.
Deze functie wordt gebruikt wanneer een
extern antidiefstalsysteem wordt verbon-
den.
02_11
BATTERY VOLTAGE
This function shows the battery voltage
and does not admit interaction with the
user.
To access the function:
When the MODE configuration
is set, press the SET button re-
peatedly until the desired screen
is shown.
ACCUSPANNING
De functie toont de accuspanning en
geeft geen aanleiding tot de interactie
met de gebruiker.
Om de functie te bereiken:
Stel de configuratie MODE in,
en druk herhaaldelijk op de
druknop SET tot het gewenste
scherm wordt getoond.
02_12
KM IN RESERVE
When the low fuel warning light is steadily
on, the display indicates the kilometres
travelled in this condition. The value is
displayed in the area where the total OD-
OMETER is normally indicated.
If the engine is started with low fuel, the
kilometres travelled with low fuel are dis-
played 40 seconds after the start-up, so
KM IN RESERVE
Wanneer de controlelamp van de brand-
stofreserve continu oplicht, duidt het dis-
play de in deze conditie afgelegde kilo-
meters aan. De waarde wordt gevisuali-
seerd in de zone waar normaal gezien de
totalisator (HODOGRAM) wordt aange-
duid.
Wanneer men start en men bevindt zich
reeds in reserve, gebeurt de visualisering
31
2 Vehicle / 2 Voertuig
that the total ODOMETER can also be
read.
van de in reserve afgelegde kilometers
40 seconden nadat men heeft gestart,
zodat ook de totalisator (HODOGRAM)
kan gelezen worden.
02_13
02_14
Menu (02_13, 02_14)
MENU
The function can be selected only with
the vehicle at a standstill. It sets the pa-
rameter display mode in the different con-
figurations.
To access the MENU function:
When the MODE configuration is dis-
played, confirm the MENU selection by
holding down the SET button.
The following options are shown on the
display:
- EXIT
- SETTINGS
- DIAGNOSIS (function accessed only by
authorised personnel)
- LANGUAGE;
Options can be selected in sequence by
pressing the SET button briefly.
Menu (02_13, 02_14)
MENU
De functie is enkel selecteerbaar wan-
neer het voertuig stil staat, en hiermee
kan de visualisering van de parameters
ingesteld worden die aanwezig zijn in de
verschillende configuraties.
Om de functie MENU te bereiken:
Wanneer de configuratie MODE gevisua-
liseerd is, bevestigt men de selectie op
MENU met een lange druk op de druk-
knop SET.
Het display stelt de volgende opties voor:
- EXIT
- INSTELLINGEN
- DIAGNOSTIEK (functie die enkel door
het geautoriseerd personeel kan gebruikt
worden)
- TAAL;
De items kunnen in sequentie geselec-
teerd worden, door eventjes op de druk-
knop SET te drukken.
32
2 Vehicle / 2 Voertuig
02_15
02_16
Settings (02_15, 02_16)
The display mode of the parameters in-
dicated for the different configurations
can be set and personalised with this
function.
To go to SETTINGS:
Confirm the selection on SETTINGS by
holding down the SET button.
The following options are shown on the
display:
- EXIT
- TIME ADJUSTMENT
- GEAR SHIFT THRESHOLD
- BACKLIGHTING
- °C/°F
- KM/MILES
- 12H/24H
- IMMOBILIZER LED
- CODE CHANGE
Options can be selected in sequence by
pressing the SET button briefly.
Instellingen (02_15, 02_16)
In deze functie is het mogelijk om de vi-
sualiseringen van de parameters van de
verschillende configuraties in te stellen
en aan te passen.
Om de functie INSTELLINGEN te berei-
ken:
Bevestig de selectie op INSTELLINGEN
door lang op de drukknop SET te druk-
ken.
Het display stelt de volgende opties voor:
- EXIT
- REGELING VAN HET UUR
- SCHAKELLIMIET
- RETROVERLICHTING
- °C/°F
- KM/MIJL
- 12H/24H
- IMMOBILIZERLED
- WIJZIGING VAN DE CODE
De items kunnen in sequentie geselec-
teerd worden, door eventjes op de druk-
knop SET te drukken.
33
2 Vehicle / 2 Voertuig
02_17
Clock adjustment (02_17)
The clock can be adjusted with this func-
tion.
To go to TIME ADJUSTMENT:
Confirm the selection on TIME
ADJUSTMENT by holding down
the SET button.
To adjust the hour:
Each time the SET button is
briefly pressed, the time value
increases by one.
Hold down the SET button for a
few seconds and the setting
turns to minutes; each time the
button is briefly pressed, the
number increases by one.
To store the set data and go back to SET-
TINGS:
Hold down the SET button.
Regeling van de klok (02_17)
In deze functie is het mogelijk om de klok
te regelen.
Om de functie REGELING VAN HET
UUR te bereiken:
Bevestig de selectie op REGE-
LING VAN HET UUR door lang
op de drukknop SET te drukken.
Voor de regeling van het uur:
Bij elke korte druk op de knop
SET vergroot de waarde van de
uren met één.
Met een lange druk op de toets
SET gaat de instelling over naar
de minuten, en bij elke korte
druk vergroot het aantal met
één.
Voor het opslaan van het ingestelde ge-
geven en terug te keren naar de functie
INSTELLINGEN:
Druk lang op de drukknop SET.
34
2 Vehicle / 2 Voertuig
02_18
Gearshift threshold (02_18)
The gear shift threshold can be set in this
function.
To go to GEAR SHIFT THRESHOLD:
Confirm the selection on GEAR
SHIFT THRESHOLD by holding
down the SET button.
The GEAR SHIFT THRESHOLD words
are displayed and the threshold value
currently set is indicated on the rpm indi-
cator scale.
To set the threshold value:
Every time the SET button is
pressed briefly, the threshold
value increases by 100 rpm.
Once the top limit is reached,
the next time the SET button is
pressed, the value decreases.
To store the threshold set and go back to
SETTINGS:
Hold down the SET button.
The set value is stored in the memory un-
til the following setting.
CAUTION
WHEN THE THRESHOLD IS EXCEE-
DED THE RED WARNING LIGHT IN
THE RPM INDICATOR STARTS TO
FLASH. TO TURN IT OFF, BRING THE
ENGINE SPEED BACK BELOW THE
THRESHOLD LIMIT.
Schakellimiet (02_18)
In deze functie stelt men de waarde van
de schakellimiet in.
Om de functie SCHAKELLIMIET te be-
reiken:
Bevestig de selectie op SCHA-
KELLIMIET met een lange druk
op de drukknop SET.
Op het display verschijnt de opschrift
SCHAKELLIMIET, en op de schaal van
de toerenteller wordt de limietwaarde
aangeduid die op dat moment ingesteld
is.
Om de limietwaarde in te stellen:
Bij elke korte druk op de druk-
knop SET, verhoogt de limiet-
waarde met 100 giri/min. Wan-
neer de bovenste limiet wordt
bereikt, wordt bij de volgende
druk op de drukknop SET de
waarde afgetrokken.
Voor het opslaan van de ingestelde limiet
en terug te keren naar de functie INSTEL-
LINGEN:
Druk lang op de drukknop SET.
De ingestelde waarde blijft opgeslagen
tot de volgende instelling.
LET OP
WANNEER DEZE LIMIET WORDT
OVERTROFFEN BEGINT DE RODE
CONTROLELAMP IN DE TOERENTEL-
LER TE KNIPPEREN, OM DEZE UIT TE
35
2 Vehicle / 2 Voertuig
SCHAKELEN MOET MEN HET MO-
TORREGIME ONDER DE LIMIET
BRENGEN.
02_19
Backlighting brightness
(02_19)
This function adjusts the brightness of the
instrument panel lighting.
To go to BACKLIGHTING:
Confirm the selection on BACK-
LIGHTING by holding down the
SET button.
The display can show three levels of
brightness:
- LOW
- MEAN
- HIGH
The levels can be selected in sequence
by pressing the SET button briefly.
To store the set level and go back to SET-
TINGS:
Hold down the SET button.
Intensiteit van de
achtergrondverlichting
(02_19)
Met deze functie kan men de verlichtings-
intensiteit van het instrumentenbord re-
gelen.
Om de functie RETROVERLICHTING te
bereiken:
Bevestig de selectie op RETRO-
VERLICHTING door lang op de
drukknop SET te drukken.
Het display stelt drie intensiteitsniveau´s
voor:
- LOW
- MEAN
- HIGH
De niveau's kunnen in sequentie gese-
lecteerd worden, door eventjes op de
drukknop SET te drukken.
Voor het opslaan van het ingestelde ni-
veau en terug te keren naar de functie
INSTELLINGEN:
Druk lang op de drukknop SET.
36
2 Vehicle / 2 Voertuig
Code change
Allows users to set their own personal
code. During the procedure, the old code
will have to be entered.
Code wijzigen
De gebruiker kan hiermee de persoonlij-
ke code wijzigen. Tijdens de procedure
wordt gevraagd om de oude code in te
voeren.
Code reset
Allows users to set a new user code when
the old code is not available. During the
procedure, 2 of the programmed keys will
have to be inserted.
Code resetten
De gebruiker kan hiermee een nieuwe
gebruikerscode instellen wanneer hij niet
meer over de oude code beschikt. Tij-
dens de procedure wordt gevraagd om 2
opgeslagen sleutels in te voeren.
02_20
Temperature unit of
measurement (02_20)
°C/°F
This function selects the ambient temper-
ature unit of measurement.
To go to °C/°F:
Confirm the selection on °C/°F by holding
down the SET button.
The display shows the two units of meas-
urement:
- °C
- °F
Meeteenheid van temperatuur:
(02_20)
°C / °F
Deze functie selecteert de meeteenheid
van de omgevingstemperatuur.
Om de functie °C/°F te bereiken:
Bevestig de selectie op C°/F° door lang
op de drukknop SET te drukken.
Het display stelt twee meeteenheden
voor:
- °C
- °F
37
2 Vehicle / 2 Voertuig
The units of measurement can be selec-
ted in sequence by pressing the SET but-
ton briefly.
To store the selected scale and go back
to SETTINGS:
Hold down the SET button.
De meeteenheden kunnen in sequentie
geselecteerd worden, door eventjes op
de drukknop SET te drukken.
Voor het opslaan van de geselecteerde
schaal en terug te keren naar de functie
INSTELLINGEN:
Druk lang op de drukknop SET.
02_21
Time display mode (12h - 24h)
(02_21)
12H / 24H
This function selects the time display
mode.
To go to 12H/24H:
Confirm the selection on "12H/
24H" by holding down the SET
button.
The display shows two formats:
- 12H
- 24H
The display modes can be selected in se-
quence by pressing the SET button brief-
ly.
To store the selected format and go back
to SETTINGS:
Hold down the SET button.
Modaliteit van weergave uur
(12 uren - 24 uren) (02_21)
12H / 24H
Deze functie selecteert de visualiserings-
modaliteit van het uur.
Om de functie 12H/24H te bereiken:
Bevestig de selectie op "12H/
24H" door lang op de drukknop
SET te drukken.
Het display stelt twee formaten voor:
- 12H
- 24H
De types van visualisering kunnen in se-
quentie geselecteerd worden, door een
korte druk op de toets SET.
Voor het opslaan van het gekozen for-
maat en terug te keren naar de functie
INSTELLINGEN:
Druk lang op de drukknop SET.
38
2 Vehicle / 2 Voertuig
Chronometer (02_22, 02_23)
The chronometer measures the time per
lap when the vehicle is on the track and
stores the data, which can be consulted
afterwards.
To activate the CHRONOMETER:
Confirm the selection on CHRO-
NO by holding down the SET
button for a couple of seconds.
The following options are shown on the
display:
- EXIT
- TIMEKEEPING
- VIEW TIMES
- DELETE TIMES;
Options can be selected in sequence by
pressing the SET button briefly.
To exit the function, confirm EX-
IT by holding down the SET but-
ton.
Chronometer (02_22, 02_23)
Me de chronometer kan men, met het
voertuig op een piste, de tijd per ronde
meten en de gegevens opslaan, zodat ze
vervolgens geraadpleegd kunnen wor-
den.
Om de functie van de CHRONOMETER
te activeren, handelt men als volgt:
Bevestig de selectie op CHRO-
NO door lang op de drukknop
SET te drukken.
Het display visualiseert de volgende op-
ties:
- EXIT
- TIJDMETING
- WEERGAVE METINGEN
- WIS DE METINGEN
De items kunnen in sequentie geselec-
teerd worden, door eventjes op de druk-
knop SET te drukken.
Om deze functie te verlaten, be-
vestigt men met een lange druk
op de toets SET de optie EXIT.
39
2 Vehicle / 2 Voertuig
02_22
02_23
TIMEKEEPING
To activate the TIMEKEEPING function:
Confirm the TIMEKEEPING option by
holding down the SET button.
The display shows the current and the
three previous times. The number of ses-
sions is indicated to the left of the times.
To start timekeeping:
Press the SET button briefly.
If the SET button is pressed again within
the first 10 seconds after starting time-
keeping, the chronometer is reset.
If after said period the button is pressed
again, the data is stored and the time-
keeping starts once again.
Hold down the SET button to cancel time-
keeping and to reset the counter on the
display. To start the session again, press
the SET button briefly.
To go back to CHRONOMETER:
Hold down the SET button.
CAUTION
A MAXIMUM OF 40 TIMEKEEPING
SESSIONS CAN BE STORED. FUR-
THER SESSIONS CAN BE STORED
ONLY AFTER DELETING THE PREVI-
OUS TIMES.
WHEN THE KEY IS EXTRACTED, DA-
TA STORAGE STOPS. WHEN THE
KEY IS INSERTED AGAIN, THE DIS-
TIJDMETING
Om de functie TIJDMETING te activeren,
handelt men als volgt:
Bevestig de selectie op TIJDMETING
door lang op de drukknop SET te druk-
ken.
Het display visualiseert de actuele en de
drie vorige metingen. Links van de me-
tingen wordt het sessienummer aange-
duid.
Om de tijdmeting te beginnen, handelt
men als volgt:
Druk eventjes op de drukknop
SET.
Wanneer men meerder keren op de druk-
knop SET drukt voor de eerste 10 secon-
den vanaf het begin van de tijdmeting,
herbegint de chronometer vanaf nul.
Na deze periode zal de volgende druk het
opslaan van het gegeven, en het begin
van de volgende meting veroorzaken.
Wanneer men lang op de drukknop SET
drukt, wordt de meting geannuleerd, en
de teller op het display wordt op nul ge-
steld. Om de sessie te herbeginnen,
drukt men eventjes op de drukknop SET.
Om terug te keren naar de functie CHRO-
NOMETER:
Druk lang op de drukknop SET.
40
2 Vehicle / 2 Voertuig
PLAY DOES NOT SHOW THE CHRO-
NOMETER FUNCTION DIRECTLY,
BUT THE TIMES ARE STORED IN THE
MEMORY. THEREFORE, THE SUBSE-
QUENT TIMEKEEPINGS WILL BE
ADDED TO THE THOSE ALREADY
STORED. WHEN THE BATTERY IS RE-
MOVED, ALL STORED DATA IS LOST.
LET OP
ER KUNNEN MAXIMUM 40 SESSIES
VAN TIJDMETINGEN OPGESLAAN
WORDEN, NOG MEER MEMORISE-
RINGEN ZULLEN ENKEL MOGELIJK
ZIJN MET HET WISSEN VAN DE VORI-
GE METINGEN.
WANNEER MEN DE SLEUTEL VER-
WIJDERT, WORDT DE VERWERVING
BEËINDIGD, BIJ DE VOLGENDE AAN-
SCHAKELING KEERT HET DISPLAY
NIET TERUG NAAR DE FUNCTIE VAN
DE CHRONOMETER, MAAR DE ME-
TINGEN BLIJVEN WEL OPGESLAAN,
DUS DE VOLGENDE METINGEN WOR-
DEN OVEREENGESTEMD MET DE
VORIGE MEMORISERINGEN. DE OP-
GESLAGEN GEGEVENS ZULLEN GE-
WIST WORDEN WANNEER MEN DE
ACCU VERWIJDERT.
VIEW TIMES
This function displays the stored chro-
nometer times.
To activate the VIEW TIMES function:
Confirm the selection on "VIEW
TIMES" by holding down the
SET button.
To scroll the times screens:
Press the SET button briefly.
To go back to CHRONOMETER:
VISUALISEER DE METINGEN
Deze functie visualiseert de verworven
chronometermetingen.
Om de optie VISUALISEER DE METIN-
GEN te activeren, handelt men als volgt:
Bevestig de selectie op "VISUA-
LISERING VAN DE METIN-
GEN" door lang op de drukknop
SET te drukken.
Om de pagina´s van de metingen te over-
lopen, handelt men als volgt:
41
2 Vehicle / 2 Voertuig
Hold down the SET button.
Druk eventjes op de drukknop
SET.
Om terug te keren naar de functie CHRO-
NOMETER:
Druk lang op de drukknop SET.
DELETE TIMES
This function deletes the stored chro-
nometer times.
To delete the times:
Hold down the SET button.
Deletion has to be confirmed twice.
Once the operation is finished, the dis-
play shows the CHRONOMETER func-
tion.
WIS DE METINGEN
Deze functie wist de verworven chrono-
metermetingen.
Om de metingen te wissen, handelt men
als volgt:
Druk lang op de drukknop SET.
Het wissen moet een tweede keer be-
vestigd worden.
Op het einde van de handeling keert het
display terug naar de functie CHRONO-
METER.
Diagnosis
This function interfaces with the systems
present on the motorcycle and diagnose
them. To enable this function, enter an
access code available only from Moto
Guzzi service centres.
Diagnostiek
Deze functie wordt geïnterfaced met de
systemen die aanwezig zijn op de motor,
en voert hierop de diagnose uit. Om deze
te activeren moet de toegangscode inge-
voerd worden, die enkel in het bezit is van
de assistentiecentra van Moto Guzzi.
42
2 Vehicle / 2 Voertuig
02_24
Languages (02_24)
The display language can be selected
with this function.
To go to LANGUAGE:
Confirm the selection on LAN-
GUAGE by holding down the
SET button.
The languages available are:
- ITALIANO
- ENGLISH
- FRANCAIS
- DEUTSCH
- ESPAÑOL
The languages can be selected in se-
quence by pressing the SET button brief-
ly.
To store the selection and go back to
LANGUAGE:
Hold down the SET button.
Talen (02_24)
In deze functie is het mogelijk om de taal
van het display te kiezen.
Om de functie TAAL te bereiken:
Bevestig de selectie op TAAL
door lang op de drukknop SET
te drukken.
De selecteerbare talen zijn:
- ITALIAANS
- ENGELS
- FRANS
- DUITS
- SPAANS
De talen kunnen in sequentie geselec-
teerd worden met een korte druk op de
toets SET.
Voor het opslaan van de selectie en terug
te keren naar de functie TAAL:
Druk lang op de drukknop SET.
43
2 Vehicle / 2 Voertuig
02_25
SERVICE threshold (02_25)
SERVICE
When maintenance intervals expire (after
the first 1500 km - 932 mi, and then after
every 10000 km - 6250 mi), a wrench icon
is displayed on the ice icon area. If both
icons are active, they will be displayed
alternately.
Limiet van de SERVICE
(02_25)
SERVICE
Na de termijn van de onderhoudsinter-
vallen (na de eerste 1500 km - 932 mijl,
en vervolgens elke 10000 km - 6250 mijl),
verschijnt op het display in de zone van
de icoon van het ijs, de icoon van een
sleutel. Wanneer beide symbolen actief
zouden zijn, zullen ze beurtelings worden
getoond.
02_26
Alarm display (02_26, 02_27)
If case of a serious failure which jeopard-
ises the integrity of the vehicle or the
rider, an icon indicating the cause is dis-
played on the area where the odometer
is generally shown.
The alarms are subdivided into two
groups according to their priority:
High priority:
Oil pressure, Control unit errors,
Instrument panel errors.
Low priority:
Turn indicators, Control unit dis-
connected.
If there are more than one alarm of equal
priority simultaneously, the correspond-
ing icons are displayed alternately.
Visualisering van de alarmen
(02_26, 02_27)
Wanneer een ernstige onregelmatigheid
wordt opgemerkt die de integriteit van het
voertuig of van de persoon kan schaden,
wordt op het display in de zone waar nor-
maal gezien het hodogram wordt ge-
toond, de icoon gevisualiseerd die de
oorzaak meldt.
De alarmen zijn onderverdeeld in twee
groepen, op basis van hun prioriteit:
Hoge prioriteit:
Oliedruk, Fouten van de centra-
le, Fouten van het instrumen-
tenbord.
Lage prioriteit:
Richtingaanwijzers, Loskoppe-
ling van de centrale.
44
2 Vehicle / 2 Voertuig
02_27
High priority alarms inhibit the displaying
of low priority alarms.
Wanneer er gelijktijdig alarmen zijn met
dezelfde prioriteit, worden de relatieve
iconen beurtelings gevisualiseerd.
De alarmen met hoge prioriteit blokkeren
de visualisering van de alarmen met lage
prioriteit.
Ignition switch (02_28)
The ignition switch is located on the
headstock upper plate.
The vehicle is supplied with two keys
(one is the spare key).
The light switch turns off when the ignition
switch is set to «KEY OFF».
NOTE
THE KEY ACTIVATES THE IGNITION
SWITCH/ STEERING LOCK, THE FUEL
TANK CAP LOCK AND THE SADDLE
LOCK.
NOTE
THE LIGHTS TURN ON AUTOMATI-
CALLY UPON ENGINE START-UP.
Startschakelaar (02_28)
De ontstekingsschakelaar bevindt zich
op de bovenste plaat van de kop van het
stuur.
Bij het voertuig worden twee sleutels bij-
geleverd (één reservesleutel).
Het uitgaan van de lichten gebeurt wan-
neer de ontstekingsschakelaar op
«OFF» wordt geplaatst
N.B.
DE SLEUTEL ACTIVEERT DE ONT-
STEKINGSSCHAKELAAR/HET
STUURSLOT, HET SLOT VAN DE DOP
VAN DE BRANDSTOFTANK EN HET
ZADELSLOT.
45
2 Vehicle / 2 Voertuig
N.B.
DE LICHTEN LICHTEN AUTOMA-
TISCH OP NA DE START VAN DE MO-
TOR.
02_28
LOCK: The steering is locked. It is not
possible to start the engine or switch on
the lights. The key can be extracted
OFF: The engine and lights cannot be set
to work. The key can be extracted.
ON: The engine can be started. The key
cannot be extracted
LOCK: Het stuur is geblokkeerd. Het is
niet mogelijk om de motor te starten en
om de lichten te activeren. Het is mogelijk
om de sleutel te verwijderen.
OFF: De motor en de lichten kunnen niet
in werking worden gesteld. Het is moge-
lijk om de sleutel te verwijderen.
ON: De motor kan gestart worden. Het is
niet mogelijk om de sleutel te verwijde-
ren.
02_29
Locking the steering wheel
(02_29)
To lock the steering:
• Turn the handlebar completely to the
left.
• Turn the key to «OFF».
• Push in the key and turn it anticlockwise
(to the left), steer the handlebar slowly
until the key is set to «LOCK».
• Remove the key.
Activering van het stuurslot
(02_29)
Om het stuur te blokkeren:
• Draai het stuur volledig naar links.
• Draai de sleutel in positie «OFF».
• Druk op de sleutel en draai hem in te-
genwijzerzin (naar links) rond, stuur lang-
zaam tot de sleutel op «LOCK» wordt
geplaatst.
• Verwijder de sleutel.
46
2 Vehicle / 2 Voertuig
02_30
Parking lights (02_30)
The vehicle has front and rear parking
lights. Considering that it is preferable to
park the vehicle in adequate and well-lit
areas, parking lights are very useful when
parking the vehicle in a dark or poorly lit
area and when the vehicle needs to be
visible.
OPERATION
To turn on the parking lights:
Block the steering but do not
take out the key.
Turn the key to PARKING.
Check that both parking lights
(front and rear) turn on properly.
Take out the key.
Parkeerlichten (02_30)
Het voertuig is voorzien van parkeerlich-
ten vooraan en achteraan. Het wordt
steeds aangeraden om het voertuig te
parkeren in de speciale zones en alles-
zins op goed verlichte plaatsen, de par-
keerlichten zijn zeer nuttig om te parke-
ren in een donkere of slecht verlichte
zone, en alleszins wanneer met het voer-
tuig zichtbaarder wil maken.
WERKING
Om de parkeerlichten aan te schakelen:
Blokkeer het stuur zonder de
sleutel te verwijderen.
Draai de sleutel in de positie
(PARKING).
Controleer de correcte ontste-
king van beide parkeerlichten
(vooraan en achteraan).
Verwijder de sleutel.
02_31
Horn button (02_31)
Press it to activate the horn.
drukknop voor de claxon
(02_31)
De akoestische melder wordt in werking
gesteld door op de drukknop te drukken.
47
2 Vehicle / 2 Voertuig
02_32
Switch direction indicators
(02_32)
Move the switch to the left, to indicate a
left turn; move the switch to the right, to
indicate a right turn. Pressing the switch
deactivates the turn indicator.
CAUTION
IF THE WARNING LIGHT WITH AR-
ROWS FLASHES QUICKLY, IT MEANS
THAT ONE OR BOTH TURN SIGNALS
LIGHT BULBS ARE BURNT OUT.
Knipperlichtenschakelaar
(02_32)
Verplaats de schakelaar naar links, om
aan te duiden dat men naar links draait;
verplaats de schakelaar naar rechts, om
aan te duiden dat men naar rechts draait;
Plaats de schakelaar centraal om de rich-
tingaanwijzer te deactiveren.
LET OP
WANNEER DE CONTROLELAMP VAN
DE PIJLEN SNEL KNIPPERT, ZIJN
EEN OF BEIDE LAMPJES VAN DE
RICHTINGAANWIJZERS VERBRAND.
02_33
High/low beam selector
(02_33)
Press the light switch to turn on the high-
beam light; press it again to turn on the
low-beam light.
Schakelaar van de lichten
(02_33)
Door op de omleider van de lichten te
drukken, wordt het groot licht geacti-
veerd; door er nogmaals op te drukken,
wordt het dimlicht geactiveerd.
48
2 Vehicle / 2 Voertuig
02_34
Passing button (02_34)
Uses the high beam flash in case of dan-
ger or emergency.
Releasing the switch deactivates the high
beam flash.
Knop knippering groot licht
(02_34)
Hiermee kan men het knipperen van het
groot licht gebruiken, in geval van gevaar
of nood.
Wanneer men de drukknop loslaat, wordt
het knipperen van het groot licht gedeac-
tiveerd.
02_35
Flasher button (02_35)
"HAZARD" EMERGENCY TELLTALE
LIGHT BUTTON
Pressing the key when the panel is on
turns on the four turn indicators and their
warning lights on the panel at the same
time.
The HAZARD lights remains on even af-
ter removing the key but cannot be deac-
tivated.
To deactivate the Hazard light, turn the
ignition switch to "KEY ON" and press the
switch again.
Drukknop voor het aanzetten
van de noodknipperlichten
(02_35)
NOODINDICATORKNOP "HAZARD"
Wanneer men op deze toets drukt wan-
neer het instrumentenbord aanstaat, ac-
tiveert men gelijktijdig de vier richtingaan-
wijzers, en de relatieve controlelampen
op het instrumentenbord.
De HAZARD blijft ook actief wanneer de
sleutel wordt verwijderd, maar kan niet
gedesactiveerd worden.
Om de HAZARD te desactiveren, brengt
men de ontstekingsschakelaar in positie
"ON", en drukt men opnieuw op de scha-
kelaar.
49
2 Vehicle / 2 Voertuig
02_36
Start-up button (02_36)
Press the button and the starter motor
spins the engine.
Startknop (02_36)
Door op de drukknop te drukken, doet het
startmotortje de motor draaien.
02_37
Engine stop switch (02_37)
It acts as an engine cut-off or emergency
stop switch.
Press this switch to stop the engine.
SCHAKELAAR VOOR HET
STILLEGGEN VAN DE MOTOR
(02_37)
Dit is een veiligheidsschakelaar of een
noodstopschakelaar.
Druk op de schakelaar om de motor stil
te leggen.
50
2 Vehicle / 2 Voertuig
02_38
System ABS (02_38, 02_39)
The ABS system is a device to avoid
wheels locking in case of emergency
braking, thus increasing vehicle stability
at braking when compared with a tradi-
tional braking system. Sometimes when
the brake is operated, the tyre locks with
a consequent loss of grip, which makes it
difficult to control the vehicle. A position
sensor on the tone wheel, forming an in-
tegral unit with the vehicle wheel, "reads"
the status of the vehicle wheel spotting
any possible lock. A control unit points
this out and adjusts the pressure inside
the braking circuit accordingly.
NOTE
WHEN THE ABS STARTS WORKING,
A PULSING IS FELT ON THE BRAKE
LEVER.
THE WHEEL ANTILOCK SYSTEM
DOES NOT PREVENT FALLS WHILE
ON A BEND. AN EMERGENCY BRAK-
ING WITH THE VEHICLE INCLINED,
HANDLEBAR TURNED, ON UNEVEN
OR SLIPPERY ROADS, OR WITH
POOR GRIP CREATES LACK OF STA-
BILITY DIFFICULT TO HANDLE.
THEREFORE, RIDE CAREFULLY AND
SENSIBLY AND ALWAYS BRAKE
GRADUALLY. DO NOT SPEED RECK-
LESSLY, DO NOT DECEIVE YOUR-
SELF WITH SOME UNREAL SAFETY.
BRAKING WHILE TURNING A COR-
ABS systeem (02_38, 02_39)
Het ABS is een mechanisme dat het blok-
keren van de wielen belet in geval van
een noodremming, door de stabiliteit van
het voertuig tijdens het remmen te ver-
hogen tegenover een traditioneel rem-
systeem. Wanneer de rem geactiveerd
wordt, kan in sommige gevallen de band
blokkeren met gripverlies als gevolg, wat
de controle over het voertuig moeilijk
maakt. Een positiesensor "leest" op het
geluidswiel, dat in verbinding staat met
het wiel van het voertuig, de staat van het
wiel zelf en detecteert een eventuele
blokkering. De melding wordt beheerd
door een centrale, die bijgevolg de druk
in het remcircuit regelt.
N.B.
WANNEER HET ABS IN FUNCTIE
TREEDT, VOELT MEN EEN VIBRATIE
OP DE REMHENDEL.
HET ANTIBLOKKEERSYSTEEM VAN
HET WIEL BEHOEDT NIET VOOR HET
VALLEN IN BOCHTEN. DE NOODREM-
MING MET GEHELD VOERTUIG, HET
STUUR GEDRAAID, OP EEN SLECH-
TE EN NATTE WEG OF OP EEN WEG-
DEK MET WEINIG GRIP, GENEREERT
EEN MOEILIJK BEHEERBARE INSTA-
BILITEITSCONDITIE. HET WORDT
DUS AANGERADEN OM VOORZICH-
TIG TE RIJDEN, OM GRADUEEL TE
REMMEN, EN OM VERSTANDIG TE
51
2 Vehicle / 2 Voertuig
NER IS SUBJECT TO LAWS OF PHYS-
ICS WHICH NOT EVEN ABS CAN
ELIMINATE.
RIJDEN. RIJ NIET ONVOORZICHTIG,
DOOR ZICH TE VERLIEZEN IN EEN
BEDRIEGLIJKE ZEKERHEID. HET
REMMEN IN BOCHTEN WORDEN ON-
DERWORPEN AAN SPECIALE FYSI-
SCHE WETTEN, DIE ZELFS HET ABS
NIET KAN ELIMINEREN.
At engine start-up, the ABS warning light
remains on provided that the vehicle
does not exceed 5 km/h (3.1 mph) If the
warning light remains on permanently, it
means that a malfunction has been de-
tected and that the ABS is not active.
NOTE
IF THIS OCCURS, CONTACT AN OFFI-
CIAL Moto Guzzi DEALER.
Bij de start van de motor blijft de contro-
lelamp van het ABS oplichten tot harder
wordt gereden dan 5 km/h (3.1 mph).
Wanneer de controlelamp blijft oplichten,
werd een slechte werking gedetecteerd
en wordt het ABS gedesactiveerd.
N.B.
IN DIT GEVAL WENDT MEN ZICH TOT
EEN OFFICIËLE Moto Guzzi DEALER.
Riding with an active ABS system
The warning light remains off.
If a failure is found, the warning light turns
on permanently to indicate the malfunc-
tion. The ABS device is automatically de-
activated.
NOTE
IF THIS OCCURS, CONTACT AN OFFI-
CIAL Moto Guzzi DEALER.
Het rijden met het ABS systeem actief
De controlelamp blijft uit.
Wanneer er schade wordt opgemerkt,
licht de controlelamp voortdurend op, en
duidt een onregelmatigheid aan. Het
ABS mechanisme wordt automatisch ge-
desactiveerd.
N.B.
IN DIT GEVAL WENDT MEN ZICH TOT
EEN OFFICIËLE Moto Guzzi DEALER.
52
2 Vehicle / 2 Voertuig
Riding with a deactivated ABS system
The warning light flashes, the system has
been deactivated deliberately.
Het rijden met het ABS systeem niet
actief
De controlelamp knippert, het systeem
werd vrijwillig gedesactiveerd.
02_39
ABS device deactivation
Deactivate the ABS system with the
switch
Desactivatie van het ABS systeem
Het is mogelijk om het ABS systeem te
desactiveren, door op de schakelaar te
handelen
THE MOTORCYCLE HAS A TWO-
CHANNEL ABS, THAT IS, IT WORKS
EITHER ON THE FRONT OR THE
REAR WHEEL. ALWAYS CHECK
THAT THE TONE WHEEL IS CLEAN,
AND REGULARLY CHECK THAT THE
DISTANCE TO THE SENSOR IS CON-
STANT ON ALL 360 GRADES.
SHOULD THE FRONT WHEEL BE RE-
MOVED AND REFITTED, IT IS VERY
IMPORTANT TO CHECK ALSO THAT
THE DISTANCE BETWEEN THE TONE
WHEEL AND THE SENSOR IS THE
ONE SPECIFIED. TAKE YOUR VEHI-
CLE TO AN AUTHORISED Moto Guzzi
HET VOERTUIG HEEFT ABS MET
TWEE KANALEN, HET WERKT DUS
OP HET VOORWIEL EN OP HET ACH-
TERWIEL. HET IS BELANGRIJK OM
STEEDS TE CONTROLEREN DAT HET
GELUIDSWIEL REIN IS, EN OM TE
CONTROLEREN DAT DE AFSTAND
MET DE SENSOR CONSTANT IS OP
360 GRADEN. HET IS DAARENTEGEN
ZEER BELANGRIJK WANNEER MEN
HET VOORWIEL DEMONTEERT EN
HERMONTEERT, OM OPNIEUW TE
CONTROLEREN OF DE AFSTAND
TUSSEN HET GELUIDSWIEL EN DE
SENSOR DE VOORZIENE AFSTAND
53
2 Vehicle / 2 Voertuig
WORKSHOP FOR CHECKING AND
ADJUSTMENT.
IN THE CASE OF A MOTORCYCLE
WITH THE ABS SYSTEM, BRAKE
PADS WITH FRICTION MATERIALS
THAT ARE NOT TYPE APPROVED
WILL JEOPARDISE BRAKING, DRAS-
TICALLY REDUCING RIDING SAFETY.
IS. VOOR DE CONTROLE EN DE RE-
GELING WENDT MEN ZICH TOT EEN
GEAUTORISEERDE Moto Guzzi GA-
RAGE.
ALS HET VOERTUIG VOORZIEN IS
VAN EEN ABS SYSTEEM SCHADEN
REMPASTILLES MET NIET-GEHOMO-
LOGEERDE WRIJVINGSMATERIA-
LEN DE CORRECTE WERKING VAN
DE REMMING, EN WORDT DE RIJVEI-
LIGHEID DRASTISCH VERMINDERD.
02_40
Opening the saddle (02_40)
Rest the vehicle on its stand.
Insert the key in the saddle lock.
Turn the key clockwise, lift and
remove the saddle afterwards
To lock the saddle:
Place the saddle front part in its
seat and lower the rear part.
Press the rear part to trip the
lock.
CAUTION
BEFORE LOWERING AND LOCKING
THE SADDLE, CHECK THAT THE KEY
HAS NOT BEEN LEFT INSIDE THE
Opening van het zadel (02_40)
Plaats het voertuig op de stan-
daard.
Plaats de sleutel in het zadel-
slot.
Draai de sleutel in wijzerszin,
hef het zadel op en verwijder het
langs achter
Om het zadel te blokkeren:
Plaats de voorkant van het za-
del in de zit, en plaats de ach-
terkant omlaag.
Door op de achterkant te druk-
ken, doet men het slot klikken.
54
2 Vehicle / 2 Voertuig
GLOVE-BOX / TOOLKIT COMPART-
MENT.
BEFORE RIDING, MAKE SURE THAT
THE SADDLE IS CORRECTLY
LOCKED.
LET OP
VOORALEER MEN HET ZADEL OM-
LAAG BRENGT EN BLOKKEERT,
CONTROLEERT MEN OF MEN DE
SLEUTEL NIET VERGETEN IS IN DE
DOCUMENTENRUIMTE/GEREED-
SCHAPSKIT.
VOORALEER MEN GAAT RIJDEN,
CONTROLEERT MEN OF HET ZADEL
CORRECT GEBLOKKEERD IS.
02_41
Glove/tool kit compartment
(02_41)
To access the glovebox:
Remove the saddle.
To access the toolkit compartment:
Remove the cover (1).
Take the pouch (2) out.
Documentenruimte /
gereedschapskit (02_41)
Om de documentenruimte te bereiken,
handelt men als volgt:
Verwijder het zadel.
Om de ruimte van de gereedschapskit
te bereiken:
Verwijder het deksel (1).
extract de envelop (2) van huis.
Identification (02_42, 02_43)
Write down the chassis and engine num-
ber in the specific space in this booklet.
De identificatie (02_42, 02_43)
Het is een goede gewoonte om het fra-
menummer en het motornummer op de
speciale plaats in dit boekje te schrijven.
Het framenummer kan gebruikt worden
55
2 Vehicle / 2 Voertuig
The chassis number is handy when pur-
chasing spare parts.
CAUTION
THE MODIFICATION OF THE IDENTI-
FICATION CODES IS A SERIOUS PUN-
ISHABLE CRIME. HOWEVER, THE
LIMITED WARRANTY FOR NEW VEHI-
CLES WILL BE VOID IF THE VEHICLE
IDENTIFICATION NUMBER (VIN) HAS
BEEN MODIFIED OR NOT PROMPTLY
DETERMINED.
voor het aanschaffen van reserveonder-
delen.
LET OP
HET WIJZIGEN VAN DE IDENTIFICA-
TIECODES IS EEN MISDRIJF DAT BE-
STRAFT KAN WORDEN MET ERNSTI-
GE BESCHULDIGINGEN. BOVENDIEN
ZAL DE BEPERKTE GARANTIE VOOR
NIEUWE VOERTUIGEN GEANNU-
LEERD WORDEN ALS HET SERIE-
NUMMER VAN DE IDENTIFICATIE
VAN HET VOERTUIG (VIN) GEWIJ-
ZIGD WERD OF NIET ONMIDDELLIJK
KAN BEPAALD WORDEN.
02_42
CHASSIS NUMBER
The chassis number is stamped on the
right side of the headstock.
Chassis No. ....................
FRAMENUMMER
Het framenummer is gedrukt op de kop
van het stuur, rechter kant.
Frame nr....................
56
2 Vehicle / 2 Voertuig
02_43
ENGINE NUMBER
The engine number is printed on the base
of the engine crankcase, left hand side.
Engine No. ....................
MOTORNUMMER
Het motornummer is gedrukt op het on-
derstel van de motorcarter, op de linker
kant.
Motor nr....................
02_44
Luggage anchor point (02_44)
A small piece of luggage can be fastened
on the rear part of the saddle using the
elastic straps that are secured to the 4
anchoring hooks (2 per side).
Maximum weight allowed: 5 kg (11 lb)
CAUTION
CARRY ONLY LUGGAGE WITH ADE-
QUATE DIMENSIONS AND SECURE IT
FIRMLY.
Bevestigen van bagage
(02_44)
Boven het achterste deel van het zadel
kan een kleine bagage worden beves-
tigd, die geplaatst kan worden met be-
hulp van elastieken, die aan de 4 haken
worden gekoppeld (2 per kant).
Maximum toegestaan gewicht: 5 kg
(11 lb).
LET OP
DE BAGAGE MAG NIET TE GROOT
ZIJN, EN MOET STABIEL VASTEGE-
MAAKT WORDEN.
57
2 Vehicle / 2 Voertuig
58
2 Vehicle / 2 Voertuig
1200 sport 4V
Chap. 03
Use
Hst. 03
Het gebruik
59
Checks (03_01)
CAUTION
BEFORE SETTING-OFF, ALWAYS
CARRY OUT A PRELIMINARY CHECK
OF THE VEHICLE, FOR CORRECT
AND SAFE OPERATION. FAILURE TO
DO SO MAY LEAD TO SEVERE PER-
SONAL INJURY OR VEHICLE DAM-
AGE. DO NOT HESITATE TO CON-
TACT AN Official Moto Guzzi Dealer IF
YOU DO NOT UNDERSTAND HOW
SOME CONTROLS WORK OR IF MAL-
FUNCTIONING IS DETECTED OR SUS-
PECTED. CHECKS DO NOT TAKE
LONG AND RESULT IN SIGNIFICANT-
LY ENHANCED SAFETY.
Controles (03_01)
LET OP
VOER VOOR HET WEGRIJDEN AL-
TIJD EEN CONTROLE VAN HET
VOERTUIG UIT OM EEN CORRECTE
EN VEILIGE WERKZAAMHEID TE GA-
RANDEREN. HET NIET UITVOEREN
VAN DEZE HANDELINGEN KAN ERN-
STIGE LETSELS AAN UZELF OF
SCHADE AAN HET VOERTUIG VER-
OORZAKEN. AARZEL NIET OM ZICH
TE WENDEN TOT EEN Officiële Moto
Guzzi Dealer, WANNEER MEN ER ON-
REGELMATIGHEDEN ZIJN OF VER-
ONDERSTELD WORDEN IN VER-
BAND MET ENKELE COMMANDO'S
OF IN VERBAND MET DE WERKING.
DE NODIGE TIJD VOOR EEN CON-
TROLE IS UITERST BEPERKT, EN DE
VEILIGHEID KOMT OP DE EERSTE
PLAATS.
03_01
This vehicle has been programmed to in-
dicate in real time any operation failure
stored in the electronic control unit mem-
ory.
Every time the ignition switch is turned to
"KEY ON", the alarm LED warning light
turns on for about three seconds on the
instrument panel.
Dit voertuig is voorzien voor het onmid-
dellijk ontdekken van eventuele onregel-
matigheden in verband met de werking,
die opgeslagen worden door de elektro-
nische centrale.
Telkens als de ontstekingsschakelaar op
"ON" wordt geplaatst, licht de controle-
lamp van de alarm LED op het dashboard
ongeveer drie seconden lang op.
60
3 Use / 3 Het gebruik
PRE-RIDE CHECKS
Front and rear disc brake Check for proper operation. Check
brake lever empty travel and brake
fluid level. Check for leaks. Check
brake pads for wear. If necessary
top-up with brake fluid.
Throttle grip Check that the throttle functions
smoothly and can be fully opened
and closed in all steering positions.
Adjust and/or lubricate if
necessary.
Engine oil Check and/or top-up as required.
Wheels/ tyres Check that tyres are in good
conditions. Check inflation
pressure, tyre wear and potential
damage.
Remove any possible strange
body that might be stuck in the
tread design.
Brake levers Check they function smoothly.
Lubricate the joints and adjust the
travel if necessary.
Clutch Check for proper operation. Check
clutch lever free play and fluid
level. Check for leaks. Top-up the
fluid if necessary; the clutch must
work without gripping and/or
sliding.
VOORAFGAANDE CONTROLES
Voorste en achterste schijfrem Controleer de werking, de loze slag
van de commandohendels, het peil
van de vloeistof en eventuele
lekken. Controleer de slijtage van
de pastilles. Indien nodig vult men
remvloeistof bij.
Gashendel Controleer of hij zacht werkt en of
men hem volledig kan openen en
sluiten, in alle posities van het
stuur. Registreer en/of smeer
indien nodig.
Motorolie Controleer en/of vul bij indien
nodig.
Wielen/banden Controleer de conditie van de
rijvlakken van de banden, de
spanning, de slijtage en eventuele
schade.
Verwijder eventueel aanwezige
vreemde voorwerpen uit het profiel
van het rijvlak.
Remhendels Controleer of ze zacht werken.
Smeer de bewegingsplaatsen en
regel de loop indien nodig.
Koppeling Controleer de werking, de loze slag
van de commandohendel, het peil
van de vloeistof en eventuele
lekken. Indien nodig vult men
vloeistof bij; de koppeling moet
61
3 Use / 3 Het gebruik
Steering Check that the rotation is uniform,
smooth and there are no signs of
clearance or slackness.
Centre - side stand Check it works properly. Check
that there is no resistance when the
side stand is pulled up and down
and that the spring tension makes
it snap back to its rest position.
Lubricate couplings and joints if
necessary. Check the safety
switch for correct operation.
Clamping elements Check that the clamping elements
are not loose.
Adjust or tighten them as required.
Fuel tank Check the coolant level and refill if
necessary.
Check the circuit for leaks or
obstructions.
Check that the tank cap closes
correctly.
Engine stop switch (ON - OFF) Check function.
Lights, warning lights, horn, rear
stop light switch and electrical
devices
Check function of horn and lights.
Replace bulbs or repair any faults
noted.
Transmission oil - Guzzi Check. Should top-up be
necessary, please refer to an
authorised Moto Guzzi repair
shop.
zonder rukken en/of slippen
werken.
Stuur Controleer of het draaien
homogeen en vloeiend, en zonder
speling of het lossen ervan
gebeurt.
Centrale - laterale standaard Controleer of ze werkt. Controleer
of er tijdens het in- en uitklappen
van de standaard geen wrijvingen
zijn, en of de spanning van de
veren hem weer in de normale
positie brengt. Smeer indien nodig
de koppelingen en de
bewegingsplaatsen. Controleer de
correcte werking van de
veiligheidsschakelaar.
Bevestigingselementen Controleer of de
bevestigingselementen niet gelost
zijn.
Stel ze af of sluit ze eventueel.
Brandstoftank Controleer het peil, en tank indien
nodig.
Controleer eventuele lekken of
afsluitingen van het circuit.
Controleer de correcte sluiting van
de brandstofdop.
Schakelaar voor het stilleggen van
de motor (ON - OFF)
Controleer de correcte werking.
62
3 Use / 3 Het gebruik
Tone wheels (only for vehicles with
ABS system)
Check that the tone wheels are
perfectly clean
Lichten, controlelampen,
akoestische melder, schakelaars
van het achterste stoplicht en
elektrische mechanismen
Controleer de correcte werking van
de akoestische en visuele
mechanismen. Vervang de
lampjes of grijp in bij defecten.
Olie van de transmissie - Guzzi Controleer. Wanneer moet
bijgevuld worden, raadpleegt u een
erkende Moto Guzzi garage.
Geluidswielen (enkel voor
voertuigen met ABS systeem)
Controleer of de geluidswielen
perfect rein zijn
Refuelling (03_02)
To refuel:
Lift the cover (1).
Introduce the key (2) in the fuel
tank cap lock (3).
Turn the key clockwise, pull and
open the fuel cap.
Refuel.
CAUTION
DO NOT ADD ADDITIVES OR ANY
OTHER SUBSTANCES TO THE FUEL.
WHEN USING A FUNNEL OR ANY
OTHER ELEMENT, MAKE SURE IT IS
PERFECTLY CLEAN.
Tanken (03_02)
Voor het tanken, handelt men als
volgt:
Hef het dekseltje (1) op.
Plaats de sleutel (2) in het slot
van de brandstofdop (3).
Draai de sleutel in wijzerszin,
trek aan het brandstofdeurtje en
open het.
Voer het tanken uit.
LET OP
VOEG GEEN ADDITIEVEN OF ANDE-
RE STOFFEN AAN DE BRANDSTOF
TOE.
WANNEER EEN TRECHTER OF IETS
ANDERS WORDT GEBRUIKT, MOET
DEZE PERFECT SCHOON WORDEN.
63
3 Use / 3 Het gebruik
DO NOT FILL THE TANK UP TO THE
RIM; FUEL MAXIMUM LEVEL MUST
ALWAYS BE BELOW THE LOWER
EDGE OF THE FILLER NECK (SEE
FIGURE).
Characteristic
Fuel (reserve included)
23 l (6.1 gal)
Fuel reserve
4 l (1.06 gal)
VUL DE TANK NIET VOLLEDIG; HET
MAXIMUM BRANDSTOFPEIL MOET
ONDER DE ONDERSTE RAND VAN DE
BUISVERBINDING BLIJVEN (RAAD-
PLEEG DE FIGUUR).
Technische kenmerken
Brandstof (inclusief de reserve)
23 l (6.1 gal)
Brandstofreserve
4 l (1.06 gal)
03_02
after refuelling:
The fuel cap may only be refitted
with the key (2) inserted.
Once the key (2) is inserted,
press the cap to close it again.
Remove the key (2).
Close the cover (1).
MAKE SURE THE CAP IS TIGHTLY
CLOSED.
nadat men heeft getankt:
De dop kan alleen gesloten wor-
den wanneer de sleutel (2) in-
gebracht is.
Sluit de dop weer door er op te
drukken, wanneer de sleutel (2)
aanwezig is.
Verwijder de sleutel (2).
H et dekseltje (1) weer sluiten.
CONTROLEER OF DE DOP CORRECT
GESLOTEN IS.
64
3 Use / 3 Het gebruik
03_03
03_04
Rear shock absorbers
adjustment (03_03, 03_04)
The rear suspension consists of a spring-
shock absorber unit linked to the frame
via Silent-block and to the rear fork via a
linkage system.
To set the vehicle suspension, the shock
absorber has:
- a set screw (1) to adjust the hydraulic
rebound damping;
- a set knob (2) for spring (3) preloading
adjustment.
Regeling van de achterste
schokdempers (03_03, 03_04)
De achterste ophanging bestaat uit een
groep veerschokdemper, die verbonden
is door middel van een silentblock aan
het frame en door middel van hefsyste-
men aan de achtervork.
Voor het instellen van de inrichting van
het voertuig, is de schokdemper voorzien
van:
- een boutregister (1) voor de regeling
van de extensie van de hydraulische
remming;
- een knopregister (2) voor de regeling
van de voorbelasting van de veer (3).
REAR SHOCK ABSORBER ADJUST-
MENT
Standard rear shock absorber setting is
adjusted to suit most high and low speed
riding conditions, to transport the rider
plus luggage.
However, this set can be modified for
specific needs according to vehicle use.
REGELING VAN DE ACHTERSTE
SCHOKDEMPER
De standaardinstelling van de achterste
schokdemper wordt zodanig geregeld
om te voldoen aan de meeste rijcondities
bij lage en hoge snelheid, voor het ver-
voeren van de bestuurder met bagage.
Het is alleszins mogelijk om een aange-
paste regeling uit te voeren in functie van
het gebruik van het voertuig.
65
3 Use / 3 Het gebruik
BEFORE MAKING ANY ADJUST-
MENTS, WAIT FOR THE ENGINE AND
SILENCER TO COOL COMPLETELY.
VOORDAT OP DE REGELMECHANIS-
MEN WORDT GEHANDELD, MOET
GEWACHT WORDEN TOT DE MOTOR
EN DE KNALDEMPER HELEMAAL AF-
GEKOELD ZIJN.
ADJUSTMENTS
Regular adjustment (standard):
- rider only.
Half load adjustment:
- (for example, rider with passenger or
with luggage).
Maximum load adjustment:
- (e.g. rider, passenger and luggage).
CAUTION
SET SPRING PRELOADING AND
SHOCK ABSORBER REBOUND
DAMPING ACCORDING TO THE VEHI-
CLE USE CONDITIONS. HYDRAULIC
REBOUND DAMPING MUST ALWAYS
BE INCREASED TOGETHER WITH
SPRING PRELOAD TO PREVENT UN-
DESIRABLE BOUNCING. IF NECES-
SARY, CONTACT AN Official Moto
Guzzi Dealer. TRY RIDING THE VEHI-
CLE ON THE STREET UNTIL THE OP-
TIMUM ADJUSTMENT IS OBTAINED.
REGELINGSTYPES
Normale regeling (standaard):
- enkel bestuurder.
Regeling voor gemiddelde belasting:
- (bijvoorbeeld bestuurder met passagier
of met bagage).
Regeling voor maximale belasting:
- (bijvoorbeeld bestuurder, passagier en
bagage).
LET OP
REGISTREER DE VOORBELASTING
VAN DE VEER EN DE HYDRAULISCHE
REMMING IN EXTENSIE VAN DE
SCHOKDEMPER, OP BASIS VAN DE
GEBRUIKSCONDITIES VAN HET
VOERTUIG. WANNEER MEN DE
VOORBELASTING VAN DE VEER
VERHOOGT, MOET MEN OOK DE HY-
DRAULISCHE REMMING IN EXTENSIE
VAN DE SCHOKDEMPER VERHOGEN
OM PLOTSELINGE STUITERINGEN
TIJDENS HET RIJDEN TE VERMIJ-
66
3 Use / 3 Het gebruik
DEN. INDIEN NODIG WENDT MEN
ZICH TOT EEN Officiële Moto Guzzi
Dealer. PROBEER HET VOERTUIG
HERHAALDELIJK UIT OP DE WEG,
TOT MEN DE OPTIMALE REGELING
VERKRIJGT.
SHOCK ABSORBER SETTING TABLE
Regular load adjustments are the stand-
ard settings by manufacturer
TABEL VAN DE REGELING VAN DE
SCHOKDEMPER
De ijkingen van de normale belasting zijn
standaard ingesteld in de fabriek
REAR SHOCK ABSORBER ADJUSTMENT
Preload - regular load conditions 8 clicks from completely unloaded
(soft)
Preload - half load conditions 35 clicks from completely unloaded
(soft)
Preload - maximum load
conditions
completely screwed
Rebound - regular load conditions 14 clicks starting from screw (1)
fully tightened
Rebound - half load conditions 11 clicks starting from screw (1)
fully tightened
Rebound - maximum load
conditions
8 clicks starting from screw (1) fully
tightened
REGELING VAN DE ACHTERSTE SCHOKDEMPER
Voorbelasting - normale belasting 8 klikken tot het volledig leeg is
(soft)
Voorbelasting - gemiddelde
belasting
35 klikken tot het volledig leeg is
(soft)
Voorbelasting - maximale
belasting
volledig vastgedraaid
extensie - normale belasting 14 klikken, te beginnen van de
volledig gesloten bout (1)
extensie - gemiddelde belasting 11 klikken, te beginnen van de
volledig gesloten bout (1)
extensie - maximale belasting 8 klikken, te beginnen van de
volledig gesloten bout (1)
67
3 Use / 3 Het gebruik
Front fork adjustment (03_05,
03_06, 03_07)
CAUTION
FOR REPLACEMENT OF THE FRONT
FORK OIL AND OIL SEALS, PLEASE
CONTACT AND OFFICIAL Moto Guzzi
DEALER.
REGELING VAN DE
VOORVORK (03_05, 03_06,
03_07)
LET OP
VOOR DE VERVANGING VAN DE OLIE
VAN DE VOORVORK EN DE OLIE-
KEERRINGEN, WENDT MEN ZICH TOT
EEN OFFICIËLE Moto Guzzi DEALER.
03_05
Operating the front brake lever, press the
handlebar repeatedly to send the fork
fully down. The stroke should be soft and
there should be no oil marks on the
stems.
Check the tightening of all the elements
and the correct operation of the front and
rear suspension joints.
Met de hendel van de voorrem geacti-
veerd, drukt men herhaaldelijk op het
stuur, door de vork te laten zakken. De
loop moet zacht zijn, en er mogen geen
oliesporen op de stangen zijn.
Controleer de sluiting van alle onderde-
len en de werking van alle bewegings-
plaatsen van de voorste en achterste
ophanging.
03_06
FORK SETTING
Normal load adjustments are the stand-
ard settings by manufacturer:
Hydraulic adjustment when ex-
tended (right): 7 releases, all
closed (1).
Hydraulic adjustment when
compressed (left): 7 releases,
all closed (2).
REGELING VAN DE VORK
De ijkingen van de normale belasting zijn
standaard ingesteld in de fabriek.
Hydraulische regeling in uitrek-
king (R): 7 klikken vanaf alles
gesloten (1).
Hydraulische regeling in com-
pressie (L): 7 klikken vanaf alles
gesloten (2).
68
3 Use / 3 Het gebruik
03_07
CAUTION
TO COUNT THE NUMBER CLICKS OF
THE SET SCREWS (1-2), ALWAYS
START FROM THE MOST RIGID SET-
TING (SET SCREW FULLY CLOCK-
WISE), COUNTING A MAXIMUM OF 15
CLICKS. TURN THE SET SCREW
SLOWLY (1-2), ONE NOTCH AT A
TIME.
LET OP
VOOR HET TELLEN VAN HET AAN-
TAL KLIKKEN VAN DE REGELREGIS-
TERS (1-2), BEGINT MEN STEEDS
VANAF DE MEEST HARDE INSTEL-
LING (VOLLEDIGE ROTATIE VAN HET
REGISTER IN WIJZERSZIN), EN TELT
MEN EEN MAXIMUM VAN 15 KLIK-
KEN. DRAAI GRADUEEL AAN DE RE-
GELREGISTERS (1-2), ÉÉN KLIK PER
KEER.
03_08
Justering af greb til forbremse
(03_08)
Adjust the distance between the lever
end and the hand grip by turning the set
screw.
Positions "1" and "4" correspond to a lev-
er end-hand grip distance of about 105
and 85 mm (4.1 - 3.3 in) respectively.
Positions "2" and "3" correspond to inter-
mediate distances.
To adjust: push the control lever forward
and turn the set screw until the arrow
points at the desired number.
Regeling van de hendel van de
voorrem (03_08)
Het is mogelijk om de afstand tussen het
uiteinde van de hendel en het handvat te
regelen, door aan het register te draaien.
De posities "1" en "4" komen overeen met
een ruw geschatte afstand, tussen het
uiteinde van de hendel en het handvat,
van respectievelijk 105 en 85 mm (4.1 en
3.3 in).
De posities "2" en "3" komen overeen met
tussenliggende afstanden.
Voor de regeling: duw de commandohen-
del vooruit en draai aan het register tot
het gewenste nummer wordt bereikt, dat
overeenkomt met de passende pijl.
69
3 Use / 3 Het gebruik
03_09
Clutch lever adjustment
(03_09)
Adjust the distance between the lever
end and the hand grip by turning the set
screw.
Positions "1" and "4" correspond to a lev-
er end-hand grip distance of about 105
and 85 mm (4.1 - 3.3 in) respectively.
Positions "2" and "3" correspond to inter-
mediate distances.
To adjust: push the control lever forward
and turn the set screw until the arrow
points at the desired number.
Regeling van de hendel van de
koppeling (03_09)
Het is mogelijk om de afstand tussen het
uiteinde van de hendel en het handvat te
regelen, door aan het register te draaien.
De posities "1" en "4" komen overeen met
een ruw geschatte afstand, tussen het
uiteinde van de hendel en het handvat,
van respectievelijk 105 en 85 mm (4.1 en
3.3 in).
De posities "2" en "3" komen overeen met
tussenliggende afstanden.
Voor de regeling: duw de commandohen-
del vooruit en draai aan het register tot
het gewenste nummer wordt bereikt, dat
overeenkomt met de passende pijl.
Running in
Engine run-in is essential to ensure en-
gine long life and correct operation.
Twisty roads and gradients are ideal to
run in engine, brakes and suspensions
effectively. Vary your riding speed during
the run-in. This ensures that components
operate under both "loaded" and "unloa-
ded" conditions, allowing the engine
components to cool.
CAUTION
THE CLUTCH MAY EMIT A SLIGHT
BURNING SMELL WHEN FIRST USED.
Het inrijden
De proefperiode van de motor is funda-
menteel voor het garanderen van de duur
en de correcte werking. Rij indien moge-
lijk op wegen met veel bochten en/of hel-
lingen, waar de motor, de ophangingen
en de remmen worden onderworpen aan
een meer efficiëntere proefperiode. Wij-
zig de rijsnelheid tijdens de proefperiode.
Op deze manier kan men het werk van de
onderdelen "belasten" en vervolgens
"ontlasten", door de delen van de motor
af te koelen.
70
3 Use / 3 Het gebruik
THIS PHENOMENON SHOULD BE
CONSIDERED NORMAL AND WILL
DISAPPEAR AS SOON AS THE
CLUTCH DISCS GET ADAPTED.
IT IS IMPORTANT TO STRAIN ENGINE
COMPONENTS DURING RUN-IN,
HOWEVER, MAKE SURE NOT TO
OVERDO THIS.
CAUTION
THE FULL PERFORMANCE OF THE
VEHICLE IS ONLY AVAILABLE AFTER
THE SERVICE AT THE END OF THE
RUNNING IN PERIOD.
LET OP
HET IS MOGELIJK DAT DE KOPPE-
LING EEN LICHT VERBRANDE GEUR
VERSPREIDT TIJDENS DE EERSTE
GEBRUIKSPERIODE. DIT IS PERFECT
NORMAAL, EN ZAL VERDWIJNEN
WANNEER DE KOPPELINGSSCHIJ-
VEN INGEREDEN ZULLEN ZIJN.
HET IS BELANGRIJK OM DE ONDER-
DELEN VAN DE MOTOR TIJDENS DE
PROEFPERIODE TE BELASTEN,
MAAR MEN MOET OPLETTEN OM
NIET TE OVERDRIJVEN.
LET OP
ENKEL NADAT MEN DE SERVICE-
BEURT NA DE PROEFPERIODE
HEEFT UITGEVOERD, VERKRIJGT
MEN DE BESTE PRESTATIES VAN
HET VOERTUIG.
Follow the guidelines detailed below:
Do not twist the throttle grip
abruptly and completely when
the engine is working at a low
revs, either during or after run-
in.
During the first 100 Km (62
miles) use the brakes gently,
avoiding sudden or prolonged
braking. That is to permit the ad-
equate adjustment of the pad
friction material to the brake
discs.
Men moet zich houden aan de volgen-
de indicaties:
Versnel niet bruusk en volledig
wanneer de motor aan een laag
regime werkt, tijdens en na de
proefperiode.
Tijdens de eerste 100 km (62
mijl) handelt men voorzichtig op
de remmen, en vermijdt men om
bruusk en lang te remmen. Dit
om een correcte stabilisatie van
het wrijvingsmateriaal van de
remblokken op de remschijven
te verkrijgen.
71
3 Use / 3 Het gebruik
AFTER THE SPECIFIED MILEAGE,
TAKE THE VEHICLE TO AN OFFICIAL
Moto Guzzi DEALER FOR THE
CHECKS INDICATED IN THE "AFTER
RUN-IN" TABLE IN THE SCHEDULED
MAINTENANCE SECTION TO AVOID
INJURING YOURSELF, OTHERS AND /
OR DAMAGING THE VEHICLE.
BIJ DE VOORZIENE KILOMETER-
STAND LAAT MEN BIJ EEN OFFICIËL
Moto Guzzi DEALER DE CONTROLES
UITVOEREN DIE VOORZIEN ZIJN IN
DE TABEL VAN HET "EINDE VAN DE
PROEFPERIODE" VAN HET DEEL
VAN HET GEPROGRAMMEERD ON-
DERHOUD, OM LETSELS AAN ZICH-
ZELF OF ANDEREN, OF SCHADE AAN
HET VOERTUIG TE VOORKOMEN.
Difficult start up
The vehicle has an automatic starter and
does not require any special instruction
for cold start.
If the ambient temperature is low (near or
below 0°C / 32°F) the automatic starter
activates, increasing the number of revs
until the ideal engine temperature is
reached and disconnects itself automati-
cally.
NOTE
THE AUTOMATIC STARTER CANNOT
BE ACTIVATED MANUALLY.
MOEILIJKE START
Het voertuig is voorzien van een automa-
tische starter, en vraagt niet om een
waarschuwing voor de koude start.
Bij een lage omgevingstemperatuur (om
en bij of lager dan 0°C / 32°F) treedt de
automatische starter in werking door het
toerental te verhogen, tot de optimale
temperatuur van de motor wordt bereikt,
en wordt daarna automatisch uitgescha-
keld.
N.B.
DE AUTOMATISCHE STARTER KAN
NIET MANUEEL GEACTIVEERD WOR-
DEN.
72
3 Use / 3 Het gebruik
Parking
It is very important to select an adequate
parking spot, in compliance with road sig-
nals and the guidelines described below.
CAUTION
PARK ON SAFE AND LEVEL GROUND
TO PREVENT THE VEHICLE FROM
FALLING.
DO NOT LEAN THE VEHICLE
AGAINST A WALL OR LAY IT ON THE
GROUND.
MAKE SURE THE VEHICLE AND SPE-
CIALLY ITS HOT PARTS DO NOT
POSE ANY RISK TO PEOPLE OR
CHILDREN. DO NOT LEAVE YOUR VE-
HICLE UNATTENDED WITH THE EN-
GINE ON OR THE KEY IN THE IGNI-
TION SWITCH.
CAUTION
IF THE VEHICLE FALLS OR IS ON A
STEEP INCLINE FUEL CAN LEAK.
FUEL USED TO DRIVE INTERNAL
COMBUSTION ENGINES IS HIGHLY
FLAMMABLE AND CAN BECOME EX-
PLOSIVE UNDER CERTAIN CONDI-
TIONS.
DO NOT REST THE RIDER OR PAS-
SENGER WEIGHT ON THE SIDE
STAND.
Parkeren
De keuze van de parkeerzone is zeer be-
langrijk en moet de verkeerstekens en de
volgende aanduidingen respecteren.
LET OP
PARKEER HET VOERTUIG OP EEN
VASTE EN VLAKKE ONDERGROND,
ZODAT HET NIET VALT.
LAAT HET VOERTUIG NIET STEUNEN
TEGEN MUREN, EN LEG HET NIET OP
DE GROND.
CONTROLEER OF HET VOERTUIG,
EN VOORAL DE GLOEIEND HETE DE-
LEN ERVAN, NIET GEVAARLIJK ZIJN
VOOR PERSONEN EN KINDEREN.
LAAT HET VOERTUIG NIET ONBE-
WAAKT ACHTER MET DE MOTOR
AAN, OF MET DE SLEUTEL IN DE
ONTSTEKINGSSCHAKELAAR.
LET OP
HET VALLEN OF DE EXCESSIEVE IN-
CLINATIE VAN HET VOERTUIG KUN-
NEN HET UITSTROMEN VAN BRAND-
STOF VEROORZAKEN.
DE BRANDSTOF DIE WORDT GE-
BRUIKT VOOR DE AANDRIJVING VAN
DE ONTPLOFFINGSMOTOR IS UI-
TERST BRANDBAAR, EN KAN EX-
PLOSIEF WORDEN IN BEPAALDE
OMSTANDIGHEDEN.
73
3 Use / 3 Het gebruik
BELAST DE LATERALE STANDAARD
NIET MET UW GEWICHT OF DAT VAN
DE PASSAGIER.
Catalytic silencer
The vehicle has a silencer with a "plati-
num - palladium - rhodium three-way"
metal catalytic converter.
This device oxidises the CO (carbon
monoxide) producing carbon dioxide,
and the UHC (unburned hydrocarbons)
producing water vapour and reduces
NOX (nitrogen oxide) producing oxygen
and nitrogen present in the exhaust
fumes.
DO NOT PARK THE VEHICLE NEAR
DRY BRUSHWOOD OR IN PLACES
EASILY ACCESSIBLE BY CHILDREN
BECAUSE THE CATALYTIC CON-
VERTER REACHES HIGH TEMPERA-
TURES DURING VEHICLE OPERA-
TION; FOR THIS REASON, PAY
UTMOST ATTENTION AND DO NOT
TOUCH IT UNTIL IT HAS COMPLETE-
LY COOLED DOWN.
Katalytische uitlaat
Het voertuig is uitgerust met een knal-
demper met metalen katalysator van het
type "trivalent met platina - palladium -
rodium".
Dit mechanisme moet zorgen voor de
oxidatie van CO (koolmonoxide) zodat
het wordt omgezet in kooldioxide, van HC
(onverbrande koolwaterstoffen) zodat ze
worden omgezet in waterdamp en voor
de beperking van NOX (stikstofoxides)
door ze om te zetten in zuurstof en stik-
stof die aanwezig zijn in de uitlaatgassen.
VERMIJD OM HET VOERTUIG TE PAR-
KEREN IN DE BUURT VAN DROGE
STRUIKGEWASSEN OF VAN PLAAT-
SEN DIE BEREIKBAAR ZIJN DOOR
KINDEREN, OMDAT DE KATALYTI-
SCHE UITLAAT TIJDENS HET GE-
BRUIK ZEER HOGE TEMPERATUREN
BEREIKT; LET DUS ZEER GOED OP
EN VERMIJD EENDER WELK CON-
74
3 Use / 3 Het gebruik
DO NOT USE LEADED PETROL AS IT
CAUSES IRREPARABLE DAMAGE TO
THE CATALYTIC CONVERTER.
TACT, VÓÓR ZE HELEMAAL AFGE-
KOELD IS.
GEBRUIK GEEN BENZINE MET LOOD,
OMDAT ZO DE KATALYSATOR
WORDT VERNIETIGD.
Vehicle owners are warned that the law
may prohibit the following:
the removal of any device or el-
ement belonging to a new vehi-
cle or any other action by any-
one leading to render it non-
operating, if not for mainte-
nance, repair or replacement
reasons, in order to control
noise emission before the sale
or delivery of the vehicle to the
ultimate buyer or while it is used;
using the vehicle after that de-
vice or element has been re-
moved or rendered non-operat-
ing.
Check the muffler/exhaust silencer and
the silencer pipes, make sure there are
no signs of rust or holes and that the ex-
haust system works properly.
If the noise produced by the exhaust sys-
tem increases, get immediately in touch
with the Dealer or with a Moto Guzzi au-
thorised repair shop.
Men waarschuwt de eigenaar van het
voertuig dat de wet het volgende kan ver-
bieden:
de verwijdering en elke hande-
ling om eender welk toestel of
samenstellend element in een
nieuw voertuig niet-operationeel
te maken, door eender wie, be-
halve voor het onderhoud, de
herstelling of de vervanging, om
de lawaai-emissie te controle-
ren vóór de verkoop of levering
van het voertuig aan de koper of
wanneer het gebruikt wordt;
het gebruik van het voertuig na-
dat dit mechanisme of samen-
stellend element werd verwij-
derd of niet-operationeel werd
gemaakt.
Controleer de uitlaat/knaldemper van de
uitlaat en de buizen van de knaldemper,
en controleer of er geen roest of boringen
zijn en of het uitlaatsysteem correct
werkt.
Wanneer het lawaai van het uitlaatsys-
teem verhoogt, moet onmiddellijk een
Erkende garage of Moto Guzzi Dealer
gecontacteerd worden.
75
3 Use / 3 Het gebruik
NOTE
DO NOT TAMPER WITH THE EX-
HAUST SYSTEM.
N.B.
HET IS VERBODEN OM TE KNOEIEN
AAN HET UITLAATSYSTEEM.
03_10
Stand (03_10, 03_11, 03_12)
THE SIDE STAND AND THE CENTRE
STAND (IF INSTALLED) MUST MOVE
SMOOTHLY; GREASE THE JOINT, IF
NECESSARY.
Standaard (03_10, 03_11,
03_12)
DE LATERALE EN CENTRALE STAN-
DAARD (WAAR VOORZIEN) MOETEN
VRIJ DRAAIEN, VET EVENTUEEL HET
KNOOPPUNT IN.
03_11
SIDE STAND
If the stand has been folded up for any
manoeuvre (for example, when the vehi-
cle is in motion), place the vehicle on the
stand again as follows:
Grasp the left grip and put the
right hand on the upper rear part
of the vehicle.
Push the side stand with your
right foot to fully extend the
stand.
Lean the vehicle until the stand
touches the ground.
Turn the handlebar fully left-
wards.
LATERALE STANDAARD
Wanneer men voor eender welk ma-
noeuvre (bijvoorbeeld het verplaatsen
van het voertuig), de standaard moet
dichtklappen, handelt men als volgt voor
het herplaatsen van het voertuig op de
standaard:
Grijp het linker handvat vast en
steun de rechter hand op het
achterste bovenste deel van het
voertuig.
Duw op de laterale standaard
met de rechter voet, en klap
hem volledig uit.
Hel het voertuig tot de stan-
daard de grond raakt.
76
3 Use / 3 Het gebruik
CAUTION
MAKE SURE THE VEHICLE IS STA-
BLE.
Draai het stuur volledig naar
links.
LET OP
CONTROLEER DE STABILITEIT VAN
HET VOERTUIG.
03_12
A safety switch is installed on the side
stand to inhibit ignition or to stop the en-
gine when a gear is engaged and the side
stand is lowered.
Op de laterale standaard is een veilig-
heidsschakelaar geïnstalleerd die de
werking van de motor belet of onder-
breekt wanneer er geschakeld is, en
wanneer de laterale standaard uitgeklapt
is.
Suggestion to prevent theft
CAUTION
WHEN USING A DISC LOCKING DE-
VICE, PAY UTMOST ATTENTION TO
REMOVE IT BEFORE RIDING. FAIL-
URE TO OBSERVE THIS WARNING
MAY CAUSE SERIOUS DAMAGE TO
THE BRAKING SYSTEM AND ACCI-
DENTS WITH CONSEQUENT PHYSI-
CAL INJURIES OR EVEN DEATH.
Voorstellen tegen diefstal
LET OP
WANNEER MEN EEN SCHIJFBLOK-
KERINGSMECHANISME GEBRUIKT,
LET MEN ZEER GOED OP OM HET TE
VERWIJDEREN VOORALEER MEN
MET HET VOERTUIG GAAT RIJDEN.
HET NIET RESPECTEREN VAN DEZE
WAARSCHUWING KAN ERNSTIGE
SCHADE VEROORZAKEN AAN DE
REMINSTALLATIE EN ONGELUKKEN
VEROORZAKEN, MET LETSELS EN
ZELFS DE DOOD ALS GEVOLG.
77
3 Use / 3 Het gebruik
NEVER leave the ignition key in the lock
and always use the steering lock. Park
the vehicle in a safe place such as a ga-
rage or a place with guards. Whenever
possible, use an additional anti-theft de-
vice. Make sure all vehicle documents
are in order and the road tax paid. Write
down your personal details and tele-
phone number on this page to help iden-
tifying the owner in case of vehicle
retrieval after a theft.
LAST NAME: ..................................
NAME: .........................................
ADDRESS: .................................
TELEPHONE No: ..........................
WARNING
IN MANY CASES, STOLEN VEHICLES
CAN BE IDENTIFIED BY DATA IN THE
USE / MAINTENANCE BOOKLET
Laat de ontstekingssleutel NOOIT achter
op het voertuig, en gebruik steeds het
stuurslot. Parkeer het voertuig op een
veilige plaats, indien mogelijk in een ga-
rage of een bewaakte plaats. Gebruik in-
dien mogelijk een extra antidiefstalme-
chanisme. Controleer of de documenten
en de verkeersbelasting in orde zijn.
Schrijf uw gegevens en telefoonnummer
op deze pagina, om de identificatie van
de eigenaar te vergemakkelijken in geval
van het terugvinden van het voertuig na
diefstal.
NAAM: ....................................
VOORNAAM: ..........................
ADRES: ....................................
TELEFOONNUMMER: ................
WAARSCHUWING
IN VEEL GEVALLEN WORDEN GE-
STOLEN VOERTUIGEN GEÏDENTIFI-
CEERD DOOR MIDDEL VAN DE GE-
GEVENS IN HET GEBRUIKS- EN
ONDERHOUDSBOEKJE.
78
3 Use / 3 Het gebruik
03_13
03_14
Basic safety rules (03_13,
03_14, 03_15, 03_16, 03_17)
Follow the instructions given below atten-
tively to avoid injuring persons, damaging
property or the vehicle in the event of the
rider or the passenger falling off the ve-
hicle and/or the vehicle falling or over-
turning.
When getting on and off the vehicle,
make sure nothing is restricting your
movements; do not hold any objects in
your hands (helmet, gloves or goggles
not put on).
Always get on and off the vehicle on the
left side and with the side stand lowered.
Fundamentele
veiligheidsbepalingen (03_13,
03_14, 03_15, 03_16, 03_17)
Schenk maximaal aandacht aan de vol-
gende veiligheidsaanduidingen, omdat
ze opgesteld zijn om letsels aan perso-
nen, schade aan voorwerpen of het voer-
tuig te vermijden, veroorzaakt door de
bestuurder of de passagier die vallen, en/
of van het vallen of omslaan van het voer-
tuig zelf.
Het op- en afstappen van het voertuig
moet gebeuren met een totale bewe-
gingsvrijheid en met handen die niet wor-
den gehinderd (voorwerpen, niet gedra-
gen helm of handschoenen of bril).
Men moet steeds opstappen en afstap-
pen aan de linker kant van het voertuig,
en enkel wanneer de laterale standaard
uitgeklapt is.
03_15
The stand has been designed to support
the weight of the vehicle and a minimum
load, without the added weight of rider
and passenger.
The purpose of the side stand is to pre-
vent the vehicle from falling or overturn-
ing while rider and passenger get on the
vehicle and get ready to ride; the stand
should not be used to support the weight
of rider and passenger.
De standaard is ontworpen om het ge-
wicht van het voertuig met een minimum
last te steunen, zonder bestuurder en
passagier.
Het opstappen in de rijpositie wanneer
het voertuig op de laterale standaard
staat, is enkel toegestaan om de moge-
lijkheid te voorkomen dat het valt, en de
laterale standaard is niet voorzien om het
gewicht van de bestuurder en de passa-
gier te dragen.
79
3 Use / 3 Het gebruik
03_16
While getting on and off, the vehicle may
become unstable due to its weight and it
may fall or overturn.
CAUTION
THE RIDER MUST GET ON THE VEHI-
CLE FIRST AND GET OFF LAST TO BE
ABLE TO CONTROL AND BALANCE
THE VEHICLE WHILE THE PASSEN-
GER IS GETTING ON OR OFF THE VE-
HICLE.
Tijdens het op- of afstappen kan het ge-
wicht van het voertuig evenwichtsverlies
veroorzaken, met als gevolg de mogelijk-
heid op het vallen en het omslaan.
LET OP
DE BESTUURDER MOET STEEDS
EERST OP HET VOERTUIG STAPPEN
EN ALS LAATSTE AFSTAPPEN, EN
HIJ ZORGT VOOR HET EVENWICHT
EN DE STABILITEIT TIJDENS HET OP-
EN AFSTAPPEN VAN DE PASSAGIER
03_17
When getting on and off the vehicle, the
passenger must move carefully so as not
to cause a loss of stability for vehicle and
rider.
CAUTION
THE RIDER MUST INSTRUCT THE
PASSENGER ON HOW TO GET ON
AND OFF THE VEHICLE SAFELY.
THE VEHICLE IS EQUIPPED WITH
PASSENGER FOOTRESTS TO FACIL-
ITATE GETTING ON OR OFF THE VE-
HICLE. THE PASSENGER MUST AL-
WAYS USE THE LEFT FOOTREST TO
GET ON AND OFF THE VEHICLE.
NEVER ATTEMPT TO GET OFF THE
VEHICLE BY JUMPING OR STRETCH-
ING YOUR LEG TO REACH THE
GROUND. THESE ARE INCORRECT
PROCEDURES THAT COMPROMISE
VEHICLE STABILITY AND BALANCE.
Bovendien moet de passagier voorzichtig
op- en afstappen om het voertuig en de
passagier niet uit evenwicht te brengen.
LET OP
DE PILOOT MOET DE PASSAGIER OP
DE HOOGTE BRENGEN VAN HOE
MEN MOET OP EN AFSTAPPEN.
HET VOERTUIG IS VOORZIEN VAN
SPECIALE VOETENSTEUNEN VOOR
DE PASSAGIER, VOOR HET OP EN
AFSTAPPEN. DE PASSAGIER MOET
STEEDS DE LINKER VOETENSTEUN
GEBRUIKEN VOOR HET OP EN AF-
STAPPEN.
NIET AFSTAPPEN OF PROBEREN OM
AF TE STAPPEN DOOR VAN HET
VOERTUIG TE SPRINGEN OF HET
BEEN UIT TE STREKKEN OM DE
GROND TE RAKEN. IN BEIDE GEVAL-
LEN ZOUDEN HET EVENWICHT EN DE
STABILITEIT VAN HET VOERTUIG GE-
SCHAAD KUNNEN WORDEN.
80
3 Use / 3 Het gebruik
CAUTION
ANY BAGS OR OBJECTS STRAPPED
TO THE REAR OF THE VEHICLE CAN
REPRESENT AN OBSTACLE WHILE
GETTING ON AND OFF.
SWING YOUR RIGHT LEG OVER THE
SEAT IN A CONTROLLED MOVEMENT
SO AS NOT TO HIT THE REAR PART
OF THE VEHICLE (TAIL FAIRING OR
LUGGAGE) AND COMPROMISE STA-
BILITY.
LET OP
DE BAGAGE EN DE OP DE ACHTER-
KANT VAN HET VOERTUIG VASTGE-
MAAKTE DELEN KUNNEN HINDER-
LIJK ZIJN TIJDENS HET OP- EN
AFSTAPPEN.
IN ELK GEVAL MOET MEN EEN GOED
GECONTROLEERDE BEWEGING VAN
HET RECHTER BEEN VOORZIEN EN
UITVOEREN, DIE DE ACHTERKANT
VAN HET VOERTUIG MOET VERMIJ-
DEN EN OVERTREFFEN (ACHTER-
STUK EN BAGAGE), ZONDER DAT
HET VOERTUIG UIT EVENWICHT
WORDT GEBRACHT.
GETTING ON THE VEHICLE
Grip the handlebar correctly and
get on the vehicle without rest-
ing your weight on the side
stand
CAUTION
IF YOU CAN NOT REACH THE
GROUND WITH BOTH FEET WHEN
SEATED, PLACE YOUR RIGHT FOOT
ON THE GROUND (IF YOU LOSE BAL-
ANCE, THE SIDE STAND WILL PRE-
VENT A FALL ON THE LEFT SIDE)
AND BE READY TO PUT YOUR LEFT
FOOT ON THE GROUND.
OPSTAPPEN
Grijp het stuur correct vast en
stap op het voertuig zonder uw
gewicht op de laterale stan-
daard te laten rusten.
LET OP
WANNEER MEN NIET MET BEIDE
VOETEN DE GROND RAAKT, STEUNT
MEN OP DE RECHTER VOET (IN GE-
VAL VAN EVENWICHTSVERLIES IS
DE LINKER KANT "BESCHERMD"
DOOR DE LATERALE STANDAARD),
EN HOUDT MEN DE LINKER VOET
KLAAR OM TE STEUNEN.
Place both feet on the ground,
straighten and balance the ve-
Laat beide voeten op de grond
steunen, plaats het voertuig
81
3 Use / 3 Het gebruik
hicle keeping it upright in riding
position.
CAUTION
THE RIDER MUST NOT EXTRACT OR
ATTEMPT TO EXTRACT THE PAS-
SENGER FOOTRESTS WHILE SEAT-
ED, BECAUSE THIS MIGHT COMPRO-
MISE VEHICLE STABILITY AND
BALANCE.
recht vooruit, en houd het in
evenwicht.
LET OP
DE BESTUURDER IN DE RIJPOSITIE
MAG OF MAG NIET PROBEREN OM
DE VOETENSTEUN VAN DE PASSA-
GIER UIT TE KLAPPEN, DIT ZOU HET
EVENWICHT EN DE STABILITEIT VAN
HET VOERTUIG KUNNEN SCHADEN.
Have the passenger fold out the
two passenger footrests.
Give instructions as necessary
to help the passenger mount the
vehicle.
Lift and retract the side stand
completely with the left foot.
GETTING OFF THE VEHICLE
Select an appropriate parking
spot.
Stop the vehicle.
MAKE SURE THAT THE GROUND ON
WHICH THE MOTORCYCLE IS
PARKED IS STABLE, EVEN AND FREE
OF OBSTACLES.
De twee voetensteunen van de
passagier door de passagier la-
ten afnemen.
De passagie aanwijzingen ge-
ven hoe het voertuig te bestij-
gen.
Met de linkervoet de laterale
standaard helemaal laten in-
klappen.
AFSTAPPEN
De parkeerzone kiezen.
Het voertuig stilleggen.
CONTROLEER OF HET TERREIN VAN
DE PARKEERPLAATS STABIEL EN
REGELMATIG IS EN GEEN OBSTA-
KELS BEVAT.
82
3 Use / 3 Het gebruik
With the left shoe heel, lower
and extend the side stand com-
pletely.
CAUTION
IF YOU CAN NOT REACH THE
GROUND WITH BOTH FEET WHEN
SEATED, PLACE YOUR RIGHT FOOT
ON THE GROUND (IF YOU LOSE BAL-
ANCE, THE SIDE STAND WILL PRE-
VENT A FALL ON THE LEFT SIDE)
AND BE READY TO PUT YOUR LEFT
FOOT ON THE GROUND.
Met de linker hiel duwt men te-
gen de laterale standaard, en
klapt men deze volledig uit.
LET OP
WANNEER MEN NIET MET BEIDE
VOETEN DE GROND RAAKT, STEUNT
MEN OP DE RECHTER VOET (IN GE-
VAL VAN EVENWICHTSVERLIES IS
DE LINKER KANT "BESCHERMD"
DOOR DE LATERALE STANDAARD),
EN HOUDT MEN DE LINKER VOET
KLAAR OM TE STEUNEN.
Place both feet on the ground
and keep the vehicle balanced
in the upright position.
Give instructions as necessary
to help the passenger dismount
the vehicle.
RISK OF FALLING AND OVERTURN-
ING.
MAKE SURE THE PASSENGER HAS
GOT OFF THE VEHICLE.
DO NOT REST YOUR WEIGHT ON THE
SIDE STAND.
Beide voeten op de grond zet-
ten, en het voertuig in de rijstand
in evenwicht houden.
De passagier aanwijzingen ge-
ven hoe van het voertuig te stap-
pen.
GEVAAR OP VALLEN OF OMSLAAN.
CONTROLEER OF DE PASSAGIER
VAN HET VOERTUIG IS GESTAPT.
LAAT HET EIGEN GEWICHT NIET OP
DE LATERALE STANDAARD RUS-
TEN.
Tilt the motorcycle until the
stand touch the ground.
Hel het voertuig tot de stan-
daard de grond raakt.
Grijp het stuur correct vast, en
stap van het voertuig.
83
3 Use / 3 Het gebruik
Grasp the handlebar firmly and
get off the vehicle.
Turn the handlebar fully left-
wards.
Return the passenger footrests
to position.
CAUTION
MAKE SURE THE VEHICLE IS STA-
BLE.
Draai het stuur volledig naar
links.
Plaats de voetensteun van de
passagier in positie.
LET OP
CONTROLEER DE STABILITEIT VAN
HET VOERTUIG.
84
3 Use / 3 Het gebruik
1200 sport 4V
Chap. 04
Maintenance
Hst. 04
Het onderhoud
85
Foreword
In general terms, scheduled mainte-
nance can be carried out by the owner;
however, some operations may require
specific tools and technical training.
For regular maintenance, for service sup-
port or technical advice, please contact
an Official Moto Guzzi dealer who will
guarantee accurate and proper service.
WARNING
THIS VEHICLE HAS BEEN PROGRAM-
MED TO INDICATE IN REAL TIME ANY
ACTIVATION FAILURE STORED IN
THE ELECTRONIC CONTROL UNIT
MEMORY.
ANY TIME THE IGNITION SWITCH IS
SET TO "ON", THE "ALARMS" WARN-
ING LIGHT ON THE INSTRUMENT
PANEL TURNS ON FOR THREE SEC-
ONDS.
Voorwaarde
Normaal gezien kunnen de gewone on-
derhoudshandelingen uitgevoerd wor-
den door de gebruiker, en soms kan het
nodig zijn om de specifieke gereed-
schappen te gebruiken en om over tech-
nische kennis te beschikken.
In geval van periodiek onderhoud en
wanneer men assistentie of technisch
advies nodig heeft, wendt men zich tot
een Officiële Moto Guzzi Dealer, die een
zorgvuldige en bekommerde service zal
garanderen.
WAARSCHUWING
DIT VOERTUIG IS VOORZIEN VOOR
HET ONMIDDELLIJK ONTDEKKEN
VAN EVENTUELE ONREGELMATIG-
HEDEN IN VERBAND MET DE WERK-
ING, DIE OPGESLAAN WORDEN IN DE
ELEKTRONISCHE CENTRALE.
ELKE KEER MEN DE ONTSTEKINGS-
SCHAKELAAR IN POSITIE "ON"
PLAATST, LICHT DE CONTROLE-
LAMP "ALARM" OP HET DASH-
BOARD OP VOOR ONGEVEER DRIE
SECONDEN.
86
4 Maintenance / 4 Het onderhoud
04_01
Engine oil level check (04_01,
04_02)
Check engine oil level regularly, change
it every 10000 km (6250 miles).
To check:
THE ENGINE MUST BE WARM TO
CHECK OIL LEVEL. DO NOT SCREW
IN THE DIPSTICK.
IF YOU CHECK LEVEL WHEN THE EN-
GINE IS COLD, OIL LEVEL COULD
TEMPORARILY DROP BELOW THE
"MIN" MARK.
THIS SHOULD NOT BE CONSIDERED
A PROBLEM PROVIDED THAT THE
ALARM WARNING LIGHT AND THE
ENGINE OIL PRESSURE ICON DIS-
PLAY DO NOT TURN ON SIMULTANE-
OUSLY.
CAUTION
DO NOT LET THE ENGINE IDLE WITH
THE VEHICLE AT STANDSTILL TO
WARM UP THE ENGINE AND OBTAIN
THE OPERATING TEMPERATURE OF
ENGINE OIL.
OIL IS BEST CHECKED AFTER A TRIP
OR AFTER TRAVELLING APPROXI-
MATELY 15 km (10 mi), OUT OF TOWN
(ENOUGH TO WARM UP ENGINE OIL
TO OPERATING TEMPERATURE).
Controle van het peil van de
motorolie (04_01, 04_02)
Controleer regelmatig het peil van de mo-
torolie, vervang ze elke 10000 km
(6250mijl).
Voor de controle:
DE CONTROLE VAN HET PEIL VAN
DE MOTOROLIE MOET UITGEVOERD
WORDEN BIJ WARME MOTOR EN
MET NIET VASTGEDRAAIDE STAAF.
WANNEER MEN DE CONTROLE VAN
HET PEIL VAN DE MOTOROLIE BIJ
KOUDE MOTOR UITVOERT, KAN DE
OLIE TIJDELIJK ONDER HET ''MIN''
PEIL DALEN.
DIT VORMT GEEN ENKEL PRO-
BLEEM, MITS DE CONTROLELAMP
VAN HET ALARM EN DE ICOON VAN
DE DRUK VAN DE MOTOROLIE OP
HET DISPLAY NIET TEGELIJK OP-
LICHTEN.
LET OP
OM DE MOTOR OP TE WARMEN EN
DE MOTOROLIE OP WERKTEMPERA-
TUUR TE BRENGEN, LAAT MEN DE
MOTOR NIET WERKEN AAN HET MI-
NIMUM TOERENTAL WANNEER HET
VOERTUIG STIL STAAT.
DE CORRECTE PROCEDURE VOOR-
ZIET HET UITVOEREN VAN DE CON-
87
4 Maintenance / 4 Het onderhoud
TROLE NA EEN REIS, OF NADAT MEN
ONGEVEER 15 km (10 mijl) HEEFT AF-
GELEGD BUITEN DE STAD (VOL-
DOENDE OM DE MOTOROLIE OP
TEMPERATUUR TE BRENGEN).
04_02
Shut off the engine.
Keep the vehicle upright with
both wheels on the ground.
Unscrew the filler plug / oil dip-
stick.
Clean oil dipstick and replace it
without screwing it.
Pull it out again and check the oil
level.
The oil level is correct when it is
close to the "MAX" mark.
Leg de motor stil.
Hou het voertuig in verticale po-
sitie met de twee wielen op de
grond.
Draai de vuldop / peilstaaf van
de olie los.
Reinig de peilstaaf van de olie
en plaats ze weer zonder ze
vast te draaien.
Verwijder hem opnieuw en con-
troleer het oliepeil.
Het peil is correct wanneer on-
geveer het "MAX" peil bereikt
wordt.
Engine oil top-up (04_03)
CAUTION
DO NOT GO BEYOND THE "MAX" AND
BELOW THE "MIN" LEVEL MARK TO
AVOID SEVERE ENGINE DAMAGE.
Het bijvullen van olie in de
motor (04_03)
LET OP
OVERSCHRIJDT DE MARKERING
«MAX» NIET, EN LAAT HET NIET ON-
DER DE MARKERING «MIN» KOMEN,
88
4 Maintenance / 4 Het onderhoud
OM GEEN ERNSTIGE SCHADE AAN
DE MOTOR TE VEROORZAKEN.
04_03
Fill with engine oil as required:
Unscrew and remove the filler
plug.
DO NOT ADD ADDITIVES OR OTHER
SUBSTANCES TO THE OIL.
Indien nodig herstelt men het peil van
de motorolie:
Draai de vuldop los en verwijder
hem.
VOEG GEEN ADDITIEVEN OF ANDE-
RE STOFFEN AAN DE OLIE TOE.
When using a funnel or any other ele-
ment, make sure it is perfectly clean.
CAUTION
USE HIGH-QUALITY 10W - 60 OIL.
WANNEER EEN TRECHTER OF IETS
ANDERS WORDT GEBRUIKT, MOET
DEZE PERFECT GEREINIGD WOR-
DEN.
LET OP
GEBRUIK OLIE VAN GOEDE KWALI-
TEIT, MET 10W - 60 GRADATIE.
Top up oil until reaching the cor-
rect level.
Vul bij door het juiste peil te her-
stellen.
89
4 Maintenance / 4 Het onderhoud
Engine oil change (04_04,
04_05, 04_06)
CHANGING ENGINE OIL AND ENGINE
OIL FILTER CAN PROVE DIFFICULT IF
YOUR ARE INEXPERIENCED.
TAKE YOUR VEHICLE TO AN Official
Moto Guzzi Dealer IF NECESSARY.
IF YOU WISH TO PERFORM THESE
OPERATIONS YOURSELF, FOLLOW
THESE INSTRUCTIONS.
Vervanging van de motorolie
(04_04, 04_05, 04_06)
DE HANDELINGEN VOOR DE VER-
VANGING VAN DE MOTOROLIE EN DE
MOTOROLIEFILTER, ZOUDEN MOEI-
LIJK EN INGEWIKKELD KUNNEN ZIJN
VOOR EEN ONERVAREN OPERATOR.
INDIEN NODIG WENDT MEN ZICH TOT
EEN Officiële Moto Guzzi Dealer.
WANNEER MEN ZE TOCH ZELF UIT-
VOERT, HOUDT MEN ZICH AAN DE
VOLGENDE INSTRUCTIES.
Check the engine oil level frequently.
To change the oil:
CAUTION
HOT OIL IS MORE FLUID AND WILL
DRAIN OUT MORE EASILY AND COM-
PLETELY; IDEAL TEMPERATURE IS
REACHED AFTER THE ENGINE HAS
RUN FOR ABOUT TWENTY MINUTES.
OIL BECOMES VERY HOT WHEN THE
ENGINE IS HOT; BE CAREFUL NOT
TO GET BURNED WHEN CARRYING
Controleer regelmatig het peil van de mo-
torolie.
Voor de vervanging:
LET OP
VOOR EEN BETERE EN VOLLEDIGE
UITSTROMING MOET DE OLIE WARM
ZIJN, EN DUS VLOEIBAARDER. DEZE
CONDITIE WORDT BEREIKT WAN-
NEER DE MOTOR ONGEVEER TWIN-
TIG MINUTEN LANG GEDRAAID
HEEFT.
90
4 Maintenance / 4 Het onderhoud
OUT THE OPERATIONS DESCRIBED
BELOW.
DE OLIE IN EEN OPGEWARMDE MO-
TOR HEEFT EEN ZEER HOGE TEMPE-
RATUUR, LET DUS ZEER GOED OP
OM U NIET TE VERBRANDEN TIJ-
DENS HET UITVOEREN VAN DE VOL-
GENDE HANDELINGEN.
04_04
04_05
Place a container with a 4000
cm³ (244 cu.in) capacity under
the drainage plug (2).
Unscrew and remove the drain-
age plug (2).
Remove the lower lug.
Unscrew and remove the filler
cap (1).
Drain the oil into the container;
allow several minutes for oil to
drain out completely.
Check the sealing washers of
the drainage plug (2) and re-
place them, if necessary.
Remove any metal scrap attach-
ed to the drainage plug (2) mag-
net.
Screw and tighten the drainage
plug (2).
DO NOT DISPOSE OF OIL INTO THE
ENVIRONMENT.
Plaats een recipiënt met een in-
houd van minstens 4000 cc (244
cuin) onder de afvoerdop (2).
Draai de afvoerdop los en ver-
wijder hem (2).
Verwijder het onderste punt.
Draai de toevoerdop los en ver-
wijder hem (1).
Voer de olie af, en laat ze enkele
minuten uitdruipen in het recipi-
ënt.
Controleer en vervang eventu-
eel de dichtingsrondellen van de
afvoerdop (2).
Verwijder de metalen resten die
aan de magneet van de afvoer-
dop hangen (2).
Draai de afvoerdop vast en sluit
hem (2).
LOOS DE OLIE NIET IN HET MILIEU.
MEN RAADT AAN OM DE OLIE, IN EEN
VERZEGELD RECIPIËNT, NAAR HET
91
4 Maintenance / 4 Het onderhoud
DISPOSE OF ENGINE OIL IN A
SEALED CONTAINER AND TAKE IT
TO YOUR SUPPLIER OR TO THE
NEAREST USED OIL COLLECTION
CENTRE.
SERVICESTATION TE BRENGEN
WAAR MEN GEWOONLIJK OLIE AAN-
SCHAFT, OF NAAR EEN OPVANG-
CENTRUM VOOR OLIES.
04_06
Change the engine oil filter each time
you change the engine oil.
Unscrew the engine oil filter (3)
from its seat.
WARNING
NEVER REUSE AN OLD FILTER.
Voer de vervanging van de filter van
de motorolie uit, bij elke vervanging
van de motorolie.
Verwijder de motoroliefilter (3),
door hem uit de zit te draaien.
WAARSCHUWING
GEBRUIK GEEN FILTER DIE REEDS
WERD GEBRUIKT.
ENGINE OIL FILTER REPLACEMENT VERVANGING VAN DE MOTOROLIEF-
ILTER
Spread a thin layer of oil on the
sealing ring (4) of the new en-
gine oil filter.
Fit the new filter in the seat and
screw it manually.
Breng een laagje vet aan op de
dichtingsring (4) van de nieuwe
motoroliefilter.
Plaats de nieuwe filter in de zit,
draai hem vast, en sluit hem met
de hand.
92
4 Maintenance / 4 Het onderhoud
04_07
Universal joint oil level (04_07)
Check the cardan shaft oil level regularly;
change the oil at the specified intervals
according to the scheduled maintenance
table
To check:
Keep the vehicle upright with
both wheels on the ground.
Unscrew and remove the level
plug.
Check that the oil level is on the
rim of the hole of the level plug.
Top-up if oil is below the speci-
fied level.
To top-up or change the oil in the car-
dan shaft transmission unit, contact
an Official Moto Guzzi Dealer.
Oliepeil van de cardan (04_07)
Controleer regelmatig het oliepeil van de
cardankoppeling, en vervang de olie aan
de intervals die worden voorzien in de ta-
bel van het geprogrammeerd onderhoud
Voor de controle:
Houd het voertuig in verticale
positie met de twee wielen op de
grond.
Draai de peildop los, en verwij-
der hem.
Controleer of de olie de boring
van de peildop bijna bereikt.
Wanneer de olie zich onder het
voorgeschreven peil bevindt,
moet men bijvullen.
Voor het bijvullen en de eventuele ver-
vanging van de olie van de transmis-
siegroep aan de cardanas, wendt men
zich tot een Officiële Moto Guzzi Dea-
ler.
Gearbox oil level
To check, top-up and change
gearbox oil, contact an Official
Moto Guzzi Dealer.
Oliepeil versnellingsbak
Voor de controle, het bijvullen
en de vervanging van de olie
van de versnellingsbak, wendt
men zich tot een Officiële Moto
Guzzi Dealer.
93
4 Maintenance / 4 Het onderhoud
04_08
Tyres (04_08, 04_09)
This vehicle is fitted with tyres without in-
ner tubes (Tubeless).
CAUTION
CHECK TYRE INFLATION PRESSURE
REGULARLY AT AMBIENT TEMPER-
ATURE. THE MEASUREMENT MAY BE
INCORRECT IF TYRES ARE WARM.
CHECK TYRE PRESSURE MAINLY
BEFORE AND AFTER A LONG TRIP.
AN OVER-INFLATED TYRE WILL PRO-
VIDE A HARSH RIDE AS SURFACE
UNEVENNESS IS NOT CUSHIONED
AND IS SENT TO THE HANDLEBAR,
THUS REDUCING GRIP AND ROAD
HOLDING SPECIALLY WHEN COR-
NERING.
ON THE OTHER HAND, AN UNDER-IN-
FLATED TYRE CAUSES THE CON-
TACT PATCH TO INCLUDE A LARGER
PORTION OF THE TYRE SIDE WALLS.
IF SO, THE TYRE MIGHT SLIP ON OR
GET DETACHED FROM THE WHEEL
RIM, RESULTING IN LOSS OF CON-
TROL OVER THE VEHICLE.
TYRES MAY EVEN DETACH FROM
THE WHEEL RIMS UNDER VERY
HARD BRAKING.
EVENTUALLY THE VEHICLE MIGHT
SKID IN A BEND.
INSPECT THREAD SURFACE AND
CHECK IT FOR WEAR. BADLY WORN
BANDEN (04_08, 04_09)
Dit voertuig is voorzien van banden zon-
der binnenband (tubeless).
LET OP
CONTROLEER REGELMATIG DE
SPANNING VAN DE BANDEN BIJ DE
OMGEVINGSTEMPERATUUR. WAN-
NEER DE BANDEN WARM ZIJN, IS DE
METING NIET CORRECT. VOOR DE
METING UIT VOORAL VÓÓR EN NA
EEN LANGE REIS. WANNEER DE
SPANNING TE HOOG IS, WORDT DE
ONEFFENHEID VAN HET TERREIN
NIET GEDEMPT, EN DUS NAAR DE
STUURINRICHTING VERSTUURT, ZO-
DAT HET RIJCOMFORT VERMINDERT
EN DE WEGLIGGING IN BOCHTEN
VERSLECHTERT.
WANNEER VICEVERSA DE BANDEN-
SPANNING ONVOLDOENDE IS, WER-
KEN DE ZIJKANTEN VAN DE BANDEN
MEER, EN KAN HET ZIJN DAT DE
BAND OP DE VELG SLIPT OF LOS-
KOMT, MET ALS GEVOLG DAT MEN
DE CONTROLE OVER HET VOERTUIG
VERLIEST.
WANNEER MEN BRUUSK REMT,
KUNNEN DE BANDEN UIT DE VEL-
GEN KOMEN.
IN BOCHTEN KAN HET VOERTUIG
GAAN SLIPPEN.
CONTROLEER DE STAAT VAN HET
RIJOPPERVLAK EN DE SLIJTAGE,
OMDAT SLECHTE BANDENCONDI-
94
4 Maintenance / 4 Het onderhoud
TYRES ADVERSELY AFFECT TRAC-
TION AND HANDLING.
SOME TYRE TYPES HOMOLOGATED
FOR THIS VEHICLE FEATURE WEAR
INDICATORS.
THERE ARE SEVERAL TYPES OF
WEAR INDICATORS. CONSULT YOUR
DEALER ON METHODS TO CHECK
FOR WEAR.
CARRY OUT A VISUAL INSPECTION
FOR TYRE WEAR AND TEAR, RE-
PLACE TYRES WHEN WORN.
WHEN TYRES ARE OLD, THE MATE-
RIAL MAY HARDEN AND NOT PRO-
VIDE ADEQUATE ROAD HOLDING,
EVEN IF TYRES ARE STILL WITHIN
THE WEAR LIMIT. REPLACE TYRES IF
THIS OCCURS. REPLACE THE TYRE
IF IT IS WORN OR IF THERE IS A
PUNCTURE LARGER THAN 5 mm
(0.197 in) IN THE TREAD AREA.
WHEEL MUST BE BALANCED AFTER
A TYRE IS MENDED.
USE ONLY TYRE SIZES INDICATED
BY THE MANUFACTURER. DO NOT
FIT TYRES WITH INNER TUBES ON
RIMS FOR TUBELESS TYRES OR
VICE VERSA. CHECK THAT THE IN-
FLATION VALVES HAVE THEIR CAPS
FITTED TO AVOID UNEXPECTED
FLAT TYRES.
REPLACEMENT, REPAIR, MAINTE-
NANCE AND BALANCING OPERA-
TIES DE WEGLIGGING EN DE MA-
NOEUVREERBAARHEID VAN HET
VOERTUIG KUNNEN SCHADEN.
ENKELE BANDENTYPES, DIE GEHO-
MOLOGEERD ZIJN VOOR DIT VOER-
TUIG, HEBBEN EEN SLIJTAGE-INDI-
CATOR.
ER BESTAAN VERSCHILLENDE TY-
PES VAN SLIJTAGE-INDICATORS.
VOOR INFORMATIE IN VERBAND
MET DE CONTROLE VAN DE SLIJTA-
GE, WENDT MEN ZICH TOT DE VER-
KOPER.
CONTROLEER VISIEF DE SLIJTAGE
VAN DE BANDEN, EN VERVANG ZE
INDIEN ZE VERSLETEN ZIJN.
WANNEER DE BANDEN OUD ZIJN, EN
OOK AL ZIJN ZE NIET VERSLETEN,
KUNNEN ZE VERHARDEN EN DUS DE
WEGLIGGING NIET GARANDEREN. IN
DIT GEVAL VERVANGT MEN DE BAN-
DEN. LAAT DE BAND VERVANGEN
WANNEER HIJ VERSLETEN IS, OF
WANNEER ER EEN EVENTUEEL GAT
IS IN DE ZONE VAN HET RIJVLAK DAT
GROTER IS DAN 5 mm (0.197 in).
NADAT MEN DE BAND HEEFT LATEN
HERSTELLEN, LAAT MEN DE WIELEN
BALANCEREN.
GEBRUIK UITSLUITEND DE MAAT
VAN BANDEN DIE WORDT AANGE-
DUID DOOR HET HUIS. LAAT GEEN
BANDEN INSTALLEREN VAN HET TY-
95
4 Maintenance / 4 Het onderhoud
TIONS ARE HIGHLY IMPORTANT AND
SO THEY SHOULD BE CARRIED OUT
USING THE SPECIFIC TOOLS AND
WITH THE ADEQUATE KNOWLEDGE.
HAVE YOUR TYRES AND WHEELS
SERVICED AT AN OFFICIAL DEALER
OR A SPECIALISED TYRE WORK-
SHOP.
NEW TYRES MAY BE COATED WITH
AN OILY FILM: RIDE WITH CAUTION
DURING THE FIRST KILOMETRES. DO
NOT APPLY UNSUITABLE LIQUIDS
ON TYRES.
WHEN TYRES ARE OLD, THE MATE-
RIAL MAY HARDEN AND NOT PRO-
VIDE ADEQUATE GRIP, EVEN IF
TYRES ARE STILL WITHIN THE WEAR
LIMIT. TYRE GRIP
SHOULD THIS OCCUR, REPLACE
THE TYRES.
PE MET BINNENBAND OP VELGEN
VOOR TUBELESS BANDEN, EN VICE-
VERSA. CONTROLEER OF DE VEN-
TIELEN VOOR HET OPBLAZEN
STEEDS HUN DOPJES HEBBEN, OM
HET PLOTSELING LEEGLOPEN VAN
DE BANDEN TE VERMIJDEN.
DE HANDELINGEN VAN HET VER-
VANGEN, HERSTELLEN, ONDER-
HOUD EN BALANCEREN ZIJN ZEER
BELANGRIJK, EN MOETEN DUS UIT-
GEVOERD WORDEN MET GESCHIK-
TE GEREEDSCHAPPEN EN MET DE
NODIGE ERVARING. DAAROM
RAADT MEN AAN OM ZICH TE WEN-
DEN TOT EEN OFFICIËLE DEALER OF
EEN BANDENSPECIALIST VOOR HET
UITVOEREN VAN VOORAFGAANDE
HANDELINGEN.
WANNEER DE BANDEN NIEUW ZIJN,
KUNNEN ZE BEDEKT ZIJN MET EEN
GLADDE LAAG: DE EERSTE KILOME-
TERS MOET MEN VOORZICHTIG RIJ-
DEN. SMEER DE BANDEN NIET IN
MET ONGESCHIKTE VLOEISTOFFEN.
WANNEER DE BANDEN OUD ZIJN, EN
OOK AL ZIJN ZE NIET VERSLETEN,
KUNNEN ZE VERHARDEN EN DUS DE
WEGLIGGING NIET GARANDEREN.
IN DIT GEVAL VERVANGT MEN DE
BANDEN.
96
4 Maintenance / 4 Het onderhoud
04_09
Minimum tread depth:
front and rear 2 mm (USA 3 mm) and
anyway not less than required by the reg-
ulations in force in the country where the
vehicle is used.
Minimum dieptelimiet van het rijvlak:
vooraan en achteraan 2 mm (USA 3 mm)
en alleszins niet minder dan voorge-
schreven door de van kracht zijnde wet-
geving van het land waar het voertuig
wordt gebruikt.
Spark plug dismantlement
CAUTION
FOR DISASSEMBLY, INSPECTION,
CLEANING AND REPLACEMENT OF
THE SPARK PLUGS REFER TO AN Of-
ficial Moto Guzzi Agent OR, IF YOU
ARE EXPERIENCED AND QUALIFIED,
YOU MAY REFER TO THE INSTRUC-
TION IN THE SHOP MANUAL THAT
MAY BE PURCHASED FROM THE
SAME Official Moto Guzzi Agent.
Demontage van de bougie
LET OP
VOOR DE DEMONTAGE, DE CONTRO-
LE, DE REINIGING EN DE VERVAN-
GING VAN DE BOUGIES MOET U ZICH
WENDEN TOT EEN Officiële Moto
Guzzi Dealer, OF WANNEER U EEN
EXPERT BENT EN HIERVOOR OPGE-
LEID BENT, KAN U ALS REFERENTIE
DE AANDUIDINGEN IN DE HANDLEI-
DING VAN DE GARAGE RAADPLE-
GEN DIE U KAN KOPEN BIJ EEN
Officiële Moto Guzzi Dealer.
Removing the air filter
CAUTION
TO DISASSEMBLE, INSPECT AND RE-
PLACE THE AIR FILTER REFER TO
Demontage van de luchtfilter
LET OP
VOOR DE DEMONTAGE, DE CONTRO-
LE, DE REINIGING EN DE VERVAN-
97
4 Maintenance / 4 Het onderhoud
AN Official Moto Guzzi Agent. IF YOU
ARE ADEQUATELY TRAINED AND
EXPERIENCED, REFER TO THE IN-
STRUCTIONS IN THE WORKSHOP
MANUAL THAT CAN BE ALSO PUR-
CHASED AT ANY Official Moto Guzzi
Dealer.
GING VAN DE LUCHTFILTER MOET U
ZICH WENDEN TOT EEN Officiële Mo-
to Guzzi Dealer, OF WANNEER U EEN
EXPERT BENT EN HIERVOOR OPGE-
LEID BENT, KAN U ALS REFERENTIE
DE AANDUIDINGEN IN DE HANDLEI-
DING VAN DE GARAGE RAADPLE-
GEN DIE U KAN KOPEN BIJ EEN
Officiële Moto Guzzi Dealer.
04_10
04_11
Checking the brake oil level
(04_10, 04_11)
Brake fluid check
Rest the vehicle on its stand.
For the front brake, turn the han-
dlebar fully to the right.
For the rear brake, keep the ve-
hicle upright so that the fluid in
the reservoir is at the same level
with the plug.
Make sure that the fluid level in
the reservoir is above the "MIN"
reference mark:
MIN = minimum level
MAX = maximum level
If the fluid does not reach at least the
"MIN" reference mark:
Check brake pads and disc for
wear.
Controle van het peil van de
remvloeistof (04_10, 04_11)
Controle van de remvloeistof
Plaats het voertuig op de stan-
daard.
Voor de voorrem moet het stuur
volledig naar rechts gedraaid
worden.
Voor de achterrem moet het
voertuig in verticale positie ge-
houden worden zodat de vloei-
stof in de tank parallel met de
dop is.
Controleer of de vloeistof in de
tank de "MIN" referentie over-
schrijdt:
MIN = minimum peil.
MAX = maximum peil
Wanneer de vloeistof minstens de "MIN"
referentie niet bereikt:
Controleer de slijtage van de
remremblokken en van de schijf.
98
4 Maintenance / 4 Het onderhoud
If the pads and/or the disc do not
need replacing, top-up the fluid.
Wanneer de remblokken en/of
de schijf niet moeten vervangen
worden, voert men het bijvullen
uit.
Braking system fluid top up
CAUTION
FOR TOP-UP OF THE BRAKE FLUID
REFER TO AN Official Moto Guzzi
Agent OR, IF YOU ARE EXPERIENCED
AND QUALIFIED, YOU MAY REFER TO
THE INSTRUCTION IN THE SHOP
MANUAL THAT MAY BE PURCHASED
FROM THE SAME Official Moto Guzzi
Agent.
Bijvulling van de vloeistof van
het remsysteem
LET OP
VOOR HET BIJVULLEN VAN DE
VLOEISTOF VAN DE REMINSTALLA-
TIES MOET U ZICH WENDEN TOT EEN
Officiële Moto Guzzi Dealer, OF WAN-
NEER U EEN EXPERT BENT EN HIER-
VOOR OPGELEID BENT, KAN U ALS
REFERENTIE DE AANDUIDINGEN IN
DE HANDLEIDING VAN DE GARAGE
RAADPLEGEN DIE U KAN KOPEN BIJ
EEN Officiële Moto Guzzi Dealer.
04_12
Checking clutch fluid (04_12)
Place the vehicle on its stand.
Turn the handlebar partially to
the right, so that the fluid inside
the clutch fluid reservoir is par-
allel to the reservoir edge.
Make sure the fluid level is
above the "MIN" mark.
MIN = minimum level
MAX = maximum level
Controle van het vloeistofpeil
van de koppeling (04_12)
Plaats het voertuig op de stan-
daard.
Draai het stuur gedeeltelijk naar
rechts, zodat de vloeistof in de
tank van de vloeistof van de
koppeling parallel met de rand
van de tank van de vloeistof van
de koppeling is.
99
4 Maintenance / 4 Het onderhoud
Top-up if the fluid does not reach at least
the "MIN" reference mark.
Controleer of de vloeistof in de
tank de "MIN" referentie over-
schrijdt
MIN= minimumpeil
MAX= maximumpeil
Wanneer de vloeistof minstens de "MIN"
referentie niet bereikt, vult men bij.
Topping up clutch fluid
CAUTION
FOR TOP-UP OF THE CLUTCH FLUID
REFER TO AN Official Moto Guzzi
Agent OR, IF YOU ARE EXPERIENCED
AND QUALIFIED, YOU MAY REFER TO
THE INSTRUCTION IN THE SHOP
MANUAL THAT MAY BE PURCHASED
FROM THE SAME Official Moto Guzzi
Agent.
Het bijvullen van de vloeistof
voor de koppeling
LET OP
VOOR HET BIJVULLEN VAN DE
VLOEISTOF VAN DE KOPPELING
MOET U ZICH WENDEN TOT EEN Of-
ficiële Moto Guzzi Dealer, OF WAN-
NEER U EEN EXPERT BENT EN HIER-
VOOR OPGELEID BENT, KAN U ALS
REFERENTIE DE AANDUIDINGEN IN
DE HANDLEIDING VAN DE GARAGE
RAADPLEGEN DIE U KAN KOPEN BIJ
EEN Officiële Moto Guzzi Dealer.
100
4 Maintenance / 4 Het onderhoud
04_13
04_14
Use of a new battery (04_13,
04_14)
Make sure the ignition switch is
set to "OFF".
Remove the rider saddle.
Unscrew the two screws (1) and
remove the cover (2).
Loosen and remove the screw
(3) of the negative terminal (-).
Move the negative leads (4)
aside.
Loosen and remove the screws
(5) of the positive terminal (+).
Move the positive leads (6)
aside.
Hold the battery (7) firmly and lift
it out of its compartment.
Put the battery away on a level
surface, in a cool and dry place.
Refit the rider seat.
To install a new battery follow the op-
erations described above but in re-
verse order.
CAUTION
UPON REFITTING, CONNECT THE
LEAD TO THE POSITIVE TERMINAL
(+) FIRST AND AFTERWARDS THE
LEAD TO THE NEGATIVE TERMINAL
(-).
CHECK THAT THE BATTERY LEADS
AND TERMINALS ARE:
Ingebruikname van een
nieuwe accu (04_13, 04_14)
Controleer of de ontstekings-
schakelaar in positie "OFF"
staat.
Verwijder het zadel van de be-
stuurder.
Draai de twee bouten los (1) en
verplaats het deksel (2).
Draai de bout los (3) en verwij-
der ze van de negatieve klem
(-).
Verplaats de negatieve kabel (4)
lateraal.
Draai de bout los (5) en verwij-
der ze van de positieve (+) klem.
Verplaats de positieve kabel (6)
lateraal.
Grijp de accu stevig vast (7), en
verwijder ze uit haar plaats door
ze op te heffen.
Plaats de accu op een vlak op-
pervlak, op een koele en droge
plaats.
Herplaats het zadel van de be-
stuurder.
Voor de installatie van een nieuwe ac-
cu, voert men de beschreven hande-
lingen uit in de omgekeerde zin.
LET OP
BIJ DE HERMONTAGE VERBINDT
MEN EERST DE KABEL OP DE POSI-
TIEVE KLEM (+) EN DAARNA OP DE
NEGATIEVE KLEM (-).
101
4 Maintenance / 4 Het onderhoud
- IN GOOD CONDITION (NOT CORRO-
DED OR COVERED BY DEPOSITS);
- COVERED BY NEUTRAL GREASE
OR PETROLEUM JELLY.
CONTROLEER OF DE TERMINALS
VAN DE KABELS EN DE KLEMMEN
VAN DE ACCU:
- IN GOEDE CONDITIES VERKEREN
(EN GEEN CORROSIE VERTONEN OF
BEDEKT ZIJN MET AFZETTINGEN);
- BEDEKT ZIJN MET NEUTRAAL VET
OF VASELINE.
Checking the electrolyte level
WARNING
THIS VEHICLE IS FITTED WITH A
MAINTENANCE-FREE BATTERY AND
DOES NOT NEED ANY INTERVEN-
TION, EXCEPT FOR SPORADIC
CHECKS AND RECHARGE.
Controle van het elektrolytpeil
WAARSCHUWING
DIT VOERTUIG IS UITGERUST MET
EEN ACCU VAN HET TYPE ZONDER
ONDERHOUD, EN ER MOET DUS
GEEN ENKELE HANDELING UITGE-
VOERD WORDEN, BEHALVE EEN
CONTROLE AF EN TOE EN EVENTU-
EEL OPLADEN.
Charging the battery
Remove the battery.
Get an adequate battery charg-
er.
Set the battery charger for the
recharge type indicated.
Connect the battery to the bat-
tery charger.
Oplading van de accu
Verwijder de accu.
Voorzie een geschikte accula-
der.
Voorzie de acculader voor het
aangegeven type van lading.
Verbindt de accu aan de accu-
lader.
102
4 Maintenance / 4 Het onderhoud
CAUTION
WHEN RECHARGING OR USING THE
BATTERY, BE CAREFUL TO HAVE
THE ROOM ADEQUATELY AIRED. DO
NOT BREATH GASES RELEASED
WHEN THE BATTERY IS RECHARG-
ING.
LET OP
TIJDENS HET LADEN OF HET GE-
BRUIK, VOORZIET MEN HET LOKAAL
VAN EEN GESCHIKTE VENTILATIE
EN VERMIJDT MEN HET INADEMEN
VAN DE GASSEN DIE VRIJKOMEN
TIJDENS HET OPLADEN VAN DE AC-
CU.
Switch on the battery charger.
Characteristic
RECHARGE MODES:
Recharge - Ordinary
Electric Current - 1.8A
Time - 8-10 hours
Schakel de acculader aan.
Technische kenmerken
MODALITEIT VAN OPLADEN
Opladen - Normaal
Elektrische stroom - 1,8 A
Duur - 8-10 uur
Long periods of inactivity
IF THE VEHICLE IS OUT OF USE FOR
MORE THAN TWENTY DAYS, DIS-
CONNECT THE 30 A FUSE TO PRE-
VENT BATTERY DETERIORATION
CAUSED BY CURRENT CONSUMP-
Lange ernstige stilstand
WANNEER HET VOERTUIG LANGER
DAN TWINTIG DAGEN INACTIEF
BLIJFT, MAAKT MEN DE ZEKERING
VAN 30A LOS, OM HET VERVAL VAN
DE ACCU TE VERMIJDEN, ALS GE-
VOLG VAN STROOMVERBRUIK
103
4 Maintenance / 4 Het onderhoud
TION BY THE MULTIFUNCTION COM-
PUTER.
CAUTION
REMOVING THE 30 A FUSES RESETS
THESE FUNCTIONS: DIGITAL CLOCK,
TRIP INFORMATION AND CHRONOM-
ETER TIMES.
DOOR DE MULTIFUNCTIONELE COM-
PUTER.
LET OP
WANNEER MEN DE ZEKERING VAN
30A VERWIJDERT, WORDEN DE
FUNCTIES OP NUL GEZET: DIGITALE
KLOK, REISINFORMATIE EN TIJDME-
TINGEN.
If the vehicle is inactive longer than fifteen
days, it is necessary to recharge the bat-
tery to avoid sulphation.
Remove the battery.
In winter or when the vehicle is out of use
for prolonged periods, check charge level
frequently (about once a month) to pre-
vent deterioration.
Recharge it fully with an ordina-
ry charge.
If the battery is still on the vehicle, dis-
connect the cables from the terminals.
Wanneer het voertuig langer dan vijftien
dagen inactief blijft, moet men de accu
opladen om sulfatering te vermijden.
Verwijder de accu.
Tijdens de winter of wanneer het voertuig
stilstaat, controleert men periodiek de la-
ding (ongeveer eens per maand) om het
verval ervan te vermijden.
Laad ze volledig op door gebruik
te maken van een normale la-
ding.
Wanneer de accu op het voertuig blijft,
maakt men de kabels los van de klem-
men.
104
4 Maintenance / 4 Het onderhoud
Fuses (04_15, 04_16, 04_17,
04_18)
CAUTION
DO NOT REPAIR FAULTY FUSES.
NEVER USE A FUSE THAT IS DIFFER-
ENT THAN WHAT IS SPECIFIED TO
PREVENT DAMAGES TO THE ELEC-
TRICAL SYSTEM OR SHORT CIR-
CUITS, WITH THE RISK OF FIRE.
NOTE
A FUSE THAT BLOWS FREQUENTLY
MAY INDICATE A SHORT CIRCUIT OR
OVERLOAD. IF THIS OCCURS, CON-
TACT AN Official Guzzi Dealer.
Zekeringen (04_15, 04_16,
04_17, 04_18)
LET OP
HERSTEL GEEN DEFECTE ZEKERIN-
GEN.
GEBRUIK NOOIT EEN ANDERE VER-
MOGENSZEKERING DAN DIEGENE
DIE GESPECIFICEERD WORDT OM
SCHADE AAN DE ELEKTRISCHE IN-
STALLATIE OF EEN KORTSLUITING
MET RISICO OP BRAND TE VERMIJ-
DEN.
N.B.
WANNEER EEN ZEKERING FRE-
QUENT WORDT BESCHADIGD, IS ER
WAARSCHIJNLIJK EEN KORTSLUI-
TING OF EEN OVERBELASTING. IN
DIT GEVAL RAADPLEEGT MEN EEN
Officiële Moto Guzzi Dealer.
Checking the fuses is necessary when-
ever an electrical component fails to op-
erate or is not working properly or when
the engine does not start.
First check auxiliary fuses (2), ABS sys-
tem fuses ABS (3) (if fitted) and the main
fuses (4).
Wanneer men het niet of onregelmatig
werken van een elektrisch onderdeel of
het niet starten van de motor opmerkt,
moet men de zekeringen controleren.
Controleer eerst de secundaire zekerin-
gen (2), de zekeringen van het ABS sys-
teem (3) (waar voorzien) en vervolgens
de hoofdzekeringen (4).
105
4 Maintenance / 4 Het onderhoud
04_15
04_16
04_17
To check:
Set the ignition switch to 'OFF' to
avoid an accidental short circuit.
Remove the rider saddle.
Open the cover (1) of the sec-
ondary fuse box (2).
Voor de controle:
Plaats de ontstekingsschake-
laar op 'OFF' om een toevallige
kortsluiting te vermijden.
Verwijder het zadel van de be-
stuurder.
Open het dekseltje van de doos
(1) van de secundaire zekerin-
gen (2).
106
4 Maintenance / 4 Het onderhoud
04_18
Take out one fuse at a time and
check if the filament is broken.
Before replacing the fuse, find
and solve, if possible, the rea-
son that caused the problem.
If the fuse is damaged, replace
it with one of the same current
rating.
NOTE
IF THE SPARE FUSE IS USED, RE-
PLACE IT WITH ONE OF THE SAME
TYPE IN THE CORRESPONDING FIT-
TING.
Verwijder de zekeringen één
voor één, en controleer of de
draad onderbroken is.
Vooraleer men de zekering ver-
vangt, zoekt men indien moge-
lijk de oorzaak van het pro-
bleem.
Vervang de zekering, indien be-
schadigd, met een andere met
dezelfde elektrische stroom-
sterkte.
N.B.
WANNEER MEN EEN RESERVEZEKE-
RING GEBRUIKT, PLAATST MEN EEN
GELIJKE IN DE SPECIALE ZITTING.
To check main fuses carry out
the same operations described
above for auxiliary fuses.
NOTE
REMOVING THE 30 A FUSES RESETS
THESE FUNCTIONS: DIGITAL CLOCK,
TRIP INFORMATION AND CHRONO-
METRICAL TIMES.
Voer ook voor de hoofdzekerin-
gen de eerder beschreven han-
delingen uit, die eerder werden
beschreven voor de secundaire
zekeringen.
N.B.
WANNEER MEN DE ZEKERING VAN
30A VERWIJDERT, WORDEN DE
FUNCTIES OP NUL GESTELD: DIGI-
TALE KLOK, REISINFORMATIE EN
CHRONOMETINGEN.
Fuse distribution (04_19,
04_20, 04_21)
Plaats van de zekeringen
(04_19, 04_20, 04_21)
107
4 Maintenance / 4 Het onderhoud
SECONDARY FUSES DISTRIBUTION
(a) 15A fuse Stop, horn, HAZARD button
lighting, light relay coil
(b) 15A fuse Taillights, start-up relay coil,
passing
(c) 20A fuse Fuel pump, coils, injectors
(d) 15A fuse Lambda burner, auxiliary injection
relay coil, start-up relay coil, speed
sensor power
(e) 3A fuse Permanent positive, power to ECU
(f) 10A fuse - ABS ABS system
3A - 15A - 20A Spare fuses
SCHIKKING VAN DE SECUNDAIRE ZEKERINGEN
(a) Zekering van 15A Stop, claxon, verlichting van
drukknop HAZARD, bobine van
het relais van de lichten
(b) Zekering van 15A Positielichten, bobine van het
relais van de start, passing
(c) Zekering van 20A Benzinepomp, bobines, injectors
(d) Zekering van 15A Lambdabrander, bobine van het
relais van de secundaire injectie,
bobine van het relais van de start,
voeding van de snelheidssensor
(e) Zekering van 3A Permanente positief, voeding van
de ECU centrale
(f) Zekering van 10A - ABS ABS systeem
3A - 15A - 20 A Reservezekeringen
108
4 Maintenance / 4 Het onderhoud
04_19
ABS FUSE DISTRIBUTION
(g) 40A fuse - ABS ABS hydraulic pump
(h) 25A fuse - ABS ABS solenoid valve
SCHIKKING VAN DE ZEKERINGEN VAN HET ABS
(g) Zekering van 40A - ABS Hydraulische pomp van het ABS
(h) Zekering van 25A - ABS Elektroklep van het ABS
04_20
109
4 Maintenance / 4 Het onderhoud
MAIN FUSES DISTRIBUTION
(i) 30A fuse From battery to voltage regulator
(j) 30A fuse From battery to key and auxiliary
fuses 'c' and 'd'
- There is one spare fuse
SCHIKKING VAN DE HOOFDZEKERINGEN
(i) Zekering van 30A Van de accu naar de
spanningsregelaar:
(j) Zekering van 30A Van de accu naar de sleutel en
secundaire zekeringen 'c' en 'd'
- Eén zekering is een
reservezekering
04_21
110
4 Maintenance / 4 Het onderhoud
Lamps (04_22, 04_23, 04_24,
04_25)
CAUTION
BEFORE REPLACING A BULB, TURN
THE IGNITION SWITCH TO «KEY OFF»
AND WAIT A FEW MINUTES FOR THE
BULB TO COOL OFF.
WEAR CLEAN GLOVES OR USE A
CLEAN DRY CLOTH TO REPLACE
THE BULB.
DO NOT LEAVE PRINTS ON THE
BULB AS THIS MAY CAUSE IT TO
OVERHEAT OR EVEN BLOW OUT. IF
YOU TOUCH THE BULB WITHOUT
WEARING GLOVES, CLEAN OFF
PRINTS WITH ALCOHOL TO AVOID
DAMAGING THE BULB.
DO NOT FORCE ELECTRICAL CA-
BLES.
Lampen (04_22, 04_23, 04_24,
04_25)
LET OP
VOORALEER MEN EEN LAMPJE VER-
VANGT, PLAATST MEN DE ONTSTE-
KINGSSCHAKELAAR IN POSITIE
«OFF», EN WACHT MEN ENKELE MI-
NUTEN ZODAT DEZE KAN AFKOE-
LEN.
WANNEER MEN HET LAMPJE VER-
VANGT, DRAAGT MEN REINE HAND-
SCHOENEN OF GEBRUIKT MEN EEN
REIN EN DROOG DOEK.
LAAD GEEN AFDRUKKEN ACHTER
OP HET LAMPJE, OMDAT HET KAN
OVERVERHITTEN EN DUS STUK KAN
GAAN. WANNEER MEN HET LAMPJE
MET DE BLOTE HANDEN AANRAAKT,
REINIGT MEN DE EVENTUELE AF-
DRUKKEN MET ALCOHOL, OM TE
VERMIJDEN DAT HET WORDT BE-
SCHADIGD.
FORCEER DE ELEKTRISCHE KA-
BELS NIET.
FRONT HEADLAMP BULB REPLACE-
MENT
In the front headlight there are:
VERVANGING VAN DE LAMPJES VAN
HET VOORLICHT
Op het achterlicht vindt men:
111
4 Maintenance / 4 Het onderhoud
- One full beam headlight bulb (lower).
- One dipped headlight bulb (upper);
- One tail light bulb (lower).
- een lamp van het groot licht (de onder-
ste).
- een lampje van het dimlicht (het boven-
ste);
- een lampje van het positielicht (het on-
derste).
Before replacing the bulbs, it is nec-
essary to remove the front headlight
assembly.
Vooraleer men de lampjes vervangt,
moet men de voorste optische groep
verwijderen.
04_22
To replace the high-beam and low-
beam headlight bulbs:
Remove the headlight (1).
Remove the cover (2), pressing
upwards, release the lower clip
and slide the upper tab out of its
seat.
Voor de vervanging van de grote lich-
ten en de dimlichten:
Verwijder de koplamp (1).
Verwijder het deksel (2) door het
naar boven te duwen, bevrij de
onderste klemverbinding, en
verwijder het bovenste lipje uit
de zit.
112
4 Maintenance / 4 Het onderhoud
04_23
HIGH-BEAM LIGHT BULB
Disconnect the connector (3).
Turn the bulb locking device in
anticlockwise direction and re-
move the bulb (4).
Replace with a new identical
bulb.
Reinstall the bulb in its seat and
turn the locking device in clock-
wise direction until it is tight.
Connect the connector (3).
LAMPJE VAN HET GROOT LICHT
Maak de connector los (3).
Draai de stopmoer (4) in tegen-
wijzerszin, en verwijder de
lampromp.
Vervang met een nieuw en iden-
tiek lampje.
Hermonteer de lampromp in de
speciale zit en draai ze in wij-
zerszin tot ze blokkeert.
Verbindt de connector (3).
04_24
LOW-BEAM LIGHT BULB
Pull out the electrical connection
to the bulb (5), and disconnect it
from the bulb.
Press together the two ends of
the retainer spring (6).
Pull the bulb (7) out of its seat.
Install a bulb of the same type
correctly in the bulb holder,
aligning the positioning seats.
Refit the retainer springs (6).
Connect the connector (5).
LAMPJE VAN HET DIMLICHT
Grijp de elektrische connector
van het lampje vast (5), trek er
aan, en maak het los van het
lampje.
Koppel de twee uiteinden los
van de trekveer (6).
Verwijder het lampje (7) uit de
zit.
Installeer correct een lampje
van hetzelfde type in de lamp-
houder, door de speciale plaat-
singszitten te doen overeenko-
men.
Koppel de trekveer (6) opnieuw
vast.
Verbindt de connector (5).
113
4 Maintenance / 4 Het onderhoud
04_25
TAIL LIGHT BULB
Remove the rubber seal (8).
Pull out the tail light bulb holder
(9) from its seat.
Remove the bulb (10) and re-
place it with another of the same
type.
Reinstall the bulb holder (9) in its
seat and install the rubber seal
(8).
LAMPJE VAN HET POSITIELICHT
Verwijder het sluitrubbertje (8).
Grijp de lamphouder van de po-
sitielichten vast (9), trek er aan,
en verwijder hem uit de zit.
Verwijder het lampje (10) en
vervang het met één van het-
zelfde type.
Hermonteer de lamphouder (9)
in de specale zit, en het sluitrub-
bertje (8).
Headlight adjustment (04_26,
04_27, 04_28)
NOTE
IN COMPLIANCE WITH LOCAL LEGAL
REQUIREMENTS, SPECIFIC PROCE-
DURES MUST BE FOLLOWED WHEN
CHECKING LIGHT BEAM ADJUST-
MENT.
Regeling van de koplamp
(04_26, 04_27, 04_28)
N.B.
OP BASIS VAN WAT WORDT VOOR-
GESCHREVEN DOOR DE VAN
KRACHT ZIJNDE WETGEVING IN HET
LAND VAN GEBRUIK VAN HET VOER-
TUIG, MOETEN ER VOOR DE CON-
TROLE VAN DE RICHTING VAN DE
LICHTBUNDEL SPECIFIEKE PROCE-
DURES UITGEVOERD WORDEN.
114
4 Maintenance / 4 Het onderhoud
04_26
For a quick inspection of the correct
aiming of the front light beam:
Place the vehicle 10 m (32.8 ft)
from a vertical wall and make
sure the ground is level.
Turn on the low beam light, sit
on the vehicle and check that
the light beam projected to the
wall is a little below the headlight
horizontal straight line (about
9/10 of the total height).
Voor een snelle controle van de correcte
richting van de voorste lichtbundel:
Plaats het voertuig op 10 m
(32.8 ft) van een verticale wand,
en controleer of de ondergrond
vlak is.
Ontsteek het dimlicht, ga op het
voertuig zitten en controleer of
de lichtbundel die op de wand
wordt geprojecteerd zich iets
onder de horizontale lijn van de
koplamp bevindt (ongeveer 9/10
van de totale hoogte).
04_27
In order to carry out vertical adjust-
ment of the light beam:
Position the scooter on the level.
Adjust the inclination by turning
screws (1).
Voor het uitvoeren van de verticale re-
geling van de lichtbundel:
Plaats het voertuig in de vertica-
le inrichting.
Regel de helling door te handel-
en op bout (1).
115
4 Maintenance / 4 Het onderhoud
04_28
In order to carry out horizontal adjust-
ment of the light beam:
Rest the scooter on its stand.
Remove the front headlight as-
sembly.
Holding the headlight raised,
turn screw (2) to adjust the ori-
entation of the light beam
. Reposition the front headlight
assembly
. If the orientation is correct,
tighten the two screws (3).
Voor het uitvoeren van de horizontale
regeling van de lichtbundel:
Plaats het voertuig op de stan-
daard.
Verwijder de voorste optische
groep.
Door de koplamp opgehoffen te
houden, handelt men op de bout
(2) om de richting van de licht-
bundel te regelen.
Plaats de voorste optische
groep weer.
Wanneer de richting correct is,
sluit men de twee bouten (3).
04_29
Front direction indicators
(04_29)
Loosen and remove the screw
(1).
Remove the protective screen
(2), proceeding with caution in
order not to break off the retain-
er tabs.
Press the bulb (3) in slightly and
turn in anticlockwise direction.
Remove the bulb (3) from its
seat.
Install a bulb of the same type in
the bulb holder, aligning the two
guide pins with the correspond-
ing guides on the bulb holder.
Voorste richtingaanwijzers
(04_29)
Draai de bout los (1) en verwij-
der ze.
Verwijder voorzichtig het be-
schermende scherm (2) om de
koppelingstandje niet te breken.
Druk gematigd op het lampje (3)
en draai het in tegenwijzerszin.
Verwijder het lampje (3) uit de
zit.
Plaats een lampje van hetzelfde
type in de lamphouder, door de
twee geleiderspinnetjes te doen
overeenkomen met de respec-
tievelijke geleiders op de lamp-
houder.
116
4 Maintenance / 4 Het onderhoud
Rear optical unit
This vehicle has a LED rear headlamp,
have it replaced at an Official Moto Guz-
zi Dealer.
Achterste optische groep
De motor is uitgerust met een LEDach-
terlicht, dus voor de vervanging wordt
aangeraden om zich te wenden tot een
Officiële Moto Guzzi Dealer.
Rear turn indicators
To replace the rear turn indicator bulbs
follow the same procedure described for
front turn indicators.
Achterste richtingaanwijzers
Voor de vervanging van de lampjes van
de achterste richtingaanwijzers, handelt
men zoals voor de voorste richtingaan-
wijzers.
Number plate light
Have this bulb replaced at an Official Mo-
to Guzzi Dealer since it is very complex.
Nummerplaatverlichting
Aangezien de ingewikkeldheid van de
handeling, raadt men aan om zich te
wenden tot een Officiële Moto Guzzi
Dealer.
117
4 Maintenance / 4 Het onderhoud
Rear-view mirrors (04_30,
04_31)
DO NOT RIDE WITH REAR-VIEW MIR-
RORS INCORRECTLY SET.
BEFORE RIDING OFF, ALWAYS
MAKE SURE THEY ARE CORRECTLY
ADJUSTED TO RIDE.
achteruitkijkspiegels (04_30,
04_31)
RIJ NIET MET HET VOERTUIG WAN-
NEER DE ACHTERUITKIJKSPIEGEL-
TJES NIET CORRECT GEDRAAID
ZIJN.
VÓÓR HET VERTREK CONTROLEERT
MEN STEEDS OF DEZE ZICH IN DE
WERKPOSITIE BEVINDEN EN COR-
RECT GEREGELD ZIJN.
04_30
Rear-view mirrors removal:
Place the vehicle on its stand.
Loosen the locking nut.
UPON REFITTING AND BEFORE
TIGHTENING THE LOCKING NUT,
MAKE SURE THAT THE REAR VIEW
MIRROR SUPPORT STEM IS ALIGNED
WITH THE HANDLEBAR.
Verwijdering van de achteruitkijkspie-
geltjes:
Plaats het voertuig op de stan-
daard.
Los de blokkeermoer.
BIJ DE HERMONTAGE CONTRO-
LEERT MEN, VOORALEER MEN DE
BLOKKEERMOER SLUIT, OF DE
STEUNSTAAF VAN HET ACHTERUIT-
KIJKSPIEGELTJE ZODANIG GE-
RICHT IS DAT HET UITGELIJND IS
MET HET STUUR.
118
4 Maintenance / 4 Het onderhoud
04_31
Slide up and remove the com-
plete rear-view mirror unit.
Repeat the procedure to remove the oth-
er rear-view mirror, if necessary.
Rear-view mirrors adjustment:
Get on the vehicle in riding po-
sition.
Turn mirror and adjust the cor-
rect angle.
Repeat the procedure to adjust the other
mirror.
Make sure there is no dirt or
mud.
Verwijder de groep langs boven,
en verwijder compleet de groep
van het achteruitkijkspiegeltje.
Herhaal eventueel de handelingen voor
de verwijdering van het andere achteruit-
kijkspiegeltje.
Regeling van de achteruitkijkspiegel-
tjes:
Ga op het voertuig zitten in de
rijpositie.
Draai het spiegeltje door correct
de helling te regelen.
Herhaal de handelingen voor de regeling
van het andere achteruitkijkspiegeltje.
Controleer of er geen afzettin-
gen van vuil en modder aanwe-
zig zijn.
04_32
Front and rear disc brake
(04_32, 04_33, 04_34)
CAUTION
A DIRTY DISC SMEARS THE PADS
RESULTING IN POOR BRAKING.
REPLACE DIRTY PADS AND CLEAN
AGAIN THE DIRTY DISC USING A TOP
QUALITY DEGREASING PRODUCT.
Voorste en achterste schijfrem
(04_32, 04_33, 04_34)
LET OP
EEN VUILE SCHIJF BESMEURT DE
PASTILLES, EN VERMINDERT DUS
DE DOELTREFFENDHEID VAN HET
REMMEN.
VUILE PASTILLES MOETEN WORDEN
VERVANGEN, TERWIJL DE VUILE
119
4 Maintenance / 4 Het onderhoud
CAUTION
TAKE YOUR VEHICLE TO AN Official
Moto Guzzi Dealer TO HAVE THE
REAR WHEEL REMOVED.
SCHIJF MOET GEREINIGD WORDEN
MET EEN ONTVETTEND PRODUCT
VAN HOGE KWALITEIT.
LET OP
VOOR DE VERWIJDERING VAN HET
ACHTERWIEL, WENDT MEN ZICH TOT
EEN Officiële Moto Guzzi Dealer.
04_33
CAUTION
CHECK BRAKE PADS FOR WEAR
MAINLY BEFORE EACH RIDE.
LET OP
CONTROLEER DE SLIJTAGE VAN DE
REMPASTILLES VOORAL VÓÓR
ELKE REIS.
04_34
To carry out a quick pad wear check:
Rest the vehicle on its stand.
Carry out a visual inspection of
brake disc and pads as follows:
- look from above at the rear to check the
front brake calliper (1);
- on the opposite side of the vehicle and
through the rim, check the rear brake cal-
liper (2).
CAUTION
EXCESSIVE WEAR OF THE FRICTION
MATERIAL MAKES THE PAD METAL
Voor het uitvoeren van een snelle con-
trole van de slijtage van de pastilles:
Plaats het voertuig op de stan-
daard.
Voer een visuele controle uit
tussen de schijf en de pastilles,
door te handelen als volgt:
- van boven achteraan voor de voorste
remtang (1);
- op de tegenovergestelde kant van de
motor, langs de velg, voor de achterste
remtang (2).
120
4 Maintenance / 4 Het onderhoud
SUPPORT GET INTO CONTACT WITH
THE DISC, WHICH RESULTS IN A
METALLIC NOISE AND SPARKS IN
THE CALLIPER; THEREFORE, BRAK-
ING EFFICIENCY AND DISC SAFETY
AND INTEGRITY ARE AT RISK.
LET OP
EEN VERDER VERBRUIK VAN HET
WRIJVINGSMATERIAAL KAN HET
CONTACT VEROORZAKEN MET DE
METALEN STEUN VAN DE PASTIL-
LES MET DE SCHIJF, MET ALS GE-
VOLG LAWAAI VAN METAAL EN DE
TANG DIE VONKEN MAAKT; DE
DOELTREFFENDHEID VAN HET REM-
MEN, DE VEILIGHEID EN DE INTEGRI-
TEIT VAN DE SCHIJF WORDEN OP
DEZE MANIER GESCHAAD.
If the friction material thickness (even of
one front (3) or rear (4) pad) is reduced
to a value of about 1.5 mm (0.059 in) (or
even if one of the wear indicators is not
very visible), contact an Official Moto
Guzzi Dealer to replace all the calliper
pads.
Wanneer de dikte van het wrijvingsmate-
riaal (ook slechts van de pastille vooraan
(3) of achteraan (4)) verminderd is tot een
waarde van ongeveer 1,5 mm (0.059 in)
(of wanneer ook slechts één van de indi-
catoren zichtbaar is), laat men alle pas-
tilles van de remtangen vervangen, door
zich te wenden tot een Officiële Moto
Guzzi Dealer.
Periods of inactivity (04_35)
Take some measures to avoid the side
effects of not using the vehicle. Also, car-
ry out general maintenance and checks
before garaging the vehicle as one can
forget to do so afterwards.
Proceed as follows:
Remove the battery.
Periodes van inactiviteit
(04_35)
Men moet enkele voorzorgsmaatregelen
treffen om de effecten van het niet ge-
bruiken van het voertuig tegen te gaan.
Bovendien moet men de herstellingen en
de algemene controle vóór het opbergen
uitvoeren, anders kan men vergeten om
dit vervolgens uit te voeren.
121
4 Maintenance / 4 Het onderhoud
Wash and dry the vehicle.
Polish painted surfaces.
Inflate the tyres.
Store the vehicle in cool, dry
place, with minimum tempera-
ture variations and not exposed
to sun rays.
Wrap and tie a plastic bag
around the muffler exhaust end
to keep moisture out.
CAUTION
PLACE THE VEHICLE ON SUITABLE
SUPPORTS TO KEEP THE TYRES OFF
THE GROUND.
Handel als volgt:
Verwijder de accu.
Was en droog het voertuig.
Breng was aan op de gelakte
oppervlakken.
Blaas de banden op.
Plaats het voertuig in een niet
verwarmd lokaal, zonder voch-
tigheid, beschermd tegen zon-
nestralen, en waar temperatuur-
verschillen miniem zijn.
Plaats een plastic zakje op de
uitlaat en bind dit vast, zodat er
geen vochtigheid in kan komen.
LET OP
MEN RAADT AAN OM HET VOERTUIG
OP STABIELE STEUNEN TE PLAAT-
SEN, DIE BEIDE BANDEN VAN DE
GROND HOUDEN.
04_35
Cover the vehicle but do not use plastic
or waterproof materials.
CAUTION
TO AVOID BATTERY DETERIORA-
TION, FOLLOW THE PROCEDURE DE-
SCRIBED FOR PROLONGED INAC-
TIVITY.
Bedek het voertuig, maar met geen plas-
tic of ondoordringbaar materiaal.
LET OP
OM SLIJTAGE AAN DE ACCU TE VER-
MIJDEN, VOLGT MEN DE VOORZIENE
HANDELINGEN VOOR DE LANGE IN-
ACTIVITEIT.
After storage NA HET OPBERGEN
122
4 Maintenance / 4 Het onderhoud
NOTE
TAKE THE PLASTIC BAGS OFF THE
EXHAUST PIPE OPENING.
N.B.
VERWIJDER DE PLASTIC ZAKJES
VAN DE UITEINDEN VAN DE UITLAAT.
Uncover and clean the vehicle.
Check the battery for correct
charge and install it.
Refill the fuel tank.
Carry out the pre-ride checks.
CAUTION
TEST RIDE THE VEHICLE AT MODER-
ATE SPEED FOR A FEW KILOMETRES
IN AN AREA AWAY FROM TRAFFIC.
Verwijder de bedekking en rei-
nig het voertuig.
Controleer de staat van lading
van de accu, en installeer ze.
Tank brandstof.
Voer de voorbereidende contro-
les uit.
LET OP
VOER EEN TESTRONDE VAN ENKE-
LE KILOMETERS UIT AAN EEN GE-
MATIGDE SNELHEID IN EEN VER-
KEERSVRIJE ZONE.
Cleaning the vehicle (04_36,
04_37, 04_38)
Clean the motorcycle frequently if ex-
posed to adverse conditions, such as:
Air pollution (cities and industrial
areas).
Salinity and humidity in the at-
mosphere (seashore areas, hot
and wet weather).
Special environmental/season-
al conditions (use of salt, anti-
Reiniging van het voertuig
(04_36, 04_37, 04_38)
Reinig het voertuig regelmatig wan-
neer het wordt gebruikt in de volgende
zones of condities:
Atmosferische vervuiling (stad
en industriële zones).
Zoutgehalte en vochtigheid uit
de atmosfeer (zeegebieden,
warm en vochtig klimaat).
Speciale milieu/seizoenscondi-
ties (het gebruik van zout, che-
123
4 Maintenance / 4 Het onderhoud
icing chemical products on the
roads in winter).
Always clean off any smog and
pollution residue, tar stains, in-
sects, bird droppings, etc. from
the bodywork.
Avoid parking the vehicle under
trees. During some seasons,
resins, fruits or leaves contain-
ing aggressive chemical sub-
stances that may damage the
paintwork may fall from trees.
Clean the instrument panel with
a soft, damp cloth.
CAUTION
BEFORE WASHING THE VEHICLE,
COVER THE ENGINE AIR INTAKES
AND THE EXHAUST PIPES.
CAUTION
AFTER CLEANING YOUR MOTORCY-
CLE, BRAKING EFFICIENCY MAY BE
TEMPORARILY AFFECTED DUE TO
THE PRESENCE OF WATER ON THE
FRICTION SURFACES OF THE BRAK-
ING CIRCUIT. ALLOW LONGER
BRAKING DISTANCES TO PREVENT
ACCIDENTS. BRAKE REPEATEDLY
TO RESTORE NORMAL OPERATION.
CARRY OUT THE PRE-RIDE CHECKS.
mische ijswerende producten
op wegen in de winterperiode).
Vermijd vooral dat er op de car-
rosserie afzettingen achterblij-
ven, resten van industriële en
vervuilende stoffen, teervlek-
ken, dode insecten, uitwerpse-
len van vogels, enz.
Parkeer het voertuig niet onder
bomen. In sommige seizoenen
kan er uit de bomen hars, fruit of
bladeren vallen die chemische
stoffen bevatten die schadelijk
zijn voor de lak.
Reinig het dashboard met een
zachte en vochtige doek.
LET OP
VOORALEER MEN HET VOERTUIG
WAST, DICHT MEN DE INLATEN VAN
DE AANZUIGLUCHT VAN DE MOTOR
EN DE UITLAATOPENINGEN VAN DE
UITLAAT.
LET OP
NADAT MEN HET VOERTUIG HEEFT
GEWASSEN, KAN DE REMDOEL-
TREFFENDHEID TIJDELIJK MINDER
ZIJN DOOR DE AANWEZIGHEID VAN
WATER OP DE WRIJVINGSOPPER-
VLAKKEN VAN DE REMINSTALLATIE.
124
4 Maintenance / 4 Het onderhoud
VOORZIE EEN LANGE REMAFSTAND
OM ONGELUKKEN TE VERMIJDEN.
ACTIVEER HERHAALDELIJK DE
REMMEN, OM DE NORMALE REM-
CONDITIES TE HERSTELLEN. VOER
DE VOORBEREIDENDE CONTROLES
UIT.
04_36
04_37
To clean off dirt and mud deposited from
painted surfaces, soften caked dirt with a
low-pressure water jet. Sponge off using
a car body sponge soaked in a car body
shampoo and water solution (2 - 4% parts
of shampoo). Then rinse with plenty of
water, and dry with a chamois leather. To
clean the engine outer parts, use de-
greasing detergent, brushes and old
cloths. Anodised or painted aluminium
parts such as forks, wheel rims, frame,
footrests etc. should be washed using
water and mild soap. Using aggressive
detergents may damage the surface
treatment of these components.
TO CLEAN THE HEADLIGHTS USE A
SPONGE SOAKED IN WATER AND
MILD DETERGENT, RUBBING THE
SURFACE GENTLY AND RINSING
FREQUENTLY WITH PLENTY OF WA-
TER. REMEMBER TO CLEAN THE VE-
HICLE CAREFULLY BEFORE APPLY-
ING SILICON WAX POLISH. DO NOT
POLISH MATT-PAINTED SURFACES
Om het vuil en de modder te verwijderen
die zich hebben afgezet op de gelakte
oppervlakken, moet men een waterstraal
onder lage druk gebruiken, de vuile delen
zorgvuldig nat maken, en de modder en
het vuil verwijderen met een zachte
spons voor carrosserie die doordrenkt is
in veel water en shampoo (2 ÷ 4% delen
shampoo in water). Spoel vervolgens
overvloedig met water en droog af met
een zeem. Om de externe delen van de
motor te reinigen, gebruikt men een ont-
vettend reinigingsmiddel, kwasten en
doeken. De delen in elektrolytisch geoxi-
deerd of gelakt aluminium, zoals de vor-
ken, de velgen, het frame, de voetsteu-
nen enz., moeten gewassen worden met
neutrale zeep en water. Het gebruik van
te agressieve reinigingsmiddelen kan de
oppervlaktebehandeling van deze onder-
delen aantasten.
VOOR DE REINIGING VAN DE LICH-
TEN GEBRUIKT MEN EEN SPONS DIE
WERD ONDERGEDOMPELD IN WA-
125
4 Maintenance / 4 Het onderhoud
04_38
WITH POLISHING PASTE. THE VEHI-
CLE SHOULD NEVER BE WASHED IN
DIRECT SUNLIGHT, ESPECIALLY
DURING SUMMER, OR WITH THE
BODYWORK STILL HOT AS THE CAR
SHAMPOO CAN DAMAGE THE PAINT-
WORK IF IT DRIES BEFORE BEING
RINSED OFF.
CAUTION
DO NOT USE WATER (OR LIQUIDS)
AT TEMPERATURES OVER 40°C (104°
F) WHEN CLEANING THE VEHICLE
PLASTIC PARTS. DO NOT AIM HIGH
PRESSURE AIR/WATER JETS OR
STEAM JETS DIRECTLY TO THE FOL-
LOWING PARTS: WHEEL HUBS, CON-
TROLS ON THE RIGHT AND LEFT
SIDE OF THE HANDLEBAR, BEAR-
INGS, BRAKE PUMPS, INSTRUMENTS
AND GAUGES, EXHAUST SILENCER,
IGNITION SWITCH/STEERING LOCK.
DO NOT USE ALCOHOL OR SOL-
VENTS TO CLEAN ANY RUBBER OR
PLASTIC SADDLE COMPONENTS:
USE WATER AND MILD SOAP.
CAUTION
DO NOT USE SOLVENTS OR PETROL
BY-PRODUCTS (ACETONE, TRI-
CHLOROETHYLENE, TURPENTINE,
PETROL, THINNERS) TO CLEAN THE
SADDLE. USE INSTEAD DETER-
TER EN EEN NEUTRAAL REINIGINGS-
MIDDEL, WRIJFT MEN ZACHTJES OP
DE OPPERVLAKKEN EN SPOELT
MEN FREQUENT MET VEEL WATER.
MEN HERINNERT DAT HET OPPOET-
SEN MET SILICONENWAS UITGE-
VOERD MOET WORDEN NADAT MEN
HET VOERTUIG ZORGVULDIG HEEFT
GEWASSEN. POETS MATTE LAKKEN
NIET OP MET SCHURENDE PASTA'S.
HET WASSEN MAG NOOIT WORDEN
UITGEVOERD IN DE ZON, VOORAL
NIET IN DE ZOMER WANNEER DE
CARROSSERIE NOG WARM IS, OM-
DAT DE SHAMPOO DIE VOOR HET
SPOELEN OPDROOGT DE LAK KAN
BESCHADIGEN.
LET OP
GEBRUIK GEEN WATER (OF VLOEI-
STOFFEN) MET EEN TEMPERATUUR
HOGER DAN 40°C (104°C) VOOR DE
REINIGING VAN DE PLASTIC DELEN
VAN HET VOERTUIG. RICHT DE WA-
TERSTRALEN OF PERSLUCHT OF
DAMP NIET OP DE VOLGENDE DE-
LEN: DE NAVEN VAN DE WIELEN, DE
COMMANDO'S OP DE RECHTER EN
LINKER KANT VAN HET STUUR, DE
KUSSENTJES, DE REMPOMPEN, DE
INSTRUMENTEN EN DE INDICATO-
REN, DE UITLAAT VAN DE KNALDEM-
PER, DE ONTSTEKINGSSCHAKE-
LAAR / STUURSLOT. VOOR DE
126
4 Maintenance / 4 Het onderhoud
GENTS WITH SURFACE ACTIVE
AGENTS NOT EXCEEDING 5% (NEU-
TRAL SOAP, DEGREASING DETER-
GENTS OR ALCOHOL).
DRY THE SADDLE WELL AFTER
CLEANING.
CAUTION
DO NOT APPLY PROTECTIVE WAX
ON THE SADDLE AS IT MAY BECOME
SLIPPERY.
REINIGING VAN DE RUBBEREN EN
PLASTIC DELEN EN VAN HET ZADEL
MAG MEN GEEN ALCOHOL OF OP-
LOSMIDDELEN GEBRUIKEN; GE-
BRUIK DAARENTEGEN WATER EN
NEUTRALE ZEEP.
LET OP
VOOR DE REINIGING VAN HET ZADEL
MAG MEN GEEN OPLOSMIDDELEN
OF PETROLEUMDERIVATEN GE-
BRUIKEN (ACETON, TRICHLOORE-
THYLEEN, TERPENTIJN, BENZINE,
OPLOSMIDDELEN). MEN MAG REINI-
GINGSMIDDELEN GEBRUIKEN DIE
MAXIMUM 5% CAPILLAIR ACTIEVE
DELEN BEVATTEN (NEUTRALE
ZEEP, ONTVETTENDE REINIGINGS-
MIDDELEN OF ALCOHOL).
DROOG HET ZADEL ZORGVULDIG
NA DE REINIGING.
LET OP
BRENG OP HET ZADEL GEEN BE-
SCHERMENDE WAS AAN OM TE VER-
MIJDEN DAT HET GAAT SCHUIVEN.
127
4 Maintenance / 4 Het onderhoud
04_39
Transport (04_39)
Before transporting the vehicle, empty
the fuel tank well and make sure it is per-
fectly dry.
During transport, the vehicle must be well
anchored and upright, and first gear must
be engaged to avoid fuel and oil leaks.
IN CASE OF FAILURE, DO NOT HAVE
THE VEHICLE TOWED. ASK FOR
ROAD ASSISTANCE SERVICE.
Vervoer (04_39)
Vooraleer men het voertuig vervoert,
moet men de brandstoftank zorgvuldig
ledigen, en controleren of deze goed
droog is.
Tijdens de verplaatsing moet het voertuig
in verticale positie blijven, goed veran-
kerd zijn en in de eerste versnelling ge-
plaatst worden, om eventuele lekken van
brandstof en olie te vermijden.
IN GEVAL VAN EEN DEFECT MAG
MEN HET VOERTUIG NIET SLEPEN,
MAAR MOET MEN EEN HULPDIENST
CONTACTEREN.
128
4 Maintenance / 4 Het onderhoud
1200 sport 4V
Chap. 05
Technical data
Hst. 05
Technische
gegevens
129
WEIGHT AND DIMENSIONS
Length 2195 mm (86.4 in)
Width 870 mm (34.2 in)
Height (at windshield) 1160 mm (45.67 in)
Saddle height 800 mm (31.5 in)
Minimum earth clearance 185 mm (7.3 in)
Wheelbase 1495 mm (58.8 in)
Kerb weight 257 kg (567 lb)
AFMETINGEN EN GEWICHT
Lengte 2195 mm (86.4 inch)
Breedte 870 mm (34.2 inch)
Hoogte (tot de kap) 1160 mm (45.67 inch)
Hoogte van het zadel 800 mm (31.5 inch)
Minimum hoogte vanaf de grond 185 mm (7.3 in)
hartafstand 1495 mm (58.8 in)
Gewicht per versnellingsorde 257 kg (567 lb)
ENGINE
Type traverse-mounted twin-cylinder
four-stroke V 90°
Number of cylinders 2
Cylinder arrangement V 90°
Bore / stroke 95 x 81.2 mm (3.74 x 3.20 in)
Engine capacity 1151 cm³ (70 cu.in)
Compression ratio 11 : 1
Electric starter
MOTOR
Type bicilindrisch transversaal in V 90°,
4takt
Aantal cilinders 2
Schikking van de cilinders in V van 90°
Boring/slag 95 x 81,2 mm (3.74 x 3.20 in)
Cilinderinhoud 1151 cc (70 cuin)
Compressieverhouding 11: 1
Start Elektrisch
130
5 Technical data / 5 Technische gegevens
Engine idle speed 1100 ± 100 rpm
Clutch hydraulically controlled single-
plate dry clutch with incorporated
flexible coupling
Lubrication Pressure-fed, controlled by valves
and trochoidal pump
Air filter cartridge-type dry filter
Cooling air and oil cooled with independent
trochoidal pump and oil pressure
control valve
Timing system diagram single overhead camshaft with
bucket tappets and rocker-
operated valves
Toerental van de motor bij het
minimumtoerental
1100 ± 100 toeren/min
Koppeling droge monoschijf met hydraulisch
commando en geïntegreerde
schokbescherming
Smeersysteem Systeem onder druk, geregeld
door kleppen en trochoïdale pomp
Luchtfilter patroonfilter, droog
Koeling lucht en olie met onafhankelijke
trochoïdale pomp en klep voor de
drukregeling van het koelcicuit van
de olie
Distributiediagram monoas met nokken in de kop met
bekertjes en balanceringen voor
het commando van de kleppen
TRANSMISSION
Primary drive with gears, ratio: 24/35 = 1:1.4583
Gearbox Mechanical, 6 speeds with foot
lever on the left hand side of the
engine
Gear ratios, 1st gear 17/38 = 1:2.2353
Gear ratios, 2nd gear 20/34 = 1:1.7
TRANSMISSIE
Primaire transmissie met raderwerk, verhouding: 24/35
= 1:1,4583
Versnellingsbak Mechanisch met 6 versnellingen,
met pedaalcommando op de linker
kant van de motor
Versnellingsverhouding 1°
versnelling
17/38 = 1:2,2353
131
5 Technical data / 5 Technische gegevens
Gear ratios, 3rd gear 23/31 = 1:1.3478
Gear ratios, 4th gear 26/29 = 1:1.1154
Gear ratios, 5th gear 31/29 = 1:0.9355
Gear ratios, 6th gear 30/24 = 1:0.8
Final drive with U-joint
Ratio 12/44 = 1:3.6667
Versnellingsverhouding 2°
versnelling
20/34 = 1:1,7
Versnellingsverhouding 3°
versnelling
23/31 = 1:1,3478
Versnellingsverhouding 4°
versnelling
26/29 = 1:1,1154
Versnellingsverhouding 5°
versnelling
31/29 = 1:0,9355
Versnellingsverhouding 6°
versnelling
30/24 = 1:0,8
Eindtransmissie met cardankoppeling
Verhouding 12/44 = 1:3.6667
CAPACITY
Engine oil Oil change and oil filter
replacement: 3,500 cm³ (214 cu.in)
Gearbox oil 500 cm³ (30.5 cu.in)
Transmission oil 380 cm³ (23.2 cu.in)
Fuel (reserve included) 23 l (6.1 gal)
Fuel reserve 4 l (1.06 gal)
Seats 2
CAPACITEIT
Motorolie Vervanging van de olie en de
oliefilter 3500 cc (214 cu in)
Olie van de versnellingsbak 500 cc (30.5 cu in)
Olie van de transmissie 380 cc (23.2 cu in)
Brandstof (inclusief de reserve) 23 l (6.1 gal)
Brandstofreserve 4 l (1.06 gal)
Plaatsen 2
132
5 Technical data / 5 Technische gegevens
Vehicle maximum load 221 kg (487 lb) (rider + passenger
+ luggage)
Maximum lading van het voertuig 221 Kg (487 lb) (bestuurder +
passagier + bagage)
FUEL SYSTEM
Fuel system Electronic injection (Weber .
Marelli) with stepper motor
Diffuser diameter: 50 mm (1.97 in)
Fuel Premium unleaded petrol,
minimum octane rating 95 (NORM)
and 85 (NOMM)
VOEDING
VOEDING Elektronische injectie (Weber .
Marelli) met stepper motor
Diffusor diameter 50 mm (1.97 in)
Brandstof Loodvrije superbenzine, met een
minimum octaangehalte van 95
(N.O.R.M.) en 85 (N.O.M.M.).
CHASSIS AND SUSPENSIONS
Type high strength steel tube chassis
Trail 120 mm (4.72 in)
Front suspension hydraulic telescopic fork, Ø 45 mm
(1.77 in) stems, adjustable at
spring preloading.
Headstock angle 25° 30'
Wheel travel 120 mm (4.72 in)
Rear single arm suspension with
progressive linkage, single shock
FRAME EN OPHANGINGEN
Type buisvormig in staal, met hoge
extrudeerlimiet
Voorloop 120 mm (4.72 in)
Voorste ophanging telescoopvork met hydraulische
werking, stangen diam. 45 mm
(1.77 in), met regeling van de
voorbelasting van de veer
Helling van de stuurkop 25° 30'
Verplaatsing van het wiel 120 mm (4.72 in)
133
5 Technical data / 5 Technische gegevens
absorber with adjustable rebound
and ergonomic knob for spring
preloading adjustment.
Wheel travel 140 mm (5.5 in)
Achteraan monoarm met progressief
hefsysteem, monoschokdemper
regelbaar in extensie en met
ergonomisch handvat voor de
regeling van de voorbelasting van
de veer.
Verplaatsing van het wiel 140 mm (5.5 in)
BRAKES
Front twin Ø 320 mm (12.6 in) stainless
steel floating disc, calliper with 4
different and counteracting
plungers
Rear 282 mm (11.1 in) diam. stainless
steel disc
REMMEN
Vooraan dubbele vlottende schijf in roestvrij
staal, Ø 320 mm (12.6 in), tangen
met 4 onderscheiden en
tegengestelde zuigertjes
Achteraan Schijf in roestvrij staal Ø 282 mm
(11.1 in)
WHEELS AND TYRES
Type hollow 3-spoke rim in chilled cast
aluminium alloy
Front wheel rim 3.50" x 17"
Rear wheel rim 5.50" x 17"
Tyres METZELER Roadtec Z6
MICHELIN Pilot Road
DUNLOP D220 ST Sportmax
WIELEN EN BANDEN
Type met 3 holle spaken, in
aluminiumlegering, gegoten in
schelp
Voorvelg 3.50" x 17"
Achtervelg 5.50" x 17"
Banden METZELER Roadtec Z6
MICHELIN Pilot Road
134
5 Technical data / 5 Technische gegevens
Tyres - front size 120/70 - ZR 17''
Inflation pressure (front) 2.5 bar (250 kPa) (36.3 PSI)
Inflation pressure with passenger
(front)
2.5 bar (250 kPa) (36.3 PSI)
Tyres - Rear size 180 / 55 - ZR 17''
Inflation pressure (rear) 2.8 bar (280 kPa) (40.6 PSI)
Inflation pressure with passenger
(rear)
2.8 bar (280 kPa) (40.6 PSI)
DUNLOP D220 ST Sportmax
Banden - maat vooraan 120/70 - ZR 17''
Bandenspanning (vooraan) 2,5 bar (250 kPa) (36.3 PSI)
Bandenspanning met passagier
(vooraan)
2,5 bar (250 kPa) (36.3 PSI)
Banden maat achteraan 180 / 55 - ZR 17''
Bandenspanning (achteraan) 2,8 bar (280 kPa) (40.6 PSI)
Bandenspanning met passagier
(achteraan)
2,8 bar (280 kPa) (40.6 PSI)
ELECTRICAL SYSTEM
Spark plug NGK PMR8B (long life)
Alternatively:
Spark plug NGK CR8EKB (long life)
Electrode gap 0.6 - 0.7 mm (0.024 - 0.028 in)
Battery 12 V - 18 Ampere/hour
Alternator (permanent magnet
type)
12 V - 550 W
Main fuses 30 A
ABS version fuses 40A - 25A
ABS version auxiliary fuses 3A - 15A - 20A - 10A
ELEKTRISCHE INSTALLATIE
Bougie NGK PMR8B (long life)
Als alternatief:
Bougie NGK CR8EKB (long life)
Afstand van de elektroden 0,6 - 0,7 mm (0.024 - 0.028 in)
Accu 12 V - 18 Ampère/uur
Generator (met permanente
magneet)
12 V - 550 W
Hoofdzekeringen 30 A
Zekeringen versie ABS 40A - 25 A
Secundaire zekeringen versie ABS 3 A - 15 A - 20 A - 10 A
135
5 Technical data / 5 Technische gegevens
Tail light 12V - 5 W
Low-beam light 12 V - 55 W H7
High-beam light 12 V - 65 W H9
Turn indicators 12V - 10 W (orange bulb)
Rear daylight running light/stop
light
LED
Dashboard lighting LED
License plate light 12V - 5 W
Turn indicator warning light LED
ABS warning light LED
Neutral gear warning light LED
Alarm warning light LED
Side stand down warning light LED
Low fuel warning light LED
High beam warning light LED
Antitheft device warning light LED
Gear shift warning light LED
Positielicht 12V - 5W
Dimlicht 12V - 55 W H7
Groot licht 12V - 65 W H9
Richtingaanwijzers 12V - 10 W (oranje lamp)
Achterste positielicht / stoplicht LED
Instrumentverlichting LED
Nummerplaatlicht 12V - 5W
Controlelamp van de
richtingaanwijzers
LED
Controlelamp ABS LED
Controlelamp van de
versnellingsbak in vrij
LED
Alarmcontrolelamp Led
Controlelamp van de laterale
standaard uitgeklapt
LED
Controlelamp van de
brandstofreserve
LED
Controlelamp van het groot licht LED
Contolelamp van het
antidiefstelsysteem
Led
Controlelamp voor het schakelen Led
136
5 Technical data / 5 Technische gegevens
05_01
Kit equipment (05_01)
The tools supplied are:
- 4 - 5 mm (0.15 - 0.20 in) L-shaped hex
Allen keys (1);
- 10 - 13 mm (0.39 - 0.51 in) double open
ended spanner (2);
- one toolkit pouch (3);
- crosshead / plain slot screwdriver (4);
- pliers to extract fuses (5);
- box-spanner for spark plugs (6).
bijgevoegd gereedschap
(05_01)
De bijgevoegde gereedschappen zijn:
- gebogen mannelijke zeshoekige sleu-
tels 4 - 5 mm (0.15 - 0.20 in) (1);
- dubbele vorksleutel 10 - 13 mm (0.39 -
0.51 in) (2);
- gereedschapstas (3);
- schroevendraaier met twee punten
kruis / punt (4);
- trektang voor de zekeringen (5);
- buissleutel voor bougies (6).
137
5 Technical data / 5 Technische gegevens
138
5 Technical data / 5 Technische gegevens
1200 sport 4V
Chap. 06
Programmed
maintenance
Hst. 06
Geprogrammeer
d onderhoud
139
Scheduled maintenance table
Correct maintenance is fundamental for
ensuring the longevity of your vehicle and
maintaining optimum functionality and
performance.
For this purpose, Moto Guzzi has formu-
lated a series of checks and scheduled
services (at the owner's expense), are
summarised in the table given in the fol-
lowing page. We recommend having any
minor faults resolved immediately by an
Authorised Moto Guzzi Dealer, without
waiting until the next scheduled service
interval.
All scheduled services must be carried
out at the specified intervals and mileage,
as soon as the predetermined mileage is
reached. Carrying out scheduled serv-
ices on time is essential for the validity of
your warranty. For further information re-
garding Warranty procedures and
''Scheduled Maintenance'', please refer
to the ''Warranty Booklet''.
Tabel van het
geprogrammeerd onderhoud
Een aangepast onderhoud is van door-
slaggevend belang voor een langere le-
vensduur van het voertuig in optimale
werkcondities met optimale prestaties.
Daarom heeft Moto Guzzi een serie van
controles en onderhoudshandelingen te-
gen betaling voorzien, die men vindt in
het samenvattend kader op de volgende
pagina. Het is goed om eventuele kleine
onregelmatigheden bij de werking onmid-
dellijk mee te delen aan een Officiële
Moto Guzzi Dealer of Verkoper zonder
te wachten, om ze te verhelpen, tot het
uitvoeren van de volgende servicebeurt.
Het is absoluut noodzakelijk om de ser-
vicebeurten uit te voeren aan de voorge-
schreven kilometerintervals en tijden,
wanneer de voorziene kilometerstand
wordt bereikt Een stipte uitvoering van de
servicebeurten is noodzakelijk voor het
correcte gebruik van de garantie. Voor
alle andere informatie in verband met de
toepassingswijzen van de Garantie en de
uitvoering van het "Geprogrammeerd
Onderhoud", raadpleegt men het "Garan-
tieboekje".
NOTE
CARRY OUT MAINTENANCE OPERA-
TIONS AT HALF THE INTERVALS
SPECIFIED IF THE VEHICLE IS USED
N.B.
WANNEER HET VOERTUIG WORDT
GEBRUIKT IN REGENACHTIGE OF
STOFFIGE ZONES, OP SLECHTE WE-
140
6 Programmed maintenance / 6 Geprogrammeerd onderhoud
IN PARTICULAR RAINY OR DUSTY
CONDITIONS, OFF ROAD OR FOR
TRACK USE.
GEN, OF WANNEER MEN SPORTIEF
RIJDT, MOETEN DE ONDERHOUDS-
HANDELINGEN AAN DE HELFT VAN
HET AANGEDUIDE TIJDSINTERVAL
UITGEVOERD WORDEN.
I: INSPECT AND CLEAN, ADJUST, LU-
BRICATE OR REPLACE IF NECESSA-
RY
C: CLEAN, R: REPLACE, A: ADJUST, L:
LUBRICATE
(1) Check and clean and adjust or re-
place, if necessary, before every journey.
(2) Replace every 2 years or 20000 Km
(12427 mi).
(3) Replace every 4 years.
(4) At each engine start.
(5) Check every month.
(6) Lubricate if you are riding in the rain,
on wet roads or after the vehicle has been
washed.
I: CONTROLEREN EN REINIGEN, RE-
GELEN, SMEREN OF VERVANGEN IN-
DIEN NODIG
C: REINIGEN, R: VERVANGEN, A: RE-
GELEN, L: SMEREN
(1) Controleren en reinigen, regelen of
vervangen indien nodig vóór elke reis.
(2) Elke 2 jaar of 20000 km (12427 mi)
vervangen.
(3) Elke 4 jaar vervangen.
(4) Bij elke start.
(5) Elke maand controleren.
(6) Smeren in geval in de regen of op nat-
te wegen wordt gereden, of na elke was-
beurt van het voertuig
ROUTINE MAINTENANCE TABLE
km x 1.000 1,5 10 20 30 40 50 60 70 80
Spark plugs R R R R R R R R
Carburetion at idle (CO) I I I I I I I I
141
6 Programmed maintenance / 6 Geprogrammeerd onderhoud
km x 1.000 1,5 10 20 30 40 50 60 70 80
Throttle body - - C - C - C - C
Transmission cables and controls I I I I I I I I I
Alternator belt A A R A A
Steering bearings and steering clearance I I I I I I I I I
Wheel bearings I I I I I I I I
Brake discs I I I I I I I I I
Air filter I R I R I R I R
Engine oil filter R R R R R R R R R
Fork I I I I I
Light aiming operation I I I I I I I I
Vehicle general operation I I I I I I I I I
Braking systems I I I I I I I I I
Light circuit I I I I I I I I I
Safety switches I I I I I
Brake fluid (2) I I I I I I I I I
Clutch fluid (2) I I I I I I I I I
Gearbox oil R R R R R R R R R
Fork oil / oil seals R R R
Engine oil R R R R R R R R R
Final drive oil R R R R R R R R R
Tyres - pressure/wear (5) I I I I I I I I I
Engine idle speed A A A A A A A A A
142
6 Programmed maintenance / 6 Geprogrammeerd onderhoud
km x 1.000 1,5 10 20 30 40 50 60 70 80
Valve clearance adjustment A A A A A A A A A
Wheels I I I I I I I I I
Bolts and nuts tightening I I I I I I I I I
Battery terminals tightening I I I I I
Cylinder synchronisation I I I I I I I I I
Suspension and setting I I I I I
Engine oil pressure warning light (4)
Empty oil drain pipe from the filter housing C C C C C C C C
Fuel lines (3) I I I I I I I I
Brake lines (3) I I I I I I I I
Clutch wear I I I I I I I I
Clutch lever pin (6) L L L L L L L L L
Brake pad wear (1) I I I I I I I I I
TABEL VAN HET PERIODIEK ONDERHOUD
km x 1.000 1,5 10 20 30 40 50 60 70 80
Bougies R R R R R R R R
Carburatie bij het minimum toerental (CO) I I I I I I I I
Corpo farfallato - - C - C - C - C
Kabels van de transmissie en de commando's I I I I I I I I I
Riem van de alternator A A R A A
Kussentjes en speling van het stuur I I I I I I I I I
143
6 Programmed maintenance / 6 Geprogrammeerd onderhoud
km x 1.000 1,5 10 20 30 40 50 60 70 80
Kussentjes van de wielen I I I I I I I I
Remschijven I I I I I I I I I
Luchtfilter I R I R I R I R
Filter van de motorolie R R R R R R R R R
Vork I I I I I
Werking / richting van de lichten I I I I I I I I
Algemene werking van het voertuig I I I I I I I I I
Reminstallaties I I I I I I I I I
Installatie lichten I I I I I I I I I
Veiligheidsschakelaars I I I I I
Remvloeistof (2) I I I I I I I I I
Koppelingsvloeistof (2) I I I I I I I I I
Olie van de versnellingsbak R R R R R R R R R
Olie / oliekeeringen van de vork R R R
Motorolie R R R R R R R R R
Olie van de eindtransmissie R R R R R R R R R
Banden - druk/slijtage (5) I I I I I I I I I
Minimum regime van het toerental van de motor A A A A A A A A A
Regeling van de kleppenspeling A A A A A A A A A
Wielen I I I I I I I I I
Sluiting van bouten I I I I I I I I I
Sluiting van de klemmen van de accu I I I I I
144
6 Programmed maintenance / 6 Geprogrammeerd onderhoud
km x 1.000 1,5 10 20 30 40 50 60 70 80
Synchronisatie van de cilinders I I I I I I I I I
Ophangingen en stand I I I I I
Controlelamp van de druk van de motorolie (4)
Leegmaking van de drainagebuis van de olie vanaf de filterdoos C C C C C C C C
Brandstofleidingen (3) I I I I I I I I
Remleidingen (3) I I I I I I I I
Slijtage van de koppeling I I I I I I I I
Spil koppelingshendel (6) L L L L L L L L L
Slijtage remblokken (1) I I I I I I I I I
RECOMMENDED PRODUCTS
Product Description Specifications
ENI i-RIDE PG 10W-60 Lubricant formulated with advanced synthetic
technology and high performance additives to
cater specifically for 4-stroke engines with high
specific power outputs.
JASO MA, MA2 - API SG
AGIP GEAR SAE 80 W 90 Transmission oil API GL-4
AGIP GEAR MG/S SAE 85 W-90 Gearbox oil API GL-5
AGIP FORK 7.5W Fork oil SAE 5W / SAE 20W
AGIP GREASE SM2 Lithium grease with molybdenum for bearings
and other points needing lubrication
NLGI 2
Neutral grease or petroleum jelly. BATTERY POLES
145
6 Programmed maintenance / 6 Geprogrammeerd onderhoud
Product Description Specifications
AGIP BRAKE 4 Brake fluid SAE J 1703 -FMVSS 116 - DOT 3/4 - ISO 4925
- CUNA NC 956 DOT 4 synthetic fluid
AGIP BRAKE 5.1 Clutch fluid FMVSS 116 - DOT 5.1 Non-silicone synthetic
fluid
AANBEVOLEN PRODUCTEN
Product
Beschrijving Kenmerken
ENI i-RIDE PG 10W-60 Smeermiddel geformuleerd met top synthetic
technologie dat additieven voor hoge
prestaties bevat om te kunnen voldoen aan de
eisen van 4-takt motoren van motorfietsen met
een hoog specifiek vermogen.
JASO MA, MA2 - API SG
AGIP GEAR SAE 80 W 90 Olie van de transmissie API GL-4
AGIP GEAR MG/S SAE 85W-90 Olie van de versnellingsbak API GL-5
AGIP FORK 7.5W Olie van de vork SAE 5W / SAE 20W
AGIP GREASE SM2 Lithiumvet met molybdeen voor de kussentjes
en andere te smeren punten
NLGI 2
Neutraal vet of vaseline POLEN VAN DE ACCU
AGIP BRAKE 4 remvloeistof Synthetische vloeistof SAE J 1703 -FMVSS
116 - DOT 3/4 - ISO 4925 - CUNA NC 956 DOT
4
AGIP BRAKE 5.1 Vloeistof voor de koppeling Niet-siliconen synthetische vloeistof FMVSS
116 - DOT 5.1
146
6 Programmed maintenance / 6 Geprogrammeerd onderhoud
1200 sport 4V
Chap. 07
Special fittings
Hst. 07
Speciale
uitrustingen
147
07_01
Accessories index (07_01)
The following accessories are available:
1. Top fairing extension
2. Heated handlebars
3. side panniers
4. Glovebox
5. Centre stand
- Electronic antitheft device
Index van de accessoires
(07_01)
De volgende accessoires zijn beschik-
baar:
1. verhoogd kapje
2. verwarmde handvaten
3. zijtassen
4. koffertje
5. centrale standaard
- elektronisch antidiefstalsysteem
148
7 Special fittings / 7 Speciale uitrustingen
07_02
Heated handgrips (07_02)
HAND GRIP HEATING BUTTON
Hold the button pressed to activate the
hand grip heating system. Regulate the
temperature by pressing briefly. Holding
the button pressed a second time deac-
tivates the system. When the engine is
switched off, the hand grip heating sys-
tem is also switched off. When the engine
is started again, the hand grip heating
system is also switched on at the last se-
lected intensity level.
Verwarmbare handvaten
(07_02)
DRUKKNOP VAN DE VERWARMDE
HANDVATEN
Met een lange druk activeert men het ver-
warmingsmechanisme van de handva-
ten. Met korte drukken regelt men de
intensiteit. Een tweede lange druk des-
activeert het mechanisme. Met het uit-
schakelen van de motor wordt het ver-
warmingsmechanisme van de handvaten
uitgeschakeld, bij de volgende start wordt
het verwarmingssysteem van de hand-
vaten geactiveerd op het laatst geselec-
teerde vermogenniveau.
Centre stand (07_03, 07_04)
Grasp the left grip and the pas-
senger handgrip.
PUSH THE SIDE STAND DOWN WITH
YOUR RIGHT FOOT AND EXTEND IT
COMPLETELY TO AVOID RISK OF VE-
HICLE FALLING OR OVERTURNING
IN CASE OF LOSS OF BALANCE.
centrale standaard (07_03,
07_04)
Grijp het linker handvat en de
handgreep vast.
DUW OP DE LATERALE STANDAARD
MET DE RECHTER VOET, DOOR HEM
VOLLEDIG UIT TE KLAPPEN, OM TE
VERMIJDEN DAT HET VOERTUIG
VALT OF OMSLAAT WANNEER HET
NIET GEBALANCEERD IS.
149
7 Special fittings / 7 Speciale uitrustingen
07_03
Push the centre stand lever
(Pos. A) and rest the stand on
the ground.
PROCEED WITH CAUTION.
PLACING THE VEHICLE ON ITS
STAND MIGHT BE DIFFICULT SINCE
THE VEHICLE IS VERY HEAVY. RE-
LEASE THE GRIP AND THE PASSEN-
GER HANDGRIP ONLY AFTER THE
VEHICLE IS STEADY ON ITS STAND.
Druk op de hendel van de cen-
trale standaard (Pos. A), en
plaats hem op de grond.
HANDEL VOORZICHTIG.
DE HANDELING VAN HET PLAATSEN
VAN HET VOERTUIG OP DE CENTRA-
LE STANDAARD KAN MOEILIJK ZIJN
ALS GEVOLG VAN HET AANZIENLIJ-
KE GEWICHT VAN HET VOERTUIG.
LAAT HET HANDVAT EN DE HAND-
GREEP SLECHTS LOS WANNEER
HET VOERTUIG OP DE STANDAARD
IS GEPLAATST.
07_04
Stand on the centre stand lever
(Pos. B) while simultaneously
shifting your weight toward the
rear (Pos. C) of the vehicle.
Retract the side stand
Laat uw gewicht op de hendel
(Pos. B) van de centrale stan-
daard rusten, en verplaats ge-
lijktijdig uw zwaartepunt naar de
achterkant (Pos. C) van het
voertuig.
Klap de laterale standaard in
150
7 Special fittings / 7 Speciale uitrustingen
07_05
07_06
Fairings (07_05, 07_06, 07_07,
07_08, 07_09, 07_10)
REMOVAL OF FRONT HEADLIGHT
ASSEMBLY
On both sides, undo and re-
move the two lateral screws (1).
On both sides, undo and re-
move the two screws (2) on the
instrument panel.
Support the front headlight assembly
then remove from its mountings.
Bekledingen (07_05, 07_06,
07_07, 07_08, 07_09, 07_10)
VERWIJDERING VAN DE VOORSTE
OPTISCHE GROEP
Draai de twee zijdelingse bou-
ten (1) los en verwijder ze, door
te handelen langs beide kanten.
Draai de twee bouten (2) op het
dashboard los en verwijder ze,
door te handelen langs beide
kanten.
Steun de voorste optische groep, om-
dat ze niet bevestigd is.
Working from the left right-hand side:
disconnect the throttle grip ca-
ble.
disconnect the front headlight
assembly's wiring.
Working from the front:
Retrieve the front headlamp.
Retrieve the top fairing.
Door te handelen langs achter rechts:
sluit de gaskabel aan.
koppel de bekabeling van de
voorste optische groep los.
Door te handelen langs voor:
Recupereer het voorlicht.
Recupereer het kapje.
151
7 Special fittings / 7 Speciale uitrustingen
07_07
REMOVING THE TAIL FAIRING
Lift the saddle and rest on the
fuel tank.
Unscrew and remove the two
screws.
VERWIJDERING VAN DE ZADELBE-
DEKKING
Hef het zadel op en leg het op
de brandstoftank.
Draai de twee bouten los, en
verwijder ze.
07_08
Open the saddle cover (1) out-
wards, without straining, and
slide out the fastener tab (2).
TAKE CARE THAT THE TABS OF THE
SADDLE COVER DO NOT DAMAGE
THE SADDLE DURING INSTALLA-
TION.
Open het zadel (1) naar buiten
toe, zonder teveel te forceren,
zodat de bevestiging (2) kan
verwijderd worden.
LET OP DAT DE BEVESTIGINGEN
VAN DE ZADELBEDEKKING HET ZA-
DEL ZELF NIET BESCHADIGEN TIJ-
DENS DE FASE VAN DE INSTALLA-
TIE.
152
7 Special fittings / 7 Speciale uitrustingen
07_09
Repeat the operation on the op-
posite side.
Herhaal de handeling aan de te-
gengestelde zijde.
07_10
Remove the saddle cover.
Verwijder de zadelbedekking.
153
7 Special fittings / 7 Speciale uitrustingen
154
7 Special fittings / 7 Speciale uitrustingen
TABLE OF CONTENTS
A
ABS: 51
Accessories: 148
Advanced functions: 30
Air filter: 97
B
Battery: 16, 101, 102
Brake: 14, 98, 119
C
Centre stand: 149
Chronometer: 39
Clock: 34
Clutch: 14, 70, 99, 100
Clutch fluid: 14, 99, 100
Clutch lever: 70
D
Disc brake: 119
Display: 27, 38, 44
E
Engine oil: 14, 87, 88, 90
Engine stop: 50
F
Fairings: 151
Fork: 68
Fuel: 11
Fuses: 105
G
Gearbox oil: 14, 93
H
Headlight: 114
Heated handgrips: 149
Horn: 47
I
Identification: 55
Instrument panel: 24
M
Maintenance: 85, 139, 140
Maintenance Table: 140
Mirrors: 118
R
rear-view mirrors: 118
S
Saddle: 54
Scheduled maintenance:
140
Shock absorbers: 65
Spark plug: 97
Stand: 17, 76, 149
Start-up: 50
Stop switch: 50
T
Technical data: 129
Turn indicators: 117
Tyres: 94
W
Warning lights: 12
155
156
TREFWOORDENREGISTER
A
ABS: 51
Accessoires: 148
ACCU: 16, 101, 102
Achteruitkijkspiegels: 118
Alarmen: 44
B
Banden: 94
Bekledingen: 151
BOUGIE: 97
Brandstof: 11
C
Centrale: 149
Centrale standaard: 149
Chronometer: 39
Claxon: 47
Controlelampen: 12, 26
D
Dashboard: 23
Diagnostiek: 42
Display: 27
Documentenruimte: 55
G
Geprogrammeerd
onderhoud: 139, 140
Gevorderde functies: 30
H
Het stilleggen van de motor:
50
I
Identificatie: 55
Instrumentenbord: 24
K
Klok: 34
Koplamp: 114
Koppeling: 70, 99, 100
L
Lampen: 111
Luchtfilter: 97
M
Motorolie: 87, 90
O
Onderhoud: 85, 139, 140
Optische groep: 117
R
Remvloeistof: 98
Richtingaanwijzers: 116, 117
S
Schijfrem: 119
Schokdempers: 65
Standaard: 17, 76, 149
Start: 72
Stuurslot: 46
T
Technische gegevens: 129
U
Uitlaat: 74
V
Versnellingsbak: 14, 93
Verwarmbare handvaten:
149
Vloeistof voor de koppeling:
100
157
Z
Zadel: 54
Zekeringen: 105, 107
158
THE VALUE OF SERVICE
Only the mechanics of the official Moto Guzzi Service Network know this vehicle well, thanks to constant technical professional development and Moto Guzzi specific training programmes, and have the
tools needed to carry out maintenance and repair operations correctly.
The reliability of the vehicle also depends on its mechanical conditions. Checking the vehicle before setting off, carrying out routine maintenance and using only Moto Guzzi Original Spare parts is
fundamental!
For information about the nearest Official Dealer and/or Service Centre, consult the Yellow Pages or search directly on the inset map in our Official Website:
www.motoguzzi.it
Only by purchasing Moto Guzzi Original Spare Parts will you get a product designed and tested during the bike designing phase. Moto Guzzi Original Spare Parts are subject to systematic quality control
procedures so that their reliability and performance over time is guaranteed.
The descriptions and illustrations given in this publication are not binding; while the basic features as described and illustrated in this manual remain unchanged, Moto Guzzi reserves the right, at any
time and without being required to update this publication beforehand, to make any changes to components, parts or accessory supplies, which it deems necessary to improve the product or which are
required for manufacturing or commercial reasons.
Not all versions shown in this publication are available in all countries. The availability of individual versions should be checked with the official Moto Guzzi sales network.
© Copyright 2008- Moto Guzzi. All rights reserved. Reproduction of this publication in whole or in part is prohibited. Moto Guzzi - After sales service.
The Moto Guzzi brand is owned by Piaggio & C. S.p.A.
DE WAARDE VAN DE ASSISTENTIE
Dankzij de voortdurende actualiseringen en de specifieke trainingsprogramma´s van de Moto Guzzi producten, kennen enkel de onderhoudsmonteurs van het Officiële Netwerk van Moto Guzzi grondig
dit voertuig, en beschikken ze over de nodige speciale uitrusting voor een correcte uitvoering van de handelingen van het onderhoud en de herstellingen.
De betrouwbaarheid van het voertuig hangt ook af van de mechanische condities van het voertuig. De controle vóór het rijden, het regelmatig onderhoud en het exclusief gebruik van de originele
reserveonderdelen van Moto Guzzi zijn essentiële factoren!
Voor informatie in verband met de dichtstbijzijnde Officiële dealer en/of Assisitentiedienst, raadpleegt men de Gouden Gids of zoekt men rechtstreeks op de geografische kaart op onze Officiële Website:
www.motoguzzi.it
Enkel wanneer men Originele Moto Guzzi Reserveonderdelen aanvraagt, zal men een product verkrijgen dat reeds bestudeerd en getest werd tijdens de ontwerpfase van het voertuig. De Originele
Moto Guzzi Reserveonderdelen worden systematisch onderworpen aan kwaliteitscontroleprocedures, voor het garanderen van de volledige betrouwbaarheid en de duur.
De beschrijvingen en de illustraties in deze uitgave zijn niet bindend; Moto Guzzi houdt zich derhalve het recht voor, behoudens de essentiële eigenschappen van het model dat hierin is beschreven en
geïllustreerd, op elk moment wijzigingen aan te brengen aan de organen of de onderdelen, of de levering van accessoires te actualiseren naar gelang zij dit nodig acht om het product te verbeteren, of
om te voldoen aan enige vereisten van constructieve of commerciële aard, zonder verplicht te zijn om tijdig deze uitgave bij te werken.
Niet alle versies in deze uitgave zijn in alle landen beschikbaar. De beschikbaarheid van de afzonderlijke versies moet gecontroleerd worden via het officiële verkoopsnetwerk van Moto Guzzi.
© Copyright 2008- Moto Guzzi. Alle rechten voorbehouden. Het reproduceren van de inhoud, ook van delen hiervan, is verboden. Moto Guzzi - Dienst na verkoop.
Het merk Moto Guzzi is eigendom van Piaggio & C. S.p.A.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160

MOTO GUZZI 1200 SPORT Handleiding

Categorie
Auto's
Type
Handleiding

in andere talen