Pioneer D1200SPL Handleiding

Categorie
AV-ontvangers
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

1
Alvorens gebruik ........................................ 1
Productregistratie .............................................. 1
Bij problemen .................................................... 2
Over dit product ................................................ 2
WAARSCHUWING ........................................ 2
WAARSCHUWING ........................................ 2
Instellen van dit toestel ............................ 3
MODE SELECT schakelaar .............................. 3
Frequentieregelaar van het versterkingsniveau
van de lage klanken .................................... 3
Bass Boost niveauregeling ................................ 3
Aansluitingenafdekking .................................... 3
Regelaar voor drempelfrequentie voor LPF ...... 3
Versterkingsregelaar .......................................... 4
BFC (Beat Frequency Control) schakelaar ...... 4
HEAT indicator ................................................ 4
PROTECT indicator .......................................... 4
Spanningsindicator ............................................ 4
Subsonic Keuzetoets ........................................ 4
Correct instellen van de Gain
(extra versterking) ...................................... 5
Aansluiten van het toestel ...................... 6
Aansluitschema ................................................ 7
Aansluitingen zonder solderen .......................... 8
Verbinden van de
luidsprekeruitgangsaansluitingen .............. 8
Aansluiten van het spanningsaansluitpunt ........ 9
Instellen van de versterking voor een
gesynchroniseerde versterker .................. 10
Aansluiten van de luidsprekerdraden .............. 10
Installatie .................................................. 15
Bevestigen van de Bass Boost
afstandsbediening .................................... 15
Voorbeeld van installatie op de vloermat of
op het chassis ............................................ 16
Terugzetten van de aansluitingenafdekking .... 16
Omdraaien van het embleem .......................... 16
Aanvullende informatie .......................... 17
Oplossen van problemen ................................ 17
Technische gegevens ............................ 18
Dank U zeer voor de aanschaf van dit
PIONEER-product. Lees deze
gebruiksaanwijzing goed door, voordat het
toestel in gebruik genomen wordt.
In de 25 lidstaten van de EU, Zwitserland
en Noorwegen kunnen particulieren hun
gebruikte elektronische producten gratis
bij de daarvoor bestemde verzamelplaatsen
of een verkooppunt (indien u aldaar een
gelijkwaardig nieuw product koopt)
inleveren.
Indien u zich in een ander dan
bovengenoemd land bevindt kunt u contact
opnemen met de plaatselijke overheid voor
informatie over de juiste verwijdering van
het product.
Zodoende zorgt u ervoor dat het
verwijderde product op de juiste wijze
wordt behandeld, opnieuw bruikbaar wordt
gemaakt, t gerecycleerd en het niet
schadelijk is voor de gezondheid en het
milieu.
Productregistratie
Hier vindt u onze site:
Registreer uw product. Wij bewaren de
gegevens van het product dat u heeft
aangeschaft zodat u deze eenvoudig kunt
opvragen als u die nodig mocht hebben
voor de verzekering na bijvoorbeeld
verlies of diefstal.
Deponeer dit product niet bij
het gewone huishoudelijk
afval wanneer u het wilt
verwijderen. Er bestaat een
speciaal wettelijk
voorgeschreven
verzamelsysteem voor de
juiste behandeling, het
opnieuw bruikbaar maken en
de recycling van gebruikte
elektronische producten.
Inhoudsopgave Alvorens gebruik
ENGLISH
ESPAÑOL
DEUTSCH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
êìëëäàâ
2
Bij problemen
Neem contact op met uw dealer of het
dichtstbijzijnde PIONEER service-
centrum, wanneer de eenheid niet juist
functioneert.
Over dit product
Dit product is een versterker voor de
subwoofer. Als zowel de L (linker) als R
(rechter) kanalen zijn aangesloten op
de RCA (tulp) ingangsaansluitingen van
dit product, zal de geluidsweergave
gemengd zijn omdat dit product een
mono-versterker is.
WAARSCHUWING
Vervang de zekering in geen geval door één met
een hoger vermogen of hogere waarde dan de
originele. Gebruik van een verkeerde zekering
kan leiden tot oververhitting en rookontwikkeling
en tot beschadiging van het product en letsel,
bijvoorbeeld brandwonden.
Gebruikt de meegeleverde inbussleutel om de
schroeven of bouten vast te draaien wanneer u de
draden aan de aansluitingen bevestigt of wanneer
u het schildje wilt omdraaien. Gebruik van een
los verkrijgbare, lange inbussleutel kan ertoe
leiden dat er teveel kracht wordt gezet, hetgeen
de aansluitingen en de bedrading zou kunnen
beschadigen.
WAARSCHUWING
Gebruik altijd de aanbevolen accudraad en
aarddraad (los verkrijgbaar). Verbind het
accudraad direct met de positieve pool (+) van de
autoaccu en het aardedraad met het chassis van de
auto.
Raak de versterker niet met natte handen aan. U
zou anders een elektrische schok kunnen krijgen.
Raak de versterker tevens niet aan wanneer deze
nat is.
Voor de verkeersveiligheid dient u het volume
zodanig in te stellen dat u verkeerssignalen en
ander verkeer nog goed kunt horen.
Controleer de verbindingen van de
spanningstoevoer en luidsprekers inden de
zekering van het los verkrijgbare accudraad of de
zekering van de versterker regelmatig doorbrandt.
Zoek de oorzaak en los het probleem op. Plaats
vervolgens een nieuwe zekering van hetzelfde
formaat en ampèrage.
Om een onjuiste werking van de versterker en de
subwoofer te voorkomen, schakelt het
beschermingscircuit van de versterker de
spanning naar de versterker uit indien de
omstandigheden niet normaal zijn. Schakel in dit
geval de spanning van het systeem uit (OFF),
controleer de verbinding met de spanningsbron en
de subwoofer. Zoek de oorzaak en los het
probleem op.
Raadpleeg de plaats van aankoop indien u de
oorzaak niet kunt vinden.
Om een elektrische schok of kortluiting te
voorkomen tijdens het aansluiten en installeren,
moet de negative (–) pool van de accu worden
ontkoppeld voordat u de eenheid aansluit.
Controleer of er zich geen onderdelen achter het
paneel bevinden wanneer u een gat boort voor de
installatie van de versterker. Zorg ervoor dat alle
kabels en belangrijke onderdelen zoals
brandstofleidingen, remleidingen en de
elektrische bedrading beveiligd zijn en niet
kunnen worden beschadigd.
Laat de versterker IN GEEN GEVAL in contact
komen met vloeistoffen, bijvoorbeeld als gevolg
van de opstelling van de versterker. Dit kan
leiden tot elektrische schokken. De versterker en
luidsprekers kunnen ook beschadigd raken, rook
produceren en oververhit raken door contact met
vloeistoffen. Daarbij kan het oppervlak van de
versterker en het oppervlak van aangesloten
luidsprekers heet worden, hetgeen kan leiden tot
lichte brandwonden.
3
Instellen van dit toestel
Aansluitingenafdekking
Voor u het toestel gaat installeren,
dient u de schroeven los te maken
met een inbussleutel van 4 mm en
dient u de aansluitingenafdekking
te verwijderen.
Bass Boost niveauregeling
U kunt de lage tonen extra versterken
(Bass Boost) met 0, 6, 9 of 12 dB.
Voor aanwijzingen omtrent het aansluiten
van de Bass Boost afstandsbediening op
de versterker, verwijzen we u naar het
“Aansluitschema”.
MODE SELECT schakelaar
U kunt de synchronisatiefunctie van de
versterker instellen op MASTER, SYNC, of
SYNC INV. Zet de MODE SELECT schakelaar
op MASTER wanneer u alleen de versterker
gebruikt. Wanneer u twee of meer van deze
synchroon geschakelde versterkers gebruikt,
dient u de eerste daarvan op MASTER te zetten
en de resterende op SYNC of SYNC INV
afhankelijk van de manier waarop ze zijn
aangesloten. De versterkers moeten alleen op
SYNC INV worden ingesteld wanneer ze
synchroon geschakeld zijn in een brugschakeling.
Wanneer u overschakelt naar de SYNC of
SYNC INV stand, dient u de schroef en de
stopper te verwijderen. Verwijder de schroef en
de stopper pas nadat u gecontroleerd of de
verbindingen correct zijn. Zie “Aansluiten van
de luidsprekerdraden” voor details omtrent de
MODE SELECT schakelaar.
Regelaar voor
drempelfrequentie voor LPF
U kunt een drempelfrequentie van
40 Hz t/m 240 Hz kiezen.
Frequentieregelaar van het
versterkingsniveau van de lage
klanken
Met de versterkingsregelaar van de lage
klanken kunt u een frequentie voor de
versterking van de lage klanken kiezen
die tussen 40 Hz t/m 120 Hz ligt.
ENGLISH
ESPAÑOL
DEUTSCH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
êìëëäàâ
4
Versterkingsregelaar
Draai de versterkingsregelaar naar rechts indien de weergave te zacht klinkt, zelf wanneer het
volume is verhoogd met de autostereo die u met deze eindversterker gebruikt. Draai de
versterkingsregelaar naar links indien het geluid vervormt wanneer het volume wordt verhoogd.
Wanneer u een auto-stereo gebruikt met RCA (standaard uitgangsspanning 500 mV), dient u de
NORMAL stand in te stellen. Wanneer u een Pioneer autostereo met RCA gebruikt, met een maximale
uitgangsspanning van 4 V of meer, dient u het niveau aan te passen aan het uitgangsniveau van de
autostereo.
Voor de versterking van een gesynchroniseerde versterker, zie “Instellen van de versterking
voor een gesynchroniseerde versterker”.
Spanningsindicator (Blauw)
De spanningsindicator licht op wanneer de spanning wordt
ingeschakeld.
BFC (Beat Frequency Control) schakelaar
Als u een ritmisch geluid (beat) hoort wanneer u naar een
MW/LW uitzending luistert met uw autostereo, kunt u de BFC
schakelaar verzetten met behulp van een kleine
schroevendraaier.
Subsonic Keuzetoets
Het Subsonic filter houdt onhoorbare
frequenties lager dan 20 Hz tegen om
ongewenste vibraties te voorkomen en
vermogensverliezen te minimaliseren.
PROTECT indicator (Rood)
Deze indicator geeft aan dat er een probleem is met de versterker. Zie
het hoofdstuk “Oplossen van problemen” op bladzijde 17 voor details.
HEAT indicator (Geel)
Deze indicator geeft aan dat er een probleem is met de versterker. Zie
het hoofdstuk “Oplossen van problemen” op bladzijde 17 voor details.
5
Instellen van dit toestel
Correct instellen van de Gain
(extra versterking)
Dit toestel is uitgerust met een beveiliging die
bedoeld is om storingen aan het toestel zelf en aan
de luidsprekers veroorzaakt door een te hoog
uitgangsvermogen, onjuist gebruik of onjuiste
aansluitingen te voorkomen.
Wanneer er geluid wordt gereproduceerd bij een
te hoog volume enz. zal deze functie de
geluidsweergave binnen een paar seconden
onderbreken. Dit duidt echter niet op een storing.
Wanneer u het volume van het hoofdtoestel lager
zet, zal de geluidsweergave worden hersteld.
Als de geluidsweergave wordt onderbroken, is het
mogelijk dat de ‘gain’ (extra versterking) van dit
toestel incorrect is ingesteld. Om er zeker van te
kunnen zijn dat de geluidsweergave niet zal
worden onderbroken wanneer het hoofdtoestel
met een hoog volume weergeeft, dient u de ‘gain’
instelling van de versterker op een geschikte stand
te zetten in overeenstemming met het maximale
pre-out uitgangsniveau van het hoofdtoestel.
‘Gain’ instelling van dit toestel
Zo is het niet nodig het volume van het
hoofdtoestel te verlagen en wordt een te hoog
uitgangsniveau voorkomen.
Verhouding tussen de ‘gain’ van de
versterker en het uitgangsvermogen van
het hoofdtoestel
Als u de ‘gain’ (extra versterking) van de
versterker op een ongeschikt niveau instelt, zal
alleen de vervorming toenemen en zal het
vermogen slechts marginaal toenemen.
Golfvorm signaal bij weergave met hoog
volume via de ‘gain’ instelling van de
versterker
Bij een hoog uitgangsvermogen wordt de
golfvorm van het signaal vervormd, terwijl het
vermogen slechts marginaal zal veranderen als u
de ‘gain’ van de versterker hoger instelt.
Als u het volume van het hoofdtoestel hoger zet
en de ‘gain’ (extra versterking) van de versterker
op de juiste stand, maar merkt dat het geluid nog
steeds zo nu en dan onderbroken wordt, dan dient
u contact op te nemen met uw dichtstbijzijnde
erkende PIONEER service-centrum.
Gelijk vermogen
‘Gain’ versterker
(normaal)
‘Gain’ versterker
(maximaal)
Golfvorm
signaal
Golfvorm
signaal
Normale ‘gain’
Maximale ‘gain’
‘Gain’ versterker
(normaal)
‘Gain’ versterker
(maximaal)
Volumestappen hoofdtoestel
Vermogen
Normale ‘gain’
Vermogen
Volumestappen hoofdtoestel
Maximale ‘gain’
Gelijk vermogen
Pre-out niveau: 2 V
(Standaard: 500 mV)
Pre-out niveau: 4 V
Pre-out niveau: 6,5 V
6
ENGLISH
ESPAÑOL
DEUTSCH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
êìëëäàâ
Aansluiten van het toestel
WAARSCHUWING
Om beschadiging en/of letsel te voorkomen
Aard het luidsprekersnoer niet rechtstreeks en
sluit evenmin een negatief snoer (–) aan voor
verschillende luidsprekers.
Dit toestel is ontworpen voor auto’s met een accu
van 12 V en negatieve aarding. Kijk bijgevolg
eerst de accuspanning na voor u het toestel
installeert in een recreatief voertuig, vrachtwagen
of bus.
De accu raakt mogelijk uitgeput indien de
autostereo langdurig is ingeschakeld maar de
motor stationair draait of is uitgeschakeld. Zet de
autostereo uit wanneer de motor stationair draait
of is uitgeschakeld.
Als het systeem-afstandbedieningssnoer van de
versterker is aangesloten op de
spanningsaansluiting via de contactschakelaar (12
V gelijkstroom), is de versterker altijd
ingeschakeld wanneer het contact aanstaat,
ongeacht of de autostereo wel of niet door u is
aangezet. Hierdoor raakt de accu mogelijk
uitgeput wanneer de motor stationair draait of is
uitgeschakeld.
Sluit GEEN subwoofer aan met een lagere
impedantie dan opgegeven onder “Aansluiten van
de luidsprekerdraden”. Dit kan namelijk leiden
tot schade aan de versterker, rookontwikkeling en
oververhitting. Ook kan het oppervlak van de
versterker heet aanvoelen, hetgeen zelfs kan
leiden tot lichte brandwonden.
•U kunt drie soorten subwoofers aansluiten op de
versterker; 1: een subwoofer met een nominaal
ingangsvermogen van 500 W of meer en een
impedantie van 4 , 2: een subwoofer met een
nominaal ingangsvermogen van 1 000 W of meer
en een impedantie van 2 of 3: een subwoofer
met een nominaal ingangsvermogen van 1 200 W
of meer en een impedantie van 1 . Als het
nominale ingangsvermogen en de impedantie
buiten de genoemde waarden ligt, kan de
subwoofer vlam vatten, rook uitstoten of kapot
gaan.
Plaats en leid het los verkrijgbare accudraad zo ver
als mogelijk uit de buurt van de luidsprekerdraden.
Plaats en leid het los verkrijgbare accudraad en
aardedraad, luidsprekerdraden en de versterker zo
ver als mogelijk uit de buurt van de antenne,
antennekabel en tuner.
Snoeren voor dit toestel en overeenkomende
snoeren voor andere toestellen hebben mogelijk
verschillende kleuren ookal is de functie van de
snoeren hetzelfde. Zie voor het verbinden van dit
toestel met een ander toestel daarom de
handleiding van beide toestellen en verbind de
snoeren met dezelfde functie met elkaar.
WAARSCHUWING
Voorkom kortsluiting en beschadiging van de
eenheid en ontkoppel de nagatieve (–) accupool
van het voertuig.
Zet de bedrading met kabelklemmen of
isoleer- of plakband vast. Bescherm de bedrading
door de gedeelten in de buurt van metalen delen
met isoleerband af ze dekken.
Leid de draden niet langs plaatsen die heet
worden, bijvoorbeeld in de buurt van de
verwarmingselementen. Indien de isolatie van
draden heet wordt, zullen de draden worden
beschadigd met kortsluiting tot gevolg.
De versterker verhoogt de belasting op de accu en
het laadsysteem. Zorg ervoor dat de
wisselstroomgenerator en de accu voldoende
capaciteit hebben voor deze versterker. Het
verdient aanbeveling gebruik te maken van een
extra zware accu, van parallel geschakelde
gewone accu's, of van een condensator voor
stroomopslag.
Zorg dat de bedrading de werking van bewegende
of verplaatsbare onderdelen, bijvoorbeeld de
versnelling, handrem of stoelverstelmechanismen
van het de auto niet hindert.
Sluit draden niet kort. Het beschermingscircuit
werkt anders namelijk niet wanneer het voor de
veiligheid zou moeten functioneren.
Tap het spanningsdraad van dit toestel niet af
voor gebruik van andere apparaten. Het
vermogen van het draad zou dan namelijk worden
overschreden, met oververhitting tot gevolg.
Vervang de zekering in geen geval door één met
een hoger vermogen of hogere waarde dan de
originele. Gebruik van een verkeerde zekering
kan leiden tot oververhitting en rookontwikkeling
en tot beschadiging van het product en letsel,
bijvoorbeeld brandwonden.
7
Aansluiten van het toestel
Aansluitschema
Wanneer u een externe uitgang van een autostereo aansluit op een RCA (tulpstekker) ingang, dient u de
aansluiting voor geluidsignalen met het volledige toonbereik te gebruiken. De reden hiervoor is dat het
laag-doorlaatfilter (LPF) van de versterker niet uitgeschakeld kan worden. Als deze aansluiting niet gebruikt kan
worden, dient u de uitgangsaansluiting voor de subwoofer te verbinden met de RCA ingangsaansluiting.
Zekering (40 A)
Autostereo met
RCA-uit-
gangspen-
aansluitingen
RCA-
ingangspenaansluiting
Draad voor systeemafstandsbediening (los verkrijgbaar)
Verbind de mannelijke aansluiting van dit draad met de
aansluiting voor de systeemafstandsbediening van de autostereo (SYSTEM REMOTE
CONTROL). Het vrouwelijke aansluitpunt kan worden aangesloten op het
relais-besturingsaansluitpunt van de automatische antenne. Als de autostereo niet
beschikt over een systeem-afstandsbe-dieningsaansluitpunt, sluit dan het mannelijke
aansluitpunt aan op het spanningsaansluitpunt via de contactschakelaar.
Luidsprekeruitgangs-
aansluitpunt
Raadpleeg het hoofdstuk
“Aansluiten van de
luidsprekerdraden” voor
richtlijnen i.v.m. het
aansluiten van luidsprekers.
Draad voor Bass Boost
afstandsbediening
Bass Boost afstandsbediening
6 m
Aansluiting voor Bass Boost afstandsbediening
Verbind deze aansluiting met de Bass Boost
afstandsbediening via de daarbij behorende draad.
SYNC OUTPUT / SYNC INPUT aansluiting
Zie “Aansluiten van de luidsprekerdraden” voor
aanwijzingen omtrent het gebruik van de SYNC
OUTPUT / SYNC INPUT aansluiting.
De draad tussen
de zekering en de
positieve (+) pool
van de accu mag
maximaal 45 cm
lang zijn.
Doorvoerbuisje
Positieve
(+) pool
Accu
Aarddraad, Aansluiting
(los verkrijgbaar)
De aarddraden moeten van dezelfde
maat zijn als de accudraad.
Sluit dit snoer aan op de carrosserie
of het chassis.
Negatieve
(–) pool
Accudraad (los verkrijgbaar)
Zie voor de maat van deze draad
“Aansluiten van het
spanningsaansluitpunt”. De
accudraad, de aarddraad en de
optionele directe aarddraad moeten
allemaal dezelfde maat hebben.
Sluit, nadat alle andere
aansluitingen op de versterker zijn
gemaakt, het accusnoer-aansluitpunt
van de versterker aan op het
positieve aansluitpunt (+) van de accu.
Zekering (200 A)
Elke versterker moet APART
voorzien zijn van zijn eigen
200 A zekering.
Externe uitgang
Achterkant
Aansluitsnoer met
RCA-penstekkers
(los verkrijgbaar).
Zekering (40 A)
Aansluitingen zonder solderen
Omdat de draad na verloop van tijd los zal komen
te zitten, moet u deze regelmatig controleren en
indien nodig opnieuw vastzetten.
Zet de uiteinden van de draadjes niet vast door ze
te solderen of af te binden.
Let er bij het vastdraaien op dat u de draad niet
met de isolatie vastklemt.
Gebruik de meegeleverde inbussleutel om de
schroef van de versterkeraansluiting vast of los te
draaien. Zet de draad goed vast met de schroef van
de aansluiting. Omdat echter te vast aandraaien
van de aansluitingsschroef voor de
systeemafstandsbediening het risico met zich
meebrengt dat de draad beschadigd raakt, moet u
de draad bij het vastdraaien goed in de gaten
houden en voorzichtig zijn dat u de schroef niet te
vast aandraait.
Verbinden van de
luidsprekeruitgangsaansluitingen
Maat luidsprekerdraad
Draadlengte
minder dan minder dan minder dan
5,2 m 8,2 m 13,4 m
Draadmaat 8 AWG 6 AWG 4 AWG
1. Strip ongeveer 18 mm tot 20 mm van
de isolatie van het uiteinde van de
luidsprekerdraden met een striptang
of mes.
2. Verbind de luidsprekerdraden met
de luidsprekeruitgangsaansluiting.
Zet de luidsprekerdraden goed met de
schroeven van de aansluiting vast.
3. Doe de draadbinders in de sleuven
en wikkel de draadbinders om de
draden.
Wikkel de draadbinder om de isolatie, niet om
het ontblote deel van de bedrading.
Knip de overtollige uiteinden van de
draadbinders af.
8
ENGLISH
ESPAÑOL
DEUTSCH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
êìëëäàâ
Aansluitpuntschroef
Luidspreker-
uitgangsaansluiting
Luidsprekerdraad
18 mm tot 20 mm
Draadbinder
9
Aansluiten van het toestel
Engine
compartment
Interior of
the vehicle
Terminal
screw
Aansluiten van het
spanningsaansluitpunt
Gebruik altijd de aanbevolen accu en aarddraad
(los verkrijgbaar). Verbind het accudraad direct
met de positieve pool (+) van de autoaccu en het
aardedraad met het chassis van de auto.
De aanbevolen maten voor de draden (AWG:
American Wire Gauge) zijn als volgt. De
accudraad, de aarddraad en de optionele directe
aarddraad moeten allemaal dezelfde maat hebben.
Gebruik draad van 10 AWG tot 20 AWG voor de
draad voor de systeemafstandsbediening.
Maat voor de accudraad en de aarddraad
Draadlengte minder dan 3,6 m minder dan 6,4 m
Draadmaat 6 AWG 4 AWG
1. Trek het accudraad van het
motorgedeelte naar de cabine van
de auto.
Sluit, nadat alle andere aansluitingen op de
versterker zijn gemaakt, het accusnoer-
aansluitpunt van de versterker aan op het
positieve aansluitpunt (+) van de accu.
2. Strip de isolatie van het uiteinde van
de draden met een striptang of mes.
Accudraad, aarddraad: 18 mm tot 20 mm
Draad voor de systeemafstandsbediening:
14 mm tot 16 mm
3. Sluit de draden aan.
Zet de draden stevig met de schroeven van de
aansluitingen vast.
WAARSCHUWING
Als de accudraad niet goed wordt bevestigd aan het
aansluitpunt met behulp van de schroef, kan het
aansluitpunt oververhit raken, hetgeen kan leiden tot
schade en letsel, met inbegrip van lichte
brandwonden.
4. Doe de draadbinders in de sleuven
en wikkel de draadbinders om de
draden.
Wikkel de draadbinder om de isolatie, niet
om het ontblote deel van de bedrading.
Knip de overtollige uiteinden van de
draadbinders af.
Draadbinder
Motor-
compartiment
Interieur van
het voertuig
Boor een gat
van 14 mm in
de carrosserie
van de auto.
Steek het rubberen O-vormige
doorvoerbuisje in de
carrosserie van de auto.
Positieve
aansluiting
(+)
Zekering 200 A
Elke versterker
moet APART
voorzien zijn van
zijn eigen 200 A
zekering.
De draad tussen de zekering en de
positieve (+) pool van de accu mag
maximaal 45 cm lang zijn.
GND
aarde-
aansluiting
Aansluiting voor
systeemafstandsbediening
Aansluitpuntschroef
Aarddraad
Draad voor
systeemafstandsbediening
Accudraad
Spannings-
aansluitpunt
(POWER)
10
ENGLISH
ESPAÑOL
DEUTSCH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
êìëëäàâ
Instellen van de versterking voor een gesynchroniseerde versterker
Nadat u de luidsprekerdraden heeft aangesloten, dient u de versterking voor elke gesynchroniseerde versterker
in te stellen. Alle gesynchroniseerde versterkers volgen de instellingen van de hoofdversterker.
Snelle instelling van de versterking
Zet de versterking van elke gesynchroniseerde versterker op NORMAL. Deze instelling zorgt voor een
gebalanceerd uitgangsniveau en is geschikt voor de meeste toepassingen.
Geavanceerde instelling van de versterking
Regel de versterking van alle gesynchroniseerde versterkers, te beginnen met de hoofdversterker.
1. Laat het systeem een sinusgolf reproduceren op een laag uitgangsniveau.
2. Neem een voltmeter en meet het uitgangsniveau van de hoofdversterker.
3. Meet nu met de voltmeter het uitgangsniveau van de gesynchroniseerde versterker.
4. Regel het uitgangsniveau van de gesynchroniseerde versterker zo dat dit overeenkomt met dat van de
hoofdversterker.
5. Herhaal deze procedure voor elk van de gesynchroniseerde versterkers, in de juiste volgorde.
Aansluiten van de luidsprekerdraden
Sluit de luidsprekerdraden aan en zet de MODE SELECT schakelaar op de voor uw systeem correcte stand,
zoals hieronder en op de volgende bladzijde aangegeven.
Wanneer er twee of meer versterkers gecombineerd synchroon zijn aangesloten, dient u uitsluitend deze
versterkers te gebruiken. Gebruik deze versterkers niet door elkaar met andere versterkers.
Wanneer er twee of meer versterkers gecombineerd synchroon zijn aangesloten, dient u de extra versterking
(Gain), subsonische keuzeschakelaar, afsnijfrequentie voor het laag-doorlaatfilter en de extra lage
tonenversterking (Bass Boost) te regelen via de versterker waarvan de MODE SELECT schakelaar op
MASTER is gezet. Deze instellingen, met uitzondering van de Gain regeling, staan buiten werking op een
versterker die is ingesteld op SYNC of SYNC INV. Zie voor details omtrent het regelen van de Gain extra
versterking “Instellen van de versterking voor een gesynchroniseerde versterker”.
11
Aansluiten van het toestel
WAARSCHUWING
U mag deze versterker NIET installeren of gebruiken door luidsprekers van 2 (of lager) parallel te bedraden
om een overbrugde modus (brugschakeling; diagram B) van 1 (of lager) te verkrijgen.
Een onjuiste overbrugging kan leiden tot schade aan de versterker, rook en oververhitting. Het oppervlak van
de verwerker kan ook te heet worden om aan te raken en dit kan resulteren in lichte brandwonden.
Om een overbrugde modus (brugschakeling) op de juiste manier te installeren of te gebruiken en een belasting van 2
te verkrijgen, dient u twee luidsprekers van 4 parallel te bedraden met Links + en Rechts - (diagram A) of een
enkelvoudige luidspreker van 2 te gebruiken.
Raadpleeg bovendien de handleiding van de luidspreker in kwestie voor meer informatie over de juiste manier van
aansluiten.
Enkele versterker
Gebruik luidsprekers met een impedantie van 1 tot 8 .
1 tot 8
1 200 W
(1 )
De MODE SELECT schakelaar
moet op MASTER staan.
Aansluiten op een autostereo.
Zie het “Aansluitschema” voor details.
Diagram A - Correct Diagram B - Incorrect
Versterker Versterker
Versterker Versterker
4 Luid-
spreker
4 Luid-
spreker
2
Luid-
spreker
2
Luidspreker
2 brugschakeling 1 brugschakeling
12
ENGLISH
ESPAÑOL
DEUTSCH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
êìëëäàâ
Twee versterkers (Ex. brugschakeling)
Gebruik alleen luidsprekers met een impedantie van 2 tot 16 . Controleer bovendien of de synthetische
tenminste 2 bedraagt wanneer er meerdere versterkers in brugschakeling worden gebruikt.
Twee versterkers
Verbindingssnoer met
RCA (tulp) stekkers (los
verkrijgbaar).
Luidsprekerdraad
(los verkrijgbaar).
De MODE SELECT
schakelaar moet op
SYNC staan. Voor u
deze stand instelt, moet
u de schroef en de
stopper verwijderen.
De MODE SELECT
schakelaar moet op
MASTER staan.
Aansluiten op een autostereo.
Zie het “Aansluitschema” voor details.
2 tot
16
2 400 W
(2 )
SYNC OUTPUT
De MODE SELECT schakelaar
moet op MASTER staan.
Aansluiten op een autostereo.
Zie het “Aansluitschema” voor details.
SYNC
INPUT
SYNC OUTPUT
SYNC
INPUT
De MODE SELECT
schakelaar moet op
SYNC INV staan.
Voor u deze stand
instelt, moet u de
schroef en de stopper
verwijderen.
1 tot 8
1 200 W
(1 )
1 tot 8
1 200 W
(1 )
Verbindingssnoer met
RCA (tulp) stekkers
(los verkrijgbaar).
Gebruik luidsprekers met een impedantie van 1 tot 8 .
13
Aansluiten van het toestel
Vier versterkers (Ex. brugschakeling)
De MODE SELECT
schakelaar moet op
MASTER staan.
Verbindingssnoer met
RCA (tulp) stekkers
(los verkrijgbaar).
De MODE SELECT
schakelaar moet op
SYNC INV staan.
Voor u deze stand
instelt, moet u de
schroef en de stopper
verwijderen.
Aansluiten op een autostereo.
Zie het “Aansluitschema” voor details.
De MODE SELECT
schakelaar moet op
SYNC INV staan.
Voor u deze stand
instelt, moet u de
schroef en de stopper
verwijderen.
De MODE SELECT
schakelaar moet op
SYNC INV staan.
Voor u deze stand
instelt, moet u de
schroef en de stopper
verwijderen.
Verbindingssnoer met
RCA (tulp) stekkers
(los verkrijgbaar).
Verbindingssnoer met
RCA (tulp) stekkers
(los verkrijgbaar).
Luidsprekerdraad
(los verkrijgbaar).
Gebruik alleen luidsprekers met een impedantie van 2 tot 16 . Controleer bovendien of de synthetische
tenminste 2 bedraagt wanneer er meerdere versterkers in brugschakeling worden gebruikt.
2 tot
16
4 800 W
(2
DVC)
Luidsprekerdraad
(los verkrijgbaar).
SYNC
OUTPUT
SYNC
OUTPUT
SYNC
OUTPUT
SYNC
INPUT
SYNC
INPUT
SYNC
INPUT
14
ENGLISH
ESPAÑOL
DEUTSCH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
êìëëäàâ
Vier versterkers
De MODE SELECT
schakelaar moet op
MASTER staan.
Aansluiten op een autostereo.
Zie het “Aansluitschema” voor details.
Verbindingssnoer met
RCA (tulp) stekkers
(los verkrijgbaar).
Verbindingssnoer met
RCA (tulp) stekkers
(los verkrijgbaar).
Verbindingssnoer met
RCA (tulp) stekkers (los
verkrijgbaar).
De MODE SELECT
schakelaar moet op
SYNC staan. Voor u
deze stand instelt,
moet u de schroef en
de stopper
verwijderen.
SYNC OUTPUT
SYNC
INPUT
SYNC
OUTPUT
SYNC INPUT
Gebruik luidsprekers met een impedantie van 1 tot 8 .
SYNC
OUTPUT
SYNC
INPUT
1 tot 8
1 200 W
(1 )
1 tot 8
1200 W
(1 )
1 tot 8
1 200 W
(1 )
1 tot 8
1 200 W
(1 )
De MODE SELECT
schakelaar moet op
SYNC staan. Voor u
deze stand instelt, moet
u de schroef en de
stopper verwijderen.
De MODE SELECT
schakelaar moet op
SYNC staan. Voor u
deze stand instelt, moet
u de schroef en de
stopper verwijderen.
15
Installatie
WAARSCHUWING
Niet installeren op:
Plaatsen waar het de bestuurder of passagiers
zou kunnen verwonden wanner de auto
plotseling stopt.
Plaasten waar de bestuurder door de eenheid
tijdens het rijden zou kunnen worden
gehinderd, zoals bijvoorbeeld op de vloer
voor de bestuurdersstoel.
Kontroleer dat draden niet in de weg van de
stoelverstelmechanismen zitten. Dit zou namelijk
kortsluiting kunnen veroorzaken.
Controleer of er zich geen onderdelen achter het
paneel bevinden wanneer u een gat boort voor de
installatie van de versterker. Zorg ervoor dat alle
kabels en belangrijke onderdelen zoals
brandstofleidingen, remleidingen en de
elektrische bedrading beveiligd zijn en niet
kunnen worden beschadigd.
Plaats tapse schroeven zodanig dat de kop van de
schroef niet in aanraking met draden komt. Dit is
belangrijk en voorkomt dat draden door trillingen
van het voertuig door worden gesneden met brand
tot gevolg.
Laat de versterker IN GEEN GEVAL in contact
komen met vloeistoffen, bijvoorbeeld als gevolg
van de opstelling van de versterker. Dit kan leiden
tot elektrische schokken. De versterker en
luidsprekers kunnen ook beschadigd raken, rook
produceren en oververhit raken door contact met
vloeistoffen. Daarbij kan het oppervlak van de
versterker en het oppervlak van aangesloten
luidsprekers heet worden, hetgeen kan leiden tot
lichte brandwonden.
Gebruik de bijgeleverde onderdelen op de manier
die is beschreven om de installatie uit te voeren
zoals het hoort. Als andere onderdelen dan
diegene die zijn bijgeleverd worden gebruikt, is
het mogelijk dat inwendige onderdelen van de
versterker schade oplopen of loskomen, zodat de
versterker niet meer werkt.
Vervang de zekering in geen geval door één met
een hoger vermogen of hogere waarde dan de
originele. Gebruik van een verkeerde zekering
kan leiden tot oververhitting en rookontwikkeling
en tot beschadiging van het product en letsel,
bijvoorbeeld brandwonden.
WAARSCHUWING
Om slechte werking en/of letsel te
voorkomen
Zorg dat de ventiltie van de versterker niet wordt
gehinderd, en let derhalve op de volgende punten
tijdens het installeren.
Zorg dat er voor een goede vrije ruimte
boven de versterker is.
Bedek de versterker niet met een vloermat of
kleed.
Laat de versterker IN GEEN GEVAL in contact
komen met vloeistoffen, bijvoorbeeld als gevolg
van de opstelling van de versterker. Dit kan leiden
tot elektrische schokken. De versterker en
luidsprekers kunnen ook beschadigd raken, rook
produceren en oververhit raken door contact met
vloeistoffen. Daarbij kan het oppervlak van de
versterker en het oppervlak van aangesloten
luidsprekers heet worden, hetgeen kan leiden tot
lichte brandwonden.
Installeer de versterker niet op onstabiele
plaatsen, zoals op de reservebandhouder.
De beste installatieplaats is verschillend
afhankelijk van het automerk en model en uw
wensen. Plaats de versterker echter beslist stevig
op een stabiele plaats.
Maak eerst voorlopige aansluitingen en ga na of
de versterker en het systeem naar behoren
werken.
Na het installeren van de versterker, moet u
controleren dat het reservewiel, de krik en het
gereedschap nog gemakkelijk kunnen worden
verwij-derd.
Bevestigen van de Bass Boost
afstandsbediening
Bevestig deze met zelftappende schroeven (3 mm ×
10 mm) op een gemakkelijk toegankelijke plek,
bijvoorbeeld onder het dashboard.
Zelftappende schroef
(3 mm × 10 mm)
16
ENGLISH
ESPAÑOL
DEUTSCH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
êìëëäàâ
Voorbeeld van installatie op de
vloermat of op het chassis
1. Zet de versterker op de plaats waar
hij moet worden geïnstalleerd. Steek
de bijgeleverde tapschroeven
(4 mm × 18 mm) in de schroefgaten.
Druk met een schroevendraaier op
de schroeven zodat ze een inkeping
maken op de plaats waar de gaten
voor de installatie moeten komen.
2. Boor gaten met een diameter van
2,5 mm op de plaatsen die zijn
gemerkt en installeer de versterker,
ofwel op de vloermat ofwel
rechtstreeks op het chassis.
Terugzetten van de
aansluitingenafdekking
1. Pas de aansluitingenafdekking
netjes op het toestel en doe de
schroeven terug.
2. Draai de schroeven vast met een
inbussleutel van 4 mm.
Omdraaien van het embleem
1. Om het embleem te verwijderen,
dient u de schroefjes los te draaien
met behulp van een inbussleutel van
2 mm.
2. Draai het embleem om en zet
vervolgens de schroefjes weer vast
met de inbussleutel.
Boor een gat met een
diameter van 2,5 mm
Vloermat of chassis
Schroef
Aansluitingenafdekking
Schroef
Embleem
Zelftappende schroef
(4 mm × 18 mm)
17
Aanvullende informatie
Oplossen van problemen
De volgende indicators lichten eventjes op zodra de versterker wordt ingeschakeld. Dit wijst niet op een
storing.
HEAT indicator
Deze indicator licht geel op wanneer de temperatuur in het binnenwerk van de versterker te hoog oploopt.
Wanneer dit gebeurt dient u het gebruik van de versterker onmiddellijk te staken en dient u de plek waar de
versterker is ge_nstalleerd te controleren (zie de "WAARSCHUWING" op bladzijde 2). Neem contact op
met uw dealer als u het probleem niet kunt corrigeren.
PROTECT indicator
Deze indicator gaat rood knipperen of branden wanneer er zich een bepaald probleem heeft voorgedaan met
de versterker. Wanneer dit gebeurt dient u het gebruik van de versterker onmiddellijk te staken en dient u de
bedrading te controleren (zie de "WAARSCHUWING" op bladzijde 2). Neem contact op met uw dealer als
u het probleem niet kunt corrigeren.
Technische gegevens
Spanningsbron ............................................................ 14,4 V gelijkstroom (10,8 V t/m 15,1 V toelaatbaar)
Aarding ................................................................................................................ Negatieve klem aan massa
Stroomverbruik ........................................................................................ 44 A (met continu spanning, 4 )
Gemiddeld stroomverbruik* .............................................................................. 12 A (4 voor een kanaal)
26 A (2 voor een kanaal)
34 A (1 voor een kanaal)
Zekering .......................................................................................................................................... 40 A × 4
Afmetingen ................................................................................................ 381 (B) × 65 (H) × 282 (D) mm
Gewicht .................................................................................................................. 6,0 kg (Excl. bedrading)
Maximale spanningsuitvoer ............................ 1 000 W × 1 (4 ) / 2 000 W × 1 (2 ) / 2 400 W × 1 (1 )
Continu vermogen (14,4 V) ......................................… 4 , 20 Hz t/m 240 Hz, 1,0 % THV, 500 W × 1
2 , 50 Hz, 1,0 % THV, 1 000 W × 1
1 , 50 Hz, 2,0 % THV, 1 200 W × 1
Belastingsimpedantie .................................................................................... 4 (1 t/m 8 toelaatbaar)
Frequentieweergave ................................................................................ 10 Hz t/m 240 Hz (+0 dB, –3 dB)
S/R verhouding ........................................................................................................ 80 dB (IEC-A netwerk)
Vervorming ........................................................................................................ 0,3% (10 W / 4 , 100 Hz)
Laag-doorlaatfilter ................................................................................ Afsnijfrequentie: 40 Hz t/m 240 Hz
Afsnij-helling: –24 dB/oct.
Subsonisch filter (HPF) .................................................................................................... Frequentie: 20 Hz
Helling: –24 dB/oct.
Extra versterking lage tonen .......................................................................... Frequentie: 40 Hz t/m 120 Hz
Niveau: 0 / 6 / 9 / 12 dB
Versterkingsregeling .............................................................................................. RCA: 400 mV t/m 6,5 V
Maximale ingangsniveau /-impedantie .......................................................................... RCA: 6,5 V / 22 k
Opmerking:
Technische gegevens en ontwerp zijn ter productverbetering zonder voorafgaande
kennisgeving wijzigbaar.
*Gemiddeld stroomverbruik
Het gemiddelde stroomverbruik is zo goed als gelijk aan het maximale stroomver-
bruik van dit toestel bij ontvangst van een audiosignaal. Gebruik deze waarde bij
het uitrekenen van het totale stroomverbruik van meerdere vermogensversterkers.
18
ENGLISH
ESPAÑOL
DEUTSCH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
êìëëäàâ

Documenttranscriptie

Inhoudsopgave Alvorens gebruik ........................................ 1 Productregistratie .............................................. 1 Bij problemen .................................................... 2 Over dit product ................................................ 2 WAARSCHUWING ........................................ 2 WAARSCHUWING ........................................ 2 Instellen van dit toestel ............................ 3 MODE SELECT schakelaar .............................. 3 Frequentieregelaar van het versterkingsniveau van de lage klanken .................................... 3 Bass Boost niveauregeling ................................ 3 Aansluitingenafdekking .................................... 3 Regelaar voor drempelfrequentie voor LPF ...... 3 Versterkingsregelaar .......................................... 4 BFC (Beat Frequency Control) schakelaar ...... 4 HEAT indicator ................................................ 4 PROTECT indicator .......................................... 4 Spanningsindicator ............................................ 4 Subsonic Keuzetoets ........................................ 4 Correct instellen van de Gain (extra versterking) ...................................... 5 Aansluiten van het toestel ...................... 6 Aansluitschema ................................................ 7 Aansluitingen zonder solderen .......................... 8 Verbinden van de luidsprekeruitgangsaansluitingen .............. 8 Aansluiten van het spanningsaansluitpunt ........ 9 Instellen van de versterking voor een gesynchroniseerde versterker .................. 10 Aansluiten van de luidsprekerdraden .............. 10 Installatie .................................................. 15 Bevestigen van de Bass Boost afstandsbediening .................................... 15 Voorbeeld van installatie op de vloermat of op het chassis ............................................ 16 Terugzetten van de aansluitingenafdekking .... 16 Omdraaien van het embleem .......................... 16 Alvorens gebruik Dank U zeer voor de aanschaf van dit PIONEER-product. Lees deze gebruiksaanwijzing goed door, voordat het toestel in gebruik genomen wordt. Deponeer dit product niet bij het gewone huishoudelijk afval wanneer u het wilt verwijderen. Er bestaat een speciaal wettelijk voorgeschreven verzamelsysteem voor de juiste behandeling, het opnieuw bruikbaar maken en de recycling van gebruikte elektronische producten. In de 25 lidstaten van de EU, Zwitserland en Noorwegen kunnen particulieren hun gebruikte elektronische producten gratis bij de daarvoor bestemde verzamelplaatsen of een verkooppunt (indien u aldaar een gelijkwaardig nieuw product koopt) inleveren. Indien u zich in een ander dan bovengenoemd land bevindt kunt u contact opnemen met de plaatselijke overheid voor informatie over de juiste verwijdering van het product. Zodoende zorgt u ervoor dat het verwijderde product op de juiste wijze wordt behandeld, opnieuw bruikbaar wordt gemaakt, t gerecycleerd en het niet schadelijk is voor de gezondheid en het milieu. Productregistratie Hier vindt u onze site: Aanvullende informatie .......................... 17 Oplossen van problemen ................................ 17 Technische gegevens ............................ 18 1 Registreer uw product. Wij bewaren de gegevens van het product dat u heeft aangeschaft zodat u deze eenvoudig kunt opvragen als u die nodig mocht hebben voor de verzekering na bijvoorbeeld verlies of diefstal. Neem contact op met uw dealer of het dichtstbijzijnde PIONEER servicecentrum, wanneer de eenheid niet juist functioneert. WAARSCHUWING FRANÇAIS ITALIANO • Vervang de zekering in geen geval door één met een hoger vermogen of hogere waarde dan de originele. Gebruik van een verkeerde zekering kan leiden tot oververhitting en rookontwikkeling en tot beschadiging van het product en letsel, bijvoorbeeld brandwonden. • Gebruikt de meegeleverde inbussleutel om de schroeven of bouten vast te draaien wanneer u de draden aan de aansluitingen bevestigt of wanneer u het schildje wilt omdraaien. Gebruik van een los verkrijgbare, lange inbussleutel kan ertoe leiden dat er teveel kracht wordt gezet, hetgeen de aansluitingen en de bedrading zou kunnen beschadigen. • Gebruik altijd de aanbevolen accudraad en aarddraad (los verkrijgbaar). Verbind het accudraad direct met de positieve pool (+) van de autoaccu en het aardedraad met het chassis van de auto. • Raak de versterker niet met natte handen aan. U zou anders een elektrische schok kunnen krijgen. Raak de versterker tevens niet aan wanneer deze nat is. • Voor de verkeersveiligheid dient u het volume zodanig in te stellen dat u verkeerssignalen en ander verkeer nog goed kunt horen. • Controleer de verbindingen van de spanningstoevoer en luidsprekers inden de zekering van het los verkrijgbare accudraad of de zekering van de versterker regelmatig doorbrandt. Zoek de oorzaak en los het probleem op. Plaats vervolgens een nieuwe zekering van hetzelfde formaat en ampèrage. • Om een onjuiste werking van de versterker en de subwoofer te voorkomen, schakelt het beschermingscircuit van de versterker de spanning naar de versterker uit indien de omstandigheden niet normaal zijn. Schakel in dit geval de spanning van het systeem uit (OFF), controleer de verbinding met de spanningsbron en de subwoofer. Zoek de oorzaak en los het probleem op. • Raadpleeg de plaats van aankoop indien u de oorzaak niet kunt vinden. • Om een elektrische schok of kortluiting te voorkomen tijdens het aansluiten en installeren, moet de negative (–) pool van de accu worden ontkoppeld voordat u de eenheid aansluit. • Controleer of er zich geen onderdelen achter het paneel bevinden wanneer u een gat boort voor de installatie van de versterker. Zorg ervoor dat alle kabels en belangrijke onderdelen zoals brandstofleidingen, remleidingen en de elektrische bedrading beveiligd zijn en niet kunnen worden beschadigd. • Laat de versterker IN GEEN GEVAL in contact komen met vloeistoffen, bijvoorbeeld als gevolg van de opstelling van de versterker. Dit kan leiden tot elektrische schokken. De versterker en luidsprekers kunnen ook beschadigd raken, rook produceren en oververhit raken door contact met vloeistoffen. Daarbij kan het oppervlak van de versterker en het oppervlak van aangesloten luidsprekers heet worden, hetgeen kan leiden tot lichte brandwonden. DEUTSCH Dit product is een versterker voor de subwoofer. Als zowel de L (linker) als R (rechter) kanalen zijn aangesloten op de RCA (tulp) ingangsaansluitingen van dit product, zal de geluidsweergave gemengd zijn omdat dit product een mono-versterker is. WAARSCHUWING ESPAÑOL Over dit product ENGLISH Bij problemen NEDERLANDS êìëëäàâ 2 Instellen van dit toestel MODE SELECT schakelaar U kunt de synchronisatiefunctie van de versterker instellen op MASTER, SYNC, of SYNC INV. Zet de MODE SELECT schakelaar op MASTER wanneer u alleen de versterker gebruikt. Wanneer u twee of meer van deze synchroon geschakelde versterkers gebruikt, dient u de eerste daarvan op MASTER te zetten en de resterende op SYNC of SYNC INV afhankelijk van de manier waarop ze zijn aangesloten. De versterkers moeten alleen op SYNC INV worden ingesteld wanneer ze synchroon geschakeld zijn in een brugschakeling. Wanneer u overschakelt naar de SYNC of SYNC INV stand, dient u de schroef en de stopper te verwijderen. Verwijder de schroef en de stopper pas nadat u gecontroleerd of de verbindingen correct zijn. Zie “Aansluiten van de luidsprekerdraden” voor details omtrent de MODE SELECT schakelaar. Aansluitingenafdekking Voor u het toestel gaat installeren, dient u de schroeven los te maken met een inbussleutel van 4 mm en dient u de aansluitingenafdekking te verwijderen. Frequentieregelaar van het versterkingsniveau van de lage klanken Met de versterkingsregelaar van de lage klanken kunt u een frequentie voor de versterking van de lage klanken kiezen die tussen 40 Hz t/m 120 Hz ligt. Bass Boost niveauregeling U kunt de lage tonen extra versterken (Bass Boost) met 0, 6, 9 of 12 dB. Voor aanwijzingen omtrent het aansluiten van de Bass Boost afstandsbediening op de versterker, verwijzen we u naar het “Aansluitschema”. 3 Regelaar voor drempelfrequentie voor LPF U kunt een drempelfrequentie van 40 Hz t/m 240 Hz kiezen. ENGLISH Versterkingsregelaar Draai de versterkingsregelaar naar rechts indien de weergave te zacht klinkt, zelf wanneer het volume is verhoogd met de autostereo die u met deze eindversterker gebruikt. Draai de versterkingsregelaar naar links indien het geluid vervormt wanneer het volume wordt verhoogd. ESPAÑOL • Wanneer u een auto-stereo gebruikt met RCA (standaard uitgangsspanning 500 mV), dient u de NORMAL stand in te stellen. Wanneer u een Pioneer autostereo met RCA gebruikt, met een maximale uitgangsspanning van 4 V of meer, dient u het niveau aan te passen aan het uitgangsniveau van de autostereo. • Voor de versterking van een gesynchroniseerde versterker, zie “Instellen van de versterking voor een gesynchroniseerde versterker”. BFC (Beat Frequency Control) schakelaar DEUTSCH Als u een ritmisch geluid (beat) hoort wanneer u naar een MW/LW uitzending luistert met uw autostereo, kunt u de BFC schakelaar verzetten met behulp van een kleine schroevendraaier. FRANÇAIS HEAT indicator (Geel) Deze indicator geeft aan dat er een probleem is met de versterker. Zie het hoofdstuk “Oplossen van problemen” op bladzijde 17 voor details. ITALIANO PROTECT indicator (Rood) Deze indicator geeft aan dat er een probleem is met de versterker. Zie het hoofdstuk “Oplossen van problemen” op bladzijde 17 voor details. NEDERLANDS Spanningsindicator (Blauw) De spanningsindicator licht op wanneer de spanning wordt ingeschakeld. êìëëäàâ Subsonic Keuzetoets Het Subsonic filter houdt onhoorbare frequenties lager dan 20 Hz tegen om ongewenste vibraties te voorkomen en vermogensverliezen te minimaliseren. 4 Instellen van dit toestel Correct instellen van de Gain (extra versterking) • Dit toestel is uitgerust met een beveiliging die bedoeld is om storingen aan het toestel zelf en aan de luidsprekers veroorzaakt door een te hoog uitgangsvermogen, onjuist gebruik of onjuiste aansluitingen te voorkomen. • Wanneer er geluid wordt gereproduceerd bij een te hoog volume enz. zal deze functie de geluidsweergave binnen een paar seconden onderbreken. Dit duidt echter niet op een storing. Wanneer u het volume van het hoofdtoestel lager zet, zal de geluidsweergave worden hersteld. • Als de geluidsweergave wordt onderbroken, is het mogelijk dat de ‘gain’ (extra versterking) van dit toestel incorrect is ingesteld. Om er zeker van te kunnen zijn dat de geluidsweergave niet zal worden onderbroken wanneer het hoofdtoestel met een hoog volume weergeeft, dient u de ‘gain’ instelling van de versterker op een geschikte stand te zetten in overeenstemming met het maximale pre-out uitgangsniveau van het hoofdtoestel. ‘Gain’ instelling van dit toestel Zo is het niet nodig het volume van het hoofdtoestel te verlagen en wordt een te hoog uitgangsniveau voorkomen. Verhouding tussen de ‘gain’ van de versterker en het uitgangsvermogen van het hoofdtoestel Vermogen Vermogen Maximale ‘gain’ Normale ‘gain’ Gelijk vermogen Volumestappen hoofdtoestel ‘Gain’ versterker (normaal) Volumestappen hoofdtoestel ‘Gain’ versterker (maximaal) • Als u de ‘gain’ (extra versterking) van de versterker op een ongeschikt niveau instelt, zal alleen de vervorming toenemen en zal het vermogen slechts marginaal toenemen. Golfvorm signaal bij weergave met hoog volume via de ‘gain’ instelling van de versterker Pre-out niveau: 4 V Pre-out niveau: 6,5 V Pre-out niveau: 2 V (Standaard: 500 mV) Maximale ‘gain’ Normale ‘gain’ Gelijk vermogen Golfvorm signaal ‘Gain’ versterker (normaal) Golfvorm signaal ‘Gain’ versterker (maximaal) • Bij een hoog uitgangsvermogen wordt de golfvorm van het signaal vervormd, terwijl het vermogen slechts marginaal zal veranderen als u de ‘gain’ van de versterker hoger instelt. • Als u het volume van het hoofdtoestel hoger zet en de ‘gain’ (extra versterking) van de versterker op de juiste stand, maar merkt dat het geluid nog steeds zo nu en dan onderbroken wordt, dan dient u contact op te nemen met uw dichtstbijzijnde erkende PIONEER service-centrum. 5 Aansluiten van het toestel ENGLISH WAARSCHUWING • Zorg dat de bedrading de werking van bewegende of verplaatsbare onderdelen, bijvoorbeeld de versnelling, handrem of stoelverstelmechanismen van het de auto niet hindert. • Sluit draden niet kort. Het beschermingscircuit werkt anders namelijk niet wanneer het voor de veiligheid zou moeten functioneren. • Tap het spanningsdraad van dit toestel niet af voor gebruik van andere apparaten. Het vermogen van het draad zou dan namelijk worden overschreden, met oververhitting tot gevolg. • Vervang de zekering in geen geval door één met een hoger vermogen of hogere waarde dan de originele. Gebruik van een verkeerde zekering kan leiden tot oververhitting en rookontwikkeling en tot beschadiging van het product en letsel, bijvoorbeeld brandwonden. ESPAÑOL DEUTSCH • Voorkom kortsluiting en beschadiging van de eenheid en ontkoppel de nagatieve (–) accupool van het voertuig. • Zet de bedrading met kabelklemmen of isoleer- of plakband vast. Bescherm de bedrading door de gedeelten in de buurt van metalen delen met isoleerband af ze dekken. • Leid de draden niet langs plaatsen die heet worden, bijvoorbeeld in de buurt van de verwarmingselementen. Indien de isolatie van draden heet wordt, zullen de draden worden beschadigd met kortsluiting tot gevolg. • De versterker verhoogt de belasting op de accu en het laadsysteem. Zorg ervoor dat de wisselstroomgenerator en de accu voldoende capaciteit hebben voor deze versterker. Het verdient aanbeveling gebruik te maken van een extra zware accu, van parallel geschakelde gewone accu's, of van een condensator voor stroomopslag. FRANÇAIS WAARSCHUWING Om beschadiging en/of letsel te voorkomen • U kunt drie soorten subwoofers aansluiten op de versterker; 1: een subwoofer met een nominaal ingangsvermogen van 500 W of meer en een impedantie van 4 Ω, 2: een subwoofer met een nominaal ingangsvermogen van 1 000 W of meer en een impedantie van 2 Ω of 3: een subwoofer met een nominaal ingangsvermogen van 1 200 W of meer en een impedantie van 1 Ω. Als het nominale ingangsvermogen en de impedantie buiten de genoemde waarden ligt, kan de subwoofer vlam vatten, rook uitstoten of kapot gaan. • Plaats en leid het los verkrijgbare accudraad zo ver als mogelijk uit de buurt van de luidsprekerdraden. Plaats en leid het los verkrijgbare accudraad en aardedraad, luidsprekerdraden en de versterker zo ver als mogelijk uit de buurt van de antenne, antennekabel en tuner. • Snoeren voor dit toestel en overeenkomende snoeren voor andere toestellen hebben mogelijk verschillende kleuren ookal is de functie van de snoeren hetzelfde. Zie voor het verbinden van dit toestel met een ander toestel daarom de handleiding van beide toestellen en verbind de snoeren met dezelfde functie met elkaar. ITALIANO NEDERLANDS êìëëäàâ • Aard het luidsprekersnoer niet rechtstreeks en sluit evenmin een negatief snoer (–) aan voor verschillende luidsprekers. • Dit toestel is ontworpen voor auto’s met een accu van 12 V en negatieve aarding. Kijk bijgevolg eerst de accuspanning na voor u het toestel installeert in een recreatief voertuig, vrachtwagen of bus. • De accu raakt mogelijk uitgeput indien de autostereo langdurig is ingeschakeld maar de motor stationair draait of is uitgeschakeld. Zet de autostereo uit wanneer de motor stationair draait of is uitgeschakeld. • Als het systeem-afstandbedieningssnoer van de versterker is aangesloten op de spanningsaansluiting via de contactschakelaar (12 V gelijkstroom), is de versterker altijd ingeschakeld wanneer het contact aanstaat, ongeacht of de autostereo wel of niet door u is aangezet. Hierdoor raakt de accu mogelijk uitgeput wanneer de motor stationair draait of is uitgeschakeld. • Sluit GEEN subwoofer aan met een lagere impedantie dan opgegeven onder “Aansluiten van de luidsprekerdraden”. Dit kan namelijk leiden tot schade aan de versterker, rookontwikkeling en oververhitting. Ook kan het oppervlak van de versterker heet aanvoelen, hetgeen zelfs kan leiden tot lichte brandwonden. 6 Aansluiten van het toestel Aansluitschema • Wanneer u een externe uitgang van een autostereo aansluit op een RCA (tulpstekker) ingang, dient u de aansluiting voor geluidsignalen met het volledige toonbereik te gebruiken. De reden hiervoor is dat het laag-doorlaatfilter (LPF) van de versterker niet uitgeschakeld kan worden. Als deze aansluiting niet gebruikt kan worden, dient u de uitgangsaansluiting voor de subwoofer te verbinden met de RCA ingangsaansluiting. Aarddraad, Aansluiting (los verkrijgbaar) De aarddraden moeten van dezelfde maat zijn als de accudraad. Sluit dit snoer aan op de carrosserie of het chassis. De draad tussen Accudraad (los verkrijgbaar) de zekering en de Zie voor de maat van deze draad positieve (+) pool Positieve “Aansluiten van het Negatieve van de accu mag (+) pool spanningsaansluitpunt”. De (–) pool maximaal 45 cm accudraad, de aarddraad en de lang zijn. optionele directe aarddraad moeten allemaal dezelfde maat hebben. Accu Sluit, nadat alle andere Zekering (200 A) aansluitingen op de versterker zijn Elke versterker moet APART gemaakt, het accusnoer-aansluitpunt voorzien zijn van zijn eigen van de versterker aan op het 200 A zekering. positieve aansluitpunt (+) van de accu. Doorvoerbuisje Aansluitsnoer met RCA-penstekkers Aansluiting voor Bass Boost afstandsbediening (los verkrijgbaar). Verbind deze aansluiting met de Bass Boost Autostereo met RCA-uitafstandsbediening via de daarbij behorende draad. gangspenaansluitingen SYNC OUTPUT / SYNC INPUT aansluiting Zie “Aansluiten van de luidsprekerdraden” voor aanwijzingen omtrent het gebruik van de SYNC OUTPUT / SYNC INPUT aansluiting. Bass Boost afstandsbediening Externe uitgang RCAingangspenaansluiting 6m Draad voor Bass Boost afstandsbediening Achterkant Luidsprekeruitgangsaansluitpunt Raadpleeg het hoofdstuk “Aansluiten van de luidsprekerdraden” voor richtlijnen i.v.m. het aansluiten van luidsprekers. Zekering (40 A) 7 Zekering (40 A) Draad voor systeemafstandsbediening (los verkrijgbaar) Verbind de mannelijke aansluiting van dit draad met de aansluiting voor de systeemafstandsbediening van de autostereo (SYSTEM REMOTE CONTROL). Het vrouwelijke aansluitpunt kan worden aangesloten op het relais-besturingsaansluitpunt van de automatische antenne. Als de autostereo niet beschikt over een systeem-afstandsbe-dieningsaansluitpunt, sluit dan het mannelijke aansluitpunt aan op het spanningsaansluitpunt via de contactschakelaar. 18 mm tot 20 mm 2. Verbind de luidsprekerdraden met de luidsprekeruitgangsaansluiting. • Zet de luidsprekerdraden goed met de schroeven van de aansluiting vast. DEUTSCH Verbinden van de luidsprekeruitgangsaansluitingen 1. Strip ongeveer 18 mm tot 20 mm van de isolatie van het uiteinde van de luidsprekerdraden met een striptang of mes. ESPAÑOL • Omdat de draad na verloop van tijd los zal komen te zitten, moet u deze regelmatig controleren en indien nodig opnieuw vastzetten. • Zet de uiteinden van de draadjes niet vast door ze te solderen of af te binden. • Let er bij het vastdraaien op dat u de draad niet met de isolatie vastklemt. • Gebruik de meegeleverde inbussleutel om de schroef van de versterkeraansluiting vast of los te draaien. Zet de draad goed vast met de schroef van de aansluiting. Omdat echter te vast aandraaien van de aansluitingsschroef voor de systeemafstandsbediening het risico met zich meebrengt dat de draad beschadigd raakt, moet u de draad bij het vastdraaien goed in de gaten houden en voorzichtig zijn dat u de schroef niet te vast aandraait. ENGLISH Aansluitingen zonder solderen Aansluitpuntschroef Luidsprekerdraad FRANÇAIS Luidsprekeruitgangsaansluiting Maat luidsprekerdraad Draadlengte minder dan 5,2 m minder dan 8,2 m minder dan 13,4 m Draadmaat 8 AWG 6 AWG 4 AWG ITALIANO 3. Doe de draadbinders in de sleuven en wikkel de draadbinders om de draden. • Wikkel de draadbinder om de isolatie, niet om het ontblote deel van de bedrading. • Knip de overtollige uiteinden van de draadbinders af. NEDERLANDS êìëëäàâ Draadbinder 8 Aansluiten van het toestel 2. Strip de isolatie van het uiteinde van de draden met een striptang of mes. Aansluiten van het spanningsaansluitpunt • Gebruik altijd de aanbevolen accu en aarddraad (los verkrijgbaar). Verbind het accudraad direct met de positieve pool (+) van de autoaccu en het aardedraad met het chassis van de auto. • De aanbevolen maten voor de draden (AWG: American Wire Gauge) zijn als volgt. De accudraad, de aarddraad en de optionele directe aarddraad moeten allemaal dezelfde maat hebben. • Gebruik draad van 10 AWG tot 20 AWG voor de draad voor de systeemafstandsbediening. • Accudraad, aarddraad: 18 mm tot 20 mm • Draad voor de systeemafstandsbediening: 14 mm tot 16 mm 3. Sluit de draden aan. • Zet de draden stevig met de schroeven van de aansluitingen vast. Maat voor de accudraad en de aarddraad Draadlengte minder dan 3,6 m minder dan 6,4 m Draadmaat 6 AWG 4 AWG 1. Trek het accudraad van het motorgedeelte naar de cabine van de auto. • Sluit, nadat alle andere aansluitingen op de versterker zijn gemaakt, het accusnoeraansluitpunt van de versterker aan op het positieve aansluitpunt (+) van de accu. De draad tussen de zekering en de positieve (+) pool van de accu mag maximaal 45 cm lang zijn. Interieur van Motorhet voertuig compartiment Interior of Engine compartment the vehicle Zekering 200 A Positieve Elke versterker aansluiting moet APART (+) voorzien zijn van zijn eigen 200 A zekering. Boor een gat van 14 mm in de carrosserie van de auto. Steek het rubberen O-vormige doorvoerbuisje in de carrosserie van de auto. Aansluiting voor systeemafstandsbediening Spanningsaansluitpunt (POWER) Aansluitpuntschroef Terminal screw GND aardeaansluiting Accudraad Aarddraad Draad voor systeemafstandsbediening WAARSCHUWING Als de accudraad niet goed wordt bevestigd aan het aansluitpunt met behulp van de schroef, kan het aansluitpunt oververhit raken, hetgeen kan leiden tot schade en letsel, met inbegrip van lichte brandwonden. 4. Doe de draadbinders in de sleuven en wikkel de draadbinders om de draden. • Wikkel de draadbinder om de isolatie, niet om het ontblote deel van de bedrading. • Knip de overtollige uiteinden van de draadbinders af. Draadbinder 9 ENGLISH Instellen van de versterking voor een gesynchroniseerde versterker Nadat u de luidsprekerdraden heeft aangesloten, dient u de versterking voor elke gesynchroniseerde versterker in te stellen. Alle gesynchroniseerde versterkers volgen de instellingen van de hoofdversterker. Snelle instelling van de versterking ESPAÑOL Zet de versterking van elke gesynchroniseerde versterker op NORMAL. Deze instelling zorgt voor een gebalanceerd uitgangsniveau en is geschikt voor de meeste toepassingen. Geavanceerde instelling van de versterking DEUTSCH Regel de versterking van alle gesynchroniseerde versterkers, te beginnen met de hoofdversterker. 1. Laat het systeem een sinusgolf reproduceren op een laag uitgangsniveau. 2. Neem een voltmeter en meet het uitgangsniveau van de hoofdversterker. 3. Meet nu met de voltmeter het uitgangsniveau van de gesynchroniseerde versterker. 4. Regel het uitgangsniveau van de gesynchroniseerde versterker zo dat dit overeenkomt met dat van de hoofdversterker. 5. Herhaal deze procedure voor elk van de gesynchroniseerde versterkers, in de juiste volgorde. Aansluiten van de luidsprekerdraden FRANÇAIS Sluit de luidsprekerdraden aan en zet de MODE SELECT schakelaar op de voor uw systeem correcte stand, zoals hieronder en op de volgende bladzijde aangegeven. • Wanneer er twee of meer versterkers gecombineerd synchroon zijn aangesloten, dient u uitsluitend deze versterkers te gebruiken. Gebruik deze versterkers niet door elkaar met andere versterkers. • Wanneer er twee of meer versterkers gecombineerd synchroon zijn aangesloten, dient u de extra versterking (Gain), subsonische keuzeschakelaar, afsnijfrequentie voor het laag-doorlaatfilter en de extra lage tonenversterking (Bass Boost) te regelen via de versterker waarvan de MODE SELECT schakelaar op MASTER is gezet. Deze instellingen, met uitzondering van de Gain regeling, staan buiten werking op een versterker die is ingesteld op SYNC of SYNC INV. Zie voor details omtrent het regelen van de Gain extra versterking “Instellen van de versterking voor een gesynchroniseerde versterker”. ITALIANO NEDERLANDS êìëëäàâ 10 Aansluiten van het toestel WAARSCHUWING Versterker Diagram A - Correct 4 Ω Luidspreker 4 Ω Luidspreker 2Ω Luidspreker 2 Ω brugschakeling Versterker Diagram B - Incorrect 2Ω Luidspreker 1 Ω brugschakeling Versterker Versterker U mag deze versterker NIET installeren of gebruiken door luidsprekers van 2 Ω (of lager) parallel te bedraden om een overbrugde modus (brugschakeling; diagram B) van 1 Ω (of lager) te verkrijgen. Een onjuiste overbrugging kan leiden tot schade aan de versterker, rook en oververhitting. Het oppervlak van de verwerker kan ook te heet worden om aan te raken en dit kan resulteren in lichte brandwonden. Om een overbrugde modus (brugschakeling) op de juiste manier te installeren of te gebruiken en een belasting van 2 Ω te verkrijgen, dient u twee luidsprekers van 4 Ω parallel te bedraden met Links + en Rechts - (diagram A) of een enkelvoudige luidspreker van 2 Ω te gebruiken. Raadpleeg bovendien de handleiding van de luidspreker in kwestie voor meer informatie over de juiste manier van aansluiten. Enkele versterker De MODE SELECT schakelaar moet op MASTER staan. Aansluiten op een autostereo. Zie het “Aansluitschema” voor details. 1 Ω tot 8 Ω 1 200 W (1 Ω) • Gebruik luidsprekers met een impedantie van 1 Ω tot 8 Ω. 11 ENGLISH Twee versterkers (Ex. brugschakeling) De MODE SELECT schakelaar moet op MASTER staan. Aansluiten op een autostereo. Zie het “Aansluitschema” voor details. Verbindingssnoer met RCA (tulp) stekkers (los verkrijgbaar). Luidsprekerdraad (los verkrijgbaar). 2 Ω tot 16 Ω 2 400 W (2 Ω) DEUTSCH SYNC INPUT ESPAÑOL De MODE SELECT schakelaar moet op SYNC INV staan. Voor u deze stand instelt, moet u de schroef en de stopper verwijderen. SYNC OUTPUT FRANÇAIS • Gebruik alleen luidsprekers met een impedantie van 2 Ω tot 16 Ω. Controleer bovendien of de synthetische tenminste 2 Ω bedraagt wanneer er meerdere versterkers in brugschakeling worden gebruikt. Twee versterkers Verbindingssnoer met RCA (tulp) stekkers (los verkrijgbaar). SYNC INPUT 1 Ω tot 8 Ω 1 200 W (1 Ω) NEDERLANDS De MODE SELECT schakelaar moet op SYNC staan. Voor u deze stand instelt, moet u de schroef en de stopper verwijderen. Aansluiten op een autostereo. SYNC OUTPUT Zie het “Aansluitschema” voor details. ITALIANO De MODE SELECT schakelaar moet op MASTER staan. êìëëäàâ 1 Ω tot 8 Ω 1 200 W (1 Ω) • Gebruik luidsprekers met een impedantie van 1 Ω tot 8 Ω. 12 Aansluiten van het toestel Vier versterkers (Ex. brugschakeling) De MODE SELECT schakelaar moet op MASTER staan. De MODE SELECT schakelaar moet op SYNC INV staan. Voor u deze stand instelt, moet u de schroef en de stopper verwijderen. De MODE SELECT schakelaar moet op SYNC INV staan. Voor u deze stand instelt, moet u de schroef en de stopper verwijderen. De MODE SELECT schakelaar moet op SYNC INV staan. Voor u deze stand instelt, moet u de schroef en de stopper verwijderen. SYNC OUTPUT Aansluiten op een autostereo. Zie het “Aansluitschema” voor details. Verbindingssnoer met RCA (tulp) stekkers (los verkrijgbaar). Luidsprekerdraad (los verkrijgbaar). SYNC OUTPUT SYNC INPUT Verbindingssnoer met RCA (tulp) stekkers (los verkrijgbaar). 2 Ω tot 16 Ω 4 800 W (2 Ω DVC) SYNC OUTPUT SYNC INPUT Verbindingssnoer met RCA (tulp) stekkers (los verkrijgbaar). Luidsprekerdraad (los verkrijgbaar). SYNC INPUT • Gebruik alleen luidsprekers met een impedantie van 2 Ω tot 16 Ω. Controleer bovendien of de synthetische tenminste 2 Ω bedraagt wanneer er meerdere versterkers in brugschakeling worden gebruikt. 13 ENGLISH Vier versterkers De MODE SELECT schakelaar moet op MASTER staan. SYNC OUTPUT Verbindingssnoer met RCA (tulp) stekkers (los verkrijgbaar). SYNC INPUT Verbindingssnoer met RCA (tulp) stekkers (los verkrijgbaar). 1 Ω tot 8 Ω 1 200 W (1 Ω) ITALIANO 1 Ω tot 8 Ω 1 200 W (1 Ω) NEDERLANDS De MODE SELECT schakelaar moet op SYNC staan. Voor u deze stand instelt, moet u de schroef en de stopper verwijderen. FRANÇAIS Verbindingssnoer met De MODE SELECT SYNC RCA (tulp) stekkers schakelaar moet op INPUT (los verkrijgbaar). SYNC staan. Voor u deze stand instelt, moet SYNC u de schroef en de OUTPUT stopper verwijderen. 1 Ω tot 8 Ω 1 200 W (1 Ω) DEUTSCH SYNC OUTPUT ESPAÑOL De MODE SELECT schakelaar moet op SYNC staan. Voor u deze stand instelt, moet u de schroef en de stopper verwijderen. Aansluiten op een autostereo. Zie het “Aansluitschema” voor details. 1 Ω tot 8 Ω 1 200 W (1 Ω) êìëëäàâ SYNC INPUT • Gebruik luidsprekers met een impedantie van 1 Ω tot 8 Ω. 14 Installatie WAARSCHUWING • Niet installeren op: —Plaatsen waar het de bestuurder of passagiers zou kunnen verwonden wanner de auto plotseling stopt. —Plaasten waar de bestuurder door de eenheid tijdens het rijden zou kunnen worden gehinderd, zoals bijvoorbeeld op de vloer voor de bestuurdersstoel. • Kontroleer dat draden niet in de weg van de stoelverstelmechanismen zitten. Dit zou namelijk kortsluiting kunnen veroorzaken. • Controleer of er zich geen onderdelen achter het paneel bevinden wanneer u een gat boort voor de installatie van de versterker. Zorg ervoor dat alle kabels en belangrijke onderdelen zoals brandstofleidingen, remleidingen en de elektrische bedrading beveiligd zijn en niet kunnen worden beschadigd. • Plaats tapse schroeven zodanig dat de kop van de schroef niet in aanraking met draden komt. Dit is belangrijk en voorkomt dat draden door trillingen van het voertuig door worden gesneden met brand tot gevolg. • Laat de versterker IN GEEN GEVAL in contact komen met vloeistoffen, bijvoorbeeld als gevolg van de opstelling van de versterker. Dit kan leiden tot elektrische schokken. De versterker en luidsprekers kunnen ook beschadigd raken, rook produceren en oververhit raken door contact met vloeistoffen. Daarbij kan het oppervlak van de versterker en het oppervlak van aangesloten luidsprekers heet worden, hetgeen kan leiden tot lichte brandwonden. • Gebruik de bijgeleverde onderdelen op de manier die is beschreven om de installatie uit te voeren zoals het hoort. Als andere onderdelen dan diegene die zijn bijgeleverd worden gebruikt, is het mogelijk dat inwendige onderdelen van de versterker schade oplopen of loskomen, zodat de versterker niet meer werkt. • Vervang de zekering in geen geval door één met een hoger vermogen of hogere waarde dan de originele. Gebruik van een verkeerde zekering kan leiden tot oververhitting en rookontwikkeling en tot beschadiging van het product en letsel, bijvoorbeeld brandwonden. WAARSCHUWING Om slechte werking en/of letsel te voorkomen • Zorg dat de ventiltie van de versterker niet wordt gehinderd, en let derhalve op de volgende punten tijdens het installeren. —Zorg dat er voor een goede vrije ruimte boven de versterker is. —Bedek de versterker niet met een vloermat of kleed. • Laat de versterker IN GEEN GEVAL in contact komen met vloeistoffen, bijvoorbeeld als gevolg van de opstelling van de versterker. Dit kan leiden tot elektrische schokken. De versterker en luidsprekers kunnen ook beschadigd raken, rook produceren en oververhit raken door contact met vloeistoffen. Daarbij kan het oppervlak van de versterker en het oppervlak van aangesloten luidsprekers heet worden, hetgeen kan leiden tot lichte brandwonden. • Installeer de versterker niet op onstabiele plaatsen, zoals op de reservebandhouder. • De beste installatieplaats is verschillend afhankelijk van het automerk en model en uw wensen. Plaats de versterker echter beslist stevig op een stabiele plaats. • Maak eerst voorlopige aansluitingen en ga na of de versterker en het systeem naar behoren werken. • Na het installeren van de versterker, moet u controleren dat het reservewiel, de krik en het gereedschap nog gemakkelijk kunnen worden verwij-derd. Bevestigen van de Bass Boost afstandsbediening Bevestig deze met zelftappende schroeven (3 mm × 10 mm) op een gemakkelijk toegankelijke plek, bijvoorbeeld onder het dashboard. Zelftappende schroef (3 mm × 10 mm) 15 1. Zet de versterker op de plaats waar hij moet worden geïnstalleerd. Steek de bijgeleverde tapschroeven (4 mm × 18 mm) in de schroefgaten. Druk met een schroevendraaier op de schroeven zodat ze een inkeping maken op de plaats waar de gaten voor de installatie moeten komen. 1. Pas de aansluitingenafdekking netjes op het toestel en doe de schroeven terug. ESPAÑOL Terugzetten van de aansluitingenafdekking ENGLISH Voorbeeld van installatie op de vloermat of op het chassis 2. Draai de schroeven vast met een inbussleutel van 4 mm. Schroef Aansluitingenafdekking DEUTSCH 2. Boor gaten met een diameter van 2,5 mm op de plaatsen die zijn gemerkt en installeer de versterker, ofwel op de vloermat ofwel rechtstreeks op het chassis. FRANÇAIS Zelftappende schroef (4 mm × 18 mm) Omdraaien van het embleem Vloermat of chassis 2. Draai het embleem om en zet vervolgens de schroefjes weer vast met de inbussleutel. Schroef NEDERLANDS Boor een gat met een diameter van 2,5 mm ITALIANO 1. Om het embleem te verwijderen, dient u de schroefjes los te draaien met behulp van een inbussleutel van 2 mm. Embleem êìëëäàâ 16 Aanvullende informatie Oplossen van problemen De volgende indicators lichten eventjes op zodra de versterker wordt ingeschakeld. Dit wijst niet op een storing. HEAT indicator • Deze indicator licht geel op wanneer de temperatuur in het binnenwerk van de versterker te hoog oploopt. Wanneer dit gebeurt dient u het gebruik van de versterker onmiddellijk te staken en dient u de plek waar de versterker is ge_nstalleerd te controleren (zie de "WAARSCHUWING" op bladzijde 2). Neem contact op met uw dealer als u het probleem niet kunt corrigeren. PROTECT indicator • Deze indicator gaat rood knipperen of branden wanneer er zich een bepaald probleem heeft voorgedaan met de versterker. Wanneer dit gebeurt dient u het gebruik van de versterker onmiddellijk te staken en dient u de bedrading te controleren (zie de "WAARSCHUWING" op bladzijde 2). Neem contact op met uw dealer als u het probleem niet kunt corrigeren. 17 Technische gegevens ENGLISH ESPAÑOL Spanningsbron ............................................................ 14,4 V gelijkstroom (10,8 V t/m 15,1 V toelaatbaar) Aarding ................................................................................................................ Negatieve klem aan massa Stroomverbruik ........................................................................................ 44 A (met continu spanning, 4 Ω) Gemiddeld stroomverbruik* .............................................................................. 12 A (4 Ω voor een kanaal) 26 A (2 Ω voor een kanaal) 34 A (1 Ω voor een kanaal) Zekering .......................................................................................................................................... 40 A × 4 Afmetingen ................................................................................................ 381 (B) × 65 (H) × 282 (D) mm Gewicht .................................................................................................................. 6,0 kg (Excl. bedrading) Maximale spanningsuitvoer ............................ 1 000 W × 1 (4 Ω) / 2 000 W × 1 (2 Ω) / 2 400 W × 1 (1 Ω) Continu vermogen (14,4 V) ......................................… 4 Ω, 20 Hz t/m 240 Hz, 1,0 % THV, 500 W × 1 2 Ω, 50 Hz, 1,0 % THV, 1 000 W × 1 1 Ω, 50 Hz, 2,0 % THV, 1 200 W × 1 Belastingsimpedantie .................................................................................... 4 Ω (1 Ω t/m 8 Ω toelaatbaar) Frequentieweergave ................................................................................ 10 Hz t/m 240 Hz (+0 dB, –3 dB) S/R verhouding ........................................................................................................ 80 dB (IEC-A netwerk) Vervorming ........................................................................................................ 0,3% (10 W / 4 Ω, 100 Hz) Laag-doorlaatfilter ................................................................................ Afsnijfrequentie: 40 Hz t/m 240 Hz Afsnij-helling: –24 dB/oct. Subsonisch filter (HPF) .................................................................................................... Frequentie: 20 Hz Helling: –24 dB/oct. Extra versterking lage tonen .......................................................................... Frequentie: 40 Hz t/m 120 Hz Niveau: 0 / 6 / 9 / 12 dB Versterkingsregeling .............................................................................................. RCA: 400 mV t/m 6,5 V Maximale ingangsniveau /-impedantie .......................................................................... RCA: 6,5 V / 22 kΩ DEUTSCH FRANÇAIS Opmerking: • Technische gegevens en ontwerp zijn ter productverbetering zonder voorafgaande kennisgeving wijzigbaar. *Gemiddeld stroomverbruik ITALIANO • Het gemiddelde stroomverbruik is zo goed als gelijk aan het maximale stroomverbruik van dit toestel bij ontvangst van een audiosignaal. Gebruik deze waarde bij het uitrekenen van het totale stroomverbruik van meerdere vermogensversterkers. NEDERLANDS êìëëäàâ 18
1 / 1

Pioneer D1200SPL Handleiding

Categorie
AV-ontvangers
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor