PRS-D420

Pioneer PRS-D420 Handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Pioneer PRS-D420 Handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
1
Alvorens gebruik ........................................ 1
Bezoek onze website ........................................ 1
Bij problemen .................................................... 1
WAARSCHUWING ........................................ 2
WAARSCHUWING ........................................ 2
WAARSCHUWING ........................................ 2
Instellen van dit toestel ............................ 3
Spanningsindicator ............................................ 3
Bovenafdekking ................................................ 3
Regelaar voor drempelfrequentie ...................... 3
BFC (Beat Frequency Control) schakelaar ...... 3
LPF (lage-doorlaatfilter)/HPF
(hoge-doorlaatfilter)-keuzeschakelaar ........ 4
Versterkingsregelaar .......................................... 4
Ingangskeuzeschakelaar .................................... 4
Ingangsschakelaar ............................................ 4
Correct instellen van de Gain
(extra versterking) ...................................... 5
Aansluiten van het toestel ...................... 6
Aansluitschema ................................................ 7
Aansluitingen zonder solderen .......................... 8
Aansluiten van het spanningsaansluitpunt ........ 8
Verbinden van de
luidsprekeruitgangsaansluitingen .............. 9
Gebruik van de luidspreker-ingang .................. 9
Aansluiten van de luidsprekers en
ingangssnoeren ........................................ 10
Installatie .................................................. 12
Voorbeeld van installatie op de vloermat of
op het chassis ............................................ 13
Terugzetten van de bovenafdekking .............. 13
Technische gegevens ............................ 14
Dank U zeer voor de aanschaf van dit
PIONEER-product. Lees deze gebruiks-
aanwijzing goed door, voordat het toestel
in gebruik genomen wordt.
In de lidstaten van de EU, Zwitserland en
Noorwegen kunnen particulieren hun
gebruikte elektronische producten gratis
bij de daarvoor bestemde verzamelplaatsen
of een verkooppunt (indien u aldaar een
gelijkwaardig nieuw product koopt)
inleveren.
Indien u zich in een ander dan
bovengenoemd land bevindt kunt u contact
opnemen met de plaatselijke overheid voor
informatie over de juiste verwijdering van
het product.
Zodoende zorgt u ervoor dat het
verwijderde product op de juiste wijze
wordt behandeld, opnieuw bruikbaar wordt
gemaakt, t gerecycleerd en het niet
schadelijk is voor de gezondheid en het
milieu.
Bezoek onze website
Hier vindt u onze site:
http://www.pioneer.nl
Registreer uw product. Wij bewaren de
gegevens van het product dat u heeft
aangeschaft zodat u deze eenvoudig
kunt opvragen als u die nodig mocht
hebben voor de verzekering na
bijvoorbeeld verlies of diefstal.
Op onze website vindt u de laatste
informatie over Pioneer Corporation.
Bij problemen
Neem contact op met uw dealer of het
dichtstbijzijnde PIONEER service-
centrum, wanneer de eenheid niet juist
functioneert.
Deponeer dit product niet bij
het gewone huishoudelijk
afval wanneer u het wilt
verwijderen. Er bestaat een
speciaal wettelijk
voorgeschreven
verzamelsysteem voor de
juiste behandeling, het
opnieuw bruikbaar maken en
de recycling van gebruikte
elektronische producten.
Inhoudsopgave Alvorens gebruik
ENGLISH
ESPAÑOL
DEUTSCH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
êìëëäàâ
2
WAARSCHUWING
Vervang de zekering in geen geval door één
met een hoger vermogen of hogere waarde
dan de originele. Gebruik van een verkeerde
zekering kan leiden tot oververhitting en
rookontwikkeling en tot beschadiging van het
product en letsel, bijvoorbeeld brandwonden.
Gebruikt de meegeleverde inbussleutel om de
schroeven of bouten vast te draaien wanneer
u de draden aan de aansluitingen bevestigt.
Gebruik van een los verkrijgbare, lange
inbussleutel kan ertoe leiden dat er teveel
kracht wordt gezet, hetgeen de aansluitingen
en de bedrading zou kunnen beschadigen.
WAARSCHUWING
Uw Pioneer versterker NIET installeren of
gebruiken door de luidsprekers van 4 Ohm
(of lager) parallel te bedraden om een
overbrugde modus (diagram B) van 2 Ohm
(of lager) te verkrijgen.
Een onjuiste overbrugging kan leiden tot
schade aan de versterker, rook en
oververhitting. Het oppervlak van de
verwerker kan ook te heet worden om aan te
raken en dit kan resulteren in lichte
brandwonden.
Om een overbrugde modus op de juiste
manier te installeren of te gebruiken voor een
tweekanalenversterker en een belasting van 4
te verkrijgen, dient u twee luidsprekers van
8 parallel te bedraden met Links + en
Rechts – (diagram A) of een enkelvoudige
luidspreker van 4 te gebruiken. Voor een
vierkanalenversterker dient u het
aansluitdiagram voor luidsprekers te volgen
voor overbrugging zoals vertoond op de
achterzijde van uw versterker en twee
luidsprekers van 8 parallel te bedraden om
een belasting van 4 te verkrijgen of een
enkelvoudige luidspreker van 4 per kanaal
te gebruiken.
Als u vragen of opmerkingen hebt, neem dan
a.u.b. contact op met uw plaatselijk bevoegd
Pioneer verdeler of bel de klantendienst van
Pioneer.
WAARSCFHUWING
•We raden u aan de speciale, los verkrijgbare, rode
accudraad en aardedraad [RD-228] te gebruiken.
Verbind het accudraad direct met de positieve pool
(+) van de autoaccu en het aardedraad met het
chassis van de auto.
•Raak de versterker niet met natte handen aan. U
zou anders een elektrische schok kunnen krijgen.
Raak de versterker tevens niet aan wanneer deze
nat is.
•Voor de verkeersveiligheid dient u het volume
zodanig in te stellen dat u verkeerssignalen en
ander verkeer nog goed kunt horen.
•Controleer de verbindingen van de
spanningstoevoer en luidsprekers inden de zekering
van het los verkrijgbare accudraad of de zekering
van de versterker regelmatig doorbrandt. Zoek de
oorzaak en los het probleem op. Plaats vervolgens
een nieuwe zekering van hetzelfde formaat en
ampèrage.
Om een onjuiste werking van de versterker en
luidsprekers te voorkomen, schakelt het
beschermingscircuit van de versterker de spanning
naar de versterker uit indien de omstandigheden
niet normaal zijn. Schakel in dit geval de spanning
van het systeem uit (OFF), controleer de verbinding
met de spanningsbron en luidsprekers. Zoek de
oorzaak en los het probleem op.
•Raadpleeg de plaats van aankoop indien u de
oorzaak niet kunt vinden.
Om een elektrische schok of kortluiting te
voorkomen tijdens het aansluiten en installeren,
moet de negative (–) pool van de accu worden
ontkoppeld voordat u de eenheid aansluit.
•Controleer of er zich geen onderdelen achter het
paneel bevinden wanneer u een gat boort voor de
installatie van de versterker. Zorg ervoor dat alle
kabels en belangrijke onderdelen zoals
brandstofleidingen, remleidingen en de elektrische
bedrading beveiligd zijn en niet kunnen worden
beschadigd.
Laat de versterker IN GEEN GEVAL in contact
komen met vloeistoffen, bijvoorbeeld als gevolg
van de opstelling van de versterker. Dit kan leiden
tot elektrische schokken. De versterker en
luidsprekers kunnen ook beschadigd raken, rook
produceren en oververhit raken door contact met
vloeistoffen. Daarbij kan het oppervlak van de
versterker en het oppervlak van aangesloten
luidsprekers heet worden, hetgeen kan leiden tot
lichte brandwonden.
Diagram A - Correct
8 Ohm
Luid-
spreker
+ -
8 Ohm
Luid-
spreker
Pioneer
versterker
4 Ohm brugschakeling
+
L+ R-
-
Diagram B - Incorrect
4 Ohm
Luid-
spreker
+ -
4 Ohm
Luid-
spreker
Pioneer
versterker
2 Ohm brugschakeling
+
L+ R-
-
3
Instellen van dit toestel
Om de schakelaar te verzetten kunt u indien nodig een kleine schroevendraaier gebruiken.
Bovenafdekking
Voor u het toestel gaat installeren, dient u
de schroeven los te maken met een
inbussleutel van 4 mm en dient u de
bovenafdekking te verwijderen.
Spanningsindicator
De spanningsindicator licht
op wanneer de spanning
wordt ingeschakeld.
Regelaar voor drempelfrequentie
Met de LPF/HPF keuzeschakelaar op
LPF of HPF gesteld kunt u een drempel-
frequentie van 40 Hz t/m 500 Hz kiezen.
BFC (Beat Frequency Control) schakelaar
De BFC schakelaar bevindt zich aan de onderkant van het
toestel. Als u een ritmisch geluid (beat) hoort wanneer u
naar een MW/LW uitzending luistert met uw autostereo,
kunt u de BFC schakelaar verzetten met behulp van een
kleine schroevendraaier.
ENGLISH
ESPAÑOL
DEUTSCH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
êìëëäàâ
4
Ingangsschakelaar
Het is mogelijk signalen te ontvangen van de externe uitgang van een autostereo (subwoofer
uitgang) of de luidspreker-uitgang van een autostereo. Bij gebruik van een externe uitgang
(subwoofer uitgang) dient u deze schakelaar naar links te zetten. Voor instructies betreffende
de aansluitingen verwijzen we u naar het “Aansluitschema”. Bij gebruik van een luidspreker-
uitgang dient u de schakelaar naar rechts te zetten. In dit geval is het nodig het meegeleverde
luidspreker-ingangssnoer met RCA (tulp) stekkers te gebruiken. Zie voor details de paragraaf
“Gebruik van de luidspreker-ingang”.
LPF (lage-doorlaatfilter)/HPF (hoge-doorlaatfilter)-keuzeschakelaar
Stel de LPF/HPF-keuzeschakelaar als volgt in, naargelang het type luidspreker dat is
aangesloten op de luidsprekeruitgangsaansluiting en het autostereosysteem:
LPF/HPF-keuze- Uit te voeren Type Opmerkingen
schakelaar audio frequentiebereik luidspreker
LPF (links) * — 40 Hz t/m 500 Hz Subwoofer Sluit een subwoofer aan.
Uitgeschakeld (OFF) Full range Full range
(midden)
HPF (rechts) * 40 Hz t/m 500 Hz — Full range Als u het zeer lage
frequentiebereik* wil
afsnijden, omdat het niet
nodig is voor de luidspreker
die u gebruikt.
* Zie het gedeelte aangaande de “Regelaar voor drempelfrequentie”.
Versterkingsregelaar
U kunt de versterkingsregelaars A en B instellen in overeenstemming met de
uitgangssignalen van de auto-stereo naar de Pioneer versterker. Zet de schakelaar normaliter
in de NORMAL stand. Indien de weergave te zacht klinkt, zelfs met het volume van de
auto-stereo verhoogd, moet u deze regelaars naar rechts draaien. Draai deze regelaars naar
links indien het geluid vervormt wanneer het volume van de auto-stereo wordt verhoogd.
•Wanneer u slechts één ingang verbindt, moet u de versterkingsregelaars voor luidsprekeruitgangen A
en B in dezelfde stand draaien.
•Wanneer u een auto-stereo gebruikt met RCA (standaard uitgangsspanning 500 mV), dient u de
NORMAL stand in te stellen. Wanneer u een Pioneer auto-stereo met RCA gebruikt, met een
maximale uitgangsspanning van 4 V of meer, dient u het niveau aan te passen aan het uitgangsniveau
van de auto-stereo.
Ingangskeuzeschakelaar
Schuif deze schakelaar naar links voor invoer vanuit twee kanalen. Schuif deze schakelaar
naar rechts voor invoer vanuit vier kanalen.
5
Instellen van dit toestel
Correct instellen van de Gain
(extra versterking)
•Dit toestel is uitgerust met een beveiliging die
bedoeld is om storingen aan het toestel zelf en aan
de luidsprekers veroorzaakt door een te hoog
uitgangsvermogen, onjuist gebruik of onjuiste
aansluitingen te voorkomen.
•Wanneer er geluid wordt gereproduceerd bij een
te hoog volume enz. zal deze functie de
geluidsweergave binnen een paar seconden
onderbreken. Dit duidt echter niet op een storing.
Wanneer u het volume van het hoofdtoestel lager
zet, zal de geluidsweergave worden hersteld.
•Als de geluidsweergave wordt onderbroken, is het
mogelijk dat de ‘gain’ (extra versterking) van dit
toestel incorrect is ingesteld. Om er zeker van te
kunnen zijn dat de geluidsweergave niet zal
worden onderbroken wanneer het hoofdtoestel
met een hoog volume weergeeft, dient u de ‘gain’
instelling van de versterker op een geschikte stand
te zetten in overeenstemming met het maximale
pre-out uitgangsniveau van het hoofdtoestel. Zo is
het niet nodig het volume van het hoofdtoestel te
verlagen en wordt een te hoog uitgangsniveau
voorkomen.
•Als u het volume van het hoofdtoestel hoger zet
en de ‘gain’ (extra versterking) van de versterker
op de juiste stand, maar merkt dat het geluid nog
steeds zo nu en dan onderbroken wordt, dan dient
u contact op te nemen met uw dichtstbijzijnde
erkende PIONEER service-centrum.
‘Gain’ instelling van dit toestel
•Op de afbeelding hierboven is de GAIN ingesteld
op NORMAL.
Verhouding tussen de ‘gain’ van de
versterker en het uitgangsvermogen van
het hoofdtoestel
Als u de ‘gain’ (extra versterking) van de
versterker op een ongeschikt niveau instelt, zal
alleen de vervorming toenemen en zal het
vermogen slechts marginaal toenemen.
Golfvorm signaal bij weergave met hoog
volume via de ‘gain’ instelling van de
versterker
•Bij een hoog uitgangsvermogen wordt de
golfvorm van het signaal vervormd, terwijl het
vermogen slechts marginaal zal veranderen als u
de ‘gain’ van de versterker hoger instelt.
Gelijk vermogen
‘Gain’ versterker
(normaal)
‘Gain’ versterker
(maximaal)
Golfvorm
signaal
Golfvorm
signaal
Normale ‘gain’
Maximale ‘gain’
‘Gain’ versterker
(normaal)
‘Gain’ versterker
(maximaal)
Volumestappen hoofdtoestel
Vermogen
Normale ‘gain’
Vermogen
Volumestappen hoofdtoestel
Maximale ‘gain’
Gelijk vermogen
Pre-out niveau: 2 V
(Standaard: 500 mV)
Pre-out niveau: 4 V
Pre-out niveau: 6,5 V
Aansluiten van het toestel
6
ENGLISH
ESPAÑOL
DEUTSCH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
êìëëäàâ
WAARSCHUWING
•Voorkom kortsluiting en beschadiging van de
eenheid en ontkoppel de nagatieve (–) accupool
van het voertuig.
Zet de bedrading met kabelklemmen of isoleer-
of plakband vast. Bescherm de bedrading door de
gedeelten in de buurt van metalen delen met
isoleerband af te dekken.
Leid de draden niet langs plaatsen die heet
worden, bijvoorbeeld in de buurt van de
verwarmingselementen. Indien de isolatie van
draden heet wordt, zullen de draden worden
beschadigd met kortsluiting tot gevolg.
•Zorg dat de bedrading de werking van bewegende
of verplaatsbare onderdelen, bijvoorbeeld de
versnelling, handrem of stoelverstelmechanismen
van het de auto niet hindert.
Sluit draden niet kort. Het beschermingscircuit
werkt anders namelijk niet wanneer het voor de
veiligheid zou moeten functioneren.
•Tap het spanningsdraad van dit toestel niet af
voor gebruik van andere apparaten. Het
vermogen van het draad zou dan namelijk worden
overschreden, met oververhitting tot gevolg.
•Vervang de zekering in geen geval door één met
een hoger vermogen of hogere waarde dan de
originele. Gebruik van een verkeerde zekering
kan leiden tot oververhitting en rookontwikkeling
en tot beschadiging van het product en letsel,
bijvoorbeeld brandwonden.
Luidsprekerkanaal Luidsprekertype Vermogen
Vier kanalen
Subwoofer Nominale ingang: min. 70 W
Andere dan subwoofer Maximale ingang: min. 150 W
Twee kanalen
Subwoofer Nominale ingang: min. 200 W
Andere dan subwoofer Maximale ingang: min. 600 W
Drie kanalen Subwoofer Nominale ingang: min. 70 W
Luidsprekeruitgang A Andere dan subwoofer Maximale ingang: min. 150 W
Drie kanalen Subwoofer Nominale ingang: min. 200 W
Luidsprekeruitgang B Andere dan subwoofer Maximale ingang: min. 600 W
WAARSCHUWING:
Om beschadiging en/of letsel te
voorkomen
•Aard het luidsprekersnoer niet rechtstreeks en
sluit evenmin een negatief snoer (–) aan voor
verschillende luidsprekers.
•Dit toestel is ontworpen voor auto’s met een accu
van 12 V en negatieve aarding. Kijk bijgevolg eerst
de accuspanning na voor u het toestel installeert in
een recreatief voertuig, vrachtwagen of bus.
•De accu raakt mogelijk uitgeput indien de auto-
stereo langdurig is ingeschakeld maar de motor
stationair draait of is uitgeschakeld. Zet de auto-
stereo uit wanneer de motor stationair draait of is
uitgeschakeld.
•Als het systeem-afstandbedieningssnoer van de
versterker is aangesloten op de
spanningsaansluiting via de contactschakelaar
(12 V gelijkstroom), is de versterker altijd
ingeschakeld wanneer het contact aanstaat,
ongeacht of de auto-stereo wel of niet door u is
aangezet. Hierdoor raakt de accu mogelijk
uitgeput wanneer de motor stationair draait of is
uitgeschakeld.
Luidsprekers die op de versterker worden
aangesloten moeten overeenstemmen met de
hieronder vermelde normen. Indien dat niet het
geval is, kan dit leiden tot brand of beschadiging
van de luidspreker. Gebruik luidsprekers met een
impedantie van 2 t/m 8 ohm. In geval van twee-
kanaals en andere brugverbindingen moet de
luidsprekerimpedantie 4 t/m 8 ohm zijn.
Plaats en leid het los verkrijgbare accudraad zo ver
als mogelijk uit de buurt van de luidsprekerdraden.
Plaats en leid het los verkrijgbare accudraad en
aardedraad, luidsprekerdraden en de versterker zo
ver als mogelijk uit de buurt van de antenne,
antennekabel en tuner.
7
Aansluiten van het toestel
Aansluitschema
•Dit schema laat de verbindingen zien bij gebruik van een externe uitgang (subwoofer uitgang). Schuif de
ingangsschakelaar naar links (RCA).
•Bij gebruik van een luidspreker-uitgang zullen de noodzakelijke verbindingen afwijken van dit schema.
Raadpleeg voor details de paragraaf “Gebruik van de luidspreker-ingang”. In beide gevallen dient u de
ingangsschakelaar op de juiste stand te zetten. Zie voor details hieromtrent de paragraaf “Instellen van dit
toestel”.
Doorvoerbuisje
RCA-ingang
Speciaal rood accusnoer [RD-228] (los verkrijgbaar)
Sluit, nadat alle andere aansluitingen op de versterker zijn
gemaakt, het accusnoer-aansluitpunt van de versterker aan op
het positieve aansluitpunt (+) van de accu.
Aardingssnoer (zwart) [RD-228] (los verkrijgbaar)
Sluit dit snoer aan op de carrosserie of het chassis.
Versterker met
RCA-ingangspen-
aansluitingen
Autostereo met
RCA-uitgangspen-
aansluitingen
RCA-ingangspenaansluiting A
RCA-uitgangspen-
aansluitingen
Draad voor systeemafstandsbediening (los verkrijgbaar)
Verbind de mannelijke aansluiting van dit draad met de aansluiting voor de systeemafstandsbediening van
de autostereo (SYSTEM REMOTE CONTROL). Het vrouwelijke aansluitpunt kan worden aangesloten op
het relais-besturingsaansluitpunt van de automatische antenne. Als de autostereo niet beschikt over een
systeem-afstandsbedieningsaansluitpunt, sluit dan het mannelijke aansluitpunt aan op het
spanningsaansluitpunt via de contactschakelaar.
Aansluitsnoer met
RCA-penstekkers
(los verkrijgbaar).
Externe uitgang
Als enkel een ingangspenstekker
wordt gebruikt, sluit dan niets aan
op RCA-ingangsaansluiting B.
Luidsprekeruitgangs-aansluitpunt
Raadpleeg het hoofdstuk “Aansluiten van de
luidsprekers en ingangssnoeren” voor richtlijnen
i.v.m. het aansluiten van luidsprekers.
Zekering (30 A)
× 2
RCA-ingangspen-
aansluiting B
Zekering (40 A) × 2
ENGLISH
ESPAÑOL
DEUTSCH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
êìëëäàâ
8
Aansluitingen zonder solderen
Sluit geen bedrading met blootliggende
geleiderkern aan op de stroomaansluitingen van
deze versterker (spanningsaansluitpunt, GND
aardeaansluiting, aansluiting voor
systeemafstandsbediening). Als de blootliggende
geleiderkern van een dergelijke draad los raakt of
breekt, zou dit kunnen leiden tot kortsluiting of
brand.
Omdat de draad na verloop van tijd los zal komen
te zitten, moet u deze regelmatig controleren en
indien nodig opnieuw vastzetten.
Zet de uiteinden van de draadjes niet vast door ze
te solderen of af te binden.
•Let er bij het vastdraaien op dat u de draad niet
met de isolatie vastklemt.
•Gebruik de meegeleverde inbussleutel om de
schroef van de versterkeraansluiting vast of los te
draaien. Zet de draad goed vast met de schroef
van de aansluiting. Omdat echter te vast
aandraaien van de aansluitingsschroef voor de
systeemafstandsbediening het risico met zich
meebrengt dat de draad beschadigd raakt, moet u
de draad bij het vastdraaien goed in de gaten
houden en voorzichtig zijn dat u de schroef niet te
vast aandraait.
Aansluiten van het
spanningsaansluitpunt
•We raden u aan de speciale, los verkrijgbare, rode
accudraad en aardedraad [RD-228] te gebruiken.
Verbind het accudraad direct met de positieve
pool (+) van de autoaccu en het aardedraad met
het chassis van de auto.
•De aanbevolen maten voor de draden (AWG:
American Wire Gauge) zijn als volgt. De
accudraad en de aarddraad moeten allemaal
dezelfde maat hebben.
•Gebruik draad van 10 AWG tot 20 AWG voor de
draad voor de systeemafstandsbediening.
Maat voor de accudraad en de aarddraad
Draadlengte minder dan minder dan minder dan
4,5 m 7,2 m 11,4 m
Draadmaat 8 AWG 6 AWG 4 AWG
1. Trek het accudraad van het
motorgedeelte naar de cabine van
de auto.
•Sluit, nadat alle andere aansluitingen op de
versterker zijn gemaakt, het accusnoer-
aansluitpunt van de versterker aan op het
positieve aansluitpunt (+) van de accu.
2. Sluit de draden aan.
•Zet de draden stevig met de schroeven van de
aansluitingen vast.
WAARSCHUWING
Als de accudraad niet goed wordt bevestigd aan het
aansluitpunt met behulp van de schroef, kan het
aansluitpunt oververhit raken, hetgeen kan leiden tot
schade en letsel, met inbegrip van lichte
brandwonden.
Motor-
compartiment
Interieur van
het voertuig
Boor een gat
van 13 mm in
de carrosserie
van de auto.
Steek het rubberen O-vormige
doorvoerbuisje in de carrosserie
van de auto.
Positieve
aansluiting (+)
Zekering (40 A) × 2
GND aarde-
aansluiting
Spannings-
aansluitpunt
(POWER)
Accudraad
Aansluiting voor
systeemafstandsbediening
Draad voor
systeemafstands-
bediening
Aardingssnoer
Aansluitpuntschroeven
9
Aansluiten van het toestel
Verbinden van de
luidsprekeruitgangsaansluitingen
•Gebruik draad van 10 AWG tot 16 AWG voor
luidsprekerdraad.
1. Strip ongeveer 10 mm tot 12 mm
van de isolatie van het uiteinde van
de luidsprekerdraden met een
striptang of mes.
2. Verbind de luidsprekerdraden met
de luidsprekeruitgangsaansluiting.
Zet de luidsprekerdraden goed met de
schroeven van de aansluiting vast.
Gebruik van de luidspreker-ingang
Sluit de uitgangsdraden van de autostereo
aan op de versterker via de meegeleverde
luidspreker-ingangsdraad met RCA (tulp)
stekkers.
Schuif de ingangsschakelaar naar rechts (SP).
7 Verbindingen bij gebruik van de
luidspreker-ingang
•Als resultaat van het aansluiten van de
luidspreker van de autostereo op de versterker,
zal de stroom voor de versterker automatisch
worden ingeschakeld wanneer de autostereo aan
wordt gezet. In dit geval is het niet nodig de
draad voor de systeemafstandsbediening aan te
sluiten.
•Wanneer de versterker en het hoofdtoestel op
elkaar zijn aangesloten met een luidsprekerdraad
met RCA (tulpstekker) aansluitingen, zal de
versterker alleen worden ingeschakeld wanneer er
slechts één versterker wordt gebruikt. Als er twee
of meer versterkers gecombineerd synchroon zijn
geschakeld, dient u het hoofdtoestel en alle
versterkers op elkaar aan te sluiten met de
systeembedieningsdraad.
Opmerking:
Sluit de draad voor de systeemafstandsbediening
aan wanneer de stroom voor de versterker niet
ingeschakeld moet worden wanneer de autostereo
wordt aan gezet.
10 mm tot 12 mm
Aansluitpuntschroeven
Luidspreker-
uitgangsaansluiting
Luidsprekerdraad
Luidspreker-ingang
Luidspreker-
ingangsdraad met
RCA (tulp) stakkers
Naar de RCA-ingangsaansluiting
van dit toestel.
Autostereo
Wit: Zwart: Zwart: Rood:
Links + Links Rechts Rechts +
ENGLISH
ESPAÑOL
DEUTSCH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
êìëëäàâ
10
Aansluiten van de luidsprekers en ingangssnoeren
De luidsprekeruitgangsstand kan voor vier, drie (stereo + mono) of twee
kanalen (stereo, mono) zijn. Sluit de luidsprekersnoercn aan overeenkomstig
de gewenste functie zoals aangegeven in de onderstaande afbeeldingen.
Vier kanalen
Drie kanalen
(Links)
Luidsprekeruitgang B
(Rechts)
(Rechts)
Luidsprekeruitgang A
(Links)
De ingangskeuzeschakelaar bevindt zich op de bovenkant van
het toestel. Voor tweekanaals ingangssignalen dient u deze
schakelaar naar links te zetten. Voor vierkanaals
ingangssignalen dient u deze schakelaar naar rechts te zetten.
RCA-ingangspen-
aansluiting A
RCA-ingangspen-
aansluiting B
Aansluitsnoeren met
RCA-penstekkers
(los verkrijgbaar)
Van auto-stereo (RCA uitgang)
Indien slechts één ingangsplug wordt gebruikt,
bijvoorbeeld wanneer de auto-stereo slechts één
uitgang (RCA uitgang) heeft, verbindt u de plug
met de RCA-ingangsaansluiting A maar sluit u
niets op RCA-ingangsaansluiting B aan.
Luidsprekeruitgang B
(Mono)
(Rechts)
Luidsprekeruitgang A
(Links)
RCA-ingangspenaansluiting A
RCA-ingangspen-
aansluiting B
Aansluitsnoeren met
RCA-penstekkers
(los verkrijgbaar)
Van auto-stereo (RCA uitgang)
Indien slechts één ingangsplug wordt gebruikt,
bijvoorbeeld wanneer de auto-stereo slechts één
uitgang (RCA uitgang) heeft, verbindt u de plug
met de RCA-ingangsaansluiting A maar sluit u
niets op RCA-ingangsaansluiting B aan.
De ingangskeuzeschakelaar bevindt zich op de bovenkant van
het toestel. Voor tweekanaals ingangssignalen dient u deze
schakelaar naar links te zetten. Voor vierkanaals
ingangssignalen dient u deze schakelaar naar rechts te zetten.
11
Aansluiten van het toestel
Twee kanalen (stereo)
Twee kanalen (mono)
Luidspreker (Links)
Luidspreker (Rechts)
RCA-ingangspen-aansluiting A
Bij gebruik van de twee-kanalen
functie dient u de RCA-
penstekkers te verbinden met de
RCA-ingangspenaansluiting A.
Aansluitsnoeren met
RCA-penstekkers
(los verkrijgbaar)
Van auto-stereo (RCA uitgang)
De ingangskeuzeschakelaar bevindt zich op
de bovenkant van het toestel. Schuif deze
schakelaar naar links.
Luidspreker (Mono)
Luidspreker (Mono)
Aansluitsnoeren met
RCA-penstekkers
(los verkrijgbaar)
Van auto-stereo (RCA uitgang)
RCA-ingangspen-aansluiting A
Bij gebruik van de twee-kanalen
functie dient u de RCA-
penstekkers te verbinden met de
RCA-ingangspenaansluiting A.
De ingangskeuzeschakelaar bevindt zich op
de bovenkant van het toestel. Schuif deze
schakelaar naar links.
ENGLISH
ESPAÑOL
DEUTSCH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
êìëëäàâ
12
WAARSCHUWING
•Niet installeren op:
Plaatsen waar het de bestuurder of passagiers
zou kunnen verwonden wanner de auto
plotseling stopt.
Plaasten waar de bestuurder door de eenheid
tijdens het rijden zou kunnen worden
gehinderd, zoals bijvoorbeeld op de vloer
voor de bestuurdersstoel.
•Kontroleer dat draden niet in de weg van de
stoelverstelmechanismen zitten. Dit zou namelijk
kortsluiting kunnen veroorzaken.
•Controleer of er zich geen onderdelen achter het
paneel bevinden wanneer u een gat boort voor de
installatie van de versterker. Zorg ervoor dat alle
kabels en belangrijke onderdelen zoals brand-
stofleidingen, remleidingen en de elektrische
bedrading beveiligd zijn en niet kunnen worden
beschadigd.
•Plaats tapse schroeven zodanig dat de kop van de
schroef niet in aanraking met draden komt. Dit is
belangrijk en voorkomt dat draden door trillingen
van het voertuig door worden gesneden met brand
tot gevolg.
Laat de versterker IN GEEN GEVAL in contact
komen met vloeistoffen, bijvoorbeeld als gevolg
van de opstelling van de versterker. Dit kan leiden
tot elektrische schokken. De versterker en
luidsprekers kunnen ook beschadigd raken, rook
produceren en oververhit raken door contact met
vloeistoffen. Daarbij kan het oppervlak van de
versterker en het oppervlak van aangesloten
luidsprekers heet worden, hetgeen kan leiden tot
lichte brandwonden.
•Gebruik de bijgeleverde onderdelen op de manier
die is beschreven om de installatie uit te voeren
zoals het hoort. Als andere onderdelen dan
diegene die zijn bijgeleverd worden gebruikt, is
het mogelijk dat inwendige onderdelen van de
versterker schade oplopen of loskomen, zodat de
versterker niet meer werkt.
•Vervang de zekering in geen geval door één met
een hoger vermogen of hogere waarde dan de
originele. Gebruik van een verkeerde zekering
kan leiden tot oververhitting en rookontwikkeling
en tot beschadiging van het product en letsel,
bijvoorbeeld brandwonden.
WAARSCHUWING:
Om slechte werking en/of letsel te
voorkomen
•Zorg dat de ventiltie van de versterker niet wordt
gehinderd, en let derhalve op de volgende punten
tijdens het installeren.
Zorg dat er voor een goede vrije ruimte
boven de versterker is.
—Bedek de versterker niet met een vloermat of
kleed.
Laat de versterker IN GEEN GEVAL in contact
komen met vloeistoffen, bijvoorbeeld als gevolg
van de opstelling van de versterker. Dit kan leiden
tot elektrische schokken. De versterker en
luidsprekers kunnen ook beschadigd raken, rook
produceren en oververhit raken door contact met
vloeistoffen. Daarbij kan het oppervlak van de
versterker en het oppervlak van aangesloten
luidsprekers heet worden, hetgeen kan leiden tot
lichte brandwonden.
Installeer de versterker niet op onstabiele plaat-
sen, zoals op de reservebandhouder.
•De beste installatieplaats is verschillend afhanke-
lijk van het automerk en model en uw wensen.
Plaats de versterker echter beslist stevig op een
stabiele plaats.
•Maak eerst voorlopige aansluitingen en ga na of
de versterker en het systeem naar behoren
werken.
•Na het installeren van de versterker, moet u con-
troleren dat het reservewiel, de krik en het gereed-
schap nog gemakkelijk kunnen worden
verwijderd.
Installatie
13
Installatie
Voorbeeld van installatie op de
vloermat of op het chassis
1. Zet de versterker op de plaats waar
hij moet worden geïnstalleerd.
Steek de bijgeleverde tapschroeven
(4 mm × 30 mm) in de schroefgaten.
Druk met een schroevendraaier op
de schroeven zodat ze een inkeping
maken op de plaats waar de gaten
voor de installatie moeten komen.
2. Boor gaten met een diameter van
2,5 mm op de plaatsen die zijn
gemerkt en installeer de versterker,
ofwel op de vloermat ofwel
rechtstreeks op het chassis.
Terugzetten van de bovenafdekking
1. Pas de bovenafdekking netjes op het
toestel en doe de schroeven terug.
•Zet de afdekking op de juiste manier terug op
de versterker.
2. Draai de schroeven vast met een
inbussleutel van 4 mm.
Boor een gat met een diameter
van 2,5 mm
Tapschroeven (4 mm × 30 mm)
Vloermat of chassis
Schroef
Bovenafdekking
ENGLISH
ESPAÑOL
DEUTSCH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
êìëëäàâ
14
Technische gegevens
Spanningsbron .................................................................................. 14,4 V gelijkstroom (10,8 V t/m 15,1 V toelaatbaar)
Aarding ...................................................................................................................................... Negatieve klem aan massa
Stroomverbruik .............................................................................................................. 28 A (met continu spanning, 4 )
Gemiddeld stroomverbruik* ................................................................................................ 10 A (4 voor vier kanalen)
20 A (4 voor twee kanalen)
20 A (2 voor vier kanalen)
Zekering .................................................................................................................................................................. 30 A × 2
Afmetingen ........................................................................................................ 301 (B) mm × 57 (H) mm × 213 (D) mm
Gewicht ........................................................................................................................................ 3,5 kg (Excl. bedrading)
Maximale spanningsuitvoer ........................................................................................ 150 W × 4 (4 ) / 600 W × 2 (4 )
Continu uitgangsvermogen ...................................................... 75W × 4 (bij 14,4 V, 4 , 20 Hz t/m 20 kHz 1,0% THV)
300 W × 2 (bij 14,4 V, 4 , 1 kHz 1,0% THV)
150 W × 4 (bij 14,4 V, 2 , 1 kHz 1,0% THV)
Aansluitimpedantie .............................................................................................................. 4 (2 t/m 8 toelaatbaar)
Frequentieweergave ...................................................................................................... 10 Hz t/m 50 kHz (+0 dB, –3 dB)
Signaal/ruisverhouding ................................................................................................................ 100 dB (IEC-A netwerk)
Vervorming .................................................................................................................................... 0,005 % (10 W, 1 kHz)
Scheiding ...................................................................................................................................................... 70 dB (1 kHz)
60 dB (100 Hz t/m 10 kHz)
Laag-doorlaatfilter ...................................................................................................... Afsnijfrequentie: 40 Hz t/m 500 Hz
Afsnijsteilheid: –12 dB/oct
Hoog-doorlaatfilter ...................................................................................................... Afsnijfrequentie: 40 Hz t/m 500 Hz
Afsnijsteilheid: –12 dB/oct
Versterkingsregelaar .................................................................................................................... RCA: 400 mV t/m 6,5 V
Luidspreker: 1,6 V t/m 26 V
Maximale ingangsniveau / -impedantie .............................................................................................. RCA: 6,5 V / 22 k
Luidspreker: 26 V / 90 k
Opmerking:
•Technische gegevens en ontwerp zijn ter productverbetering zonder voorafgaande
kennisgeving wijzigbaar.
*Gemiddeld stroomverbruik
•Het gemiddelde stroomverbruik is zo goed als gelijk aan het maximale stroomver-
bruik van dit toestel bij ontvangst van een audiosignaal. Gebruik deze waarde bij
het uitrekenen van het totale stroomverbruik van meerdere vermogensversterkers.
1/100