Ferm MMM1001 de handleiding

Categorie
Meten
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Ferm BV • P.O. Box 134 • 8280 AC Genemuiden • NL • www.ferm.com 0309-08
Art.nr. 185935
MMH-930
D
NL
CZ
R
GEBRAUCHSANWEISUNG 02
GEBRUIKSAANWIJZING 06
NÁVOD K POUŽITÍ 10
êìäéÇéÑëíÇé èé ùäëèãìÄíÄñàà 13
UK Subject to change
D Änderungen vorbehalten
NL Wijzigingen voorbehouden
F Sous réserve de modifications
S Ändringar förbehålles
SF Pidätämme oikeuden muutoksiin
N Rett till endringer forbeholdes
DK Ret til ændringer forbeholdes
E Reservado el derecho de modificaciones
technicas
P Reservado o direito a modificações
I Con reserva di modifiche
H Változtatás jogát fenntartjuk
CZ Změny vyhrazeny
ÓÏ·ÌËfl Ferm ÔÓÒÚÓflÌÌÓ ÒÓ‚Â¯ÂÌÒÚ‚Û
ÂÚ ‚˚ÔÛÒ͇ÂÏÛ ˛ ² ÔÓ‰ÛÍˆË˛.
èÓÁÚÓÏÛ ‚ ÚÂıÌ˘ÂÒË ı‡‡ÍÚÂËÒÚËÍË
ÏÓ„ÛÚ ‚ÌÓÒËÚ¸Òfl ·ÂÁ Ô‰‚‡ËÚÂθÌÓ„Ó
ۂ‰ÓÏÎÂÌËfl.
GR    
TR Değişiklikler mümkündür
èÖêÖÑ ÇäãûóÖçàÖå
•Ç ÒÎÛ˜‡Â ÂÒÎË ËÁÏÂflÂÏÓ ̇ÔflÊÂÌË Ë/ËÎË
ËÁÏÂflÂÏ˚È ÚÓÍ ÌÂËÁ‚ÂÒÚÂÌ, Ç‡Ï ÒΉÛÂÚ
ÛÒÚ‡ÌÓ‚ËÚ¸ ‚‡˘‡˛˘Û˛Òfl Û˜ÍÛ Ì‡ Ò‡Ï˚È ‚˚Ò¯ËÈ
‰Ë‡Ô‡ÁÓÌ. èË Ì‰ÓÒÚ‡ÚÓ˜ÌÓÈ ÚÓ˜ÌÓÒÚË
ÛÒÚ‡ÌÓ‚ËÚ¸ ‚‡˘‡˛˘Û˛Òfl Û˜ÍÛ ÌËÊ ̇ Ó‰ËÌ
‰Ë‡Ô‡ÁÓÌ Ë Ú.‰.
ÖÒÎË ÔË·Ó ‚ÂÏÂÌÌÓ Ì ËÒÔÓθÁÛÂÚÒfl, ÚÓ
ÒΉÛÂÚ ÔÂÂÍβ˜ËÚ¸ ‚‡˘‡˛˘Û˛Òfl Û˜ÍÛ ‚
ÔÓÎÓÊÂÌËÂ «OFF».
èË ËÁÏÂÂÌËË Ì‡ÔflÊÂÌËfl ËÎË ÚÓ͇ ÚÂÒÚÂ
ÔÓ‰ÒÓ‰ËÌflÂÚÒfl ÔÓ-‡ÁÌÓÏÛ. è‡‡ÎÎÂθÌÓÂ
‚Íβ˜ÂÌË ÔË ËÁÏÂÂÌËË Ì‡ÔflÊÂÌËfl Ë
ÔÓÒΉӂ‡ÚÂθÌÓ ‚Íβ˜ÂÌË ÔË Á‡ÏÂ ÚÓ͇. Ç
ÔÓÒΉÌÂÏ ÒÎÛ˜‡Â Ó‰ËÌ ÔÓ‚Ó‰ÌËÍ ‰ÓÎÊÂÌ ·˚Ú¸
ÔÂ‚‡Ì.
ùäëèãìÄíÄñàü
PËÒ.1
Ä. 3ı-Á̇˜Ì˚È ÊˉÍÓÍËÒÚ‡Î΢ÂÒÍËÈ Ë̉Ë͇ÚÓ,
χÍÒËχθ̇fl Ë̉Ë͇ˆËfl: 1999. à̉Ë͇ˆËfl
‰ÂÒflÚ˘ÌÓÈ ÚÓ˜ÍË, ÔÓÎflÌÓÒÚË, ÔÂ„ÛÁÍË,
‡ÁflÊÂÌÌÓÒÚË ·‡Ú‡ÂÈÍË Ë ‚˚ÒÓÍÓ„Ó
̇ÔflÊÂÌËfl.
Ç. èÂÂÍβ˜‡ÚÂθ ‰Ë‡Ô‡ÁÓ̇. èÓ‚ÓÓÚÌ˚È
ÔÂÂÍβ˜‡ÚÂθ ‰Îfl ÛÒڇ̇‚ÎË‚‡ÂÏÓ„Ó ‰Ë‡Ô‡ÁÓ̇.
ë. àÁÏÂÂÌË hFE-Ú‡ÌÁËÒÚÓÓ‚.
D. 10 A DC. èÓÎÓÊËÚÂθÌÓ ÔÓ‰Íβ˜ÂÌË ‰Îfl
ËÁÏÂÂÌËfl ÚÓ͇ ‰Ó 10 A DC.
E. V/W, mA. èÓÎÓÊËÚÂθÌÓ ÔÓ‰Íβ˜ÂÌË ‰Îfl
ËÁÏÂÂÌËÈ Ì‡ÔflÊÂÌËfl Ë ÒÓÔÓÚË‚ÎÂÌËfl.
F. ëéå. éÚˈ‡ÚÂθÌÓ ÔÓ‰Íβ˜ÂÌËÂ.
àáåÖêÖçàÖ
àÁÏÂÂÌË ÔÓÒÚÓflÌÌÓ„Ó Ì‡ÔflÊÂÌËfl (V DC)
èÓ‰Íβ˜ËÚ ˜ÂÌ˚È Í‡·Âθ Í „ÌÂÁ‰Û «ëéå», ‡
Í‡ÒÌ˚È Í‡·Âθ Í „ÌÂÁ‰Û «V//mA».
ìÒÚ‡ÌÓ‚ËÚ ÔÂÂÍβ˜‡ÚÂθ ÂÊËχ ‡·ÓÚ˚ ‚
ÌÂÓ·ıÓ‰ËÏÓ ÔÓÎÓÊÂÌË «V » ÔÓ‰Íβ˜ËÚÂ
͇·Âθ ˜ÂÂÁ ËÁÏÂflÂÏ˚È ËÒÚÓ˜ÌËÍ ËÎË Á‡fl‰.
ëӷ≇ÈÚ Ô‡‚ËθÌÛ˛ ÔÓÎflÌÓÒÚ¸ (Í‡ÒÌ˚È +,
˜ÂÌ˚È -), Ú.Í. ‚ ÔÓÚË‚ÌÓÏ ÒÎÛ˜‡Â ÔÂ‰
Á̇˜ÂÌËÂÏ Ì‡ Ë̉Ë͇ÚÓ ÔÓfl‚ËÚÒfl ÁÌ‡Í ÏËÌÛÒ.
ë˜ËÚ‡ÈÚ Á̇˜ÂÌË ‚ ‚Óθڇı.
ÑàÄèÄáéç íéóçéëíú êÄáêÖòÖçàÖ
ÇıÓ‰ÌÓ ÒÓÔÓÚË‚ÎÂÌËÂ: 1 Ï
ᇢËÚ‡ ÓÚ ÔÂ„ÛÁÓÍ: DC ËÎË AC, ÔËÍÓ‚Ó Á̇˜ÂÌËÂ
1000 Ç
ì͇Á‡ÌËÂ:
•Ç ÒÎÛ˜‡Â ÂÒÎË ‰Ë‡Ô‡ÁÓÌ Ì‡ÔflÊÂÌËfl ËÁ̇˜‡Î¸ÌÓ
ÌÂËÁ‚ÂÒÚÂÌ, Ç˚ ‰ÓÎÊÌ˚ ÛÒÚ‡ÌÓ‚ËÚ¸
ÔÂÂÍβ˜‡ÚÂθ ÂÊËχ ‡·ÓÚ˚ ̇ ̇˂˚Ò¯ËÈ
‰Ë‡Ô‡ÁÓÌ Ë, ÔË ÌÂÓ·ıÓ‰ËÏÓÒÚË, ‚ÔÓÒΉÒÚ‚ËË
˝ÚÓÚ ‰Ë‡Ô‡ÁÓÌ ÔÓÒÚÂÔÂÌÌÓ ÒÌËʇڸ.
•Ç ÒÎÛ˜‡Â ÂÒÎË Ì‡ Ë̉Ë͇ÚÓ ÔÓfl‚ËÚÒfl ÚÓθÍÓ
˜ËÒÎÓ «1», ÚÓ ËÁÏÂÂÌË ‚˚ıÓ‰ËÚ Á‡ Ô‰ÂÎ˚
ÛÒÚ‡ÌÓ‚ÎÂÌÌÓ„Ó ‰Ë‡Ô‡ÁÓ̇ Ë ÌÂÓ·ıÓ‰ËÏÓ
ÔÂ‚ÂÒÚË ÔÂÂÍβ˜‡ÚÂθ ÂÊËχ ‡·ÓÚ˚ ̇
·ÓΠ‚˚ÒÓÍËÈ ‰Ë‡Ô‡ÁÓÌ.
å‡ÍÒËχθÌÓ ‚ıÓ‰ÌÓ ̇ÔflÊÂÌË ÒÓÒÚ‡‚ÎflÂÚ
1000 Ç. ÅÓΠ‚˚ÒÓÍË Á̇˜ÂÌËfl ̇ÔflÊÂÌËfl ÌÂ
ËÁÏÂfl˛ÚÒfl.
èË ËÁÏÂÂÌËË ‚˚ÒÓÍÓ„Ó Ì‡ÔflÊÂÌËfl ·Û‰¸ÚÂ
˜ÂÁ‚˚˜‡ÈÌÓ ‚ÌËχÚÂθÌ˚.
àÁÏÂÂÌË ÔÂÂÏÂÌÌÓ„Ó Ì‡ÔflÊÂÌËfl (V AC)
èÓ‰Íβ˜ËÚ ˜ÂÌ˚È Í‡·Âθ Í „ÌÂÁ‰Û «ëéå», ‡
Í‡ÒÌ˚È Í‡·Âθ Í „ÌÂÁ‰Û «V//mA».
ìÒÚ‡ÌÓ‚ËÚ ÔÂÂÍβ˜‡ÚÂθ ÂÊËχ ‡·ÓÚ˚ ‚
ÌÂÓ·ıÓ‰ËÏÓ ÔÓÎÓÊÂÌË «V~» Ë ÔÓ‰Íβ˜ËÚÂ
͇·Âθ ˜ÂÂÁ ËÁÏÂflÂÏ˚È ËÒÚÓ˜ÌËÍ ËÎË Á‡fl‰.
èÓÎflÌÓÒÚ¸ ËÁÏÂËÚÂθÌ˚ı ¯ÚËÙÚÓ‚ ÌÂ
Ô‰ÒÚ‡‚ÎflÂÚ ‚‡ÊÌÓÒÚË.
ë˜ËÚ‡ÈÚ ˝ÚÓ Á̇˜ÂÌË ‚ ‚Óθڇı.
± 0,5% of rdg ± 2 digit
± 0,8% of rdg ± 2 digit
200mV
2000mV
20V
200V
1000V
100µV
1mV
10mV
100mV
1V
Ferm 15
DIGITALE MULTIMETER
TECHNISCHE GEGEVENS
•3 1/2 Digit Liquid Crystal Display (max. uitlezing:
1999).
Bedrijfstemperatuur: 0 / 40 °C (rel. vochtigheid
<75%).
Opslagtemperatuur: -15 / 50° C.
Voeding: 9V-batterij (type 6LR62, MN 1604 of equi-
valenten).
“Lage batterijspanning:” weergave:” ”zal dan
oplichten.
Calibratie: nauwkeurigheden zijn gegarandeerd
gedurende 1 jaar bij 23°C +/- 5°C en een relatieve
vochtigheid van < 75%.
In de multimeter zit een batterij. Indien de batterij
niet meer te gebruiken is, moet u deze niet weg-
gooien, maar inleveren als KCA
Voor vervanging van de batterij zie hoofdstuk “Vervan-
gen van de batterij”
GEBRUIK
De multimeter is geschikt voor het meten van gelijkspan-
ning (VDC), gelijkstroom (ADC), wisselspanning (VAC),
weerstand (, Ohm), dioden en hFE-transistormeting.
ALGEMENE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Dit apparaat is met de grootste zorg voor veiligheid
geconstrueerd. Elke wijziging of uitbreiding van het ont-
werp kan de veiligheid teniet doen. Ook de garantie kan
daardoor vervallen.
Lees deze gebruiksaanwijzing goed door!
1. Houd het werkgebied op orde
Een wanordelijke werkomgeving leidt tot ongelukken.
Verlicht de werkomgeving voldoende.
2. Houd rekening met omgevings-invloeden
Gebruik de multimeter niet in een vochtige of natte
omgeving. Laat de multimeter niet in de regen liggen.
3. Houd kinderen uit de buurt
Laat andere personen niet aan de multimeter komen,
houdt ze weg van het werkgebied.
4. Berg het gereedschap veilig op
Niet in gebruik zijnde multimeters moeten in droge
ruimten gehouden worden.
5. Overbelast de multimeter niet
U werkt beter en veiliger binnen het aangegeven ver-
mogensbereik. Schade door overbelasting valt niet
onder de garantie.
6. Gebruik het meetsnoer niet verkeerd
Draag het apparaat niet aan het meetsnoer en
gebruik het meetsnoer niet om de stekker uit de mul-
timeter te trekken, doe dit altijd met de plug.
7. Onderhoud de multimeter zorgvuldig
Houd de multimeter schoon om beter en veiliger te
kunnen werken. Houdt de multimeter droog en vrij
van olie en vet.
8. Trek de meetstekker uit de multimeter
Als de multimeter niet in gebruik is.
9. Controleer het gereedschap op beschadigin-
gen
Voor het verdere gebruik van het apparaat moeten
veiligheidsinrichtingen of beschadigde delen zorgvul-
dig op hun uitstekende en doelgerichte functie wor-
den beproefd.
Controleer of alle voorwaarden die het functioneren
van het apparaat zouden kunnen beïnvloeden juist
zijn.
SPECIALE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Waarschuwing! Bij het meten van hoge spanningen
en stromen bestaat levensgevaar. Raak blote delen
van de meetsnoeren niet aan wanneer u spanning
hoger dan 40 Volt of stromen groter dan 20 mA
meet.
De multimeter is een meetinstrument. Stoot de mul-
timeter niet en laat hem niet vallen.
Als de multimeter niet gebruikt wordt zet de schake-
laar dan op de ‘OFF’-stand om de batterij te sparen.
Stel het apparaat niet bloot aan hoge vochtigheid of
hoge temperatuur.
Houdt de multimeter uit de buurt van sterke magne-
tische velden.
Wanneer de multimeter langere tijd niet wordt
gebruikt, verwijder dan de batterij om lekkage te
voorkomen.
Verwijder onmiddelijk de meetsnoeren wanneer u
de stank van stinkende isolatie ruikt.
+
Nederlands
NL
6 Ferm
VOOR INGEBRUIKNAME
Indien de te meten spanning en/of stroom onbekend
is, stel dan de draaiknop in op het hoogste bereik. Bij
onvoldoende nauwkeurigheid de draaiknop één
meetbereik lager instellen, enz.
Als het apparaat niet in gebruik is, moet de draaiknop
in de “OFF”-stand worden gezet.
Het verschil in het meten van een spanning of stroom
zit dus in het schakelen van de multimeter. Parallel
voor spannings-, in serie voor stroommeting. In het
laatste geval moet een geleider onderbroken wor-
den.
GEBRUIK
Fig.1
A. LCD display. Groot 3 1/2 digit display met maximaal
1999 uitlezing. Aanduidingen voor decimale punt,
polariteit, overbelasting, lege batterij en hoog voltage
indicatie.
B. Bereik schakelaar. Roterende schakelaar voor het
instellen van het bereik.
C. hFE-transistormeting
D. 10ADC. Positieve aansluiting voor stroommetingen
tot een maximum van 10 ADC.
E. V/ , mA Positieve aansluiting voor spanning en weer-
stand metingen.
F. COM. Negatieve aansluiting
HET METEN
GELIJKSPANNING METEN (VDC)
Sluit het zwarte snoer aan op het “COM”-aansluit-
punt en het rode snoer op het “V//mA”- aansluit-
punt.
Zet de functieschakelaar op de gewenste “V
stand en sluit de snoeren aan over de te meten bron
of lading. Denk aan de juiste polariteit (rood is +,
zwart is -), anders geeft het display een min-teken
voor de waarde aan.
Lees de waarde af in Volt.
BEREIK NAUWKEURIGHEID RESOLUTIE
Ingangsweerstand is 1 M
Overbelastingbeveiliging: DC of AC piekwaarde van 1000 V
NB:
Indien het spanningsbereik vooraf niet bekend is, zet
de functieschakelaar dan op het hoogste bereik en
vervolgens zonodig steeds lager.
Verschijnt alleen het cijfer ”1” op het display, dan valt
de meting buiten het ingestelde bereik en moet de
functieschakelaar op een hoger bereik worden gezet.
De maximale ingangsspanning is 1000V. Hogere
spanningen kunnen niet gemeten worden.
Wees uiterst voorzichtig bij het meten van hoge
spanningen.
METEN VAN WISSELSPANNING (VAC)
Sluit het zwarte snoer aan op het “COM”-aansluit-
punt en het rode snoer op het V//mA- aansluitpunt.
Zet de functieschakelaar op de gewenste V~ stand en
sluit de snoeren aan over de te meten bron of lading.
De polariteit van de meetpennen is niet van belang.
Lees de waarde af in Volt.
BEREIK NAUWKEURIGHEID RESOLUTIE
Frequentiebereik: 45 / 400 Hz
Overbelastingbeveiliging: AC 750V rms
Indicatie: Gemiddelde waarde (rms van sinus vorm)
± 1,2% of rdg ± 10 digit
200V
750V
100mV
1V
± 0,5% of rdg ± 2 digit
± 0,8% of rdg ± 2 digit
200mV
2000mV
20V
200V
1000V
100µV
1mV
10mV
100mV
1V
Ferm 7
ñàîêéÇéâ íÖëíÖê
3ı-Á̇˜Ì˚È ÊˉÍÓÍËÒÚ‡Î΢ÂÒÍËÈ Ë̉Ë͇ÚÓ
(χÍÒ. Ë̉Ë͇ˆËfl: 1999),
ÑˇԇÁÓÌ ‡·Ó˜Ëı ÚÂÏÔÂ‡ÚÛ: 0 / 40 °C
(ÓÚÌÓÒËÚÂθ̇fl ‚·ÊÌÓÒÚ¸ <75 %),
íÂÏÔÂ‡ÚÛ‡ ı‡ÌÂÌËfl: -15 / +50 °C
èËÚ‡ÌËÂ: ·‡Ú‡ÂÈ͇ 9 Ç (ÚËÔ 6LR62, MN 1604 ËÎË
‡‚ÌÓÁ̇˜Ì‡fl)
•á„Ó‡ÂÚÒfl Ë̉Ë͇ˆËfl: “ ÔÓÌËÊÂÌÌÓÂ
̇ÔflÊÂÌË ·‡Ú‡ÂÈÍË.
ä‡ÎË·ӂ͇: ‰ÓÔÛÒÍ „‡‡ÌÚËÛÂÚÒfl ‚ Ú˜ÂÌË 1
„Ó‰‡ ÔË 23 °C +/-5 °C Ë ÓÚÌÓÒËÚÂθÌÓÈ
‚·ÊÌÓÒÚË < 75%.
èÓ˝ÚÓÏÛ ÂÍÓÏẨÛÂÏ Ç‡Ï ÔÓ-‚ÓÁÏÓÊÌÓÒÚË
Ô‰ÓÒÚ‡‚ËÚ¸ ÛÔ‡ÍÓ‚ÍÛ ‰Îfl ‚ÚÓ˘ÌÓÈ
ÔÂÂ‡·ÓÚÍË.
ì͇Á‡ÌËfl ÔÓ ËÒÔÓθÁÓ‚‡Ì˲ ·‡Ú‡ÂÈÍË Ç˚ ̇ȉÂÚ ‚
„·‚ 8 «á‡ÏÂ̇ ·‡Ú‡ÂÈÍË».
çÄáçÄóÖçàÖ
íÂÒÚÂ Ô‰̇Á̇˜ÂÌ ‰Îfl ËÁÏÂÂÌËfl ÔÓÒÚÓflÌÌÓ„Ó
̇ÔflÊÂÌËfl (V DC), ÒËÎ˚ ÔÓÒÚÓflÌÌÓ„Ó ÚÓ͇ (Ä DC),
ÔÂÂÏÂÌÌÓ„Ó Ì‡ÔflÊÂÌËfl (V Äë), ÒÓÔÓÚË‚ÎÂÌËfl (
éÏ), Í‡Í ‰Îfl ‰ËÓ‰Ó‚, Ú‡Í ‰Îfl ËÁÏÂÂÌËfl hFE-
Ú‡ÌÁËÒÚÓÓ‚.
éÅôàÖ èêÄÇàãÄ íÖïçàäà
ÅÖáéèÄëçéëíà
èË ÍÓÌÒÚÛËÓ‚‡ÌËË ˝ÚÓ„Ó ÔË·Ó‡ ·˚ÎÓ Û‰ÂÎÂÌÓ
·Óθ¯Ó ‚ÌËχÌË ‚ÓÔÓÒ‡Ï ·ÂÁÓÔ‡ÒÌÓÒÚË. ã˛·ÓÂ
Ò‡ÏÓÒÚÓflÚÂθÌÓ ËÁÏÂÌÂÌË ËÎË ÏÓ‰ÂÌËÁ‡ˆËfl
ËÁ‰ÂÎËfl ÏÓÊÂÚ Ì‡ÌÂÒÚË Û˘Â· ÒËÒÚÂÏÂ
·ÂÁÓÔ‡ÒÌÓÒÚË. Ç ˝ÚÓÏ ÒÎÛ˜‡Â Ú‡ÍÊ ÏÓÊÂÚ ÔÓÚÂflÚ¸
ÒËÎÛ ‚‡¯Â Ô‡‚Ó Ì‡ „‡‡ÌÚËÈÌÓ ӷÒÎÛÊË‚‡ÌËÂ.
ÇÌËχÚÂθÌÓ ÔÓ˜ÚËÚ ‰‡ÌÌÓ ÛÍÓ‚Ó‰ÒÚ‚Ó ÔÓ
˝ÍÒÔÎÛ‡Ú‡ˆËË!
1. èÓÁ‡·ÓÚ¸ÚÂÒ¸ Ó ÔÓfl‰Í ̇ ‡·Ó˜ÂÏ ÏÂÒÚÂ
çÂÛ·‡ÌÌÓ ‡·Ó˜Â ÏÂÒÚÓ ÏÓÊÂÚ ÒÚ‡Ú¸
Ô˘ËÌÓÈ ‰Îfl ÌÂÒ˜‡ÒÚÌ˚ı ÒÎÛ˜‡Â‚.
èÓÁ‡·ÓÚ¸ÚÂÒ¸ Ó ‰ÓÒÚ‡ÚÓ˜ÌÓÏ ÓÒ‚Â˘ÂÌËË
‡·Ó˜Â„Ó ÏÂÒÚ‡.
2. ì˜ÚËÚ ÓÍÛʇ˛˘Ë هÍÚÓ˚
ç ËÒÔÓθÁÛÈÚ ÚÂÒÚÂ ‚Ó ‚·ÊÌÓÏ ËÎË ÏÓÍÓÏ
ÓÍÛÊÂÌËË. ᇢˢ‡ÈÚ ÚÂÒÚÂ ÓÚ ‡ÚÏÓÒÙÂÌ˚ı
ÓÒ‡‰ÍÓ‚. ç ‰ÓÔÛÒ͇ÈÚ ÔÓÔ‡‰‡ÌËfl ‚ ÛÍË ‰ÂÚÂÈ.
ç ‰ÓÔÛÒ͇ÈÚ ÔÓÒÚÓÓÌÌËı Îˈ ‚ ‡·Ó˜Û˛ ÁÓÌÛ Ë
ÔÓÁ‡·ÓÚ¸ÚÂÒ¸ Ó ÚÓÏ, ˜ÚÓ·˚ ÓÌË Ì ‰ÓÚ‡„Ë‚‡ÎËÒ¸
‰Ó ÚÂÒÚÂ‡.
3. ï‡ÌËÚ ËÌÒÚÛÏÂÌÚ ‚ ̇‰ÂÊÌÓÏ ÏÂÒÚÂ
ç ËÒÔÓθÁÛÂÏ˚ ‚ Ú˜ÂÌË ÔÓ‰ÓÎÊËÚÂθÌÓ„Ó
‚ÂÏÂÌË ÚÂÒÚÂ˚ ‰ÓÎÊÌ˚ ı‡ÌËÚ¸Òfl ‚ ÒÛıÓÏ
ÔÓÏ¢ÂÌËË.
4. ç ÔÓ‰‚Â„‡ÈÚ ÚÂÒÚÂ ÔÂ„ÛÁ͇Ï.
èË ‡·ÓÚ ‰ÂÈÒÚ‚ÛÈÚ ‚ Ô‰Â·ı Û͇Á‡ÌÌÓ„Ó
‰Ë‡Ô‡ÁÓ̇ ÏÓ˘ÌÓÒÚË, ˝ÚÓ ÎÛ˜¯Â Ë Ì‡‰ÂÊÌÂÂ. 3.
èÓ‚ÂʉÂÌËfl, ‚˚Á‚‡ÌÌ˚ ÔÂ„ÛÁÍÓÈ, ÌÂ
fl‚Îfl˛ÚÒfl „‡‡ÌÚËÈÌ˚Ï ÒÎÛ˜‡ÂÏ.
ç ÌÓÒËÚ ÔË·Ó Á‡ ËÁÏÂËÚÂθÌ˚È Í‡·Âθ Ë ÌÂ
‚˚ÌËχÈÚ ¯ÚÂÍÂ ËÁ ÚÂÒÚÂ‡ Á‡ ËÁÏÂËÚÂθÌ˚È
͇·Âθ; ‰Îfl ˝ÚËı ˆÂÎÂÈ ‚Ò„‰‡ ËÒÔÓθÁÛÈÚÂ
¯ÚÂÍÂ.
5. éÒÛ˘ÂÒÚ‚ÎflÈÚ ڢ‡ÚÂθÌ˚È ÛıÓ‰ Á‡
ÚÂÒÚÂÓÏ.
ëÓ‰ÂÊËÚ ÚÂÒÚÂ ‚ ˜ËÒÚÓÚÂ. ùÚÓ Ó·Î„˜‡ÂÚ
‡·ÓÚÛ Ë ÔÓ‚˚¯‡ÂÚ ·ÂÁÓÔ‡ÒÌÓÒÚ¸. é·‡ÚËÚÂ
‚ÌËχÌË ̇ ÚÓ, ˜ÚÓ·˚ ÚÂÒÚÂ Ì ÍÓÌÚ‡ÍÚËÓ‚‡Î Ò
‚·„ÓÈ, χÒÎÓÏ ËÎË ÍÓÌÒËÒÚÂÌÚÌÓÈ ÒχÁÍÓÈ.
6. Ç˚̸Ú ¯ÚÂÍÂ ËÁÏÂËÚÂθÌÓ„Ó Í‡·ÂÎfl ËÁ
ÚÂÒÚÂ‡.
èÓ‚Â¸ÚÂ, Ì ÔÓ‚ÂʉÂÌ ÎË ËÌÒÚÛÏÂÌÚ.
èÂ‰ ËÒÔÓθÁÓ‚‡ÌËÂÏ ÔË·Ó‡ ÌÂÓ·ıÓ‰ËÏÓ
ÔÓÍÓÌÚÓÎËÓ‚‡Ú¸, ËÒÔ‡‚Ì˚ ÎË ÚÂıÌ˘ÂÒÍËÂ
ÔËÒÔÓÒÓ·ÎÂÌËfl Ë ÛÒÚÓÈÒÚ‚‡ ÚÂıÌËÍË
·ÂÁÓÔ‡ÒÌÓÒÚË ËÎË, ‚ÓÁÏÓÊÌÓ, ÔÓ‚ÂʉÂÌÌ˚Â
˝ÎÂÏÂÌÚ˚ ÍÓÌÒÚÛ͈ËË.
ì·Â‰ËÚÂÒ¸ ‚ ÚÓÏ, ˜ÚÓ ‚Ò Ô‰ÔÓÒ˚ÎÍË,
ÍÓÚÓ˚ ÏÓ„ÛÚ Ó͇Á‡Ú¸ ‚ÎËflÌË ̇ ‡·ÓÚÛ
ÔË·Ó‡, ‚ ÔÓfl‰ÍÂ.
éëéÅõÖ èêÄÇàãÄ íÖïçàäà
ÅÖáéèÄëçéëíà
ÇÌËχÌËÂ! èË ËÁÏÂÂÌËË ‚˚ÒÓÍÓ„Ó Ì‡ÔflÊÂÌËfl
Ë ÒËÎ˚ ÚÓ͇ ÒÛ˘ÂÒÚ‚ÛÂÚ ÓÔ‡ÒÌÓÒÚ¸ ‰Îfl ÊËÁÌË.
çËÍÓ„‰‡ Ì ÔË͇҇ÈÚÂÒ¸ Í Ó„ÓÎÂÌÌ˚Ï ˜‡ÒÚflÏ
ËÁÏÂËÚÂθÌÓ„Ó Í‡·ÂÎfl, ÍÓ„‰‡ Ç˚ ËÁÏÂflÂÚÂ
̇ÔflÊÂÌË ҂˚¯Â 40 Ç ËÎË ÚÓÍ Ò‚˚¯Â 20 ÏÄ.
íÂÒÚÂ – ˜Û‚ÒÚ‚ËÚÂθÌ˚È ÔË·Ó. ᇢˢ‡ÈÚ „Ó
ÓÚ ÒÓÚflÒÂÌËÈ Ë Ì ÓÌflÈÚÂ Â„Ó Ì‡ ÔÓÎ.
ÖÒÎË ÚÂÒÚÂ ‚ÂÏÂÌÌÓ Ì ËÒÔÓθÁÛÂÚÒfl, ÚÓ ‚ ˆÂÎflı
˝ÍÓÌÓÏËË ·‡Ú‡ÂÈÍË ÔÂÂÍβ˜ËÚÂ Â„Ó ‚
ÔÓÎÓÊÂÌËÂ «OFF».
ç ÔÓ‰‚Â„‡ÈÚ ÔË·Ó ‚ÓÁ‰ÂÈÒÚ‚ËflÏ ‚˚ÒÓÍÓÈ
‚·ÊÌÓÒÚË ËÎË ‚˚ÒÓÍËı ÚÂÏÔÂ‡ÚÛ.
ÑÂÊËÚ ÔË·Ó ‚ ÒÚÓÓÌ ÓÚ ÒËθÌ˚ı
χ„ÌËÚÌ˚ı ÔÓÎÂÈ.
ÖÒÎË ÚÂÒÚÂ ‰ÎËÚÂθÌÓ ‚ÂÏfl Ì ËÒÔÓθÁÛÂÚÒfl, ÚÓ
‚˚̸Ú ËÁ ÌÂ„Ó ·‡Ú‡ÂÈÍË ‚Ó ËÁ·ÂʇÌËÂ
‚˚ÚÂ͇ÌËfl ˝ÎÂÍÚÓÎËÚ‡.
çÂÁ‡Ï‰ÎËÚÂθÌÓ Û‰‡ÎËÚ ËÁÏÂËÚÂθÌ˚È
͇·Âθ, ‚ ÒÎÛ˜‡Â ÂÒÎË ÔÓ˜Û‚ÒÚ‚ÛÂÚ Á‡Ô‡ı „ÓÂÎÓÈ
ËÁÓÎflˆËË Í‡·ÂÎfl.
+
R
Russian
14 Ferm
ÚDRŽBA
Pozor: Při údržbě a čištění vždy vyjměte z multi-
metru baterii. K čištění přístroje nikdy nepoužívejte
vodu nebo jiné tekutiny.
Udržujte měřící kabely a multimetr v čistotě. Některé
čistící prostředky a rozpouštědla (benzín, ředidlo)
mohou poškodit nebo rozpustit díly z umělé hmoty.
Tyto produkty obsahují mimo jiné benzen, trichlorethy-
len, chlorid a amoniak.
PORUCHY
Pokud multimetr nefunguje, jak má, může to mít násle-
dující příčiny:
1. Multimetr na displeji nic neudává
Baterie je prázdná.
Vyměňte baterii.
Byl naměřen příliš velký proud nebo napětí a multi-
metr se i přes zabezpečení poškodil.
Odneste multimetr ke svému prodejci značky Ferm k
opravě.
2. Multimetr udává pouze hodnotu
Je spálena pojistka.
VymûÀte pojistku.
Jeden nebo oba měřící kabely jsou poškozeny.
VymûÀte kabely.
Byl naměřen příliš velký proud nebo napětí a multi-
metr se i přes zabezpečení poškodil.
Odneste multimetr ke svému prodejci znaãky Ferm k
opravû.
VÝMĚNA POJISTKY
Dejte přepínač do polohy vypnuto.
Nejdříve musíte odejmout zadní stranu měřiče
uvolněním šroubů.
Vadná pojistka musí být odstraněna a nahrazena
pojistkou se stejně silným proudem a rychlostí
(0,2A/250V).
VÝMĚNA BATERIE
Na displeji se objeví symbol baterie, když je baterie
prázdná.
Nastavte otočný knoflík do polohy vypnuto.
Nejdříve musíte odejmout zadní stranu měřiče
uvolněním šroubů.
Nahraďte 9 Voltovou baterii novou.
Ferm 13
NB:
Indien het spanningsbereik vooraf niet bekend is, zet
de functieschakelaar dan op het hoogste bereik en
vervolgens zonodig steeds lager.
Verschijnt alleen het cijfer ”1” op het display, dan valt
de meting buiten het ingestelde bereik en moet de
functieschakelaar op een hoger bereik worden gezet.
De maximale ingangsspanning is 750V. Hogere span-
ningen kunnen niet gemeten worden.
Wees uiterst voorzichtig bij het meten van hoge
spanningen.
METEN VAN GELIJKSTROOM (ADC)
Sluit het zwarte snoer aan op het “COM”-aansluit-
punt.
Sluit het rode snoer aan op het “VmA”-aansluit-
punt voor het meten van maximaal 200mA. Voor het
meten van een hoger stroombereik tot maximaal 10
A moet het rode snoer op het 10A-aansluitpunt aan-
gesloten worden.
Zet de functieschakelaar op de gewenste “A
stand en sluit de snoeren in serie met de te meten
lading. Denk aan de juiste polariteit (rood is +, zwart
is -), anders geeft het display een min-teken voor de
waarde aan. De polariteit van het RODE snoer wordt
gelijktijdig met de stroomsterkte weergegeven.
Lees de waarde af in (mili)Ampère.
BEREIK NAUWKEURIGHEID RESOLUTIE
Overbelastingbeveiliging:: 0,2/250V zekering, 10 A bereik
niet gezekerd.
NB:
Indien het stroombereik vooraf niet bekend is, zet de
functieschakelaardan op het hoogste bereik en ver-
volgens zonodig steeds lager.
Verschijnt alleen het cijfer ”1” op het display, dan valt
de meting buiten het ingestelde bereik en moet de
functieschakelaar op een hoger bereik worden gezet.
Het 10A-bereik is niet beveiligd d.m.v. een zekering.
Meet daarom nooit langer dan 15 sec.
WEERSTAND METEN ( OHM)
Sluit het zwarte snoer aan op het “COM”-aansluit-
punt en het rode snoer op het V/- aansluitpunt,
(NB. De polariteit van de rode snoer is “+”).
Zet de functieschakelaar op het gewenste -bereik.
Plaats de meetpennen over de te meten component.
Zorg ervoor dat de component niet is verbonden
met andere componenten en raak de punten van de
meetpennen niet aan om de weerstandswaarde niet
te beïnvloeden.
Lees de waarde af in (Ohm).
Bij het meten van weerstanden wordt stroom ver-
bruikt uit de interne batterij. Dit stroomverbruik
varieert voor het ingestelde bereik.
BEREIK NAUWKEURIGHEID RESOLUTIE
Overbelastingbeveiliging:: 250VDC of AC Rms. Indien minder
dan 10 seconden.
Max. Voltage open circuit: 2,8 Volt
NB:
Indien de gemeten weerstandswaarde de maximale
waarde in het geselecteerde bereik overschrijdt,
wordt dit aangegeven op het display (“1”). Kies een
hoger bereik. Bij een weerstand van circa 1 mega-
ohm of hoger, kan het een paar seconden duren voor
de meter zich gestabiliseerd heeft. Dit is normaal bij
het meten van hoge weerstanden.
Als de ingang niet is aangesloten, bijv. bij een onder-
broken circuit, verschijnt het cijfer ”1” op het display
om aan te geven dat de meting buiten het bereik valt.
Als de door te meten weerstand is aangesloten op
een circuit, schakel de spanning dan af en zorg dat alle
condensatoren ontladen zijn alvorens met meten te
beginnen.
200
2000
20K
200K
2000K
0,1
1
10
100
1k ± 1% of rdg ± 2 digit
± 0,8% of rdg ± 2 digit
± 1% of rdg ± 2 digit
± 1,5% of rdg ± 2 digit
200µA
2000µA
20mA
200mA
0,1µA
1µA
10µA
100µA
± 3% of rdg ± 2 digit10A 10mA
8 Ferm
DIODE METEN
Sluit het zwarte snoer aan op het “COM”-aansluit-
punt en het rode snoer op het V/- aansluitpunt,
(NB. De polariteit van de rode snoer is “+”).
Zet de functieschakelaar op het -bereik en
plaats de meetpennen over de door te meten diode.
De polariteit van de meetpennen bepaald bij het
meten van dioden of transistoren of de doorlaatrich-
ting of de sperrichting wordt gemeten. De waarde op
de display is de spanningsval over de diode in door-
laatrichting
De testspanning is ca. 2,4V, stroom is 1,5 mA.
Waneer de meetsnoeren niet, of verkeerd, op de
diode worden aangesloten, dus in sperrichting, dan
verschijnt de “1” in het display.
Is de weerstand minder dan 70, sluit de snoeren
dan aan op twee punten in het circuit.
hFE-TRANSISTORMETING
Verwijder de meetsnoeren
Zet de schakelaar op de hFE-stand.
Bepaal of de transistor van het type NPN of PNP is en
sluit de (e)mitter-, (b)asis- en (c)ollectorsnoeren aan
op de goede opening in het paneel aan de voorkant.
Op het display wordt de hFE-waarde (bij benadering)
aangegeven bij een basisstroom van 10µA, VCE 2,8V.
ONDERHOUD
Let op! Bij onderhoud en schoonmaak van de mul-
timeter altijd de batterij uit de multimeter halen.
Gebruik nooit water of andere vloeistoffen bij het schoonma-
ken van het apparaat.
Houdt de meetsnoeren en uw multimeter schoon. Som-
mige reinigings- en oplosmiddelen (benzine, thinner)
kunnen kunststof onderdelen aantasten of oplossen.
Deze produkten bevatten o.a. benzeen, trichloorethy-
leen, chloride en amonia.
STORINGEN
In het geval de multimeter niet naar behoren functio-
neert, kan dat de volgende oorzaken hebben:
1. De multimeter geeft niets aan op het display
De batterij is leeg.
Vervang de batterij.
Er is een te grote stroom of spanning gemeten en de
multimeter is ondanks de beveiligingen beschadigd.
Bied uw multimeter aan bij uw Ferm-dealer voor repa-
ratie.
2. De multimeter geeft alleen waarde aan
De zekering is doorgebrand.
Vervang de zekering.
Een of beide meetsnoeren zijn beschadigd..
Vervang de snoeren.
Er is een te grote stroom of spanning gemeten en de
multimeter is ondanks de beveiligingen beschadigd.
Bied uw multimeter aan bij uw Ferm-dealer voor repa-
ratie.
VERVANGEN VAN DE ZEKERING
Zet de schakelaar op de UIT-stand.
•U dient eerst de achterzijde van de multimeter te
verwijderen, door de schroeven los te draaien.
De defecte zekering dient verwijderd en vervangen
te worden door een zekering van dezelfde stroom-
sterkte en snelheid (0,2A/250V).
VERVANGEN VAN DE BATTERIJ
Het display zal een batterij teken aangeven wanneer
de batterij leeg raakt.
Zet de draaiknop op de UIT-stand.
•U dient eerst de achterzijde van de multimeter te
verwijderen, door de schroeven los te draaien.
Vervang nu de 9 Volt batterij door een nieuwe.
Ferm 9
MĚŘENÍ STEJNOSMĚRNÉHO PROUDU
(ADC)
Zapojte černý kabel do zdířky “COM”.
Zapojte červený kabel do zdířky “VmA” pro
měření maximálně 200mA. Pro měření vyššího roz-
sahu proudu, do maximální hodnoty 10A musí být
červený kabel zapojen do zdířky 10A.
Nastavte přepínač funkce do požadované polohy
“A ” a zapojte kabely sériově s měřenou zátěží.
Dejte pozor na správnou polaritu (červená je +,
černá je -), jinak displej udává hodnotu s minusovým
znaménkem. Polarita červeného kabelu se zobrazuje
současně se silou proudu.
Přečtěte hodnotu v (mili)Ampérech.
ROZSAH PŘESNOST ROZLIŠENĺ
Přepěťová ochrana: pojistka 0,2/250V, rozsah 10 A není
jištěn
Pozor:
Pokud rozsah napětí není předem znám, nastavte
přepínač funkce na nejvyšší rozsah a následně podle
potřeby rozsah snižujte.
Pokud se na displeji objevuje pouze číslice ”1”, spadá
měření mimo nastavený rozsah a je třeba nastavit
přepínač funkce na vyšší rozsah.
Rozsah 10A není zabezpečen pojistkou. Neměřte
proto nikdy déle než 15 sekund.
MĚŘENÍ ODPORU ( OHM)
Zapojte černý kabel do zdířky “COM” a červený
kabel do zdířky V/, (pozor. Polarita červeného
kabelu je “+”).
Nastavte přepínač funkce na požadovaný rozsah .
ROZSAH PŘESNOST ROZLIŠENĺ
Přepěťová ochrana: 250VDC nebo AC Rms. Pokud méně než
10 sekund.
Max. napětí na otevřeného obvodu: 2,8 Volt
Umístěte měřící kolíky na měřený komponent. Dejte
pozor, aby komponent nebyl spojen s ostatními kom-
ponenty a nedotýkejte se měřících kolíků, abyste
neovlivňovali hodnotu odporu.
Přečtěte hodnotu odporu v (Ohm).
Při měření odporu je využíván proud z vnitřní baterie.
Spotřeba proudu závisí na nastaveném rozsahu.
Pozor:
Pokud měřená hodnota odporu překračuje zvolený
rozsah, zobrazí se na displeji číslice “1”. Zvolte vyšší
rozsah. Při odporu cca. 1 mega-ohm nebo vyšším,
může trvat několik sekund, než se měřič stabilizuje.
Toto je normální při měření většího odporu.
Pokud není vstup zapojen, např. při přerušeném
obvodu, číslice ”1” na displeji upozorňuje, že měření
je mimo rozsah.
Pokud je měřený odpor zapojen do obvodu, vypněte
napětí a ujistěte se, že jsou všechny kondenzátory
vybité, než začnete s měřením.
Měření diod
Zapojte černý kabel do zdířky “COM” a červený
kabel do zdířky V/- (pozor. Polarita červeného
kabelu je “+”).
Nastavte přepínač funkce na rozsah a umístěte
měřící kolíky na měřenou diodu. Polarita měřících
kolíků při měření diod určuje, zda se měří transistory
nebo propustný směr nebo závěrný směr. Hodnota
na displeji udává úbytek napětí na diodě v pro-
pustném směru.
Zkušební napětí je cca. 2,4V, proud je 1,5 mA
Když jsou měřící kabely připojeny na diodu špatně
nebo vůbec, tedy v závěrném směru, objeví se na disp-
leji “1”.
Pokud je odpor menší než 70, zapojte kabely na
dvou místech obvodu.
MĚŘENÍ HFE NA TRANSISTORU
Odpojte měřící kabely
Nastavte přepínač do polohy hFE.
Určete, zda jde o typ transistoru NPN nebo PNP a
zapojte kabel pro (e)mitor, (b)ázi a (c)kolektor do
správného otvoru v panelu na přední straně.
Na displeji se zobrazí hodnota hFE (přibližná) při
bázovém proudu 10ĶA, VCE 2,8V.
200
2000
20K
200K
2000K
0,1
1
10
100
1k ± 1% of rdg ± 2 digit
± 0,8% of rdg ± 2 digit
± 1% of rdg ± 2 digit
± 1,5% of rdg ± 2 digit
200µA
2000µA
20mA
200mA
0,1µA
1µA
10µA
100µA
± 3% of rdg ± 2 digit10A 10mA
12 Ferm

Documenttranscriptie

UK D NL F S SF N DK E P I H Subject to change Änderungen vorbehalten Wijzigingen voorbehouden Sous réserve de modifications Ändringar förbehålles Pidätämme oikeuden muutoksiin Rett till endringer forbeholdes Ret til ændringer forbeholdes Reservado el derecho de modificaciones technicas Reservado o direito a modificações Con reserva di modifiche Változtatás jogát fenntartjuk CZ R GR TR Změny vyhrazeny äÓÏ·ÌËfl Ferm ÔÓÒÚÓflÌÌÓ ÒÓ‚Â¯ÂÌÒÚ‚Û ÂÚ ‚˚ÔÛÒ͇ÂÏÛ ˛ ² ÔÓ‰ÛÍˆË˛. èÓÁÚÓÏÛ ‚ ÚÂıÌ˘ÂÒË ı‡‡ÍÚÂËÒÚËÍË ÏÓ„ÛÚ ‚ÌÓÒËÚ¸Òfl ·ÂÁ Ô‰‚‡ËÚÂθÌÓ„Ó Û‚Â‰ÓÏÎÂÌËfl.       Değişiklikler mümkündür Art.nr. 185935 MMH-930 D GEBRAUCHSANWEISUNG 02 NL GEBRUIKSAANWIJZING 06 CZ NÁVOD K POUŽITÍ 10 êìäéÇéÑëíÇé èé ùäëèãìÄíÄñàà 13 R Ferm BV • P.O. Box 134 • 8280 AC Genemuiden • NL • www.ferm.com 0309-08 NL Nederlands DIGITALE MULTIMETER TECHNISCHE GEGEVENS • 3 1/2 Digit Liquid Crystal Display (max. uitlezing: 1999). • Bedrijfstemperatuur: 0 / 40 °C (rel. vochtigheid <75%). • Opslagtemperatuur: -15 / 50° C. • Voeding: 9V-batterij (type 6LR62, MN 1604 of equivalenten). • “Lage batterijspanning:” weergave:” + ”zal dan oplichten. • Calibratie: nauwkeurigheden zijn gegarandeerd gedurende 1 jaar bij 23°C +/- 5°C en een relatieve vochtigheid van < 75%. In de multimeter zit een batterij. Indien de batterij niet meer te gebruiken is, moet u deze niet weggooien, maar inleveren als KCA Voor vervanging van de batterij zie hoofdstuk “Vervangen van de batterij” GEBRUIK De multimeter is geschikt voor het meten van gelijkspanning (VDC), gelijkstroom (ADC), wisselspanning (VAC), weerstand (, Ohm), dioden en hFE-transistormeting. ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN 7. Onderhoud de multimeter zorgvuldig Houd de multimeter schoon om beter en veiliger te kunnen werken. Houdt de multimeter droog en vrij van olie en vet. 8. Trek de meetstekker uit de multimeter Als de multimeter niet in gebruik is. 9. Controleer het gereedschap op beschadigingen Voor het verdere gebruik van het apparaat moeten veiligheidsinrichtingen of beschadigde delen zorgvuldig op hun uitstekende en doelgerichte functie worden beproefd. Controleer of alle voorwaarden die het functioneren van het apparaat zouden kunnen beïnvloeden juist zijn. SPECIALE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN • Waarschuwing! Bij het meten van hoge spanningen en stromen bestaat levensgevaar. Raak blote delen van de meetsnoeren niet aan wanneer u spanning hoger dan 40 Volt of stromen groter dan 20 mA meet. • De multimeter is een meetinstrument. Stoot de multimeter niet en laat hem niet vallen. • Als de multimeter niet gebruikt wordt zet de schakelaar dan op de ‘OFF’-stand om de batterij te sparen. • Stel het apparaat niet bloot aan hoge vochtigheid of hoge temperatuur. • Houdt de multimeter uit de buurt van sterke magnetische velden. • Wanneer de multimeter langere tijd niet wordt gebruikt, verwijder dan de batterij om lekkage te voorkomen. • Verwijder onmiddelijk de meetsnoeren wanneer u de stank van stinkende isolatie ruikt. èÖêÖÑ ÇäãûóÖçàÖå • Ç ÒÎÛ˜‡Â ÂÒÎË ËÁÏÂflÂÏÓ ̇ÔflÊÂÌË Ë/ËÎË ËÁÏÂflÂÏ˚È ÚÓÍ ÌÂËÁ‚ÂÒÚÂÌ, Ç‡Ï ÒΉÛÂÚ ÛÒÚ‡ÌÓ‚ËÚ¸ ‚‡˘‡˛˘Û˛Òfl Û˜ÍÛ Ì‡ Ò‡Ï˚È ‚˚Ò¯ËÈ ‰Ë‡Ô‡ÁÓÌ. èË Ì‰ÓÒÚ‡ÚÓ˜ÌÓÈ ÚÓ˜ÌÓÒÚË ÛÒÚ‡ÌÓ‚ËÚ¸ ‚‡˘‡˛˘Û˛Òfl Û˜ÍÛ ÌËÊ ̇ Ó‰ËÌ ‰Ë‡Ô‡ÁÓÌ Ë Ú.‰. • ÖÒÎË ÔË·Ó ‚ÂÏÂÌÌÓ Ì ËÒÔÓθÁÛÂÚÒfl, ÚÓ ÒΉÛÂÚ ÔÂÂÍβ˜ËÚ¸ ‚‡˘‡˛˘Û˛Òfl Û˜ÍÛ ‚ ÔÓÎÓÊÂÌË «OFF». • èË ËÁÏÂÂÌËË Ì‡ÔflÊÂÌËfl ËÎË ÚÓ͇ ÚÂÒÚÂ ÔÓ‰ÒÓ‰ËÌflÂÚÒfl ÔÓ-‡ÁÌÓÏÛ. è‡‡ÎÎÂθÌÓ ‚Íβ˜ÂÌË ÔË ËÁÏÂÂÌËË Ì‡ÔflÊÂÌËfl Ë ÔÓÒΉӂ‡ÚÂθÌÓ ‚Íβ˜ÂÌË ÔË Á‡ÏÂ ÚÓ͇. Ç ÔÓÒΉÌÂÏ ÒÎÛ˜‡Â Ó‰ËÌ ÔÓ‚Ó‰ÌËÍ ‰ÓÎÊÂÌ ·˚Ú¸ ÔÂ‚‡Ì. ùäëèãìÄíÄñàü PËÒ.1 Ä. 3ı-Á̇˜Ì˚È ÊˉÍÓÍËÒÚ‡Î΢ÂÒÍËÈ Ë̉Ë͇ÚÓ, χÍÒËχθ̇fl Ë̉Ë͇ˆËfl: 1999. à̉Ë͇ˆËfl ‰ÂÒflÚ˘ÌÓÈ ÚÓ˜ÍË, ÔÓÎflÌÓÒÚË, ÔÂ„ÛÁÍË, ‡ÁflÊÂÌÌÓÒÚË ·‡Ú‡ÂÈÍË Ë ‚˚ÒÓÍÓ„Ó Ì‡ÔflÊÂÌËfl. Ç. èÂÂÍβ˜‡ÚÂθ ‰Ë‡Ô‡ÁÓ̇. èÓ‚ÓÓÚÌ˚È ÔÂÂÍβ˜‡ÚÂθ ‰Îfl ÛÒڇ̇‚ÎË‚‡ÂÏÓ„Ó ‰Ë‡Ô‡ÁÓ̇. ë. àÁÏÂÂÌË hFE-Ú‡ÌÁËÒÚÓÓ‚. D. 10 A DC. èÓÎÓÊËÚÂθÌÓ ÔÓ‰Íβ˜ÂÌË ‰Îfl ËÁÏÂÂÌËfl ÚÓ͇ ‰Ó 10 A DC. E. V/W, mA. èÓÎÓÊËÚÂθÌÓ ÔÓ‰Íβ˜ÂÌË ‰Îfl ËÁÏÂÂÌËÈ Ì‡ÔflÊÂÌËfl Ë ÒÓÔÓÚË‚ÎÂÌËfl. F. ëéå. éÚˈ‡ÚÂθÌÓ ÔÓ‰Íβ˜ÂÌËÂ. Dit apparaat is met de grootste zorg voor veiligheid geconstrueerd. Elke wijziging of uitbreiding van het ontwerp kan de veiligheid teniet doen. Ook de garantie kan daardoor vervallen. Lees deze gebruiksaanwijzing goed door! 1. Houd het werkgebied op orde Een wanordelijke werkomgeving leidt tot ongelukken. Verlicht de werkomgeving voldoende. 2. Houd rekening met omgevings-invloeden Gebruik de multimeter niet in een vochtige of natte omgeving. Laat de multimeter niet in de regen liggen. 3. Houd kinderen uit de buurt Laat andere personen niet aan de multimeter komen, houdt ze weg van het werkgebied. 4. Berg het gereedschap veilig op Niet in gebruik zijnde multimeters moeten in droge ruimten gehouden worden. 5. Overbelast de multimeter niet U werkt beter en veiliger binnen het aangegeven vermogensbereik. Schade door overbelasting valt niet onder de garantie. 6. Gebruik het meetsnoer niet verkeerd Draag het apparaat niet aan het meetsnoer en gebruik het meetsnoer niet om de stekker uit de multimeter te trekken, doe dit altijd met de plug. 6 àáåÖêÖçàÖ àÁÏÂÂÌË ÔÓÒÚÓflÌÌÓ„Ó Ì‡ÔflÊÂÌËfl (V DC) • èÓ‰Íβ˜ËÚ ˜ÂÌ˚È Í‡·Âθ Í „ÌÂÁ‰Û «ëéå», ‡ Í‡ÒÌ˚È Í‡·Âθ Í „ÌÂÁ‰Û «V//mA». • ìÒÚ‡ÌÓ‚ËÚ ÔÂÂÍβ˜‡ÚÂθ ÂÊËχ ‡·ÓÚ˚ ‚ ÌÂÓ·ıÓ‰ËÏÓ ÔÓÎÓÊÂÌË «V » ÔÓ‰Íβ˜ËÚ ͇·Âθ ˜ÂÂÁ ËÁÏÂflÂÏ˚È ËÒÚÓ˜ÌËÍ ËÎË Á‡fl‰. ëӷ≇ÈÚ Ô‡‚ËθÌÛ˛ ÔÓÎflÌÓÒÚ¸ (Í‡ÒÌ˚È +, ˜ÂÌ˚È -), Ú.Í. ‚ ÔÓÚË‚ÌÓÏ ÒÎÛ˜‡Â ÔÂ‰ Á̇˜ÂÌËÂÏ Ì‡ Ë̉Ë͇ÚÓ ÔÓfl‚ËÚÒfl ÁÌ‡Í ÏËÌÛÒ. • ë˜ËÚ‡ÈÚ Á̇˜ÂÌË ‚ ‚Óθڇı. ÑàÄèÄáéç íéóçéëíú 2000mV êÄáêÖòÖçàÖ 100µV 200mV ± 0,5% of rdg ± 2 digit 1mV 20V 10mV 200V 100mV 1000V ± 0,8% of rdg ± 2 digit 1V ÇıÓ‰ÌÓ ÒÓÔÓÚË‚ÎÂÌËÂ: 1 Ï ᇢËÚ‡ ÓÚ ÔÂ„ÛÁÓÍ: DC ËÎË AC, ÔËÍÓ‚Ó Á̇˜ÂÌË 1000 Ç ì͇Á‡ÌËÂ: • Ç ÒÎÛ˜‡Â ÂÒÎË ‰Ë‡Ô‡ÁÓÌ Ì‡ÔflÊÂÌËfl ËÁ̇˜‡Î¸ÌÓ ÌÂËÁ‚ÂÒÚÂÌ, Ç˚ ‰ÓÎÊÌ˚ ÛÒÚ‡ÌÓ‚ËÚ¸ ÔÂÂÍβ˜‡ÚÂθ ÂÊËχ ‡·ÓÚ˚ ̇ ̇˂˚Ò¯ËÈ ‰Ë‡Ô‡ÁÓÌ Ë, ÔË ÌÂÓ·ıÓ‰ËÏÓÒÚË, ‚ÔÓÒΉÒÚ‚ËË ˝ÚÓÚ ‰Ë‡Ô‡ÁÓÌ ÔÓÒÚÂÔÂÌÌÓ ÒÌËʇڸ. • Ç ÒÎÛ˜‡Â ÂÒÎË Ì‡ Ë̉Ë͇ÚÓ ÔÓfl‚ËÚÒfl ÚÓθÍÓ ˜ËÒÎÓ «1», ÚÓ ËÁÏÂÂÌË ‚˚ıÓ‰ËÚ Á‡ Ô‰ÂÎ˚ ÛÒÚ‡ÌÓ‚ÎÂÌÌÓ„Ó ‰Ë‡Ô‡ÁÓ̇ Ë ÌÂÓ·ıÓ‰ËÏÓ ÔÂ‚ÂÒÚË ÔÂÂÍβ˜‡ÚÂθ ÂÊËχ ‡·ÓÚ˚ ̇ ·ÓΠ‚˚ÒÓÍËÈ ‰Ë‡Ô‡ÁÓÌ. • å‡ÍÒËχθÌÓ ‚ıÓ‰ÌÓ ̇ÔflÊÂÌË ÒÓÒÚ‡‚ÎflÂÚ 1000 Ç. ÅÓΠ‚˚ÒÓÍË Á̇˜ÂÌËfl ̇ÔflÊÂÌËfl Ì ËÁÏÂfl˛ÚÒfl. • èË ËÁÏÂÂÌËË ‚˚ÒÓÍÓ„Ó Ì‡ÔflÊÂÌËfl ·Û‰¸Ú ˜ÂÁ‚˚˜‡ÈÌÓ ‚ÌËχÚÂθÌ˚. àÁÏÂÂÌË ÔÂÂÏÂÌÌÓ„Ó Ì‡ÔflÊÂÌËfl (V AC) • èÓ‰Íβ˜ËÚ ˜ÂÌ˚È Í‡·Âθ Í „ÌÂÁ‰Û «ëéå», ‡ Í‡ÒÌ˚È Í‡·Âθ Í „ÌÂÁ‰Û «V//mA». ìÒÚ‡ÌÓ‚ËÚ ÔÂÂÍβ˜‡ÚÂθ ÂÊËχ ‡·ÓÚ˚ ‚ ÌÂÓ·ıÓ‰ËÏÓ ÔÓÎÓÊÂÌË «V~» Ë ÔÓ‰Íβ˜ËÚ ͇·Âθ ˜ÂÂÁ ËÁÏÂflÂÏ˚È ËÒÚÓ˜ÌËÍ ËÎË Á‡fl‰. èÓÎflÌÓÒÚ¸ ËÁÏÂËÚÂθÌ˚ı ¯ÚËÙÚÓ‚ Ì Ô‰ÒÚ‡‚ÎflÂÚ ‚‡ÊÌÓÒÚË. • ë˜ËÚ‡ÈÚ ˝ÚÓ Á̇˜ÂÌË ‚ ‚Óθڇı. Ferm Ferm 15 R Russian ñàîêéÇéâ íÖëíÖê • • • • • • 3ı-Á̇˜Ì˚È ÊˉÍÓÍËÒÚ‡Î΢ÂÒÍËÈ Ë̉Ë͇ÚÓ (χÍÒ. Ë̉Ë͇ˆËfl: 1999), ÑˇԇÁÓÌ ‡·Ó˜Ëı ÚÂÏÔÂ‡ÚÛ: 0 / 40 °C (ÓÚÌÓÒËÚÂθ̇fl ‚·ÊÌÓÒÚ¸ <75 %), íÂÏÔÂ‡ÚÛ‡ ı‡ÌÂÌËfl: -15 / +50 °C èËÚ‡ÌËÂ: ·‡Ú‡ÂÈ͇ 9 Ç (ÚËÔ 6LR62, MN 1604 ËÎË ‡‚ÌÓÁ̇˜Ì‡fl) ᇄÓ‡ÂÚÒfl Ë̉Ë͇ˆËfl: “ + ” ÔÓÌËÊÂÌÌÓ ̇ÔflÊÂÌË ·‡Ú‡ÂÈÍË. ä‡ÎË·ӂ͇: ‰ÓÔÛÒÍ „‡‡ÌÚËÛÂÚÒfl ‚ Ú˜ÂÌË 1 „Ó‰‡ ÔË 23 °C +/-5 °C Ë ÓÚÌÓÒËÚÂθÌÓÈ ‚·ÊÌÓÒÚË < 75%. èÓ˝ÚÓÏÛ ÂÍÓÏẨÛÂÏ Ç‡Ï ÔÓ-‚ÓÁÏÓÊÌÓÒÚË Ô‰ÓÒÚ‡‚ËÚ¸ ÛÔ‡ÍÓ‚ÍÛ ‰Îfl ‚ÚÓ˘ÌÓÈ ÔÂÂ‡·ÓÚÍË. ì͇Á‡ÌËfl ÔÓ ËÒÔÓθÁÓ‚‡Ì˲ ·‡Ú‡ÂÈÍË Ç˚ ̇ȉÂÚ ‚ „·‚ 8 «á‡ÏÂ̇ ·‡Ú‡ÂÈÍË». çÄáçÄóÖçàÖ íÂÒÚÂ Ô‰̇Á̇˜ÂÌ ‰Îfl ËÁÏÂÂÌËfl ÔÓÒÚÓflÌÌÓ„Ó Ì‡ÔflÊÂÌËfl (V DC), ÒËÎ˚ ÔÓÒÚÓflÌÌÓ„Ó ÚÓ͇ (Ä DC), ÔÂÂÏÂÌÌÓ„Ó Ì‡ÔflÊÂÌËfl (V Äë), ÒÓÔÓÚË‚ÎÂÌËfl ( éÏ), Í‡Í ‰Îfl ‰ËÓ‰Ó‚, Ú‡Í ‰Îfl ËÁÏÂÂÌËfl hFEÚ‡ÌÁËÒÚÓÓ‚. éÅôàÖ èêÄÇàãÄ ÅÖáéèÄëçéëíà íÖïçàäà èË ÍÓÌÒÚÛËÓ‚‡ÌËË ˝ÚÓ„Ó ÔË·Ó‡ ·˚ÎÓ Û‰ÂÎÂÌÓ ·Óθ¯Ó ‚ÌËχÌË ‚ÓÔÓÒ‡Ï ·ÂÁÓÔ‡ÒÌÓÒÚË. ã˛·Ó ҇ÏÓÒÚÓflÚÂθÌÓ ËÁÏÂÌÂÌË ËÎË ÏÓ‰ÂÌËÁ‡ˆËfl ËÁ‰ÂÎËfl ÏÓÊÂÚ Ì‡ÌÂÒÚË Û˘Â· ÒËÒÚÂÏ ·ÂÁÓÔ‡ÒÌÓÒÚË. Ç ˝ÚÓÏ ÒÎÛ˜‡Â Ú‡ÍÊ ÏÓÊÂÚ ÔÓÚÂflÚ¸ ÒËÎÛ ‚‡¯Â Ô‡‚Ó Ì‡ „‡‡ÌÚËÈÌÓ ӷÒÎÛÊË‚‡ÌËÂ. ÇÌËχÚÂθÌÓ ÔÓ˜ÚËÚ ‰‡ÌÌÓ ÛÍÓ‚Ó‰ÒÚ‚Ó ÔÓ ˝ÍÒÔÎÛ‡Ú‡ˆËË! 1. èÓÁ‡·ÓÚ¸ÚÂÒ¸ Ó ÔÓfl‰Í ̇ ‡·Ó˜ÂÏ ÏÂÒÚ çÂÛ·‡ÌÌÓ ‡·Ó˜Â ÏÂÒÚÓ ÏÓÊÂÚ ÒÚ‡Ú¸ Ô˘ËÌÓÈ ‰Îfl ÌÂÒ˜‡ÒÚÌ˚ı ÒÎÛ˜‡Â‚. èÓÁ‡·ÓÚ¸ÚÂÒ¸ Ó ‰ÓÒÚ‡ÚÓ˜ÌÓÏ ÓÒ‚Â˘ÂÌËË ‡·Ó˜Â„Ó ÏÂÒÚ‡. 2. ì˜ÚËÚ ÓÍÛʇ˛˘Ë هÍÚÓ˚ ç ËÒÔÓθÁÛÈÚ ÚÂÒÚÂ ‚Ó ‚·ÊÌÓÏ ËÎË ÏÓÍÓÏ ÓÍÛÊÂÌËË. ᇢˢ‡ÈÚ ÚÂÒÚÂ ÓÚ ‡ÚÏÓÒÙÂÌ˚ı ÓÒ‡‰ÍÓ‚. ç ‰ÓÔÛÒ͇ÈÚ ÔÓÔ‡‰‡ÌËfl ‚ ÛÍË ‰ÂÚÂÈ. ç ‰ÓÔÛÒ͇ÈÚ ÔÓÒÚÓÓÌÌËı Îˈ ‚ ‡·Ó˜Û˛ ÁÓÌÛ Ë ÔÓÁ‡·ÓÚ¸ÚÂÒ¸ Ó ÚÓÏ, ˜ÚÓ·˚ ÓÌË Ì ‰ÓÚ‡„Ë‚‡ÎËÒ¸ ‰Ó ÚÂÒÚÂ‡. 3. ï‡ÌËÚ ËÌÒÚÛÏÂÌÚ ‚ ̇‰ÂÊÌÓÏ ÏÂÒÚ ç ËÒÔÓθÁÛÂÏ˚ ‚ Ú˜ÂÌË ÔÓ‰ÓÎÊËÚÂθÌÓ„Ó ‚ÂÏÂÌË ÚÂÒÚÂ˚ ‰ÓÎÊÌ˚ ı‡ÌËÚ¸Òfl ‚ ÒÛıÓÏ ÔÓÏ¢ÂÌËË. 14 4. ç ÔÓ‰‚Â„‡ÈÚ ÚÂÒÚÂ ÔÂ„ÛÁ͇Ï. èË ‡·ÓÚ ‰ÂÈÒÚ‚ÛÈÚ ‚ Ô‰Â·ı Û͇Á‡ÌÌÓ„Ó ‰Ë‡Ô‡ÁÓ̇ ÏÓ˘ÌÓÒÚË, ˝ÚÓ ÎÛ˜¯Â Ë Ì‡‰ÂÊÌÂÂ. 3. èÓ‚ÂʉÂÌËfl, ‚˚Á‚‡ÌÌ˚ ÔÂ„ÛÁÍÓÈ, Ì fl‚Îfl˛ÚÒfl „‡‡ÌÚËÈÌ˚Ï ÒÎÛ˜‡ÂÏ. ç ÌÓÒËÚ ÔË·Ó Á‡ ËÁÏÂËÚÂθÌ˚È Í‡·Âθ Ë Ì ‚˚ÌËχÈÚ ¯ÚÂÍÂ ËÁ ÚÂÒÚÂ‡ Á‡ ËÁÏÂËÚÂθÌ˚È Í‡·Âθ; ‰Îfl ˝ÚËı ˆÂÎÂÈ ‚Ò„‰‡ ËÒÔÓθÁÛÈÚ ¯ÚÂÍÂ. 5. éÒÛ˘ÂÒÚ‚ÎflÈÚ ڢ‡ÚÂθÌ˚È ÛıÓ‰ Á‡ ÚÂÒÚÂÓÏ. ëÓ‰ÂÊËÚ ÚÂÒÚÂ ‚ ˜ËÒÚÓÚÂ. ùÚÓ Ó·Î„˜‡ÂÚ ‡·ÓÚÛ Ë ÔÓ‚˚¯‡ÂÚ ·ÂÁÓÔ‡ÒÌÓÒÚ¸. é·‡ÚËÚ ‚ÌËχÌË ̇ ÚÓ, ˜ÚÓ·˚ ÚÂÒÚÂ Ì ÍÓÌÚ‡ÍÚËÓ‚‡Î Ò ‚·„ÓÈ, χÒÎÓÏ ËÎË ÍÓÌÒËÒÚÂÌÚÌÓÈ ÒχÁÍÓÈ. 6. Ç˚̸Ú ¯ÚÂÍÂ ËÁÏÂËÚÂθÌÓ„Ó Í‡·ÂÎfl ËÁ ÚÂÒÚÂ‡. èÓ‚Â¸ÚÂ, Ì ÔÓ‚ÂʉÂÌ ÎË ËÌÒÚÛÏÂÌÚ. èÂ‰ ËÒÔÓθÁÓ‚‡ÌËÂÏ ÔË·Ó‡ ÌÂÓ·ıÓ‰ËÏÓ ÔÓÍÓÌÚÓÎËÓ‚‡Ú¸, ËÒÔ‡‚Ì˚ ÎË ÚÂıÌ˘ÂÒÍË ÔËÒÔÓÒÓ·ÎÂÌËfl Ë ÛÒÚÓÈÒÚ‚‡ ÚÂıÌËÍË ·ÂÁÓÔ‡ÒÌÓÒÚË ËÎË, ‚ÓÁÏÓÊÌÓ, ÔÓ‚ÂʉÂÌÌ˚ ˝ÎÂÏÂÌÚ˚ ÍÓÌÒÚÛ͈ËË. ì·Â‰ËÚÂÒ¸ ‚ ÚÓÏ, ˜ÚÓ ‚Ò Ô‰ÔÓÒ˚ÎÍË, ÍÓÚÓ˚ ÏÓ„ÛÚ Ó͇Á‡Ú¸ ‚ÎËflÌË ̇ ‡·ÓÚÛ ÔË·Ó‡, ‚ ÔÓfl‰ÍÂ. éëéÅõÖ èêÄÇàãÄ íÖïçàäà ÅÖáéèÄëçéëíà • ÇÌËχÌËÂ! èË ËÁÏÂÂÌËË ‚˚ÒÓÍÓ„Ó Ì‡ÔflÊÂÌËfl Ë ÒËÎ˚ ÚÓ͇ ÒÛ˘ÂÒÚ‚ÛÂÚ ÓÔ‡ÒÌÓÒÚ¸ ‰Îfl ÊËÁÌË. çËÍÓ„‰‡ Ì ÔË͇҇ÈÚÂÒ¸ Í Ó„ÓÎÂÌÌ˚Ï ˜‡ÒÚflÏ ËÁÏÂËÚÂθÌÓ„Ó Í‡·ÂÎfl, ÍÓ„‰‡ Ç˚ ËÁÏÂflÂÚ ̇ÔflÊÂÌË ҂˚¯Â 40 Ç ËÎË ÚÓÍ Ò‚˚¯Â 20 ÏÄ. • íÂÒÚÂ – ˜Û‚ÒÚ‚ËÚÂθÌ˚È ÔË·Ó. ᇢˢ‡ÈÚÂ Â„Ó ÓÚ ÒÓÚflÒÂÌËÈ Ë Ì ÓÌflÈÚÂ Â„Ó Ì‡ ÔÓÎ. • ÖÒÎË ÚÂÒÚÂ ‚ÂÏÂÌÌÓ Ì ËÒÔÓθÁÛÂÚÒfl, ÚÓ ‚ ˆÂÎflı ˝ÍÓÌÓÏËË ·‡Ú‡ÂÈÍË ÔÂÂÍβ˜ËÚÂ Â„Ó ‚ ÔÓÎÓÊÂÌË «OFF». • ç ÔÓ‰‚Â„‡ÈÚ ÔË·Ó ‚ÓÁ‰ÂÈÒÚ‚ËflÏ ‚˚ÒÓÍÓÈ ‚·ÊÌÓÒÚË ËÎË ‚˚ÒÓÍËı ÚÂÏÔÂ‡ÚÛ. • ÑÂÊËÚ ÔË·Ó ‚ ÒÚÓÓÌ ÓÚ ÒËθÌ˚ı χ„ÌËÚÌ˚ı ÔÓÎÂÈ. • ÖÒÎË ÚÂÒÚÂ ‰ÎËÚÂθÌÓ ‚ÂÏfl Ì ËÒÔÓθÁÛÂÚÒfl, ÚÓ ‚˚̸Ú ËÁ ÌÂ„Ó ·‡Ú‡ÂÈÍË ‚Ó ËÁ·ÂʇÌË ‚˚ÚÂ͇ÌËfl ˝ÎÂÍÚÓÎËÚ‡. • çÂÁ‡Ï‰ÎËÚÂθÌÓ Û‰‡ÎËÚ ËÁÏÂËÚÂθÌ˚È Í‡·Âθ, ‚ ÒÎÛ˜‡Â ÂÒÎË ÔÓ˜Û‚ÒÚ‚ÛÂÚ Á‡Ô‡ı „ÓÂÎÓÈ ËÁÓÎflˆËË Í‡·ÂÎfl. VOOR INGEBRUIKNAME HET METEN • GELIJKSPANNING METEN (VDC) • Sluit het zwarte snoer aan op het “COM”-aansluitpunt en het rode snoer op het “V//mA”- aansluitpunt. • Zet de functieschakelaar op de gewenste “V ” stand en sluit de snoeren aan over de te meten bron of lading. Denk aan de juiste polariteit (rood is +, zwart is -), anders geeft het display een min-teken voor de waarde aan. • Lees de waarde af in Volt. • • Indien de te meten spanning en/of stroom onbekend is, stel dan de draaiknop in op het hoogste bereik. Bij onvoldoende nauwkeurigheid de draaiknop één meetbereik lager instellen, enz. Als het apparaat niet in gebruik is, moet de draaiknop in de “OFF”-stand worden gezet. Het verschil in het meten van een spanning of stroom zit dus in het schakelen van de multimeter. Parallel voor spannings-, in serie voor stroommeting. In het laatste geval moet een geleider onderbroken worden. BEREIK GEBRUIK Fig.1 A. LCD display. Groot 3 1/2 digit display met maximaal 1999 uitlezing. Aanduidingen voor decimale punt, polariteit, overbelasting, lege batterij en hoog voltage indicatie. B. Bereik schakelaar. Roterende schakelaar voor het instellen van het bereik. C. hFE-transistormeting D. 10ADC. Positieve aansluiting voor stroommetingen tot een maximum van 10 ADC. E. V/ , mA Positieve aansluiting voor spanning en weerstand metingen. F. COM. Negatieve aansluiting NAUWKEURIGHEID 2000mV RESOLUTIE 100µV 200mV 1mV ± 0,5% of rdg ± 2 digit 20V 10mV 200V 100mV 1000V 1V ± 0,8% of rdg ± 2 digit Ingangsweerstand is 1 M  Overbelastingbeveiliging: DC of AC piekwaarde van 1000 V NB: • Indien het spanningsbereik vooraf niet bekend is, zet de functieschakelaar dan op het hoogste bereik en vervolgens zonodig steeds lager. • Verschijnt alleen het cijfer ”1” op het display, dan valt de meting buiten het ingestelde bereik en moet de functieschakelaar op een hoger bereik worden gezet. • De maximale ingangsspanning is 1000V. Hogere spanningen kunnen niet gemeten worden. • Wees uiterst voorzichtig bij het meten van hoge spanningen. METEN VAN WISSELSPANNING (VAC) • Sluit het zwarte snoer aan op het “COM”-aansluitpunt en het rode snoer op het V//mA- aansluitpunt. • Zet de functieschakelaar op de gewenste V~ stand en sluit de snoeren aan over de te meten bron of lading. De polariteit van de meetpennen is niet van belang. • Lees de waarde af in Volt. BEREIK 200V NAUWKEURIGHEID ± 1,2% of rdg ± 10 digit RESOLUTIE 100mV 750V 1V Frequentiebereik: 45 / 400 Hz Overbelastingbeveiliging: AC 750V rms Indicatie: Gemiddelde waarde (rms van sinus vorm) Ferm Ferm 7 NB: • Indien het spanningsbereik vooraf niet bekend is, zet de functieschakelaar dan op het hoogste bereik en vervolgens zonodig steeds lager. • Verschijnt alleen het cijfer ”1” op het display, dan valt de meting buiten het ingestelde bereik en moet de functieschakelaar op een hoger bereik worden gezet. • De maximale ingangsspanning is 750V. Hogere spanningen kunnen niet gemeten worden. • Wees uiterst voorzichtig bij het meten van hoge spanningen. METEN VAN GELIJKSTROOM (ADC) • Sluit het zwarte snoer aan op het “COM”-aansluitpunt. Sluit het rode snoer aan op het “VmA”-aansluitpunt voor het meten van maximaal 200mA. Voor het meten van een hoger stroombereik tot maximaal 10 A moet het rode snoer op het 10A-aansluitpunt aangesloten worden. • Zet de functieschakelaar op de gewenste “A ” stand en sluit de snoeren in serie met de te meten lading. Denk aan de juiste polariteit (rood is +, zwart is -), anders geeft het display een min-teken voor de waarde aan. De polariteit van het RODE snoer wordt gelijktijdig met de stroomsterkte weergegeven. • Lees de waarde af in (mili)Ampère. BEREIK NAUWKEURIGHEID 0,1µA 200µA 2000µA RESOLUTIE ± 1% of rdg ± 2 digit 1µA 10µA 20mA 200mA ± 1,5% of rdg ± 2 digit 100µA 10A ± 3% of rdg ± 2 digit 10mA Overbelastingbeveiliging:: 0,2/250V zekering, 10 A bereik niet gezekerd. NB: • Indien het stroombereik vooraf niet bekend is, zet de functieschakelaardan op het hoogste bereik en vervolgens zonodig steeds lager. • Verschijnt alleen het cijfer ”1” op het display, dan valt de meting buiten het ingestelde bereik en moet de functieschakelaar op een hoger bereik worden gezet. • Het 10A-bereik is niet beveiligd d.m.v. een zekering. Meet daarom nooit langer dan 15 sec. 8 WEERSTAND METEN ( OHM) • Sluit het zwarte snoer aan op het “COM”-aansluitpunt en het rode snoer op het V/- aansluitpunt, (NB. De polariteit van de rode snoer is “+”). • Zet de functieschakelaar op het gewenste -bereik. • Plaats de meetpennen over de te meten component. Zorg ervoor dat de component niet is verbonden met andere componenten en raak de punten van de meetpennen niet aan om de weerstandswaarde niet te beïnvloeden. • Lees de waarde af in  (Ohm). • Bij het meten van weerstanden wordt stroom verbruikt uit de interne batterij. Dit stroomverbruik varieert voor het ingestelde bereik. BEREIK NAUWKEURIGHEID RESOLUTIE 200 Ω 0,1 Ω 2000 Ω 1Ω 20K Ω ± 0,8% of rdg ± 2 digit 2000KΩ 10 Ω 100 Ω 200K Ω ± 1% of rdg ± 2 digit 1k Ω Overbelastingbeveiliging:: 250VDC of AC Rms. Indien minder dan 10 seconden. Max. Voltage open circuit: 2,8 Volt NB: • Indien de gemeten weerstandswaarde de maximale waarde in het geselecteerde bereik overschrijdt, wordt dit aangegeven op het display (“1”). Kies een hoger bereik. Bij een weerstand van circa 1 megaohm of hoger, kan het een paar seconden duren voor de meter zich gestabiliseerd heeft. Dit is normaal bij het meten van hoge weerstanden. • Als de ingang niet is aangesloten, bijv. bij een onderbroken circuit, verschijnt het cijfer ”1” op het display om aan te geven dat de meting buiten het bereik valt. • Als de door te meten weerstand is aangesloten op een circuit, schakel de spanning dan af en zorg dat alle condensatoren ontladen zijn alvorens met meten te beginnen. Ferm ÚDRŽBA Pozor: Při údržbě a čištění vždy vyjměte z multimetru baterii. K čištění přístroje nikdy nepoužívejte vodu nebo jiné tekutiny. Udržujte měřící kabely a multimetr v čistotě. Některé čistící prostředky a rozpouštědla (benzín, ředidlo) mohou poškodit nebo rozpustit díly z umělé hmoty. Tyto produkty obsahují mimo jiné benzen, trichlorethylen, chlorid a amoniak. PORUCHY Pokud multimetr nefunguje, jak má, může to mít následující příčiny: 1. Multimetr na displeji nic neudává • Baterie je prázdná. Vyměňte baterii. • Byl naměřen příliš velký proud nebo napětí a multimetr se i přes zabezpečení poškodil. Odneste multimetr ke svému prodejci značky Ferm k opravě. 2. Multimetr udává pouze hodnotu • Je spálena pojistka. VymûÀte pojistku. • Jeden nebo oba měřící kabely jsou poškozeny. VymûÀte kabely. • Byl naměřen příliš velký proud nebo napětí a multimetr se i přes zabezpečení poškodil. Odneste multimetr ke svému prodejci znaãky Ferm k opravû. VÝMĚNA POJISTKY • Dejte přepínač do polohy vypnuto. • Nejdříve musíte odejmout zadní stranu měřiče uvolněním šroubů. • Vadná pojistka musí být odstraněna a nahrazena pojistkou se stejně silným proudem a rychlostí (0,2A/250V). VÝMĚNA BATERIE • Na displeji se objeví symbol baterie, když je baterie prázdná. • Nastavte otočný knoflík do polohy vypnuto. • Nejdříve musíte odejmout zadní stranu měřiče uvolněním šroubů. • Nahraďte 9 Voltovou baterii novou. Ferm 13 MĚŘENÍ STEJNOSMĚRNÉHO PROUDU (ADC) • Zapojte černý kabel do zdířky “COM”. Zapojte červený kabel do zdířky “VmA” pro měření maximálně 200mA. Pro měření vyššího rozsahu proudu, do maximální hodnoty 10A musí být červený kabel zapojen do zdířky 10A. • Nastavte přepínač funkce do požadované polohy “A ” a zapojte kabely sériově s měřenou zátěží. Dejte pozor na správnou polaritu (červená je +, černá je -), jinak displej udává hodnotu s minusovým znaménkem. Polarita červeného kabelu se zobrazuje současně se silou proudu. • Přečtěte hodnotu v (mili)Ampérech. ROZSAH PŘESNOST 0,1µA 200µA 2000µA ROZLIŠENĺ ± 1% of rdg ± 2 digit 1µA 10µA 20mA 200mA ± 1,5% of rdg ± 2 digit 100µA 10A ± 3% of rdg ± 2 digit 10mA Přepěťová ochrana: pojistka 0,2/250V, rozsah 10 A není jištěn Pozor: • Pokud rozsah napětí není předem znám, nastavte přepínač funkce na nejvyšší rozsah a následně podle potřeby rozsah snižujte. • Pokud se na displeji objevuje pouze číslice ”1”, spadá měření mimo nastavený rozsah a je třeba nastavit přepínač funkce na vyšší rozsah. • Rozsah 10A není zabezpečen pojistkou. Neměřte proto nikdy déle než 15 sekund. MĚŘENÍ ODPORU ( OHM) • Zapojte černý kabel do zdířky “COM” a červený kabel do zdířky V/, (pozor. Polarita červeného kabelu je “+”). • Nastavte přepínač funkce na požadovaný rozsah . ROZSAH PŘESNOST Pozor: • Pokud měřená hodnota odporu překračuje zvolený rozsah, zobrazí se na displeji číslice “1”. Zvolte vyšší rozsah. Při odporu cca. 1 mega-ohm nebo vyšším, může trvat několik sekund, než se měřič stabilizuje. Toto je normální při měření většího odporu. • Pokud není vstup zapojen, např. při přerušeném obvodu, číslice ”1” na displeji upozorňuje, že měření je mimo rozsah. • Pokud je měřený odpor zapojen do obvodu, vypněte napětí a ujistěte se, že jsou všechny kondenzátory vybité, než začnete s měřením. Měření diod • Zapojte černý kabel do zdířky “COM” a červený kabel do zdířky V/- (pozor. Polarita červeného kabelu je “+”). • Nastavte přepínač funkce na rozsah a umístěte měřící kolíky na měřenou diodu. Polarita měřících kolíků při měření diod určuje, zda se měří transistory nebo propustný směr nebo závěrný směr. Hodnota na displeji udává úbytek napětí na diodě v propustném směru. Zkušební napětí je cca. 2,4V, proud je 1,5 mA Když jsou měřící kabely připojeny na diodu špatně nebo vůbec, tedy v závěrném směru, objeví se na displeji “1”. • Pokud je odpor menší než 70, zapojte kabely na dvou místech obvodu. DIODE METEN • Sluit het zwarte snoer aan op het “COM”-aansluitpunt en het rode snoer op het V/- aansluitpunt, (NB. De polariteit van de rode snoer is “+”). • Zet de functieschakelaar op het -bereik en plaats de meetpennen over de door te meten diode. De polariteit van de meetpennen bepaald bij het meten van dioden of transistoren of de doorlaatrichting of de sperrichting wordt gemeten. De waarde op de display is de spanningsval over de diode in doorlaatrichting De testspanning is ca. 2,4V, stroom is 1,5 mA. Waneer de meetsnoeren niet, of verkeerd, op de diode worden aangesloten, dus in sperrichting, dan verschijnt de “1” in het display. • Is de weerstand minder dan 70, sluit de snoeren dan aan op twee punten in het circuit. hFE-TRANSISTORMETING • Verwijder de meetsnoeren • Zet de schakelaar op de hFE-stand. • Bepaal of de transistor van het type NPN of PNP is en sluit de (e)mitter-, (b)asis- en (c)ollectorsnoeren aan op de goede opening in het paneel aan de voorkant. • Op het display wordt de hFE-waarde (bij benadering) aangegeven bij een basisstroom van 10µA, VCE 2,8V. ± 0,8% of rdg ± 2 digit ONDERHOUD Let op! Bij onderhoud en schoonmaak van de multimeter altijd de batterij uit de multimeter halen. Gebruik nooit water of andere vloeistoffen bij het schoonmaken van het apparaat. Houdt de meetsnoeren en uw multimeter schoon. Sommige reinigings- en oplosmiddelen (benzine, thinner) kunnen kunststof onderdelen aantasten of oplossen. Deze produkten bevatten o.a. benzeen, trichloorethyleen, chloride en amonia. STORINGEN In het geval de multimeter niet naar behoren functioneert, kan dat de volgende oorzaken hebben: 1. De multimeter geeft niets aan op het display • De batterij is leeg. Vervang de batterij. • Er is een te grote stroom of spanning gemeten en de multimeter is ondanks de beveiligingen beschadigd. Bied uw multimeter aan bij uw Ferm-dealer voor reparatie. 2. De multimeter geeft alleen waarde aan • De zekering is doorgebrand. Vervang de zekering. • Een of beide meetsnoeren zijn beschadigd.. Vervang de snoeren. • Er is een te grote stroom of spanning gemeten en de multimeter is ondanks de beveiligingen beschadigd. Bied uw multimeter aan bij uw Ferm-dealer voor reparatie. VERVANGEN VAN DE ZEKERING • Zet de schakelaar op de UIT-stand. • U dient eerst de achterzijde van de multimeter te verwijderen, door de schroeven los te draaien. • De defecte zekering dient verwijderd en vervangen te worden door een zekering van dezelfde stroomsterkte en snelheid (0,2A/250V). MĚŘENÍ HFE NA TRANSISTORU • Odpojte měřící kabely • Nastavte přepínač do polohy hFE. • Určete, zda jde o typ transistoru NPN nebo PNP a zapojte kabel pro (e)mitor, (b)ázi a (c)kolektor do správného otvoru v panelu na přední straně. • Na displeji se zobrazí hodnota hFE (přibližná) při bázovém proudu 10ĶA, VCE 2,8V. VERVANGEN VAN DE BATTERIJ • Het display zal een batterij teken aangeven wanneer de batterij leeg raakt. • Zet de draaiknop op de UIT-stand. • U dient eerst de achterzijde van de multimeter te verwijderen, door de schroeven los te draaien. • Vervang nu de 9 Volt batterij door een nieuwe. ROZLIŠENĺ 1Ω 2000 Ω 10 Ω 100 Ω 200K Ω 2000KΩ • • Umístěte měřící kolíky na měřený komponent. Dejte pozor, aby komponent nebyl spojen s ostatními komponenty a nedotýkejte se měřících kolíků, abyste neovlivňovali hodnotu odporu. Přečtěte hodnotu odporu v  (Ohm). Při měření odporu je využíván proud z vnitřní baterie. Spotřeba proudu závisí na nastaveném rozsahu. 0,1 Ω 200 Ω 20K Ω • ± 1% of rdg ± 2 digit 1k Ω Přepěťová ochrana: 250VDC nebo AC Rms. Pokud méně než 10 sekund. Max. napětí na otevřeného obvodu: 2,8 Volt 12 Ferm Ferm 9
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10

Ferm MMM1001 de handleiding

Categorie
Meten
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor